Leeractiviteit Internationale Organisaties IMF Quota s

Transcriptie

1 Leeractiviteit Internationale Organisaties IMF Quota s Deze LA gaat over de hervormingen van de IMF quota s waarbij men de ontwikkelingslanden en de opkomende economieën meer vertegenwoordiging wou geven. We zouden hiervoor 2 tabellen aan de slides toevoegen waarbij dan het verschil tussen de quota s kritisch wordt bekeken. Tijdens de les over IMF quota s kan de docent in plaats van te beginnen met het geven van de criteria waarmee de quota s worden bepaald, aan de studenten vragen Hoe kan je het economisch gewicht van een land in de wereldeconomie vaststellen. Welke variabelen kan men hiervoor gebruiken. Laat de studenten enkele minuten brainstormen. Duid studenten aan en vraag hen of ze een idee hebben. Deze ideeën kunnen dan worden opgeschreven op het bord. Wanneer er enkele ideeën gelanceerd zijn, kan de overgang gemaakt worden naar de formule die door het IMF gebruikt wordt. Vervolgens kan de docent uitweiden over de discussie van de hervorming van de quota s omdat deze nadelig zou zijn voor ontwikkelingslanden en opkomende economieën. Bij deze discussie kan onderstaande tabel (de eerste) worden gegeven. Deze geeft de verandering in quota s en stemmen weer na de laatste wijzingen aan de formule. Op deze tabel zijn enkel de grote categorieën zichtbaar. Wanneer men deze cijfers bekijkt lijkt het inderdaad dat er een eerlijke herverdeling is gebeurd. Toch is het categoriseren in zulke grote categorieën zeer misleidend. Want wanneer we de opsplitsing maken binnen elke categorie zien we dat de herverdeling minder eerlijk verlopen is dan op het eerste zicht lijkt. (zie 2 de onderstaande tabel). Zo zien we dat het aandeel van in quota s van de USA niet is veranderd. En dat dus de andere ontwikkelde landen moeten betalen voor de herverdeling van de quota s. (Blauwe cirkel) Bij de ontwikkelingslanden zien we iets helemaal anders. Hoewel volgens de grote categorieën dus aangeven wordt dat er quota s van ontwikkelde landen naar ontwikkelingslanden (en opkomende economieën) is gegaan (rode cirkels), zien we dat wanneer we binnen de laatste groepen kijken dat enkel in Azië (groene cirkel) een stijging in quota s heeft plaatsgevonden en dat er bij de andere subgroepen zelfs dalingen vast gesteld kunnen worden Op zich is dat niet zo verbazend aangezien de formule voor het berekenen van de quota s de nadruk legt op de mogelijkheid om te kunnen bijdrage aan het IMF. Het houdt echter geen rekening met het verschil in gebruik van de fondsen. Men kan zelfs van een discrepantie spreken tussen de quota s en het gebruik. Met betrekking tot het gebruik van fondsen zien we ook hier een verschuiving. Het zijn nu, met de crisis, voornamelijk EU-landen die de fondsen nodig hebben. Om dit onderdeel af te sluiten kan de docent de studenten vragen eens na te denken over hoe ze deze verschuiving met data kunnen aantonen. (Ze kunnen de kans krijgen hun ideeën te bespreken op het discussieplatform van TOLEDO).

2

3

4 Oefening Internationale Organisatie Gebruik van veto in de VN veiligheidsraad en informele groepen Bekijk volgende grafiek en beantwoord volgende vragen: Figure 1: Security Council resolutions passed and vetoed Source: Evans, Gareth. Co-operating for Peace: The Global Agenda for the 1990s and Beyond. Allen and Unwin. St. Leonards, Australia. 1993: p.21. Enkele vragen met betrekking tot de grafiek: - In welke jaren kan je zeggen dat er bij meer resoluties een veto gebruikt werd, dan dat er veto s goedgekeurd werden - Kan je, als je de grafiek bekijkt, spreken van verschillende periodes met elke hun eigen trend? Zo ja, welke en leg uit waarom. (bespreek de trend die je ziet). - Kan je spreken van een trendverandering in het gebruik van Veto in de veiligheidsraad na het einde van de Koude Oorlog? Waarom wel/niet? Vragen ter uitbreiding van de grafiek. - Maak dezelfde grafiek met de gegevens door middel van data in het Excel bestand VETO_VN.XLSX (zie TOLEDO) en herinterpreteer de grafiek. (Op Toledo vind je ook een bestand met extra uitleg over het gebruik van Excel indien je niet met Excel vertrouwd bent).

5 - Vergelijk je eigen grafiek over het veto-gebruik met de grafiek 2 (zie bijlage) over de informele consultaties van de veiligheidsraad. Breng dit in verband met wat je hebt geleerd uit het artikel van Prantl (2005) (zie Reader). - Kan de toename in informele consultaties binnen de VN Veiligheidsraad een alternatieve verklaring zijn? Waarom wel/niet? - Hoe zou je dit kunnen testen? Kies de juiste techniek uit volgende mogelijkheden en verklaar je keuze. o T-toets o Kruistabel en Chi 2 -toets o Correlatiecoëfficiënt berekenen en significantie testen o Frequentietabellen met elkaar vergelijken - Voer deze analyse uit. (data bestand op TOLEDO) - Kan je nog andere mogelijke verklaringen bedenken voor het veranderd gebruik van veto s in de VN veiligheidsraad? - Beschrijf aan de hand van de data de verschillen tussen de periode van de koude oorlog en de post-koude oorlog periode.

6 Bijlage: Bron: Prantl, J. (2005) Groups of states and the UN security council, International Organizations 59(3) pp Note: The year 1978 appears as watershed, with the number of informal consultations tripling from 38 in 1977 to 113 the following year. This increase occurred because of the completions of a separate room in 1978 built for the sole purpose of holding informal consultations. This de-facto formalization contributed to a significant increase of the informal consultations of the whole.

7 Use of the veto in the security council from Amount of no- votes by permanent 5 Approved Resolu?ons Propor?on of vetoes to total amount of resolu?ons

8 Oefening Internationale Organisaties Discussie op basis van data: EU vertegenwoordiging Deze opdracht is een groepswerk waarbij per groep gediscussieerd moet worden over de volgende centrale vraag: Moet de EU met 1 stem vertegenwoordigd worden in de internationale organisaties?. De studenten moeten zich in groepen inschrijven. Ze hebben de keuze uit een internationale organisatie en vervolgens of ze pro of contra willen argumenteren. De groepen hebben echter een maximaal aantal leden (4 of 5) zodat studenten mogelijks ook een positie moeten verdedigen dat mogelijks niet hun eigen positie is. De organisaties waartussen kan gekozen worden zijn: Verenigde naties (algemene vergadering) Verenigde naties veiligheidsraad G20/G8 IMF WTO NAVO De bedoeling is dat studenten de discussie voeren op basis van data. Elk argument dat ze geven moet gestaafd zijn door onderzoek of doormiddel van data. Wanneer de studenten een argument willen counteren kan dit op 2 manieren. Enerzijds kunnen ze met met andere data tegenstrijdigheden aantonen, anderszijds kunnen ze ook counteren op basis van de kwaliteit van de data (is de data goed geoperationaliseerd e.d.) Na deze discussie is het de bedoeling dat de studenten het resultaten van de discussie tonen aan de hand van een postersessie.