Inhoud. Woord vooraf XII. 1 Consumenten 9



Vergelijkbare documenten
GA AAN DE SLAG MET DE ONLINE STUDIEHULP

Economie Vandaag 2017

Hoofdstuk 1 Wat is economie en hoe denken economen? 15

Modulefiche. Begincompetenties Geen voorkennis vereist. Eindcompetenties. Modulenummer + Naam module: B1 Bedrijfsbeheer. Datum: 25 januari 2012

INHOUDSTAFEL OVERZICHT

Modulefiche. Naam module: Bedrijfsbeheer (A3) Datum: 1 september 2012 ECONOMIE. Begincompetenties: Geen

Inhoud. 1 Inleiding. Markt of overheid. 1 wat is economie? 11 Productiefactoren 11 Schaarste en welvaart 12 2

Deel I Omgevingsfactoren en micro-economie 1

Inhoud. deel 1 omgevingsfactoren en micro-economie

Inhoud. Woord vooraf... v Tabellen... xxi Figuren... xxv HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BESCHOUWINGEN WAT IS ECONOMIE? BEHOEFTEN...

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

Kiezen Theorieles 1 1 Schriftelijke toets

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 5 opgaven en omvat 20 vragen.

Lever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling.

Examenprogramma economie vwo

Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10

UNIFORM EINDEXAMEN VWO 2015

Examenprogramma economie havo/vwo

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR

= de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land.

0 INHOUDSOPGAVE A 1 CONSUMENTEN 5

Tweede graad Derde graad Algemene economie Derde graad Bedrijfswetenschappen Thema 1: De kern van ondernemen

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5 en 6

Examenprogramma economie havo

Economie: meerkeuzevragen

1 De onderneming en algemene economie 15

Domein D: markt. 1) Nee, de prijs wordt op de markt bepaald door het geheel van vraag en aanbod.

Domein D: markt (module 3) havo 5

Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen

0.2. De productiefactoren * Vrije goederen: ook niet-schaarse goederen, ze zijn in de natuur zo overvloedig aanwezig dat de

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI UUR UUR

! "# $ $# $ # De sollicitanten moeten uitdrukkelijk ten laatste op 1 november 2004 volgende deelnemingsvoorwaarden vervullen :

Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen heeft 5 opgaven en omvat 21 vragen.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART UUR

Samenvatting Economie Module 2

Werking en stand van zaken van het bottom-upmodel

Examen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-I

200% Economie voor het vmbo Kerndoelen per leerjaar

4. Welke uitspraak is fout? In het Solow-groeimodel leidt technologische achteruitgang tot:

Samenvatting Economie Toetsweek 2

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI UUR

Inleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1

Samenvatting Economie Consument en Producent

De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN. Categorie Vraag & Antwoord

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Samenvatting Economie

De kleine Economie voor Dummies. Sean Masaki Flynn, PhD

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei uur

Opdracht 1 Macro-economie [30p]

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn:

Examen VWO. Economie 1,2 (nieuwe stijl)

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Samenvatting Economie Hoofdstuk

Hoofdstuk 1. Lesbrief Kopen en werken

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

MINISTERIE VAN ONDERWIJS WETENSCHAP EN CULTUUR

Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie. Prof. Dr. Jan Bouckaert december 2015

thema 2: 2.3 Hebben landen baat bij de vestiging van buitenlandse ondernemingen? 2.4 Stimuleert de overheid de internationale handel?

Het HERMREG-project De modellering van de regionale economieën

Domein D: markt (module 3) vwo 4

Katern 2 Markten en welvaart

Module 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 5 opgaven en omvat 20 vragen.

De bouwstenen van een geglobaliseerde economie

Economie. Inhoudstabel

Dit is het overzicht van de studiestof van het vak Grondslagen Micro-Economie. Het betreft hier een overzicht van de verplichte literatuur.

Economisch principe (met opgegeven middelen een maximale behoeftenbevrediging bereiken)

Studieplanner Periode 1 Klas: V3 Vak: economie

bruto inkomen (per persoon)

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 en 5

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II

Samenvatting Economie Module 2, 3, 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 17 t/m 23

I. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2.

Landenanalyse H4. Week 1 Landenrisico

Samenvatting Economie Hoofdstuk 10 Een klein binnenland, een groot buitenland

Samenvatting Economie Internationale Handel

Eindexamen vwo economie II

Examen HAVO en VHBO. Economie 1,2 oude en nieuwe stijl

Module 4. aanvulling theorie pag. 2. opgaven uit werkboek.. pag. 12 *** oefenopgaven. pag. 13 ***

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten)

EUROPESE SAMENWERKING

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Hoofdstuk 3: Vraag en Aanbod

H2: Economisch denken

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

1. De productiemogelijkhedencurve van een land verschuift naar boven. Waardoor kan dit verklaard worden?

Opbouw van de Europese Monetaire Unie

ECONOMIC TOEGELICHT. Marc De Clercq. Zestiende editie. Hl intersentia Antwerpen - Cambridge

6 Geaggregeerde vraag en geaggregeerd aanbod

Het cyclische herstel ombuigen in duurzame en inclusieve groei. Gouverneur Jan Smets NBB jaarverslag 2017

Extra opgaven hoofdstuk 13

Transcriptie:

Inhoud Woord vooraf XII 0 Inleiding 1 0.1 Het doel van de economische wetenschap 2 0.1.1 Behoefte 2 0.1.2 Schaarse middelen 2 0.1.3 Nuttigheid en keuzeprobleem 3 0.1.4 Welvaart en welzijn 4 0.2 De productiefactoren 4 0.3 De methode 6 0.4 De ceteris paribus-clausule 6 0.5 Micro-, meso- en macro-economie 7 Wat moet je weten 8 Wat moet je kunnen 8 1 Consumenten 9 1.1 De keuze van de optimale goederencombinatie 10 1.1.1 De preferenties 10 1.1.2 Budget en prijzen 12 Het opstellen van de budgetlijn 12 Gevolgen van inkomensveranderingen 13 Gevolgen van prijsveranderingen 14 1.2 De prijsvraagcurve 16 1.2.1 De afleiding van de individuele vraagcurve 16 1.2.2 Een beweging langs de individuele vraagcurve 17 1.2.3 Verschuivingen van de individuele vraagcurve 18 Veranderingen in het inkomen 18 Veranderingen in de preferentieschaal 19 Veranderingen in de prijs van andere goederen 20 1.2.4 De collectieve of marktvraagcurve 22 1.3 De elasticiteit van de vraag 24 1.3.1 De prijselasticiteit van de vraag 24 1.3.2 De kruiselingse prijselasticiteit van de vraag 29 1.3.3 De inkomenselasticiteit van de vraag 30 1.4 Het consumentengedrag in België 33 1.4.1 Het bestedingspatroon van de Belgische particulieren 33 Evolutieschets van de particuliere consumptie 2002-2008 34 Het bestedingspatroon van de Belgische gezinnen: een vergelijkende studie 35 1.4.2 Het spaargedrag van de Belgische particulieren 37 Begrip 37 Factoren die het spaargedrag van de gezinshuishoudingen bepalen 38 Factoren bepalend voor het spaargedrag op lange termijn 38 Factoren bepalend voor het spaargedrag op korte termijn 39 Verloop van de spaarquote van de Belgische huishoudens 2002-2008 40 1.5 Meting van de prijzen Het indexcijfer der consumptieprijzen 40 1.5.1 Voorwaarden waaraan het indexcijfer als prijsmeter moet voldoen 41 1.5.2 Het indexcijfer der consumptieprijzen 45 I

Wat moet je weten 48 Wat moet je kunnen 49 Opgaven 50 2 Producenten 53 2.1 De bepaling van de optimale productiegrootte 54 2.1.1 Het kostenverloop 55 Het productieverloop of het verloop van de fysieke productie 55 De productiekosten 58 De totale constante kosten 58 De totale variabele kosten 59 De totale kosten 61 De gemiddelde en marginale kosten 62 2.1.2 Het opbrengstenverloop 65 2.1.3 De optimale productiegrootte bij volkomen concurrentie (= evenwicht van de producent) 68 2.2 De afleiding van de aanbodcurve 71 2.2.1 De individuele aanbodcurve 71 2.2.2 Een beweging langs de individuele aanbodcurve 73 2.2.3 Verschuivingen van de individuele aanbodcurve 74 2.2.4 De collectieve of marktaanbodcurve 75 2.3 De breakevenanalyse 77 2.4 De prijselasticiteit van het aanbod 79 Wat moet je weten 82 Wat moet je kunnen 83 Opgaven 84 3 Prijsvorming 87 3.1 Markt en marktvormen 88 3.2 De volkomen concurrentie 89 3.2.1 Kenmerken 89 3.2.2 Het marktevenwicht bij volkomen concurrentie 90 3.2.3 Dynamische vraag- en aanbodrelaties (= spinnenwebtheorema) 93 3.3 De onvolkomen concurrentie 94 3.3.1 Het monopolie 95 Kenmerken 95 Het evenwicht van de monopolist 96 3.3.2 Het oligopolie 101 Kenmerken 101 Het evenwicht van de oligopolist 102 3.3.3 De monopolistische concurrentie 104 Kenmerken 104 Het evenwicht van de monopolistische concurrent 104 3.4 Het prijsbeleid in België 106 3.4.1 Het rechtstreeks overheidsingrijpen op het gebied van prijsvorming 106 3.4.2 Bijzondere prijsregelingen 108 Wat moet je weten 108 Wat moet je kunnen 109 Opgaven 110 II

4 Macro-economische grootheden 113 4.1 De economische kringloop 114 4.2 De berekening van de economische activiteit 115 4.2.1 Bruto en netto 115 4.2.2 Tegen marktprijzen en tegen factorprijzen 120 4.2.3 Nationaal en binnenlands 122 4.3 Het reële en het nominale bbp 126 4.4 Het bbp als maatstaf voor onze welvaart 127 4.5 De nationale rekeningen 128 4.5.1 De praktijk 128 4.5.2 De betekenis van de nationale rekeningen 128 4.6 Een evolutieschets van de Belgische economie 2002-2008 129 4.6.1 De oorsprong van het bruto binnenlands product volgens de activiteitsklasse 129 4.6.2 De verdeling van het bruto binnenlands product over de productiefactoren 129 4.6.3 De besteding van het bruto binnenlands product 130 De particuliere consumptie 131 De overheidsconsumptie 132 De brutokapitaalvorming 132 De investeringen van vennootschappen 132 De particuliere investeringen 133 De overheidsinvesteringen 133 De netto-uitvoer 133 Wat moet je weten 135 Wat moet je kunnen 135 Opgaven 136 5 Nationaal inkomen en werkgelegenheid 139 5.1 De hoogte van het nationaal inkomen 140 5.1.1 De macro-economische consumptie- en spaarvergelijking 140 5.1.2 De investeringsvergelijking 141 5.1.3 Het evenwichtsinkomen 142 5.1.4 Wijziging van de consumptie- en/of investeringsneiging 144 Wijziging van de consumptieneiging 144 Wijziging van de investeringsneiging 145 5.1.5 De investeringsmultiplicator 146 5.1.6 De accelerator 149 5.2 De werkgelegenheid 150 5.2.1 De hoogte van het nationaal inkomen en de tewerkstelling 150 5.2.2 De werkloosheid: soorten en oorzaken 154 5.2.3 De evolutie van de werkloosheid 2002-2008 156 Het aanbod van arbeidskrachten 156 De vraag naar arbeidskrachten 158 De werkloosheid over de periode 2002-2008 163 5.2.4 Bestrijding van de werkloosheid 168 5.2.5 Het Belgisch werkgelegenheidsbeleid 169 5.2.6 Concurrentievermogen, loonvorming en innovatie 171 Concurrentievermogen 171 Loonvorming 172 Het principe van de Belgische loonindexering 173 10 jaar centrale akkoorden voor de bepaling van de loonnorm 175 Innovatie 176 III

Wat moet je weten 178 Wat moet je kunnen 179 Opgaven 180 6 Geld, monetair beleid en inflatie 183 6.1 Het geld 184 6.1.1 Functies van het geld 184 6.1.2 De historische ontwikkeling van het geld 184 Het chartaal geld 184 De munten (= metaalgeld) 184 Het papiergeld 186 Het giraal geld 188 Het quasi-geld 190 6.1.3 Geldsubstitutie - geldschepping 191 6.1.4 Het monetaire evenwicht 194 6.2 De monetaire politiek van het eurosysteem 195 6.2.1 Doelstelling en taken 195 6.2.2 De monetaire beleidsinstrumenten 197 De openmarktoperaties 197 De permanente faciliteiten 200 De monetaire reserve 200 6.3 Het inflatieverschijnsel 201 6.3.1 Begrip 201 6.3.2 Oorzaken van inflatie 202 Conjuncturele oorzaken van inflatie 202 Structurele oorzaken van inflatie 202 Monetaire oorzaken van inflatie 203 6.3.3 Gevolgen van inflatie 204 6.3.4 Bestrijding van inflatie 205 6.3.5 De inflatie 2002-2008 206 6.3.6 Deflatie? 208 Wat moet je weten 210 Wat moet je kunnen 210 Opgaven 211 7 Internationaal betalingsverkeer 213 7.1 De wisselmarkt 214 7.1.1 Begrip 214 7.1.2 De hoogte van de wisselkoers 216 De vraag naar en het aanbod van vreemde valuta s 216 Factoren die de vraag naar en het aanbod van vreemde valuta s bepalen 217 7.1.3 Wisselkoerssysteem 221 7.1.4 De evolutie van het internationale monetair systeem 225 Het Bretton Woods-systeem 225 De ineenstorting van het internationale muntstelsel 226 Het Europees Monetair Stelsel (= EMS) 227 Van EMS naar EMU 227 De Economische en Monetaire Unie 228 1999 en later 228 Argumenten pro en contra EMU 229 De euro: waardige tegenspeler van de Amerikaanse greenback? 230 IV

Het Stabiliteits- en Groeipact 231 EMS-II 233 7.2 De betalingsbalans 234 7.2.1 Begrip 234 7.2.2 De deelrekeningen van de betalingsbalans van België 235 Het lopend verkeer 236 Het kapitaal- en financieel verkeer 238 7.2.3 De betalingsbalans van de eurozone 240 7.2.4 Oorzaken van een betalingsbalansonevenwicht 240 Oorzaken van conjuncturele aard 240 Oorzaken van structurele aard 241 Oorzaken van toevallige aard 241 7.2.5 De gevolgen van een betalingsbalansonevenwicht 242 7.2.6 Het herstel van het evenwicht op de betalingsbalans 245 Volgens de klassieke leer (= prijsbenadering) 245 Volgens de keynesiaanse leer (= inkomensbenadering) 245 Volgens de moderne theorie 245 Het voeren van een aangepaste handelspolitiek 246 Het voeren van een aangepast monetair, budgettair, productie- en/of inkomensbeleid 246 Het devalueren van de nationale munt 246 7.3 Mondiale samenwerking: internationaal betalingsverkeer 247 7.3.1 Het Internationaal Monetair Fonds 247 7.3.2 De Wereldbank (World Bank) 249 7.4 Internationale beleidscoördinatie 250 Wat moet je weten 252 Wat moet je kunnen 253 Opgaven 253 8 Internationaal handelsverkeer 255 8.1 Betekenis en beschrijving van het Belgische handelsverkeer 256 8.1.1 Internationale context 256 De invoer- en de uitvoerquote 257 De openheidsgraad 257 8.1.2 De buitenlandse handel van België 2002-2008 258 Globale resultaten 258 Geografische oriëntaties van de buitenlandse handel van België 260 Sectorale oriëntaties van de buitenlandse handel van België 261 De nettoruilvoet (= terms of trade) 262 8.2 De werking van het systeem van vrij internationaal handelsverkeer 262 8.2.1 De theorie van A. Smith: absolute kostenverschillen 263 8.2.2 De theorie van D. Ricardo: relatieve kostenverschillen 264 8.2.3 De voordelen van de internationale vrijhandel 265 8.2.4 Grenzen aan de internationale vrijhandel 266 8.3 Handelspolitiek 268 8.3.1 Tarifaire belemmeringen 268 8.3.2 Niet-tarifaire belemmeringen 268 8.4 Mondiale samenwerking: internationaal handelsverkeer 269 8.4.1 De Wereldhandelsorganisatie (WTO) 269 Van GATT... 269... naar WTO 270 V

8.4.2 De United Nations Conference on Trade and Development (Unctad) 272 8.4.3 De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) 273 8.5 Vormen van economische integratie 273 8.5.1 Vrijhandelszone 274 8.5.2 Douane-unie 275 8.5.3 Gemeenschappelijke markt 275 8.5.4 Economische unie 276 8.6 Ontwikkelingslanden 280 8.6.1 Enkele kenmerken van ontwikkelingslanden 280 8.6.2 Een aantal oorzaken van het lager ontwikkelingstempo van veel ontwikkelingslanden 287 Koloniale uitbuiting en politiek-economische dominantie van de rijke industrielanden 287 Politieke instabiliteit inclusief een slecht functionerend openbaar bestuur 287 Ontbreken of onvoldoende beschikbaar zijn van een of meer productiefactoren 287 8.6.3 Evolutie in het ontwikkelingsbeleid 289 8.6.4 De officiële ontwikkelingshulp (DAC-leden) 290 8.6.5 De Millenniumontwikkelingsdoelstellingen van de VN 292 Wat moet je weten 294 Wat moet je kunnen 295 Opgaven 296 9 Conjunctuur, groei en milieu 297 9.1 De conjunctuur 298 9.1.1 Beschrijving 298 De conjunctuurbeweging 298 Indicatoren van de economische activiteit 299 Het bbp 299 Andere conjunctuurindicatoren 300 9.1.2 Verklaring 303 Exogene verklaringen 303 Endogene verklaringen 304 9.1.3 De conjunctuurpolitiek 305 9.2 De economische groei 306 9.2.1 Begrip 306 9.2.2 Determinanten van de groeibeweging 306 9.2.3 De voor- en nadelen van de economische groei 307 9.2.4 Duurzame ontwikkeling: groei en milieu 307 9.2.5 Het milieubeleid 312 Milieuinstrumenten 312 Nationaal en regionaal milieubeleid 313 Internationaal milieubeleid 314 Wat moet je weten 319 Wat moet je kunnen 319 Opgaven 320 10 Overheid 321 10.1 Inleiding 322 10.2 Doelstellingen van de economische politiek 323 10.3 Vormen van economische politiek 326 VI

10.4 De overheidsfinanciën 327 10.4.1 De overheidsbegroting 327 10.4.2 Het budgettair beleid (= fiscal policy) 328 10.4.3 De overheidsuitgaven 330 Begrip 330 Een terugblik 331 Recente evolutie 331 De vergrijzing 333 Armoede 335 10.4.4 De ontvangsten van de overheid 340 Begrip 340 Een terugblik 340 Recente evolutie 341 10.4.5 Het financieringssaldo van de overheid 342 Begrip 342 Een terugblik 343 Evolutie sinds begin de jaren tachtig 343 10.4.6 De overheidsschuld en het rentesneeuwbaleffect 346 Samenstelling van de overheidsschuld 346 Een terugblik 346 Recente evolutie 347 Wat moet je weten 349 Wat moet je kunnen 350 Opgaven 351 Oplossingen 353 Lijst van symbolen 357 Lijst van afkortingen 359 Lijst van figuren 363 Lijst van tabellen 366 bronnenlijst 367 Enkele nuttige internetsites 376 Index 378 Fotoverantwoording 385 VII

woord vooraf Economie Vandaag is een handboek Algemene Economie voor het Hoger Onderwijs dat als voornaamste uitgangspunt heeft een brug te slaan tussen economische theorie en actualiteit. In dit boek verwerft de student op een gestructureerde wijze kennis van en inzicht in het economisch leven en zijn samenhangen. Het boek is gestructureerd rond tien belangrijke kernthema s: Consumenten Producenten Prijsvorming Macro-economische grootheden Nationaal inkomen en werkgelegenheid Geld, monetair beleid en inflatie Internationaal betalingsverkeer Internationaal handelsverkeer Conjunctuur, groei en milieu Overheid Door de brede aanpak wordt het boek in een brede waaier aan professionele en academische bacheloropleidingen gebruikt. Economie Vandaag: modulair In het snel veranderende landschap van het hoger onderwijs dienen keuzes te worden gemaakt, ook en vooral in een opleidingsonderdeel Economie. Het is niet mogelijk en niet wenselijk alles te behandelen. Uit de jarenlange ervaring blijkt dat sommige docenten bv. meer de nadruk leggen op een micro-economische aanpak, anderen willen een macro-economische weg inslaan. Afhankelijk van de voor de specifieke opleiding geformuleerde leerdoelstellingen kan men hierbij minder ver of nog verder gaan. In sommige opleidingen kunnen grafieken en berekeningen achterwege gelaten worden. De modulaire opbouw van het handboek Economie Vandaag komt hieraan tegemoet. Ieder onderdeel staat op zich. De docent kan zelf kiezen welke onderdelen hij wel of niet uitgebreid wenst te behandelen. Waar nodig kan door interne verwijzing en door gebruik van het register onmiddellijk het verband gelegd worden met andere onderdelen die niet uitgebreid in de les kunnen worden behandeld. Zo biedt het boek kansen tot zelfstudie of tot verdere verdieping maar evenzeer tot beperking of inkrimping van de leerstof. Economie Vandaag: actueel De economische realiteit verandert vlug, dat is het voorbije jaar nog maar eens gebleken. De noodzaak om de theorie aan de praktijk te toetsen is bijgevolg bijzonder groot. Economie Vandaag kent een jaarlijkse actualisatie en neemt de meest recente cijfers op, die tot net voor publicatie nog worden aangepast. Daardoor kunnen we steeds inspelen op nieuwe tendensen, die economie precies tot een boeiend vak maken. Heel wat cijfermateriaal is overigens uniek. Tal van economische en financiële instanties verlenen hieraan hun medewerking. VIII

woord vooraf Economie Vandaag: didactisch De gestructureerde aanpak maakt het mogelijk om de te verwerven competenties te behalen en de reeds verworven competenties verder uit te diepen. Economie Vandaag stimuleert de zelfwerkzaamheid van de studenten. Iedere module eindigt met een overzicht van wat de student moet weten en wat hij moet kunnen. Oefeningen en werkopdrachten helpen de student daarbij. Via een zelftoetsmodule op de site www.webstudenten.be kan de student steeds zijn eigen vooruitgang in kaart brengen. Vooral bij de voorbereiding van het examen blijken deze oefenopgaven en zelftoetsen in een behoefte te voorzien. Kernwoorden in de marge van het boek bouwen verder op de gestructureerde aanpak. Docenten die het boek gebruiken kunnen beschikken over een docentenpakket met ondersteunend materiaal. Economie Vandaag: fris en jong Economisch onderwijs mag best in een aantrekkelijk kleedje zitten. De auteurs streven er steeds naar zich aan te passen aan de noden en de wensen van het doelpubliek. Een aantrekkelijke en telkens weer vernieuwde vormgeving doet jongeren zin krijgen om zich te verdiepen in de materie. Grafieken, tabellen en illustraties passen zich ook visueel aan de heersende trends aan. Uitgangspunt daarbij is: een functionele vormgeving. Economie Vandaag is op dit vlak een trendsettend handboek, zonder daarbij de essentie uit het oog te verliezen. Economie Vandaag: waar voor uw geld Met Economie Vandaag heeft de student een inhoudelijk en vormelijk kwaliteitsboek dat hij zowel tijdens als na zijn studies verder zal gebruiken en consulteren. Bij al deze troeven komt bovendien nog de billijke prijszetting. Met de hoger geschetste kwaliteiten en een verkoopprijs die lager ligt dan 25,00 euro is het boek zonder twijfel te bestempelen als de beste koop in de categorie handboeken Algemene Economie. Economie Vandaag: competenties Geen specifieke begincompetenties vereist. Kennis Begrippen van de micro- en macro-economie. Fundamentele economische principes. Economische denkwijzen. Kennis economische actualiteit. Ruim referentiekader m.b.t. economische actualiteit. Vaardigheden Inzicht verwerven in de wisselwerking van de economische grootheden. Grafieken en tabellen lezen, begrijpen en interpreteren. Economische theorie aan de actualiteit koppelen. Actuele informatie over economische onderwerpen verzamelen vanuit relevante en betrouwbare bronnen. IX

woord vooraf Actuele economische informatie analyseren, structureren, uitleggen en verklaren. Inzicht verwerven in het dagelijks economisch leven. In concrete situaties aangeven welk beleid er wordt gevoerd. Attitudes Kritisch omgaan met bronnen. Kritisch staan t.a.v. economische problemen en de gevoerde economische politiek. Nadenken over maatschappelijk relevante thema s. Kennis permanent actualiseren. Analytische ingesteldheid. Zin voor nauwkeurigheid. Zin voor volledigheid. Zin voor systematiek. Zelfstandigheid. Zin voor samenwerking. Opdrachten kunnen uitvoeren tegen een gestelde deadline. Economie Vandaag: belangrijkste wijzigingen nieuwe editie Volledig vernieuwde en jonge, frisse vormgeving. Vereenvoudigde voorstelling van Macro-economische grootheden (hoofdstuk 4). Herwerking en actualisering van het volledige handboek. Visuele aanpassing van cijferreeksen. De financiële en economische crisis. Economie Vandaag: dankwoord Dat ieder jaar opnieuw duizenden studenten hoger onderwijs dit handboek gebruiken bewijst dat Economie Vandaag in een behoefte voorziet. We willen in elk geval trendsettend blijven.we hopen dat deze geheel herziene druk op een even ruime respons mag rekenen. Uiteraard zullen wij ook nu dankbaar gebruik maken van suggesties voor verbetering om de kwaliteit van het handboek in de toekomst nog te optimaliseren. Alle studerenden wensen wij veel succes met hun studies. De auteurs, Melle/Sint-Niklaas, juni 2009 X