ARBEIDSMARKT GETOETST AAN FLEXICURITY



Vergelijkbare documenten
Flexibiliteit en zekerheid: misverstanden met flexicurity

Flexibiliteit en toerekenbaarheid in lokaal arbeidsmarktbeleid (verslag van de OECD(LEED)/UA studie)

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen

Deeltijdarbeid. WAV-Rapport. Seppe Van Gils. Maart 2004

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen?

Vrouwenraadinfofiche 2016

Thema 2: Kwaliteit van de arbeid

Diagnose van de Belgische arbeidsmarkt vanuit Flexicurityperspectief

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Duurzame inzetbaarheid Op de arbeidsmarkt van morgen. Luc Sels Decaan Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen

De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling

Een pensioenhervorming in het teken van defined ambition? Frank Vandenbroucke Jaarevent Alumni & Friends, Actuariaat Leuven 28 september 2015

DE GEHARMONISEERDE WERKLOOSHEID IN RUIME ZIN

MODERN WERKNEMERSCHAP

Een rigide arbeidsmarkt, volop in beweging. Luc Sels Decaan Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen

Gelijkgestelde periodes in de pensioenopbouw bij werknemers

Profiel en tevredenheid van uitzendkrachten. In samenwerking met

Regeringsverklaring. woensdag 31 december "Werken aan het vertrouwen"

2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis

Onafhankelijke denktank Fact-based Lange termijn

Wensdenken en illusoire politiek

DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Kerncijfers Vergrijzing en Werkzaamheid Versie 20 juni 2013

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

Werk voor lagergeschoolde mensen: lessen en vragen uit een vergelijkende analyse voor België en Nederland

14 BIJLAGE INTERNATIONALE KERNGEGEVENS BBP per hoofd van de bevolking

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

Naar gezonde financiële verhoudingen en vertrouwen

De mobiliteit van talent in de socialprofitsector In-, door- en uitstroom Een onderzoek bij meer dan 4000 werknemers uit de sector

De regionale impact van de economische crisis

De toekomst van de welvaartsstaat. Frank Vandenbroucke Kortrijk 18 maart 2015

Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK)

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015

Is er morgen nog werk voor iedereen? Egbert Lachaert Jong Vld 30 maart 2015

Werkloosheidsuitkeringen

DE PERFECTE STORM. Hoe de economische crisis de wereld overviel en vooral: hoe we eruit geraken. Gert Peersman & Koen Schoors.

Bijlage VMBO-GL en TL

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De sociale minima: actie nodig

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014

HRM EN ARBEIDSVERHOUDINGEN in kritieke. transitie. lezing HR salon 14 maart 2013 PROF. DR. WILLEM DE NIJS HOOGLERAAR STRATEGISCH PERSONEELSMANAGEMENT

Pensioenaanspraken in beeld

DEEL 1 DE ESSENTIE VAN DE SOCIALE ZEKERHEID

27 30 oktober 2011 KAV - Belgium. Wanted: Genderproof systems of Social Security and Protection!

Flexi-zekerheid voor mens & organisatie

Socio-economic situation of long-term flexworkers

Eurobarometer Standaard 82. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2014 NATIONAAL RAPPORT BELGIË

COUNTRY PAYMENT REPORT 2015

Standaard Eurobarometer 80. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË

Uitdagingen op de Arbeidsmarkt

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015

MONITOR 2017 BRAINPORT NETWORK

Studiedag over pensioenen

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 oktober 2017 (OR. en)

Studiedienst PVDA Studie over de transfers van lonen naar winsten onder de regering-michel.

Deuce: arbeidsmarktstatistieken vanuit een genderperspectief

Oud maar niet out. Denken en doen met de Oudheid vandaag _Oud maar niet out_vw.indd 1 13/03/12 10:24

Pensioenzekerheid voor iedereen

NATIONAAL RAPPORT BELGIË

Vlaanderen binnen Europa

HOORZITTING KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS: ARBEIDSDUURVERKORTING

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014

WAARDIG LEVEN IN BELGIË HISTORISCH ONDERZOEK

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g

perspresentatie Bridging the Gap Randstad Holding nv SEO Economic Research

Nederlandse en Belgische pensioendiscussies in Europees perspectief

INHOUDSOPGAVE: Vooraf 2. Inleiding 3. Doelstellingen, strategie en belangrijkste activiteiten 4-5. Communicatie 6.

De toekomstige arbeidsmarkt in een vergrijzende Europese Unie: het effect van meer deeltijdwerk op het arbeidsvolume

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt

Het Vlaams en Belgisch arbeidsmarktbeleid door een Europese bril

NOVEMBER 2014 BAROMETER

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Arbeidsmarkt 4.0 Slimme opportuniteiten in disruptieve tijden. Yves Plees

Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK)

Pascale Peters (Radboud Universiteit) Laura den Dulk (Universiteit Utrecht) Judith de Ruijter (A&O Consult)

De arbeidsmarktintegratie van personen met een handicap in Europa. Barbara Vandeweghe IDEA Consult 12 december 2011

Europa: Uitdagingen? Prof. Hylke Vandenbussche Departement Economie- International Trade 26 April 2018 Leuven

We zijn op ontdekkingsreis, in een gebied waar de huidige systemen leidend zijn maar onvoldoende werken. Bij een ontdekkingsreis hoort ruimte.

EconomieeenInleiding. 1: Wereldreis. o Voorbeelden: VS, EU, Japan 2: Overzicht

RAADGEVEND COMITÉ VOOR DE PENSIOENSECTOR

TRANSITIONELE ARBEIDSMARKTEN;

BZW 13 april Meebewegen in een flexibele arbeidsmarkt Duurzame inzetbaarheid

Sectoren / paritaire comités Methodologie

Vrienden, ik wil eindigen met een driedubbele oproep:

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU?

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Tips voor werknemers StepStone geeft tips op basis van demografische studie. Mei 2009

Pensioenbeleid als antwoord op onzekerheid over de lange termijn Frank Vandenbroucke Universiteit van Amsterdam

Arbeidsmobiliteit: Wat juristen weten (en willen) Zestig Jaar SER Evert Verhulp UvA/Hsi

Macro-economische uitdagingen ten gevolge van de vergrijzing

Eindexamen maatschappijleer vwo 2003-II

Leeractiviteit Internationale Organisaties IMF Quota s

Scholing voor oudere werknemers: literatuuroverzicht en kosten-baten analyse

Transcriptie:

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2010-2011 ARBEIDSMARKT GETOETST AAN FLEXICURITY Masterproef van de opleiding 'Master in de Rechten' Ingediend door Van Molle Wouter (studentennummer : 00602638) (major : Sociaal en Economisch Recht) Promotor : Professor dr. W. Van Eeckhoutte Commissaris : E. Matthys Masterproef bij professor dr. Willy Van Eeckhoutte 1

Inhoud Arbeidsmarkt getoetst aan Flexicurity...1 Inleiding...6 Woord vooraf...8 Deel I : Flexicurity...8 Inleiding...8 Hoofdstuk I Noodzaak tot verandering: Probleemstelling...8 Afdeling I Feitelijke redenen...9 1 Globalisering...9 2 Insider-outsider problematiek...10 3 Financiering pensioenen...12 4 Hoge werkloosheidscijfers...13 5 Overheidsfinancieën...15 6 Verandering in de sociale norm...16 Afdeling II Juridische redenen...16 Hoofdstuk II Transitionele arbeidsmarkt : Waar flexicurity zijn mosterd haalt...18 Afdeling I Premissen...18 Afdeling II Vijf soorten transities...19 Afdeling III Vier criteria voor goede transitionele arbeidsmarkten...21 Afdeling IV Basis voor flexicurity...22 Hoofdstuk III Doelstelling voor de arbeidsmarkt : Flexicurity, een nieuw evenwicht...23 Afdeling I Zekerheid...24 1 Werknemers willen zekerheid...24 2 Werkgevers willen zekerheid...26 3 Soorten zekerheid...26 Afdeling II Flexibiliteit...27 1 Werknemers willen flexibiliteit...27 2 Werkgevers willen flexibiliteit...28 3 Soorten flexibiliteit...29 Hoofdstuk IV Oplossingen : actief arbeidsmarktbeleid, levenslang leren en moderne sociale zekerheid...30 Afdeling I Levenslang leren...30 Masterproef bij professor dr. Willy Van Eeckhoutte 2

1 Nog heel wat werk aan de winkel...31 2 Flexibiliteit...32 3 Zekerheid...32 Afdeling II Actief Arbeidsmarktbeleid...34 1 Flexibiliteit...35 2 Zekerheid...35 3 Nog andere voordelen...36 Afdeling III Moderne Sociale Zekerheid...37 Deel II : Levensverhaal getoetst aan flexicurity...40 Inleiding...40 Hoofdstuk I Armoede...41 Hoofdstuk II Ancienniteit in verloning...44 Hoofdstuk III Anciënniteit in opzeggingstermijnen...47 Afdeling I opzeggingstermijn van arbeidsovereenkomst de lege lata...48 1 Werklieden...49 2 Bedienden...49 A Lagere bedienden...50 B Hogere bedienden...50 a) anciënniteit...52 b) functie...54 c) leeftijd...55 d) loon...55 e) andere...57 f) ratio legis...59 Afdeling II Conclusie : strijdigheid met flexicurity-idee...61 1 Algemeen...61 A Billijkheid...63 B Wedertewerkstellingskans...63 C Beloning van loyauteit...64 D Bescherming van de werknemer als zwakkere contractspartij...65 2 Economisch is ontslag geen ramp...65 Afdeling III Sociale kosten van ontslag...66 Masterproef bij professor dr. Willy Van Eeckhoutte 3

Afdeling IV De lege ferenda...67 1 Politieke haalbaarheid...68 2 Juridische haalbaarheid: contrat nouvelles embauches...71 A Waarom het in Frankrijk mislukte...71 B Persoonlijke bedenkingen...72 Afdeling V Besluit : kortere opzeggingstermijn en ruimere werkloosheidsverzekering binnen flexicurity...73 Hoofstuk IV Basisinkomen...74 Inleiding...74 Afdeling I Definitie...75 Afdeling II Basisinkomen en de moderne sociale zekerheid...75 Afdeling III Basisinkomen en de nieuwe sociale norm...77 Afdeling IV Klassieke argumenten pro en contra basisinkomen...77 1 Argumenten voor invoering basisinkomen...78 2 Argumenten tegen invoering basisinkomen...79 Afdeling V Basisinkomen en flexicurity...79 1 Basisinkomen en flexibiliteit...80 2 Basisinkomen en zekerheid...80 Hoodstuk V Impact van frictionele werkloosheid op uw financiële situatie...81 Hoofdstuk VI Werkstudent : studeren tijdens het werken...82 Hoofdstuk VII Scholingsbeding...82 Hoofdstuk VIII Zwangerschapsverlof en ontslagverbod...83 Hoofdstuk IX Deeltijds werken...85 Hoofdstuk X Sancties in Actief Arbeidsmarktbeleid...87 Hoofdstuk XI Pensioen...88 Afdeling I Deeltijds pensioen...88 Afdeling II Flexibel pensioen...89 Afdeling III Werken na pensioenleeftijd...90 Besluit...91 Bibliografie...93 Masterproef bij professor dr. Willy Van Eeckhoutte 4

Afbeeldingen Afbeelding 1: Deeltijdse arbeidscontracten (in %) (bron : Eurostat)...11 Afbeelding 2: Tijdelijke contracten (in %) (bron : Eurostat)...11 Afbeelding 3: Bevolkingspiramide mannen-vrouwen België 2008 (bron : Eurostat)...13 Afbeelding 4: Werkgelegenheid in % van de beroepsbevolking, 2008 (bron : Eurostat)...14 Afbeelding 5: Werkgelegenheidsgraad (in %) 2009 (bron : Eurostat)...15 Afbeelding 6: Arbeidsmarktbeleid als een strategie van transitionele arbeidsmarkten (Bron : SCHMID, Transitional labour markets: a new european employment strategy, ILO, 1998, 12.)...20 Afbeelding 7: realtie tussen duurtijd zelfde job en productiviteit (Bron : P. AUER, Security in labour markets, combining flexibility with security for decent work, ILO, 2007, 10)...46 Afbeelding 8: Aandeel deeltijdarbeid bij de loontrekkenden volgens geslacht in de Gewesten, België en EU-27 (2008) (Bron : FOD Economie - ADSEI-EAK, Eurostat LFS (bewerking departement WSE/ Steunpunt WSE))...85 Afbeelding 9: Evolutie van deeltijdarbeid bij de werkenden in de Gewesten, België en EU-27 (2001-2008) (Bron : FOD Economie - ADSEI-EAK, Eurostat LFS (bewerking departement WSE/ Steunpunt WSE))...86 Tabellen Tabel 1: Verwacht aantal uren in informele werkgerelateerde scholing en opleiding bij werknemers per leeftijdsgroep (2003) (Bron: Education at a Glance 2007, OECD 2007)...31 Tabel 2: Ongekwalificeerde uitstroom in een reeks kalenderjaren...34 Tabel 3: Studietoelage...42 Tabel 4: productiviteitsschalen van SPENGLER (werklieden)...46 Tabel 5: opzeggingstermijn werklieden bij opzeg door werkgever...49 Tabel 6: Opzeggingstermijnen in de wet van 7 augustus 1922...52 Masterproef bij professor dr. Willy Van Eeckhoutte 5

Inleiding 1. Het leven is als fietsen: om je evenwicht te kunnen houden, moet je in beweging blijven. 1 Ik hoor mensen tegen me zeggen dat België het beste land ter wereld is om in te leven. Met onze goed uitgebouwde sociale zekerheid blijven we gespaard van zogenaamde Amerikaanse toestanden. Uitspraken als 'het beste land om in te leven' zijn geen wetenschappelijke maar emotionele uitspraken. Het emotionele gevoel dat we de beste zouden zijn, houdt het gevaar in dat we op onze lauweren gaan rusten. Ik denk dat we moeten durven kritisch zijn en blijven. En dat we met een open geest naar nieuwe ideeën zoals flexicurity moeten durven kijken. Iedereen die stopt met trappen op zijn fiets zal vroeg of laat omvallen. 2. Flexicurity wil een flexibele arbeidsmarkt, gecombineerd met een moderne sociale zekerheid. Flexicurity 2 is een samentrekking van flexibility en security. In het Nederlands spreekt men ook wel van flexizekerheid, wat dan een samentrekking is van flexibiliteit en zekerheid. Zowel flexibiliteit als zekerheid zijn immers wensen van werknemers zowel als van werkgevers. 3. In een eerste algemeen deel ga ik eerst na of en waarom er iets veranderd moet worden. Je hebt pas een brug nodig als je voor de stroom staat 3. Veranderen is pas nodig als het huidige niet meer voldoet. Ik stel vast dat er veel feitelijke argumenten zijn, maar dat er bovenal ook de niet te ontkennen juridische plicht is om ons arbeidsmarktbeleid op het Europese af te stellen. In de retoriek over de modernisering van de arbeidsmarkt zoals door Europa naar voren geschoven, wordt vaak gesproken over flexicurity, actief arbeidsmarktbeleid, levenslang leren en moderne sociale zekerheid als waren het vier evenwaardige pijlers. Hier maak ik echter een duidelijk onderscheid tussen het eerste, wat de doelstelling is voor het beleid en de laatste drie die daar oplossingen, methoden toe aanreiken. Een arbeidsmarkt die veel belang hecht aan actief arbeidsmarktbeleid en aan levenslang leren, en die daar een moderne sociale zekerheid rond bouwt, benadert het ideaal van een arbeidsmarkt die beantwoordt aan het flexicurity-ideaal. In dit eerste deel ga ik tenslotte ook op zoek naar de grondslagen van het flexicurity-idee. Zo'n theorie komt natuurlijk niet uit de lucht gevallen. Wanneer we ze willen toepassen, is het dan ook nuttig om kennis te nemen van de theorie over de transitionele arbeidsmarkten van SCHMID. In een tweede deel ga ik aan de hand van een fictief voorbeeld van een carrière van een vrouw 1 Citaat dat aan Albert Einstein toegeschreven wordt. 2 De term Flexicurity of Flexizekerheid in het Nederlands zou gelanceerd zijn door de Nederlandse socioloog Hans ADRIAANSENS. Bron: W. VANDEPUTTE, Flexizekerheid: het beste van twee werelden?, T.S.R. 2007, 312. 3 Russisch gezegde. Masterproef bij professor dr. Willy Van Eeckhoutte 6

enkele capita selecta van naderbij belichten. Ik raak daarbij enkele marginalere thema's aan, zoals de mogelijkheden voor kinderen uit arme milieus om hogere studies aan te gaan. En ik stoot op problemen waarvan ik meen dat ze een essentieel knelpunt vormen wanneer we onze arbeidsmarkt willen vormen tot een arbeidsmarkt die aan flexicurity beantwoordt. In het bijzonder behandel ik de lange ontslagperiodes in het Belgisch arbeidsrecht. Aan zulke problemen ga ik dan veel meer aandacht besteden en ze meer algemeen, los van de casus toelichten. Daarbij probeer ik zo duidelijk mogelijk de huidige rechtssituatie weer te geven en te becommentariëren alsook mogelijke oplossingen aan te reiken waar ik dit nodig acht. Het is over dergelijke concrete thema's en voorstellen dat er zinvol gediscussieerd kan worden. Op het niveau van flexicurity in het algemeen verzandt de discussie mijn inziens immers al te snel in een ideologische symbolenstrijd. 4. Veel van die oplossingen lijken vrij radicaal. Ze zijn dit ook. Essentieel is dat ze samenhangen. Men kan de arbeidsmarkt niet flexibeler maken zonder in voldoende zekerheid te voorzien. Flexicurity zoekt een nieuw evenwicht, niet een doorslaan in de ene of de andere richting. Een evenwicht wordt echter gevormd met alle elementen samen. Opzeggingstermijnen radicaal inkorten zonder de werkloosheidsvergoedingen sterk op te trekken en in actief arbeidsmarktbeleid te voorzien, brengt het evenwicht totaal uit balans. Samen versterken ze echter het evenwicht. Het invoeren van flexicurity doorheen het hele sociale recht lijkt mij op twee grote problemen te stuiten. Ten eerste is er de tegenstelling tussen het micro- en het macro-niveau. Op micro-niveau zal niemand er voorstander van zijn. Of toch zeker niet de grote groep van mensen die wel werk hebben. En in een democratie is het de meerderheid van de individuen die het voor het zeggen heeft, niet het algemeen belang. Ten tweede is er het probleem dat er een soort van big bang nodig is. Alles hangt samen. Men moet de hervorming grondig en volledig doen 4, zoniet zal het een verslechtering en geen verbetering betekenen voor onze arbeidsmarkt. De doelstelling moet een Pareto-optimale verbetering zijn. Zowel voor de werkgever als voor de werknemer moet het een verbetering betekenen. Alleen zo kunnen de veranderingen een maatschappelijk draagvlak vinden. 4 Al kan men het wel eerst in een relatief beperkt domein doen zoals men met de uitzendwetgeving in Nederland gedaan heeft bij Wet van 14 mei 1998, Stb. 1998, 300, houdende wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek, het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 en van enige andere wetten (flexibiliteit en zekerheid). Masterproef bij professor dr. Willy Van Eeckhoutte 7

Woord vooraf 5. De arbeidsmarkt wordt bestudeerd door economen, sociologen, psychologen,... en ook door juristen. Doorheen mijn studies aan de universiteit heb ik naast het standaardtraject in de rechten, ook vakken aan de faculteiten 'Letteren en Wijsbegeerte', 'Politieke en Sociale Wetenschappen' en 'Economie en Bedrijfskunde' gevolgd. Ik sta dan ook open voor fenomenen zoals de arbeidsmarkt die enorm veel verschillende facetten hebben. Mijn hoofdopleiding is en blijft echter steeds de opleiding tot jurist. Toen ik naar de universiteit trok, wou ik rechten doen omdat deze richting als geen ander mij inzicht zou kunnen bieden in de maatschappij. Het recht tracht die zo oneindig complexe maatschappij te ordenen en tot een logisch, coherent en consistent geheel te maken. Daarbij maakt het gebruik van sociologische, economische en politieke inbreng. Flexicurity is daar een uitgelezen voorbeeld van. We hebben een ideaalbeeld voor ogen, waarnaar we de maatschappij of een deel ervan willen organiseren. Het recht is dan het middel bij uitstek om te trachten dat ideaalbeeld te verwezenlijken, om een beleid te concretiseren. Deel I : Flexicurity Inleiding 6. In dit eerste deel behandel ik flexicurity in het algemeen. Dit doe ik door eerst na te gaan met welke problemen we vandaag de dag te maken hebben in onze maatschappij waaraan arbeidsmarkthervormingen een antwoord zouden kunnen bieden. Ik ga met andere woorden na waarom verandering nodig zou zijn. In een tweede luik tracht ik kort weer te geven wat de theoretische achtergrond en oorsprong is van flexicurity. Ik bespreek daar de zogenaamde transitionele arbeidsmarkten. In een derde deel gaat het dan over flexicurity als dusdanig. Wat is flexicurity? Tenslotte besteed ik wat aandacht aan Levenslang Leren, Actief Arbeidsmarktbeleid en Moderne Sociale Zekerheid in het algemeen. Hoofdstuk I Noodzaak tot verandering: Probleemstelling 7. Er zijn zowel feitelijke als juridische elementen die er ons toe noodzaken het Belgisch recht aan te passen. In Arbeidsrecht in transitie beschrijft Marc DE VOS dat onze maatschappij geëvolueerd Masterproef bij professor dr. Willy Van Eeckhoutte 8

is 5. Ons sociaal recht is nog voornamelijk gestoeld op het Fordisme, het model uitgewerkt rond de tweede wereldoorlog. De arbeidsrealiteit is vandaag anders dan toen. The model of continuous and dependent full-time employment is no longer up to date, although it still implicitly underlies many institutional arrangements. 6 Het sociaal recht dient dan ook aangepast te worden. Flexicurity poogt die uitdaging te beantwoorden door te omschrijven wat voor een sociaal recht dan wel nodig is om aan de veranderingen in de arbeidsrealiteit tegemoet te komen. Afdeling I Feitelijke redenen 8. De arbeidsmarkt speelt een zeer belangrijke rol in de maatschappij. Het is dan ook allesbehalve verwonderlijk dat haar werking repercussies heeft op verschillende uitdagingen waar onze samenleving voor staat. Zonder exhaustief te willen zijn, behandel ik hieronder een aantal thema's waar goede veranderingen in de arbeidsmarkt een al dan niet gedeeltelijke oplossing zouden kunnen bieden. Ik behandel achtereenvolgens de globalisering, de insider-outsider problematiek, de financiering van de pensioenen, de hoge werkloosheidscijfers en de slechte toestand van de overheidsfinanciën. Tot slot bespreek ik de verandering van de sociale norm in onze maatschappij. Dit laatste is de meest directe en de meest fundamentele oorzaak om te pleiten voor veranderingen in het arbeidsmarktbeleid. 1 Globalisering 9. De economie wordt alsmaar meer een geglobaliseerde economie, een wereldeconomie. Internationale migratie is daar een gevolg van. Als we onze welvaart en onze sociale zekerheid willen behouden, zullen we een moderne arbeidsmarkt nodig hebben 7. Een arbeidsmarkt die capabel is snel in te spelen op veranderingen waar we vaak geen rechtstreekse macht meer over hebben omdat ze zich ver buiten de grenzen van ons land en onze arbeidsmarkt bevinden. Protectionisme ten aanzien van jobs wordt dus veel moeilijker. De Deense minister van werk Claus Hjort FREDERIKSEN verwoordt het zo: In a globalized world, goverments can try to protect jobs - and many countries our doing so. But in the long run the fact is that no job can be guaranteed in a 5 M. DE VOS, Arbeidsrecht in transitie, in I. BOONE, I. CLAEYS, L. LAVRYSEN, Liber Amicorum Hubert Bocken. Dare la luce, Brugge, Die Keure, 2009, 589-605. 6 G. SCHMID, Transitional Labour Markets: A new European employment strategy, Discussion Paper FS I 98 206, Wissenschaftszentrum Berlin für Sozialforschung 1998, bibliothek.wzb.eu/pdf/1998/i98-206.pdf (laatst geraadpleegd op 28 april 2011), Abstract. 7 M. DE VOS, Van baanzekerheid naar werkzekerheid op de Belgische arbeidsmarkt - Ideeën voor een New Deal in België, Or. 2007, 188; P. AUER, Security in labour markets: combining flexibility with security for decent work, ILO, 2007, 2. Masterproef bij professor dr. Willy Van Eeckhoutte 9

globalized world. 8 Dit fenomeen is echter allesbehalve een recent fenomeen. Globalisering is een oud continu proces. Ook MARX sprak al van proletariërs aller lande, verenigt u. 2 Insider-outsider problematiek 10. In Nederland 9 lag een zogenaamde insider-outsider 10 11 problematiek aan de oorsprong van een flexicurity-beleid. De sterke stijging van het aantal werknemers met een atypische arbeidsovereenkomst bracht een pervers neveneffect met zich mee: het leidde tot een opsplitsing van de arbeidsmarkt. Een meerderheid van goedbeschermde insiders, tewerkgesteld met een standaardovereenkomst (dit wil zeggen een voltijdse arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd), onderscheidt zich thans van een almaar groter wordende groep outsiders, tewerkgesteld met een flexibele overeenkomst die hen een beduidend lager niveau van sociale bescherming biedt. 12 Dat werkgevers en werknemers almaar vaker via atypische constructies 13 tewerkgesteld worden, geeft aan dat het recht geen passend antwoord biedt op een actuele realiteit. In de afbeeldingen 1 en 2 ziet men dat atypische contracten inderdaad in het bijzonder in Nederland sterk vertegenwoordigd waren. En dat die trend zich tot vandaag doorzet. Ook de immigranten kunnen als een outsider-groep bekeken worden in Nederland, zo blijkt 14. 8 A. M. SKIPPER, Flexicurity or how the work force, employers and the government in a small country got together in adapting to market demands in a globalized world, interview with the Danish minister for Employment, Claus Hjort Frederiksen, http://www.ilo.org/wcmsp5/groups/public/@dgreports/@dcomm/documents/newsitem/wcms_093856.pdf (laatst geraadpleegd op 28 april 2011). 9 Het stijgend aantal atypische arbeidscontracten is ook in ons land vast te stellen. Zo bijvoorbeeld meldde Federgon nog zeer recent in een persbericht van 21 maart 2011 dat de outplacementactiviteiten in België jaar op jaar met 13,9 procent gestegen zijn in 2010 (bron : www.federgon.be ). 10 Ook de EU noemt dit bij monde van de Europese Commissie een argument voor flexicurity: Towards common principles of flexicurity: More and better jobs through flexibility and security., Europese Commissie, 2007, ec.europa.eu/social/blobservlet?docid=2756&langid=en (laatst geraadpleegd op 22 april 2011), 9. 11 T. JASPERS, Flexicurity: a contribution to the solution of the 'insiders - outsiders' dilemma?, 81-124 in Fundamental social rights in Europe: challenges and opportunities, A. EDOARDO, T. JASPERS, P. LORBER, C. SACHS- DURAND, U. WENDELING-SCHRÖDER, Antwerpen, Intersentia, 2009, 163 p; G. E. BIJWAARD, J. VEENMAN, Unequal chances on the transitional labor market: the case of the Netherlands, 2007, IZA Discussion paper No. 2908, http://www.iza.org/en/webcontent/publications/papers/viewabstract?dp_id=2908 (laatst geraadpleegd op 7 april 2011), 34 p; W. VANDEPUTTE, Flexizekerheid: het beste van twee werelden?, T.S.R. 2007, 309. 12 W. VANDEPUTTe, Flexizekerheid: het beste van twee werelden?, T.S.R. 2007, 309. 13 Zo'n werknemers worden ook wel atypische werknemers of 'flex workers' genoemd. Bron : T. WILTHAGEN, Flexicurity: a new paradigm for labour market policy reform?, 1998, Wissenschaftszentrum Berlin für Sozialforschung, http://bibliothek.wz-berlin.de/pdf/1998/i98-202.pdf (laatst geraadpleegd op 7 april 2011), 11. 14 G. E. BIJWAARD, J. VEENMAN, Unequal chances on the Transitional Labour Market: the case of the Netherlands, Discussion paper nr. 2908, IZA 2007, 34. Masterproef bij professor dr. Willy Van Eeckhoutte 10

Afbeelding 1: Deeltijdse arbeidscontracten (in %) (bron : Eurostat) Afbeelding 2: Tijdelijke contracten (in %) (bron : Eurostat) 11. Die atypische constructies, zoals ik ze noemde, zijn er gekomen omdat men aanvoelde dat de arbeidsmarkt meer flexibiliteit wou. Alleen maar meer flexibiliteit invoeren, zonder aanpassing waar nodig aan de zekerheid, creëert een labiel evenwicht. In zulk een evenwicht bevinden we ons vandaag de dag. Masterproef bij professor dr. Willy Van Eeckhoutte 11

12. Insider-outsider problemen zijn bijzonder gevaarlijk in een democratie. De insiders zijn vaak nog qua aantal in de meerderheid. Het zijn ook zij die de maatschappelijk belangrijke functies en posities in handen hebben 15. In een democratie regeert de meerderheid. Vanuit rechtvaardigheidsoogpunt is de positie van de outsiders echter cruciaal. 3 Financiering pensioenen 13. De arbeidsrealiteit staat wat betreft de demografie op een keerpunt. Het is voortdurend in de actualiteit dat de babyboomgeneratie met pensioen gaat de komende jaren 16. De babyboomgeneratie en vooral de denataliteit na hun generatie heeft onze bevolkingspiramide omgevormd tot iets wat nog allesbehalve de vorm van een piramide heeft (zie afbeelding 3). Dit betekent dat, wanneer deze babyboomgeneratie uit de markt treedt, zij numeriek slechts gedeeltelijk vervangen kan worden. Ondanks allerhande maatregelen ter verhoging van de (feitelijke) pensioenleeftijd zullen er de komende jaren meer arbeidsmarktuittreders dan arbeidsmarktintreders zijn. Afbeelding 3 maakt immers duidelijk dat er veel meer personen tussen veertig en zestig jaar, dan tussen twintig en veertig jaar in ons land leven. Dit legt een financiële last op ons pensioenstelsel dat immers zo georganiseerd is dat de werkenden het pensioen van de gepensioneerden betalen. De werkenden zullen deze zware uitdaging enkel kunnen volbrengen indien zij voldoende in aantal zijn. Een grote tewerkstelling is nodig om onze sociale zekerheid betaalbaar te houden. De budgettaire strategie ten aanzien van de vergrijzing uit de jaren negentig kunnen we niet langer als het alfa en omega van een geloofwaardig antwoord op de vergrijzing zien volgens F. VANDENBROUCKE. Ook strucuturele hervormingen binnen het sociale bestel zullen nodig zijn 17. De uitgaven voor de sociale zekerheid zullen voor de periode 2008-2060 dan ook met 8,2 procent van het bruto binnenlands product stijgen 18. 15 Volgens mij is dit een reden waarom in de opstanden in Noord-Afrika en Arabië de opstandelingen jongeren zijn, zonder enige band met de traditioneel in die landen aanwezige oppositiebewegingen zoals bijvoorbeeld bepaalde Moslimbewegingen. 16 Zeer recent was bijvoorbeeld het hoofdartikel en het special report van The Economist nog volledig aan de pensioenproblematiek gewijd: 70 or bust!, The Economist 9 april 2011, 13; Special Report: pensions, falling short, 16 p. 17 F. VANDENBROUCKE, Strategische keuzes voor het sociale beleid, Tekst van een lezing voor de medewerkers van het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck (CSB) op een seminarie over de onderzoekskeuzes van het centrum, Oostende, 2010, http://webhost.ua.ac.be/csb/sites/default/files/20100210164124xykt.pdf (laatst geraadpleegd op 27 april 2011), 2-3. 18 M. DAERDEN, Groen Boek - Een toekomst voor onze pensioenen, Brussel, 2010, 57. Masterproef bij professor dr. Willy Van Eeckhoutte 12

Afbeelding 3: Bevolkingspiramide mannen-vrouwen België 2008 (bron : Eurostat) 14. Ook de financieringsproblemen van de pensioenen zijn te analyseren als een insider-outsider probleem. Het zijn de huidige arbeidsmarktintreders die de pensioenen van de huidige arbeidsmarktuittreders zullen moeten betalen. De intreders zijn echter in de minderheid en bekleden (nog) niet de maatschappelijk belangrijke functies. Democratie leidt dus tot vooruitschuiven van lang voorspelbare problemen. Vanuit rechtvaardigheidsoogpunt kunnen we deze visie opnieuw niet verdedigen. 4 Hoge werkloosheidscijfers 15. De werkloosheidscijfers in Europa en in België zijn sinds de economische crisissen van de eerste helft van de jaren zeventig gestegen en nooit meer echt tot het niveau van vóór de jaren zeventig gedaald. Nog niet zo lang geleden leefde sterk de idee dat men ter bestrijding van die werkloosheidscijfers het beschikbare werk moest herverdelen onder alle werkwillenden. Economisten noemen dit the lump of labour fallacy 19. Men redeneerde dat wanneer men drie mensen in plaats van 40 uur, 30 uur per week laat werken dat er dan 30 uur vrij komen om een extra persoon aan te werven. Dit idee stoot me echter sterk tegen de borst. Dergelijke redenering verliest immers het totaal arbeidsaanbod uit het oog. Het gaat ervan uit dat dit constant zou blijven ongeacht wie die werkuren presteert, quod non. Het totaal arbeidsaanbod hangt in wezen af van de vraag hoe efficiënt men hier 19 70 or bust!, The Economist 9 april 2011, 13; Hiring grandpa, The Economist 9 april 2011, Special Report, 8; The danger of unemployment. Rising unemployment will test many governments' commitment to labour reforms, The Economist 18 juni 2009, www.economist.com. Masterproef bij professor dr. Willy Van Eeckhoutte 13

kan produceren. Want dat bepaalt of men hier dan wel elders in de wereld zal gaan produceren. Wel, men zal efficiënter kunnen produceren als men uit vier werkwillenden de beste drie kan selecteren als werkgever en deze volledig kan inzetten, dan wanneer men ook de vierde mee aan boord moet nemen. Die vierde en laatste is immers de minst efficiënte. Hij haalt zo de gemiddelde efficiëntie van al de werkenden naar beneden, waardoor de investeerder eerder zal kiezen voor productie in een ander land. Diezelfde lump of labour fallacy kwam vroeger voor bij het uit werken gaan van de vrouw en vandaag ook in het debat over immigratie 20. De idee van werkherverdeling is dan ook inadequaat. Een ander concept is nodig. Europa heeft als doelstelling een werkgelegenheidsgraad van 70 % vooropgesteld, dit haalt ons land niet 21. Al lijkt België eindelijk in te zien dat er inspanningen nodig zullen zijn om die doelstellingen te halen. Dat staat te lezen in het nationaal hervormingsprogramma dat België in april 2011 moet indienen bij Europa samen met de meerjarenbegroting 22. Afbeelding 4: Werkgelegenheid in % van de beroepsbevolking, 2008 (bron : Eurostat) 16. De werkloosheidscijfers bij kansengroepen zijn zo mogelijk nog slechter. Net als bij de laaggeschoolden en de oudere werknemers hebben zij in België veel minder werk in vergelijking 20 Hiring grandpa, The Economist 9 april 2011, Special Report: Pensions, 8. 21 Voor concrete cijfers: Zie ook figuur; meest recente cijfers : 62,38 procent werkgelegenheidsgraad in België, eigen berekening op basis van cijfers van de Nationale Bank van België, http://www.nbb.be/belgostat/publicatieselectielinker?linkid=571000050 910000082&Lang=N (laatst geraadpleegd op 27 april 2011): 4 438 000 / 7 114 000 x 100 = 62,38. 22 België legt lat op Europese hoogte, regeringen beloven ambitieuze hervormingen, De Tijd van zaterdag 26 maart 2011, 17. Masterproef bij professor dr. Willy Van Eeckhoutte 14

met de ons omringende landen 23. Afbeelding 5: Werkgelegenheidsgraad (in %) 2009 (bron : Eurostat) 5 Overheidsfinancieën 17. Budgettair vergaat het ons land niet goed. 24 Opgezadeld met een historisch hoge staatsschuld slagen we er niet in om het overheidsbedrijf weer gezond te maken. Erger nog, we hebben geen noemenswaardige voorzorgen genomen om de hoge kosten die ons te wachten staan zoals de vergrijzing en de afbouw van de overheidsschuld op te vangen. De sociale zekerheid vormt een aanzienlijke hap uit het overheidsbudget. Als we de sociale bescherming die zij organiseert willen behouden, zullen we de middelen in de sociale zekerheid efficiënter moeten gaan besteden. Wanneer we echter een goed werkende arbeidsmarkt op poten zouden kunnen zetten, zullen we ook hier al een hele stap verder zijn. Hoe minder werklozen, hoe minder werkloosheidsuitkeringen betaald moeten worden. Hoe langer de mensen werken, hoe meer ze bijdragen betalen en hoe minder lang hen een pensioen dient uitbetaald te worden. Met andere woorden, 23 M. DE VOS, Van baanzekerheid naar werkzekerheid op de Belgische arbeidsmarkt - Ideeën voor een New Deal in België, Or. 2007, 189. 24 Staatsschuld 2010 in % BBP : 100,2 (Bron : Nationale Bank van België) Masterproef bij professor dr. Willy Van Eeckhoutte 15

arbeidsmarkthervorming dringt zich op omdat de sociale zekerheid anders in de toekomst niet langer betaalbaar zal zijn 25. 6 Verandering in de sociale norm 18. Een laatste, maar zeker niet minder belangrijke vaststelling is dat onze samenleving sinds de jaren zeventig alsmaar meer gekenmerkt wordt door individualisering 26. Er is als het ware een ontzuiling in de maatschappij 27. Mensen voelen zich niet langer behorend tot welbepaalde groepen. Religieus, politiek, maatschappelijk, familie 28, gezin 29. Het uit zich in de toenemende participatie van de vrouw in de arbeidsmarkt, het oplopend aantal echtscheidingen, dalende geboortecijfers, het toenemend aantal mensen met een tweede job 30,... Juridisch uit het zich onder meer in de opkomst van rechtszaken tegen instellingen zoals sportfederaties of de Kerk sinds de jaren negentig. Voordien was zoiets not done. Of men kan dit ook afleiden uit de positie die het gezin in de personenbelasting innam tot de jaren tachtig. Een tweede kostwinner in het gezin werd veel hoger belast. Op die manier bestendigde men het kostwinnersmodel. Tegen de jaren tachtig echter stelde men vast dat sommige gezinnen daarom zelfs nalieten te trouwen en gewoon gingen samenwonen. De sociale norm ging botsen met de stand van de regelgeving. De regeling werd uiteindelijk dan ook aangepast. Die verandering in de sociale norm creëert nieuwe uitdagingen voor ons arbeidsmarktmodel 31. Afdeling II Juridische redenen 32 19. Kaderend binnen de Lissabondoelstellingen schuift de Europese Unie in Towards Common Principles of Flexicurity : More and better jobs through flexibility and security (2007) flexicurity naar voren als een doelstelling voor de lidstaten in hun arbeidsmarktbeleid 33. De Europese Unie laat 25 M. DE VOS, Van baanzekerheid naar werkzekerheid op de Belgische arbeidsmarkt - Ideeën voor een New Deal in België, Or. 2007, 188. 26 G. SCHMID, Transitional Labour Markets: A new European employment strategy, Discussion Paper FS I 98 206, Wissenschaftszentrum Berlin für Sozialforschung 1998, bibliothek.wzb.eu/pdf/1998/i98-206.pdf (laatst geraadpleegd op 28 april 2011), 3. 27 Het kostwinnersgezin is op zijn retour. Zie bijvoorbeeld: L. DELSEN, Exit Poldermodel?, Sociaal-economische ontwikkelingen in Nederland, Nijmegen, Van Gorcum, 2000, p. 44-45. 28 Denk dan bijvoorbeeld aan de opkomst van rusthuizen. Kinderen vangen hun zieke ouders niet graag meer zelf op. 29 Denk dan bijvoorbeeld aan nieuw samengestelde gezinnen. 30 Vaak alleenstaanden, Record aantal Belgen heeft een tweede job, De Standaard online, maandag 4 april 2011, www.standaard.be (laatst geraadpleegd op 4 april 2011). 31 Conferatur supra, theorie over de transitionele arbeidsmarkten van Günther SCHMID. 32 W. VANDEPUTTE, Arbeidsrecht tussen flexibiliteit en zekerheid, existentiële vragen over het arbeidsrecht en de vastheid van betrekking in het licht van flexizekerheid, Soc. Kron. 2010, 8-9. 33 De opvolger van de Lissabonstrategie is de 'Europa 2020' strategie. De Europese Unie blijft ernaar streven de werkgelgenheidsgraad fundamenteel op te krikken. Masterproef bij professor dr. Willy Van Eeckhoutte 16

hierbij zeer veel ruimte en dus ook verantwoordelijkheid aan de lidstaten om zelf te bepalen hoe zij die doelstelling willen bereiken 34. Europa streeft hierbij geen uniformiteit na onder de verschillende lidstaten in hun arbeidsmarktbeleid. AUER, econoom en politiek wetenschapper aan de ILO, merkt op dat dit ook niet wenselijk is. Men moet in ieder land rekening houden met de specifieke geschiedenis en situatie 35. Naast een feitelijke noodzaak is er desalniettemin ook een juridische noodzaak voor België om haar arbeidsmarktbeleid volgens het flexicurity-concept aan te passen. Jan VANTHUYNE is streng maar duidelijk in zijn analyse in zijn werkstuk Flexicurity : geen bedreiging, maar een kans in het boek Rood zonder roest 36 : Elke lidstaat moet, uitgaande van zijn eigen situatie, een eigen strategie ontwikkelen op basis van de gemeenschappelijke principes van flexicurity. In België is een dergelijke flexicurity-strategie nog onbestaand. België geeft dit ook toe. 37 20. Waarom vraagt Europa dit van ons? Europa is toch (nog) niet bevoegd inzake arbeidsrecht en sociale zekerheidsrecht 38? We hoeven hier niet te verdoezelen dat de motieven van Europa economisch van aard zijn. In de eengemaakte markt is er geen concurrentie meer tussen de lidstaten wat betreft het monetair beleid. Dat wordt immers gevoerd door de Europese Centrale Bank en is voor alle euroleden gelijk. Als echter een lidstaat met een asymetrische schok geconfronteerd wordt, bijvoorbeeld een zware aardbeving, dan kunnen we deze niet meer opvangen met een aanpassing van het monetair beleid. Dat hebben we immers niet langer in handen. Enkel evoluties in de lonen, de zogenaamde nieuwe interne wisselkoersen, kunnen ervoor zorgen dat we die asymetrische schok weer te boven komen 39. Flexibele lonen, en ruimer een flexibele arbeidsmarkt, is daarom gewenst. Toch wil Europa proberen dit te realiseren zonder daarvoor de sociale bescherming van haar burgers 34 W. VANDEPUTTE, Arbeidsrecht tussen flexibiliteit en zekerheid: Existentiële vragen over het arbeidsrecht en de vastheid van betrekking in het licht van flexizekerheid, Soc. Kron. 2010, 8-9. 35 P. AUER, Security in labour markets: combining flexibility with security for decent work, ILO, 2007, 12. 36 J. VANTHUYNE, Flexicurity: geen bedreiging maar een kans in C. DEVOS en R. VANDER VENNET (eds.), Rood zonder roest - een sociaaldemocratie voor de 21ste eeuw, Gent, Uitgeverij Van Halewyck, 2009, 183. 37 Er is ook cijfermateriaal in die zin te vinden : F. TROS, T. BREDGAARD, Flexicurity and Human Resources Management for Older Workers in the Netherlands, Denmark, Germany and Belgium, Table 6 in R. BLANPAIN (ed.), Challenges in European employment relations: employment regulation, trade union organization, equality, flexicurity, training and new approaches to pay, Alphen aan den Rijn, Kluwer law international, 2008, 96: Voor oudere werknemers geven ze 4 landen waaronder België een totaalscore in een 'flexicurity index'. België staat derde in de ranking van vier landen met een score van 6,6. Nederland is primus met een 9,6 ; Contra: M. VAN PUTTEN, Geen flexicuritynoodzaak van grondige hervorming arbeidsrecht uit De impact van flexicurity op het Belgisch arbeidsrecht: methode en resultaten, Seminarie Flexicurity in het Belgisch arbeidsrecht: grenzen en mogelijkheden 23 april 2010. 38 F. HENDRICKX, M. VAN PUTTEN, Verslag van het discussieforum betreffende het Groenboek Modernisering Arbeidsrecht, Or. 2007, 89, nr 4. 39 Zie bijvoorbeeld F. ABRAHAM, J. VAN ROMPUY, Loonbeleid in de Europese Monetaire Unie, Leuven, CES, 1997, www.econ.kuleuven.be/ces/les/les88.pdf (laatst geraadpleegd op 27 april 2011), 18 p. Masterproef bij professor dr. Willy Van Eeckhoutte 17

zomaar van tafel te vegen 40. Een ILO studie toont trouwens ook aan dat een al te flexibele arbeidsmarkt, zonder enige sociale bescherming absoluut geen positief effect heeft op de economische groei en op de werkgelegenheid 41. Hoofdstuk II Transitionele arbeidsmarkt : Waar flexicurity zijn mosterd haalt 42 21. De theorie over de transitionele arbeidsmarkten (Transitional Labour Markets, TLM) is ontwikkeld door de Duitse econoom Günther SCHMID. SCHMID stelt vast dat de wijziging in de sociale norm, die vanaf de jaren zeventig zich in West-Europa heeft doorgezet naar meer individualisering, gevolgen heeft voor de arbeidsmarkt. Mensen gaan namelijk veel meer transities meemaken in hun leven. Het zal niet langer het klassieke model zijn van de vrouw aan de haard en de man die voltijds en levenslang voor dezelfde onderneming werkt. Schmid stelt dan ook de logische vraag of ons arbeidsrecht wel aangepast is aan die nieuwe realiteit. En of toegestaan wordt dat zulke transities vlot en zonder benadeeld te worden, kunnen verlopen. 22. Ik ga uit het werk van SCHMID drie voor mijn onderwerp belangrijke zaken belichten en becommentariëren. Eerst overloop ik de premissen die SCHMID bij zijn theorie naar voren schuift. Vervolgens ga ik toelichten om wat voor transities het precies gaat wanneer we spreken over transitionele arbeidsmarkten. Daarna overloop ik de criteria die hij geeft waaraan goede transitionele arbeidsmarkten zouden moeten voldoen. In een laatste, belangrijk deel bespreek ik dan de link tussen de theorie over de transitionele arbeidsmarkt en flexicurity als beleidsdoel. Afdeling I Premissen 23. SCHMID schuift drie premissen naar voren. 24. Ten eerste is het wezenlijk voor de huidige arbeidsmarkt dat zij onderhevig is aan schokken. SCHMID onderscheidt daarbij schokken die extern zijn aan de arbeidsmarkt en interne schokken. 40 Al is dit een terechte vrees van de vakbonden, conferatur de vakbondsbetogingen op donderdag 24 maart 2011 te Brussel. 41 M. ABU SHARKH, Are there optimal global configurations of labour market flexibility and security?, Tackling the flexicurity -oxymoron, ILO publication, 2008. 42 G. SCHMID, Transitional Labour Markets: A new european employment strategy, discussion paper FS I 98-206, Wissenschaftszentrum Berlin für Sozialforschung, 1998, http://www.ilo.org/wcmsp5/groups/public/@dgreports/@dcomm/documents/newsitem/wcms_093856.pdf (laatst geraadpleegd op 28 april 2011), 39 p; W. VANDEPUTTE, Flexizekerheid: het beste van twee werelden?, T.S.R. 2007, 310-312. Masterproef bij professor dr. Willy Van Eeckhoutte 18

Bij externe schokken moeten we denken aan de conjunctuurcycli van de economie. Er kunnen recessies plaatsvinden door oliecrissisen 43 of door excessen in de financiële wereld 44. Er kan ook hoogconjunctuur zijn. Dit heeft natuurlijk gevolgen op de vraag naar arbeid. Voor wat betreft interne schokken verwijst SCHMID naar GIDDINS. Volgens deze laatste zijn dit periodes van werkloosheid die te wijten zijn aan de werknemers zelf. Bijvoorbeeld het niet langer aanbieden van werk door mensen die voor hun kinderen of voor hun ouders willen zorgen wanneer deze hulpbehoevend zijn. Voor ons intuïtief logisch aanvoelende transities, zoals het zwangerschapsverlof, waren niet nodig in het oude model waar de vrouw toch alleen thuis werkte. Ook onvrijwillige, niet geplande 'keuzes' tot werkloosheid ressorteren hieronder. Bijvoorbeeld gedurende een depressie na een echtscheiding. 25. Ten tweede is de arbeidsmarkt een bijzondere markt. Zij is van groot sociaal belang. Dit vertaalt zich in een lage flexibiliteit van de lonen. We achten het sociaal nodig om minimumlonen op te leggen en hogere lonen veel zwaarder te belasten dan lagere lonen. In België gaat deze premisse mijns inziens nog meer op door de automatische loonindexering. Dat biedt de loononderhandelaars de facto nauwelijks nog enige ruimte, gelet ook op de loonmatigingspolitiek 45. Het loonindexeringsmechanisme kan de lonen natuurlijk doen dalen bij deflatie. De flexibiliteit is hier dus inderdaad klein, omdat ze in de regel zo goed als de index volgt. Afwijkingen daarop, zowel in de ene als in de andere richting, zijn moeilijk. 26. De derde premisse stelt dat werkloosheid niet noodzakelijk een ramp is. Wanneer de vrijgekomen tijd nuttig wordt ingevuld kan het een meerwaarde hebben. Het kan een herscholing naar een nieuw beroep inhouden, maar even goed het kiezen om wat meer tijd met de kinderen te spenderen. Wanneer het echter duurzame, langdurige werkloosheid wordt, kan het leiden tot sociale uitsluiting. Dat willen we reduceren tot een minimum. Frictionele werkloosheid willen we dus niet per se zo laag mogelijk hebben. Totale tewerkstelling, namelijk geen duurzame langdurige werklozen, is het werkelijke doel. Afdeling II Vijf soorten transities 27. SCHMID onderscheidt traditioneel vijf transities die voorkomen in de arbeidsmarkt. Evident is de 43 In het bijzonder met de recessies midden jaren zeventig. 44 Bijvoorbeeld de crisis in de jaren dertig na de beurscrash te Wallstreet in 1929 en recent de recessie van 2008 na de val van Lehman Brothers eind 2009. 45 Wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, B.S. 1 augustus 1996. Masterproef bij professor dr. Willy Van Eeckhoutte 19

transitie tussen werkloosheid en werk. Er is de transitie van opleiding en scholing naar werk, niet alleen als jong afgestudeerde, en vice versa. Aan het einde van iemand zijn carrière is er de transitie naar het pensioen. Ook binnen werk heeft men nog transities. Zo vernoemt hij transities van deeltijds naar voltijds werk of vice versa en van werken in loondienst naar zelfstandig werken en vice versa. 28. Hiermee vernoemt SCHMID inderdaad belangrijke transities in de arbeidsmarkt. Ik ben geen socioloog, maar denk toch dat er nog andere belangrijke transities te vernoemen zijn die binnen werk voorkomen. Wanneer men bijvoorbeeld verandert van arbeidslocatie kan dit volgens mij ook een relevante impact hebben op het individu. Zeker wanneer dit internationale dimensies gaat aannemen. Al zou hij dit waarschijnlijk klasseren binnen dezelfde transitie van verschillende werkregimes zoals het wisselen tussen voltijds en deeltijds werken. Dit lijkt mij zo te zijn omwille van het duidelijk gestructureerde schema dat hij gebruikt (zie figuur, blok I). Ook werkonderbrekingen als zwangerschapsverlof vallen daar dan onder. Afbeelding 6: Arbeidsmarktbeleid als een strategie van transitionele arbeidsmarkten (Bron : SCHMID, Transitional labour markets: a new european employment strategy, ILO, 1998, 12.) Masterproef bij professor dr. Willy Van Eeckhoutte 20