Niveauoverstijgend overleg Ba-SO voor Frans Moeten ze nog schrijven? 20 maart 2014

Vergelijkbare documenten
J' à Amersfoort, Lindenlaan 23.

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23.

Le Français des vacances. Niveau

Talenquest Frans 2thv: Grammatica

U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon.

En action 6. Woordtrainer. Salut! Ga naar voor meer informatie.

Wie helpt? Weet je het nog? Luister en kies de juiste foto. Datum:... Klas:... Naam:... Voornaam:...

GEZONDHEID (La santé)

Ik stel me voor VOCABULAIRE RAPPEL A RETENIR. domestique. Je suis en quatrième année. Ik zit in het vierde leerjaar. un cobaye, un cochon d Inde

UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté!

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen.

III. L adjectif. III. L adjectif. 1. Accord de l adjectif 1.1 L adjectif prend s 1.2 L adjectif + E 1.3 L adjectif substantivé

Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. II Noteer het juiste woord en vertaal het in het Nederlands.

Vendredi le dix-huit de cembre 2015.

basiszinnen spreekvaardigheid

l'argent Donne. L'argent! pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! sûr - T'es sûr? Je connais quelqu'un qui peut. Merci Merci. Au revoir.

FRANS. Personeelsvergadering 31 mei mogen moeten. taalregeling. Talenbeleidsnota 3220 FRANS 1

Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs

15 et qui paie le loyer?

4 nummer 1 nummer 2 nummer 3

VOCABULAIRE FRANCOFAN 1 MODULE 1 5. bonjour goeiedag voilà daarzo. salut hallo voici hierzo. oui ja aussi ook. non nee d accord ok.

6,6. Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni keer beoordeeld. Grandes Lignes Phrases Clés. Hoofdstuk 1. Ça va? = Hoe gaat het?

Unité 6 Diagnose Kopieerblad 1

Bonjour, Amicalement. Peter SE PRÉSENTER (2DE GRAAD BSO)

Een ideale school. Tijd voor een toets! Luister en vul aan of teken Naam:... Voornaam:... Klas:... Datum:...

Taalregels. Praten, hebben, zijn, gaan, De werkwoorden

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

Ik stel me voor VOCABULAIRE RAPPEL. een huis (het) une maison. een meisje (het) une ville. een huisdier (het) un animal domestique A RETENIR

In deze Lesbrief ga je een vlog maken waarin je over jezelf, je familie, je school en je hobby s vertelt.

En action 5. Woordtrainer. Salut! Ga naar voor meer informatie.

Bon, mon! S! 6. Au! / S! 7 V. / C'. 8 P! 9 M. 9

Het enkelvoud van het bezittelijk voornaamwoord: mon/ma ton/ta son/sa

LEXIQUE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL

Mijn vriendenboek. Voornaam: Gewicht:

Qui est à l appareil?

Unité 6 Diagnose Kopieerblad 1

Zich voorstellen. Hoofdstuk 1 Chapitre 1. Se présenter OBJECTIFS

Chapitre 4, Ensemble!

Samen slaan we de brug naar. het onderwijs van morgen.

Wat stelt de doorlichting vast? Enkele voorbeelden:

Unité 3 Diagnose Kopieerblad 1. Bon! Je kunt in het Frans tot en met 39 tellen. 17,

ISBN: KB: D/2010/0147/159 Bestelnummer: NUR: 191

Objectif général J aime lire ce livre O O O O O. Je peux comprendre un roman sous forme de récit de voyage de quelqu un de mon âge

Aantekening Frans les pronoms personnels

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

6,2. Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari keer beoordeeld. 1.-Woorden SO en GP Frans (15/ )

Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden

Les salutations didactische fiche 1

Voorbeelden van taaltaken

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens je volgende vergadering. Utilisez 3 phrases en français pendant votre prochaine réunion d équipe.

pagina 1 van 5 VAN IN

Frans & ICT Plantyn Taaldagen 2011

Unité 5 Diagnose Kopieerblad 1

Cahier d exercices. 3 e editie

Quel travail font tes parents? Ma mère travaille à la maison et mon père travaille dans une office. Welk

BRON A. Chapitre 5: Mon style est chic! 1 a 1) 2) 1 b foto 1 foto 2 foto 3 foto 4. 2 le café un croissant 3 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10)

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

LES CHIFFRES DE 1 À 40 (1STE GRAAD BSO)

Mogelijke 'vragen' mondelinge examens zesde leerjaar (per 4 contacten):

pendant le mieux serait de il vaut mieux

Onderzoek naar het gebruik van authentiek materiaal in handboeken Frans voor het ASO

Beoordelingsrichtlijnen voor moderne vreemde talen en Nederlands bij dyslexie

Néerlandais. Schoolmateriaal WOORDENSCHAT. Prépositions utiles. met avec op. sur in. dans.

Bilan 4 «À la recherche»

Où vont-ils? Unité 1. Je leert iemand ontmoeten en (be)groeten vragen en zeggen waar iemand naartoe gaat afscheid nemen

Grande enquête IPCF - Grote enquête BIBF

Kruistabel ter inspiratie voor het opmaken van een jaarplan Duits voor de derde graad Moderne Talen

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze.

Kennismaken met AIM Introductie. Janny Spreen Dr. Nassau College, loc. Gieten 31 maart 2016

Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering.

Woordentrainer Frans Cap sur le français 1 Handleiding versie 1.1

Frans grammatica hoofdstuk 1 en 2

Hôtel Eurocatering. 26 oct. Sauna 24, , oct. Petit-déjeuner 14, ,50. Sous-total 3645,25 TVA 21% 765,50.

Luister- en kijkvaardigheid in de lessen Nederlands

Document préparé par Marie Spaey, en collaboration avec Pauline de Wouters. Novembre 2009.

Jeannine Van Assche. Stepping Stones. Leerboek en werkboek STEPPING STONES

3.1. Met betrekking tot die communicatieve situaties waarin leerlingen. hoofdzaken begrijpen in korte mededelingen.

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen

Peilingen Frans BaO Valeria Catalano Lerarenopleider Frans voor het secundair onderwijs, Hogeschool PXL

Uitgaande plaatsbeschrijving ingeven Introduction états des lieux de sortie

1.1 Introduction Leçon 1: Se présenter Prononciation Culture: Un, deux, trois ou quatre bisous Grammaire...

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen

Kies jij Frans? Docentenhandleiding afbuigers havo en vwo. Differentiatie 3 havo/vwo. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Le logement. In deze les leert u

*1.3 Bij het realiseren van de bovenstaande eindtermen leggen de leerlingen de nodige luisterbereidheid aan de dag.

Peiling Frans basisonderwijs 2017

Kies jij Frans? Docentenhandleiding havo en vwo. Differentiatie 3 havo/vwo. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Expression écrite. Manuel et épreuves. nom :

Le français des vacances Vrais débutants

Tarwebloem Farine de froment

Steekkaart: nummer 6F

BEGINNERSCURSUS DAG 2

SECTION 3. L ADJECTIF het bijvoeglijk naamwoord

Le transfert de la magnifique collection des livres français vers l OBA de cette année est une énorme valeur ajoutée pour tous les Amstellodamois!

Correctievoorschrift examen VMBO GL en TL 2003

Herhalingen over grammatica (voor de examens)

Q U K G D T P E H B Z L R W C I F J M S X. Maman est allée au supermarché. Elle a acheté beaucoup et elle a tout mis. en plastique.

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Weet je al wat je vanmiddag na schooltijd gaat doen? Later begint nu. Wat je nu leert neem je mee voor later.

Transcriptie:

Niveauoverstijgend overleg Ba-SO voor Frans Moeten ze nog schrijven? 20 maart 2014 1

Inleiding Doel van dit overleg: Een onderdeel van het leerplan van het andere onderwijsniveau beter leren kennen Schrijven versus spelling Zoekopdracht met handboek 2

Spelling - schrijfvaardigheid korte zoemsessie (10 minuten) 3 casussen 1 casus kiezen en bespreken eventueel: nog 2 de casus bij bespreking: aantal kernwoorden noteren 3

Schrijven versus spelling Woordenschattoetsen fonetische kennis vereist spelling kennis van de grammatica- en spellingregels vgl Nederlands: leerling 1 ste leerjaar beheerst de taal al goed voor hij/zij begint te schrijven Schrijven = nieuwe vaardigheid in BaO de vaardigheid om eenvoudige teksten met communicatieve bedoeling te schrijven. BaO: eerste aanzet om tekstjes op te bouwen zowel leesals schrijfvaardigheid wordt aangesproken. 4

Woordenschat toetsen Receptief Productief Mondeling Bv. woordkaart/prent omhoogsteken Bingo /Lotto Mondeling Bv. in dialoog, observatiemomenten, Schriftelijk Bv. omcirkel, kruis aan, verbind, Schriftelijk Bv. woordenschattoets (context) 5

Stappenplan met uitdaging 1. Woorden kopiëren: alle in te vullen woorden 2. Woorden kopiëren: meer aanbod dan nodig 3. Woorden kopiëren: lidwoord niet meer gegeven 4. Woorden uit het hoofd: met achteraf alfabetische controlelijst lln verbeteren in andere kleur, 6

Meerwaarde voor de leerling leren leren leren nalezen, zelf fouten ontdekken en verbeteren ontwikkelen van de attitude om (spontaan) na te kijken leren van elkaar: uitwisselen van strategieën om moeilijke woorden correct te schrijven motivatie zinvol verbeteren puntenwinst - succeservaring 7

Leerkracht : drie vliegen in één klap houdt zicht op het leren van de lln, werkt volgens leerplan, kan bij de lln de attitude aanleren om het eigen werk zorgvuldig na te kijken. 8

Overgang BaO - SO BaO nieuw leergebied: veel ondersteuning bij het leren steunwieltjes SO steunwieltjes weg geleidelijke overgang naar het echt zelfstandig fietsen 9

Hoe kunnen leerkrachten in de 1ste graad van het secundair onderwijs maximaal rekening houden met de beginsituatie van de leerlingen? 10

Geleidelijke overgang naar het echt zelfstandig fietsen (A-stroom) Woordenschatverwerving in de klas Woordenschat in context (auditief + schriftbeeld) Confrontatie in alle vaardigheden belang van strategieën 11

Geleidelijke overgang naar het echt zelfstandig fietsen (A-stroom) Leren leren Leertips voor het instuderen van woordenschat - Leren in context (oefeningen) - Korte woordenlijst (7 woorden) in twee richtingen studeren - mondeling en schriftelijk inoefenen - Mnemotechnische middeltjes 12

Geleidelijke overgang naar het echt zelfstandig fietsen (A-stroom) Evaluatie geleidelijke stap naar taaltaken - vanuit klaspraktijk 13

2 Quelle est la bonne traduction? Wat is de juiste vertaling? 1 Ma tante a deux chats: Bidule et Pilou. O katten O honden O vissen 2 J adore ton nouveau cartable. O computer O rugzak O boekentas 3 Mets les mots dans le bon ordre pour faire une phrase. Zet de woorden in de juiste volgorde en maak zo een zin. 1 parlent Eulalie enfants néerlandais les le de français tante le et 2 Alice te ma copine présente française je 5 Complète le dialogue par un mot de la série. Vul de dialoog aan met een woord uit de reeks. présente ville sœurs habites gentilles t appelles -Salut! Tu.. comment? Moi, c est Ludo. Et toi? -Florentine. Tu. où, Florentine? -A Bure. C est une.. ou un village? -C est un petit village. Tu as des? -Oui, deux: Béatrice et Nicoline. Elles sont.? -Elles sont adorables! S il te plaît, tu me Béatrice et Nicoline? -D accord. Super! Merci! 14

1 Regarde bien la photo et présente la fille. Kijk goed naar de foto en stel het meisje voor.... Naam? Leeftijd? Broers? Zussen? Woonplaats?... 3 Qui aime quoi? Choisis trois élèves et note ce qu ils disent en français. Wie houdt van wat? Kies drie leerlingen en noteer in het Frans wat ze zeggen. Nigel: surf; shoppen 5 Céline: dansen; met de kaarten spelen 1 Hélène: drum; sport 2 Frederik: voetbal; dansen 4 Marjan: uitgaan; naar school gaan 3 Marko: informatica; naar de bioscoop gaan 15

Leerlijn schrijfvaardigheid BaO 1 ste graad A-stroom Taken op kopiërend niveau Een tekst foutloos overschrijven Taken op beschrijvend niveau Taken op structurerend niveau Een tekst aanvullen met gegeven woorden. Aan de hand van aangereikte bouwstenen een tekst samenstellen. Inlichtingen verstrekken op eenvoudige formulieren. Een tekst schrijven over een in de klas behandeld onderwerp met behulp van sleutelwoorden. Een bericht opstellen met behulp van een voorbeeld. Een gebeurtenis, een verhaal, iets of iemand beschrijven door middel van een opsomming in korte zinnen. Gebruik maken van elementaire omgangsvormen en beleefdheidsconventies Persoonlijke (ook digitale) correspondentie voeren met behulp van een voorbeeld. 16

Een tekst aanvullen met gegeven woorden Regarde la photo et lis les mots du cadre. Puis, complète la carte postale. amies Chère Bisou venir les vacances frères à la mer 17

Een tekst aanvullen met gegeven woorden (mogelijke differentiatie) Regarde la photo et lis les mots du cadre. Puis, complète la carte postale. Chère / Bonjour / Salut venir - à la mer / en Espagne - aller en vacances / les vacances / aller en voyage - frères /soeurs / amis / amies / copains / copines Bisou / Salut / À bientôt 18

Aan de hand van aangereikte bouwstenen een tekst samenstellen 19

Les gardiens du musée Kijk naar de museumbewakers. Lees de zinnen. Kies de passende zinnen om elke bewaker te beschrijven. Noteer je beschrijving onder de prent. 20

Inlichtingen verstrekken op eenvoudige inlichtingenformulieren 21

Tekst schrijven met behulp van sleutelwoorden Apporte une photo. Écris une légende sous la photo pour présenter une seule personne d après ce schéma. 1. Qui? l homme, la jeune fille, la vieille dame, 2. Où se trouve cette personne sur la photo? devant, au fond, à gauche, à droite c est + nom X est mon / ma 3. La taille? (de grootte) Il / elle est grand / grande, petit / petite /de taille moyenne. 4. Les cheveux? Il / elle a les cheveux blonds, 5. Les yeux? Il / elle a les yeux gris, 6. Le caractère? Il / elle est sympa, 7. Les vêtements? Il /elle porte 22

Tekst schrijven met behulp van sleutelwoorden Schrijfkader - Le matin, je mange et je bois. - Au déjeuner, je mange. - Au dîner, je mange. - Mon plat favori, c est. - Je n aime pas. 23

Bericht opstellen aan de hand van een voorbeeld 24

Gebeurtenis, verhaal, iets, iemand beschrijven door middel van korte opsomming prendre le petit déjeuner regarder la télé faire la vaisselle etc. 25

Persoonlijke (ook digitale) correspondentie voeren met behulp van een voorbeeld Réponds à l e-mail de Camille. Attention! A 17h30, tu as un rendez-vous chez le dentiste. Après, tu es libre. Mais tu n as pas beaucoup de temps: à 18h30 tu dois aller faire du babysitting chez les voisins. De: Camille Lahaye À: Frédéric Verfaillie Sujet : Rendez-vous Salut Frédéric, Tu n oublies pas notre rendez-vous de demain (vendredi) à 17h30? Apporte aussi ton livre de français. A demain, Camille 26

Schrijfstrategieën Basisonderwijs 1 ste graad SO - het schrijfdoel bepalen - idem - het eigen werk nakijken - de eigen tekst nakijken - zorg besteden aan geschreven werk - zich blijven concentreren op de schrijftaak - zich blijven concentreren op de schrijftaak ondanks het feit dat ze niet alles kunnen uitdrukken - nadenken over mogelijke oorzaken waarom de schrijftaak al dan niet vlot verlopen is - gebruik maken van een model of van een in de klas behandelde tekst - (standaard)brieven, documenten, mededelingen aan de eigen behoeften aanpassen - (vanuit een model) een antwoord formuleren op een brief - zich zowel naar stijl als naar inhoud laten ondersteunen door in de klas behandelde teksten - gebruik maken van naslagwerken, onder andere: woordenlijsten,woordenboeken,grammaticaoverzichten - principes van lay-out toepassen 27

1 ste graad A-stroom Elementair Basis Verdieping doelstellingen basisonderwijs doelstellingen 1 ste graad SO, met ondersteuning zelfstandig, maar met enige ondersteuning; produceren meer tekst dan gevraagd 28

1 ste graad B-stroom Schrijfvaardigheid doelstellingen = doelstellingen basisonderwijs + sch 4 een bericht opstellen met behulp van een voorbeeld (U); + sch 5 gebruik maken van elementaire omgangsvormen en beleefdheidsconventies 29

Zelfevaluatieraster schrijfoefening 1. Ik heb de opdracht goed gelezen. Mijn tekst beantwoordt aan de opdracht (lengte, bestemmeling, inhoud ). 2. Ik heb hulpmiddelen gebruikt. Indien ja, onderlijn welke: woordenlijst, woordenboek, spraakkunstoverzicht, handboek, een voorbeeld uit mijn handboek, 3. Welke woorden / vormen heb je opgezocht? ja nee 4. Ik heb mijn taak netjes en met zorg gemaakt. 5. Ik heb mijn tekst goed nagelezen. 6. Ik heb nog fouten kunnen verbeteren. Indien ja, welke? 30

Evaluatiefiche schrijfoefening - Opdracht - Vorm - Creativiteit - Taalcompetentie - Woordenschat Voorbeeld Kan een zoekertje voor een correspondentievriend(in) schrijven /10 1. Schrijft duidelijk en leesbaar. 0 0,5 1 2. Gebruikt gepaste woordenschat. 0 0,5 1 1,5 2 2,5 3. Gebruikt goede zinnen. 0 0,5 1 1,5 2 2,5 4. Heeft de opbouw / structuur van het voorbeeld gerespecteerd. 0 0,5 1 1,5 2 5. Maakt weinig spellingsfouten. 0 0,5 1 1,5 2 31

Zoekopdracht met handboek Fase 1: twee groepjes - collega s BaO + collega s SO - opdracht kiezen en samen uitvoeren / bespreken Fase 2: één groep - antwoorden bespreken met collega s van het andere onderwijsniveau 32