PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP



Vergelijkbare documenten
PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS LAGER ONDERWIJS

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

Lesvoorbereidingsformulier

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject

Deze stageperiode start met een aantal observatie- en participatiedagen in de stageschool en enkele stagevoorbereidingsdagen op de hogeschool.

Klas: Stageklas: tweede leerjaar. Samen school maken Ankerscholen en Lerarenopleiding LO in Synergie met Accent op ieders talent

BACHELOR LAGER ONDERWIJS

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO

Lesvoorbereidingsformulier

LESVOORBEREIDING. Gegevens over de student Gegevens over de school en de klas Gegevens over de les Naam: Vak: Muzische vorming Groep: 1A

Lesvoorbereidingsformulier

Tijd Activiteit Leerling Activiteit Docent Hulpmiddelen Opening Het IOP met persoonlijke leerdoelen (opnieuw) bespreken.

Lesvoorbereidingsformulier

Soorten gezinnen. 2. Vakgebied en vakonderdeel: Wereldoriëntatie / Godsdienst. Eerste graad Tweede graad Derde graad

Lesvoorbereiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Steekkaart: nummer 5Wi

Lesvoorbereidingsformulier

LESVOORBEREIDING ALGEMENE VAKKEN / VOEDING - VERZORGING

Wat we minimaal verwachten van een student uit 1 BaKO - 1 BaLO: Eerste stappen in stiel leren

Lesvoorbereidingsformulier

Mentorenoverleg 1 BALO (30/01/2019)

Lesvoorbereidingsformulier

Ik geloof dus ik ben?

Lesvoorbereidingsformulier

(afzonderlijk in te vullen per les)

LESVOORBEREIDING Coteaching

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Lesvoorbereidingsformulier

LESONTWERP. BACHELOR IN ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject. datum indienen. eventuele reden uitstel (in te vullen door mentor)

Naam: Sara Michels. Vakkencombinatie: Wiskunde Aardrijkskunde. Stagebegeleider: Mevr. Ann Schellemans

Lesvoorbereidingsformulier

De leerlingen wandelen de vooraf uitgestippelde route op de wandelkaart. Ze observeren en leggen de knelpunten inzake de verkeersveiligheid vast.

Lesvoorbereidingsformulier

Lesvoorbereidingsformulier

Kinderrechten. Doelstellingen. Materiaal

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER (LVF)

Steekkaart: nummer 5Wis

Drents Museum. Wat als de stoel van meneer Rietveld kon praten? Groep 3 Les 1 Pratende dingen

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO

BIJLAGEN DOCENTENHANDLEIDING. Doel van de lessenserie

Lesvoorbereidingsformulier

Stage eerste Leerjaar

Eerste graad-beroepsvoorbereidend Leerjaar: Decoratie. (2005, September 1). Leerplan Secundair Onderwijs. OVSG.

Lessuggesties. Basisonderwijs gr

Spiegelen en symmetrie

LESVOORBEREIDING nr: 4

LES: Vergroting. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Hoe vaak past het? (zie p. 5) rood kleurpotlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

Voorbeeld actiepunten Aandachtspunt = bevorderen van interactie tussen kinderen tijdens de evaluatie van de les

Bloos je van bloot? Benodigheden. Lesdoelen. Begrippen. Bloot, naakt, privé, persoonlijk, cultuur, grenzen aangeven, respect, meisjes, jongens

Lekker belangrijk. Handleiding voor leerkrachten en ouders. - Samen in de klas -

Kinderrechten. Doelstellingen. Materiaal

Steekkaart: nummer 3Wi

L E S V O O R B E R E I D I N G

Tijd: 8:30. Klas: 3HVc 9:10. Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad (zie paper 1)

(afzonderlijk in te vullen per les)

;k;lk. Les 1 Verschillende soorten nieuws

STAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING/ Sonja van de Valk

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER BASISSTAGE

Steekkaart: nummer 2B

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Naam: Sara Michels. Vakkencombinatie: Wiskunde Aardrijkskunde. Stagebegeleider: Mevr. Ann Schellemans

LESBESCHRIJVINGSFORMULIER

Stage Eerste Leerjaar

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

H u i s w e r k b e l e i d

Transcriptie:

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP Student: Lien Pelgrims Studietrajectbegeleider: Nadine Bongaerts Mentor: Feedback op lesvoorbereiding in orde kleine aanpassingen nodig te herwerken en opnieuw indienen Aanvraag materiaal en voortaken: FLLLEX: traject 1: student met bachelor- of master diploma met onderwijservaring traject 2.1: student met bachelor- of master diploma zonder onderwijservaring eerste jaar traject 2.2: student met bachelor- of master diploma met beperkte onderwijservaring tweede jaar Vul de gevraagde informatie in: Stageschool : BS De Hoogvlieger Leergebied : Godsdienst Stageklas : 3 de leerjaar Onderdeel : Gewetensvol handelen Aantal leerlingen Datum realisatie : 17 leerlingen Lesonderwerp : : Dinsdag 3 maart 2015 Lestijden : Goed en kwaad (handelen) (Les 3 + 4) 4 de lesuur: 12u55 13u45 + 5 de lesuur: 13u45 14u35 1. SITUERING IN EINDTERMEN EN/OF LEERPLANNEN Gemeenschapsonderwijs (georganiseerd door de Vlaamse Gemeenschap) Gesubsidieerd Officieel Onderwijs (georganiseerd door de steden, gemeenten of provincies) Gesubsidieerd Vrij Onderwijs (georganiseerd op privé-initiatief bijv. katholiek, joods, methode, ) Privéscholen (niet erkend door de overheid bijv. Europese en internationale scholen) Situering in het leerplan: Rooms-Katholieke Godsdienst: Tweede cyclus Gewetensvol handelen: 5.2.2.7: Gewetensvol handelen: Goed en kwaad K: Vaststellen dat eenzelfde handeling door de ene mens als goed beschouwd wordt, door een andere als kwaad en door nog een andere als goed en kwaad. U: Zien dat mensen over goed en kwaad verschillend oordelen naar gelang van de cultuur, de tijdsgeest, de traditie, de omstandigheden. 5.2.2.7: Gewetensvol handelen: Goed en kwaad handelen K: Zich in het standpunt van een ander kunnen verplaatsen om te zien wat voor die persoon goed is. K: Ontdekken dat ook in hen een geweten hen aantrekt om goed te handelen. 2. BEGINSITUATIE Welke achtergrondinformatie over de leerlingen/klas/school is belangrijk voor deze les? (Zie infowijzer). Wat moeten de leerlingen al kennen/kunnen zodat de lesdoelen gerealiseerd kunnen worden? De les zal gestart worden met een verwijzing naar de vorige les. Hiervoor dienen de leerlingen prentjes die bepaalde situaties uitbeelden te kleven bij goed of kwaad. Het gaat hierbij echt om

de individuele mening van de verschillende leerlingen. Om dit zo goed als mogelijk te stimuleren, worden de situaties niet verduidelijkt door de leerkracht. Op deze manier kan de leerkracht al geen subjectieve beoordeling van de situatie meegeven aan de leerlingen. Het gaat dus echt om hoe zij de situatie interpreteren. Dat niet alle leerlingen eenzelfde situatie gelijk interpreteren is hier net de bedoeling. Hiermee wordt weer aangetoond dat goed en kwaad voor iedereen verschillend is en dat een bepaalde handeling zelfs goed én kwaad kan zijn. Hierna worden de begrippen goed en kwaad breder opengetrokken. We verlaten (het denken vanuit) de eigen cultuur en gaan op zoek of goed en kwaad overal hetzelfde is. Er wordt vertrokken vanuit een concreet voorbeeld dat de leerlingen eerst in duo s en daarna met de klas zullen bediscussiëren. Dit uitbreidingsdoel wordt nog verder uitgediept aan de hand van concrete voorbeelden. De voorbeelden zijn hedendaags en sluiten aan bij de leefwereld van de leerlingen. Er zal gevarieerd worden tussen het vertellen van verhalen en het bekijken van filmpjes. Voor de filmpjes wordt gebruik gemaakt van Beeldbank en het actuele programma Reizen Waes. Doorheen deze les zullen prenten getoond worden uit een filosofisch prentboek omtrent goed en kwaad, speciaal ontworpen voor kinderen. Op één prent worden telkens tegengestelde ideeën getoond waarmee de leerlingen op zoek kunnen gaan naar de betekenis van goed en kwaad. De les wordt afgerond met een creatieve verwerking. Hiermee wordt ook weer teruggegrepen naar de vorige les waarbij het geweten uitgebreid besproken werd. Tijdens deze verwerking zullen de leerlingen hun geweten kunnen knutselen met behulp van een wc-rolletje. Om deze term toch concreet te maken en aan te sluiten bij hun leefwereld heb ik ervoor geopteerd om hun geweten weer te geven in de vorm van een popje dat zowel het uiterlijk heeft van een engeltje als van een duiveltje. 3. BRONNEN Welke handleidingen, naslagwerken, websites, bestaande praktijkvoorbeelden, heb je geraadpleegd om deze les voor te bereiden? Formuleer volgens de APA-methode. Handleiding + werkschrift Sterren aan de hemel: VEULEMANS, S., VERVOORT, N., NOËL, F., WOUTERS, J. en BIELEN, J., Sterren aan de hemel Methode rooms-katholieke godsdienst voor het basisonderwijs Handleiding voor de leerkracht vierde leerjaar, Averbode, Averbode, 2013, 91 pagina s. VEULEMANS, S., VERVOORT, N., NOËL, F., WOUTERS, J. en BIELEN, J., Sterren aan de hemel Leerlingenbundels vierde leerjaar, Averbode, Averbode, 2013, 16 pagina s. Filosofisch prentenboek: BRENIFIER, O., Goed of kwaad? Een filosofisch prentboek voor kinderen, Davidsfonds Infodok, Leuven, 2011, 32 pagina s. Filmpjes: ÉÉN, De bloedwraak Reizen Waes, Internet, 2015-02-22, (http://www.een.be/programmas/reizen-waes/de-bloedwraak). SCHOOLTV NTR, Kinderarbeid in Cambodja, Internet, 2011-03-22, (http://www.schooltv.nl/video/kinderarbeid-in-cambodja-veel-kinderen-in-cambodja-werkenom-geld-te-verdienen-voor-het-gezin/#q=kinderarbeid).

4. AANDACHTSPUNTEN Vraag tijdig je lesonderwerpen aan. Dien minstens een week vooraf je lesontwerp in bij de klasmentor, tenzij anders afgesproken met hem/haar. Het lesontwerp geeft aan de student, de klasmentor en de opleiding een duidelijk beeld van de te realiseren les. Bordschema, handouts van slides, werkbladen en alle bijlagen worden toegevoegd aan het lesontwerp. Alle oefeningen en werkbladen worden eigenhandig ingevuld. Alle rubrieken worden weloverwogen en volledig ingevuld. Iedere stap uit de lesvoorbereiding moet steeds mondeling toegelicht en verantwoord kunnen worden. Na de lesrealisatie duidt de student op de lesvoorbereiding aan waar de doelen bereikt werden (groen) en waar bijsturing nodig was (geel). Indien wenselijk formuleert de student voor zichzelf alternatieven en maakt de transfer naar volgende lessen. De student neemt zelfstandig initiatief om brede leerkansen optimaal te benutten.

Intro TIJD DOELEN: Wat wil je dat de leerlingen kennen/kunnen aan het einde van deze les/lesfase? Noteer in observeerbaar gedrag. LEERPROCESBEGELEIDING (instructie, vraagstelling, verwachte antwoorden) LEERLING LERAAR-ACTIVITEIT/WERKVORMEN 5 min. Klassikaal: De les wordt gestart met een kruisteken en het opzeggen van het Onze Vader. MEDIA/MATERIAAL/ORGANISATIE - materiaal waarvoor de student zelf zorgt - materiaal dat in de klas aanwezig is en waarvoor de mentor zorgt

Kern + Verwerking (1) 20 min. Basisdoelen: De leerlingen kunnen aangeven of ze de gegeven situatie (prent) als goed of als kwaad beschouwen en dit op basis van de eigen interpretatie omtrent die situatie. De leerlingen kunnen hun mening geven en verwoorden omtrent de gegeven situatie (prent). De leerlingen kunnen inzien dat niet iedereen de eigen mening deelt. De leerlingen kunnen inzien dat er verschillende meningen/interpretaties omtrent eenzelfde situatie zijn. De leerlingen kunnen op basis van de argumenten van de andere leerlingen of de leerkracht hun eigen mening bijsturen. De leerlingen stellen vast dat eenzelfde handeling door de ene persoon als goed beschouwd kan worden en door de andere als kwaad beschouwd kan worden. De leerlingen stellen vast dat eenzelfde handeling zowel als goed en als kwaad beoordeeld kan worden. * Vaststellen dat eenzelfde handeling door de ene mens als goed beschouwd wordt, door een andere als kwaad en door nog een ander als goed en kwaad: Wat vind ik goed/kwaad: Zelfstandig werk: De leerkracht deelt een knipblad uit waarop verscheidene prentjes (situaties) staan. Daarnaast deelt de leerkracht nog een werkblad uit met de onderverdeling goed en kwaad. De leerlingen krijgen de opdracht om de prentjes uit te knippen en op te kleven bij goed of kwaad. De leerkracht benadrukt dat hier geen juist of fout antwoord is, maar dat het gaat om de mening van elke leerling. De leerkracht benadrukt dat het gaat om hoe zij, individueel, die situatie aanvoelen/interpreteren. De leerkracht opteert er bewust voor om geen uitleg te geven bij de prentjes/situaties. Dit om de leerlingen niet te beïnvloeden, want in de uitleg van een situatie schuilt reeds een subjectief oordeel van de verteller. De leerlingen worden dus gedwongen om er hun eigen interpretatie aan te geven. Klasgesprek/klasdiscussie: Hierna wordt het knip- en plakwerk van de leerlingen besproken: - Wie kan een prentje kiezen en ons vertellen wat hij/zij daarop ziet? Wat gebeurt er volgens jou op dat prentje? - Waar heb je dat prentje gekleefd? Was dat voor jou een voorbeeld van iets goeds of iets kwaads? - Wat maakt dat jij dat daar kleefde? - Wie had dit anders geïnterpreteerd? - Wie had dit aan de andere kant gekleefd? - Kan je ons uitleggen waarom? Op deze manier worden alle prentjes/situaties besproken. De leerkracht tracht hierbij zoveel mogelijk leerlingen aan bod te laten komen. Hiermee zal weer duidelijk worden dat goed en kwaad niet voor iedereen hetzelfde is. Klassikaal: Prent uit filosofisch prentboek: De leerkracht toont, om de doelstelling te staven, twee prenten uit het boek waarbij blijkt dat voor sommige mensen de grens tussen goed en kwaad heel vaag is. Knipblad Kleefblad Prent uit prentenboek

Kern + Verwerking (2) 15 min. Basisdoelen: De leerlingen kunnen hun mening geven en verwoorden omtrent de gegeven situatie (verhaal). * Zien dat mensen over goed en kwaad verschillend oordelen naar gelang de cultuur, de tijdsgeest, de traditie, de omstandigheden: Klasgesprek: Bespreking prent uit filosofisch prentboek: Om dit onderwerp in te leiden toont de leerkracht een volgende prent uit het prentenboek waarin reeds de aanzet wordt gegeven dat voor sommige mensen goed en kwaad afhangt van de cultuur. Deze prent wordt kort besproken: - Hoe denken jullie hierover? Denken jullie dat goed en kwaad verschillend kan zijn van cultuur tot cultuur? - Al je denkt dat dat zo is, kan je daar dan een voorbeeld van geven? Heb je zoiets al gehoord of gezien? Bijvoorbeeld iets wat wij hier goed vinden, maar elders beschouwen ze dat als kwaad of omgekeerd? - We zullen samen op zoek gaan of goed en kwaad overal hetzelfde is. Het verhaal van Brent: Klassikaal: De leerkracht projecteert het verhaal van Brent en Lao (cf. Sterren aan de hemel) op het bord. Dit tekstje wordt klassikaal luidop door enkele leerlingen voorgelezen. Duowerk: Na het lezen projecteert de leerkracht de volgende vragen op het bord: - Heeft Lao iets fout gedaan? - Wat denk jij? Wat maakt dat je dat denkt? - Als je het fout vindt, waarom vind je het dan fout? - Als je het niet fout vindt, waarom vind je het dan niet fout? De leerlingen discussiëren per twee over de bovenstaande vragen. De bedoeling is hierbij niet dat ze tot een gezamenlijke mening komen, maar wel dat ze zelf een standpunt kunnen innemen en dat kunnen beargumenteren. Prent uit prentenboek Verhaal van Brent en Lao

30 min. De leerlingen kunnen, aan de hand van voorbeelden, inzien dat goed en kwaad kan verschillen naar gelang de cultuur. Klasgesprek/klasdiscussie: Na het duowerk worden de vragen klassikaal nog even besproken. De leerkracht tracht hier zo goed als mogelijk door te vragen opdat de leerlingen leren om hun mening te beargumenteren. De leerlingen durven het handelen binnen de eigen en de andere cultuur in vraag te stellen. De leerlingen kunnen de gegeven situaties beoordelen in het licht van die cultuur en kunnen daarbij het denken vanuit de eigen cultuur loslaten. * Zien dat mensen over goed en kwaad verschillend oordelen naar gelang de cultuur, de tijdsgeest, de traditie, de omstandigheden: + * Zich in het standpunt van een ander kunnen verplaatsen om te zien wat voor die persoon goed is: Goed en kwaad verschillen per cultuur: Voorbeelden: Klasgesprek: De leerkracht toont en bespreekt nu, samen met de leerlingen, enkele voorbeelden waaruit blijkt dat goed en kwaad cultuurgebonden zijn: * Sterven in Afrika: De leerkracht leest dit voorbeeld voor. Hierna wordt dit besproken: - Wat leert dit verhaal jou? - Wat treft jou in dit verhaal? * Rusthuis: De leerkracht leest dit voorbeeld voor. Hierna wordt dit besproken: - Wat leert dit verhaal jou? - Wat vind jij ervan dat sommige volkeren rusthuizen negatief beoordelen? - Hoe zou jij hierop reageren? * Kinderarbeid: De leerkracht toont een filmpje omtrent kinderarbeid. Hierna wordt dit besproken: - Kan kinderarbeid hier ook? - Wat leert dit filmpje jou? - Waarom vindt daar kinderarbeid plaats? Waarom staan ouders het daar toe dat hun kinderen gaan werken in plaats van naar school te gaan? - Wat zouden de gevolgen zijn van het afschaffen van kinderarbeid? * Bloedwraak in Albanië: De leerkracht toont een fragment uit het nieuwe seizoen van het programma Reizen Waes. Hierin wordt uitgelegd wat de bloedwraak inhoudt en dat dit in bepaalde delen van Albanië zeer gewoon is. Nadien wordt dit fragment besproken: Verhaal Verhaal Filmpje Beeldbank Schooltv Filmpje Reizen Waes

De leerlingen kunnen aan de hand van de prent ontdekken dat ook in hen iets aanwezig is (hun geweten) dat hen aantrekt om goed te handelen. - Bestaat dit bij ons ook? - Wat leert dit verhaal jou? Prent uit filosofisch prentenboek: Klassikaal: Om dit zwaardere stukje positief af te ronden toont de leerkracht opnieuw een prent uit het boek. Daarop staat beschreven dat het niet altijd makkelijk is om het goede te doen, dat niemand volmaakt is, maar dat er getracht moet worden om het goede te doen. Prent uit prentenboek Verwerking (2) Lesovergang 20 min. Basisdoelen: De leerlingen kunnen hun geweten creatief vormgeven op een manier die hen voldoening oplevert. De leerlingen kunnen hun geweten naar eigen mogelijkheden personaliseren. * Ontdekken dat ook in hen een geweten hen aantrekt om goed te handelen: Zelfstandig werk: Om voor de leerlingen het begrip geweten te concretiseren en om hen iets tastbaars aan te reiken in hun overwegingen tussen goed en kwaad, zal de les geëindigd worden met het knutselen van hun geweten. Tijdens de vorige les kwam de voorstelling van het engeltje en het duiveltje aan bod. Omdat dit aansluit bij hun leefwereld en zeer concreet is, zullen de leerlingen met een wc-rolletje een popje knutselen dat zowel het uiterlijk van een engeltje als van een duiveltje heeft. 5 min. De leerkracht haalt het werkblad terug op. De leerlingen pakken alles in en maken zich klaar voor de speeltijd. Voorbeeld 20 wc-rolletjes Sjabloon engeltje/duiveltje Kleurpotloden Stiften Wol

5. BORDSCHEMA Welke kernwoorden, schema s, geheugensteuntjes, bied je aan ter visuele ondersteuning? Welke borden zijn beschikbaar: Smartboard + whiteboard Op het Smartboard zullen de verschillen prenten en filmpjes getoond worden.