HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH



Vergelijkbare documenten
Raadsvergadering Datum

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Provinciale Staten VOORBLAD

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Provinciale Staten VOORBLAD

Onderwerp: Aankoop van kassencomplex met woonhuis van fam. Van Oijen, Tuinbouwweg 31 in Haarsteeg

Vragen van de heer A.E. van Liere MA, MSc. (Partij voor de Dieren) en de heer A. Hietbrink (GroenLinks) over verlaging storting reserve groen

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH. Reactie college van Gedeputeerde Staten op het Initiatiefvoorstel Duurzaamheidsfonds

ONDERZOEK EFFECTEN DOOR STIKSTOFDEPOSITIE ALS GEVOLG VAN DE GROEI VAN RECREATIEPARK BEEKBERGEN OP DE VELUWE

ONDERZOEK EFFECTEN DOOR STIKSTOFDEPOSITIE ALS GEVOLG VAN DE GROEI VAN RECREATIEPARK BEEKBERGEN OP DE VELUWE

SPELREGELS EHS. Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies. Ministeries van LNV en VROM en de provincies

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren

Statenvoorstel. Verhoging subsidieplafond en wijziging van de Subsidieregeling groen 2016, paragrafen 2.4 en 2.10

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Provincies, natuurlijk doen! Aanvulling BBL-oud-grond


Zienswijzennota en ambtshalve wijzigingen

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel

VOORSTEL AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK. Registratienummer Datum raadsvergadering 24 april 2012 Datum B&W besluit 13 maart 2012

Onderwerp: Beter Benutten Vervolg regio Stedendriehoek en Stadsregio Arnhem-Nijmegen

Aanvulling BBL-oud-grond Provincies, natuurlijk doen! Onder embargo. 2

Graag informeren wij u hierbij dat wij op 8 februari 2005 jl. het. voorontwerp streekplanuitwerking Bedrijventerrein Amstelveen Zuid

Toelichting op Financieringsregeling sociale huur

Datum Agendapunt Documentnummer. 2 april 2013 R04S007

1. De provincie Gelderland te dezen vertegenwoordigd door J.J. van Dijk, die hiertoe is

Commissie Ruimte en Milieu

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Deze documenten treft u aan als bijlage bij de Statenbrief. Wij lichten de Bestuursovereenkomst grond toe in een separate toelichting.

Toelichting begrenzing EHS, kiekendieffoerageergebied en bosgebied

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Resultaat Project Natuurlijke Verblijfsrecreatie Utrechtse Heuvelrug

2 BELEIDSKADER EN WETGEVING

Inleiding. Partijen. Inhoud overeenkomst

Provinciaal blad van Noord-Brabant

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel

HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

ECLI:NL:RVS:2010:BK9955

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

SAMENVATTING VISIE BEWONERSGROEP TONSELSE VELD ONTWERP BESTEMMINGSPLAN TONSELSE VELD 2014 GEMEENTE ERMELO

Initiatief voorstel tot de instelling van een ad hoc commissie op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde provincie Utrecht 2003.

L. van Gerven raad september 2013

GEMEENTE OLDEBROEK. Samenvatting

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

IceWorld Drenthe. Bevindingen review businesscase. 28 maart 2017

: Inzet middelen Stimuleringsfonds t.b.v. Science Park. Inhoudsopgave. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5. Bijlage(n): 2.

Uitbreiding recreatiebedrijven De Pampel, Het Lierderholt, Het Veluws Hof en De Hertenhorst

Commissie Milieu, Verkeer en Vervoer. 29 januari 2002 Nr , RMA Nummer 3/2002

TOELICHTING. Regeling uitvoering van LEADER-projecten Oost-Groningen. Regeling lopende kosten LEADER

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/4

Antwoord op Statenvragen PS Arnhem, 2 juli 2013 zaaknr

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

GEMEENTE ZEIST Nota van ambtshalve wijzigingen Bestemmingsplan Zorginstelling Dennendal Reinaerde

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Inzet van Middelen. Voorgenomen besluit. Zaaknummer: AVGCL37. Onderwerp Kavelruil 2012

Kerntaak/plandoel: Milieu, energie en klimaat: een energieneutraal Gelderland in 2050

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar.

Onderwerp: instellen provinciaal Jeugdsportfonds als invulling van de motie Armoede

BAWI/U Lbr. 08/170

Raadsmededeling - Openbaar

Rapportage integrale risicoanalyse herziening Governance Havenschap Moerdijk

Datum : 19 juli 2005 Nummer PS : PS2005ZCW07 Dienst/sector : MEC/DMO Commissie : ZCW

PS2009RGW College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel

Raadsvoorstel agendapunt

Besluit tot coördinatie procedures Ressen/Bouwmarkt

PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN

GEMEENTE BOEKEL. Onderwerp : Compensatie N605 en LOG en uitbreiding Peellandschapspark Voskuilenheuvel

Memo van het College van B&W

Achtergronden Wormerlandse VROM Startersregeling. 1. Waarom SVn-startersregeling?

Provinciale Staten VOORBLAD

Rekenkamerbrief betreffende vertaling coalitieakkoord Vertrouwen verbinden versnellen in programmabegroting 2008

Gemeente Den Haag. de gemeenteraad

Huishoudelijke Hulp Toelage in Leeuwarden: de Himmelsjek

Statenfractie D66 Gelderland

Raad : 6 april 2004 Agendanr. : Doc.nr : B RAADSVOORSTEL

* * RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 10 juli 2012 KNDK/2012/ Datum: 4 juli 2012 Verzonden: 6 juli 2012

Raadsinformatiebrief. De gemeenteraad van Albrandswaard. Betreft: Mandatering afdoening planschade Buijtenland aan provincie. Geachte raadsleden,

1. Huidige aandelenverhouding en verliesbijdrage

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 16 juni 2009 Nummer voorstel: 2009/81

No.: 2005/FHOO/91321 Raad : 30 juni Afdelingshoofd: J.M. Nijenhuis

Bijlage 05 Stad en Regio Sleutelprojecten

Hergebruik Vrijgekomen Agrarische Bedrijfsbebouwing Nieuwe Landgoederen & Landelijk wonen

HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

Advies Renteloze lening Onderwijshuisvesting Openbaar Lichaam Bonaire

Compensatieaanpak N794 Heerderweg i.r.t EHS en Boswet

Onderwerp: Voortgang grondaankoop voor project fietspad 't Woud - Alkmaar

Gemeentelijke bijdrage Centrumplan Vlijmen. Collegevoorstel

BESTUURSOVEREENKOMST GROND. EZ Provincies

: Aankopen Middelwaard Vianen/Bestemmingsreserve inrichting Middelwaard. Inhoudsopgave. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5.

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.2

Datum : 6 september 2005 Nummer PS : PS2005IME06 Dienst/sector : MEC/DER Commissie : IME

Raadsvergadering, 2 februari Voorstel aan de Raad. Onderwerp: Economisch Actie Programma

Ontwerp wijziging PRVS

Ruimtelijke onderbouwing

Transcriptie:

Gedeputeerde Staten STATENNOTITIE Aan de leden van Provinciale Staten HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Evaluatie Groei & Krimp verblijfsrecreatie op de Veluwe HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Beknopte samenvatting Statennotitie: In ons Uitvoeringsprogramma Vrijetijdseconomie, Groeten uit Gelderland (2009) hebben wij aangekondigd een evaluatie van ons Groei & Krimpbeleid te zullen maken. In de bijgaande notitie gaan wij in op de voortgang van ons Groei & Krimpbeleid voor de verblijfsrecreatie op de Veluwe. Wij constateren dat er tot nu toe een flinke slag gemaakt is in het Groei & Krimpbeleid. Op dit moment is er 48 ha aan krimp gerealiseerd en 38 ha aan groei. Wij hopen nog dit jaar nieuwe aankopen te realiseren, waarmee er dan voldoende hectares beschikbaar komen om dit jaar een nieuwe groeitender uit te kunnen schrijven. Tegelijkertijd moeten wij constateren dat het aankopen van nieuwe bedrijven steeds moeizamer gaat: het laaghangende fruit is geplukt en nieuwe aankopen dreigen soms dermate kostbaar te worden dat er een spanningsveld ontstaat tussen geformuleerde beleidsdoelstellingen en de maatschappelijke aanvaardbaarheid van de met dit beleid gemoeide kosten. Een extra complicatie daarbij is dat de provincie op dit moment feitelijk de enige financierder is van het Groei & Krimpbeleid, omdat het Ministerie van LNV, sinds de totstandkoming van het Provinciaal Meerjaren Programma Landelijk Gebied (PMJP) 2007-2013, niet langer aan dit beleid bijdraagt. Onze uiteindelijke conclusie luidt dat het Groei & Krimpbeleid tot nu toe redelijk succesvol is geweest en nog steeds waardevol is om voort te blijven zetten. Wel concluderen wij daarbij dat het aanvankelijk geformuleerde ambitieniveau moet worden bijgesteld. = = = = = Aan de leden van Provinciale Staten 1. Inleiding: de vormgeving van het Groei & Krimpbeleid Het Groei & Krimp-beleid is speciaal voor het Centraal Veluws Natuurgebied (CVN) ontwikkeld om daarmee recreatiebedrijven ontwikkelingsperspectieven te bieden. Hierbij is het doel tweeledig: verbetering van de kwaliteit van het toeristisch product op de Veluwe, onder gelijktijdige versterking van de natuur. Aangezien het CVN behoort tot de Natura 2000 gebieden, zijn uitbreidingsmogelijkheden uitermate beperkt en zijn die alleen mogelijk als gewaarborgd is dat er, voorafgaand aan een uitbreiding van een recreatiebedrijf, voldoende compensatie heeft plaatsgevonden door bestaande recreatiebedrijven terug te geven aan de natuur. In de beleidsnotitie Veluwe 2010 is het Groei & Krimp-beleid voor het eerst benoemd als majeur project. Inlichtingen bij dhr. K.J. Klein, tel. (026) 359 91 52 e-mailadres: post@gelderland.nl

De hoofdlijnen van het Groei & Krimp-beleid zijn in maart 2005 door PS vastgesteld in het Reconstructieplan Veluwe en vervolgens overgenomen in het Streekplan Gelderland 2005. Vervolgens is er een Plan van Aanpak gemaakt voor zowel groei als voor krimp, hetgeen leidde tot de Streekplanuitwerking Groei & Krimp, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 26 september 2006. In de Streekplanuitwerking is de doelstelling van het Groei & krimpbeleid kwantitatief vertaald naar: 100 ha. groei en 100 ha. krimp aan het eind van de projectperiode (voorzien in 2014). De belangrijkste benoemde uitgangspunten in de Streekplanuitwerking zijn als volgt verwoord: Krimp vindt plaats binnen het CVN, in eerste instantie bij solitair in de natuur gelegen bedrijven Groei vindt plaats binnen 15 specifiek benoemde zoekgebieden voor bestaande recreatieclusters binnen datzelfde CVN Groei en krimp houden elkaar in evenwicht: per saldo nulgroei in hectares verblijfsrecreatie Groei wordt ingezet voor toeristische verblijfsrecreatie (toeristische verhuur van overnachtingeenheden), onder een bedrijfsmatige bedrijfsexploitatie van de terreinen Groei wordt ingezet ten behoeve van kwaliteitsverbetering van de bedrijven De streekplanuitwerking Groei & Krimp is als bijlage bijgevoegd. Tevens treft u als bijlage een kaartje aan waarop het krimpgebied en de groeiclusters zijn aangegeven. 2. De provinciale financiering van het Groei & Krimpbeleid. Er zijn voor de financiering van het Groei & Krimp-beleid (lees: krimpbeleid) voor de periode 2006-2014 op drie momenten door PS middelen ter beschikking gesteld. In het PS voorstel 2005 PS 2005-870 is er 1.25 miljoen MIG voor 2006 beschikbaar gesteld. Vervolgens werd in het PS voorstel 2006 PS 2006-332 7.75 miljoen MIG beschikbaar voor 2007-2010 en tot slot is er in het PS voorstel 2006 PS 2006-392 3.0 miljoen MIG beschikbaar gesteld voor de periode 2011-2014. In totaal is er derhalve voor het Groei & Krimp-beleid 12,- mln. ter beschikking gesteld. Enige relevante financiële passages uit het PS-voorstel van nov. 2005 Aanpak en financiering krimp recreatiebedrijven Veluwe 2006 t/m 2009: De financiering van het plan van aanpak krimp is voorzien vanuit provinciale bijdragen en cofinanciering (rijksmiddelen, private middelen, subsidies) in een verhouding van 20-80% tot 35-65%. (p.1) Verder hanteren wij als uitgangspunt dat er sprake moet zijn van voldoende cofinanciering. Hiervoor is gebleken dat de provinciale bijdrage in de aankoop van tranche 1 bedrijven (gemiddeld) niet boven de 35% van het totaalbedrag uitstijgt. In een individueel geval kan een hogere bijdrage aan de orde zijn. Wij zullen een bedrag van maximaal 50% van het totale aankoopbedrag als grens hanteren in de provinciale bijdrage aan de aankoop van een recreatieterrein (p.8) 2

3. Resultaten van het Groei & Krimp-beleid Met nadruk vestigen wij uw aandacht op het feit dat er pas sprake kan zijn van het uitschrijven van een groeitender als er eerst daadwerkelijk krimp is gerealiseerd. Binnen de Natura 2000 wetgeving is het niet mogelijk om, vooruitlopend op nog aan te kopen recreatieterreinen, groeimogelijkheden aan bestaande bedrijven te bieden. Voor een goed overzicht van het Veluwse krimpgebied en van de benoemde clusters waarbinnen er groei mogelijk is, verwijzen wij u naar pagina 28 en 29 van de bijgevoegde streekplanuitwerking Groei& Krimp. 3.1 De krimp Er is op dit moment 48 ha. aan krimp gerealiseerd. Er is in 2004/2005 eerst een inventarisatie gemaakt van alle potentiële krimpbedrijven binnen het CVN. Op basis van de aanwezige natuurwaarden is vervolgens een groslijst gemaakt van de 15 hoogst scorende bedrijven. Conform de afspraken die wij hebben gemaakt met de Dienst Landelijk Gebied (DLG), is DLG aan de slag gegaan met het voeren van gesprekken met deze bedrijven, en waar mogelijk, het voeren van onderhandelingen om te komen tot aankoop van bedrijven. Vooruitlopend op de formele vormgeving van het Groei & Krimp-beleid waren reeds een aantal bedrijven aangekocht, waarmee een snelle start kon worden gemaakt met de groei van bestaande recreatiebedrijven (zie hierna bij pijplijnplannen, onder 3.2 De Groei). Op dit moment kan de volgende balans worden opgemaakt met betrekking tot aangekochte recreatiebedrijven. Nunspeet (Elspeet) Stakenberg 20.5 ha. (2001) Apeldoorn Gerritsfles 3.5 ha. (2002) Apeldoorn (Beekbergen) Groot Panorama 4.0 ha. (2003) Nunspeet (Vierhouten) Achter Saxenheim 10.0 ha. (2006) Nunspeet (Vierhouten) Mosterdveen 10.0 ha. (2009) Totaal: 48.0 ha. De financiering van deze bedrijven vond als volgt plaats: (NB: voor de goede orde merken wij op dat de provinciale bijdragen voor de aankoop van Stakenberg, Gerritsfles en Groot Panorama (2001-2003) niet zijn betaald uit het Groei & Krimpbudget dat pas vanaf 2005 beschikbaar is gekomen, doch uit diverse andere budgetten die speciaal voor de aankoop van deze terreinen zijn vrijgemaakt en toegewezen aan Landelijk Gebied) Stakenberg Provincie 1.146.568 33% Min. LNV 2.293.136 67% Totaal 3.439.704 Gerritsfles Provincie 331.250 25% Min.LNV 662.500 50% Apeldoorn 331.250 25% Totaal 1.325.000 3

Groot Panorama Provincie 1. 025.000 50% Min.LNV 512.500 25% Apeldoorn+ D2-gelden + natuurmonumenten 512.500 25% Totaal 2.050.000 Achter Saxenheim Provincie 900.000 47% Min.LNV 1.000.000 53% Totaal 1.900.000 Mosterdveen Provincie: 2.650.000 100% Op dit moment lopen nog gesprekken met een tweetal gegadigden uit de bovengenoemde groslijst van 15 kandidaten. Medio 2009 hebben wij een nieuwe lijst opgesteld van een tiental bedrijven binnen het CVN, waarmee DLG vanaf dit jaar aan de slag is gegaan. Het komende jaar zal moeten blijken of hier mogelijkheden tot aankoop zijn. 3.2 De Groeitender-procedure De groei van recreatiebedrijven gebeurt door middel van het uitschrijven van een groeitender. Dit proces gaat in nauw overleg met de Veluwse gemeenten. Groei van recreatiebedrijven kan alleen gebeuren binnen de 15 aangewezen recreatieclusters, welke bestaan uit 5 tot 25 recreatiebedrijven Voor de meeste van deze clusters zijn ontwikkelingsvisies opgesteld, waarin wordt aangegeven waar binnen deze clusters wel en niet kan worden uitgebreid. Tevens worden hierin streefbeelden opgenomen voor de toeristisch-recreatieve ontwikkelrichting. Op het moment dat er voldoende hectares zijn gekrompen (mimimaal 10 ha.) kan er een groeitender worden uitgeschreven en kunnen bedrijven die binnen een recreatiecluster vallen waarvoor er een clustervisie is ontwikkeld, concrete groeiplannen indienen. Wanneer er een groeitender wordt uitgeschreven, worden de door bedrijven ingediende groeiplannen eerst door de gemeente getoetst aan de opgestelde clustervisie(s). Vervolgens worden de ingediende plannen beoordeeld door een onafhankelijke commissie van deskundigen en voorzien van een advies aan de Provincie. De Provincie laat vervolgens een natuureffectenboekhouding opstellen, waarin de effecten van de groeiplannen worden gerelateerd aan de effecten op de natuur van de gerealiseerde krimp. Deze effecten dienen met elkaar in evenwicht te zijn. Hierna vindt het definitieve besluit van GS met betrekking tot de groeiplannen plaats. De eerste tenderprocedure heeft ongeveer een jaar geduurd. Voor de goede orde moet worden opgemerkt dat het definitieve besluit van GS niet betekent dat de groei dan ook onmiddellijk kan worden gerealiseerd. 4

De uitbreidingsplannen van ondernemers moeten dan nog een zorgvuldige procedure doorlopen: er moet door de gemeente een bestemmingsplan worden opgesteld en er moet door de provincie een Natuurbeschermingswet (NBwet)-vergunning worden afgegeven. Gemiddeld duurde de vervolgprocedure tot goedgekeurd bestemmingsplan en verlening van NBwet-vergunning circa twee jaar. Al met al kan worden geconstateerd dat tussen de fase dat een ondernemer zijn groeiplannen opstelt en het moment dat daadwerkelijk de schop in de grond gaat, er een reeks van jaren is verstreken. Wij hebben geconstateerd dat hierdoor het risico bestaat dat marktomstandigheden zich wijzigen en er bij een groeibedrijf behoefte ontstaat om de oorspronkelijke planopzet aan te passen. Dit hoeft lang niet altijd een probleem te zijn, zeker niet wanneer de wijzigingen passen binnen de algemene randvoorwaarden van de clustervisies. Echter in die gevallen waarin er sprake zou zijn van een geheel andere planopzet, en met name het element van kwaliteitsverbetering in het geding is, zullen wij zo nodig opnieuw een toetsing laten plaatsvinden door de commissie van deskundigen. Verder willen wij bij een volgende groeitender er naar streven de tenderproceduretijd te bekorten en zullen wij in samenwerking met de gemeenten bewaken dat de procedures voor bestemmingsplan en NB-wetvergunning zo spoedig mogelijk worden doorlopen. 3.3 De hectarenboekhouding van krimp en groei. Het inboeken van vrijkomende hectares ten behoeve van groei, na de aankoop van een recreatieterrein is een ingewikkelde materie. Met name de wetgeving rond de Natura-2000 gebieden heeft een en ander flink gecompliceerd. Feitelijk hebben we te maken met twee typen hectares-boekhouding, plus een aanvullende natuureffectentoets. Om een en ander inzichtelijk te maken nemen we een hypothetisch voorbeeld van een aan te kopen recreatieterrein van 20 ha., waarvan 8 ha. feitelijk in gebruik is als camping, terwijl de overige 12 ha. weliswaar een recreatiebestemming heeft, maar op dit moment nog uit bos (=Natura-2000 leefgebied) bestaat. Aankoop van een dergelijke camping levert dan een bruto krimp van 20 ha. op, want 20 ha. met de bestemming verblijfrecreatie wordt omgezet in 20 ha. natuurbestemming. Dit is de bruto hectares boekhouding. Echter, volgens de Natura-2000 wetgeving uit 2005, mogen alleen de 8 hectares van het bedrijf die op dit moment feitelijk in gebruik zijn als camping, gebruikt worden voor groei van recreatiebedrijven in Natura-2000-gebieden, want aleen die 8 hectares kunnen worden omgezet naar natuur. Dit is de netto Natura-2000 boekhouding. De resterende bruto-hectares [20 minus 8] die op dit moment al bosgebied zijn en dat uiteraard blijven, zijn niet geheel verloren voor de krimpboekhouding: als er een recreatiebedrijf op de Veluwe wil uitbreiden op grondgebied dat niet tot Natura-2000 behoort, - bijvoorbeeld omdat het een agrarische bestemming heeft -, kunnen die resterende bruto hectares daarvoor worden gebruikt. Vervolgens dient er nog rekening te worden gehouden met de zogenaamde natuureffectentoets. Binnen de Natura 2000 wetgeving moet namelijk ook nog gekeken worden of de natuurwaarden op de krimplocatie vergelijkbaar is met de natuurwaarden op de groeilocatie. Bijvoorbeeld krimp in een bosgebied kan niet zonder meer worden uitgewisseld met groei in een heidegebied; de habitats van beide gebieden moeten in principe met elkaar in overeenstemming zijn te brengen. 5

3.4 groeiplannen van het eerste uur: de Pijplijnplannen Hoenderloo, gem. Apeldoorn Aan het begin van de ontwikkeling van het Groei & Krimp-beleid waren er reeds concrete groeiplannen bij diverse recreatiebedrijven in Hoenderloo, met een totale groeibehoefte van ruim 14 ha. Hierover is afgesproken dat deze, vooruitlopend op het formele vaststellen van het Groei en Krimpbeleid en van het plan van aanpak voor de uitvoering van het Groei en Krimpbeleid, konden worden gerealiseerd: de pijplijnplannen. Het uitgangspunt is daarbij geweest dat de principes van Groei en Krimp volledig zouden worden toegepast, dat wil zeggen de groeihectares zouden worden gecompenseerd door krimphectares. Hierbij moet wel worden aangetekend dat op dat moment nog enkel werd gerekend met de bruto krimphectares, omdat van de netto hectares van de Natura 2000-boekhouding toen nog geen sprake was (zie 3.3. hierboven) Het ging hierbij om de volgende recreatiebedrijven: t Schinkel 1.5 ha. De Pampel 3.2 ha. T. Veluws Hof 4.0 ha. Lierderholt 4.0 ha. De Hertenhorst 1.5 ha. Totaal: 14.2 ha. Met uitzondering van het recreatiebedrijf De Hertenhorst, waar er problemen zijn gerezen m.b.t. de NBwet-vergunning, zijn alle procedures bij deze bedrijven afgerond, en kan de schop in de grond, of is dat reeds geschied. 3.5 De Groeitender 2006-2007 Na de aankoop van het recreatiebedrijf Achter Saxenheim in Nunspeet in 2006, was er voldoende krimp gerealiseerd om een eerste groeitender uit te schrijven conform het formeel vastgestelde plan van aanpak voor de groei. Op 26 september 2006 besloot GS hiertoe. Op basis van de krimp die op dat moment was gerealiseerd (zie 3.1) was er, na aftrek van de genoemde pijplijnplannen Hoenderloo, ruim 23 ha. beschikbaar aan groeiruimte. Conform de procedure zoals die is vastgelegd in de Streekplanuitwerking Groei en Krimp van 26 sept. 2006, zijn de plannen zorgvuldig beoordeeld, waarna GS op 20 november 2007 de uitslag van de groeitender heeft bekendgemaakt. Op basis van de eerste groeitender konden 8 bedrijven uitbreiden: Ede (Otterlo) De Wije Werelt 3.8 ha 3.8 ha. niet-n2000 Ede (Otterlo) De Roek 1.0 ha. 1.0 ha. niet-n2000 Nunspeet De Vossenberg 3.9 ha. Nunspeet (Vierhouten) De Plagge 2.0 ha. Nunspeet De Tol 2.0 ha. Ermelo De Kriemelberg 4.0 ha. 1.5 ha. niet-n2000 Ermelo De Paalberg 2.4 ha. Putten De Rusthoeve 4.5 ha. 1.5 ha. niet-n2000 Totaal: 23.6 ha. Met betrekking tot deze plannen lopen de benodigde bestemmingsplanprocedures en NBwet-vergunningen nog. 6

Totaal groeiplannen ( pijplijnplannen Hoenderloo + Groeitender): 38 ha. Het saldo van krimp en groei (beide 38 ha) was op dat tijdstip precies in evenwicht. 3.6 Stand van zaken ultimo 2009. Medio 2009 is er opnieuw een belangrijke aankoop gedaan: Mosterdveen in Nunspeet. Hiermee is er weer 10 ha aan krimp gerealiseerd, die in de nabije toekomst kan worden ingezet voor een nieuwe groeitender. Deze groeitender hebben wij op dit moment nog niet uitgeschreven. In de eerste plaats omdat wij in onze onderhandelingen over de aankoop van Mosterdveen aan Nunspeet de toezegging hebben gedaan dat wij de gemeente tot 1 januari 2010 de gelegenheid bieden om te onderzoeken in hoeverre Nunspeetse recreatiebedrijven binnen het CVN groeibehoeften hebben. Tot nu toe is er namelijk erg veel krimp gerealiseerd op Nunspeets grondgebied, zodat wij het redelijk achtten dat Nunspeet met voorrang mag bezien of er groeibehoefte is bij recreatiebedrijven binnen de eigen gemeente. In de tweede plaats gaat onze voorkeur er naar uit om eerst nog een volgende krimpaankoop te hebben gerealiseerd, zodat voor een volgende groeitender er een substantieel aantal hectares te vergeven valt. Wij hopen nog in 2010 een of meer nieuwe aankopen te kunnen verrichten en over te kunnen gaan tot het uitschrijven van een nieuwe groeitender. 4. Het ambitieniveau van Groei & Krimp. In de beleidsnotitie Veluwe 2010 (uit 2000) is als doelstelling geformuleerd het bereiken van 100 ha. krimp resp. groei in het jaar 2014. Deze ambitie is in het kader van het Gelders coalitieakkoord 2007-2011vertaald in de doelstelling: het realiseren van 75 ha. groei en krimp binnen de coalitieperiode. Het bereiken van een dergelijke doelstelling is alleen mogelijk als aan twee randvoorwaarden is voldaan: Er zijn voldoende financiële middelen om de krimp mogelijk te maken Er is politiek-maatschappelijk draagvlak om tegen marktprijzen recreatiebedrijven op te kopen Op beide punten gaan wij hieronder in. 4.1 Beschikbare financiën. Van provinciewege is er in totaal tot nu toe 12 mln. beschikbaar gesteld voor het aankopen van recreatiebedrijven. Deze middelen alleen, hoewel op zich zelf substantieel, zijn zeker niet voldoende voor het realiseren van 100 ha. krimp. Bij de start van het Groei & Krimp-beleid is er van uitgegaan dat de Provincie niet de enige contribuant zou zijn aan de bekostiging van het krimpbeleid. Er was in voorzien dat er cofinanciering zou zijn van rijksmiddelen, private middelen, subsidies in een verhouding van provincie staat tot derden, variërend van 20-80% tot 35-65%. Zuiver cijfermatig doorredenerend (uitgaande van een verhouding 1/3 Provincie en 2/3 andere partijen): op een provinciale bijdrage van 12 mln. (tot op heden door de Staten toegezegd), moet minimaal 24 mln. door derden worden verstrekt. Helaas is dit momenteel niet meer een reële optie. In de opstartfase van het Groei & Krimpbeleid, beschikte LNV nog over een aantal potjes waaruit men (ad hoc) krimpbedrijven kon medefinancieren, echter na 2006 heeft LNV niet meer bijgedragen aan het krimpbeleid. 7

Vanaf 2006 zouden eventuele Rijksbijdragen in beginsel moeten worden verstrekt via het Investeringsbudget Landelijk gebied (ILG) van het Ministerie van LNV. Bij het afsluiten van het PMJP is het echter niet gelukt om bij het Rijk Groei & Krimp in het programma opgenomen te krijgen. Wij zullen overigens bij de komende midterm review van het ILG opnieuw de wenselijkheid van bijdragen voor Groei en Krimp aan de orde stellen. De enige bijdragen van derden die er dan nog wel zijn, zijn de gevraagde ondernemersbijdragen van de bedrijven die in het kader van de uitgeschreven goeitenders hun groeiplannen mogen realiseren. Die bijdragen ( 33.000,- per hectare groei) zijn echter relatief zeer beperkt. Er van uitgaande dat recreatiebedrijven tegen marktprijzen moeten worden aangekocht, kan dan ook worden geconcludeerd dat zonder fors hogere bijdragen van derde partijen (lees: het Rijk), dan wel van de provincie zelf, moet worden aangenomen dat de ambitie van 100 ha. krimp in 2014 vijwel niet bereikt zal kunnen worden. 4.2 Politiek-maatschappelijk draagvlak Met het voorgaande nauw verbonden is het vraagstuk in hoeverre het maatschappelijk verantwoord is om een groeiambitie na te streven die vergt dat er tegen marktprijzen recreatiebedrijven worden opgekocht. In de aanloop van het Groei & Krimp-beleid was al een aantal recreatieterreinen op de markt, waarbij de eigenaren zelf te kennen gaven open te staan voor bedrijfsbeëindiging en waar het daarom relatief makkelijk scoren was. Het laag hangende fruit is daarmee in de eerste helft van dit decennium geplukt. Wij hebben afspraken gemaakt met DLG dat deze dienst zich zal belasten met het aankopen van recreatiebedrijven. In overleg met ons is daartoe een lijst van potentieel gegadigden opgesteld, waarmee DLG aan de gang is gegaan. Ons uitgangspunt daarbij is tot nu toe geweest dat aankoop van terreinen alleen tegen een enigszins maatschappelijk acceptabele prijs kan geschieden. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer er, zoals bij de recente aankoop van Mosterdveen in Nunspeet, sprake is van een aflopend erfpacht. In andere gevallen gaat het om situaties waarbij DLG contacten heeft gelegd, die op enig moment tot resultaat kunnen leiden, maar waarbij niet teveel tijdsdruk kan worden opgelegd. Natuurlijk is in beginsel alles te koop. Derhalve, als er marktprijzen worden geboden, kan het tempo van aankoop natuurlijk flink worden verhoogd. Echter, dan zullen slechts een zeer beperkt aantal hectares kunnen worden aangekocht, waarna alle beschikbare budget op is. Het spreekt vanzelf, dat schaarse overheidsmiddelen niet op deze wijze aangewend kunnen worden. Er is dus steeds een afweging in hoeverre het verantwoord is om een bepaalde prijs te betalen voor een aantal te winnen groeihectares. Een voorbeeld: op enig tijdstip was het voor ons mogelijk een deal te sluiten waarbij 7 ha. Natura 2000-krimp krimp kon worden gerealiseerd voor een bedrag van 6 mln. Na ampele overweging hebben wij afgezien van deze mogelijkheid tot aankoop omdat wij de groeiwinst te beperkt vonden in verhouding tot het te betalen bedrag. Als vuistregel gaan wij er van uit dat bij het verwerven van een recreatiebedrijf een aankoopprijs van ca. 500.000 per hectare als maximum moet worden gehamteerd 4.4 Bijstelling doelstelling Groei & Krimp Met de hierboven omschreven uitgangspunten voor de aankoop van recreatiebedrijven en de daarbij behorende middelen moeten de verwachtingen omtrent de snelheid van de uitvoering van het beleid worden bijgesteld. Op dit moment schatten wij dat een gemiddelde jaarlijkse krimp van 5 ha. als realistisch kan worden beschouwd. Bij een benodigde krimp van minimaal 15 ha. impliceert dit dat gemiddeld eens in de 3 jaar een groeitender kan worden uitgeschreven. 8

De vraag is uiteraard van belang of een lager uitvoeringstempo van zowel groei als krimp grote consequenties heeft. Wij willen dan in de eerste plaats er op wijzen dat het Groei & Krimpbeleid op zich een substantiële verruiming van het beleid is geweest ten opzichte van de voorafgaande decennia. In vroegere streekplannen was er slechts zeer sporadisch en onder zeer strikte voorwaarden een geringe uitbreiding bij een recreatiebedrijf mogelijk. Zo was een belangrijke voorwaarde dat er sprake was van een bedrijfseconomische noodzaak die er op neerkwam dat de uitbreiding noodzakelijk was voor de continuïteit van het bedrijf. Voorts mocht de uitbreiding nooit meer zijn dan 2 ha. en moest boscompensatie vooraf geregeld zijn. Met het nieuwe Groei & Krimpbeleid is er sinds 2005 inmiddels 38 ha. aan groei bewerkstelligd. Bij de tot nu gerealiseerde groei kunnen we constateren dat er vele uitbreidingen zijn gehonoreerd, die niet of nauwelijks gepaard gingen met herstructurering en/of kwaliteitsverbetering van het reeds bestaande bedrijf. (Van een bedrijfseconomische noodzaak is bij de uitbreidingen vrijwel geen sprake geweest, doch dat is ook niet een criterium in ons bestaande Groei & Krimpbeleid). Naar onze overtuiging kunnen wij bij volgende groeitenders een sterkere koppeling leggen tussen een uitbreiding van een recreatiebedrijf en een daarmee gepaard gaande interne herstructurering van het reeds bestaande bedrijf. Met andere woorden, wij stellen voor om bij de toetsing van nieuwe groeiplannen in veel sterkere mate mee te wegen in hoeverre de gewenste uitbreiding gepaard gaat met wezenlijke kwaliteitsverbetering van het reeds bestaande bedrijf. Een dergelijke toetsing zal naar verwachting leiden tot minder te honoreren aanvragen en is ook beter te verdedigen vanuit het oogpunt van het verantwoord besteden van gemeenschapsgeld voor het opkopen van recreatiebedrijven. 4.5 Overige overwegingen Het denken over de aanpak van Groei en Krimp staat natuurlijk niet stil. Door sommigen worden voorstellen gedaan om het beleid te nuanceren of aan te vullen. Bij een aantal voorstellen willen wij kort stil staan. Groeimogelijkheden in krimpgebieden Binnen ons huidige provinciale beleid is reeds voorzien in de mogelijkheid dat recreatiebedrijven die gelegen zijn in de krimpgebieden, binnen hun bestemmingsgrenzen kwaliteitsverbeterende wijzigingen aanbrengen. Hierop geldt één uitzondering: omzetting van standplaatsen naar recreatiebungalows is niet toegestaan. Overwegingen zijn hierbij o.a. geweest het tegengaan van verdere verstening binnen het Veluws natuurgebied en het gevaar van uitponding. Sommigen pleiten voor een wijziging van dit beleid, zodat voortaan ook het omzetten van vaste standplaatsen naar recreatiebungalows mogelijk wordt, onder waarborging van een bedrijfsmatige exploitatie. Op dit moment zijn wij nog niet overtuigd van de voordelen van een dergelijke beleidswijziging. Bovendien staat zo n beleidswijziging ook op gespannen voet met ons beleid om juist recreatiebedrijven in krimpgebieden aan te kopen. Rood voor groen Met name vanuit de recreatieve sector wordt erop gewezen, dat de bedrijven in krimpgebied erg beperkt worden in hun mogelijkheden. Daardoor dreigt het gevaar, dat deze bedrijven een koude sanering tegemoet gaan. Vanuit de sector is daarom het idee van een warme sanering van dit soort bedrijven geopperd, in de vorm van een rood voor groenconstructie: een deel van het bedrijf wordt daarbij teruggegeven aan de natuur, terwijl een ander, beperkter deel, bestemd wordt voor het realiseren van een aantal woningen. Het deel dat terug wordt gegeven aan de natuur zou dan meetellen voor toekomstige groei. Voordeel van zo n aanpak zou zijn dat de aankoopkosten van een recreatiebedrijf flink verlaagd kunnen worden. 9

Overigens merken wij op voorhand op dat het geen uitgemaakte zaak is dat een rood voor groen regeling te verenigen valt met de Natura-2000 wetgeving. Wij achten echter een dergelijke rood voor groen regeling, waarbij woningbouw binnen het CVN wordt mogelijk gemaakt, een ingrijpende wijziging in ons huidige beleid voor de Veluwe, waar wij op dit moment niet voor kiezen. Krimptender Een andere suggestie is om niet alleen groeitenders uit te schrijven, maar ook krimptenders. De gedachte hierbij is dat alle krimpbedrijven gelijktijdig de mogelijkheid wordt geboden om hun recreatiebedrijf aan te bieden en dat de goedkoopste recreatiebedrijven worden aangekocht. Een dergelijke aanpak zou het tempo van het aankopen van bedrijven kunnen versnellen. Er kleven echter ook nadelen aan een dergelijke aanpak. Zo is op dit moment één van de criteria voor het benaderen van bedrijven binnen het krimpgebied: het bereiken van een zo groot mogelijke natuurwinst. Bij het uitschrijven van een krimptender daarentegen, krijgt ieder bedrijf binnen het Veluwse krimpgebied dezelfde mogelijkheid om aan zo n tender mee te doen. Op dit moment kiezen wij er dan ook voor om eerst de recentelijk nieuw opgestelde lijst met te benaderen recreatiebedrijven te onderzoeken. Mocht dit onvoldoende opleveren, dan zullen wij de optie van een krimptender serieus overwegen en de voor- en nadelen hiervan nader onderzoeken. Natura 2000 Beheerplan In het kader van het Natura 2000 beheerplan voor de Veluwe wordt nog nader onderzocht of de regels voor saldering vereenvoudigd kunnen worden. Bijvoorbeeld of de regel dat de uitbreiding in eenzelfde natuurtype moet plaatsvinden als waarin de krimp plaatsvindt niet op ieder individueel geval hoeft te worden toegepast, maar dat daar meer keuzemogelijkheden komen. Vooralsnog moeten we blijven vasthouden aan de hectareboekhouding, zoals is beschreven in paragraaf 3.3. 5. Conclusie. Het Groei & Krimp-beleid is speciaal voor het Centraal Veluws Natuurgebied (CVN) ontwikkeld om daarmee recreatiebedrijven ontwikkelingsperspectieven te bieden en daarmee de kwaliteit van het toeristisch product op de Veluwe te verbeteren. Dit kan alleen worden gerealiseerd door vooraf compensatie te vinden in de aankoop van recreatiebedrijven binnen het CVN die terug worden gegeven aan de natuur. Dit Groei & Krimp-beleid kan tot nu toe behoorlijk succesvol worden genoemd. Er is op dit moment 48 ha. gekrompen en 38 ha. gegroeid. Zodra er een volgend recreatiebedrijf wordt aangekocht, kan er opnieuw een groeitender worden uitgeschreven. Afgezet tegen de periode vóór Groei en Krimp in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw - toen er qua groei op de Veluwe vrijwel niets mogelijk was - is er met de nu gerealiseerde groei al buitengewoon veel bereikt. Tegelijkertijd moet worden geconstateerd dat het aankopen van recreatiebedrijven niet zo snel meer verloopt als in het begin: de meest voor de hand liggende bedrijven zijn al benaderd en aangekocht. Binnen het Veluwse krimpgebied zijn er in totaal ruim 100 recreatiebedrijven die in potentie in aanmerking komen voor aankoop. Een eerste lijst van vijftien te benaderen bedrijven is nu nagenoeg afgehandeld en zeer binnenkort worden gesprekken gestart met een tiental bedrijven uit een nieuw opgestelde lijst van potentiële kandidaten. 10

De beschikbare middelen zijn beperkt, wanneer tegen marktprijzen recreatiebedrijven moeten worden aangekocht. Een extra complicatie is daarbij dat de aanvankelijke verwachting dat derden (Rijk/EU) substantieel mee zouden betalen aan de krimp, op dit moment niet waargemaakt wordt, zodat de financiering momenteel geheel ten laste van de provincie komt. Er zijn duidelijke politieke/maatschappelijke grenzen aan de bedragen die betaald kunnen worden voor het opkopen van een recreatiebedrijven om daarmee groei bij andere recreatiebedrijven mogelijk te maken. De bij het begin van het Groei & Krimp-beleid geformuleerde doelstelling van 100 ha. groei en krimp in 2014, en de doelstelling in het Gelders caoalitie-akkoord van 75 ha. groei en krimp in 2011, achten wij om deze redenen dan ook niet langer realistisch. Tenzij er dan ook voor zou worden gekozen om aanzienlijk meer financiën beschikbaar te stellen en tegen hoge marktprijzen recreatiebedrijven op te kopen, zal moeten worden geaccepteerd dat het geformuleerde ambitieniveau voor Groei & Krimp moet worden bijgesteld. Met de huidige aanpak schatten wij dat een gemiddelde jaarlijkse krimp van 5 ha. als realistisch moet worden beschouwd. Bij voorkeur zouden wij een groeitender willen uitschrijven wanneer er ca. 15 ha. gekrompen is. Dit impliceert dan dat er minimaal eens in de 3 jaar een groeitender kan worden uitgeschreven. Afgezet tegen de op dit moment nog beschikbare middelen voor Groei &Krimp (ca. 8,5 mln.) en uitgaande van een aankoopprijs van maximaal 500.000 per hectare, betekent dit dat het Groei & Krimpbeleid met de huidige middelen, zonder verdere cofinanciering, tot en met 2013 zou kunnen worden voortgezet en dat een verdere groei en krimp van ca. 20 ha. mogelijk moet zijn. Wij stellen u voor om over de inhoud van deze notitie van gedachten te wisselen in de eerstvolgende Cie. MEZ. Arnhem,9 februari 2010 - zaaknr. 2006-009572 Gedeputeerde Staten van Gelderland J.J.W. Esmeijer - plv. Commissaris van de Koningin drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris + + + + + 11