Handleiding Portfoliomethodiek. Anne Kerkhoff en Ellie Liemberg



Vergelijkbare documenten
Standaardrapportage (strikt vertrouwelijk)

BVNT Programma

Flitsbijeenkomst Steunpunt Taal en Rekenen (10 februari 2012) Handreiking Referentiekader mvt. Van Raamwerk tot Handreiking

Inhoud educatie-opleidingen, toetsing en certificering

Duits A1/A2 in het beroepsonderwijs

Vaardigheden. 1. Q1000 Spelling- en grammatica 2. Q1000 Nauwkeurigheid 3. Q1000 Typevaardigheid 4. Q1000 Engels taalniveau

Ondersteuning en certificering van digitaal leren voor laagopgeleiden

Mbo, toets je taal! Taalvaardigheid Nederlands beoordelen in competentiegericht onderwijs

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden

Regelgeving referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen versie 1.2

Werkgroep portfolio & coaching. portfolio handleiding

Ruime ervaring als schoolleider, en toch nog niet geregistreerd?

Duits in de beroepscontext A1

Criteria bij ERK methodes

Raamwerk NT2 juni 2002

Kerndoelen - ERK. Kerndoelen en Common European Framework of Reference (ERK) 2. Library en ERK 6

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

Het inburgeringsexamen

Checklist EVC-procedure voor organisaties

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT

Scan ERK-gericht werken

Werkend Leren in de Procestechniek Training en certificering assessoren Bevoegd en Bekwaam

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started

Taalportfolio verpleegkunde

Appendix A Checklist voor visible learning inside *

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Doorlopende leerlijnen taal: ervaringen met 3 scholen

HANDLEIDING BIJ DE TAALPORTFOLIO BVE

Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE)

Een Europees Referentiekader voor talenexamens. Een utopie?

Taalniveaus CEFR (A1, A2, B1, B2,C1, C2)

Praktijksessie efficiënt opleiden en ontwikkelen voor volwassenen. Tijs Pijls 18 november 2014

SERVICEDOCUMENT VRIJSTELLINGEN AVO

INTAKE INTERVIEW. We help you improve your English language skills.

Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept

Beroepsstandaarden Talendocent

Handleiding BPV-beoordeling voor de deelnemer. Dossiers

Klik op een van onderstaande linken om direct naar het betreffende onderdeel te gaan:

Online taalleren met professionele ondersteuning

Algemene handleiding EVC-procedure CGO

BPV. Profiel praktijkopleider. Norm. Toelichting. Aanpak. Prestatie

Actuele ontwikkelingen

Niveaubepaling Nederlandse taal

Porfolio. Politie Vormingscentrum

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Kwalificatiedossiers. Kerntaken werkprocessen

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn

Raamwerk NT2 juni 2002

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe

Jouw leerroute om stapsgewijs Engels te leren

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

Handreiking: Uitleg begrippen vmbo-mbo

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK)

Organisatie van werkzaamheden

Onderwijs- en examenregeling

Dit is een initiatief tot het doen van een wetsvoorstel ter toevoeging van de volgende wetsregels:

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

Bijeenkomst Taalweb Referentieniveaus

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU Eindhoven) Waarom samenhangend toetsbeleid?

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

BREDA UNIVERSITY OF APPLIED SCIENCES

Europakenner Onderzoeker Journalist. toepassing. bediscussiëren en beargumenteren van Europese kwesties. gehaald op:

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Zorgcampus Rotterdam BV

Handboek Examinering Praktijkschool Grotius College Delft*

Portfoliobeoordeling. Mini-workshop 17 juni 2014, Brussel

Opleidingsprogramma DoenDenken

Handreiking Traineeship 1

Examenprofiel mbo Zakelijke dienstverlening Orde & Veiligheid ICT

Informatie voor doorverwijzers. Aanbod ISKB taalcoaching

Common European Framework of Reference (CEFR)

Christel Wolterinck (Marianum en Universiteit Twente), Kim Schildkamp (Universiteit Twente), Wilma Kippers (Universiteit Twente)

Informatie voor doorverwijzers Aanbod taalcoaching

3. Een norm voor valide examenproducten norm voor valide examenproducten cesuur exameninstrumentarium

4 Werken met beoordelingsmodellen voor productieve vaardigheden

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Doe nooit wat je moeder zegt, dan komt het allemaal terecht.

Assessmentprocedure. EVC procedure Master opleiding Archeologie. 1 v-3

Werken aan onderwijskwaliteit. Referentieniveaus Taal. Mienke Droop, Heleen Strating, EN Gert Gelderblom, PO-Raad

3. De CNaVT-profielen

Het Nederlands Kwalificatieraamwerk

Getting Started. Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen

TOA: Toolkit én schatkist

Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE)

Versie januari Waterhulpverlening

Doel training. Programma Programma Voordelen voor de kandidaat. Uitgangspunten EVC. Assessoren en EVC-begeleiders training

Evaluatie-instrument Werkend leren door vluchtelingen VRIJWILLIGERSWERK, (TAAL)STAGES EN WERKERVARINGSPLAATSEN ALS OPSTAP NAAR WERK

Achtergronden van Duits in de beroepscontext: van werkgroep tot stichting. Een korte geschiedenis vanaf 2012

Competentieprofiel Assessor/Praktijkbeoordelaar Kern competentie Toelichting Praktijkbeoordelaar Voorbereiding assessment

Het non-formele bibliotheekaanbod voor volwassenen

Door invloed te hebben op de onderwijskwaliteit, leer ik beter, aldus een student uit Noorwegen

Beroepsstandaarden docent Nederlands

Handleiding Mbo-hbo doorstroomassessment jij en het hbo ..een succesvolle combinatie?

Europees Referentiekader

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen?

Xcellent. in performance ontwikkeling van mens en organisatie

Mbo-hbo. doorstroomassessment. Voor een bewuste stap naar het hbo

Vastgesteld november Visie op Leren

Werkzaam bij de brandweer

Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE)

Transcriptie:

Handleiding Portfoliomethodiek Anne Kerkhoff en Ellie Liemberg

Colofon Titel : Handleiding portfoliomethodiek NT2 Auteur : Anne Kerkhoff en Ellie Liemberg m.m.v. Brigitte Buvelot Datum : 26 juli 2002 Uitgave : Bve Raad, De Bilt Distributie : CINOP Postbus 1585 5200 BP s-hertogenbosch Tel: 073 6800800 E-mail: info@cinop.nl http:://www/cinop.nl Informatie : www/cinop.nl/portfoliont2 Deze publicatie maakt onderdeel uit van de reeks producten die de projectgroep Naar een portfolio NT2 in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft ontwikkeld in het kader van het project Naar een portfolio NT2. De projectgroep bestaat uit de volgende personen: Anne Kerkhoff, projectleider (CINOP) Mieke de Haan (Bve Raad) Karen Heij (Bureau ICE) Franke Teunisse (Bureau ICE) Brigitte Buvelot (CINOP) Tijs Pijls (CINOP) Kaatje Dalderop (Citogroep) Ellie Liemberg (Liemberg Taaladvies BVE) Mirte Lous (ROC Amsterdam e.o.) Marion van Santen (ROC Amsterdam e.o.) Marlies Peeters (ROC Landstede Harderwijk) Margreet van Wijk (ROC Landstede Harderwijk) Monique Fijnaut (ROC Horizon College) Addie van de Poel (ROC Horizon College) Anne-Marie Kleinheerenbrink (ROC Midden-Brabant) Willemijn Stockmann (ROC Midden-Brabant) Marga Zwetsloot (ROC Midden-Brabant)

Inhoud Voorwoord 1 1 Een taalportfolio voor leerders van het Nederlands 4 1.1 Wat is een taalportfolio? 4 1.2 Waarom een taalportfolio? 5 1.3 Een Europees taalportfolio voor volwassen NT2-leerders 6 1.4 De pedagogische en de rapporterende functie van het taalportfolio 7 1.4.1 Hulp bij het leren van het Nederlands 7 1.4.2 Communicatie met de buitenwereld 9 1.5 Voorwaarden voor het werken met het Portfolio NT2 12 1.6 Leeswijzer 14 2 Het Portfolio NT2 in Europees verband 15 2.1 Een Europees taalportfolio 15 2.2 De Europese taalniveaus 15 2.3 Het Raamwerk NT2 18 2.4 Het Raamwerk NT2 en bestaande instrumenten 19 2.5 Het CEF: stof tot nadenken 20 3 De portfoliomethodiek NT2 in de onderwijsinstelling 22 3.1 Stappen in de portfoliomethodiek NT2 22 3.1.1 Toeleiding en intake 23 3.1.2 Begeleiden en herkennen 25 3.1.3 Waarderen 27 3.1.4 Erkennen 28 3.1.5 Verificatie 29 3.2 De cyclus van begeleiden en beoordelen 30 3.3 Het werken met meerdere portfolio's 31 3.4 Functies bij het begeleiden en het beoordelen 32 4 Het invoeren van de portfoliomethodiek NT2 in de instelling 35 4.1 Oriënteren 35 4.2 Voorbereiden 36 4.3 Uitvoeren 43

4.4 Evalueren 48 5 Aan de slag met het taalportfolio 51 5.1 Wat zit er in het taalportfolio? 51 5.1.1 Het taalportfolio NT2 voor de cursist 51 5.1.2 Het taalportfolio NT2 voor de docent 57 5.2 Werken met het taalportfolio vanaf de start 58 5.3 Organiseren van de lessen 60 5.3.1 Het taalportfolio in een nieuwe groep: hoe begin ik? 60 5.3.2 Verder met het taalportfolio NT2 63 5.3.3 Paspoort 66 5.3.4 Praktische omgang met de materialen 66 5.4 Zelfbeoordeling 67 5.5 Ondersteuning van het autonoom leren 69 5.5.1 Autonoom leren met het taalportfolio 69 5.5.2 Ondersteuning van het autonoom leren door de docent 71 6 Beoordelen binnen de portfoliomethodiek NT2 74 6.1 Inleiding 74 6.2 Toetsing en beoordeling binnen de portfoliomethodiek 75 6.2.1 Maatwerk in doelen en certificeren: taalcompetentieprofielen in plaats van niveaus 78 6.2.2 Communiceren 79 6.2.3 Maatwerk in beoordelen: assessment 80 6.3 Assessment van taalvaardigheid 81 6.3.1 Taalontwikkeling is een continu proces en het CEF is een continue schaal 82 6.3.2 Beschrijven in plaats van veroordelen 82 6.3.3 Assessment leidt tot concrete producten 83 6.3.4 Assessment is de verantwoordelijkheid van de cursist 84 6.3.5 Competentiegericht beoordelen 85 6.4 Kwaliteitsborging: de lat moet hoog 85 6.4.1 Kwaliteitseisen 86 6.4.2 Wettelijke kaders volgens de WEB en de WIN 89 6.4.3 De Onderwijs- en examenregeling 90 6.4.4 Evidence guide 91 6.4.5 De WIN 93 6.5.1 Het Raamwerk NT2 en het Referentiekader NT2 94 6.5.2 De relatie tussen het Raamwerk NT2 en gestandaardiseerde NT2-toetsen 95 6.5.3 De betekenis van gestandaardiseerde toetsen binnen de portfoliomethodiek NT2 96 6.5.4 Een instellingsexamen NT2 naast het staatsexamen NT2 97 6.6 Op weg naar portfolio-assessment 98

Bijlage: Het Raamwerk NT2 en de checklists 100

Voorwoord Deze handleiding maakt onderdeel uit van de reeks producten die in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is ontwikkeld in het kader van het project Naar een portfolio NT2. Scholen -ROC s, maar ook andere aanbieders van NT2- onderwijs aan volwassenen - kunnen hiermee een start maken om de portfoliomethodiek NT2 in te voeren. Met behulp van deze methodiek kunnen nieuwkomers en oudkomers begeleid worden bij het verwerven van dié vaardigheden in het Nederlands die nodig zijn voor een succesvolle integratie in Nederland. De portfoliomethodiek stelt hen daarbij in de gelegenheid om de resultaten van hun NT2-leerproces te documenteren door gedurende het leerproces voortdurend bewijzen te verzamelen van het taalvaardigheidsniveau dat ze op dat moment bereikt hebben. Door deze documenterende functie van het portfolio beschikken NT2-leerders vanaf het begin van hun NT2-traject over een document waarmee zij derden - gemeenten, arbeidsbemiddelaars, trajectbegeleiders, werkgevers, opleiders- een actueel beeld kunnen geven van het bereikte taalvaardigheidsniveau. Als referentiekader -oftewel standaard dan wel meetlat - functioneert daarbij het Common European Framework of Reference (CEF): een Europese standaard voor taalvaardigheidsniveaus. Door het gebruik van deze internationaal gehanteerde standaard kan het portfolio NT2 ook dienen om beheersingsniveaus in andere talen dan het Nederlands te documenteren. Dat betekent dat de NT2-kwalificaties die in het portfolio worden beschreven via dit Europese referentiekader kunnen worden vergeleken met de vaardigheidsniveaus die de eigenaar in andere talen, in of buiten Nederland, heeft bereikt. Twee soorten overwegingen liggen aan de basis van de opdracht van het ministerie van OCenW voor de ontwikkeling van de portfoliomethodiek NT2. In de eerste plaats zijn dat de bepalingen in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) met betrekking tot de examinering van de eindtermen van de opleidingen NT2 I en NT2 II. Op dit moment kan die examinering uitsluitend plaatsvinden door middel van het Staatsexamen NT2. Het ministerie overweegt om naast dat staatsexamen ook een instellingsexamen NT2 in te voeren: een examen dat onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag van de ROC s wordt afgenomen. De opzet van dat instellingsexamen zou overeen moeten komen met de opzet van de examens moderne vreemde talen in het voortgezet onderwijs: een combinatie van een schoolexamen in de vorm van een examendossier en een centraal examen. Het examendossier zou daarbij gaan bestaan uit die onderdelen van het portfolio NT2 die aantonen dat de kandidaat de eindtermen van opleiding NT2 I of NT2 II heeft bereikt. In het kader van het project Naar een Portfolio NT2 is een advies geformuleerd omtrent de inhoud en opzet van het instellingsexamen NT2 en de wijze waarop de kwaliteit van zo'n instellingsexamen geborgd kan worden. Zolang daarover geen ministeriële besluitvorming heeft plaatsgevonden, blijft het staatsexamen NT2 de enige manier waarop NT2-leerders een diploma NT2 kunnen behalen. Portfolio NT2: handleiding/68705.0v/p/p/02-014 handleiding 1

Naast de behoefte aan een model voor een instellingsexamen NT2, waren er nog andere overwegingen van het ministerie van OCenW om te besluiten een portfoliomethodiek NT2 te laten ontwikkelen. Directe aanleiding daarvoor zijn de ervaringen met de uitvoering van de Wet Inburgering Nieuwkomers, de WIN. Daaruit blijkt dat er bij alle betrokkenen - nieuwkomers, gemeenten en ROC s- behoefte bestaat aan een instrument waarmee de opbrengst van het NT2-onderwijs binnen inburgeringstrajecten valide en betrouwbaar gemeten kan worden. De Profieltoets NT2, het instrument dat de minister voor dat doel laat ontwikkelen, blijkt niet goed genoeg aan te sluiten bij actuele ontwikkelingen in het inburgeringsbeleid en het NT2-onderwijs. Er is behoefte aan instrumenten die beter passen in de gewenste ontwikkelingen in de richting van maatwerk en geïntegreerde trajecten en die geschikt zijn voor zowel nieuwkomers als oudkomers. Vooral voor NT2-leerders met een laag of zeer laag opleidingsniveau blijken de bestaande, gestandaardiseerde instrumenten niet goed genoeg te voldoen. Bovendien leidt het grote verloop onder deelnemers aan inburgeringstrajecten tot de vraag naar een instrumentarium dat niet alleen aan het einde van het traject kan worden gebruikt, maar dat het ook mogelijk maakt de vorderingen van de inburgeraar vanaf het begin via continue assessment te meten en te documenteren. De producten van het project Naar een Portfolio NT2 stellen ROC s en gemeenten in staat samen goede afspraken te maken over de wijze waarop de opbrengst van inburgeringstrajecten gemeten kan worden, passend bij de specifieke kenmerken en behoeftes van opdrachtgever en doelgroep. Zij hoeven daarmee niet te wachten op aanpassing van de bestaande wettelijke kaders: de gepresenteerde portfoliomethodiek NT2 past binnen de huidige kaders van de WIN en de WEB. De volledige reeks Naar een Portfolio NT2 bestaat uit de volgende producten: a. Een model van een Europees taalportfolio voor volwassen tweede-taalleerders, volgens de Europese richtlijnen bestaande uit een paspoort, een biografie en een dossier. Het model is in de zomer van 2002 ter validering voorgelegd aan de valideringscommissie van de Raad van Europa. Op 27 maart 2003 is het model goedgekeurd en heeft de valideringscommissie een accrediteringsnummer toegekend: 37.2003. b. Een Raamwerk NT2, een vertaling en bewerking van de niveauschalen van het Common European Framework of Reference (CEF). Het CEF functioneert als de standaard waaraan de taalvaardigheidsniveaus, die in het Portfolio NT2 worden gedocumenteerd, worden gerelateerd. c. Checklists van voorbeeldsituaties bij de verschillende schalen en niveaus van het CEF. De checklists dienen om NT2-leerders en hun docenten/begeleiders te helpen bij het relateren van specifieke NT2-doelen en NT2-vaardigheden aan het CEF. De checklists zijn opgenomen in de biografie van het taalportfolio. d. Een Stalenboek Assessment. Het Stalenboek bevat voorbeelden van assessmenttaken voor NT2-leerders en een handleiding voor docenten en andere beoordelaars/assessoren die de taalvaardigheid van volwassen NT2-leerders via assessment op een valide en betrouwbare wijze willen beoordelen. Portfolio NT2: handleiding/68705.0v/p/p/02-014 handleiding 2

e. Deze handleiding is bestemd voor docenten en begeleiders bij de portfoliomethodiek NT2. De handleiding bespreekt de achtergronden en opzet van het portfolio NT2, en geeft handreikingen bij de portfoliomethodiek. f. Een invoeringshandboek Portfolio NT2: een checklist en een toelichting daarbij voor ROC s die de invoering van de portfoliomethodiek overwegen, dan wel daartoe al besloten hebben. g. Materiaal voor een modulair opgezette vierdaagse training voor docenten/begeleiders. h. Een advies aan OCenW met betrekking tot de kwaliteitsborging van de informatie die in het Portfolio NT2 wordt verzameld en de opzet en invoering van een instellingsexamen NT2. Alle documenten worden uitgegeven door de Bve Raad en verspreid via CINOP. Daarnaast zijn de teksten via internet (www.cinop.nl/portfoliont2) beschikbaar voor inzage en gebruik. Het project Naar een Portfolio NT2 is uitgevoerd door medewerkers van een groot aantal organisaties en instellingen: de Bve Raad, CINOP, Bureau ICE, Citogroep, ROC Amsterdam e.o., ROC Landstede Harderwijk, ROC Horizon College en ROC Midden-Brabant. Daarnaast waren via een resonansgroep vertegenwoordigers van in totaal 24 ROC s betrokken. Vanuit een gedeeld vertrouwen in de meerwaarde van de portfoliomethodiek hebben alle betrokkenen in de periode van 1 januari 2001 tot 1 juli 2002 intensief en constructief samengewerkt aan de totstandkoming van de eerder genoemde producten. De implementatie van de ontwikkelde methodiek zal opnieuw nauwe samenwerking vergen tussen vertegenwoordigers van uiteenlopende partijen: gemeenten, onderwijsinstellingen, ondersteuningsinstellingen, uitgevers en -niet te vergeten- de doelgroep van volwassen NT2- leerders. De leden van de projectgroep hebben goede hoop dat die implementatie, wanneer die in dezelfde sfeer van wederzijds respect en vertrouwen kan plaatsvinden, succesvol zal zijn en een belangrijke bijdrage kan leveren aan het streven naar maatwerk in het onderwijs aan volwassen NT2-leerders, en daarmee aan een succesvolle integratie van allochtonen in de Nederlandse samenleving. s-hertogenbosch, september 2003 Anne Kerkhoff, projectleider Portfolio NT2: handleiding/68705.0v/p/p/02-014 handleiding 3

1 Een taalportfolio voor leerders van het Nederlands In dit hoofdstuk geven we een overzicht in vogelvlucht van achtergronden, doelen en functies van het taalportfolio voor volwassen leerders van het Nederlands 1, kortweg het Portfolio NT2. De onderwerpen die in dit hoofdstuk aangestipt worden, werken we verderop in deze handleiding uit. Dit hoofdstuk besluit met een beknopte leeswijzer (1.6). 1.1 Wat is een taalportfolio? Een taalportfolio heeft twee hoofdfuncties. Voorop staat de pedagogische functie. Het is een instrument waarmee leerders hun leeractiviteiten kunnen evalueren, waarmee zij kunnen reflecteren over hun voortgang en nieuwe doelen en activiteiten kunnen plannen. Naast die pedagogische functie heeft een taalportfolio ook een documenterende functie. In het portfolio verzamelen leerders bewijzen van het taalvaardigheidsniveau dat zij bereikt hebben. Het Portfolio NT2 is gebaseerd op het model van het Europese taalportfolio. Europese taalportfolio's zijn nooit gericht op één taal. Bedoeling is juist dat leerders in hun taalportfolio hun volledige taalvaardigheid zichtbaar maken, in verschillende talen, geleerd binnen het onderwijs en daarbuiten. Ook in het Portfolio NT2 kunnen leerders zichtbaar maken in welke mate zij verschillende talen beheersen. Daarnaast kunnen zij hun voortgang in het leren van het Nederlands als tweede taal bijhouden en hun vaardigheid in het Nederlands op elk moment documenteren. In het NT2-onderwijs zal vanzelfsprekend het accent liggen op het NT2-gedeelte van het taalportfolio. De informatie over kennis van andere talen in het taalportfolio zal meestal gebaseerd zijn op zelfbeoordeling en op documenten (certificaten, diploma's) van de leerder. De informatie over het NT2-beheersingsniveau is veel uitgebreider: naast zelfbeoordelingen en eventuele certificaten, bevat het portfolio ook directe bewijzen in de vorm van spreek- en schrijfproducten, een leesdossier et cetera. Kenmerkend voor het Portfolio NT2 is echter dat leerders die informatie over hun kennis van het Nederlands samen met die van andere talen kunnen relateren aan één en dezelfde standaard, namelijk het Europese Referentiekader voor Moderne Talen. Het Portfolio NT2 bestaat uit drie componenten: een paspoort; een biografie met daarin opgenomen checklists met voorbeeldsituaties bij de verschillende taalniveaus een dossier. 1 Het Portfolio NT2 is aan de valideringscommissie van de Raad van Europa voorgelegd onder de titel: European Language Portfolio for migrant learners (Europees Taalportfolio voor volwassen migranten). Portfolio NT2: handleiding/68705.0v/p/p/02-014 handleiding 4

Het paspoort geeft een samenvattend overzicht van de huidige talenkennis van de deelnemer. In de biografie documenteert de deelnemer zijn ervaringen met het leren van talen. De checklists helpen de leerder om zelf zijn taalvaardigheid te beoordelen en concrete leerdoelen te formuleren. Het dossier bevat de bewijsstukken voor het bereikte taalniveau (cassettes, brieven, werkstukken, verslagen van stages, et cetera). Het taalportfolio als geheel is eigendom van de deelnemer. 1.2 Waarom een taalportfolio? De achtergronden en doelen van het Portfolio NT2 moeten worden bekeken tegen de achtergrond van Europese ontwikkelingen. Om de burgers van Europa in staat te stellen om te profiteren van de Europese eenwording, is talenkennis van groot belang. Om in andere Europese landen te kunnen leven, werken of studeren moet je de taal van die landen beheersen. Als je gaat werken of studeren, zul je ook moeten kunnen laten zien over welke kwalificaties je beschikt. Door de grote verschillen tussen de Europese lidstaten wat betreft hun onderwijssystemen en taalonderwijs, was dat tot kortgeleden erg ingewikkeld. Als wij in Nederland vaak slechts een heel globaal idee hebben van wat een vwo-diploma betekent voor iemands taalvaardigheid in het Engels, wat kunnen we ons dan voorstellen bij het niveau Engels van een Duitse leerling met gymnasiumniveau of een Griek die in zijn eigen land een beroepsopleiding heeft afgemaakt waarin Engels werd onderwezen? Als je binnen het NT2-onderwijs werkzaam bent, ken je die problematiek uiteraard al veel langer en van dichtbij. We weten dat ervaringen met het leren van vreemde talen doorgaans bevorderlijk zijn voor het NT2-leerproces. Bovendien is het zeker aan het begin van het NT2-leerproces handig als je als docent gebruik kunt maken van een gemeenschappelijke instructietaal. Maar wat betekent het als een Turk tijdens zijn intake meldt dat hij het lyceum heeft afgerond en daar Engels heeft geleerd? Of als de Marokkaanse vrouw vertelt dat zij als kind zes jaar onderwijs Frans heeft genoten? Om dat soort vragen te helpen beantwoorden, en om het leren van vreemde talen te helpen bevorderen, zijn onder auspiciën van de Raad van Europa twee instrumenten ontwikkeld: het Europees Referentiekader voor Moderne Talen en een Europees Taalportfolio. Het referentiekader is ontwikkeld om de talenkennis internationaal soepel vergelijkbaar te maken. Om iedereen te helpen dat referentiekader goed te gebruiken, is het taalportfolio ontwikkeld. Want voor het bepalen van het eigen taalniveau is een portfolio een handig hulpmiddel: het taalportfolio bevat instrumenten om het eigen niveau met de Europese taalniveaus te leren vergelijken. In een portfolio verzamelt de leerder de bewijsstukken van zijn prestaties op taalgebied en zo toont hij automatisch welk niveau hij beheerst. Tevens is een portfolio een stuk gereedschap waarmee de leerder zijn (taal)leerproces doelgericht kan inrichten. Een portfolio is dus enerzijds een instrument bij het sturen van het eigen leerproces en anderzijds een verzamelplaats van bewijsmateriaal dat de vaardigheid illustreert. Het werken Portfolio NT2: handleiding/68705.0v/p/p/02-014 handleiding 5

met een taalportfolio is dan ook geen eenmalige actie, maar een proces dat het leren begeleidt. 1.3 Een Europees taalportfolio voor volwassen NT2-leerders De overwegingen die geleid hebben tot de ontwikkeling van het Europees Referentiekader voor Moderne Talen en het Europees taalportfolio passen naadloos in het NT2-onderwijs aan volwassenen. De doelgroep van dat onderwijs is immers per definitie meertalig en is dan ook bij uitstek gediend met een internationaal bruikbaar instrument om vaardigheden in het Nederlands samen met die in andere talen te documenteren en te relateren aan één en dezelfde standaard. Het Europees Referentiekader en het taalportfolio sluiten bovendien uitstekend aan bij actuele ontwikkelingen in het NT2-onderwijs. In het NT2-onderwijs klinkt steeds meer de roep om maatwerk, om het afstemmen van het onderwijs op leerdoelen die voor de individuele leerder van belang zijn, om de integratie van het leren van de tweede taal met het leren in de tweede taal (content based language learning, geïntegreerde trajecten). Het onderwijs zal, met andere woorden, meer aangestuurd moeten worden vanuit de vraag van de leerder dan vanuit de structuur van het programma-aanbod. Daarnaast is er steeds meer aandacht voor leerpsychologische overwegingen. Leerders leren beter als zij bewust en actief leren, zelf sturing geven aan hun leerproces, zaken leren die voor henzelf interessant en relevant zijn. Veel docenten zullen deze uitgangspunten onderschrijven. De moeilijkheid is echter hoe je dergelijke principes in de dagelijkse praktijk van het NT2-onderwijs vorm geeft. Leerders hebben over het algemeen een traditionele opvatting over onderwijs en de communicatie die nodig is om een andere manier van leren te ontwikkelen, verloopt meestal moeizaam. Om met anderen te kunnen reflecteren op je eigen leren en je eigen leerproces te sturen, is abstractievermogen en een gemeenschappelijke taal nodig. En dat ontbreekt bij veel laagopgeleide en bij veel beginnende NT2-leerders. Het werken met een taalportfolio kan dit probleem niet wegnemen, maar wel hanteerbaarder maken. Met dat doel voor ogen is het Portfolio NT2 ontwikkeld. Het is een praktisch instrument dat door zijn opzet de leerder helpt om structuur aan te brengen in zijn eigen leren. Door de vragen en opdrachten in het portfolio wordt de leerder gedwongen na te denken over wat hij eigenlijk kan in verschillende talen. De checklist met concrete voorbeeldsituaties helpt hem na te denken over welke situaties, of welke soort situaties voor hem van belang zijn, over hoe goed hij daar al in functioneert en over wat hij nog moet leren om zijn doel te bereiken. Door het in kaart brengen van praktische opdrachten en het verzamelen van bewijzen daarvoor in het dossier, krijgen oefeningen in reële situaties, het buitenschools leren, de snuffelstages en taalstages een vaste en legitieme plek in het leerproces. De cyclus van terugkijken en vooruitkijken met behulp van de checklists helpt de leerder zijn voortgang bij te houden en zich telkens per periode nieuwe leerdoelen te stellen. Portfolio NT2: handleiding/68705.0v/p/p/02-014 handleiding 6

1.4 De pedagogische en de rapporterende functie van het taalportfolio Een taalportfolio heeft twee belangrijke, te onderscheiden functies. De pedagogische functie is gericht op het ondersteunen van het taalleerproces. De rapporterende of documenterende functie is gericht op het aantonen van wat de leerder kan in één of meer vreemde talen. We bespreken hier kort wat beide functies betekenen in het kader van het leren van het Nederlands als tweede taal. 1.4.1 Hulp bij het leren van het Nederlands Het werken met portfolio's in het algemeen en met taalportfolio's in het bijzonder hangt samen met een bepaalde visie op leren. Deze visie houdt kort gezegd in dat leren plaatsvindt als de lerende wordt uitgenodigd tot reflectie op het eigen gedrag en de effecten daarvan. Leren is een actief en bewust proces waarin de lerende eigen prestaties beoordeelt, zoekt naar wat goed is en wat beter kan, zich bewust is van de doelen die hij moet halen en de stappen daarheen bewust plant. Die stappen bestaan uit een telkens terugkerende cyclus van vooruitkijken, uitvoeren, terugkijken: bewust stilstaan bij reeds verworven kennis en daarop voortbouwen; kritisch bekijken van eigen prestaties, bedenken wat goed gaat of wat beter moet; oriënteren op de doelen die men moet of wil halen. We gaan op elk van deze punten hieronder kort in. Bewust stilstaan bij reeds verworven kennis Bewust stilstaan bij reeds verworven kennis en daarop voortbouwen, bespoedigt het leren. Dit geldt niet alleen voor het leren van Nederlands maar uiteraard ook voor andere zaken. Leren vindt plaats in informele en formele (onderwijs-)situaties. Het taalportfolio vraagt de deelnemer op een rijtje te zetten welke andere talen hij kent en gebruikt in het dagelijks leven. Voor leerders die een tweede taal aan het leren zijn en met gebrekkige taalmiddelen moeten communiceren, is het motiverend om te laten zien dat ze op taalgebied nog heel wat meer in hun mars hebben. Het versterkt het zelfvertrouwen. Als je al in twee of meer talen kunt communiceren, zul je dat Nederlands ook wel onder de knie krijgen. De meeste NT2-leerders hebben al enig contact met en kennis van het Nederlands als zij aan het onderwijstraject beginnen. Ook dat brengen zij met behulp van het Portfolio NT2 in kaart, zodat de beginsituatie zowel voor de leerder zelf als voor de docent helder wordt. Die beginsituatie is immers de basis waarop voortgebouwd moet worden. Belangrijk is dat de deelnemer gaat inzien dat het in zijn eigen belang is om zich bewust te zijn van wat hij heeft geleerd. In het begin zal dit voor de meeste deelnemers vreemd zijn. De docent is toch de deskundige? Die beslist wat je moet leren. Gaandeweg zal de deelnemer zelf meer zicht krijgen op wat hij al kan en op wat hij nog moet leren, waardoor hij beter in staat zal zijn om zijn eigen leren te sturen. Portfolio NT2: handleiding/68705.0v/p/p/02-014 handleiding 7

Kritisch bekijken van eigen prestaties Een belangrijk doel van het taalportfolio is dat de lerende leert inzien dat zijn eigen oordeel over zijn prestaties zeer belangrijk is en dat hij hierin niet alleen afhankelijk is van de docent. Het Portfolio NT2 helpt de deelnemer hierbij door telkens expliciet te vragen naar het eigen oordeel, bijvoorbeeld na het uitvoeren van een praktijkopdracht: Vond u het goed of wilt u nog een keer oefenen? Het eigen oordeel wordt geplaatst naast dat van de docent. Ook die geeft een oordeel: goed of nog een keer oefenen. Verschillen de twee oordelen, dan is er reden voor de docent om feedback te geven: wat ging er wel goed, op welke punten is verbetering mogelijk? De deelnemer kan op grond van die feedback bepaalde zaken (uitspraak, standaardzinnen, strategieën om een moeilijke tekst te lezen, et cetera) heel gericht gaan oefenen. Een andere manier om kritisch te kijken naar eigen prestaties is het verzamelen en vooral het selecteren van producten voor het dossier. De deelnemer wordt in het Portfolio NT2 gevraagd om praktische (taal)opdrachten te noteren die hij binnen of buiten de school uitvoert. Deze vraag vormt het opstapje voor de dossiervorming. Het aanleggen van het dossier begint er namelijk mee dat de deelnemer zelf nadenkt over activiteiten die een product opleveren dat mooi in het dossier zou passen en waarom. Oefeningen, goed beoordeelde opdrachten, een brief die een deelnemer heeft geschreven aan een instantie of een kennis, een stageverslag. Na een bepaalde oefenperiode selecteert de deelnemer dingen die het beste laten zien wat hij kan in het Nederlands. Het dossier wordt zo een beredeneerde etalage van eigen kunnen. Oriënteren op de doelen die men moet of wil halen Het leren verloopt veel effectiever als de lerende helder voor ogen staat wat hij wil of moet leren. Het formuleren van concrete leerdoelen is echter geen gemakkelijke opgave. De meeste mensen zien taal leren als iets breeds en ondeelbaars: Ik wil Nederlands leren. Of, iets explicieter: Ik wil beter leren praten. Bij zo'n breed geformuleerd leerdoel is het moeilijk - voor de leerder én voor de docent- om grip te krijgen op de structurering van het leerproces en om vooruitgang te zien. De leerdoelen moeten concreter, gedetailleerder en meer op maat van de leerder geformuleerd worden. NT2-leerders verkeren in de meest uiteenlopende situaties. Iedereen wil Nederlands leren, maar contexten, situaties, woorden die voor de een interessant en belangrijk zijn, zijn dat voor iemand anders niet of veel minder. De ene leerder hecht eraan zo correct mogelijk te schrijven of te spreken; de andere leerder is tevreden als hij zijn bedoeling duidelijk kan maken en maakt zich niet druk om fouten. Het Portfolio NT2 helpt de leerder beter zicht te krijgen op leerdoelen die voor hem persoonlijk van belang zijn. Belangrijkste hulpmiddel daarbij is de checklist bij elke vaardigheid op elk taalniveau. De leerder krijgt allerlei situaties voorgelegd met de vraag: kunt u dit al, met gemak, met moeite, nog niet? Vindt u het belangrijk om dit (soort dingen) te leren? De gegeven situaties zijn vanzelfsprekend niet voor iedereen relevant. Het is dan ook de bedoeling dat leerders aan de hand van de gegeven voorbeelden situaties bedenken die Portfolio NT2: handleiding/68705.0v/p/p/02-014 handleiding 8

voor hen wel belangrijk zijn. Evenzeer is het mogelijk dat een docent voor een groep leerders een lijst maakt met situaties die meer op de maat van die specifieke groep leerders is gesneden. Doordat de voorbeeldsituaties in de checklist rechtstreeks gekoppeld zijn aan de cellenstructuur van het Raamwerk NT2, blijft gewaarborgd dat leerders werken aan leerdoelen die passen bij hun taalniveau. Door die koppeling blijft het eveneens mogelijk, ook als leerders aan hun eigen leerdoelen werken, om voortgang in het leerproces af te meten aan de Europese taalniveaus. Het oriënteren op leerdoelen is geen eenmalige actie aan het begin van een NT2-cursus. Het is juist onderdeel van een cyclus. Na elke fase van terugkijken -hoe is het gegaan, wat kan ik nu goed genoeg; wat moet ik nog meer oefenen?- volgt een nieuwe fase van vooruitkijken: oriënteren op de leerdoelen voor de volgende periode. 1.4.2 Communicatie met de buitenwereld Het Portfolio NT2 heeft naast de ondersteuning van het leerproces een tweede belangrijke functie: de rapporterende of documenterende functie. Het gaat hierbij om de communicatie over de resultaten van het NT2-leerproces tussen enerzijds de leerder en de school en anderzijds de wereld buiten het NT2-onderwijs: vervolgopleidingen, werkgevers, gemeenten. Doel van die communicatie is op grond van deugdelijke bewijzen aantonen wat de leerder kan in het Nederlands. We zijn in het NT2-onderwijs gewend te rapporteren over resultaten in termen van beheerst niveau 2 of is op weg naar niveau 3. Deze uitspraken worden gedaan op grond van de scores die de leerder behaald heeft op gestandaardiseerde toetsen. Daarnaast is er het centraal afgenomen Staatsexamen NT2, dat de eindtermen van de opleidingen NT2 I en II toetst. Een systeem van gestandaardiseerde toetsen en centraal afgenomen examens heeft veel voordelen. De belangrijkste daarvan zijn dat het efficiënt en betrouwbaar is. Er zijn echter ook nadelen en die worden door de actuele ontwikkelingen in het NT2-onderwijs de laatste tijd steeds sterker gevoeld. We noemen de belangrijkste. Een toets of examen vereist een piekprestatie op een moment, onder druk en geeft daardoor geen goed beeld van wat iemand onder normale omstandigheden kan. Een gestandaardiseerde toets of centraal afgenomen examen kan geen rekening houden met wat voor een leerder een vertrouwd onderwerp of een bekende context is. Dat is nadelig voor leerders op de lagere taalniveaus, die zich nog maar in een beperkt aantal bekende en vertrouwde contexten kunnen redden. Om met succes een gestandaardiseerde toets of centraal examen af te leggen, moet de kandidaat beschikken over een zeker abstractievermogen en vertrouwd zijn met schoolse toetssituaties ( testwiseness ). Omdat laagopgeleide leerders hierover niet of slechts in geringe mate beschikken, zijn dergelijke toetsen en examens voor hen niet geschikt. Portfolio NT2: handleiding/68705.0v/p/p/02-014 handleiding 9

Termen als beheerst niveau 2 of is op weg naar niveau 3 zijn een eigen leven gaan leiden. Buiten het NT2-onderwijs zullen weinig personen een concreet beeld hebben over wat iemand die niveau 2 beheerst nu feitelijk kan in het Nederlands, en over de vraag of dat wat die persoon kan voldoende is voor de opleiding of de werkplek waar die persoon naartoe wil. Het Portfolio NT2 ondervangt die bezwaren door een meer gedifferentieerd en veel concreter beeld te schetsen van iemands taalvaardigheid. Door middel van bewijsstukken in een portfolio wordt ook voor leken zichtbaar wat iemand feitelijk kan. Soort bewijzen In het Portfolio NT2 verzamelt de houder van het portfolio bewijzen van bekwaamheid waarmee hij aantoont wat hij kan en hoe goed hij dat kan, gerelateerd aan de Europese taalniveaus. Die bewijzen kunnen van verschillende aard zijn. Te denken valt aan een kenmerkende selectie van lees- en luisterteksten die de houder van het portfolio met gemak kan begrijpen, een overzicht van uitgevoerde praktijkopdrachten, producten als brieven, verslagen, werkstukken, een verslag van een stage en uitslagen van assessmentopdrachten die binnen de school zijn uitgevoerd. De resultaten die de portfoliohouder heeft behaald op de meer traditionele toetsen - niveautoetsen, de Profieltoets, een certificaat van het Staatsexamen NT2- kunnen eveneens opgenomen worden in het Portfolio NT2. Kwaliteit van bewijzen De status, of het civiel effect van het Portfolio NT2 als middel in de communicatie met de buitenwereld, staat of valt met de deugdelijkheid van de bewijzen die in het portfolio zijn opgenomen. Om die deugdelijkheid te garanderen zullen instellingen voor NT2-onderwijs een systeem voor portfolio-assessment moeten ontwikkelen. In het project Naar een portfolio NT2 zijn daarvoor adviezen opgesteld. Belangrijkste kenmerken van het voorgestelde systeem voor portfolio-assessment zijn: de zorg voor het scheiden van de rollen van begeleider en beoordelaar; het inschakelen van meerdere onafhankelijke beoordelaars; het advies om per cel (een bepaalde taalvaardigheid op een bepaald niveau, bijvoorbeeld Luisteren B1) minstens één bewijs te vereisen dat in een georganiseerde beoordelingssituatie is geleverd; het formuleren van eisen aan beoordelaars; het creëren van mogelijkheden voor deskundigheidsbevordering en onderlinge controle (bijvoorbeeld samenwerking tussen verschillende ROC s bij het beoordelen van elkaars deelnemers en/of het samenwerken met afnemers ); het opstellen van een evidence guide. Daarin staat welke criteria gelden voor de bewijzen die een deelnemer moet overleggen om als beheerser van een bepaalde taalvaardigheid op een bepaald niveau erkend te worden. Portfolio NT2: handleiding/68705.0v/p/p/02-014 handleiding 10

Voor de instellingen en de docenten die met de portfoliomethodiek gaan werken, is het Stalenboek Assessment ontwikkeld. Met behulp van het Stalenboek kunnen ROC s een start maken met het ontwikkelen van assessmentinstrumenten. Het Stalenboek biedt: voorbeeld-assessmentopdrachten die verschillende manieren laten zien waarop taalassessment georganiseerd kan worden; casco s: lege toetsframes die door de ROC s ingevuld kunnen worden met assessmentopdrachten op maat van individuele cursisten; taakonafhankelijke beoordelingsmodellen voor de productieve en interactieve vaardigheden; een handleiding met richtlijnen voor afname van assessment, ontwikkeling van assessmentopdrachten en voor de beoordeling ervan. Vorm van bewijzen In het Portfolio NT2 worden de bewijzen van iemands taalvaardigheid op verschillende manieren zichtbaar gemaakt. In de eerste plaats is er het paspoort. In het Portfolio NT2 is het officiële Europese Taalpaspoort 2 opgenomen, met het taalprofiel waarin de houder zijn taalvaardigheid registreert in het raster van de Europese taalniveaus. Achter in het Taalpaspoort is een pagina opgenomen met verklaringen van de school over de door de houder behaalde taalniveaus in het Nederlands als tweede taal, eveneens in het raster van de Europese taalniveaus. Dan is er voor leerders die langzaam leren in het biografiegedeelte van het Portfolio NT2 een pagina opgenomen waarin door de school/de docent afgetekend kan worden dat de houder een assessment met voldoende resultaat heeft afgelegd op het niveau van een subvaardigheid (bijvoorbeeld: gesprekken voeren, A2, Informele gesprekken). Zo kunnen ook langzaam lerende NT2-cursisten op elk moment beschikken over een actueel overzicht van het door hen bereikte niveau van taalvaardigheid. In de derde plaats is er het dossier met bewijsstukken. De ervaring in de proeffase heeft geleerd dat leerders eerst een werkdossier opbouwen tijdens het leerproces. Vervolgens selecteren zij uit hun werkdossier hun beste werkstukken en hun belangrijkste bewijsstukken voor het maken van een showdossier. Dat laatste is bedoeld om aan de buitenwereld te laten zien: de begeleider van het Bureau Nieuwkomers, de contactpersoon bij een vervolgopleiding, een personeelsfunctionaris bij een bedrijf. Vaak zal het tonen van het Taalpaspoort of van het overzicht van beheerste subvaardigheden voldoende zijn in de communicatie met de buitenwereld. De bewijsstukken in het dossier geven echter een veel concreter en meer gedetailleerd beeld van de werkelijke 2 Zolang de formele validering van het Portfolio NT2 door de Raad van Europa nog niet rond is, wordt gewerkt met een voorlopige uitgave van het Taalpaspoort. Portfolio NT2: handleiding/68705.0v/p/p/02-014 handleiding 11

taalcompetentie van de portfoliohouder. De ervaring in het proefproject heeft geleerd dat afnemers van het NT2-onderwijs (de ambtenaar bij de gemeente, de personeelsfunctionaris) er vaak de extra tijd voor over hebben om een dossier in te zien, aangezien ze op grond van het dossier pas echt een goed beeld krijgen van wat iemand kan. 1.5 Voorwaarden voor het werken met het Portfolio NT2 Instellingen voor NT2-onderwijs die het Portfolio NT2 gaan gebruiken als leidraad bij de begeleiding en beoordeling van de leerders gaan in feite een -meer of minder ingrijpendvernieuwingsproces aan. Hoe ingrijpend voor de onderwijsorganisatie de veranderingen zullen zijn die het werken met het Portfolio NT2 met zich mee brengt, is afhankelijk van de mate waarin de onderwijsorganisatie al ingericht is op geflexibiliseerd onderwijs en maatwerktrajecten. Om scholen te ondersteunen bij het invoeren van de portfoliomethodiek NT2 is in het project een invoeringshandboek gemaakt, een checklist met uitgebreide toelichting waarin allerlei aspecten met betrekking tot de invoering van de methodiek worden besproken. Bij wijze van eerste oriëntatie noemen we hier kort een aantal punten waarmee scholen te maken krijgen bij de invoering van de portfoliomethodiek NT2. Het zijn geen voorwaarden in die zin dat deze punten tot in detail geregeld moeten zijn, voordat een school met de Portfolio NT2 kan gaan werken. Wel is het zo dat scholen op onderstaande punten visie en beleid moeten ontwikkelen, dan wel organisatorische maatregelen moeten treffen, om goed gebruik te kunnen maken van de voordelen van de portfoliomethodiek NT2. Visie op leren Een taalportfolio past bij een bepaalde visie op leren en onderwijzen. Die visie houdt in de eerste plaats in dat men de vraag van de leerder boven het aanbod van de onderwijsinstelling stelt. Een tweede belangrijk punt is het ontwikkelen van de autonomie van de leerder (zelfsturing) en als derde punt noemen we het belang dat gehecht wordt aan praktijkgericht taalonderwijs. Er zijn veel verschillende manieren waarop deze drie hoofdpunten in het NT2-onderwijs uitgewerkt en vormgegeven kunnen worden. Belangrijk is dat de portfoliomethodiek NT2 het meeste rendement oplevert in onderwijs dat gedragen wordt door bovenstaande visie op leren. In meer traditioneel, klassikaal, aanbodgestuurd onderwijs bestaat het gevaar dat het Portfolio NT2 een leuk, maar tijdrovend extraatje blijft. De inrichting van het onderwijs Belangrijk doel van de portfoliomethodiek NT2 is dat leerders aan hun eigen concrete leerdoelen werken. Ook binnen een klassikale setting zijn daar zeker mogelijkheden voor. Toch loopt men, als men recht wil doen aan dit uitgangspunt, snel tegen de grenzen van het traditionele onderwijs op. Als iedereen in hetzelfde tempo x-aantal hoofdstukken van de leergang moet doorwerken, is er de facto weinig ruimte voor eigen leerdoelen. Het Portfolio NT2 levert dan ook het meeste rendement op in een onderwijsorganisatie die is afgestemd op flexibel onderwijs en op maatwerk. In geïntegreerde trajecten met beroepsopleidingen en in leerwerktrajecten kan het Portfolio NT2 een uitstekende Portfolio NT2: handleiding/68705.0v/p/p/02-014 handleiding 12

ondersteuning bieden bij het plannen en evalueren van de taalontwikkeling, gekoppeld aan het ontwikkelen van andere vaardigheden. Relatie met andere portfolio's en met buitenschools leren In veel scholen wordt gewerkt met het portfolio loopbaanoriëntatie en/of het portfolio voor sleutelvaardigheden. Een voordeel daarvan is dat zowel de instelling als docenten en leerders al vertrouwd zijn met de werkwijze rond het aanleggen en bijhouden van een portfolio. De invoering van het Portfolio NT2 zal in die omstandigheden beslist makkelijker verlopen. Een punt van aandacht is evenwel hoe de verschillende portfolio's op elkaar afgestemd moeten worden. Daar zijn zeker goede mogelijkheden voor. Zo kunnen taalopdrachten heel natuurlijk gekoppeld worden aan opdrachten voor het verzamelen van informatie en het voeren van gesprekken in het kader van het loopbaanportfolio. Maar in de instelling moet door alle betrokkenen goed nagedacht worden over een systeem waarin voor de leerder (en voor de docenten) het werken met de verschillende portfolio's min of meer ongemerkt samenvloeit. Facilitering van de docenten Docenten zullen door de invoering van de portfoliomethodiek NT2 op een aantal aspecten nieuwe vaardigheden moeten ontwikkelen. Zo zullen zij, veel meer dan nu het geval is, begeleider van individuele cursisten worden en zij zullen naast begeleider ook beoordelaar worden. De portfoliomethodiek NT2 gaat uit van een systeem van continue assessment waarin begeleiden en beoordelen nauw samengaan. Docenten moeten de tijd en de middelen krijgen om zich deze nieuwe vaardigheden eigen te maken. Bij een te beperkte facilitering is de invoering van de portfoliomethodiek NT2 gedoemd te mislukken. Onderwijsvernieuwing kost nu eenmaal tijd en geld, en dat moet van te voren goed ingecalculeerd worden. In het project is een meerdaagse training voor docenten ontwikkeld die op locatie uitgevoerd kan worden. Onontbeerlijk is daarbij dat op de werkvloer begeleiding gegeven kan worden - in de vorm van teamoverleg, intervisie, gerichte begeleiding door een (externe) supervisortijdens de eerste periode dat docenten werken met de portfoliomethodiek NT2. Inbedding in de organisatie Bij de invoering van de portfoliomethodiek NT2 moet een aantal organisatorische zaken goed geregeld worden. Enerzijds zijn dat simpele, maar voor een goede uitvoering zeer belangrijke, logistieke zaken. Is er bijvoorbeeld ruimte om alle portfoliomappen in de school op te bergen, zodanig dat de cursisten er makkelijk bij kunnen? Is het wel verstandig om met mappen te werken? Kunnen we misschien digitale portfolio's maken? Anderzijds is de communicatie tussen de verschillende onderdelen van de cursistenbegeleiding van belang. Hoe verhoudt het werken met het Portfolio NT2 zich bijvoorbeeld met de intake, met een leerlingvolgsysteem, met aanwezigheidsregistratie, met rapportages aan trajectbegeleiders of aan een Bureau Nieuwkomers? Portfolio NT2: handleiding/68705.0v/p/p/02-014 handleiding 13

Elke school zal werkende weg een manier moeten vinden om al deze aspecten van de begeleiding van deelnemers op een goede manier op elkaar af te stemmen. Inbedding in het systeem van toetsing en verantwoording Elke school zal zich moeten buigen over de vraag hoe het Portfolio NT2 in te bedden is in het systeem van voortgangstoetsing en van verantwoording aan opdrachtgevers. De portfoliomethodiek NT2 gaat uit van een doorlopende, op het individu gerichte, beoordeling in plaats van de nu gebruikelijke groepsgewijze periodieke toetsing. Er zal dus op andere momenten andersoortige informatie opgeleverd worden dan in het huidige systeem. In de beginfase is het heel goed mogelijk en zelfs nuttig om portfolio-assessment en de meer traditionele periodieke voortgangstoetsing naast elkaar te laten lopen. Vergelijking van beide systemen kan voor de school, de leerders en docenten, en voor de afnemers interessante informatie opleveren. De volle waarde krijgt het Portfolio NT2 evenwel pas als de manier waarop voortgang wordt bijgehouden en de manier waarop aan opdrachtgevers gerapporteerd wordt over de resultaten van het onderwijs, gebaseerd is op portfolio-assessment. Om het Portfolio NT2 op die manier te benutten, moet het een duidelijke positie hebben binnen het systeem van toetsing en verantwoording en moeten alle noodzakelijke procedures rond de examinering van NT2-vaardigheden goed geregeld zijn. 1.6 Leeswijzer In de rest van deze handleiding worden de verschillende aspecten van de portfoliomethodiek NT2 die in dit hoofdstuk zijn aangestipt, nader besproken. Hoofdstuk 2 gaat dieper in op de Europese achtergronden van het portfolio NT2. In hoofdstuk 3 wordt de portfoliomethodiek neergezet in de vorm van een vijf-stappenplan. De eerste twee stappen hebben betrekking op wat zou kunnen worden aangeduid als het primaire proces : de intake en begeleiding van NT2-leerders. De laatste drie stappen hebben betrekking op: het beoordelen van de leerresultaten. Daarbinnen het waarderen, het erkennen van leerresultaten door externe beoordelaars ( assessoren ) en examencommissies en -tot slot- verificatie; dat wil zeggen de controle op de kwaliteit van het werk van de beoordelaars en examinatoren. Ten behoeve van de implementatie van de portfoliomethodiek is in het kader van het portfolioproject een Invoeringshandboek (Pijls 2002) ontwikkeld. In hoofdstuk 4 wordt aan de hand van een concreet praktijkvoorbeeld dieper ingegaan op de wijze waarop invoering van de portfoliomethodiek zou kunnen plaatsvinden. Werken met de portfoliomethodiek kan een forse omslag betekenen voor de praktijk van het NT2-onderwijs en het didactisch handelen van docenten. In hoofdstuk 5 van deze handleiding wordt verder ingegaan op het feitelijke werken met de Portfolio NT2 in het leerproces. Hoofdstuk 6 gaat ten slotte over het beoordelen van taalvaardigheid. Om ROC s daarbij behulpzaam te zijn, is het Stalenboek Assessment ontwikkeld (Dalderop & Teunisse, 2002). Portfolio NT2: handleiding/68705.0v/p/p/02-014 handleiding 14

Hoofdstuk 6 biedt toekomstige gebruikers een min of meer theoretisch kader voor het gebruik daarvan. 2 Het Portfolio NT2 in Europees verband 3 2.1 Een Europees taalportfolio Het Portfolio NT2 is ontwikkeld op basis van het Europees Taalportfolio. Het Common European Framework of Reference (CEF) dient als de standaard waaraan alle informatie die in het Portfolio NT2 wordt opgeslagen, wordt gerelateerd. Het definitieve model van een Europees Taalportfolio is in 2001, het Jaar van de Talen, vastgesteld. Elk taalportfolio dat de naam Europees Taalportfolio en het logo van de Raad van Europa wil dragen, moet voldoen aan een aantal uitgangspunten, vastgelegd in de zogenaamde Principles and Guidelines 4. In ieder land is een valideringscommissie ingesteld waaraan taalportfolio's (voor bijvoorbeeld primair onderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs) ter erkenning kunnen worden voorgelegd. Daarnaast is er op internationaal niveau een centrale valideringscommissie van de Raad van Europa in Straatsburg. Voor het Portfolio NT2 is in de zomer van 2002 de Europese validering aangevraagd. Het Portfolio NT2 is niet het enige, en zeker niet het eerste Europees taalportfolio dat in Nederland is ontwikkeld. Onder auspiciën van de Bve Raad is in het kader van het project Kwaliteitsimpuls Moderne Vreemde Talen in het MBO het Taalportfolio BVE ontwikkeld. Dit Taalportfolio, dat in 2001 is gevalideerd door de Raad van Europa, is inmiddels in een aantal ROC s in gebruik. Bij de ontwikkeling van het Portfolio NT2 is er goed op gelet dat de doelgroep van dit taalportfolio, volwassen NT2-leerders, hun portfolio NT2 probleemloos kunnen combineren met het Taalportfolio BVE. Daarnaast zijn er ook Europese taalportfolio s ontwikkeld voor gebruik in het voortgezet onderwijs en in het primair onderwijs 5. 2.2 De Europese taalniveaus Uiteraard bestaan er verschillen tussen de Europese taalportfolio s die in de afzonderlijke lidstaten en voor uiteenlopende doelgroepen zijn ontwikkeld. Op hoofdpunten komen ze echter allemaal met elkaar overeen: ze bestaan allemaal uit een paspoort, een biografie en een dossier; ze hebben allemaal het CEF als standaard. Het CEF is hard op weg ook in Nederland de algemene schaal voor taalvaardigheid te worden. Die ontwikkeling wordt nadrukkelijk ondersteund door de Nederlandse overheid. Het is dan ook geen gelukkig toeval dat de minister bij de opdracht voor de ontwikkeling van een 3 Voor deze tekst is deels gebruik gemaakt van hoofdstuk 1 uit de handleiding bij de Taalportfolio BVE (Ella van Kleunen, uitgave Bve Raad, besteladres CINOP, 2001). 4 Zie de website van de Raad van Europa: http://culture.coe.int/portfolio. 5 Zie de website van de Nederlandse taalportfolio: http://www.taalportfolio.nl. Portfolio NT2: handleiding/68705.0v/p/p/02-014 handleiding 15