Introductie Coach 6 videometen. 1 Eerste oefening

Transcriptie

1 Introductie Coach 6 videometen 1 Eerste oefening Open het programma coach6. Het pictogram vind je op het bureaublad van je pc. Je krijgt dan het onderstaande scherm te zien. Verander docent in student. Kilk op ok Je krijgt dan het volgende scherm: Kies bestand openen door er op te klikken. Ga door naar de volgende pagina. Ivo van Schaik

2 Je ziet dan het volgende scherm: Kies de map videometen Je krijgt dan een volgend scherm: Kies de map: 1. Introductie Videometen Je krijgt weer een volgend scherm: Kies daar de paarse de start van een sprinter Klik daarna op openen. Ivo van Schaik

3 Als je De start van een sprinter geopend hebt zie je het volgende scherm: Volg vanaf nu de instructies vanaf het computerscherm: Op de volgende pagina staan enkele handige tips en trucs 2 Handige tips en trucs bij het videometen Filmpje inkorten Je kunt het filmpje inkorten. Kies het moment dat de loper begint met lopen als begin van het filmpje. Het inkorten doe je door de kleine driehoekjes te verplaatsen (naar links of naar recht) over de tijdbalk. Driehoekjes: Tijdbalk: Het programma speelt alleen dat stukje van de film af dat binnen de driehoekjes zit. Zorg er wel voor dat de hele beweging van de loper in beeld blijft! Meetpunten Kies straks een handig punt om te meten. Je moet bij het meten een aantal keer hetzelfde punt van het bewegend voorwerp aanklikken. Kies daarvoor een opvallend punt. Bekijk daarom het filmpje eerst een zonder te meten. Je zult zien dat het hoofd van de loper slecht te zien is aan het eind van het filmpje. De achtergrond heeft dan dezelfde kleur als het hoofd van de loper. Functies zoeken Alle functies om de instelling bij het videometen te wijzigen zijn op de volgende manier te bereiken: 1. Ga met je cursor naar het videomeet venster. 2. Rechter muisklik in het videomeetvenster. Ivo van Schaik

4 Dan krijg je het volgende te zien: Een keuze menu met verschillende functies. De belangrijkste opties bij het videometen staan kort uitgelegd op de volgende bladzijden. In de introductie metingen zoals: De start van een sprinter leer je met deze functies werken door enkele opdrachten te maken. Ivo van Schaik

5 Positie-ijking De ijklat voor afstandmeting is rood. Om te verplaatsen: 1. Rechter muisklik op het videomeetvenster 2. Kies: schaal aanpassen en laat het extra venster (Schaalinstellingen) staan! 3. Plaats de cursor in een cirkels aan een van de uiteinden van de ijklat. 4. linker muisknop indrukken en vast houden. 5. Sleep het uiteinde nu naar de schaalverdeling. (De schaalverdeling is de witte (horizontale) balk in het videomeetvenster.) 6. Laat nu de muisknop weer los. 7. Herhaal stap 3t/m7 voor het andere uiteinde van de ijklat zo dat de ijklat netjes over de schaalverdeling in het filmpje staat. Het assenstelsel is geelgekleurd. Om te verplaatsen: 1. Laat het extra venster schaal aanpassen staan. Anders selecteer dit opnieuw. 2. Plaats de muissensor op de plaats waar de twee(gele)assen elkaar snijden. 3. linker muisknop indrukken en vast houden. 4. Sleep het uiteinde nu naar de plaats waar jij het wil hebben. Dit wordt het eerste punt waar je straks begint te meten. (bijvoorbeeld het hoofd of de schouder van de sprinter.) 5. Laat nu de muisknop weer los. Ivo van Schaik

6 Tijdinstelling 1. Rechter muisklik op het videomeetvenster. 2. Kies dan tijd-ijking. 3. Laat de meting beginnen bij het eerste beeldje. 4. Kies daarvoor t=0 bij het eerst gekozen beeldje. Beeldfrequentie De beeldfrequentie is het aantal beeldjes per seconde waarmee het filmpje is opgenomen. Bij de meeste camera s is dit 30 beeldjes per seconde. Coach stelt dit meestal zelf goed in. Je kunt het controleren bij tijd-ijking. Aantal beeldjes kiezen Rechter muisklik op het videomeetvenster. Kies dan beeldjes selecteren. Het filmpje is vaak een 10 a 15 seconden lang. Ook als je het filmpje hebt ingekort. Het filmpje is gemaakt met 30 beeldjes per seconde. Ieder beeldje zou je een meting moeten doen. Dat worden er veel te veel. Kies voor en onderlinge gelijke afstand tussen de beeldjes. Dat geeft een betrouwbare meting. Kies het aantal beeldjes, meestal 1 a 2 metingen per seconde. In dit geval duurt het filmpje 15 seconde. Dit geeft dan 30 beeldjes bij 2 metingen per seconde. Vul het aantal beeldjes (30) in. Meting starten Alle gegevens en waarden zijn ingesteld. Klik dan op de groene startknop in de taakbalk: Je kunt dan in het videomeetvenster beginnen met meten: Vooraf heb je al een meetpunt gekozen, bijvoorbeeld de schouder van de loper. 1. Plaats de cursor op de schouder. 2. Linker muisklik 3. Je krijgt nu een volgend beeldje. 4. Herhaal stap 1t/m3 voor alle volgende beeldjes. Ivo van Schaik

7 Verwerking Grafieken maken (Diagram maken) 1. Rechter muisklik op het videomeetvenster 2. Kies de optie diagram tonen 3. De cursor is nu veranderd 4. Ga met deze cursor naar het veld waarin je de grafiek wilt plaatsen. 5. Linker muisklik in het veld en het diagram wordt getoond. Grafiek aanpassen 1. Rechter muisklik in het diagramveld 2. Kies de optie diagram instellingen Er verschijnt dan een extra venster. Ivo van Schaik

8 Het venster uitvergroot: Naam van het diagram kun je wijzigen. Kolommen in een grafiek. De grafiek ontstaat door de waarden van twee verschillende grootheden tegen elkaar uit te zetten. Iedere kolom heeft een eigen grootheid. Bij videometingen aan bewegingen is het meest gebruikelijk dat C1 de klok is. Het computerprogramma meet de verplaatsing van het meetpunt, bijvoorbeeld de schouder van de sprinter uit de start van een sprinter, in horizontale en verticale richting los van elkaar. Deze vindt je onder C2 en C3. Je kunt de eenheid per kolom wijzigen. Je kunt het aantal decimalen aangeven Je kunt de minimum en maximumwaarden aangeven. De grafiek wordt dan alleen weergegeven tussen deze waarden. (Bijvoorbeeld in C1 min(tijd)=0 en max(tijd)=5,0 dan wordt de grafiek alleen getekend tussen t=o en t=5) Je kunt de lijn kleur en soort wijzigen Ook kun je 2 Y-assen gebruiken als er verschillende waarden op de y-as staan. 3. Linker muisklik op ok om de wijzigingen op te slaan en uit te laten voeren in het diagramveld. Zelf een formule toevoegen: 1. Rechter muisklik in het diagramveld 2. Kies de optie diagram instellingen 3. Je krijgt dan weer het extra venster: diagram maken/wijzigen 4. Kies een lege kolom, een lege kolom herken je aan: Verbinding: (leeg) 5. Kies bij verbinding: Formule (Linker muisklik op het driehoekje rechts van de tekstbalk.) 6. Je moet nu zelf een formule invoeren. Rechter muisklik op de knop: Formule Ivo van Schaik

9 7. Je krijgt dan een nieuw venster. 8. In de bovenste tekstregel kun je een formule invoeren. 9. Om de formule te maken kun je kiezen uit verschillende componenten: -variabelen -Wiskundige berekeningen -functies 10. Linker muisklik op een van de componenten. 11. Het component verschijnt dan vanzelf in de bovenste tekstregel: Bijvoorbeeld: 1. Afgeleide 2. P1X (verplaatsing in de x richting) 12. Linker muisklik op ok om de formule op te slaan. Ivo van Schaik

10 13. Je komt dan weer terug in het vorige venster. 14. Rechter muisklik op ok om de formule uit te voeren in het diagramveld. Tabellen maken 1. Rechter muisklik op het videomeetvenster 2. Kies de optie tabel tonen 3. De cursor is nu veranderd 4. Ga met deze cursor naar het veld waarin je de grafiek wilt plaatsen. 5. Linker muisklik in het veld en de tabel wordt getoond. Ivo van Schaik

11 Tabellen bewerken 1. Rechter muisklik in het tabelveld 2. Kies de optie tabel instellingen Er verschijnt dan een extra venster. Een tabel bestaat uit verschillende kolommen. Iedere kolom heeft een eigen grootheid. Bij videometingen aan bewegingen is het meest gebruikelijk dat C1 de klok is. Het computerprogramma meet de verplaatsing van het meetpunt, bijvoorbeeld de schouder van de sprinter uit de start van een sprinter, in horizontale en verticale richting los van elkaar. Deze vindt je onder C2 en C3. Je kunt de grootheid per kolom wijzigen. Je kunt de eenheid per kolom wijzigen. Je kunt het aantal decimalen aangeven 3. Linker muisklik op ok om de wijzigingen op te slaan en uit te laten voeren in het diagramveld. Ivo van Schaik

12 Handmatig invoeren van meetwaarden in een tabel: 1. Rechter muisklik in het tabelveld 2. Kies de optie tabel instellingen 3. Je krijgt dan weer het extra venster: tabel maken/wijzigen 4. Kies een lege kolom, een lege kolom herken je aan: Verbinding: (leeg) 5. Kies bij verbinding: handinvoer (Linker muisklik op het driehoekje rechts van de tekstbalk.) 6. Linker muisklik op ok om de nieuwe kolom in de tabel in te voegen. 7. Vergeet daarbij niet om de juiste grootheid, eenheid en eventueel het aantal decimalen aan te geven. 8. Er verschijnt dan in de tabel een extra kolom waarin nieuwe meetwaarden getypt kunnen worden. 9. Plaats de cursor in het eerste vakje van de nieuwe kolom. 10. Linker muisklik. 11. Voer de waarde in. 12. Ga door naar het volgende vakje. 13. Herhaal stap voor alle vakjes in de kolom. Met dank aan Ivo van Schaik Merewade College Gorinchem Ivo van Schaik