Brussel, Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen (hierna WRR );



Vergelijkbare documenten
BERAADSLAGING RR Nr 26 / 2007 van 12 september 2007

BERAADSLAGING RR Nr 27 / 2007 van 12 september 2007

BERAADSLAGING RR Nr 25 / 2007 VAN 18 JULI 2007

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen cvba ontvangen op 27/06/2011;

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Sectoraal comité van het Rijksregister

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie ontvangen op 25/10/2011;

Gelet op de aanvraag van het Belgische Rode Kruis ontvangen op 11/10/2011;

Gelet op de aanvraag van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin ontvangen op 04/02/2011;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Inspectie RWO ontvangen op 12/09/2011;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Ondernemen, afdeling Inspectie Economie, ontvangen op 13/07/2009;

voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (RN/MA/2010/130)

Gelet op de aanvraag van de Federale Overheidsdienst Justitie, ontvangen op 07/05/2013;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van de Orde van Vlaamse Balies, ontvangen op 31/07/2015;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Agentschap Kind en Gezin ontvangen op 16 mei 2017;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

BERAADSLAGING RR Nr 28 / 2007 van 12 september 2007

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING Nr 02 / 2004 van 15 maart 2004

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Toezichtcommissie (ten behoeve van Vlabel) ontvangen op 21/01/2014;

BERAADSLAGING RR Nr 12 / 2006 van 24 mei 2006

Sectoraal comité van het Rijksregister

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Landmaatschappij ontvangen op 03/11/2011;

Gelet op de aanvraag van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontvangen op 15/10/2013;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

december 2007 tot uitbreiding van het machtigingsbesluit van 22 mei 2001;

Sectoraal comité van het Rijksregister

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn, ontvangen op 14/07/2014;

Sectoraal comité van het Rijksregister

Gelet op de aanvraag van de FOD Mobiliteit en Vervoer, ontvangen op 08/11/2013;

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Ondernemen, ontvangen op 09/12/2014;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 52 / 2005 van 21 december 2005

Gelet op de aanvraag van het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding ontvangen op 15/03/2012;

Gelet op de aanvraag van de Polder van het Land van Waas, ontvangen op 29/03/2016;

Gelet op de aanvraag van de FOD Mobiliteit en Vervoer ontvangen op 03/11/2011;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het comité");

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Betreft: aanvraag van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid tot uitbreiding van beraadslagingen nrs. 36/2008 en 01/2009 (RN/MA/2011/303)

Gelet op de herwerkte aanvraag van FAMIFED, ontvangen op 26/02/2018;

BERAADSLAGING RR Nr 27 / 2006 VAN 18 OKTOBER 2006

Sectoraal comité van het Rijksregister

Betreft: aanvraag van het Departement Financiën en Begroting tot aanpassing van de beraadslaging RR nr. 45/2009 van 15 juli 2009 (RN-MA )

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Sectoraal comité van het Rijksregister

Betreft: aanvraag van de Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn tot uitbreiding van de beraadslaging RR nr. 39/2007 (RN-MA )

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Zorg en Gezondheid ontvangen op 7 augustus 2017;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van de provincie Luik ontvangen op 11/02/2013;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 15 / 2007 van 23 mei 2007

Sectoraal comité van het Rijksregister. Beraadsiaging RR nr 62/2013 van 31 juli 2013

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het comité"); Gelet op de aanvraag van van de FOD Financiën, ontvangen op 23 maart 2017;

Gelet op de aanvraag van de FOD Mobiliteit en Vervoer ontvangen op 14/07/2011; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 20 oktober 2011;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 47 / 2005 van 30 november 2005

Gelet op de aanvraag van de Chef Defensie ontvangen op 23/08/2010; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 16 en 24/11/2010;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 51 / 2005 van 21 december 2005

Sectoraal comité van het Rijksregister

Betreft: aanvraag tot herziening van de beraadslaging RR nr. 34/2012 (RN-MA )

Gelet op de aanvraag van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur ontvangen op 24/02/2012; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 22/03/2012;

Emploi et Recherche (DG6) van de Service Public de Wallonie (SPW) (Directie Tewerkstelling en

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Ondernemen - Afdeling Economisch Ondersteuningsbeleid van de Vlaamse Overheid ontvangen op 19/10/2011;

Gelet op de aanvraag van Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest (CIBG), ontvangen op 18 januari 2016;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Energieagentschap ontvangen op 18/08/2017;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van VMSW en de e-ib ontvangen op 19/04/2012;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna: "WVP"), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Brussel, Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna het comité );

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Sectoraal comité van het Rijksregister. Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van het Beroepsinstituut van erkende boekhouders en fiscalisten, ontvangen op 19/03/2014;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming (AKOV) ontvangen op 15/06/2011;

Gelet op de aanvraag van het Fonds voor bestaanszekerheid van de metaalverwerkende nijverheid, ontvangen op 02/10/2014;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het comité");

Gelet op de bijkomende informatie, ontvangen op 18 mei, 5 en 9 juni 2015;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het comité");

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Energieagentschap ontvangen op 5 augustus 2016;

Gelet op de aanvraag van Agentschap Jongerenwelzijn, ontvangen op 26/10/2016;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 26 / 2005 VAN 6 JULI 2005

Gelet op de aanvraag van de Rijksdienst voor Pensioenen ontvangen op 03/06/2014;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Transcriptie:

KONINKRIJK BELGIE Brussel, Adres : Hoogstraat, 139, B-1000 Brussel Tel.: +32(0)2/213.85.40 E-mail : commission@privacycommission.be Fax.: +32(0)2/213.85.65 http://www.privacycommission.be COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER Sectoraal Comité van het Rijksregister BERAADSLAGING RR Nr 30 / 2007 van 12 september 2007 O. Ref. : SA2/RN/MA/2007/026 BETREFT : aanvraag van het Agentschap Vlaamse Belastingdienst om toegang te krijgen tot de informatiegegevens van het Rijksregister en om het identificatienummer ervan te gebruiken met het oog op de heffing van belastingen Het Sectoraal comité van het Rijksregister; Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen (hierna WRR ); Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP ), inzonderheid artikel 31bis; Gelet op het Koninklijk Besluit van 17 december 2003 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van bepaalde sectorale comités opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; Gelet op de aanvraag van het Agentschap Vlaamse Belastingdienst, ontvangen op 11 juli 2007 en de bijkomende informatie ontvangen op 19 juli 2007; Gelet op de aanvraag van het juridisch en technisch advies op 3 augustus 2007; Gelet op het verslag van de voorzitter; Beslist op 12 september 2007, na beraadslaging, als volgt: BER RR 30-2007- 1/10

I. VOORWERP VAN DE AANVRAAG ---------------------------------------------------------- De aanvraag heeft tot doel om: 1 het Agentschap Vlaamse Belastingdienst, hierna de aanvrager genoemd,: uitsluitsel te geven m.b.t. tot het verdere gebruik van de machtiging die bij koninklijk besluit van 30 januari 1998 tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen voor de Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, werd verleend aan de Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management ; toegang te verlenen tot de signalitieke gegevens ongeacht het register waarin de betrokkene is ingeschreven; toegang te verlenen tot de informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 10 en 13, WRR evenals tot de wijzigingen ervan met het oog op het heffen en innen van belastingen. 2 de onderaannemer van de aanvrager, de tijdelijke handelsvennootschap EDS-Telindus, een toegang te verschaffen tot alle gegevens die zijn opdrachtgever kan raadplegen. II. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG ----------------------------------------------------------- II.1. De Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd bij koninklijk besluit van 30 januari 1998 toegang verleend tot een aantal gegevens van het Rijksregister en gemachtigd om het identificatienummer ervan te gebruiken voor het doelmatiger berekenen en uitvoeren van betalingen en inningen, binnen het kader van de opdrachten van de bovenvermelde Administratie. De aanvrager werd opgericht bij besluit van de Vlaamse regering van 11 juni 2004 tot oprichting van het agentschap Vlaamse Belastingsdienst, opgericht als een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid (artikel 1). Zijn taken worden in artikel 3 als volgt omschreven: 1 de inning en invordering, met inbegrip van de inkohiering en de bezwaarafhandeling, van de Vlaamse belastingen, inbegrepen de belastingen, aangeduid als heffingen met uitzondering van de heffing op de waterverontreiniging, de heffing op de winning van grondwater, de milieuheffing op de verwijdering van afvalstoffen en de mestheffingen; 2 de uitoefening van de fiscale controle met betrekking tot deze belastingen met uitzondering van de in art. 3, 1 opgesomde heffingen; 3 het invorderen van niet-fiscale schuldvorderingen overeenkomstig het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren en het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor het Vlaams Gewest en de instellingen die eronder ressorteren; 4 het innen van retributies en bijzondere (sector)bijdragen voor zover deze taak door de Vlaamse Regering aan het agentschap werd toegewezen; BER RR 30-2007- 2/10

5 het leveren van de vereiste beleidsgerichte input aan het departement zodat het departement over alle nuttige informatie beschikt om effectief en efficiënt zijn rol te vervullen op het vlak van de beleidsvoorbereiding en -evaluatie en op het vlak van de ondersteuning van de minister bij de opvolging en de aansturing van de uitvoering van het beleid; 6 het uitreiken van attesten voor fiscale vrijstellingen en verminderingen voor zover deze taak niet door de Vlaamse Regering aan een ander beleidsdomein werd toegewezen. Wanneer men deze bepaling samen leest met deze van Hoofdstuk V van dit besluit, blijkt dat de aanvrager de taken van de Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management inzake fiscaliteit (bijvoorbeeld onroerende voorheffing, de heffing wegens leegstand, de vrijstelling van successierechten) en inning van niet-fiscale schuldvorderingen overnam. Hij moet dus voor deze taken als rechtsopvolger van deze Administratie beschouwd worden. In haar advies nr.14/2004 van 25 november 2004 oordeelde de Commissie dat indien een bepaalde dienst of instantie voor een welbepaalde finaliteit over een machtiging beschikt, diens rechtsopvolger voor dezelfde finaliteit geen nieuwe machtiging moet vragen. Dit betekent dat de aanvrager op basis van hoger vermeld koninklijk besluit - voor de erin vermelde doeleinden en overeenkomstig de erin opgelegde modaliteiten - beschikt over een toegang tot een aantal gegevens van het Rijksregister en hij het identificatienummer van het Rijksregister mag gebruiken. II.2. Uit de aanvraag blijkt ook dat de aanvrager vanaf 1 januari 2009 de verkeersbelasting zal vaststellen, innen en controleren. Dit maakte geen deel uit van het takenpakket van de rechtsvoorganger van de aanvrager zodat er dus geen sprake kan zijn van een taakovername in hoofde van deze laatste. Het is een zeer precies omlijnd doeleinde dat ontegensprekelijk onder de noemer doelmatiger berekenen en uitvoeren van betalingen en inningen (artikel 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 30 januari 1998) valt waarvoor de aanvrager, zoals hiervoor werd uiteengezet, over een toegang beschikt. Bijgevolg is het comité van oordeel dat het machtigingsbesluit van 30 januari 1998 ook geldt voor de verkeersbelasting, daar deze deel uitmaakt van het doeleinde waarvoor de machtiging werd verleend II.3. Uit de aanvraag blijkt dat de aanvrager toegang wenst tot de signalitieke gegevens ongeacht het register bevolkingsregister, vreemdelingenregister, diplomatieke registers, wachtregister - waarin de betrokkene is ingeschreven. Het comité vestigt er de aandacht op dat de signalitieke gegevens van een persoon die ingeschreven is in het wachtregister, zich in het Rijksregister bevinden 1, net zoals dat het geval is voor personen die ingeschreven zijn in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister. Als men beschikt over een machtiging om toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister - zoals in casu de aanvrager (zie punt II.1.) - heeft men toegang tot de signalitieke gegevens van alle personen die door artikel 2 WRR, geviseerd worden, dus ook diegene die in het wachtregister zijn opgenomen. Vanzelfsprekend kan de raadpleging slechts slaan op een persoon m.b.t. dewelke de aanvrager over een dossier beschikt. 1 Zie advies van de Commissie nr. 16/2004 van 25 november 2004. BER RR 30-2007- 3/10

II.4. De aanvrager vraagt tevens dat aan zijn onderaannemer, de Tijdelijke handelsvennootschap EDS-Telindus, eenzelfde machtiging zou verstrekt worden als diegene waarover hij beschikt. Die onderaannemer is een dienstverlener die ICT-diensten levert teneinde de aanvrager in staat te stellen zijn opdrachten te volbrengen met optimale ondersteuning van ICTmiddelen (zie punt 4.1. van de overeenkomst tussen de aanvrager en de onderaannemer van juni 2003). In dit contract is een specifieke passage opgenomen met betrekking tot het Rijksregister (punt 6.6.3.2.). Hieruit blijkt duidelijk dat de bevraging van het Rijksregister uitsluitend zal gebeuren door de personeelsleden van de aanvrager. De personeelsleden van de onderaannemer zullen met deze gegevens in aanraking komen - maar er niet zelf mee werken - naar aanleiding van onderhoudswerkzaamheden van het systeem of naar aanleiding van het ontwikkelen van progamma s en het oplossen van problemen die verband houden met de werking van het systeem en de programma s. Dit gebeurt telkens onder toezicht en verantwoordelijkheid van een personeelslid van de aanvrager. In de gegeven omstandigheden is het Comité van oordeel dat de onderaannemer zelf niet over een machtiging moet beschikken om zijn taken ten behoeve van de aanvrager te vervullen. II.5. Gelet op het feit de aanvrager, zoals hiervoor werd uiteengezet, reeds beschikt over een machtiging, kan het onderzoek van het comité zich voor het overige beperken tot het nagaan of de gevraagde toegang tot de gegevens vermelding van het register waarin de in artikel 2 bedoelde personen zijn ingeschreven en wettelijke samenwoning, proportioneel is in het licht van de doeleinden waarvoor aanvrager reeds over een toegang tot de andere gegevens van het Rijksregister beschikt. A. PROPORTIONALITEIT A.1. Ten overstaan van de gegevens A.1.1. De aanvrager wenst een uitbreiding van de toegang tot de informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 10 en 13, WRR te bekomen. De aanvrager merkt op dat een toegang tot vermelding van het register waarin de in artikel 2 bedoelde personen zijn ingeschreven hem informatie oplevert die pertinent is voor het uitvoeren van zijn taken. Ter illustratie vestigt hij de aandacht op: De aanduiding van het register is in sommige gevallen een aanduiding voor de toepassing van bepaalde fiscale gunstregimes inzake de verkeersbelastingen. Aan in België geaccrediteerde buitenlandse leden en personeelsleden van de ambassades en gezantschappen mag zonder meer vrijstelling worden toegestaan wat betreft de verkeersbelastingen (artikel 5 WIGB). Die vrijstelling geldt onder bepaalde voorwaarden eveneens voor de voertuigen gebruikt door buitenlandse consulaire agenten van beroep die in België geaccrediteerd zijn. De personen die ingeschreven zijn in het vreemdelingenregister worden in principe niet meer toegelaten tot de inschrijving bij de DIV onder het gewone stelsel, maar zij dienen een aparte tijdelijke inschrijving voor een nummerplaat aan te vragen. Deze tijdelijke inschrijving impliceert dat een aangifte moet worden gedaan bij een ontvangkantoor teneinde de onderwerping aan de verkeersbelasting mogelijk te maken. Een toetsing van de inschrijving in het vreemdelingenregister en de eventuele bewegingen in dit register nuttig zijn bij de beoordeling van de belastbaarheid en het organiseren van een eventuele controle op het terrein. Eenzelfde redenering geldt voor de personen ingeschreven in het wachtregister. BER RR 30-2007- 4/10

Voor de onroerende voorheffing geldt een vrijstelling van onroerende goederen die een vreemde staat heeft bestemd voor de huisvesting van zijn diplomatieke of consulaire zendingen of van culturele instellingen die zich niet met verrichtingen van winstgevende aard bezighouden (Com.IB 253/32-55). Deze vrijstelling geldt niet alleen voor de diplomatieke kanselarij van de Ambassade of de gebouwen van het consulaat, maar ook voor de ambtswoning van het hoofd van de diplomatieke of consulaire post. De wettelijke samenwoning brengt een aantal rechten en plichten met zich. Enerzijds zal iedere schuld die door een der wettelijk samenwonenden wordt aangegaan ten behoeve van het samenleven en van de kinderen die door hen opgevoed worden, de andere samenwonende hoofdelijk verbinden (artikel 1477, 4, Burgerlijk Wetboek). De belastingschulden behoren tot de schulden die op beide samenwonenden kunnen verhaald worden. Anderzijds kunnen zij genieten van bepaalde rechten inzake vermindering van belastingen, bijvoorbeeld in geval van handicap van een van beide. Het comité leidt hieruit af dat een toegang tot deze gegevens de aanvrager in staat stelt om het correcte bedrag van de belastingen vast te stellen en vervolgens tot de invordering en inning ervan jegens de betrokken belastingplichtige over te gaan. Een toegang tot de informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 10 en 13, WRR is in het licht van het opgegeven doeleinden, in overeenstemming met artikel 4, 1, 3, WVP. A.1.2. Er wordt tevens mededeling gevraag tot de opeenvolgende wijzigingen van deze gegevens. Voor de werkzaamheden van de aanvrager en de reglementaire bepalingen die hij daarbij moet toepassen is het noodzakelijk dat hij de wijzigingen die zich voordoen m.b.t. het register waarin een bepaalde persoon is ingeschreven kan volgen en dat hij het begin en het einde van een wettelijke samenwoning kan controleren, gelet op de weerslag ervan op de heffingen en belastingen. Het comité besluit dan ook dat een mededeling tot de opeenvolgende wijzigingen in overeenstemming is met artikel 4, 1, 3, WVP. A.2. Ten opzichte van de frequentie van de toegang en de duur waarvoor de toegang en het gebruik gevraagd worden A.2.1. Net zoals dit op basis van het machtigingsbesluit van 30 januari 1998 het geval is voor de andere gegevens, wordt voor de nieuwe gegevens enerzijds een permanente toegang tot de actuele informatiegegevens gevraagd en anderzijds een periodieke mededeling van de wijzigingen ervan voor wat de personen betreft die bij de aanvrager een dossier hebben. Het comité stelt vast dat, gelet op het feit dat de toegang tot de nieuwe gegevens wordt gevraagd voor dezelfde doeleinden als diegene vermeld in voornoemd machtigingsbesluit, het aangewezen is dat de modaliteiten van toegang tot de actuele gegevens en de mededeling van de wijzigingen identiek is. Een permanente toegang tot het actuele gegeven en de periodieke mededeling van de wijzigingen is dan ook gepast en in overeenstemming met het bepaalde in artikel 4, 1, 3, WVP. A.2.2. De toegang wordt gevraagd voor onbepaalde duur. Vermits de reglementaire bepalingen die gewag maken van de wettelijke samenwoning en die door de aanvrager moeten worden toegepast niet in de tijd beperkt zijn is een machtiging van onbepaalde duur gepast. (artikel 4, 1, 3 WVP). BER RR 30-2007- 5/10

A.3. Ten opzichte van de bewaartermijn De aanvrager signaleert dat hij de bewaartermijn van de gegevens moeilijk kan bepalen: in geval van betwisting van een belasting of een heffing, is het onmogelijk in te schatten hoelang het zal duren voordat de procedure is afgerond; een afgehandeld dossier wordt regelmatig als referentie gebruikt in hangende dossiers; er kan moeilijk voorspeld worden wanneer het verschuldigde bedrag volledig zal geïnd zijn. Het comité besluit hieruit dat de aanvrager de gegevens zal bijhouden zolang dit nodig is voor de doeleinden met het oog op dewelke hij bij deze gemachtigd wordt. Een aldus afgelijnde bewaartermijn voldoet aan de vereisten van artikel 4, 1, 5, WVP. A.4. Intern gebruik en/ of mededeling aan derden Volgens de informatie verstrekt in de aanvraag worden de gegevens en het identificatienummer in de eerste plaats intern gebruikt. Er zullen evenwel ook mededelingen aan derden gebeuren zoals: andere Vlaamse en federale overheidsdiensten die betrokken zijn bij de operationele afhandeling van de dossiers waarvoor de aanvrager bevoegd is; notarissen, gerechtsdeurwaarders, advocaten en wettelijk gemandateerden die professioneel als gemandateerde optreden voor hetzij de aanvrager,n hetzij de belastingplichtige. Het comité merkt op dat in de mate dat de mededeling de toepassing/uitvoering van wettelijke of reglementaire bepalingen moet mogelijk maken, deze als aanvaardbaar kan bestempeld worden. Voor wat de eventuele mededeling van het identificatienummer aan derden betreft, moet de aanvrager erover waken dat dit slechts gebeurt voor zover de betrokken derde over een machtiging beschikken om dit nummer te gebruiken en dit kadert in de doeleinden met het oog op dewelke zij gemachtigd werden om dit nummer te gebruiken. A.5. Netwerkverbindingen Op basis van het machtigingsbesluit van 30 januari 1998 (artikel 5) mag de aanvrager het identificatienummer gebruiken in zijn betrekkingen met : 1 de houder van het nummer of zijn wettelijke vertegenwoordiger; 2 de openbare overheden die ingevolge artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983 zelf machtiging hebben verkregen om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken en die optreden tot uitoefening van hun wettelijke en reglementaire bevoegdheden. Er worden ook netwerkverbindingen voorzien met de overheden/instanties: Kadaster; Kruispuntbank der ondernemingen; Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid; Dienst inschrijving voertuigen; Bestuur der Luchtvaart; Dienst Maritiem Transport; Algemene Dienst Pensioenen; Departement Leefmilieu; BER RR 30-2007- 6/10

Departement ruimtelijke ordening; De sociale huisvestingsmaatschappijen; Departement onderwijs Notarissen Gerechtsdeurwaarders. Digipolis Graydon Bij het realiseren van een netwerkverbinding met deze overheden/ instanties moet de aanvrager erover waken dat: deze overheden/ instanties beschikken over een machtiging die hen toelaat het identificatienummer te gebruiken in hun relaties met overheden die eveneens over een dergelijke machtiging beschikken; het gebruik van het nummer zich situeert binnen de taken waarvoor de machtiging werd verleend; wanneer de uit te wisselen gegevens afkomstig zijn uit het Rijksregister, kunnen ze slechts uitgewisseld worden met een overheid/ instantie die eveneens gemachtigd is om toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister; hij over een machtiging van het bevoegde sectoraal comité beschikt voor wat betreft de gegevens die aan de hand van het identificatienummer zullen uitgewisseld worden; wanneer de gegevens die aan de hand van het identificatienummer zullen uitgewisseld worden, niet onderworpen zijn aan een machtiging moet erover gewaakt worden dat deze gebeurt met inachtneming van de bepalingen van de WVP, inzonderheid artikel 4, 1, 2 en 3. D. BEVEILIGING D.1. De consulent inzake informatieveiligheid De identiteit van de consulenten inzake informatieveiligheid werd meegedeeld. Uit de informatie die de aanvrager verstrekte blijkt dat de betrokkenen respectievelijk ICTmanager en programmamanager zijn. De voorgestelde personen lijken over de nodige capaciteiten te beschikken voor het uitoefenen van de functie. Ze maken deel uit van de staf van de administrateur-generaal van het departement wat hen normaal de nodige onafhankelijkheid geeft bij het uitoefenen van de functie van veiligheidsconsulent. Het comité merkt echter op dat een consulent inzake informatieveiligheid o.a. moet waken over de informaticaveiligheid. De functies die de betrokkenen uitoefenen zijn in beginsel onverenigbaar met deze van consulent omdat dit er zou op neerkomen dat zij zichzelf zou moeten controleren. In het licht hiervan wenst het comité dat de aanvrager (een) andere persoon (personen) als consulent inzake informatieveiligheid voorstelt. BER RR 30-2007- 7/10

D.2. Het informatieveiligheidsbeleid Uit de door de aanvrager meegedeelde stukken blijkt dat hij over een veiligheidsbeleid beschikt evenals over een plan in toepassing ervan. Het comité heeft er akte van genomen. D.3. Personen die toegang hebben tot de informatiegegevens en lijst van deze personen De personeelsleden van de aanvrager die betrokken zijn bij de operationele processen in het kader van de inning en invordering van de Vlaamse Belastingen alsook het ICTpersoneel dat instaat voor de technische verwerking van de aangeleverde brongegevens, zullen over een toegang tot het Rijksregister beschikken en het identificatienummer ervan gebruiken. Zoals voorgeschreven door artikel 12 WRR, moet de aanvrager een lijst opstellen waarop de personen vermeld worden die toegang hebben tot het Rijksregister. Deze lijst zal voortdurend geactualiseerd en ter beschikking van het comité gehouden worden. De betrokken personen moeten daarenboven een schriftelijke verklaring ondertekenen waarin zij zich ertoe verbinden de veiligheid en het vertrouwelijk karakter van de informatiegegevens waartoe zij toegang krijgen, te bewaren. OM DEZE REDENEN, Het comité 1 bepaalt dat het Agentschap Vlaamse Belastingdienst als rechtsopvolger van de Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap kan genieten van de machtiging, verleend bij koninklijk besluit van 30 januari 1998 tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen voor de Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap; 2 preciseert dat deze machtiging de signalitieke gegevens betreft van alle personen die zijn opgenomen in de in artikel 2 WRR vermelde registers 3 breidt dit machtigingsbesluit uit en machtigt het Agentschap Vlaamse Belastingdienst voor onbepaalde duur en onder de voorwaarden bepaald in deze beraadslaging om permanent toegang te hebben tot de informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 10 en 13, WRR evenals om periodiek de mededeling van de wijzigingen ervan te bekomen. Deze uitbreiding zal evenwel slechts uitwerking krijgen nadat het comité op basis van de door de gemachtigde verstrekte stukken en inlichtingen heeft vastgesteld dat een andere consulent inzake informatieveiligheid werd aangesteld die de nodige waarborgen biedt. BER RR 30-2007- 8/10

4 bepaalt dat wanneer het comité aan het Agentschap Vlaamse Belastingdienst een vragenlijst met betrekking tot de informatieveiligheidstatus toestuurt, deze laatste deze lijst waarheidsgetrouw moet invullen en terugbezorgen aan het comité. Het comité zal de ontvangst bevestigen en behoudt zich het recht voor om, indien daartoe aanleiding bestaat, te reageren. 5 wijst het meer gevraagde af De administrateur, De voorzitter, (get.) Jo BARET (get.) Mireille SALMON BER RR 30-2007- 9/10