PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

Transcriptie

1 PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP Student: Lize Peeters Studietrajectbegeleider:Katrin Ceulemans Mentor : Ann Rutten Feedback op lesvoorbereiding in orde kleine aanpassingen nodig te herwerken en opnieuw indienen Aanvraag materiaal en voortaken: FLLLEX: traject 1: student met bachelor- of master diploma met onderwijservaring traject 2.1: student met bachelor- of master diploma zonder onderwijservaring eerste jaar traject 2.2: student met bachelor- of master diploma met beperkte onderwijservaring tweede jaar Vul de gevraagde informatie in: stageschool : De Beerring leergebied : Wis kunde stageklas : 2c onderdeel : Getallenkennis bewerkingen aantal leerlingen : 18 leerlingen lesonderwerp : Getalbegrip en hoofdrekenen: optellen en aftrekken Datum realisatie : 14 november 2014 lestijden : van tot uur van tot uur 1. SITUERING IN EINDTERMEN EN/OF LEERPLANNEN Gemeenschapsonderwijs (georganiseerd door de Vlaamse Gemeenschap) Gesubsidieerd Officieel Onderwijs (georganiseerd door de steden, gemeenten of provincies) Gesubsidieerd Vrij Onderwijs (georganiseerd op privé-initiatief bijv. katholiek, joods, methode, ) Privéscholen (niet erkend door de overheid bijv. Europese en internationale scholen) De natuurlijke getallen tot 100 ordenen en ze op een getallenas plaatsen. Twee natuurlijke getallen (aftrektal kleiner of = 20) aftrekken en optellen tot 20. Eenvoudige vraagstukken over optellen en aftrekken met natuurlijke getallen tot 20 oplossen. Optellingen van de vorm T+T, T+E en E+T (som kleiner of = 100) correct uitvoeren met ondersteuning van materiaal. Hulp vragen aan de leerkracht wanneer het nodig is. Getallen situeren op een honderdveld. 2. BEGINSITUATIE? De leerlingen zijn al goed vertrouwd met het optellen en aftrekken tot 20. De getallenas werd in blok 3 uitgebreid tot 100. Het honderdveld is in les 2 van dit blok geïntroduceerd. De optellingen en aftrekkingen van de vorm: T+T, T-T, T+E, en E+T tot 100, die in de vorige lessen behandeld werden, laat je best nog ondersteunen met materiaal. Leerlingen die hier moeite mee hebben: Anouk, Dennis, Esad, Tuana, Luna 3. BRONNEN Courtin, M., Van Paemel, A., Vermeulen, M. ( ). Nieuwe pluspunt Handleiding 5b. Wommelgem: Van In 4. AANDACHTSPUNTEN

2 Vraag tijdig je lesonderwerpen aan. Dien minstens een week vooraf je lesontwerp in bij de klasmentor, tenzij anders afgesproken met hem/haar. Het lesontwerp geeft aan de student, de klasmentor en de opleiding een duidelijk beeld van de te realiseren les. Bordschema, handouts van slides, werkbladen en alle bijlagen worden toegevoegd aan het lesontwerp. Alle oefeningen en werkbladen worden eigenhandig ingevuld. Alle rubrieken worden weloverwogen en volledig ingevuld. Iedere stap uit de lesvoorbereiding moet steeds mondeling toegelicht en verantwoord kunnen worden. Na de lesrealisatie duidt de student op de lesvoorbereiding aan waar de doelen bereikt werden (groen) en waar bijsturing nodig was (geel). Indien wenselijk formuleert de student voor zichzelf alternatieven en maakt de transfer naar volgende lessen. De student neemt zelfstandig initiatief om brede leerkansen optimaal te benutten.

3 5. BORDSCHEMA Welke kernwoorden, schema s, geheugensteuntjes, bied je aan ter visuele ondersteuning? Welke borden zijn beschikbaar: digibord, krijtbord, magneetbord,? In de klas is een krijtbord beschikbaar. Dit bord is ook magnetisch. Tekenen van een getallenas tot 100. Volgende bewerkingen: 14+5= 18-5= 8+7= 11-3= 20+30= 40+3= 80-50= 6+90= De leerlingen kunnen de getallen die de juf zegt invullen op het honderdveld vooraan in de klas.

4 Intro TIJD DOELEN: Wat wil je dat de leerlingen kennen/kunnen aan het einde van deze les/lesfase? Noteer in observeerbaar gedrag. 5 min De kinderen kunnen de eigenschappen van voorwerpen verwoorden en herkennen. LEERPROCESBEGELEIDING (instructie, vraagstelling, verwachte antwoorden) LEERLING LERAAR-ACTIVITEIT/WERKVORMEN Inleidend spel Op de tafel staan enkele kaarsen. Hier gaan wij nu een raadselspelletje mee spelen. Ik ga een kaars omschrijven en wie het weet, die mag zijn vinger in de lucht steken. Wanneer ik jou aanduid en je juist antwoord, mag jij een kaars die hier staat in gedachten nemen. bijv. ze is dik, rond, rood welke kaars is het? We spelen het spel enkele keren. MEDIA/MATERIAAL/ORGANISATIE - materiaal waarvoor de student zelf zorgt - materiaal dat in de klas aanwezig is en waarvoor de mentor zorgt Materiaal student: Verschillende soorten kaarsen 20 min Basisdoel De leerlingen kunnen klassikaal de oplossingsstrategieën verwoorden. De leerlingen kunnen aan bord de oefeningen komen maken. De leerlingen kunnen zelfstandig in hun oefenschrift de oefeningen oplossen. We maken klassikaal enkele oefeningen Klassikaal worden volgende oefeningen opgelost. Nadat deze leerstof is opgefrist bij de leerlingen, worden de oefeningen in het werkschrift uitgelegd. De getallenas aanvullen Op het bord staan een aantal bijna-lege fragmenten van de getallenas tot 100 getekend. Welke getallen ontbreken? Situeringsoefeningen op het honderdveld Materiaal klas: Bord Krijt Strook, vierkant, en- en wafelkruis Kern De leerlingen durven extra uitleg vragen wanneer ze een oefening niet begrijpen. Een deel van de klassikale honderdveld is bedekt met een strook, een vierkant, een en-kruis of een wafelkruis. welke getallen zitten hieronder? Optellen en aftrekken tot 20 - Zonder brug De kinderen nemen hun kladschrift. Op het bord wordt volgende som genoteerd: 14+5=. De leerlingen krijgen de tijd om deze som zelfstandig op te lossen in hun kladschrift. 1 leerling mag dit op bord komen oplossen. wie heeft deze som in 1 denkstap opgelost? We gaan nu hetzelfde doen voor 18-5=. Ook hier bespreken we de verschillende oplossingsmethodes. (languit oplossen) we oefenen er verschillende klassikaal

5 - Met brug hier gaan we op dezelfde wijze aan de slag voor volgende oefeningen: 8+7= en 11-3=. we oefenen er verschillende klassikaal Optellen en aftrekken tot 100: T+T, T-T, T+E en E+T eerst gaan we klassikaal enkele oefeningen oplossen, zodat de leerlingen het begrijpen. vooral T+E en E+T gaan we goed oefenen. volgende oefeningen worden op het bord genoteerd: 20+30= 40+3= 80-50= 6+90= De leerlingen krijgen de nodige tijd om de oefeningen op te lossen. Nadien worden ze klassikaal opgelost waarbij de oplossingsmethode wordt verwoord. Goed observeren wie hier nog problemen mee heeft. Raad deze leerlingen aan om materiaal te gebruiken of om op het honderdveld te gaan kijken en tellen. Verwerking 20 min Basisdoel De leerlingen kunnen klassikaal de oplossingsstrategieën verwoorden. De leerlingen kunnen aan bord de oefeningen komen maken. De leerlingen kunnen zelfstandig in hun oefenschrift de oefeningen oplossen. De leerlingen durven extra uitleg vragen wanneer ze een oefening niet begrijpen. Differentiatiedoelen: Zwakke leerlingen moeten niet alle oefeningen maken. Ondersteuning door honderdveld op klein formaat. Oefeningen we nemen ons werkschrift blz. 65 erbij. We overlopen de opgaven klassikaal en nadien mogen de leerlingen zelfstandig werken. Wanneer ze hulp nodig hebben, mogen ze hun vinger in de lucht steken. - Opgave 1: vul het kaartje in of hang het vast aan de getallenlijn - Opgave 2: schrijf de getallen op de juiste plaats in het honderdveld. - Opgave 3: (blz.66) tel op of trek af - Opgave 4: los op en vul de antwoordzin in Herhaal hier met de kinderen welke vragen zij zichzelf moeten stellen: wat weet ik? Wat wordt er gevraagd? Welke bewerking moet ik maken. Oplossing? Antwoordzin? --> stappenplan in de klas: 1 vraag onderlijnen met potlood 2 getallen die nodig zijn kleuren 3 bewerking zoeken en oplossen 4 antwoorden invullen KLASSIKAAL OPLOSSEN - Opgave 5: dit kun je ook al Materiaal klas: Werkschrift blz. 65 en 66 Materiaal student: Honderdveld op klein formaat geprint (enkele malen)

6 De leerlingen mogen nu zelfstandig aan de slag. De leerkracht komt bij leerlingen die hier moeite mee hebben enkele oefeningen schrappen die zij niet moeten maken. Hiermee wil ik het volgende bereiken: de leerlingen voelen zich niet opgejaagd en de sterke leerlingen moeten niet wachten. De leerlingen die moeite hebben met de oefening van het honderdveld, krijgen een honderdveld op klein formaat. Lesovergang 5 min De kinderen kunnen cijfers herkennen en juist invullen in de getallenrij. De leerlingen kunnen gebruik maken van het klein honderdveld indien ze hier nood aan hebben. Het honderdveldspel De leerlingen krijgen ieder een honderdveld dat niet volledig is ingevuld. Ze krijgen per twee ook een zakje met kaartjes in. Om de beurt moeten ze een kaartje blindelings trekken en dit getal juist op hun honderdveld zetten. Wie als eerst het honderdveld vol heeft, is gewonnen. Wanneer iemand een kaartje heeft getrokken, wordt deze terug in het zakje gestoken. Zo kan de buur dit kaartje ook trekken. Materiaal student: 18x honderdveld niet volledig ingevuld 9x zakjes met de ontbrekende getallen Materiaal klas: Pen