8 Vermoedens en bewijzen. bladzijde 171. 40 a C = C!ADC!BEC (hh) ADC = BEC = 90 Uit!ADC!BEC volgt AC DC



Vergelijkbare documenten
Diagnostische toets. AMB stelling van de omtrekshoek AMB ˆ ANB. AQB ARB ˆ 180 koordenvierhoekstelling =

12 Bewijzen in de vlakke meetkunde

VWO B2 HOOFDSTUK 6 KERN 1 DE MEETKUNDIGE PLAATS MEETKUNDIGE PLAATSEN. 1a)

Lijst van formules en verwijzingen naar definities/stellingen die in het examen vwo wiskunde B wordt opgenomen

Vlakke meetkunde. Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting.

STELLINGEN & BEWIJZEN 5VWO wiskunde B 1 e versie

Eindexamen wiskunde B vwo I

8.1 Gelijkvormige en congruente driehoeken [1] Willem-Jan van der Zanden

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 13 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Tentamen Wiskunde B CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE. Datum: 16 januari uur Aantal opgaven: 5

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

B B BED BAC 90. C. von Schwartzenberg 1/14. 1 Zijde AB is twee keer zo groot als zijde AD en zijde AC is twee keer zo groot als zijde AE.

Examen VWO wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Eindexamen vwo wiskunde B 2013-I

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

HZH: c, α en β ZZR: a, b en β

BETALES. Wiskunde B. Examenoefeningen VWO. A. Smit BSc 3/14/2017

wiskunde B vwo 2016-I

7.0 Voorkennis. Definitie = Een afspraak, die niet bewezen hoeft te worden.

12.1 Omtrekshoeken en middelpuntshoeken [1]

wiskunde B Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

wiskunde B vwo 2015-II

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Noordhoff Uitgevers bv

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

3.1 Soorten hoeken [1]

dan liggen C en D op dezelfde cirkelboog AB (constante hoek) dus A, B, C en D liggen op één cirkel, dus ABCD is een koordenvierhoek

Samenvatting stellingen uit de meetkunde Moderne Wiskunde voor het VWO (bovenbouw)

wiskunde B bezem vwo 2018-I

Eindexamen vwo wiskunde B 2014-I

Examen VWO wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

werkschrift driehoeken

E 1. Voor de coördinaten van P geldt: x (t) = cos t + t sin t y (t) = sin t t sin t

Hoofdstuk 5 - Definities en stellingen

wiskunde B vwo 2017-II

Eindexamen vwo wiskunde B 2014-II

wiskunde B vwo 2017-I

Meetkunde. Trainingsweekend januari Gerichte hoeken. gerichte hoeken, driehoeksongelijkheid, Ravi

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting.

Vermoeden: De drie deellijnen gaan door 1 punt. 33c. Vermoeden: De drie zwaartelijnen gaan door 1 punt. 33d.

wiskunde B bezem vwo 2018-II

Figuren en invulbewijzen

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 maandag 15 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B vwo II

Vlakke Meetkunde. Les 1 Congruentie en gelijkvormig

Hoofdstuk 5 - Meetkundige plaatsen

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde B vwo 2016-II

Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde. Syllabus voortentamen Wiskunde B

Examen VWO. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Meetkundige Ongelijkheden Groep 2

Katern 3. Meetkunde. Inhoudsopgave. Inleiding. 1 Hoeken 2. 2 Congruentie en gelijkvormigheid 4. 3 Driehoeken 8. 4 Vierhoeken 12

14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel:

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 donderdag 23 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

2 Hoeken en bogen 77

UITWERKINGEN VOOR HET VWO

Cabri-werkblad Negenpuntscirkel

Selectietoets vrijdag 8 maart 2013

Hoofdstuk 6 Driehoeken en cirkels uitwerkingen

1 Introductie. 2 Oppervlakteformules

Verdieping - De Lijn van Wallace

Hoofdstuk 6 - Cirkeleigenschappen

2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax

Overzicht eigenschappen en formules meetkunde

Laat men ook transversalen toe buiten de driehoek, dan behoren bij één waarde van v 1 telkens twee transversalen l 1 en l 2. Men kan ze onderscheiden

Samenvatting. Hoofdstuk 4. Machtsfunctie De functie f x x n heet een machtsfunctie. Het verloop van de grafiek hangt af van de waarde van n.

UITWERKINGEN VOOR HET VWO

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2008-II

10 Afstanden. rood. even ver van A als van C even ver van A, van C en van E. 10 m. blauw

Vlakke Meetkunde Les 3 Koordenvierhoeken en iso-hoeklijnen

Atheneum Wispelberg - Wispelbergstraat Gent Bijlage - Leerfiche (3 e jaar 5u wiskunde): Meetkunde overzicht

Examen VWO wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 16 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

LANDSEXAMEN VWO

Vlakke Meetkunde. Les 20 Nadruk verboden 39. Het construeren van figuren

Uitwerkingen Hoofdstuk 25 deel vwob1,2 6. Meetkundige plaatsen.

2.1 Cirkel en middelloodlijn [1]

Selectietoets vrijdag 18 maart 2016

Voorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen)

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Hoofdstuk 1. De cirkel. 1.1 Middellijn, koorde en apothema. 1.2 Middelpuntshoek en omtrekshoek

Vlakke meetkunde en geogebra

Hoofdstuk 1 : Hoeken ( Zie ook : boek pag 1 tot en met pag 33)

IMO-selectietoets III zaterdag 4 juni 2016

LANDSEXAMEN VWO

Gerichte lengtes spelen o.a. een rol bij de stelling van Ceva en Menelaos en komen in deel 3 aan de orde.

Hoofdstuk 2 Vlakke meetkunde

Katern 3. Meetkunde. Inhoudsopgave. Inleiding. 1 Hoeken 2. 2 Congruentie en gelijkvormigheid 5. 3 Driehoeken 9. 4 Vierhoeken 14

LANDSEXAMEN VWO

2010-II bij vraag 1. Vooraf: De stelling van de constante (omtreks)hoek.

Transcriptie:

8 Vermoedens en bewijzen badzijde 7 40 a =!!E (hh) = E = 90 Uit!!E vogt = dus E =. E b EF = F = 90 FE = F (overstaande hoeken)!ef!f (hh) Uit!EF!F vogt F EF = dus F F = F EF. F F Gemengde opgaven 5

4 a * b F 4 E G te E = x. EF = F dus E = 4 (geijkbenige driehoek) E = x 4 = x = 4 (overstaande hoeken) = x E + 4 + F = 80 (hoekensom driehoek) F + F = 80 (gestrekte hoek) F = dus F = (geijkbenige driehoek) F + + = 80 (hoekensom driehoek) + + = 80 (gestrekte hoek) F = E + 4 F = x = x = F + = x + x G = 4x us G = 4 E c = 4x = x = x us = E ofwe E =. 4 a Vermoeden: e baan van N is de cirke met middeijn M. b Gegeven: Een cirke met middepunt M, en punt binnen de cirke. e ijn door snijdt de cirke in en. Het midden van is N. N igt op de cirke met middeijn M. N M M = M N = N!MN!MN (ZZZ) MN = MN dus MN = MN MN + MN = 80 (gestrekte hoek) MN = MN = 90 MN = MN = 90 dus igt N op de cirke met middeijn M (Thaes). 4 a Vermoeden: QR is een paraeogram. b Gegeven: Vierhoek met de diagonaen en. is midden van, Q het midden van, R het midden van en het midden van., Q, R en iggen niet op één ijn. QR is een paraeogram. Q = =!Q! (zhz) = Uit!Q! vogt Q =, dus Q // (F-hoeken). Op dezefde manier kun je bewijzen dat R //, // en QR //. Q // R // Q // R QR is een paraeogram // // QR QR // 5 Gemengde opgaven

badzijde 7 44 EF = E (overstaande hoeken) = = 90 = + = 5 + 8 = 89, dus = 7!EF!E (hh) F E = E! is een vergroting van!e met factor, dus E = = 7 = 8 en E = = 5 = 7. E = - E = 7-8 = 8 F E = geeft F E 4 8 = 7 F = 4 8 7 = 4 8 5 45 a Gegeven: e cirkes c en c met middepunten M en M die ekaar raken in het punt, de ijn die c raakt in het punt en c raakt in het punt Q. e gemeenschappeijke raakijn in snijdt Q in T., Q en iggen op één cirke met middepunt T. Teken, M,, en M. = = 90 (raakijn) = (geijkbenige driehoek) = dus T = T (geijkbenige driehoek) Op dezefde manier bewijs je QT = T. us T = QT = T en hieruit vogt dat, Q en op één cirke iggen met middepunt T. c M M T Q c b Gegeven: zie a. TM is een koordenvierhoek. M T = 90 (raakijn) M T = 90 (raakijn) M T + M T = 80 dus TM is een koordenvierhoek (omgekeerde koordenvierhoeksteing) M c T M c Q Gemengde opgaven 5

c Gegeven: Zie a en verder middeijn QR., en R iggen op één ijn. Uit a vogt dat op de cirke met middeijn Q dus Q = 90 (omgekeerde steing van Thaes) QR is middeijn dus QR = 90 (omgekeerde steing van Thaes) us, en R iggen op één ijn. R = 80 M c T R M c Q badzijde 7 46 Gegeven: Zie de figuur hiernaast. //, = en = e raakijnen aan de spiege in en staan oodrecht op ekaar. Teken //. // en //, dus is een paraeogram en hieruit vogt + = 80. + = 60 (twee gestrekte hoeken) + = 80 + + + = 80 = = + + + = 80 + = 80, dus + = 90 = 80 - - = 90 (hoekensom driehoek) us de raakijnen in en staan oodrecht op ekaar. 47 a k c M M M e middepunten iggen op, want de cirkes raken c in. e middepunten iggen op de bissectrices k en, want de cirkes raken k en, dus de middepunten van de cirkes hebben geijke afstanden tot k en. 54 Gemengde opgaven

b k c M x = 90 (Thaes) dus ook = 90. = 90 (raakijn) M = 80 - M = 80 - x = 80 - - = 80-90 - x = 90 - x = 90 - = 90 - (90 - x) = x = 80 - - M = 80 - x - x = 80 - x = 80 - = 80 - (80 - x) = x = 80 - - = 80 - x - (90 - x) = 90 - x = 80 - - = 80 - x - 90 = 90 - x c Gegeven: Zie figuur G.. = = M = 90 - M (zie b) = 90 - M (zie b)! is geijkbenig dus =. = M (zie b) dus!m is geijkbenig dus = M. = M = = = M badzijde 74 48 Q is een koordenvierhoek dus Q + Q = 80. Q = 80 - Q = 80-90 = 90 is een koordenvierhoek dus + = 80. = 80 - = 80-90 = 90 Q = Q + = 90 + 90 = 80 dus igt op Q. 49 a Vermoeden: e omgeschreven cirke van gaat door de raakpunten van c en c en c en c. b Gegeven: c Zie figuur G.4. E is een koordenvierhoek. c d E c M d M Gemengde opgaven 55

c c d E c M d M M = M E M = M = straa c + d = E (geijkbenige driehoek) M = M M M E = M M!M E!M (zhz) dus = E + E = 80 (gestrekte hoek) E = + E = 80 = Uit + E = 80 vogt E is een koordenvierhoek (omgekeerde koordenvierhoeksteing). c E is een koordenvierhoek, dus E op de cirke door, en.,,, en E op één cirke. is een koordenvierhoek (bewijs zoas bij b), dus op de cirke door, en. 56 Gemengde opgaven