Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2009 t/m 2012



Vergelijkbare documenten
Betreft Kadernota Integrale Veiligheid Westelijke Mijnstreek Veiligheid kent geen grenzen.

Dynamisch uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid Peelland

Kadernota Integrale Veiligheid Westelijke Mijnstreek

Startnotitie Integraal Veiligheidsplan Gemeente Molenwaard

Voorbeeld Startnotitie Behorend bij Kernbeleid Veiligheid 3.0 d.d. september 2010

agendanummer afdeling Simpelveld VI- onderwerp Kadernotitie Integraal Veiligheidsbeleid Gemeente Simpelveld

VOORBLAD RAADSVOORSTEL

Het IV beleid is geen nieuw verschijnsel in de gemeente Boxmeer. Het vorige IV nota dateert van

Veiligheidsanalyse. m.b.t. integraal veiligheidsbeleid Gemeente Geertruidenberg en Drimmelen

Portefeuillehouder : J.J.C. Adriaansen Datum : 18 november : Burger en bestuur: Woensdrecht veilig

O O *

Gemeente Uden INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

Integrale veiligheid. Uitvoeringsplan 2013 / 2014

Vervolgblad Informatienotitie Pagina 1. Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders Veiligheidsbeleid

Integraal veiligheidsbeleid

Nota ter actualisering van de Kadernota Integrale Veiligheid

Startnotitie Integraal Veiligheidsbeleid Gemeente Goeree-Overflakkee Participerend veiligheidsbeleid

Kadernota. Integrale Veiligheid WM "Veiligheid kent geen grenzen"

Integrale Veiligheidsrapportage. Gemeente Littenseradiel. Januari t/m december 2011

Taak en invloed gemeenteraad op de. Integrale veiligheid

INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID

Kadernotitie Integraal Veiligheidsbeleid

Deel I. Integraal Veiligheidsplan Gemeente Bronckhorst

Startnotitie. Integraal Veiligheidsbeleid Gemeente Sliedrecht. Gewijzigde versie d.d. 6 mei 2013 (zie vetgedrukte tekst)

*Z001F59E44 9* Leiderdorp, 16 september Afdeling: Concernzaken OOV en Rampen Onderwerp: Beleidsplan Integraal Veiligheidsbeleid

Raadsvergadering, 29 januari Voorstel aan de Raad

Raadsvoorstel Integraal Veiligheidsbeleid Haarlemmermeer/ Prioriteiten meerjarenplan politie

Raadsvoorstel. Onderwerp. Status. Voorstel. Inleiding. Beoogd effect. Ag. nr.: Reg. nr.: Datum:

Beleidsplan Integrale Veiligheid

Startnotitie Integrale veiligheid Gemeente Drimmelen

agendanummer afdeling Simpelveld VII- IBR 15 december 2015 Integraal Veiligheidsbeleid 54925

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel

Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid gemeente Heusden Ambities voor een veiliger Heusden

Startnotitie Integraal Veiligheidsbeleid Naar een Integraal Veiligheidsbeleid

Een veilige stad begint in de buurt

Aan de commissie: Algemeen bestuur en middelen Datum vergadering: 22 maart 2007 Agendapunt: Aan de Raad. Made, 13 februari 2007

Kadernota Integraal veiligheidsbeleid Een actualisatie van de kadernota Integraal veiligheidsbeleid

Raadsstuk. Onderwerp: integraal veiligheids- en handhavingsbeleid BBV nr: 2014/367894

Oplegnota behorend bij de rapporten: Veiligheidsmonitor Asten 2008 (objectieve veiligheid);

Uitvoeringsprogramma Integrale veiligheid 2012

Raadsvoorstel. Status Besluitvormend: Kadernota Oordeelvormend: Veiligheidsplan Besluitvormend: Veiligheidsfonds

Jaarplan 2004 politie Geertruidenberg-Drimmelen

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Startnotitie. Integraal Veilgheid Beleidsplan (IVB)

Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid gemeente Heusden Ambities voor een veiliger Heusden

Veiligheid. Integrale Veiligheid. Rampenbestrijding

INTEGRALE VEILIGHEID

Herziening van het Integraal Veiligheidbeleid PLAN VAN AANPAK

PROGRAMMABEGROTING

Veiligheidsavond Leiderdorp

Startnotitie integraal veiligheidsbeleid

Raadsleden & Veiligheid. Een introductie

KADERNOTA INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID 2011 T/M 2014 Versie: 20 december 2010

Aan de commissie: Algemeen bestuur en middelen Datum vergadering: 14 februari 2008 Agendapunt : 6. Aan de Raad. Made, 22 januari 2008

Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid gemeente Heusden Ambities voor een veiliger Heusden

Raadsbesluit. Status Besluitvormend: Kadernota Oordeelvormend: Veiligheidsplan Besluitvormend: Veiligheidsfonds

Knelpunten Hieronder worden de 10 belangrijkste knelpunten bij de vormgeving van de regierol op het gebied van integrale veiligheid samengevat.

tabel 2-1: Beleidsinstrumenten per veiligheidsveld Woon-/ Bedrijvigheid Jeugd leefomgeving Instrument Integriteit Overig

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

VEILIGHEID. Integraal Veiligheidsplan UITVOERINGSKADER 2014

Startnotitie integraal veiligheidsbeleid gemeenten Drimmelen en Geertruidenberg

gemeente Eindhoven Op 8 december 2008 is het rapport van de visitatiecommissie Fijnaut c.s. getiteld

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing?

Integraal Veiligheidsbeleid gemeente Castricum

Raadsstuk. De raad der gemeente Haarlem,

STARTNOTITIE INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID (IVB) ALKEMADE EN JACOBSWOUDE. Status: concept Versie: 2.0 Datum:

INTERN MEMO. Prioritering

MEMO AAN DE GEMEENTERAAD

CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN EVALUATIE UITVOERINGSPLAN 2012 INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID

Integrale Veiligheidszorg in Twente

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid

Integraal Veiligheidsbeleid

Studiedag ACV Openbare Diensten Greet Aelter. Coördinator Sociale Veiligheid. Veilig op Weg

Jaaruitvoeringsprogramma integrale veiligheid. Gemeente Beemster 2013

QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK

Thema Veiligheid Commissie Bestuur 31 mei 2012

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld

Integraal Veiligheidsbeleid

Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie

Bijlage A: Veiligheidsanalyse (cijfermatig overzicht) Gemeente Neder- Betuwe

Collegebesluit. Onderwerp: Verbetering aanpak mensen met verward gedrag BBV nr: 2017/85459

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050)

Integraal Veiligheidsbeleid Deel 2, Veiligheid in Bronckhorst

Mr. B.B. Schneiders burgemeester

Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap. Inleiding

Bijlage 3 Jaaruitvoeringsplan Tweestromenland 2015

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding

agendanummer afdeling Simpelveld VI- 38 Burgerzaken 21 oktober 2008 onderwerp Uitvoeringsnota Gemeentelijk gezondheidsbeleid

Integrale Veiligheid Uitvoeringsprogramma 2012 Samen werken aan veiligheid in Hof van Twente

Werkgroep Begroten en Verantwoorden. Programma 1 Leefbaarheid en Veiligheid

Uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid 2011

Veiligheidsj aarplan 2012 Teylingen

Aan de gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de raad,

Rotterdam, 25 september bb7138. Aan: de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststelling Programma

Figuur 2 Middels Burgernet worden inwoners van Spijkenisse actief betrokken bij de veiligheid van hun leefomgeving

GEVOLGEN VOOR JA/NEE ROUTING DATUM Communicatie Ja College 13 september 2011 Financieel

resultaten, knelpunten en condities

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998

Transcriptie:

Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2009 t/m 2012

Gemeente Deurne Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2009 t/m 2012 Meer dan de som der delen Deurne, 1 oktober 2008. Versie 1.0. Colofon: Portefeuillehouder: Samensteller: G. Daandels, burgemeester Johan van der Heijden, Coördinator Openbare Orde en Veiligheid Ruud van den Bekerom, Beleidsondersteuner Integrale Veiligheid Vastgesteld door burgemeester en wethouders op 18 november 2008. Behandeld in de Commissie Bestuur en Veiligheid op 11 december 2008. Vastgesteld door de gemeenteraad op 16 december 2008.

SAMENVATTING Deurne is een veilige gemeente Deurne is een veilige gemeente. De afgelopen vier jaar is er hard gewerkt aan een veilig Deurne. De integrale en systematische aanpak van onveiligheid heeft zijn vruchten afgeworpen. De criminaliteitscijfers zijn gedaald en de inwoners voelen zich veiliger. Toch is de veiligheid in de eigen buurt nog voor verbetering vatbaar. Een veilige woon- en leefomgeving, de aanpak van overlastgevende hangjongeren en uitgaansoverlast hebben daarbij de prioriteit gekregen. Veiligheid blijft daarom hoog op de agenda staan. Want, Deurne moet nog veiliger worden. Integrale veiligheid is meer dan de som der delen Voor u ligt de kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2009 t/m 2012 van de gemeente Deurne, met als titel Meer dan de som der delen. Door de integrale aanpak van veiligheidsproblemen is het resultaat meer dan de optelsom van de individuele aanpak van de verschillende partners. Uitgangspunt van deze beleidsnota is dat de huidige integrale benadering van veiligheid wordt voortgezet, maar dat er zowel beleidsmatig als in de uitvoering een verdieping plaatsvindt. Beleidscyclus integraal veiligheidsbeleid Binnen het integraal veiligheidsbeleid (IVB) wordt een vaste beleidscyclus gevolgd van monitoring, planning, programmering en evaluatie. Door het hanteren van een vaste beleidscyclus wordt het mogelijk om op basis van objectieve en subjectieve ontwikkelingen prioriteiten te stellen en gericht maatregelen te nemen om de knelpunten aan te pakken. Het bestuur herkent de beleidscyclus en gaat effecten koppelen aan de inzet van maatregelen en financiën. Hierdoor ontstaat draagvlak voor het veiligheidsbeleid en de uitvoering daarvan. Integraal veiligheidsbeleid Integraal veiligheidsbeleid bestaat uit 2 begrippen. Integraal is meer een proces waarlangs veiligheidsproblemen worden aangepakt. Deze aanpak wordt altijd gekenmerkt door de 3 s en: systematiek, samenhang en samenwerking. De gemeente voert de regie bij deze aanpak. De regierol is gericht op de inhoud en het beleid. In sommige gevallen is de regie procesmatig van aard. Als we in Deurne praten over veiligheid dan hanteren we de indeling van de veiligheidsvelden en thema s van het Kernbeleid Veiligheid van de VNG. Door het hanteren van deze indeling wordt het veiligheidsbeleid afgebakend. De veiligheidsmonitor, het uitvoeringsprogramma en het evaluatieverslag kennen deze indeling. 2 Visie Uit zowel de objectieve cijfers als het onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid blijkt dat Deurne een veilige gemeente is om in te leven, te wonen, te werken en uit te gaan. De beleving van veiligheid moet zo blijven. Sterker nog, de veiligheid in Deurne moet nog beter. De doelstelling is om een gemiddeld rapportcijfer van een 7,5 te behalen voor de beleving van veiligheid in de buurt. Aanpak Om Deurne nog veiliger te maken, wordt de huidige benadering van het IVB voortgezet. Dit betekent dat de bestaande beleidscyclus van het IVB wordt gecontinueerd. Hierdoor kunnen de prioriteiten worden bijgesteld, zijn de maatregelen resultaatgericht en wordt de organisatorische borging van het IVB in de gemeentelijke organisatie voortgezet. Het ambitieniveau van Deurne op het gebied van veiligheid is hoog en vervult een voorbeeldfunctie naar andere gemeenten. Prioriteiten Alles kan niet tegelijk. Er moeten keuzes gemaakt worden en prioriteiten gesteld worden. Wat wettelijk moet wordt natuurlijk opgepakt, zoals de Wet tijdelijk huisverbod en de uitvoering van de Wet rampen en zware ongevallen. Op grond van de trends uit de objectieve veiligheidsmonitor en het onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid heeft de commissie Bestuur en Veiligheid de prioriteiten van het IVB bepaald. De bestuurlijke prioriteiten liggen op de aanpak van: de verloedering van de woonomgeving, het gevoel van onveiligheid, de overlast veroorzaakt door het uitgaan en overlastgevende jeugdgroepen.

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...5 1.1. Inleiding... 5 1.2. Landelijke ontwikkelingen... 5 1.2.1. Beleidsprogramma Samen werken samen leven... 5 1.2.2. Veiligheid begint bij voorkomen... 5 1.2.3. Bestuursakkoord Rijk en gemeenten... 6 1.2.4. Wetsvoorstel regierol gemeenten... 6 1.3. Kernbeleid Veiligheid... 6 1.4. Regionale aanpak... 6 1.5. Raadsopdracht... 7 1.6. Masterplan... 7 2. BELEIDCYCLUS INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID...8 2.1. Beleidscyclus IVB... 8 2.2. Beleidsproces... 8 2.3. Kaderstelling door de kadernota Integraal Veiligheidsbeleid... 9 2.4. Procesontwerp met behulp van Kernbeleid Veiligheid... 9 2.5. Interactieve beleidsvorming... 9 2.6. Programmering en contracttering door het uitvoeringsprogramma IVB... 10 2.7. Monitoring door de veiligheidsmonitor... 10 2.8. Monitoring door het onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid... 10 2.9. Bijsturen door het evaluatieverslag van het uitvoeringsprogramma... 11 3. INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID...12 3.1. Inleiding... 12 3.2. Integraal... 12 3.2.1. Systematiek... 12 3.2.2. Samenhang... 12 3.2.3. Samenwerking... 12 3.2.4. Regierol... 13 3.3. Veiligheid... 13 3.3.1. Lokaal veiligheidsbeleid... 13 3.3.2. Facetbeleid... 13 3.3.3. Objectieve en subjectieve veiligheid... 13 3.4. Veiligheidsthema s... 14 3.5. Flankerende beleidsprocessen... 15 3.6. Definitie... 15 4. VISIE EN AMBITIE...16 4.1. Inleiding... 16 4.2. Doel kadernota IVB... 16 4.3. Beoogd effect... 16 4.4. Indicatoren... 16 4.5. Voortzetten huidig veiligheidsbeleid... 17 4.6. Voorbeeldfunctie... 17 4.7. Prioriteiten... 17 4.7. Organisatorische borging van beleid... 18 4.7. Effect- en resultaatgericht... 19 4.8. Samenwerkingsverbanden... 20 4.9. Capaciteit... 20 4.10. Financiën... 20 3

5. VEILIGHEIDSANALYSE...21 5.1. Inleiding... 21 5.2. Veiligheidsmonitor Deurne 1999 t/m 2007... 21 5.2.1. Index... 21 5.2.2. Conclusies... 21 5.2.3. Negatieve ontwikkelingen... 21 5.2.4. Positieve ontwikkelingen... 22 5.2.5. Gelijk gebleven ontwikkelingen... 22 5.2.6. Algemene ontwikkelingen... 22 5.3. Onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid... 23 5.3.1. Woning en woonomgeving... 23 5.3.2. Voorzieningen... 23 5.3.3. Veiligheid... 24 5.3.4. Oordeel over de gemeente... 24 5.3.5. Verschillen tussen wijken... 24 5.3.6. Vergelijking met andere gemeenten... 24 5.3.7. Conclusies en aanbevelingen... 24 5.3.8. Aandachtspunten... 24 6. PRIORITEITEN...26 6.1. Bestuurlijke prioriteiten... 26 6.2. Politie DAS... 26 6.3. Wettelijke taken... 27 7. PRIORITEITEN...28 7.1. Uitgangspunten bij communicatie over veiligheid... 28 7.1.1. Reëel invalhoek... 28 7.1.2. Integrale aanpak... 28 7.1.3. Gedeelde verantwoordelijkheid... 28 7.1.4. Kernboodschap... 28 7.1.5. Zichtbaarheid van beleid... 28 7.2. Doelstellingen veiligheidscommunicatie... 29 7.2.1. Voldoende informeren... 29 7.2.2. Betrekken burgers, bedrijven en organisaties... 29 7.2.3. De perceptie van veiligheid verbeteren... 29 LIJST VAN AFKORTINGEN...30 Tabellen Figuur 1: Cirkeldiagram Standaard beleidsproces nieuwe stijl... 8 Figuur 2: Tabel De bestuurlijke veiligheidsketen... 12 Figuur 3: Tabel Veiligheidsthema s en -velden... 14 Figuur 4: Tabel De 9 belangrijkste Deurnese objectieve veiligheidsindicatoren... 16 Figuur 5: Tabel Samenstelling en de positie van de stuurgroep IVB... 19 Figuur 6: Tabel Budgetomschrijving IVB 2008... 20 Figuur 7: Grafiek Deurnese ontwikkeling van de objectieve veiligheidsproblemen... 23 Figuur 8: Beeldmerk Veilig Deurne... 28 4

1. INLEIDING 1.1. Inleiding Veiligheid is op dit moment één van de meest besproken onderwerpen in onze samenleving en is in deze bestuursperiode een belangrijk beleidsonderdeel. In het regeerakkoord 1 is veiligheid één van de zes pijlers. De burger eist waarborgen voor sociale en fysieke veiligheid. Dit vraagstuk vraagt om een integrale, daadkrachtige en programmatische aanpak. In Deurne wordt veiligheid op een integrale wijze aangepakt waarbij de gemeente de regierol heeft. Voor het integraal veiligheidsbeleid (IVB) wordt een vaste beleidscyclus van planning, programmering en evaluatie gevolgd. 1.2. Landelijke ontwikkelingen 1.2.1. Beleidsprogramma Samen werken samen leven In het Beleidsprogramma Kabinet Balkenende IV: Samen werken samen leven 2 zet het kabinet de komende 4 jaren in op 6 pijlers. De vijfde pijler Veiligheid, stabiliteit en respect, maar ook de vierde pijler Sociale samenhang zijn voor het lokale veiligheidsbeleid van belang. In de vijfde pijler zijn tal van maatregelen aangekondigd waardoor Nederland veiliger moet worden. Zo wordt ingezet op: het bevorderen van respect; de aanpak van agressie, geweld, diefstal en criminaliteit tegen ondernemingen; de aanpak van overlast en verloedering; het verbeteren van de identiteitsvaststelling, technologie en informatie-uitwisseling; de bestrijding van ernstige criminaliteit; de bestrijding van terrorisme en het tegengaan van radicalisering; een effectievere organisatie van de veiligheidsketen; verbetering van de crisisbeheersing en rampenbestrijding. Voor veiligheid is er een sterke relatie met de terreinen jeugd en wijkaanpak in de vierde pijler, Sociale Samenhang. 1.2.2. Veiligheid begint bij voorkomen De regering heeft zichzelf als doel gesteld dat in 2010 de criminaliteit en overlast in Nederland met 25% moet zijn afgenomen ten opzichte van 2002. Met het project Veiligheid begint bij Voorkomen 3, opvolger van het veiligheidsprogramma Naar een veiliger samenleving 4 wil het kabinet dit doel bereiken. Het project Veiligheid begint bij Voorkomen gaat uit van een integrale werkwijze, met acties van lokaal bestuur en de rijksoverheid. Om het gestelde doel te bereiken worden maatregelen om geweld, (jeugd-) criminaliteit, recidive, asociaal gedrag, overlast en verloedering te voorkomen, geïntensiveerd. De politie zal de opsporing van geweldplegers verder versterken en een bijdrage leveren aan het voorkomen van geweldsmisdrijven. Wat betreft de jeugd wordt de persoonsgerichte aanpak versterkt en krijgt ook de risicojeugd meer aandacht van de politie. Ten slotte wordt de criminaliteitsaanpak versterkt, onder meer door specifieke programma s gericht op zowel de verbetering van de kwaliteit van de opsporing als op de zware en georganiseerde criminaliteit. Om overlast en verloedering tegen te gaan is er een actieplan Overlast en Verloedering, maatregelen ter intensivering van de lokale aanpak 5 ontwikkeld. Het actieplan is gericht op alle gemeenten en is onderdeel van het project Veiligheid begint bij Voorkomen. Het actieplan richt zich op aanvullende maatregelen met betrekking tot: Overlast van jongeren; Uitgaansoverlast; Overlast in woon- en leefomgeving; Verloedering van de fysieke woon- en leefomgeving. 1 Het regeerakkoord tussen CDA, PvdA en Christenunie van 7 februari 2007. 2 Op 14 juni 2007 presenteerden minister-president Balkenende en de vice-minister-presidenten Bos en Rouvoet het Beleidsprogramma 2007-2011. Het programma is de concrete uitwerking van het coalitieakkoord. 3 Het project Veiligheid begint bij Voorkomen van november 2007 van de ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 4 Het Veiligheidsprogramma Naar een veiliger samenleving van oktober 2002 van de Ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. 5 Het actieplan Verloedering en overlast en verloedering van 10 maart 2008 van diverse ministeries. 5

Om deze doelen te bereiken heeft het Kabinet vanaf 2007 circa 300 miljoen euro extra beschikbaar gesteld voor de aanpak van openbare orde en veiligheid. Voor Deurne betekent dit een verhoging van het gemeentefonds met 185.000, te besteden aan veiligheid. 1.2.3. Bestuursakkoord Rijk en gemeenten Het bestuursakkoord Samen aan de slag 6 loopt van 2007 tot 2011 en gaat ervan uit dat krachtige gemeenten de basis vormen van een slagvaardige overheid. Uitgangspunt is: Decentraal wat kan, centraal wat moet. Gemeenten krijgen dus meer beleidsvrijheid en financiële ruimte. Verder wordt de bestuurlijke drukte teruggebracht en wordt de bestuurskracht van gemeenten versterkt. In het bestuursakkoord zijn afspraken gemaakt op de terreinen sociale veiligheid en preventie en verbetering van de brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing. Zo is onder andere afgesproken dat: - afspraken gemaakt worden over de bijdrage van gemeenten aan het bereiken van de Rijksdoelstelling op het gebied van jeugd en veiligheid, overlast, (huiselijk) geweld en wijkveiligheid; - wordt vastgesteld welke ondersteuning moet worden geboden aan gemeenten om de kwaliteit en de uitvoering van het lokale veiligheidsbeleid te verbeteren; - de gemeentelijke regierol op veiligheidsgebied wettelijk wordt vastgelegd; - eind 2009 de rampenbestrijding en crisisbeheersing op orde zijn. Daarbij wordt specifiek ingezet op het verbeteren van de brandweerzorg en de ontwikkeling van veiligheidsregio s. 1.2.4. Wetsvoorstel regierol gemeenten De ministerraad heeft ingestemd met een wetsvoorstel 7 waarin is bepaald dat de gemeenten de regie krijgen over het veiligheidsbeleid binnen de gemeentegrenzen. De gemeenten stellen daartoe eens in de 4 jaar een integraal veiligheidsplan vast. Daarin staan de doelen en prioriteiten van het lokale veiligheidsbeleid, wat de gemeente daaraan gaat doen en wat de gemeente van andere organisaties verwacht. Het integraal veiligheidsbeleid kan per gemeente verschillen, omdat de lokale situatie verschilt. Het wordt dan ook niet voorgeschreven wat in een integraal veiligheidsplan moet staan. 1.3. Kernbeleid Veiligheid Het Kernbeleid Veiligheid, handreiking voor gemeenten 8, helpt de gemeenten te komen tot ontwikkeling of actualisatie van het IVB. Veel aandacht gaat daarbij uit naar het vormgeven van de regierol van de gemeente en daarbinnen de kaderstellende taak van de gemeenteraad in het duale bestel. Het Kernbeleid Veiligheid is een methode om in samenwerking met de betrokken partners de veiligheidsthema s binnen de veiligheidsvelden te benoemen. De methode bestaat uit 4 delen. Deel A is het 12- stappenplan, deel B zijn de 20 beleidsvragen, deel C zijn de gemeentelijke veiligheidsthema s en deel D bevat achtergrondinformatie. De handreiking van de VNG is voor een groot deel bepalend geweest voor de opzet en inhoud van de bestaande en nieuwe kadernota IVB. Gelet op de resultaten van het bestaande IVB is de methode voor een beperkt deel gevolgd. De inhoud sluit wel helemaal aan bij het Kernbeleid Veiligheid. 1.4. Regionale aanpak Binnen de regio Zuidoost Brabant heeft integrale veiligheid ook de nodige aandacht. Vanuit het Regionaal College is een aantal bestuurlijke werkgroepen geformeerd die een bepaald veiligheidsonderwerp uitwerken en met een advies aan het Regionaal College voorleggen. Ook is er een regionaal budget voor de uitvoering van deze veiligheidsonderwerpen gevormd van 0,25 per inwoner. Binnen de thema s veelplegers, risicojeugd en relationeel geweld wordt via het Veiligheidshuis te Helmond zoveel mogelijk samengewerkt. In het Driehoeksoverleg 9 is afgesproken om de aanpak en de inhoud van het IVB binnen de politieafdeling Deurne, Asten en Someren (DAS) zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen en samen te werken. Het IVB van de DAS-gemeenten zijn zoveel mogelijk op elkaar afgestemd, waarbij er ruimte is gelaten voor de invulling van specifieke lokale veiligheidsproblemen. 6 Over het bestuursakkoord Samen aan de slag tussen het Rijk en gemeenten hebben minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelatie en de VNG op 4 juni 2007 overeenstemming bereikt. 7 Het wetsvoorstel is gedaan op voorstel van minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en minster Hirsch Ballin van Justitie. 8 Kernbeleid Veiligheid, Handreiking voor gemeenten van juni 2003 van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. In 2006 is het rode boekje aangepast en is uitgegroeid tot een boek. De veiligheidsthema s zijn aangescherpt en er is meer aandacht voor de uitvoeringsfase. 9 Het Driehoeksoverleg bestaat uit de burgemeesters van de gemeenten Deurne, Asten en Someren, de officier van justitie en de politiechef van de afdelingen Gemert-Laarbeek en DAS en de afdelingsleiding van DAS. 6

1.5. Raadsopdracht De gemeenteraad heeft de volgende raadsopdracht 10 (1.4.) geformuleerd: actualiseer op het einde van de looptijd de huidige Kadernota Integrale Veiligheid voor de periode 2009 t/m 2012. Uitgangspunt daarbij is dat de huidige integrale benadering van veiligheid, openbare orde en rampenbestrijding dient te worden gecontinueerd (raadsopdracht 1.1.), waarbij: de regierol van de gemeente nader wordt verdiept; de ketenaanpak bij veiligheid dient te worden versterkt met een signalerende rol voor de ketenpartners; bijzondere aandacht uitgaat naar sociale en verkeersveiligheid. 1.6. Masterplan Het conceptmasterplan Dynamiek op maat 11 dient als zelf- en doelbewuste blik op de identiteit en toekomst van Deurne. Het masterplan heeft expliciete doelen op 5 thema s die de Deurnese maatschappij in al haar facetten bijeen brengt: 1. Samenleving; 2. Omgeving; 3. Wonen; 4. Werken; 5. Vrije tijd. Vanuit het raadsprogramma, bestaand beleid en relevante trends is een aantal randvoorwaarden voor het materplan geformuleerd: Veilig Deurne; Bereikbaar Deurne; Ruimtelijke kwaliteit in Deurne; Sociaal Deurne; Duurzaam Deurne. Binnen de 5 thema s is veiligheid een randvoorwaarde. Binnen de thema s samenleving en omgeving is veiligheid een doelstelling. De kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2009 t/m 2012 is in opdracht van de gemeenteraad en volgens het Kernbeleid Veiligheid ontwikkeld, waarbij rekening is gehouden met de landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen en prioriteiten. 7 10 Raadsopdracht 1.4. is afkomstig uit het Raadsprogramma en Uitwerking raadsopdrachten 2006-2010. 11 Het masterplan voor Deurne Dynamiek op maat, toekomst en strategie van april 2008 is in samenwerking tussen Buck Consultants International en de beleidsontwikkelaars van Deurne opgesteld. Het masterplan is nog niet vastgesteld door de gemeenteraad en we spreken daarom nog van een concept.

2. BELEIDCYCLUS INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID 2.1. Beleidscyclus IVB In het plan van aanpak voor de actualisatie van het IVB 12 zijn de veiligheidsproducten en de beleidscyclus van het IVB vastgelegd. Door het volgen van deze cyclus komen dualisme, integraliteit en resultaatgericht werken tot zijn recht. Het onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid is aan de bestaande beleidcyclus toegevoegd. De vernieuwde beleidscyclus van het IVB bestaat uit: 1. Het ontwikkelen van een strategische beleidsnota integraal veiligheidsbeleid met een looptijd van 4 jaar; 2. Het jaarlijks opstellen van een operationeel integraal veiligheidsprogramma, waarin alle concrete veiligheidsprojecten en -maatregelen met doelstelling voor het komende jaar zijn beschreven; 3. Het jaarlijks evalueren van het integraal veiligheidsprogramma, waarin de voortgang en de resultaten van de projecten en maatregelen worden geëvalueerd; 4. Het jaarlijks actualiseren van de lokale veiligheidsmonitor, waarin de objectieve effecten van het IVB zichtbaar worden; 5. Het om de 2 jaar houden van het onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid naar de beleving van veiligheid onder de inwoners van Deurne; 6. Een beleidsmatige evaluatie na de looptijd van de beleidsnota IVB. Deze beleidscyclus sluit naadloos aan op het onderstaande beleidsproces nieuwe stijl. 2.2. Beleidsproces Het standaard beleidsproces nieuwe stijl 13 kent de volgende deelprocessen: Kaderstelling; Programmering en constatering; Procesontwerp; Monitoring en bijsturing. (interactieve) beleidsvorming; Het gaat hier om een cirkel en een herhalend proces. Monitoring en bijsturing blijven nodig en zorgen voor een interactief proces. In beginsel is de werkrichting met de klok mee. Mocht blijken dat eerder in het proces iets niet goed is gegaan is het beter om een stapje terug te maken. Het is een open systeem. Invloeden van buiten kunnen naar binnen en andersom. Dit beleidproces is bij de ontwikkeling van de eerste kadernota IVB 2005 t/m 2009 al doorlopen. Het gaat nu om het actualiseren van de kadernota waarbij de deelprocessen niet volledig worden doorlopen. Het beleidsproces wordt gevormd door de verschillende veiligheidsproducten maar kan ook worden toegepast bij de ontwikkeling en uitvoering van de veiligheidsmaatregelen en -projecten. 8 Figuur 1: Cirkeldiagram Standaard beleidsproces nieuwe stijl 12 Plan van aanpak Het startschot voor de actualisatie van het integraal veiligheidsbeleid voor de gemeente Deurne is op 30 september 2003 door de gemeenteraad vastgesteld. 13 De bouwstenen van het beleidsproces nieuwe stijl zijn ontwikkeld door cjconsult.

2.3. Kaderstelling door de kadernota Integraal Veiligheidsbeleid Bij het deelproces kaderstelling gaat het vooral om het verkennen van de beoogde maatschappelijke effecten van een beleidsprobleem en het verkrijgen van een (duale) opdracht van de gemeenteraad. Het vertrekpunt van kaderstelling is het moment dat een maatschappelijk probleem wordt omgezet in een beleidsprobleem. De volgende stap is het opstellen van een startnotitie of een plan van aanpak. Deze notitie geeft de hoofdlijnen van het beleidsprobleem weer, welke oplossingsrichtingen er zijn en waar het college rekening mee dient te houden. Het gaat hier echter om het actualiseren van de bestaande kadernota IVB, waarbij het niet nodig is om de deelprocessen volledig te doorlopen. De kaders voor deze kadernota zijn in 2003 door de gemeenteraad vastgesteld in het plan van aanpak. Nu heeft de raad voor de actualisatie van het IVB een raadsopdracht geformuleerd, waarbij de huidige integrale benadering van veiligheid, openbare orde en rampenbestrijding dient te worden gecontinueerd. Op 1 maart 2005 heeft de gemeenteraad de kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2005 t/m 2008 met als titel Zonder beleid geen regie en zonder regie geen beleid vastgesteld. In de kadernota IVB zijn de begrippen integraal en veiligheidsbeleid omschreven en zijn de veiligheidsthema s en de deelnemers aan het IVB benoemd. Daarnaast is de visie op en de ambitie van het IVB beschreven. De bestaande kadernota is gericht op het bundelen van zaken en het voortzetten van het bestaande beleid. In het huidige beleid zijn verbeteringen aangebracht, zoals het stellen van prioriteiten, het versterken van de integraliteit en ketenaanpak, het resultaatgericht werken, het zoeken van interne en externe samenwerkingsverbanden en de organisatorische borging van het veiligheidsbeleid. Door middel van de voorliggende kadernota IVB 2009 t/m 2012 met als titel Meer dan de som der delen is voldaan aan de raadsopdracht en de kaderstellende rol van de gemeenteraad. De raad stelt de kadernota vast en geeft het college de opdracht om het beleid door middel van een uitvoeringsprogramma met als titel 1 + 1 = 3 te operationaliseren. 2.4. Procesontwerp met behulp van Kernbeleid Veiligheid Het procesontwerp verwijst in de kern naar het opzetten van een beleidsproces dat aansluit bij de resultaatverantwoordelijkheid van de portefeuillehouder. Het IVB is vooral een proces dat zowel bestuurlijk als ambtelijk en op uitvoeringsniveau tot stand komt. De bestaande en nieuwe kadernota IVB zijn tot stand gekomen met behulp van de methode Kernbeleid Veiligheid. Deze methode van het Kernbeleid is voor de ontwikkeling van de nieuwe kadernota IVB maar beperkt gebruikt, omdat het gaat om het actualiseren van het IVB. De kernbeleidmethode gaat uit van een onderscheid tussen kadernota, uitvoeringsprogramma s, monitoring en evaluatie. De kadernota bevat de hoofdlijnen van het beleid en geldt in principe voor een periode van 4 jaar. In het uitvoeringsprogramma staan de details, acties, planning, middelen en capaciteit voor het komende jaar. De uitvoering wordt jaarlijks geëvalueerd. De evaluatie en de monitoring maken het mogelijk om bij te sturen waar dat nodig is. 2.5. Interactieve beleidsvorming De beleidsontwikkeling gebeurt altijd interactief. Dat wil zeggen samen met anderen, zowel met actoren binnen als buiten de gemeentelijke organisatie. Veiligheidsbeleid is facetbeleid en loopt door alle sectoren van de gemeentelijke organisatie heen. De betrokken bestuurders en medewerkers zijn betrokken bij de ontwikkeling van het IVB of onderdelen (projecten of maatregelen) daarvan. De belangrijkste externe veiligheidspartners hebben zitting in de stuurgroep IVB en zijn daarmee permanent betrokken bij het IVB of de uitvoering van veiligheidsmaatregelen en -projecten. Op 18 september 2008 is de commissie Bestuur en Veiligheid (B&V), door middel van een prioriteitensessie, betrokken bij de vorming van het IVB. De commissie heeft op een interactieve manier de prioriteiten van de veiligheidsthema s bepaald. Twee keer per jaar wordt de commissie B&V structureel betrokken bij het IVB. In het voorjaar worden het evaluatieverslag van het uitvoeringsprogramma, de veiligheidsmonitor, het onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid en het jaarverslag van de politie aan de raadscommissie voorgelegd. Op basis van deze stukken kan de commissie zich een beeld vormen van de ontwikkelingen en de prioriteiten stellen voor het komende jaar. In het najaar wordt het uitvoeringsprogramma IVB samen met het activiteitenplan van de politie DAS voor het komende jaar aan de commissie B&V voorgelegd. De commissie kan dan controleren of de juiste prioriteiten zijn gesteld. 9

2.6. Programmering en contracttering door het uitvoeringsprogramma IVB Programmering verwijst naar het opstellen van een concreet uitvoeringsplan voor de implementatie van wat eerder is vastgesteld door de raad. Bij contracttering gaat het om de stappen die betrekking hebben op beleidsgestuurde contractfinanciering. Het IVB wordt jaarlijks vertaald in een uitvoeringsprogramma IVB. Het doel van het uitvoeringsprogramma IVB is: het jaarlijks operationaliseren van het IVB. Hierdoor ontstaat er samenhang tussen beleid en uitvoering. In het uitvoeringsprogramma zijn binnen de veiligheidsvelden en -thema s de concrete veiligheidsprojecten en maatregelen voor het komende jaar beschreven. Elke activiteit wordt in het kort omschreven. Daarna wordt puntsgewijs het volgende aangegeven: de doelstelling van de maatregel; het beoogde resultaat van de maatregel; wie de actie uitvoert; de prioritering van de maatregel; wanneer de maatregel uitgevoerd wordt; kwantitatieve capaciteit; de plaats van de maatregel binnen de veiligheidsketen; de samenwerking tussen partners; de status van de maatregel; de relatie met andere maatregelen; de extra kosten. Aan het uitvoeringsprogramma is een matrix en een planning van alle veiligheidsmaatregelen gekoppeld. Deze matrix vormt de samenvatting van alle activiteiten. Veiligheidsproblemen en de aanpak daarvan is geen statisch geheel, maar vraagt om een dynamische benadering. Ook tijdens de looptijd kunnen maatregelen aan het programma worden toegevoegd. Het uitvoeringsprogramma wordt jaarlijks door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld en aan de commissie B&V voorgelegd. De commissie controleert of het programma aansluit op het beleidskader. Daarbij wordt ook naar de bestuurlijke prioriteiten en financiën gekeken. 2.7. Monitoring door de veiligheidsmonitor Bij de monitoring gaat het om de vorderingen van de realisatie van de beoogde maatschappelijke effecten. De input voor deze duale terugkoppeling wordt gevormd op basis van eerdere afspraken in het kader van de programmering en contrattering. In 2003 is voor het eerst de veiligheidsmonitor voor Deurne ontwikkeld. Binnen de soorten van onveiligheid 14 werd de objectieve veiligheidssituatie op wijk- en kernniveau vanaf 1999 beschreven. Jaarlijks wordt de veiligheidsmonitor geactualiseerd met de objectieve cijfers over het voorafgaande jaar. De veiligheidsmonitor 2004 is aangepast aan de indeling in veiligheidsvelden en thema s 15 uit het Kernbeleid Veiligheid. Door het hanteren van dezelfde indeling is het mogelijk om de effecten van het beleid te meten en de resultaten van de maatregelen inzichtelijk te maken. De veiligheidsmonitor wordt elk jaar door het college vastgesteld en aan de commissie B&V voorgelegd. De commissie krijgt op deze manier inzicht in de objectieve ontwikkelingen en kan de prioriteiten voor het komende jaar bijstellen. 2.8. Monitoring door het onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid In 2005 is het onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid 16 (L&V) onder de inwoners van Deurne gehouden. Deze enquête naar de subjectieve veiligheid is gekoppeld aan het Woningmarktonderzoek en heeft betrekking op 14 wijken en kernen van de gemeente. Het onderzoek van 2005 moet gezien worden als een nulmeting. Het onderzoek L&V geeft niet alleen inzicht in de veiligheidsbeleving op wijkniveau, maar ook in de tevredenheid over sociale kwaliteit van woning en woonomgeving, de voorzieningen in de buurt, de betrokkenheid van inwoners bij hun wijk en woonwensen en in welke mate de inwoners participeren in de samenleving. In 2007 is het onderzoek L&V herhaald. Hierdoor worden de effecten van het IVB op de beleving van veiligheid zichtbaar. Het onderzoeksrapport L&V wordt door het college vastgesteld en om de 2 jaar aan de commissie B&V aangeboden. 14 Soorten van onveiligheid: criminaliteit, overlast, verkeer, calamiteiten, milieu en fysieke en externe veiligheid. 15 De veiligheidsvelden zijn: Veilige woon- en leefomgeving, Bedrijvigheid en veiligheid, Jeugd en veiligheid, Fysieke veiligheid en Integriteit en veiligheid. 16 Het onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid is in september 2005 gehouden door de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente Helmond en in maart 2006 in een onderzoeksrapport gepresenteerd. 10

2.9. Bijsturen door het evaluatieverslag van het uitvoeringsprogramma Bijsturen heeft betrekking op doen we dingen goed en doen we de goede dingen. De uitvoering van de maatregelen moet regelmatig geëvalueerd worden. Dit maakt het mogelijk om bij te sturen waar dat nodig is. Evaluatie van de uitvoering vindt in elk geval plaats aan het einde van het jaar waarvoor het uitvoeringsprogramma is opgesteld. De uitkomsten van de evaluatie vormen de input voor het uitvoeringsprogramma voor het volgende jaar. De evaluatie van het uitvoeringsprogramma IVB is op dezelfde manier beschreven als het programma. Hierdoor is het mogelijk om een vergelijking te maken tussen planning en uitvoering. Het evaluatieverslag wordt door het college vastgesteld en aan commissie B&V voorgelegd. De commissie kan dan beoordelen of het veiligheidsbeleid volgens de gemaakte afspraken is uitgevoerd en of het beschikbaar gestelde geld goed is uitgegeven. Door het volgen van een vaste beleidscyclus met vooraf bepaalde beleidsproducten weten zowel de ambtelijke medewerkers en de betrokken partners als het bestuur wat en wanneer van hen verwacht wordt en ontstaat er draagvlak voor het beleid en de uitvoering daarvan. 11

3. INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID 3.1. Inleiding Integrale veiligheid zijn 2 begrippen die allebei ruim uitgelegd kunnen worden. Het is belangrijk om beide begrippen af te bakenen, zodat iedereen weet wat onder het IVB in Deurne wordt verstaan. 3.2. Integraal De integrale aanpak van het veiligheidsbeleid wordt vrijwel altijd gekenmerkt door 3 S en: systematiek, samenhang en samenwerking 17. 3.2.1. Systematiek Zoals bij elke vorm van beleid is het doorlopen van een zekere beleidscyclus ook bij veiligheidsbeleid van belang. Er moet inzicht verkregen worden in de veiligheidssituatie en -risico s, maak een goede inventarisatie en analyse, stel prioriteiten, formuleer maatregelen of projecten en voer deze uit, evalueer en stuur bij (het stappenplan). Deze systematiek geldt zowel voor de ontwikkeling van het veiligheidsbeleid als voor de uitvoering van de maatregelen. 3.2.2. Samenhang De meeste vormen van onveiligheid zijn niet met één maatregel te bestrijden. Meestal is een aantal maatregelen nodig. Deze dienen onderling te zijn afgestemd (interne samenhang), maar ook op activiteiten die vanuit andere beleidsterreinen worden ondernomen (externe samenhang). Tegelijkertijd kunnen voor een optimaal resultaat maatregelen in de verschillende schakels van de veiligheidsketen worden genomen: van pro-actie tot nazorg. Ook hier geldt dan weer dat de acties met elkaar in evenwicht dienen te zijn. De veiligheidsketen bestaat uit vijf schakels: pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg. Door de systematiek van de veiligheidsketen ontstaat de vereiste samenhang tussen de maatregelen. Er is een noodzaak van evenwicht in de veiligheidsketen en het streven naar een optimale synergie van maatregelen in de sfeer van preventie en repressie. Uit de praktijk is gebleken dat preventie en repressie aanvullend op elkaar moeten werken. Als preventieve maatregelen niet gevolgd worden door repressieve acties is preventie vaak zinloos geweest. De kracht van de veiligheidsketen wordt daardoor bepaald door de zwakste schakel. 12 Figuur 2: Tabel De bestuurlijke veiligheidsketen De bestuurlijke veiligheidsketen Schakels Omschrijving Voorbeeld Pro-actie Preventie Preparatie Repressie Nazorg Het hanteren van een beleidscyclus of stappenplan. Het voorkomen van directe oorzaken van onveiligheid. De daadwerkelijke voorbereiding op de bestrijding van mogelijke aantastingen van de veiligheid. De bestrijding van onveiligheid en de verlening van hulp in acute noodsituaties. Alles wat nodig is om zo snel mogelijk terug te keren naar de normale verhoudingen. Het maken van een nota, programma of plan van aanpak om op een integrale wijze de onveiligheid aan te pakken. Het doorvoeren van preventieve maatregelen in een bepaald gebied, zoals buurtpreventie. Het opleiden en oefenen. Daadwerkelijke inzet van politie, brandweer en andere hulpdiensten. Het evalueren van veiligheidsprojecten en als gevolg daarvan bijstellen. 3.2.3. Samenwerking Aan veiligheid kan door heel veel uiteenlopende instanties een bijdrage worden geleverd. In de praktijk is dit onontbeerlijk. Gemeentelijke sectoren, politie, brandweer, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven, individuele burgers en Openbaar Ministerie hebben allen een stukje van het veiligheidsbeleid in te vullen. 17 De 3 S en benadering is afkomstig uit Gids voor Veiligheid deel 1, 99 vragen over veiligheid en hun antwoorden van maart 1988 van Ministerie van Binnenlandse Zaken.

3.2.4. Regierol Het realiseren van de 3 S en vraagt om regie. Het gemeentebestuur is het meest aangewezen om deze regierol te vervullen, omdat veiligheidsbeleid een kerntaak van het openbaar bestuur is en de gemeente een centrale positie inneemt. De gemeente is in staat om zowel intern als extern de veiligheidspartners aan te sturen en is verantwoordelijk voor de beleidsvoering. Een essentiële daad van regie is het opstellen van een integrale veiligheidsnota. Via deze nota kan de gemeente communiceren welke doelen zij wil bereiken en hoe zij deze samen met haar partners wil bereiken. Er zijn verschillende niveaus en theorieën over het voeren van regie. Regie kan gevoerd worden op: inhoud, proces en netwerk. Binnen het veiligheidsbeleid wordt de regie gevoerd vanuit regietypen: afhankelijk van de doorzettingsmacht, het beleidskader en de visie 18. Daarmee zit de regie vooral op de inhoud van het beleid. In een aantal gevallen is de regie op het proces van toepassing. De integraliteit van het veiligheidsbeleid wordt altijd gekenmerkt door de 3 S en: systematiek, samenhang en samenwerking, waarbij er sprake is van een gemeentelijke regievoering op de inhoud en beleid. 3.3. Veiligheid Veiligheid is een zeer ruim begrip. Het kan variëren van veiligheid op de werkvloer (Arbo) tot het voorkomen en bestrijden van een ramp. In deze paragraaf wordt bepaald wat in Deurne verstaan wordt onder veiligheid. 3.3.1. Lokaal veiligheidsbeleid De lokale overheid staat het dichtst bij de burgers en heeft het beste zicht op de door hun inwoners ervaren objectieve en subjectieve veiligheid. De veiligheidsproblemen manifesteren zich allereerst in gemeenten en op dit niveau kan het beste maatwerk geleverd worden. Daardoor is de gemeentelijke overheid ook de eerst aangewezen bestuurslaag om invulling te geven aan het door de burgers zo gewenste veiligheidsbeleid. 3.3.2. Facetbeleid Bij de ontwikkeling van het lokaal veiligheidsbeleid moet in het oog worden gehouden dat veiligheid in een breed kader gezien moet worden. Veiligheid is een totaalproduct, zoals sociale, externe en verkeersveiligheid. De gemeente kan dit totaalproduct aanbieden. Hiertoe dient een samenhangend veiligheidsbeleid ontwikkeld te worden, waarbij inspanningen van de verschillende sectoren gezamenlijk de veiligheid waarborgen. Het bovenstaande impliceert dat veiligheid niet binnen een enkele sector of afdeling onder te brengen is. Veiligheidsbeleid loopt door alle afdelingen van de gemeentelijke organisatie heen en is als facetbeleid aan te merken. 3.3.3. Objectieve en subjectieve veiligheid Er moet onderscheid gemaakt worden tussen objectieve en subjectieve veiligheid. Het eerste begrip staat voor de feitelijke kans dat zich een gebeurtenis voordoet die de veiligheid aantast, bijvoorbeeld doordat men slachtoffer wordt van diefstal of een verkeersongeval. Objectieve veiligheid kan onder meer gemeten worden op basis van het aantal gepleegde misdrijven en geregistreerde ongevallen. Subjectieve veiligheid staat voor de beleving van de kans op aantasting van de veiligheid, of de beleving van veiligheid of onveiligheid. Het is vaak deze laatste vorm van onveiligheid die het welbevinden van de burgers het meeste beïnvloed. De subjectieve veiligheid wordt niet alleen door de objectieve veiligheid beïnvloed. Het is om deze reden dat in het veiligheidsbeleid apart aan de subjectieve veiligheid aandacht wordt besteed. Subjectieve veiligheid is veel moeilijker te meten. Het veiligheidsbeleid is facetbeleid en loopt dwars door de gemeentelijke organisatie heen, is gericht op de objectieve en subjectieve veiligheid en dient lokaal ingevuld te worden, waarbij rekening gehouden wordt met landelijke en regionale ontwikkelingen. 18 Partners+Pröpper (in opdracht van Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), Lokale regie uit macht of onmacht? Onderzoek naar de optimalisering van de gemeentelijke regiefunctie, Vught, april 2004. 13

3.4. Veiligheidsthema s Om het werkbaar te maken en om onveiligheden snel te kunnen onderkennen en bestrijden is veiligheid opgedeeld in een aantal thema s. De onderverdeling is afkomstig uit het Kernbeleid Veiligheid van de VNG. In totaal worden 30 veiligheidsthema s op 5 veiligheidsvelden onderscheiden. Het overzicht is niet compleet. In de gemeente kunnen andere aspecten binnen de velden centraal staan. Ook kunnen bepaalde maatregelen onder verschillende thema s ondergebracht worden. Doordat gemeenten deze indeling gaan hanteren worden de veiligheidsthema s op dezelfde manier binnen Nederland afgebakend en is er een onderlinge vergelijking mogelijk. De gemeenten Asten en Someren hanteren ook deze indeling. Door het hanteren van de veiligheidsvelden en -thema s uit het Kernbeleid Veiligheid wordt het begrip veiligheid in Deurne afgebakend. De indeling van het Kernbeleid Veiligheid wordt doorgevoerd in de veiligheidsmonitor, het uitvoeringsprogramma IVB en het evaluatieverslag van het programma. Hierdoor is het mogelijk om de effecten van het beleid en de uitgevoerde maatregelen te meten en ontstaat er samenhang tussen beleid en uitvoering. Figuur 3: Tabel Veiligheidsthema s en -velden VEILIGHEIDSTHEMA S Veiligheidsvelden Thema s Veilige woon- en leefomgeving Overlast Verloedering/kwaliteit woonomgeving Onveiligheidsgevoelens Huiselijk geweld Geweld op straat Woninginbraak Voertuigcriminaliteit Overige veel voorkomende vormen van criminaliteit Drugs- en alcoholoverlast 14 Bedrijvigheid en veiligheid Winkelcentra Bedrijventerreinen Uitgaan en overlast Toerisme en onveiligheid Grootschalige evenementen Jeugd en veiligheid Overlast gevende jeugdgroepen Criminele jeugdgroepen Alcohol en drugs Individuele criminele jongeren Veilig in en om de school 12-minners Fysieke en externe veiligheid Verkeersveiligheid Brandveiligheid Risico s gevaarlijke stoffen/externe veiligheid Risico s natuurrampen Risico s infectieziekten Integriteit en veiligheid Radicalisering Terrorisme Georganiseerde criminaliteit Organisatiecriminaliteit Bestuurlijke integriteit

Het begrip veiligheid wordt afgebakend door het hanteren van de veiligheidsvelden en -thema s uit het Kernbeleid Veiligheid. 3.5. Flankerende beleidsprocessen Flankerende beleidsprocessen van het IVB zijn interne en externe beleidsprocessen waarmee rekening gehouden wordt in het veiligheidsbeleid en waarin het veiligheidsbeleid doorwerkt. Het gaat bijvoorbeeld om het gemeentelijk jeugdbeleid en prostitutiebeleid maar ook het strategisch en operationeel beleid van de politie. De belangrijke flankerende beleidsprocessen zijn het: Jeugdbeleid; Reconstructiebeleid; Horecabeleid; Centrumvisie; Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersbeleid; Milieubeleid; Evenementenbeleid; Wmo-beleid; Lokaal gezondheidsbeleid; Woonwagenbeleid; Ouderenbeleid; Handhavingsbeleid; Onderwijsbeleid; Externe Veiligheidsbeleid; Volkshuisvestingsbeleid; Beleidsplannen van politie en OM; Toeristisch beleid; Beleid van provincie; Economisch beleid; Beleid van ministeries van BZK en Justitie. Bij veiligheid dient rekening gehouden te worden met de flankerende beleidsprocessen. 3.6. Definitie Het begrip integraal veiligheidsbeleid kan op basis van het vorenstaande als volgt gedefinieerd worden: Integraal veiligheidsbeleid is het op een systematische en samenhangende manier werken aan het behoud of verbetering van de lokale veiligheid in al haar facetten, onder regie van het lokale bestuur 19. 15 19 Definitie is afkomstig uit Gids voor veiligheid Deel 1, 99 vragen over veiligheid en hun antwoorden van het Ministerie van Binnenlandse Zaken van maart 1998.

4. VISIE EN AMBITIE 4.1. Inleiding De beleidscyclus, de veiligheidsproducten en de grenzen van het integraal veiligheidsbeleid zijn in de vorige hoofdstukken vastgelegd en benoemd. De vervolgstap is om te bepalen wat we willen bereiken met het IVB. 4.2. Doel kadernota IVB Integrale veiligheid is vooral een manier van werken. Het is een proces dat zowel bestuurlijk, maar ook op ambtelijk- en op uitvoeringsniveau in de praktijk tot stand moet komen. De integrale wijze waarop veiligheidsproblemen worden aangepakt is in deze nota vastgelegd. Het doel van de kadernota Integraal Veiligheidsbeleid is: Het aangeven van de contouren van het integraal veiligheidsbeleid voor de komende 4 jaar. 4.3. Beoogd effect Het beoogde effect van het integraal veiligheidsbeleid van Deurne sluit aan op de integrale aanpak van veiligheidsproblemen en bij trends uit de objectieve en subjectieve veiligheidsmonitor (hoofdstuk 5) en de bestuurlijke prioriteiten (hoofdstuk 6). Het beoogde effect van de nota IVB is: Zowel een objectieve als een subjectieve (sociaal) veilige woon-, leef-, werk- en uitgaansomgeving bieden aan de inwoners van de gemeente Deurne. 4.4. Indicatoren Uit het onderzoek L&V blijkt dat de inwoners van Deurne in 2007 een gemiddeld rapportcijfer van 7,4 geven voor de veiligheidsbeleving in hun buurt. Ten opzichte van 2005 is dat een stijging van 0,2. Het beoogde effect van het IVB wordt pas bereikt als de inwoners een ruime voldoende en een gemiddeld rapportcijfer van 7,5 geven voor de veiligheid in hun buurt. 16 De subjectieve indicator voor het beoogde effect is: Het gemiddelde rapportcijfer voor de beleving van veiligheid in de buurt moet minimaal 7,5 bedragen. In de objectieve veiligheidsmonitor is aan de meeste veiligheidsthema s een index gekoppeld. Deze index is het gemiddelde cijfer van een bepaald aantal voorafgaande jaren tot en met 1999. Het beoogde resultaat van de concrete maatregelen en projecten is dan ook gericht om beneden de index uit te komen. Binnen de veiligheidsvelden zijn in de objectieve veiligheidsmonitor de 9 belangrijkste indicatoren benoemd. Figuur 4: Tabel De 9 belangrijkste Deurnese objectieve veiligheidsindicatoren Veiligheidsvelden Objectieve indicatoren Index doel Veilige woon- en leefomgeving Bedrijvigheid en veiligheid Jeugd en veiligheid Incidenten van vernielingen Aangiften van woninginbraak Aangiften van mishandeling 480 104 92 432 94 83 Aangiften van bedrijfsinbraken 87 78 Incidenten van overlast jeugd 197 177

Fysieke en externe veiligheid Geregistreerde aanrijdingen met letsel Geregistreerde doorrijden na aanrijding Branden Loos alarm 78 120 78 71 70 108 70 64 Integriteit en veiligheid Geen kengetallen De objectieve indicatoren voor het beoogde effect zijn: Het resultaat van de 9 belangrijkste objectieve indicatoren dient na 4 jaar 10% beneden de index uit te komen. 4.5. Voortzetten huidig veiligheidsbeleid De gemeente is ervan overtuigd dat veiligheid tot op zekere hoogte beheersbaar en beïnvloedbaar is. Binnen Deurne wordt al heel veel gedaan op het gebied van veiligheid. Het gevoerde beleid en de uitgevoerde maatregelen hebben bijgedragen aan een veilige omgeving. De gemeente koestert de zaken die goed gaan en verbetert de dingen die niet goed gaan. De meerwaarde van de beleidscyclus en de nota IVB is dat alle instrumenten samenhangend in beeld worden gebracht en dat de maatregelen volgens de integrale aanpak uitgevoerd worden. De gemeenteraad heeft dan ook gekozen voor het actualiseren van het bestaande IVB, waarbij de huidige integrale benadering van veiligheid, openbare orde en rampenbestrijding gecontinueerd wordt. De maatregelen zijn niet uitputtend. Regelmatig zullen zich nieuwe veiligheids- en leefbaarheidsproblemen voordoen. In een aantal gevallen kan met de inzet van de bestaande middelen het probleem opgelost worden. Soms zijn nieuwe maatregelen nodig. In alle gevallen is maatwerk gewenst. De huidige integrale aanpak van het veiligheidsbeleid en het uitvoeren van de maatregelen wordt gecontinueerd. 17 4.6. Voorbeeldfunctie Op het gebied van veiligheid vervult de gemeente Deurne in de regio Zuidoost Brabant een trekkersen regierol. De beleidscyclus IVB van Deurne wordt uitgedragen in de regio en in het bijzonder naar de gemeenten Asten en Someren. Nieuwe initiatieven worden als best practice in de regio uitgezet, zoals het project Buurtbemiddeling in Deurne en het protocol Jeugd In Beeld 20. Deurne heeft de regie gevoerd als het gaat om het aansluiten van de Peelgemeenten 21 bij het meldpunt Huiselijk Geweld. Daarnaast heeft de coördinator openbare orde en veiligheid zitting in diverse regionale werkgroepen. Vervul in de regio Zuidoost Brabant een trekkersrol op het gebied van IVB. 4.7. Prioriteiten Alles kan niet tegelijk. Het is bijvoorbeeld te ambitieus om 2 grote leefbaarheidsprojecten naast elkaar te ontwikkelen en uit te voeren. Het risico bestaat dat beide projecten mislukken. Op basis van de trend uit de veiligheidsmonitor en het onderzoek L&V worden prioriteiten gesteld en speerpunten benoemd om de urgentie van de aanpak van veiligheidsproblemen aan te geven. Dit geeft ook duidelijkheid naar de andere partners, maar ook naar de inwoners. Iedereen weet dan wanneer bepaalde zaken te verwachten zijn. In hoofdstuk 6 worden de prioriteiten aangegeven. Deze prioriteiten worden vertaald in het uitvoeringsprogramma. Stel op basis van trends prioriteiten in de aanpak van leefbaarheids- en veiligheidsproblemen en benoem deze in het uitvoeringsprogramma. 20 Het protocol Jeugd In Beeld (JIB) is een stappenplan om de overlast van hangjongeren aan te pakken. Aan het protocol is een convenant gekoppeld om het uitwisselen van gegevens mogelijk te maken. Het protocol en convenant zijn 10 juni 2008 door het college vastgesteld. 21 Peelgemeenten: Helmond, Gemert-Bakel, Laarbeek, Deurne, Asten en Someren.

4.7. Organisatorische borging van beleid Dankzij een goede organisatorische borging blijft de integrale beleidsvoering in stand. Bijzonder aan het veiligheidsbeleid is het hoge facetgehalte. Een veelheid van partijen, afdelingen en gerelateerde beleidsprocessen is hier aan de orde. Dit stelt hoge eisen aan de inbedding en afstemming van het beleid. Juist bij veiligheidsbeleid is een doordachte bestuurlijke en organisatorische borging nodig. Lokaal veiligheidsbeleid vraagt om betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de burgemeester die verder gaat dan het invullen van zijn wettelijke verantwoordelijkheid voor het openbare orde- en veiligheidsbeleid. De burgemeester moet als bestuurlijke spil van het veiligheidsbeleid de bestuurlijke regisseursrol vorm geven. De bestuurlijke regisseursrol houdt in: het betrekken van wethouders; het betrekken van externe partners; het verkrijgen van permanent draagvlak in de commissie en raad. Daarnaast heeft de burgemeester als taak: bestuurlijke coördinator en bewaker van de voortgang van de projecten en maatregelen; het kiezen van de juiste maat; lokale aansturing van de politie. De burgemeester voert de bestuurlijke regie over het IVB. De centrale borging van het veiligheidsbeleid geschiedt via de coördinator integrale veiligheid. Deze ziet erop toe dat de verschillende beleidsontwikkelaars participeren, projecten invulling krijgen en dat de beleidsvoering aan de gang blijft. Hij is aanspreekpunt voor de portefeuillehouder en belast met het verkrijgen en analyseren van relevante informatie en het vertalen van de informatie in beleid. De coördinator is de aanjager van de diverse projecten in de gemeente die gericht zijn op veiligheid en leefbaarheid. Tenslotte is hij beleidsmatig verantwoordelijk voor de openbare orde, rampenbestrijding, horecabeleid en integrale, sociale en externe veiligheid. Door de coördinator integrale veiligheid en alle beleidsontwikkelaars onder te brengen binnen de beleidsafdelingen Leefbaarheid en Economie is een omgeving tot stand gebracht waarbinnen de organisatorische borging van beleid kan ontstaan. 18 De organisatorische borging van het veiligheidsbeleid vindt plaats via de coördinator integrale veiligheid en binnen de beleidsafdelingen Leefbaarheid en Economie. Samenwerken is één van de vereisten van het integraal werken. Het komt nog te vaak voor dat zowel binnen als buiten de gemeentelijke organisatie langs elkaar heen gewerkt wordt. Om dit te voorkomen moet er regelmatig overleg plaatsvinden tussen de belangrijkste deelnemers aan het IVB. Het structureel overleg is nodig om de samenwerking te garanderen, het integraal karakter vorm te geven en de interne en externe afstemming over het veiligheidsbeleid plaats te laten vinden. Hiervoor is de stuurgroep Integrale Veiligheid eind 2003 opgericht. De belangrijkste interne en externe veiligheidspartners hebben zitting in deze stuurgroep. Afhankelijk van het onderwerp kunnen andere partners aanschuiven. Door de vertegenwoordiging van de burgemeester en de portefeuillehouder zorg en jeugdbeleid in de stuurgroep ontstaat de politiek-bestuurlijke inbedding. Veiligheids- en leefbaarheidsproblemen worden aan de stuurgroep IVB voorgelegd, als er sprake is van: een beleidsmatige of bestuurlijke uitspraak; een integrale aanpak; regierol van de gemeente; externe communicatie; een financiële of personele investering. De coördinator openbare orde en veiligheid is ambtelijk secretaris van de stuurgroep IVB. Hij maakt in overleg met de partners de agenda. De burgemeester is portefeuillehouder openbare orde en veiligheid en is voorzitter van de stuurgroep IVB.

Figuur 5: Tabel Samenstelling en de positie van de stuurgroep IVB Stuurgroep Integrale Veiligheid (Beleidsgroep) Vergaderfrequentie 8 keer per jaar Vaste deelnemers Burgemeester, voorzitter Portefeuillehouder openbare orde en veiligheid Wethouder, vice voorzitter Portefeuillehouder zorg en jeugd Coördinator openbare orde en veiligheid Gemeente Beleidsmedewerker openbare orde en veiligheid Gemeente Hoofd afdeling Leefbaarheid Gemeente Brandweercommandant Gemeente Netwerkinspecteurs Politie Teamleider Leefbaarheid Bergopwaarts@BOW Coördinator Leefbaarheid Bergopwaarts@BOW Directeur SWD/AMW Op afroep Wethouder(s) Gemeente Afdelinghoofd Handhaving Gemeente Hoofd Beheer Openbare Ruimte (BOR) Gemeente Beleidsontwikkelaars en -medewerkers Gemeente en extern Communicatieadviseur Gemeente Externe adviseurs Extern Werkgroepen (Uitvoeringsgroepen) Opbouwwerker SWD Buurtbrigadier Politie Buurtbeheerder SWD Jongerenwerker SWD Medewerker Openbare Werken Gemeente Bergopwaarts@BOW Woningbouwvereniging Jongeren Doelgroep (Buurt)bewoners Doelgroep Organisatie of instelling Doelgroep Het IVB is zowel intern als extern geborgd door middel van de stuurgroep IVB. Coördinator dorps- en wijkraden 4.7. Effect- en resultaatgericht Het bestuur wil sturen op effecten van beleid in plaats van het resultaat. Dit betekent dat de raad het algemene doel of de visie van het beleid bepaalt. Het college bepaalt de afgeleide doelen en effecten. Aan de doelstellingen zijn resultaten gekoppeld, die weer gehaald moeten worden met inspanningen. Het effect van het IVB is dat Deurne veiliger wordt. Dit effect kan o.a. gehaald worden door het aantal fietsendiefstallen te verminderen. Een daling van het aantal fietsendiefstallen is het beoogde resultaat en kan resulteren in een veiliger gevoel. Het terugdringen van aantal fietsendiefstallen kan weer bereikt worden door het instellen van cameratoezicht. Camerabewaking is de inspanning die men moet leveren om het beoogde resultaat en effect te behalen. In de veiligheidsmonitor is aan de meeste veiligheidsthema s een index gekoppeld. De index is het beoogde resultaat van de concrete maatregelen. Het IVB is gericht op het sturen op effecten. De resultaten van de verschillende inspanningen moeten leiden tot het beoogde effect: een veilig Deurne. 19