Hogeschool Rotterdam, Rotterdam Rotterdam Business School Opleidingen: Cluster hbo-masters; variant: voltijd Master in Consultancy and

Vergelijkbare documenten
Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Samenvatting aanvraag

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Pedagogiek hbo-master Croho: Varianten: deeltijd. Visitatiedatum: 20 november 2009

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Master of Laws De Master Legal Management (MLM) is in 2014 gestart als een door de NVAO geaccrediteerde, onbekostigde masteropleiding.

Aanvraagformulier Nieuwe opleiding macrodoelmatigheidstoets beleidsregel 2014

Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: Varianten: voltijd & deeltijd

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

MBA op z n Rotterdams

Kwaliteitscode - Vlaanderen

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Hogeschool Rotterdam Willem de Kooning Academie

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam Instituut voor EAS Opleiding: Industrieel Product Ontwerpen (IPO) Niveau: hbo-bachelor Croho: Varianten: voltijd

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Hogeschool Utrecht, locatie Utrecht

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Small Business and Retail Management Niveau: HBO-bachelor Croho: Varianten: voltijd en duaal

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Vrijetijdsmanagement, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd. Visitatiedatum: 4 juni 2007

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bedrijfskunde van de Stichting LOI Hoger Onderwijs

Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel.

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Lerarenopleidingen Algemene vakken; hbo-bachelor Locatie: Rotterdam Varianten: voltijd/deeltijd/duaal

College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM. 1. Inleiding

Implementatie - en overgangsregeling CEA eindtermen Inleiding

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van

Trade Management gericht op Azië.

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Logistiek Management van de Hogeschool Rotterdam

AVANS Hogeschool, Tilburg

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Haagse Hogeschool, Den Haag

Hogeschool Rotterdam. Bedrijfseconomie en Final Services Management, hbo-bachelor; voltijd en deeltijd (BE), voltijd (FSM) (BE), (FSM)

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse Literatuur en Cultuur (voorheen Nederlandse letterkunde)

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

Hogeschool Zuyd, Sitard

Hogeschool Rotterdam Instituut voor EAS, Rotterdam

Hogeschool Rotterdam. HBO-Bachelor Logistiek en Economie Logistiek en Technische Vervoerskunde

Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

Hogeschool Rotterdam. Kunsteducatie

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Beoordelingskader Bijzonder (Kwaliteits)Kenmerk Ondernemen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bedrijfskundige Informatica van de Stichting LOI Hoger Onderwijs

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track:

HBO Bedrijfskunde Bachelor of Business Administration (BBA)

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Hogeschool Utrecht. Lerarenopleidingen; hbo-master. Visitatiedata: 15, 16 en 17 september 2009

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Vrije Universiteit Amsterdam. Vrije Universiteit Amsterdam School of Business and Economics De Boelelaan HV Amsterdam. Financial Management

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

Transcriptie:

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam Rotterdam Business School Opleidingen: Cluster hbo-masters; variant: voltijd Master in Consultancy and Entrepreneurship (MCE) Master in Finance and Accounting (MFA) Master in Logistics Management (MLM) Croho: MCE 70020 / MFA 70021 / MLM 70022 Visitatiedata: 9 en 10 juli 2008 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2008

2/69 NQA - visitatie Hs. Rotterdam: cluster hbo-masters MFC/MFA/MLM, Rotterdam Business School (vt)

Inhoud Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 8 1.3 Werkwijze 9 1.4 Oordeelsvorming 10 1.5 Oordelen per facet en onderwerp 11 Deel B: Facetten 13 Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 15 Onderwerp 2 Programma 20 Onderwerp 3 Inzet van personeel 32 Onderwerp 4 Voorzieningen 37 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 41 Onderwerp 6 Resultaten 46 Deel C: Bijlagen 51 Bijlage 1: Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 52 Bijlage 2: Deskundigheden panelleden 61 Bijlage 3: Bezoekprogramma 67 Bijlage 4: Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 68 Bijlage 5: Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties 69 NQA - visitatie Hs Rotterdam: cluster hbo-masters MFC/MFA/MLM, Rotterdam Business School (vt) 3/69

4/69 NQA - visitatie Hs. Rotterdam: cluster hbo-masters MFC/MFA/MLM, Rotterdam Business School (vt)

Deel A: Onderwerpen NQA - visitatie Hs Rotterdam: cluster hbo-masters MFC/MFA/MLM, Rotterdam Business School (vt) 5/69

6/69 NQA - visitatie Hs. Rotterdam: cluster hbo-masters MFC/MFA/MLM, Rotterdam Business School (vt)

1.1 Voorwoord Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleidingen Master in Consultancy and Entrepreneurship (MCE), Master in Finance and Accounting (MFA), Master in Logistics Management (MLM) van Hogeschool Rotterdam heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is begonnen in mei 2008 toen het zelfevaluatierapport bij NQA is aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek heeft het panel de opleiding gevisiteerd op 9 en 10 juli 2008. Het panel bestond uit: De heer S. Molkenboer MBA (voorzitter); De heer drs. G.A.M. Gelsumino (domeinpanellid MCE); De heer drs. H.M.H. Reumkens MLD (domeinpanellid MFA); De heer M. van den Meerendonk (domeinpanellid Logistiek); De heer R.R.P. Stigter (studentpanellid); De heer drs. A. Horrevorts (NQA-auditor). De heer R. Koopmans (NQA- junior auditor) Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (oktober 2007). Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid en over vakdeskundigheid. Onder vakdeskundigheid wordt verstaan het vertrouwd zijn met de meest recente ontwikkelingen en vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op het niveau/oriëntatie van de te beoordelen opleiding. Daarnaast beschikt het panel over onderwijsdeskundigheid, studentgebonden deskundigheid en visitatiedeskundigheid (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) conform het voorschrift van de NVAO. Uitzondering hierop is facet 2.6, als gevolg van aanvullende instructies van de NVAO wordt hier het oordeel voldaan of niet voldaan gegeven. Dit Facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. NQA - visitatie Hs Rotterdam: cluster hbo-masters MFC/MFA/MLM, Rotterdam Business School (vt) 7/69

1.2 Inleiding Het Instituut Rotterdam Business School (RBS) van de Hogeschool Rotterdam biedt drie postinitiële masteropleidingen aan: Master in Finance and Accounting, Master in Consultancy and Entrepreneurship en Master in Logistics Management. De RBS is in 2003 gestart met deze opleidingen, die op 18 november 2003 door de toenmalige Dutch Validation Council (DVC) zijn gevalideerd. Voor deze opleidingen is gebruik gemaakt van de overgangsregeling NAO voor kwaliteitsbeoordelingen door de Dutch Validation Council en daarmee zijn de opleidingen NVAO geaccrediteerd. De drie masteropleidingen kennen een specialistisch deel en een deel met modules die gericht zijn op de persoonlijke ontwikkeling en het ontwikkelen van algemene kennis en vaardigheden. De opbouw van de masterprogramma's is als volgt: A. Algemeen deel (20%) o vier verplichte algemeen theoretische vakken, die een verdieping geven op organisatietheorieën (12 EC) B. Specialistische kennis en keuzevakken (30%) o zes verplichte theoretische vakken, die een verdieping geven binnen de gekozen specialisatie (12 EC) o drie keuzevakken, die aansluiten op de eigen specialisatie en passen bij de persoonlijke ontwikkelingsrichting (6 EC) C. Onderzoek (22%) o verplichte vakken onderzoeksmethodologie en statistiek (7 EC) o projectontwerp (drie modules Interactive Project Design), waar elk lid in een multidisciplinaire groep vanuit zijn eigen specialisatie een projectrol vervult (6 EC) D. Persoonlijke ontwikkeling (10%) o verplichte modules waarin een eigen persoonlijk ontwikkelingsplan gedurende de gehele looptijd van de studie wordt bijgehouden en besproken met een coach (4 EC) o een verplichte module met specifieke aandacht voor de ontwikkeling van kritisch denken en argumenteren (2 EC) E. Scriptie (18%) o een afsluitende scriptie op basis van bijbehorend onderzoek passend bij de gekozen specialisatie, uitgevoerd onder begeleiding van een supervisor (11 EC) Het specialistische deel van elke master bestaat uit de delen B, de drie modules projectontwerp van deel C en de afsluitende scriptie. Dit beslaat in totaal 35 EC (60%). De algemene vakken, zoals organisatietheorie, onderzoek en persoonlijke ontwikkeling worden daar waar mogelijk qua planning en groepsgrootte, en voor zover het geen individuele delen betreft gezamenlijk gevolgd. Dit deel van de opleiding bestaat in totaal uit 25 EC (40%). De masteropleidingen die de Hogeschool Rotterdam aanbiedt richten zich op complexe maatschappelijke vraagstukken waarvoor nog geen goede oplossingen voorhanden zijn, aldus de beleidsnotitie van de hogeschool Rotterdam. 8/69 NQA - visitatie Hs. Rotterdam: cluster hbo-masters MFC/MFA/MLM, Rotterdam Business School (vt)

De masteropleidingen zijn er op gericht dat: o Door mensen die ook in hun eigen werkpraktijk met die vraagstukken worstelen, innovatieve oplossingsrichtingen voor die vraagstukken worden onderzocht en ontwikkeld; o Daarbij die vraagstukken vanuit de verschillende relevante disciplines c.q. invalshoeken worden benaderd in de overtuiging dat alleen door samenwerking vanuit die verschillende benaderingen tot werkende oplossingen kan worden gekomen; o Nieuwe kennis wordt gegenereerd door diverse oplossingsrichtingen en praktijken te onderzoeken en door analyse daaruit algemene concepten te ontwikkelen o Die nieuwe kennis door de deelnemers in hun praktijk wordt toegepast en getoetst o Op die manier een bijdrage wordt geleverd aan concrete resultaten rond de aangepakte vraagstukken, ook in de eigen praktijk van de deelnemers. Rotterdamse masters kenmerken zich, aldus de hogeschool, door een directe betrokkenheid bij de maatschappelijke vraagstukken die spelen in Rotterdam en de nabije regio. 1.3 Werkwijze De beoordeling van de opleidingen door het panel verliep volgens de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. Het onderzoek vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid (de validatie) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Vervolgens bereidden de panelleden zich in de periode mei-juni 2008 inhoudelijk voor op het bezoek van 9 en 10 juli 2008. Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. NQA - visitatie Hs Rotterdam: cluster hbo-masters MFC/MFA/MLM, Rotterdam Business School (vt) 9/69

Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden en met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek heeft het panel ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel ruimte ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport kan de opleiding accreditatie aanvragen bij de NVAO. De opleiding heeft in oktober 2008 een concept van het Facetrapport (deel B) voor een controle op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het Onderwerprapport (deel A) wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in oktober 2008 voor een controle op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in november 2008. Het visitatierapport is uiteindelijk in november 2008 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4 Oordeelsvorming In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: weging van de oordelen op facetniveau; benchmarking; generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; bepaalde accenten respectievelijk best practices. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport. 10/69 NQA - visitatie Hs. Rotterdam: cluster hbo-masters MFC/MFA/MLM, Rotterdam Business School (vt)

1.5 Oordelen per facet en onderwerp Onderwerp/Facet MCE MFA MLM Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen Voldoende Voldoende Voldoende 1.2 Niveau master Goed Goed Goed 1.3 Oriëntatie HBO master Goed Goed Goed Totaaloordeel Positief Positief Positief Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO Goed Goed Voldoende 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Goed Goed Voldoende 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Goed Goed Voldoende 2.4 Studielast Goed Goed Goed 2.5 Instroom Goed Goed Voldoende 2.6 Duur Voldaan Voldaan Voldaan 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Goed Goed Goed 2.8 Beoordeling en toetsing Voldoende Voldoende Voldoende Totaaloordeel Positief Positief Positief Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO Voldoende Voldoende Voldoende 3.2 Kwantiteit personeel Goed Goed Voldoende 3.3 Kwaliteit personeel Goed Goed Voldoende Totaaloordeel Positief Positief Positief Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen Goed Goed Goed 4.2 Studiebegeleiding Goed Goed Goed Totaaloordeel Positief Positief Positief Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten Voldoende Voldoende Voldoende 5.2 Maatregelen tot verbetering Voldoende Voldoende Voldoende 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Voldoende Voldoende Voldoende Totaaloordeel Positief Positief Positief Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau Voldoende Voldoende Voldoende 6.2 Onderwijsrendement Goed Goed Goed Totaaloordeel Positief Positief Positief NQA - visitatie Hs Rotterdam: cluster hbo-masters MFC/MFA/MLM, Rotterdam Business School (vt) 11/69

Doelstellingen opleiding Voor de drie opleidingen is het oordeel over de drie facetten van dit onderwerp positief. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Programma Voor de drie opleidingen is het oordeel over de acht facetten van dit onderwerp voldoende of goed. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Inzet van personeel Voor de drie opleidingen is het oordeel over de drie facetten van dit onderwerp voldoende of goed. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Voorzieningen Voor de drie opleidingen is het oordeel over de twee facetten van dit onderwerp goed. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Interne kwaliteitszorg Voor de drie opleidingen is het oordeel over de drie facetten van dit onderwerp voldoende. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Resultaten Voor de drie opleidingen is het oordeel over de twee facetten van dit onderwerp voldoende of goed. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan blijkt dat de opleidingen op de zes onderwerpen positief scoren. De conclusie is dat het totaaloordeel over de opleidingen positief is. 12/69 NQA - visitatie Hs. Rotterdam: cluster hbo-masters MFC/MFA/MLM, Rotterdam Business School (vt)

Deel B: Facetten NQA - visitatie Hs Rotterdam: cluster hbo-masters MFC/MFA/MLM, Rotterdam Business School (vt) 13/69

14/69 NQA - visitatie Hs. Rotterdam: cluster hbo-masters MFC/MFA/MLM, Rotterdam Business School (vt)

Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen MFA Voldoende MCE Voldoende MLM Voldoende Criterium: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Generiek Hogeschool Rotterdam Hogeschool Rotterdam stimuleert haar instituten en opleidingen verbindingen te leggen met de beroepspraktijk. Via de bureaus externe betrekkingen op hogeschool- en instituutsniveau worden de relaties met de beroepspraktijk formeel onderhouden. Instituten en opleidingen worden op deze manier structureel op de hoogte gehouden van actuele eisen die door vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden. Het beleid van de Hogeschool Rotterdam op het gebied van internationalisering is vastgelegd in de beleidsnota Internationalisering HR (2005). Elk instituut dient het algemene internationaliseringbeleid voor het eigen domein uit te werken. Algemeen Cluster Masters De profielen van de Master in Finance and Accounting (MFA), Master in Consultancy and Entrepreneurship (MCE) en Master in Logistics Management (MLM) zijn, aldus het zelfevaluatierapport, opgesteld vanuit de richtlijnen van de Association to Advance Collegiate Schools of Business (AACSB) en het European Quality Improvement System (EQUIS, international system of quality assessment, improvement, and accreditation of higher education institutions in management and business administration). De profielen zijn in samenspraak met het werkveld ontwikkeld, waaronder de European Accounting Association (EAA), Vereniging van Logistiek Management (VLM), Eigen Vervoer Organisatie (EVO) en The Consultancy Group (onder andere Deloitte, Logica en Capgemini). In het document Masters Beleidsrapport 2008 zijn het masterprofiel, het masterniveau en de master eindkwalificaties in algemene termen beschreven. Voor elk van de drie opleidingen zijn de generieke beschrijving van de master uitgewerkt in specifieke beschrijvingen van het kennisdomein van Logistics, Finance & Accounting en Consulting en Entrepreneurship, de kenniscompetenties en de eindkwalificaties (beschreven in de terminologie van de Dublin descriptoren, zie bijlage 5). Voor de masteropleiding zijn naast de domeinspecifieke kwalificaties nog generieke competenties geformuleerd: transformationele competenties. Deze competenties hebben te maken met vaardigheden en kennis (input) die een afgestudeerde masterstudent nodig heeft om processen te sturen en resultaten te behalen (output). NQA - visitatie Hs Rotterdam: cluster hbo-masters MFC/MFA/MLM, Rotterdam Business School (vt) 15/69

Deze competenties zijn: veranderingen kunnen sturen, plannen en uitvoeren, kennis kunnen verwerven en toepassen, reflecteren/evalueren, problemen oplossen en de vaardigheid tot samenwerking. Deze competenties zijn van belang voor het volgen en beoordelen van de persoonlijke ontwikkeling van de student (zie facet 2.8 en 4.2). De aansluiting van de masteropleidingen op de marktbehoeften en -belangen van het (inter)nationale beroepenveld en de (inter)nationale vakgebied zijn, aldus het panel, voldoende beschreven. Er is uitgegaan van de richtlijnen van de Association to Advance Collegiate Schools of Business (AACSB) en het European Quality Improvement System (EQUIS). Ook het werkveld is betrokken bij de ontwikkeling van de masters, zoals de European Accounting Association (EAA) en de Vereniging Logistiek Management (VLM) en de Consultancy Group (waaronder Deloitte, Logica en Capgemini). Internationalisering is één van de speerpunten van de Rotterdam Business School (RBS), binnen het internationaliseringproces spelen verschillende doelstellingen een rol, te weten: - Studenten opleiden ten behoeve van de (inter)nationale arbeids- en kennismarkt; - Studenten leren functioneren in een multiculturele en internationale omgeving; - Versterken van de nationale en internationale positie van de masteropleidingen van de RBS. Het internationaliseringsbeleid is voor de opleidingen uitgewerkt in het document Internationalisering van de RBS, Grenzen verleggen binnen kaders (discussienota, ongedateerd). Het beleid is aldus het panel niet toegespitst op de Master in Consultancy and Entrepreneurship (MCE), Master in Finance and Accounting (MFA) en Master in Logistics Management (MLM), maar een meer generieke notitie op het niveau van het instituut Rotterdam Business School (RBS). Het internationaliseringsbeleid van de RBS staat aldus het panel in de kinderschoenen. Wel zijn er formele samenwerkingsrelaties met een aantal universiteiten getekend in Azië en Oost Europa, zoals Indonesië, India, Maleisië, Litouwen en Tsjechië. Deze universiteiten maken gebruik van bij de RBS ontwikkelde modulen. De eindkwalificaties van de afzonderlijke opleidingen zijn niet vergeleken met internationale standaarden in het domein. Dit zou gezien het internationale karakter van de opleiding wel verwacht mogen worden. Het panel komt hier tot het oordeel voldoende. Facet 1.2 Niveau master MFA Goed MCE Goed MLM Goed Criterium: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een master. 16/69 NQA - visitatie Hs. Rotterdam: cluster hbo-masters MFC/MFA/MLM, Rotterdam Business School (vt)

Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Generiek Hogeschool Rotterdam Ter ondersteuning van de invulling van de Dublin descriptoren op opleidingsniveau heeft de Hogeschool Rotterdam een hogeschoolbrede concretisering van de Dublin descriptoren geformuleerd voor zowel de bachelor- als de masteropleidingen. Algemeen Cluster Masters In het document Masters Beleidsrapport 2008 is voor elk van de drie opleidingen een op de opleiding toegespitste beschrijving opgenomen van de Dublin descriptoren. Op deze wijze is het masterniveau in de beschrijving van de opleidingscompetenties / eindkwalificaties verankerd. De RBS heeft de Dublin descriptoren geïntegreerd in de transformationele competenties (zie facet 1.1). Het masterniveau geldt generiek voor elk van de drie opleidingen. In het beleidsdocument Transformational Competentcies (2007) zijn deze competenties nader uitgewerkt. Het document geeft een definitie van de competenties en beschrijft drie niveaus van beheersing van de competenties: onvoldoende (below standard), het drempelniveau (standard) en above standard. Een voorbeeld hiervan is de Dublin descriptor toepassen van kennis. Deze bestaat, aldus de opleiding, uit twee elementen: informatie verzamelen en strategische oriëntatie. Op niveau één laat de student zien dat hij een onderzoekende houding heeft en in staat is goede informatie te verzamelen (via literatuur, via interviews of enquêtes). Op niveau twee wordt hier aan toegevoegd dat hij in staat is om informatie te verifiëren en via verschillende kanalen informatie kan ontsluiten. Ook wordt van hem verwacht dat hij systematisch te werk gaat en binnen een bepaald tijdsbestek de informatie weet e verzamelen. Hij ontwikkelt een werkwijze (systeem) om permanent op de hoogte te blijven van ontwikkelingen in het domein: netwerken, benaderen van experts. De strategische oriëntatie is de vaardigheid om lange termijn visies om te zetten in dagelijkse praktijk. Op niveau één betekent dit dat de student kennis en begrip moet hebben van strategieën. Op niveau twee betekent dit dat de student bewust moet zijn van de impact van externe factoren (markt, politiek) op de organisatie en wat dit betekent voor de keuzes die gemaakt moeten worden. Het panel concludeert dat de opleidingen het masterniveau goed hebben gedefinieerd en geoperationaliseerd. Dit maakt het meten van het niveau en het volgen van de competentieontwikkeling van de student goed mogelijk. NQA - visitatie Hs Rotterdam: cluster hbo-masters MFC/MFA/MLM, Rotterdam Business School (vt) 17/69

Facet 1.3 Oriëntatie HBO master MFA Goed MCE Goed MLM Goed Criteria: - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - Een hbo-master heeft de kwalificaties voor het niveau van zelfstandig en/of leidinggevend beroepsbeoefenaar in een beroep of spectrum van beroepen, dan wel het niveau van het functioneren in een multidisciplinaire omgeving waarin een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Generiek Hogeschool Rotterdam De beroepsgerichte identiteit van de eindkwalificaties komt tot uiting in de contacten met het beroepenveld op het niveau van de hogeschool, de instituten en de opleidingen in de Bureaus Externe Betrekkingen. De minor biedt de student een extra inhoudelijke startkwalificatie als beginnend beroepsbeoefenaar en de student ontwikkelt daarin een innovatieve competentie. Masteropleidingen Het beleid van de Hogeschool Rotterdam rond de masteropleiding is vastgelegd in de notitie Werkende Masters (2007). De Rotterdamse masteropleidingen worden daarin beschreven als mid-career masters. In de eindkwalificaties staat centraal dat een afgestudeerde in staat moet zijn om vanuit verschillende disciplines op een onderzoekende manier weerbarstige maatschappelijke vraagstukken aan te pakken. De mid-career master richt zich op professionals met werkervaring. Voor bestaande masteropleidingen (vóór 2007) geldt dat deze het karakter hebben van een vervolgopleiding die aansluit op een bacheloropleiding. De opleiding onderhoudt contacten met het beroepenveld. De RBS heeft daarvoor een Adviesraad RBS (bestaande uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, de directeur en de onderwijsmanagers RBS). Deze adviesraad komt tweemaal per jaar bijeen, waarbij het curriculum van de opleidingen wordt doorgelicht en algemene opleidingsadviezen worden besproken. Algemeen Cluster Masters De Master-opleidingen MLM, MFA en MCM zijn internationale voltijd opleidingen en gestart in 2002. De opleidingen richten zich op aankomende managers en leidinggevenden op hbo-niveau die een meer strategische positie binnen de overheid of het bedrijfsleven ambiëren. Een afgestudeerde Master heeft zich ontwikkeld tot specialist, beschikt over integrale kennis van bedrijfsprocessen en kan op strategisch managementniveau opereren in een internationale werkomgeving, aldus de opleidingen in het zelfevaluatierapport. 18/69 NQA - visitatie Hs. Rotterdam: cluster hbo-masters MFC/MFA/MLM, Rotterdam Business School (vt)

De eindkwalificatie zijn in overleg met het werkveld opgesteld. Daarbij heeft de RBS Adviesraad/Advisory Board (AB) een belangrijke rol gespeeld. De Adviesraad bestaat uit acht leden: vertegenwoordigers van diverse branchevereniging en bedrijven. De samenstelling ervan is aldus het panel evenwichtig en gezaghebbend voor de domeinen van de drie opleidingen. In het gesprek van het panel met enkele leden van de AB bleek dat de opleiding de inbreng van de AB met betrekking tot de formulering van de eindkwalificaties serieus neemt. In september 2008 zullen twee alumni deel uit gaan maken van de AB. Zo kan de AB gebruik maken van werkervaring van oud studenten. De taak van de AB is het adviseren ten aanzien van de doelen en het curriculum van de opleidingen. In facet 1.2 is beschreven dat er een directe koppeling is gelegd tussen de competenties en de Dublin descriptoren voor de master. Het eindniveau van de opleiding is daarmee vastgelegd en dus het startniveau van de beginnend beroepsbeoefenaar. In de Student Guides van de opleidingen is beschreven voor welke beroepen de masteropleidingen opleiden. Hieronder volgt een korte samenvatting. Master in Finance and Accounting (MFA) Een master in Finance and Accounting wordt opgeleid tot Financieel Manager, Financieel Analist en/ of tot Financieel Adviseur. Hij zet cijfers om in strategie en visie. Hij speelt daarbij in op veranderingen binnen zijn vakgebied en is op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen. Hij werkt uitstekend samenwerken met de managers binnen zijn organisatie. Communicatie hoort bij optimaal informeren. Hij stuurt daarbij de afdeling op een wijze die bij hem/haar en de organisatie past. De master maakt daarbij gebruik van de verschillende managementstijlen en past deze op adequate wijze toe. Master in Consultancy and Entrepreneurship (MCE) Een master in Consultancy and Entrepeneurship wordt opgeleid tot Consultant, ondersteuner van het management, tussenpersoon (Intermediary) en/of ondernemer. De Master in Consultancy en Entrepreneurship ondersteunt de organisatie op het gebied van sales, marketing, communicatie, business development, management en organisatie verandering. De aanpak van de Master in Consultancy en Entrepreneurship is gestoeld op theorie en praktijk. Hij adviseert organisaties in beleid, management, verandering, intersectorale samenwerking en heeft een methodiek ontwikkeld die past bij de organisatie. Master in Logistics Management (MLM) Een master in Logistics Management wordt opgeleid tot logistiek manager en/ of logistiek adviseur. De master analyseert en stelt logistieke strategieën op en ontwikkelt de logistieke planning zodanig dat samenhang ontstaat, zowel op korte als langere termijn, teneinde concurrentievoordeel te behalen. De master zorgt voor een goede balans tussen verlaging van kosten of kapitaal in relatie tot de te leveren logistieke prestatie naar de klant. NQA - visitatie Hs Rotterdam: cluster hbo-masters MFC/MFA/MLM, Rotterdam Business School (vt) 19/69

Onderwerp 2 Programma Facet 2.1 Eisen HBO MFA Goed MCE Goed MLM Voldoende Criteria: - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Generiek Hogeschool Rotterdam De opleidingen stellen de praktijk centraal in het curriculum door de beroepspraktijk in de school te halen. In het Rotterdams Onderwijsmodel (ROM) zijn daarvoor kaders vastgelegd, onder meer wat betreft de omvang. Vanaf het begin van de studie wordt studenten geleerd om vraagstukken aan te pakken die ze in hun beroepspraktijk tegenkomen. Daarbij wordt zo veel mogelijk samengewerkt met studenten van andere opleidingen. In 2006 is op hogeschoolniveau de Taskforce Praktijksturing actief geworden, gericht op het versterken van het praktijkgestuurde onderwijs in de opleidingen. Zij kreeg de specifieke opdracht opleidingen te ondersteunen zodat deze actief aan de slag kunnen gaan met vragen/opdrachten die in de omgeving leven ( authentieke leerervaringen ). De werkzaamheden van de Taskforce zijn eind 2007 afgerond. Het werk van de Taskforce heeft geresulteerd in een serie handreikingen voor de opleidingen voor het omgaan met praktijkopdrachten in het onderwijs. De kenniskringen van lectoraten hebben een rechtstreekse verbinding met het onderwijs. Nieuw ontwikkelde inzichten dienen te worden vertaald in het onderwijsprogramma. Ook dragen de studenten bij aan het ontwikkelen van die kennis. Studenten leveren hun bijdrage door te participeren in onderwijsprojecten die gericht zijn op het aanpakken van vragen uit de praktijk. Masteropleiding Onderzoek in het masteronderwijs verloopt via de ontwerpbenadering: voor een maatschappelijk vraagstuk worden criteria ontwikkeld waaraan oplossingen zouden moeten voldoen. Het onderzoek richt zich eerst op het opsporen en onderzoeken van de aanpak bij vergelijkbare vraagstukken en het in kaart brengen van succesvolle oplossingsmogelijkheden. Van die oplossingen wordt vanuit theoretische kaders de grondslag verkend en waar mogelijk vastgesteld. Uiteindelijk leidt dit tot een ontwerp van 20/69 NQA - visitatie Hs. Rotterdam: cluster hbo-masters MFC/MFA/MLM, Rotterdam Business School (vt)