Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden



Vergelijkbare documenten
Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

M M M M M M M M M M M M M M La La La La La La La Mid Mid Mid Mid Mid Mid Mid

Beschrijvende statistieken

Antwoordvel Versie A

INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 5

Grafieken Cirkeldiagram

mlw stroom 2.2 Biostatistiek en Epidemiologie College 9: Herhaalde metingen (2) Syllabus Afhankelijke Data Hoofdstuk 4, 5.1, 5.2

Interim Toegepaste Biostatistiek deel 1 14 december 2009 Versie A ANTWOORDEN

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Statistiek voor T (2S070) op vrijdag 8 oktober 1999, uur De u

Meervoudige variantieanalyse

Bij factor ANOVA is er een tweede onafhankelijke variabele in de analyse bij gekomen. Er zijn drie soorten designs mogelijk:

Hoofdstuk 10 Eenwegs- en tweewegs-variantieanalyse

c. Geef de een-factor ANOVA-tabel. Formuleer H_0 and H_a. Wat is je conclusie?

INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 8

introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets

Uitvoer van analyses (SPSS 16) voor het Faalfeedback en Oriëntatie voorbeeld in hoofdstuk 7 (Herhaalde metingen) >

Kruis per vraag slechts één vakje aan op het antwoordformulier.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Statistiek 2 voor TeMa (2S195) op dinsdag , uur.

toetskeuze schema verschillen in gemiddelden

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R

Eindtoets Toegepaste Biostatistiek

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Statistiek 2 voor TeMa (2S195) op vrijdag , 9-12 uur.

d. Formuleer voor het hoofdeffect Afmeting H_0 en H_a. Is dit hoofdeffect significant?

EIND TOETS TOEGEPASTE BIOSTATISTIEK I. 30 januari 2009

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica

toetsende statistiek deze week: wat hebben we al geleerd? Frank Busing, Universiteit Leiden

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren:

De data worden ingevoerd in twee variabelen, omdat we te maken hebben met herhaalde metingen:

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Statistiek 2 voor TeMa (2S195) op dinsdag ,

Aanpassingen takenboek! Statistische toetsen. Deze persoon in een verdeling. Iedereen in een verdeling

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Statistiek 2 voor TeMa (2S195) op donderdag ,

Voer de gegevens in in een tabel. Definieer de drie kolommen van de tabel en kies als kolomnamen groep, vooraf en achteraf.

HOOFDSTUK IV TOETSEN VAN STATISTISCHE HYPOTHESEN

Hoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen

Tentamen Biostatistiek 1 voor BMT (2DM40) woensdag 28 oktober 2009, uur

Tentamen Biostatistiek 1 voor BMT (2DM40) woensdag 2 november 2011, uur

Hoofdstuk 12: Eenweg ANOVA

ANOVA in SPSS. Hugo Quené. opleiding Taalwetenschap Universiteit Utrecht Trans 10, 3512 JK Utrecht 12 maart 2003

Tentamen Biostatistiek 1 voor BMT (2DM40), op maandag 5 januari uur

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

Voorbeeld regressie-analyse

Residual Plot for Strength. predicted Strength

Opgave 1: (zowel 2DM40 als 2S390)

Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie

11. Meerdere gemiddelden vergelijken, ANOVA

Vergelijken van twee groepen (SPSS)

College 7 Tweeweg Variantie-Analyse

Berekenen en gebruik van Cohen s d Cohen s d is een veelgebruikte manier om de effectgrootte te berekenen en wordt

SPSS Opstarten & gegevens inlezen Gegevens verkennen Beschrijvende statistiek

gemiddelde politieke interesse van hoger opgeleide mensen)

c Voorbeeldvragen, Methoden & Technieken, Universiteit Leiden TS: versie 1 1 van 6

Bijlage 3: Multiple regressie analyse

De primaire link op gemeentelijke websites, Bijlagen. over efficiëntie, effectiviteit en gebruiksvriendelijkheid

S0A17D: Examen Sociale Statistiek (deel 2)

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Statistiek II voor TeMa (2S195) op maandag ,

College 6 Eenweg Variantie-Analyse

a. Wanneer kan men in plaats van de Pearson correlatie coefficient beter de Spearman rangcorrelatie coefficient berekenen?

SPSS 15.0 in praktische stappen voor AGW-bachelors Uitwerkingen Stap 7: Oefenen I

Hierbij is het steekproefgemiddelde x_gemiddeld= en de steekproefstandaardafwijking

Verdelingsvrije statistiek

Faculteit der Wiskunde en Informatica

Beschrijvende statistiek

College 3 Meervoudige Lineaire Regressie

Deel 1: Voorbeeld van beschrijvende analyses in een onderzoeksrapport. Beschrijving van het rookgedrag in Vlaanderen anno 2013

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamenopgaven Statistiek (2DD71) op xx-xx-xxxx, xx.00-xx.00 uur.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Biostatistiek voor BMT (2S390) op maandag ,

EIND TOETS TOEGEPASTE BIOSTATISTIEK I. 3 februari 2012

Onderzoeksrapport. Onderzoek naar de diergezondheid op bedrijven met zandligboxen vergeleken met matrassen/matten en dikke mestfractie

Pilot vragenlijst communicatieve redzaamheid

EIND TOETS TOEGEPASTE BIOSTATISTIEK I. 5 februari 2010

Verband tussen twee variabelen

2DM71: Eindtoets Biostatistiek, op dinsdag 20 Januari 2015,

11. Multipele Regressie en Correlatie

College 2 Enkelvoudige Lineaire Regressie

Fasen in het onderzoeksproces

b. Bepaal b1 en b0 en geef de vergelijking van de kleinste-kwadratenlijn.

Enkelvoudige lineaire regressie

Cursus TEO: Theorie en Empirisch Onderzoek. Practicum 2: Herhaling BIS 11 februari 2015

Zomerschool Vakdidactisch Onderzoek Leuven, 8-10 september 2010 Sessie 8: Analyse van kwantitatieve data

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Statistiek 2 voor TeMa (2S195) op maandag ,

Nominaal Ordinaal Interval (ratio) Nominaal - Kwalitatief - Laagste niveau - Categorieën niet ordenen - Geslacht

Statistiek in HBO scripties

Onderzoek. B-cluster BBB-OND2B.2

16. MANOVA. Overeenkomsten en verschillen met ANOVA. De theorie MANOVA

Basishandleiding SPSS

Statistiek II. Sessie 4. Feedback Deel 4

Statistiek 1 Blok 6, Werkgroepopdrachten

Vandaag. Onderzoeksmethoden: Statistiek 3. Recap 2. Recap 1. Recap Centrale limietstelling T-verdeling Toetsen van hypotheses

Kansrekening en Statistiek

Hoofdstuk 8. Toetsende statistiek. 8.1 Associatie van categoriale data: CROSSTABS [dv 32.2]

Tentamen Biostatistiek 1 voor BMT (2DM40) woensdag 27 oktober 2010, uur

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

WAGENINGEN UNIVERSITEIT Leerstoelgroep MAT

Extra Opgaven. 3. Van 10 personen meten we 100 keer de hartslag na het sporten. De gemiddelde hartslag van

Toegepaste data-analyse: oefensessie 2

Zowel correlatie als regressie meten statistische samenhang Correlatie: geen oorzakelijk verband verondersteld: X Y

Oplossingen hoofdstuk XI

duidelijk. Welke groepen verschillen wel/niet van elkaar?wat zijn je hypothesen?

Methoden van Onderzoek en Statistiek, Deeltentamen 2, 29 maart 2012 Versie 2

Transcriptie:

Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd naar informatie over het huisdier en informatie over het overlijden. Verder werd aan de hand van stellingen informatie verzameld over de relaties van mensen en de gevoelens die zij hadden vlak na het overlijden van het huisdier en de gevoelens die zij op dit moment hebben. Voor deze onderdelen van de vragenlijst is een totaalscore berekend door het gemiddelde te nemen van de vragen en stellingen die bij het onderdeel hoorden. Daarvoor zijn ook een aantal variabelen omgepoold (zie document Ompolen en samenvoegen). In totaal hebben 247 mensen de vragenlijst ingevuld. Meervoudige ANOVA Met de meervoudige ANOVA (Analysis of Variance) kan het effect van meerdere onafhankelijke variabele op één afhankelijke variabele getoetst worden. Het effect dat getoetst wordt is het verschil in gemiddelde tussen de groepen van de onafhankelijke variabele. Ook wordt getoetst of er sprake is van een interactieeffect; het effect dat combinaties van onafhankelijke variabelen hebben op de afhankelijke variabele. In tegenstelling tot de t-toets (zie document T-toets voor onafhankelijke groepen) kan de ANOVA verschillen tussen meer dan twee groepen toetsen. Onderzoeksvraag Een voorbeeld van een onderzoeksvraag die met behulp van een enkelvoudige ANOVA kan worden beantwoord: Is er een effect geslacht en leeftijd (in categorieën) op de mate van rouw op dit moment? Voor leeftijd zijn de volgende categorieën gemaakt: ; 3-39 jaar; 4-49 jaar en 5-69 jaar. De mate van rouw is gemeten met stellingen waarover de respondenten op een 7 puntschaal moesten aangeven in hoeverre ze het eens waren met de stelling. Na ompolen van een aantal variabelen is het gemiddelde van de stellingen berekend (zie document Ompolen en samenvoegen). Voorwaarden De voorwaarden die gelden voor het uitvoeren van een meervoudige ANOVA: 1. Random steekproef en onafhankelijke waarnemingen 2. Afhankelijke variabele moet in de populaties normaal verdeeld zijn 3. Homogeniteit van varianties Ad 1. Deze voorwaarde kan gecontroleerd worden door naar de onderzoeksopzet te kijken. Daaruit moet blijken of er sprake is van een random steekproef en onafhankelijke waarnemingen. In dit onderzoek konden respondenten zelf beslissen of ze de vragenlijst op internet wilden invullen. Daarmee is het geen random steekproef en moet daarmee rekening gehouden worden bij de conclusie van het onderzoek. Men kan er van uit gaan dat er sprake is van onafhankelijke waarnemingen, omdat het aannemelijk is dat iedere respondent zonder overleg over de antwoorden met andere respondenten de vragenlijst heeft ingevuld. Ad 2. Of er sprake is van een normaalverdeling kan worden gecontroleerd met een histogram. Wel moet daarbij rekening gehouden worden met het feit dat een histogram alleen laat zien wat de verdeling in de steekproef is. Hieronder staan de histogrammen die van toepassing zijn op dit onderzoek. Deze zijn verkregen door de Split File functie aan te zetten voor de variabele catleeftijd2 en daarna voor de variabele Geslacht (zie Beschrijvende Statistieken, Grafieken en Data opsplitsen en (sub)groepen selecteren):

8 Leeftijd in categorieën: 12 Leeftijd in categorieën: 3-39 jaar 1 6 4 8 6 2 4 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Mean = 4.2222 Std. Dev. = 1.65959 N = 54 2 Mean = 4.358 Std. Dev. = 1.53825 N = 87 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Leeftijd in categorieën: 4-49 jaar 2 Leeftijd in categorieën: 5-69 jaar 8 15 6 1 4 5 2 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Mean = 3.783 Std. Dev. = 1.56164 N = 64 Mean = 3.7778 Std. Dev. = 1.52711 N = 3 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Geslacht: Man 1 Geslacht: Vrouw 2 8 15 6 4 1 2 5 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Mean = 3.559 Std. Dev. = 1.5969 N = 32 Mean = 4.427 Std. Dev. = 1.5745 N = 23 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Zoals te zien is in de histogrammen is voor geen van de groepen de afhankelijke variabele helemaal normaal verdeeld. In dit geval zal dat de resultaten van de toets niet beïnvloeden, omdat alle groepen groter zijn dan 2. In dat geval is de ANOVA robuust tegen schending van de voorwaarde van normaalverdeling. Ad 3. Homogeniteit van varianties betekent dat de spreiding in alle populaties, waaruit de verschillende groepen komen, gelijk is. Daarvoor kan gekeken worden naar standaardafwijking per groep. Ook hiervoor geldt dat dit informatie is uit de steekproef. De Test of Homogeneity of Variances toetst of een eventueel verschil te generaliseren is naar de populatie. Deze test kan opgevraagd worden bij de ANOVA. Hypothesen De Meervoudige ANOVA kan alleen toetsen of er een effect is, net als de enkelvoudige ANOVA (zie Enkelvoudige ANOVA). Het toetst niet op de richting een verschil tussen groepen. De Meervoudige ANOVA toetst het effect van de factoren apart en het interactie-effect van de twee factoren samen. De statistische hypothesen: H : Er is geen hoofdeffect van leeftijd (in categorieën) H 1 : Er is wel een hoofdeffect van leeftijd (in categorieën) H : Er is geen hoofdeffect van geslacht H 1 : Er is wel een hoofdeffect van geslacht Er is geen interactie-effect van leeftijd (in categorieën) en geslacht H 1 : Er is wel een interactie-effect van leeftijd (in categorieën) en geslacht Bij het toetsen van deze hypothesen wordt gebruik gemaakt van α =.5. Uitvoeren Het uitvoeren van de ANOVA: Analyze > General Linear Model > Univariate. Zet de afhankelijke variabele, in dit geval meannu, in de box Dependent Variable.

Zet de onafhankelijke variabelen, in dit geval catleeftijd2 en geslacht, in de box Fixed Factor(s). Klik op Plots. Hiermee worden de groepsgemiddelden in een grafiek uitgezet. Zet de variabele met de meeste groepen, in dit geval catleeftijd2, in de box Horizontal Axis en zet de variabele met de minste groepen, in dit geval geslacht, in de box Separate Lines. Op deze manier is de grafiek het gemakkelijkst te interpreteren. Klik op Add en op Continue. Klik op Post Hoc. Zet de variabele catleeftijd2 in de box Post Hoc tests For en vink aan LSD. Klik op Continue.

Voor de variabele geslacht hoeft geen Post Hoc toets uitgevoerd te worden, omdat deze variabele maar twee groepen heeft. Wanneer de ANOVA significant is, is al duidelijk dat de gemiddelden van deze twee groepen van elkaar verschillen. Klik op Options en vink aan Descriptive statistics, Estimates of effect size en Homogeneity tests. Klik op Continue. Klik op OK.

Interpretatie Descriptive Statistics Dependent Variable: Leeftijd in categorieën Geslacht Mean Std. Deviation N Man 3.247 1.58 9 Vrouw 4.4617 1.59878 45 Total 4.2222 1.65959 54 3-39 jaar Man 4.2963 1.16136 9 Vrouw 4.57 1.57918 78 Total 4.358 1.53825 87 4-49 jaar Man 4.635 1.74726 7 Vrouw 3.7485 1.5595 57 Total 3.783 1.56164 64 5-69 jaar Man 2.7937 1.3278 7 Vrouw 4.773 1.48635 23 Total 3.7778 1.52711 3 Total Man 3.559 1.5969 32 Vrouw 4.427 1.5745 23 Total 3.9768 1.5715 235 Levene's Test of Equality of Error Variances a Dependent Variable: F df1 df2 Sig..72 7 227.655 Tests the null hypothesis that the error variance of the dependent variable is equal across groups. a. Design: Intercept+catleeftijd2+geslacht+catleeftijd2 * geslacht Tests of Between-Subjects Effects Dependent Variable: Source Type III Sum of Squares df Mean Square F Sig. Partial Eta Squared Corrected Model 32.778 a 7 4.683 1.95.63.57 Intercept 1537.257 1 1537.257 64.162..738 catleeftijd2 7.24 3 2.341.975.45.13 geslacht 7.47 1 7.47 3.84.8.13 catleeftijd2 * geslacht 19.63 3 6.354 2.646.5.34 Error 545.18 227 2.41 Total 4294.457 235 Corrected Total 577.886 234 a. R Squared =.57 (Adjusted R Squared =.28)

Multiple Comparisons Dependent Variable: LSD (I) Leeftijd in categorieën 3-39 jaar 4-49 jaar 5-69 jaar Based on observed means. (J) Leeftijd in categorieën 3-39 jaar 4-49 jaar 5-69 jaar 4-49 jaar 5-69 jaar 3-39 jaar 5-69 jaar 3-39 jaar 4-49 jaar Mean Difference 95% Confidence Interval (I-J) Std. Error Sig. Lower Bound Upper Bound.1865.26846.488 -.3425.7155.4392.28634.126 -.125 1.35.4444.35287.29 -.259 1.1398 -.1865.26846.488 -.7155.3425.2528.25519.323 -.251.7556.258.3281.433 -.3885.945 -.4392.28634.126-1.35.125 -.2528.25519.323 -.7556.251.52.34288.988 -.674.688 -.4444.35287.29-1.1398.259 -.258.3281.433 -.945.3885 -.52.34288.988 -.688.674 Estimated Marginal Means of 4.5 Geslacht Man Vrouw Estimated Marginal Means 4. 3.5 3. 2.5 3-39 jaar 4-49 jaar 5-69 jaar Leeftijd in categorieën Uit de beschijvende statistieken blijkt dat er (kleine) verschillen zijn tussen de groepen. De mannen hebben een iets lagere mate van rouw van de vrouwen. Verder heeft de jongste groep de hogere mate van rouw dan de oudere groepen.

Het resultaat van Levene s Test of Equality of Error Variances is niet significant, want de p-waarde (.655) is groter dan α (.5). Dit betekent dat de variantie in de populaties gelijk is. Aan de 3 e voorwaarde is voldaan. N.B. Wanneer de varianties niet aan elkaar gelijk zijn, is de ANOVA robuust tegen schending van deze voorwaarde wanneer de groepen ongeveer even groot zijn. Uit de ANOVA blijkt dat het hoofdeffect van leeftijd niet significant is: de p- waarde (.45) is groter dan α (.5), dus de nulhypothese kan niet verworpen worden. Verder blijkt het hoofdeffect van geslacht ook niet significant is, want de p-waarde (.8) is groter dan α (.5). Voor deze hoofdeffecten zal geen Post Hoc toets uitgevoerd worden, omdat ze niet significant zijn. N.B. De Output van de Post Hoc toets voor leeftijd wordt door SPSS wel gegeven (zie tabel Multiple Comparisons). Deze wordt niet geïnterpreteerd en de uitkomsten worden niet gerapporteerd. Het interactie-effect van leeftijd en geslacht is wel significant, want de p- waarde (.5) is gelijk aan α (.5). Dit interactie-effect wordt geïnterpreteerd aan de hand van het gemiddeldendiagram (SPSS noemt dit een Profile Plot). Hieruit blijkt dat jonge en ouder mannen een lage mate van rouw hebben, terwijl de twee middencategorieën hogere mate van rouw hebben. Bij de vrouwen zijn de verschillen in mate van rouw tussen de leeftijdcategorieën kleiner. Wel is hier te zien dat juist de jonge en oude vrouwen een hogere mate van rouw hebben, terwijl de twee middencategorieën een lagere mate van rouw hebben. Dit is precies andersom als bij de mannen. De partial eta squared is de maat voor relevantie die gebruikt wordt voor ANOVA. Deze is voor het interactie-effect.34. Dit betekent dat door het interactie-effect 3,4% van de variantie verklaard wordt. Dat is een klein effect. De resultaten van hoofdeffecten en interactie-effect kunnen als volgt weergegeven worden: F (df effect, df error ) = F-waarde; p = p-waarde. Voor dit onderzoek is dat als volgt: Hoofdeffect leeftijd: F(3, 227) =.96; p =.45. Hoofdeffect geslacht: F (1, 227) = 3.8; p =.8. Interactie-effect: F (3, 227) = 2.65; p =.5. Relevantie en conclusie Er is geen hoofdeffect van leeftijd en geslacht. Wel is er een interactie-effect tussen leeftijd en geslacht. Jonge en oude vrouwen hebben een hogere mate van rouw, terwijl bij de mannen juist de middencategorieën een hogere mate van rouw hebben. De relevantie van het interactie-effect is laag, omdat er sprake is van een klein effect. Er is geen gebruik gemaakt van een random steekproef. Daardoor is het mogelijk dat deze resultaten gelden voor een beperkte groep mensen.