Voorwoord. Wij wensen u veel leesplezier. De Daltonwerkgroep:



Vergelijkbare documenten
Waarom kiest t Kienholt voor Daltononderwijs?

IK-DOELEN BIJ DE DALTONUITGANGSPUNTEN

niet apart, maar samen

Daltonontwikkelingsplan van

Visitatieverslag Zie handleiding visitatie lidscholen primair onderwijs (Gebaseerd op Toetsingskader Erkenning Daltoninstellingen)

WAT IS DALTONONDERWIJS?

Checklist groep 3 4 Doorgaande lijn Daltononderwijs

Samenwerkingsschool Oostermoer

Welkom 29 oktober 2015

Beleidsnotitie Zelfstandig werken OBS DE BOUWSTEEN

1 De Johannes de Doperschool, een bijzondere school

Werken met instructieblokken

Doorgaande lijn Vrijheid in Gebondenheid Groep 1-2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8. instructie aan de. doen.

Visitatieverslag Zie handleiding visitatie lidscholen primair onderwijs (Gebaseerd op Toetsingskader Erkenning Daltoninstellingen)

Plannen Groep 1/ 2. Taken plannen groep 1/2 Cds De Klister, Marieke Folkers

Daltonhandboek Het Kompas

K.B.S. De Plataan voor katholiek basisonderwijs Vledderstraat 3E 7941 LC Meppel tel

Bijlage 3. Visitatie lidscholen primair onderwijs Nederlandse Dalton Vereniging. Visitatieverslag

1. Inhoudsopgave - 2 -

Hoofdstuk 6. De weektaak The assignment represents a contract between student and teacher (Helen Parkhurst)

Fluitend naar school. obs de Zandheuvel

Daltonplan De aanloop naar daltononderwijs

Nieuws. Dalton. Hallo Allemaal, Ouders in de klas. Dit Daltonkrantje is gemaakt met inbreng van ouders, kinderen en leerkrachten.

- Leerlijn Leren leren - CED groep. Leerlijn Leren leren CED groep

ZELFSTANDIG WERKEN OP DE. TWEEMASTER /Catamaran

Beleidsdocument: Zelfstandig werken

BAS: Zelfstandige Leerhouding

Basisschool De Poolster straalt, vanuit deze gedachte werkt het team samen met de kinderen en ouders aan kwalitatief goed onderwijs op onze school.

Leerlijn leren leren. Vakoverstijgend

Hieronder geven wij antwoord op een aantal vragen, die van belang kunnen zijn bij het kiezen van een school voor uw kind(eren).

De Kiezel en de Kei weektaken januari

Vrijheid, vrijheid in gebondenheid of toch maar verantwoordelijkheid? Het begrip vrijheid in de praktijk van het Nederlandse daltononderwijs

1. Inhoudsopgave - 2 -

Daltonbasisschool De Springplank

Ons daltononderwijs. In dit nummer. Inrichting van de lokalen. Maart 2018 Nieuwsbrief Dalton

BAS: Zelfstandige Leerhouding

Joannesschool: een TOM-school

GRO TE REIS. Het leven is één WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2

leerlijn zelfstandig werken o.b.s. Theo Thijssen - Assen

Een kijkje in groep 1-2

-DALTON HANDBOEK

DE GESCHIEDENIS NAAR ONS DALTONONDERWIJS

Groepsbrief. Aan de ouders van de kinderen uit groep 1 en 2

Fusie nieuwsbrief obs Onnema en obs de Schutsluis. Nummer 1, 24 maart 2015

De dagelijkse praktijk op de Fredericus

Zelfstandig werken op CBS Ichthus. Beleidsdocument over zelfstandig werken

Daltonbeleidsplan. Christelijke Basisschool. Het Anker

DALTON-ONTWIKKELINGSPLAN

Daltonbeleidsplan

Daltonlijn. Verantwoordelijkheid

Als de weektaak heel snel af is, krijgt een leerling meer uitdagende leerstof, en zijn er extra hoeken te kiezen.

Aan de kapstok hang ik mijn jas en tas, Bij de deur nog Een knuffel Een kus En dan ga ik naar mijn klas

Het onderwijs in de groepen 1 en 2-3 van basisschool De Startbaan

Kinderen leren spelenderwijs in hun eigen tempo en aan de hand van een visuele ondersteuning overzicht en grip krijgen op de tijd.

Met ingang van het schooljaar hanteert de Vosseschans structureel beleid rond het omgaan met hoogbegaafdheid.

Daltonboek Over het hoe en waarom

Dalton op De Windwijzer

De eerste dag van de week, is de maandag, is de maandag. De eerste dag van de week is de maandag. Etc.

Algemene belangrijke zaken

Aan de kapstok hang ik mijn jas en tas, Bij de deur nog Een knuffel Een kus En dan ga ik naar mijn klas

BAS: Weektaken. Oktober 2016

Daltonbeleidsplan van Het Kompas. Dalton ankerpunten:

LEREN LEREN: WERKHOUDING EN AANPAKGEDRAG

Daltonhandboek. Tweede versie, dec 2013

LEREN LEREN: WERKHOUDING EN AANPAK GEDRAG

Hoera, juf Esther en Jeen hebben een dochter en Noémy een zusje!

Protocol Zelfstandig werken Bisschop Ernst.

Rondleiding door school met tekst en foto s

Indicatorenlijst primair onderwijs Gebaseerd op Toetsingskader Erkenning Daltoninstellingen Zie handleiding visitatie lidscholen primair onderwijs

Inleiding. Namens het team van daltonschool de Tjalk Aïscha Bulsing, daltoncoördinator

Uitgangspunten: Daltononderwijs. Waar komen wij vandaan?

Rondleiding door school met tekst en foto s

Versie Zelfstandig werken

Zelfstandig Leren

Visitatieverslag Zie handleiding visitatie lidscholen primair onderwijs (Gebaseerd op Toetsingskader Erkenning Daltoninstellingen)

Daltonboek Confetti 2017

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Groepsbrief groep 1en 2

o.b.s. De Tandem " Your talents, our future "

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Mogelijke aandachtspunten voor het invullen van het lesevaluatieformulier

Basisschool Den Bongerd

Leerlijn/ontwikkelingslijn Leren leren cluster 4

Nieuwe schooltijden schooljaar

Huiswerkbeleid Onderwijsteam 7

DALTON IN DE PRAKTIJK


Beleidsstuk Zelfstandig Werken

Voorwoord. Belangrijke data. Voorjaarsvakantie. Studiedagen 4 februari, 4 en 20 maart Inloopochtenden

Interactie 1. Basiscommunicatie en schriftelijke correctie. Slotdocument

Informatie avond groep 7

Zelfstandige leerhouding 3 Begeleid zelfstandig leren

Opbrengst Gericht Werken

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Lesbrief cluster 1/2. Dagindeling. dagkleuren: maandag - rood dinsdag - oranje woensdag - geel donderdag - groen vrijdag - blauw

Leerlijn zelfstandig werken. Schooljaar

Informatie groep 5 Daltonschool In Balans Schooljaar 2015/2016

Daltonhandboek. Daltonschool Klaverweide

Informatieboekje. Groep 4. Juliana van Stolbergschool

Transcriptie:

Daltonbeleidsplan 2012

Voorwoord De samenwerkingsschool Oostermoer blijft in beweging. Daarom hebben wij gemeend het Daltonbeleidsplan te moeten herschrijven. Deze taak heeft het volledige team op zich genomen. Ieder heeft een item gekozen om schoolbreed te onderzoeken. Alle teamleden werden vrijgeroosterd om middels collegiale consultaties de doorgaande lijn van dit item te onderzoeken en er een verslag van te maken. Deze verslagen zijn opgenomen in het Daltonbeleidsplan, zodat het ons Daltonbeleidsplan is geworden; geschreven en gedragen door het team van de samenwerkingsschool Oostermoer, school voor Daltononderwijs. Wij wensen u veel leesplezier. De Daltonwerkgroep: Geja Rosing (Daltoncoördinator), Marianne Braam (Daltoncoördinator), Gerard Vogelvanger en Gea Fidder-Wijnholds. 2

Inhoudsopgave 1. Van gewone school naar Daltonschool. 5 2. Waarom dit plan? 6 3. Relatie met andere beleidsstukken. 7 4. Waarom Dalton? 8 5. Doorgaande leerlijnen. 10 6. Hoe werkt onze Daltonschool in de praktijk? 6. 1. Tijdsbesteding 19 6. 2. Keuzewerk 20 6. 3. Meervoudige Intelligentie 23 6. 4. Werken met taakbord of taakbrief 27 6. 5. Het circuitmodel in groep 3 29 6. 6. Evaluatie 30 6. 7. Differentiatie 31 6. 8. Registratie 33 6. 9. Symbolen 34 6.10. Werkplekken 39 6.11. Samenwerken 41 6.12. Zorg voor de klas/de school/de omgeving 43 6.13. Leerlingenraad 45 6.14. Ouderbetrokkenheid 47 7. Daltonontwikkelingsplan 7.1. Uitwerking van aanbevelingen uit het laatste visitatieverslag 51 7.2. In ontwikkeling 2011 2012 55 7.3. Plannen voor de toekomst 56 Bijlagen: 1. Taakbrieven van alle groepen 2. Ouderenquête 2010 3

1. Van 'gewone' school naar Daltonschool De samenwerkingsschool Oostermoer ontstond in 1991 uit een fusie tussen de openbare Burgemeester Nijenhuis- en de christelijke J. Salomonsschool. Tijdens het fusieproces werd door de leerkrachten gesteld dat de fusieschool in onderwijskundig opzicht geen traditionele school moest zijn. Leerkrachten bezochten verschillende schooltypen en uiteindelijk werd ervoor gekozen om Daltonschool te worden. Deze vorm van onderwijs werd gefaseerd ingevoerd. De leerkrachten volgden cursussen en op verschillende terreinen ontstond samenwerking met de Daltonschool in Ees en die in Eext. In het schooljaar 1993 1994 werd in alle groepen volgens de Daltononderwijsprincipes gewerkt. Dus was de tijd rijp om de Nederlandse Daltononderwijsvereniging te verzoeken het predikaat 'Daltonschool' te verstrekken. Na de aanvraag bezochten vertegenwoordigers van de Daltononderwijsvereniging de school waarna ze tot de slotsom kwamen dat de school het predikaat zou ontvangen. Dit gebeurde op vrijdag 14 oktober 1994. Het bijbehorende certificaat werd door heer C.J. Jansen van de Nederlandse Dalton Vereniging overhandigd aan de schoolbestuurvoorzitter, de heer E. Houwing. Het aantal Drentse Daltonscholen kwam hiermee op tien. Groningen telt er dan vijf. Het bereiken van deze mijlpaal werd groots gevierd: de leerlingen gingen 's morgens op versierde fietsen door het dorp, ze zongen een door een van de leerkrachten geschreven lied, s middags trad een goochelaar op en 's avonds was er open huis. De feestelijkheden trokken veel belangstelling. 4

2. Waarom dit plan Sinds 1994 is de samenwerkingsschool Oostermoer een gecertificeerde Daltonschool. In deze periode maak je een ontwikkeling door en is het belangrijk dat er regelmatig gekeken wordt of de handelswijze nog overeenkomt met de visie. Werkt het nog zoals we het met elkaar hebben afgesproken, of moet het bijgesteld worden. De manier van werken en de daaraan gekoppelde afspraken zijn neergelegd in het Daltonbeleidsplan. Wij, de teamleden van onze school, vinden het belangrijk om de specifieke aspecten van ons Daltononderwijs te borgen. Dit plan is daar een aanzet toe. Aangezien een school altijd in beweging is en zal blijven, zal ook de inhoud van ons Daltononderwijs zich blijven ontwikkelen. Dit plan zal mede daarom geregeld worden aangepast aan de gaande ontwikkelingen. Zo hebben we reeds ervaren dat het gebruik van een vastgestelde weektaakbrief na een periode van twee jaar niet meer voldeed aan de wensen van leerkracht en kind en daarom moest worden aangepast. Het plan is dus een levend document en staat geregeld op de agenda van onze teamvergaderingen. In de eerste plaats is het geschreven voor de leerkrachten en het is daarmee de kapstok en maatstaf voor het Daltononderwijs op onze school. Het is een aanvulling op de schoolgids en de website, en is bestemd voor personen en instanties die zich op de hoogte willen stellen van onze Daltonschool. Voor wie is het Daltonbeleidsplan bedoeld? De doelgroepen voor dit Daltonbeleidsplan zijn: De leerkrachten en invalleerkrachten De ouders en verzorgers van de leerlingen van onze school Ouders die overwegen hun kind aan te melden bij onze school De ouderraad van onze school De medezeggenschapsraad van onze school De schoolcommissie, ex artikel 61, Gieterveen De onderwijsinspectie Visiteurs van de Nederlandse Dalton Vereniging Andere (Dalton)basisscholen 5

3. Daltonbeleidsplan en andere beleidsstukken We hebben naast het Daltonbeleidsplan ook nog ons schoolplan en een zorgplan. In deze plannen beschrijven wij ons onderwijs- en ondersteuningsbeleid. In onze visie met als motto: "Leren naar kunnen en met elkaar" geven wij aan dat de onderwijskundige en pedagogische principes van het Daltononderwijs voor onze school de leidraad zijn. Schoolplan In het schoolplan staat uitgebreid beschreven welke doelstellingen de school heeft geformuleerd, hoe er aan gewerkt wordt om deze doelen te realiseren en hoe de school er voor zorgt dat er kwalitatief goed onderwijs wordt gegeven. Het schoolplan wordt eens in de vier jaar herschreven. Zorgplan Het zorgplan beschrijft hoe de school vorm geeft aan de leerlingenzorg en hoe er wordt samengewerkt met het Samenwerkingsverband (Samenwerkingsverband Veendam). Dit plan bevat weinig Daltonelementen en is met name gericht op de onderwijsbehoeftes van kinderen met zorg. Uitwerking van ons beleid vinden we in onze schoolgids en op de website. Schoolgids Elk jaar ontvangen de ouders en verzorgers de schoolgids met daarin vooral praktische informatie, maar ook is er een hoofdstuk aan het Daltononderwijs gewijd. Website Op www.swsoostermoer.nl kunt u veel van ons beleid en van de beleidsuitwerking vinden. 6

4. Waarom Dalton? De Daltonpedagogiek is gebaseerd op de ideeën van de Amerikaanse pedagoge Helen Parkhurst (1886-1973). Mevrouw Parkhurst was in 1905 zelf lerares op een eenmansschooltje; een klas met zo'n veertig leerlingen van verschillende leeftijden en niveaus! Zij liet de leerlingen zelf een keuze maken uit de aangeboden leerstof en zo hun eigen leerweg kiezen. De leerkracht hield die leerweg in het oog en gaf zonodig instructie. De leerling draagt in het Daltononderwijs een groot deel van de verantwoordelijkheid voor zijn/haar werk. Wij vinden het heel belangrijk dat het leven van het kind in school moet aansluiten bij zijn/ haar leven buiten de school. In het dagelijkse leven wordt een kind aanvaard als een mens die met vallen en opstaan moet leren zelf verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar gedrag. Hulp van volwassenen en andere kinderen is daarbij voor elk kind van essentieel belang. Onze school werkt volgens de 3 basisprincipes van het Daltononderwijs. De basisprincipes zijn: 1. keuzevrijheid gekoppeld aan verantwoordelijkheid 2. zelfstandigheid 3. samenwerking Ad 1. Keuzevrijheid met verantwoordelijkheid Vrijheid betekent niet dat het kind kan doen en laten wat het wil. Vrijheid nemen en geven betekent ook verantwoordelijkheid nemen voor de keuzes die gemaakt worden. Kinderen ontwikkelen in de loop der jaren steeds meer verantwoordelijkheidsbesef. Zowel de kleuter als de 12-jarige zal, ieder op de eigen manier en in verschillende mate, die vrijheid moeten ervaren. Zij hebben ruimte nodig om zich te kunnen ontplooien. Niet alle kinderen kunnen dezelfde vrijheid aan en zullen even zelfstandig kunnen functioneren. De leerkracht zal zijn of haar kinderen goed moet kennen en begeleiden. Tijdens de taakuren kan de leerling zelf bepalen wanneer, hoe en hoeveel tijd hij of zij aan de uitwerking van een taak werkt. Er is een afspraak: de taak die het kind krijgt moet wel af. 7

Ad 2. Zelfstandigheid Het zelfontdekkend bezig zijn van kinderen willen wij stimuleren. De verworvenheden vanuit het kleuteronderwijs krijgen in de andere groepen een voortzetting. Zelfstandig werken komt binnen alle vakgebieden op onze school voor. Het materiaal staat uitnodigend in open kasten. De leerlingen worden er op deze manier actief bij betrokken. Het materiaal is zoveel mogelijk zelfcorrigerend. De groepsinstructies zijn kort en ter zake. Als een leerling de opdrachten niet zelfstandig uit kan voeren kan hij hulp aan een andere leerling vragen. Het van elkaar leren is van groot belang. De zelfstandigheid wordt hierdoor bevorderd. Heeft een leerling toch nog vragen, dan is er de mogelijkheid van een verlengde instructie door de leerkracht. De leerkracht heeft een stimulerende, corrigerende en begeleidende taak. Ad. 3 Samenwerking De leerlingen vullen elkaar aan en helpen elkaar op basis van sterke en zwakke punten. Samenwerking schept tussen leerlingen onderling en tussen leerkracht en leerling een band. Samen overleggen en elkaar suggesties geven is van groot belang. Wij vinden het belangrijk dat leerlingen ten opzichte van elkaar meelevend, belangstellend en verdraagzaam zijn. 8

5. Doorgaande leerlijnen Vrijheid / verantwoordelijkheid sws Oostermoer Uitgangspunten Groep 1/2 Groep 3/4/5 Groep 6/7/8 Leerkrachtgestuurd/gedeelde sturing: In de groepen 1 en 2 wordt voornamelijk leerkrachtgestuurd gewerkt. De kinderen dragen nog geen verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces. Wel worden er door de leerkracht meerdere alternatieven aangedragen, waaruit het kind kan kiezen. Er zijn verplichte en keuzeonderdelen. De kinderen mogen hun taakwerk zelf indelen. Daarnaast is er een breed keuzewerk aanbod. Leerkrachtgestuurd/gedeelde sturing: In de groepen 3, 4 en 5 wordt voornamelijk leerkrachtgestuurd gewerkt wat betreft het aanleren en inoefenen van de kernvaardigheden. De kinderen dragen nog geen verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces. Er worden door de leerkracht meerdere alternatieven aangedragen, waaruit het kind kan kiezen. De kinderen mogen hun taakwerk zelf indelen. Daarnaast is er een breed keuzewerkaanbod. Er zijn voor keuzewerk blanco kaarten, zodat kinderen zelf kunnen bepalen wat ze willen doen als keuzewerk. Leerkrachtgestuurd/gedeelde sturing: In de groepen 6, 7 en 8 vinden leerkrachtgestuurde en gedeeld gestuurde taken plaats. De leerstof wordt grotendeels door de leerkracht aangereikt. Er worden door de leerkracht meerdere alternatieven aangedragen, waaruit het kind kan kiezen. De kinderen mogen hun taakwerk zelf indelen. Daarnaast is er een breed keuzewerkaanbod. Er zijn voor keuzewerk blanco kaarten, zodat kinderen zelf kunnen bepalen wat ze willen doen als keuzewerk. Incidenteel vinden er leerlinggestuurde activiteiten plaats. Schoolniveau Interactie/ pedagogiek Instructie/ - de vrijheid van het individu eindigt waar de vrijheid van de ander wordt beperkt - halregels hangen in de klas, zijn bekend bij iedereen en worden toegepast - vertrouwen wordt gegeven, totdat blijkt dat een kind het niet aan kan - handelingswijzers hangen in de lokalen en bij werkplekken op de gang - er wordt interactieve instructie gegeven

didactiek Klassenmanagement/ organisatie Kindniveau - het kind volgt de groepsinstructie en kiest voor meer (individuele) instructie bij een ander kind of de leerkracht - de leerkracht kan kinderen uitnodigen voor een extra instructie - groepsinstructie waar leerstrategieën worden uitgelegd is verplicht. - op het planbord plant het kind zijn taak- en keuzewerk - de werkplekken zijn gerelateerd aan het taak- en keuzewerk. - er wordt gebruik gemaakt van toiletsymbolen, zodat de kinderen zelf kunnen bepalen wanneer ze gaan - het kind kiest voor samenwerken of alleen werken - op de taakbrief plant het kind zijn taak en keuzewerk - op de vooraf gestelde tijd moet de taak af zijn (dagtaak, halve weektaak of weektaak) - het kind kan een vraag stellen in de groene tijd. - halverwege groep 3 kiest het kind met zijn maatje dagelijks een werkplek voor die dag - kinderen hebben de mogelijkheid om in de hal te werken, mits ze zich aan de halafspraken houden. - kinderen maken gebruik van symboolkaartjes en handelingswijzers en zijn daardoor minder afhankelijk van de leerkracht Groep 1/2 Groep 3/4/5 Groep 6/7/8 - maakt de afgesproken taak af - houdt zich aan regels en afspraken - houdt zich zonder controle aan afspraken - komt afspraken na - maakt zelf afspraken - kan, waar nodig, emoties beheersen - draagt zorg voor een goede sfeer - gaat zorgvuldig met materiaal - legt verantwoording af over doen en - is bereid begrip op te brengen voor om - staat achter een gemaakte keuze - is aanspreekbaar op zijn handelen laten - heeft oog voor een maatje /andere kinderen - kan tegen kritiek - heeft inbreng in het groepsgebeuren - denkt mee bij het opstellen van regels en afspraken de situatie - neemt initiatieven om de ander te leren kennen - kan reflecteren op eigen functioneren - is zich bewust van eigen normen en waarden - kan onderhandelen - voelt zich betrokken bij meer dan de groep alleen 10

Zelfstandigheid sws Oostermoer Uitgangspunten Schoolniveau Interactie/ pedagogiek Instructie/ didactiek Groep 1/2 Groep 3/4/5 Groep 6/7/8 Zelfstandig werken Kinderen leren omgaan met uitgestelde aandacht. De leeromgeving is zodanig ingericht dat de kinderen zelfstandig de materialen die ze nodig hebben kunnen pakken en opruimen. Zelfstandig werken In groep 3 wordt er gewerkt met het circuitmodel. Kinderen mogen plannen wanneer ze welke taak gaan doen. De taak moet gedaan worden binnen een vaststaande tijd (half uur). Vanaf mei groep 3 dragen de kinderen zelf verantwoordelijkheid voor het indelen van hun taken en tijd. De taken zelf liggen vast. De leeromgeving is zodanig ingericht dat de kinderen zelfstandig de materialen die ze nodig hebben kunnen gebruiken. Groep 1/2 Groep 3/4/5 Groep 6/7/8 - de kinderen leren op hun beurt te wachten - de kinderen leren rustig te werken en te praten - de kinderen leren een taak zelfstandig uit te voeren. (zelfredzaamheid) - de kinderen leren hun taken te plannen aan de hand van een planbord Zelfstandig leren Naast zelfstandig leren vindt er incidenteel zelfverantwoordelijk leren plaats. Er worden leersituaties gecreëerd waarbij de kinderen zichzelf doelen stellen en waarbij ze keuzes maken hoe ze deze doelen willen bereiken. De leerstof wordt grotendeels door de leerkracht aangereikt - de kinderen leren taakgericht te werken - de kinderen maken zich de leermethodes en materialen eigen. - de kinderen leren omgaan met meerdere instructievormen - de kinderen leren hun tijd planmatig in te delen aan de hand van de taakbrief. - in groep 1, 2 en 3 wordt er gewerkt met dagritmekaarten, zodat kinderen inzicht hebben in het verloop van een dagdeel. Wanneer de kinderen een taakbrief krijgen (midden groep 3) is het dagritme hierop zichtbaar 11

Klassenmanagement/ organisatie - tijdens het zelfstandig werken in groep 1 en 2 wordt er gebruik gemaakt van een oranje en een groene kaart. Oranje betekent dat alleen de kinderen met taakjes bij de juf mogen komen. - vanaf groep 3 wordt er gewerkt met een kleurenklok die gekoppeld is aan het stoplicht, De kleurenklok is ingedeeld in halve uren. Een half uur is verdeeld in 10 minuten groene tijd (instructie/vraagtijd) en 20 minuten oranje tijd (zelfstandig werken). - in groep 4 wordt er tijdens het zelfstandig werken gebruik gemaakt van een timetimer. Deze wordt ingezet voor werkrondes van een half uur. Op deze manier zien leerlingen hoeveel tijd ze hebben om aan een taak te werken. Het half uur is verdeeld in 10 minuten groene tijd (instructietijd / vraagtijd) en 20 minuten rode tijd (zelfstandig werken). In rode of oranje tijd heeft de leerkracht de mogelijkheid om leerlingen uit te nodigen voor een verlengde instructie. - vanaf groep 4 wordt er gebruik gemaakt van het stoplicht. Een rood stoplicht betekent dat iedereen zonder hulp van de leerkracht werkt. Als het stoplicht op oranje staat mag je een ander kind om hulp vragen. Als het stoplicht op groen staat mag zowel de leerkracht als een medeleerling om hulp gevraagd worden. Het stoplicht hangt voor in het lokaal. - tijdens het zelfstandig werken wordt er op gedempte toon (onderbouw) of fluistertoon / liniaalstem (bovenbouw) overlegd. Groep 1/2 Groep 3/4/5 Groep 6/7/8 - in groep 1 worden er wekelijks 2 taken aangeboden. - in groep 2 worden er wekelijks 4 taken aangeboden. - het kind leert de werkjes te plannen. Kiezen en plannen op het planbord gebeurt met magneetjes met de dagkleuren. - de weektaak loopt van dinsdag t/m maandag. - wanneer het kind geen taak heeft gepland, mag het keuzewerk doen. - kinderen kunnen kiezen tussen verschillende werkplekken en hoeken. - in groep 3/8 wordt gewerkt met een taakbrief. - in groep 3/4 wordt gewerkt met een dagtaak - halverwege groep 5 stappen de kinderen over op een halve weektaak. - in groep 6/ 7/8 wordt er opgebouwd naar een weektaak - de leerkracht bespreekt de nieuwe taakbrief en geeft aan wanneer er instructie voor de hele groep is - de leerkracht geeft ook instructie aan kleine groepjes aan de instructietafel - de leerkracht maakt geregeld looprondes om vragen van de kinderen te beantwoorden - aangepaste lesprogramma s voor individuele leerlingen staan vermeld op de taakbrief - de N op de taakbrief staat voor zelfstandig nakijken 12

Evaluatie Dagelijks in de kring. Evaluatie Dagelijks aan het eind van een dagdeel. Kindniveau Groep 1/2 Groep 3/4/5 Groep 6/7/8 - durft initiatieven te nemen (nieuwe dingen te doen) - stelt vragen over de taken - maakt een taakkeuze - voert een taak individueel uit - praat en werkt rustig Bovendien nog: - deelt zijn eigen werkvolgorde in - werkt taakgericht - kan verschillende soorten instructie aan - verwoordt eigen oplossingsstrategieën - verzorgt zijn eigen werkplek - controleert het materiaal - kent het gebruik van de materialen - werkt met groepjes van verschillende groottes - laat zich niet afleiden - corrigeert deels zijn eigen werk - administreert eigen werk Bovendien nog: - bedenkt zelf onderwerpen - verwoordt de eigen mening - weet waar hij goed en minder goed in is - kiest zelf uit verschillende verwerkingstechnieken 13

Samenwerken sws Oostermoer Uitgangspunten Groep 1/2 Groep 3/4/5 Groep 6/7/8 Schoolniveau Interactie/ pedagogiek Instructie/ didactiek Het samenwerken is vooral samenspelen. Samenwerken is het doel, nog geen middel om tot een doel te komen. De taak staat vooraf vast. Sociale doelstellingen staan centraal. In groep 2 werken de kinderen met een maatje. Ze plannen met hun maatje, helpen elkaar op weg met de taak. Het samenwerken gaat om het creëren van situaties, waarbij kinderen van en met anderen leren. De vorm wordt nog sterk gestructureerd door de taak of de leerkracht. Ook wordt er gebruik gemaakt van coöperatieve werkvormen (zie hoofdstuk 6) Ieder kind werkt met een maatje. Groep 1/2 Groep 3/4/5 Groep 6/7/8 - het kind wordt geaccepteerd in zijn eigenheid: je mag zijn wie je bent -kinderen laten ontdekken dat je door samen te werken leert van de ander - de kinderen leren elkaar goed kennen - maatjes vragen eerst elkaar om hulp - als een maatje niet kan helpen, wordt een ander kind gevraagd - nieuwe kinderen worden wegwijs gemaakt door hun maatje - het kind wordt geaccepteerd in zijn eigenheid: je mag zijn wie je bent - de kinderen leren elkaar goed kennen en elkaars kwaliteiten waarderen - aandacht voor het groepsproces binnen het samenwerken Verschillende vormen van coöperatief leren: Er worden open leersituaties gecreëerd, waarin kinderen van en met een ander kind leren en/of een bijdrage leveren aan elkaars leerproces Ieder kind werkt met een maatje. - nieuwe kinderen worden wegwijs gemaakt door hun maatje - het kind wordt geaccepteerd in zijn eigenheid: je mag zijn wie je bent - de kinderen leren verantwoordelijkheid te dragen voor het proces en het product - de kinderen kennen en waarderen elkaars kwaliteiten - het vaststellen van de maatjes gebeurt op verschillende manieren. Vaste weekmaatjes worden door de leerkracht bepaald, ze werken naast elkaar en voor overige samenwerkingsopdrachten mogen ze zelf een ander kiezen. - tijdens het zelfstandig werken vraagt het kind eerst hulp aan zijn maatje. Kan 14

Klassenmanagement/ organisatie Kindniveau - als het andere kind ook niet kan helpen, wordt de juf/meester gevraagd - het samenwerken wordt aan het einde van een dagdeel geëvalueerd deze niet helpen, dan wordt een ander kind in de tafelgroep gevraagd. Als dat ook niet lukt, dan wordt de vraag gesteld aan de leerkracht. - nieuwe leerlingen worden de eerste periode gekoppeld aan kinderen die bekend zijn met de gang van zaken op school. - de M op de taakbrief staat voor maatjeswerk. Deze taak moet met het maatje worden uitgevoerd. - Wanneer het samenwerken niet lukt, proberen de maatjes er eerst samen uit te komen. Lukt dit niet, dan komt de leerkracht in beeld. - de S op de taakbrief staat voor samenwerken. - het samenwerken wordt aan het einde van de week/werkweek geëvalueerd. - iedere week worden er nieuwe maatjeskoppels gevormd. In groep 2 is dit zichtbaar op de maatjesboom. In groep 3 is het zichtbaar op het planbord, vanaf midden groep 3 schrijven ze het zelf op hun taakbrief, hangt de maatjeslijst zichtbaar in het lokaal en zit deze ook in de groepsmap - gedurende het schooljaar werkt iedereen met iedereen meerdere keren samen - minimaal 1 maal per week is er een samenwerkingsopdracht - de maatjes zijn elkaars aanspreekpunt tijdens het zelfstandig werken Groep 1/2 Groep 3/4/5 Groep 6/7/8 - gebruikt namen van groepsgenoten - kijkt een ander aan tijdens het spreken - geeft een ander gelegenheid om mee te doen Bovendien nog: - stelt vragen aan een ander - reageert op wat een ander zegt - moedigt een ander aan mee te doen - biedt aan iets uit te leggen - vraagt hulp aan een ander Bovendien nog: - verdeelt taken - wisselt informatie uit - kan samen met anderen een taak afmaken - accepteert een verschil van mening - durft een inbreng te hebben - herinnert een ander aan een taak of - behoudt op lange termijn een goede - spreekt verstaanbaar - werkt mee aan groepsopdrachten - luistert naar een ander - laat een ander uitpraten - accepteert de inbreng van een ander opdracht - kan omgaan met verschillen in de groep - kan het coachen van andere kinderen aan - geeft een ander een complimentje relatie - kan overeenstemming met een ander bereiken - lost met een ander problemen op - bouwt samen ideeën verder uit - brengt het geleerde over op anderen - blijft bij een groepje - maakt ondersteunende opmerkingen - houdt een gesprek met anderen 15

- deelt materialen met anderen - werkt in groepjes van verschillende grootte samen - reageert vriendelijk op een ander - komt afspraken en beloftes na - werkt met alle groepsleden samen - zegt op vriendelijke wijze er niet mee eens te zijn - verzamelt met anderen materialen - bepaalt met anderen de plaats van het werk (afhankelijk van de opdracht) - wil en durft leiderschap te tonen luistert naar een ander kan afspraken maken plant met het maatje de werkvolgorde - maakt zelf groepjes - is samen met anderen verantwoordelijk voor een positief taalgebruik - verplaatst zich in de mening van een ander - formuleert kritiek op ideeën, niet op personen - combineert verschillende ideeën - motiveert, stimuleert een groep - heeft inbreng in discussies - kan groepsoverstijgend samenwerken - kan problemen bespreekbaar maken 16

6. Hoe werkt onze Daltonschool in de praktijk? 6.1. Tijdsbesteding In onderstaand diagram worden de minuten die wekelijks per groep besteed worden aan taaktijd en keuzewerktijd weergegeven. 700 600 500 400 300 200 100 0 groep1 groep 2 groep 3 groep 4 groep 5 groep 6 groep 7 groep 8 Taaktijd 120 240 600 525 488 525 570 570 Keuzewerk 300 180 120 40 40 40 40 40 Taaktijd is de tijd waarin de leerling naar eigen inzicht taken kan plannen, die vermeld staan op de taakbrief of het taakbord. Keuzewerktijd is inbegrepen in de taaktijd. Welke leergebieden kunnen in het taakwerk zijn vertegenwoordigd? groep 1 2 3 4 5 6 7 8 taal spelling rekenen lezen aardrijkskunde schrijven zorgtaakje keuzewerk computer motorisch Andere leergebieden komen aan bod in groepslessen, met daarna gelijktijdige verwerking.

6.2. Keuzewerk Groep 1 en 2: De kinderen die geen taakje hebben gepland mogen kiezen via het keuzebord. De leerkracht bepaalt wat er in de kast zit. Op het keuzebord staan diverse onderdelen, zoals: poppenhoek, bouwhoek, constructiehoek, leeshoek, klei, computer. Bij elk nieuw thema wordt de kast opnieuw ingericht. Er is differentiatie in de kieskast. De leerlingen hoeven niet alle keuzewerkjes gedaan te hebben. Keuzewerkbord De kinderen maken een keuze door hun naamkaartje op het keuzebord te zetten. Er wordt niet achteraf geregistreerd wat de kinderen uit de kieskast kiezen; dit in tegenstelling tot de verplichte taakjes. Deze worden geregistreerd en beoordeeld. Eerst moet het taakje af zijn en dan mag de leerling kiezen uit de mogelijkheden op het keuzebord. Het keuzewerk wordt uit de kast gepakt of het kind gaat in de hoek spelen die het gekozen heeft. Bij het keuzewerk wordt rekening gehouden met meervoudige intelligentiegebieden. Tijd op het rooster: tijdens de werklessen. Groep 3: Een 4-tal planken in de kast in het lokaal fungeren als kieskast. Hierin legt de leerkracht de keuzeactiviteiten klaar. De leerkracht bepaalt voor het grootste gedeelte wat er in de kieskast komt, aansluitend bij de interesse en extra oefenstof van de kinderen op dat moment. Soms wordt er een plank vrijgehouden en mogen de kinderen bepalen wat erop komt te liggen voor die week en soms mogen kinderen zelf bepalen welke keuzeactiviteit ze doen met de blanco kaart. Dan is er dus sprake van een voornamelijk leerlinggestuurde activiteit. Kinderen mogen dan zelf iets verzinnen dat ze willen leren op dat gebied. Af en toe stellen de kinderen de kieskast samen. Ze hebben van maandag t/m donderdag 4 keer een half uur tijd voor keuzewerk. Op die dagen doen ze elke dag een keuzeactiviteit. Kieskast 18

De activiteiten worden gekozen op basis van meervoudige intelligentie: Plank 1: Rekenen / rekenslim Plank 2: Taal, spelling / taalslim Plank 3: Wereldoriëntatie / natuurslim Plank 4: Tekenen/knutselen / beeldslim Op iedere plank liggen meerdere opdrachten. De kinderen kunnen kiezen uit de activiteiten. De leerkracht registreert niet. De leerlingen plannen hun keuzeactiviteiten vooraf voor de hele week, als volgt: Eerste helft van groep 3: op een planbord. Als ze hun werk af hebben halen ze hun kaartje van het planbord af. Tweede helft van groep 3: op de taakbrief geven ze, d.m.v. dagkleuren, aan wanneer ze welke intelligentieplank gaan doen. Achteraf kleuren ze de smiley bij de activiteit op de achterkant van de taakbrief. In de kieskast zitten samenwerkopdrachten en differentiatiemogelijheden. Groep 4/5a: Eén deel van de lange kast in het lokaal fungeert als kieskast. Hierin legt de leerkracht de keuzeactiviteiten klaar. De leerkracht bepaalt voor het grootste gedeelte wat er in de kieskast komt. Soms in overleg met leerlingen. De leerlingen hoeven niet alle activiteiten te hebben gedaan. De activiteiten worden deels op basis van meervoudige intelligentie ingedeeld. Bij sommige activiteiten is differentiatie. De kinderen plannen het keuzewerk zelf in overleg met de leerkracht op een dag waarop ze denken dat er genoeg tijd beschikbaar is. Ze registreren hun keuze op hun taakbrief. De leerkracht registreert niet. Kieskast Iedereen mag kiezen uit de kieskast. De leerlingen mogen tijdens de taakuren 2 maal per week 20 minuten werken/ spelen met een kookwekker als hulpmiddel. De leerkracht stimuleert om eerst de taak af te maken. Er kan meestal samengewerkt worden. Meestal met het maatje. Groep 5b/ 6: Een aantal planken in de lange kast in het lokaal fungeren als kieskast. Hierin legt de leerkracht de keuzeactiviteiten klaar. Bepaalde activiteiten rouleren iedere week. Deze zijn vaak gekoppeld aan de weektaak. Er zijn ook materialen die langer blijven 19

liggen. De leerkracht bepaalt voor het grootste gedeelte wat er in de kieskast komt, maar soms gebeurt dit in overleg met leerlingen. De leerlingen hoeven niet alle activiteiten gedaan te hebben. De activiteiten worden gekozen op basis van meervoudige intelligentie. Vaak worden er 4 intelligenties gebruikt en soms 6. Soms zijn er opdrachten met verschillende moeilijkheidsgraad. De leerlingen registreren, nadat ze de keuzeactiviteit gedaan hebben, op hun taakbrief. De leerkracht registreert niet. Iedereen mag kiezen uit de kieskast. De kinderen doen op maandag, dinsdag en woensdag keuzewerk als hun taak af is en mogen dan minimaal 2 keer 20 minuten werken/spelen, met een kookwekker als hulpmiddel. Op donderdag en vrijdag kan er tijdens de taaktijd 15 minuten keuzewerktijd worden gepland. Er kan samengewerkt worden. Dit mag met een maatje maar het hoeft niet. Het ligt er aan of het maatje dezelfde keuzeactiviteit wil doen. Groep 7/8: In 2 ladekastjes die voorin de klas staan zitten 12 keuzeactiviteiten. Op een lijst op de taakbrief en op het whiteboard staat welke activiteiten er zijn. Deze worden door de leerkracht bepaald. De leerlingen hebben inzicht in taak- en instructietijd en kunnen zodoende inschatten wanneer er tijd zal zijn voor keuzewerk. De leerlingen hoeven niet alle activiteiten te doen. De keuze hangt af van de interesse. De leerlingen maken een eerste en een tweede keuze. Dit mogen ze zelf plannen in de week. Er is differentiatie in de opdrachten. Het kind kan op de weektaak registreren wat hij/zij gedaan heeft. De leerkracht tekent af. Per week plannen de leerlingen zelf 2 x 20 minuten keuzewerktijd op de taakbrief. Een kookwekker is een hulpmiddel voor het bijhouden van de tijd. Als je taak niet af is en je dus niet hebt kunnen kiezen, dan wordt het keuzemoment soms verplaatst naar een ander moment. De leerkracht zet dan de timetimer. Kieskast Er kan samengewerkt worden. De opdracht geeft dit aan. Groep 8 mag ook zelf leerdoelen aandragen. Dan is er dus sprake van zelfsturend leren. Ook individueel kunnen kinderen eigen keuzewerk inbrengen. 20

6.3. Meervoudige intelligentie Niet: Hoe knap ben jij?, maar: Hoe ben jij knap? In de verschillende groepen is het keuzewerk ingericht met daarbij de 8 intelligentiegebieden voor ogen die de psycholoog Howard Gardner aangeeft in zijn theorie over Meervoudige Intelligentie. Elk kind heeft manieren waaraan het de voorkeur geeft bij het opnemen van leerstof. Gardner gaat ervan uit dat kinderen het meest leren als ze gestimuleerd worden zich op alle intelligentiegebieden zo veel mogelijk te ontwikkelen. Sterke kanten (talenten) worden gebruikt om zwakkere kanten te verbeteren. De intelligentiegebieden die worden onderscheiden zijn: Verbaal-linguïstisch Woord-slim Voorkeur voor taal Logisch-mathematisch Reken-slim Voorkeur voor rekenen/meetkunde en logische verbanden Lichamelijk-kinesthetisch Beweeg-slim Voorkeur voor doen/bewegen Interpersoonlijk Mens-slim Voorkeur voor samenwerken Intrapersoonlijk Zelf-slim Voorkeur voor individueel leren/filosoferen Muzikaal-ritmisch Muziek-slim Voorkeur voor ritmes/klanken Naturalistisch Natuur-slim Voorkeur voor natuur en verbanden Visueel-ruimtelijk Beeld-slim Voorkeur voor beelden 21

In de groepen wordt op de volgende manier gewerkt met Meervoudige Intelligentie: Groep 1 en 2 Het ontwikkelingsmateriaal en de taakjes dagen uit op verschillende intelligentiegebieden. Ook bij de verplichte taakjes wordt aandacht besteed aan het ontwikkelen van verschillende intelligentiegebieden. Deze taakjes worden m.b.v. de dagkleuren gepland op het taakbord. Variatie in de vrije-keuze-activiteiten van het keuzewerkbord wordt door de leerkracht gestimuleerd, zodat zoveel mogelijk intelligentiegebieden worden verkend. Vrijwel alle intelligentiegebieden komen wekelijks aan bod in het keuzewerk, bij instructies, muziek- en bewegingslessen. Groep 3 Er wordt in groep 3 gewerkt in een circuitvorm, Kieskast waarbij het keuzewerk deel uitmaakt van het circuit. In de kast zijn verschillende planken voor het keuzewerk: een Taalplank, een Rekenplank, een Natuurplank en een Knutselplank. Op elke plank liggen twee á drie keuzemogelijkheden, aangedragen door de leerkracht. De activiteiten worden uitgevoerd aan een tafelgroep, samen met het maatje. Ook bij de instructies worden o.a. de lichamelijk-kinesthetische (in de lucht en op het been schrijven, bewegingen uitvoeren), visueel-ruimtelijke(link tussen beeld/aantal vingers en getal) en muzikaal-ritmische intelligenties (liedje bij het aanleren van letters) aangesproken. Het aanspreken van de inter- en intrapersoonlijke intelligentie is vaak geïntegreerd in opdrachten en het werken aan de andere intelligentiegebieden. Gedurende de week moeten de leerlingen van alle 4 intelligentiegebieden uit de kast 1 keuze hebben gedaan. Groep 4 en 5A Het keuzewerk is georganiseerd in intelligentiegebieden en ligt in een open kast op een aantal planken. Twee maal per week kunnen de leerlingen 20 minuten keuzewerk op hun dagtaakbrief plannen. Ze kunnen zelf het keuzewerk kiezen dat hen aanspreekt. Ook bij andere leergebieden wordt aandacht besteed aan leren met gebruik van verschillende intelligentiegebieden, bijvoorbeeld in het Activiteitenboek van Taaljournaal. Het keuzewerk wordt door de leerkracht samengesteld. Kieskast Groep 5B en 6 Het keuzewerk is door de leerkracht samengesteld en ligt in de open kast op een aantal planken. Het kind kiest zijn/haar favoriete intelligentiegebied. Er worden activiteiten in een aantal intelligentiegebieden 22

aangeboden. Op donderdag en vrijdag wordt er gewerkt met het Activiteitenboek van Taaljournaal waar bij elke les een aantal intelligentiegebieden worden aangesproken. Ook kan er gekozen worden voor een moeilijker opdracht en zelfstandig onderzoek. Groep 7 en 8: Het door de leerkracht aangeboden keuzewerk zit in max. 12 genummerde laden in een ladekastje. Boven het kastje hangt een overzicht van de inhoud van de nummers. De kinderen kiezen werk in hun interessesfeer. Bovendien wordt er gewerkt met het Activiteitenboek van Taaljournaal. Hierbij kan gekozen worden uit 2 opdrachten in verschillende intelligentiegebieden, waarbij de opdrachten zelfstandig of samen uit te voeren zijn. Bij het Activiteitenboek wordt samengewerkt met een zelfgekozen maatje. Kiescarrousel en meervoudige intelligentie. Een aantal malen per jaar wordt voor groep 1 t/m 8 de groepsdoorbrekende Kiescarrousel gepland. Elke leerkracht bedenkt opdrachten, ontleend aan de verschillende intelligentiegebieden, waaraan alle kinderen mee kunnen doen. De kinderen kunnen intekenen voor een activiteit van hun keuze; ze werken op hun eigen niveau, maar zien ook hoe leerlingen van een andere leeftijd met dezelfde soort activiteit bezig zijn. Voorbeelden van meervoudige intelligentie bij de Kiescarrousel: woord-slim maak een boek zelf-slim maak een moodboard reken-slim maak een muziek-slim maak een dans ballon-auto beweeg-slim bedenk een natuur-slim bezoek aan de mens-slim gymcircuit elkaar schminken als beeld-slim molen schilder samen een bloementuin Meer gebruik van meervoudige intelligentie op school Ook buiten het reguliere schoolwerk krijgen kinderen de kans met gebruikmaking van verschillende intelligentiegebieden hun kunnen te tonen of te ontwikkelen. 23

Maandafsluiting Bij de maandafsluiting laten de leerlingen aan de andere groepen zien waarmee ze de laatste tijd bezig zijn geweest. Deze presentaties kunnen op allerlei manieren gegeven worden, bijvoorbeeld door drama, gedichten, beeldend werk of muziek. Vrijdagmiddagatelier Tijdens het wekelijkse vrijdagmiddagatelier wordt creatief gewerkt op allerlei gebieden; er kan gekozen worden uit bijv. beeldend werk, kooklessen en techniek Kerstviering Ook bij de kerstviering is er de gelegenheid om mee te doen aan bijv. het kerstspel, de muziekgroep, het koor, de dansgroep of de decorbouw. Kinderen kunnen hiervoor kiezen. Schaken Na schooltijd worden er door vrijwilligers schaak- en blokfluitlessen gegeven, waaraan de kinderen kunnen deelnemen. ICO/Kunst en Cultuur Jaarlijks zijn er op school kunstprojecten, op verschillende gebieden, zoals nieuwe media, dans, beeldende kunst en muziek. Voor deze projecten krijgen we begeleiding van docenten van het kunst- en cultuurcentrum ICO. Ook hier worden verschillende intelligentiegebieden aangesproken. 24

6.4. Werken met taakbord en taakbrief Onze nieuwe taakbrief is nog enigszins in een ontwikkelingsfase. Groep 1 en 2: taakborden voor keuzewerk en taakwerk. In de groepen 1 en 2 loopt de weektaak van dinsdag tot dinsdag. Sommige taken voeren kinderen alleen uit, sommige met een maatje. De taken waarvoor de kinderen kunnen kiezen zijn bijvoorbeeld het hoekenwerk (bijv. bouw-, poppen- of taalhoek) of educatieve computerspelletjes. Deze komen elke dag terug. Op het keuzewerkbord wordt het keuzewerk door de kinderen met hun naam aangegeven. Als kinderen tijdens het werkuur van werkplek wisselen hangen ze hun naam bij een andere activiteit. Er zijn twee taakborden: één voor groep 1 en één voor groep 2. Linksboven staat de naam van de groep. Aan de linkerkant staan de namen van de kinderen onder elkaar. Bovenaan staan van links naar rechts de taakjes die de kinderen moeten plannen en uitvoeren. Groep 1 doet twee en groep 2 doet vier taakjes. De kinderen plannen de taakjes vooraf op het takenbord. De juf registreert dit in de groepsmap. De instructie voor de taakjes wordt gegeven op dinsdag, 'de blauwe dag'. We hebben het dan over taakjes op gebieden als knutselen, taal-/rekenen, een gerichte tekening maken en een opdracht met ontwikkelingsmateriaal. De kinderen plannen de taakjes vanaf dinsdag, 'de blauwe dag', tot en met maandag, 'de rode dag'. Ze hangen de gekleurde kaartjes van de week blauw, geel, groen, bruin, rood achter hun naam onder het taakje. Iedere week zijn er nieuwe taakjes. Groep twee werkt met maatjes. Deze kinderen plannen samen met hun maatje. Groep 3: taakbord en taakbrief: dagtaak. Bij groep 3 wordt het circuitmodel gebruikt (zie 6.5: Het circuitmodel in groep 3 ), waarbij drie vormen worden onderscheiden. De eerste is in het eerste halfjaar (augustus januari). Er wordt dan gebruik gemaakt van een taakbord waarop de kinderen per dag afhangen (met de dagkleur) welke taak ze gedaan hebben. Na het instructiemoment, voor meerdere vakken, maken de leerlingen op basis van keuzevrijheid dagtaken. De kinderen schuiven om het half uur door naar de volgende activiteit. De keuze is vrij met welke activiteit ze willen beginnen. Op het keuzebord plannen de kinderen op maandag (voor de maandag, dinsdag, woensdag of donderdag) op welke dag ze een intelligentie uit de kieskast kiezen. De tweede vorm is van januari mei in het tweede halfjaar. Er wordt gewerkt met een taakbrief. De kinderen plannen voor de maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, door middel van de dagkleuren. Een rooster op de taakbrief geeft de taaktijden aan. Rooster taaktijden 25

Vanaf mei mogen de kinderen met hun maatje op een zelfgekozen plek de volgorde van de activiteiten plannen en maken (er wordt niet meer doorgeschoven). Ze mogen op eigen tempo doorwerken en hoeven zich niet meer te houden aan het half-uur-circuit. Het keuzewerk wordt op de maandag op de taakbrief gepland door middel van de dagkleuren. Groep 4: taakbrief: dagtaak. In groep 4 is een taakbrief. Er wordt gewerkt met dagtaken. De leerlingen gaan na de instructie en inoefening, voor meerdere vakken, aan de slag. Groep 5 t/m 8: taakbrief: één- en meerdaagse taak. Dezelfde taakbrief zie je ook terug in de groepen 5 tot en met 8. Hier wordt gewerkt met één- en meerdaagse taken. Op verschillende tijdstippen is er een instructiemoment. Instructietijd is tijd die besteed wordt aan instructie door de leerkracht. Naast de normale instructietijd kan de leerkracht kiezen voor extra instructie en, zonodig, begeleide inoefening voor individuele kinderen of kleine groepjes. Er zijn maatjeswerk- en samenwerkingsopdrachten. Op de taakbrief wordt maatjeswerk aangegeven met de letter M, samenwerkingsopdrachten worden aangegeven met de letter S en als het werk zelfstandig kan worden nagekeken, dan staat er een N op de taakbrief vermeld. Om een en ander te verduidelijken nemen we als voorbeeld de taakbrief van groep 6. Aan het begin van de schoolweek plannen de leerlingen hun werk op de witte vlakken (taaktijd), waarbij een code voor een taak staat. Is die af, dan wordt dit door middel van een kleur aangegeven. Op de achterzijde van de taakbrief is ruimte voor het noteren van keuzewerk, reflectie van leerling en leerkracht en opmerkingen van ouders. De aandachtspunten worden bovenaan de volgende taakbrief vermeld. Op vrijdag gaat de taakbrief mee naar huis en op maandagmorgen wordt die weer meegenomen naar school. 26

6.5. Het circuitmodel in groep 3 Het circuitmodel in groep 3 vormt een brug tussen groep 2 en groep 4: van werken met het taakbord naar werken met de taakbrief. Hierbij hanteren we 3 vormen: 1 e halfjaar (augustus januari) fase 1 We gebruiken een taakbord, waarop de kinderen, per dag afhangen ( met de dagkleur), welke taak ze gedaan hebben. De kinderen schuiven om het half uur door naar de volgende activiteit. De kinderen bepalen samen met hun maatje met welke taak ze willen beginnen. We gebruiken een keuzebord, zodat de kinderen op maandag kunnen plannen welke intelligentie uit de keuzekast ze iedere dag (behalve vrijdag)gaan doen. De kieskast draait mee in het circuit. Kinderen kunnen vier keer per week een half uur werken aan activiteiten uit de kieskast. 2 e halfjaar (januari mei) fase 2 Er wordt gewerkt met een taakbrief. De kinderen schuiven om het half uur door naar de volgende activiteit. De kinderen werken aan het taakwerk met hun maatje. Wie binnen een half uur klaar is met het taakwerk kiest een activiteit uit de afkast. 2 e halfjaar (mei juli) fase 3 Er wordt gewerkt met een taakbrief. De kinderen mogen met hun maatje op een zelfgekozen plek de volgorde van de activiteiten plannen en maken (er wordt niet meer doorgeschoven). Ze mogen op eigen tempo doorwerken en hoeven zich niet meer te houden aan het half-uur-circuit. Het keuzewerk wordt op de maandag op de taakbrief gepland d.m.v. de dagkleuren. Organisatie De activiteiten(taakwerk), die in het circuit zijn opgenomen, zijn: lezen, rekenen, schrijven/spelling, kieskast, computer (lezen/rekenen ) In de groepsinstructie, van 8.30 9.00 uur wordt instructie gegeven voor het taakwerk, dat die dag gepland staat. s Middags vinden er ook groepsinstructies plaats. 27

In het lokaal staan tafelgroepen waar de activiteiten plaatsvinden. Er is een vaste lees-, reken-, schrijven/spelling- en keuze-tafelgroep. De kinderen hebben dus geen vaste plaats. Elke activiteit (ronde) duurt 30 minuten;10 minuten verlengde instructie + 20 minuten taaktijd. De activiteit die de kinderen af hebben in de circuitronde, wordt afgehangen op het takenbord (met de dagkleur). Horizontaal = de taak af en verticaal = de taak nog niet af) De duur van de ronden wordt aangegeven door een kleurenklok, die correspondeert met het stoplicht Het rode stoplicht wordt alleen ingezet met toetsen. Groen (10 min. ) = verlengde instructie, je mag bij de leerkracht komen voor extra uitleg. De leerkracht kan ook uitnodigen. Deze tijd kan ook gebruikt worden als extra groepsinstructie. Oranje ( 20 min. ) = zelfstandig werken, alleen of met je maatje samenwerken met je fluisterstem. Ook mag je iemand anders vragen om hulp, als je er met je maatje niet uitkomt. Niet aan de leerkracht vragen. De leerkracht kan kinderen uitnodigen voor extra hulp Persoonlijk bakje: De kinderen hebben een persoonlijk bakje in de kast, waar ze het werk in leggen dat ze niet af hebben kunnen krijgen tijdens het circuit. Naast het circuitmodel wordt er ook gewerkt aan klassikale activiteiten, zoals gymnastiek, muziek, sociale wereldoriëntatie/godsdienst. Meer lezen over het circuitmodel? Kijk op de site van sws Oostermoer 6.6. Evaluaties Evalueren is belangrijk om inzicht te krijgen in je manier van werken (de taakaanpak), je gedrag en of je de leerstof goed hebt gegrepen. Evalueren vindt op verschillende manieren en momenten plaats. 28

Groepsevaluaties: Een paar keer per dag, bijv. voor de pauze en aan het begin of einde van een dagdeel vinden groepsevaluaties plaats. Kinderen wordt dan gevraagd naar wat op dat moment voor de groep een aandachtspunt is. Dat kan het gedrag of de werkaanpak zijn (wat ging er goed, wat kan er beter?), of het kan leerstofinhoudelijk zijn (kun je eens voordoen hoe het moet, weet je nog, kun je eens laten zien?) Leerkrachten geven instructie vanuit het IGDI-model. Hier wordt gestart met het ophalen van kennis en wordt er afgesloten met een evaluatie van het te behalen doel. Evaluaties op individueel niveau: Kinderen evalueren de week achterop hun weektaakbrief. Samen met de leerkracht wordt het werk van de weektaak geëvalueerd. Wordt het niet individueel gedaan, dan wordt er samen met de leerkracht in kleine groepen van ongeveer 5 of 6 leerlingen geëvalueerd. De extra aandachtspunten worden bovenaan de volgende taakbrief vermeld. Evaluatie in het team: Activiteiten, nieuw beleid e.d. worden regelmatig tijdens teamvergaderingen geëvalueerd. Evalueren op schoolniveau: Eén keer per 5 jaar wordt er een enquête georganiseerd voor ouders. Hiervoor wordt de indicatorenlijst primair onderwijs van Dalton ingezet. 6.7. Differentiatie Differentiatie in vrijheid/verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en samenwerken: Er wordt zo nodig gedifferentieerd in dagtaak/halve weektaak/weektaak. In groep 5 starten de leerlingen met halve weektaken. Lukt dit een bepaald kind niet dan zal hij of zij langer een dagtaak houden. Ook komt het voor dat een kind in groep 4 al toe lijkt te zijn aan een halve weektaak. De leerkracht beslist dan samen met het kind over te gaan naar halve weektaken. In de bovenbouw is het streven om kinderen te laten werken met een weektaak. Voor kinderen die daar moeite mee hebben wordt een stap terug gedaan naar een halve weektaak of dagtaak. Als verdiepingsstof worden soms activiteiten aangeboden die meer leerlinggestuurd zijn. Het kind stelt zich zelf een doel, kiest het onderwerp en bepaalt de methode van verwerken. Er wordt een groter beroep gedaan op het omgaan met vrijheid/verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. En is het een groepsopdracht dan wordt er meer van de kindeigenschappen gevraagd met betrekking tot het samenwerken. 29

Iedereen wordt in principe gestimuleerd om samen te werken en elkaar te helpen. Daarom zijn we in het schooljaar 2010/2011 gestart met weekmaatjes. Ieder krijgt elke week een ander weekmaatje. Wanneer samenwerken moeizaam verloopt, wordt samen met de leerkracht onderhandeld en gezocht naar een meer efficiënte manier om met elkaar om te gaan. Wil het dan echt niet lukken wordt het koppel tijdelijk uit elkaar gehaald om alleen te werken. Zo spoedig mogelijk worden de kinderen weer gestimuleerd om met hun maatje te werken. Differentiatie in tempo: Kinderen die een laag werktempo hebben krijgen een aangepaste taak. Werk wordt gehalveerd. Vaak wordt het werk gekopieerd, zodat ze alleen in gaan vullen. Differentiatie in leerstof: Ook worden taken inhoudelijk gedifferentieerd. Kinderen krijgen remediërende of extra verdiepingsstof. Dit is voor de kinderen zichtbaar op de individuele taakbrief. Bij groep 1 en 2 geven stippen het niveau van het materiaal aan. Dit systeem is in ontwikkeling en zal t.z.t. worden gewijzigd. Differentiatie in instructie Naast de normale groepsinstructiemomenten krijgen kinderen zonodig een verlengde instructie aan de instructietafel. Het initiatief hiertoe kan vanuit de leerkracht of vanuit de leerling komen. Differentiatie in interesse: Naast hun basistaak kunnen kinderen kiezen uit het keuzewerk. Dit zijn aangeboden opdrachten waar ze uit kunnen kiezen, of ze kunnen zelf de inhoud aandragen. De opdracht kan bedoeld zijn om alleen, samen met het maatje of in een grotere groep te doen. In meer leerlinggestuurde opdrachten die als uitloopopdracht of verdiepingsstof worden aangeboden mogen kinderen zelf het onderwerp, het doel en de manier van verwerken bepalen. Op vrijdagmiddag wordt voor de kinderen in de bovenbouw het atelier aangeboden: kinderen kunnen dan kiezen uit diverse activiteiten, waarvoor ze zich kunnen inschrijven. Een aantal keren per schooljaar vindt er een kiescarrousel plaats door de gehele school. Kinderen van alle groepen kunnen zich inschrijven voor een activiteit naar keuze. 6.8. Registratie Groepsregistratie door de leerkracht: 30

De school heeft een leerlingvolgsysteem van CITO en registreert de methodegebonden toetsen. In de onderbouw houdt de leerkracht de vorderingen van de taakjes en observaties bij in een groepsoverzicht. Plannen op taakbord/taakbrief: Vanaf groep 1 plannen de kinderen, vanaf groep 2 samen met hun maatje, de taken per week. In groep 3 wordt op die manier het keuzewerk d.m.v. een magneetkaartje in de dagkleur gepland op het weekplanbord. Vanaf midden groep 3 plannen leerlingen de taken per dag op de taakbrief, samen met hun maatje. Door de leerlingen wordt vanaf midden groep 5 op de taakbrief een halve weektaak gepland. Vanaf groep 6 plannen de kinderen een weektaak op hun taakbrief. Plannen en registreren van keuzewerk: In de onderbouw kunnen de kinderen vrij kiezen op het keuzebord en hun keuze aangeven met een naamkaartje. In groep 3 wordt de keuze nog gepland op het keuzebord met een magneetstrookje in de dagkleuren, maar met de intrede van de taakbrief zal de keuze achterop de taakbrief worden geregistreerd, zoals in de andere groepen. Aftekenen: Op het taakbord geven de kinderen van groep 3 met een magneetstrookje aan wanneer ze de taak gedaan hebben. Op de taakbrief tekenen de kinderen af wat ze gedaan hebben. Er zijn vaste, door de leerkracht aangegeven, momenten waarop ze de (halve en hele) weektaak evalueren en aftekenen samen met de leerkracht. De taakbrieven worden vervolgens door de kinderen verzameld in hun eigen mapje en blijven zo bewaard. Op vrijdag gaan de taakbrieven mee naar huis en s maandags wordt het taakbriefmapje weer mee naar school genomen. Afspraak schoolbreed voor het plannen: - stimuleren om werk niet voor je uit te schuiven, begin met wat je moeilijk vindt. 31