DECAAN. kenmerkend mbo KOPIEREN TEST



Vergelijkbare documenten
Kenmerkend vmbo, mbo, havo en vwo

Wat willen de leerlingen?

Kenmerkend vmbo, mbo, havo en vwo

Kenmerkend mbo. Hiteq. Een vergelijkend onderzoek naar de kenmerken van mbo-leerlingen, vmbo-leerlingen en de generatie Einstein

Kenmerkend mbo. Hiteq. Een vergelijkend onderzoek naar de kenmerken van mbo-leerlingen, vmbo-leerlingen en de generatie Einstein

DECAAN. generatie einstein

Hiteq. Een onderzoek naar de kenmerken van ouders van mbo-leerlingen. Domein Onderwijs. Hiteq is een initiatief van kenteq

Kenmerkend havo en vwo

Kenmerkend vmbo. Hiteq Kennis van nu, kennis voor later.

LOB in het beroepsonderwijs drs. Metje Jantje Groeneveld

Rapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen

A1) Kennismakingsgesprek over sociale media en internetgebruik

Deze vragenlijst bestaat uit vijf delen, A t/m E.

Scholieren eisen tijd en begeleiding voor hun loopbaan

HEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN

Media aandacht naar aanleiding van artikel profielsites Lectoraat elearning zomer 2007

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

Wat heeft dit kind nodig?

Sectorwerkstuk. Theoretische Leerweg. Klas 4 TL/M

VOORTGEZET ONDERWIJS MBO

VMBO praktische leerweg VMBO theoretische leerweg HAVO VWO

Voorwoord. Uitkomsten enquête

Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft.

Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding.

Kinderen en Veilig Internet. Prof. dr. R. Casimirschool 6 maart 2012

arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo tips voor werving van docenten uit de beroepspraktijk

een onderzoek naar arbeidssatisfactie in Nederland

Jongerenparticipatie in Amersfoort

STUDIEPERSPECTIEF? Kies slim! Onderzoek naar de wijze waarop jongeren in het voortgezet onderwijs een vervolgopleiding kiezen.

1. Portfolio van de leerling

Informatie over gastlessen en bedrijfsbezoeken

euzedossier ouderparticipatie keuzedossier vmbo loopbaanoriëntatie

ONDERZOEK NAAR KEUZE VAN LEERLINGEN! VMBO-BASIS/KADER VOOR DE RICHTING BWI/BOUW!

Werkbladen. Uitdaging! Wat betekent succes en geluk voor mij? Gaat voor jou geluk samen met succes? Of gaat het

1. Portfolio van de leerling 1

Hoe begeleid ik mijn kind bij het maken van een passende STUDIEKEUZE? Gundalyn Hemmink

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...

INTAKEOPDRACHT COMMERCIËLE BEROEPEN

Afasie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Verslag onderzoek Wat Werkt - deel 3

Deze vragenlijst bestaat uit zeven onderdelen, A t/m G.

Sociale leeromgeving. Wie zit er in jouw netwerk? Leeromgeving sociale leeromgeving

Dit jaar moet je een keuze gaan maken voor de vakken, waarin je volgend jaar examen in gaat doen.

Samenwerking 90% van alle vmbo-scholen in regio Haaglanden maakt gebruik van de website.

CP9. In gesprek over de toekomst

euzedossier ouderparticipatie keuzedossier vmbo osb in de onderbouw theoretische leerweg

Profiel van informatiezoekers

Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen.

Protocol Digitaal pesten

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Websites voor mentoren en leerlingen Inleiding

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Competentiescan Klant exemplaar

NTERVIEW. In Bedrijf.Bite Coaching, loopbaan & studiekeuze. Doen waar je goed in bent

Mediaprotocol. Document leerlingen. Stichting Katholiek Basisonderwijs Borculo. Daltonschool Sint Joris. Onderdeel van het IPB plan

Bijlage 1: Vragenlijst voormeting Kidzwise...2 Bijlage 2: Aanvullingen vragenlijst eindmeting Kidzwise...6 Bijlage 3: Project geldgenoeg voormeting,

Onderzoek Hoe scoren je docenten?

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Gezocht: duidelijkheid, structuur en ontwikkeling

Uit het resultaat van mijn test kwamen voornamelijk de doener en beslisser naar voren.

LOB in klas 3. Informatie over Loopbaan Oriëntatie en -Begeleiding. Klas 3 Basisberoepsgerichte Leerweg. het decanaat

Samenvatting tevredenheidsmeting ouders

eflectietool Reflectietool Reflectietool Reflectietool Test jezelf op professioneel ondersteunen

Bronnenbank Onderwijstheorie Tessa van Helden. Inhoudsopgave Pagina. Bron 1 Design Marcel Wanders. 2. Bron 2 ADHD in de klas. 2

Onderzoek Oriëntatiegedrag Studie- en Beroepskeuze September 2012

Molendrift. Hulp bij leer- en/of gedragsproblemen

Een vertrouwd thuis, een huiskamer zaterdag, 13 oktober :00. Willem Braak

Aan de slag met de Werk Ster!

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

Factsheet persbericht

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep de heer Consultant

Werken in een andere sector of branche: iets voor u?

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

EEN LEVEN LANG LEREN

Naar een betere Match. Inventarisatie knelpunten onderwijs arbeidsmarkt in Zorg en welzijn in Haaglanden Nieuwe Waterweg Noord

Vragenlijst: Wat vind jij van je

Jongeren & Social Media !"#$"#%$!"& Social Media stress JONGEREN & SOCIAL MEDIA KANSEN & RISICO S PROGRAMMA

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU?

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

INSTROOMDOSSIER. rijnijssel.nl. Achternaam. Voornaam. Geboortedatum. Gewenste opleiding. Gewenst instroommoment Februari Augustus 20..

ALCOHOL EN OPVOEDING UW KIND OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS DE GEZONDE SCHOOL EN GENOTMIDDELEN. Folder Alcohol en opvoeding.indd :42:29

Mannen, zorg ervoor!

Young People Coaching Experience

AVONTURENKAART. Reflectieopdrachten

Maak nu de opdrachten in deze lesbrief en kom erachter of jij je keuze al kunt maken!

Samenvatting onderzoek naar banenruil in Nederland bij werknemers en werkgevers. Multiscope Banenruil.nl April 2014

maandag 11 mei inleveren!

Waar gaan we het over hebben?

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo

Overzicht resultaten uit onderzoek door Cubiss

1. Kansen op de arbeidsmarkt

Samenvatting. Interactie Informatiewaarde Werkrelevantie Totale waardering 8,5 8,4 8,9 8,6

WORKSHOP JONGEREN MOTIVEREN

Diepteanalyse loopbaangesprekken Welk docentgedrag helpt?

Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening

Kennis-in-huis. Informatie voor bedrijven. Persoonlijke begeleiding voor duurzame arbeidsrelaties.

Het Nationale Stage Onderzoek 2012

Transcriptie:

2 11.2009 8

DECAAN MENTOR DECAAN MENTOR Metje Jantje Groeneveld KOPIEREN DECAAN kenmerkend mbo Hoe willen mbo ers leren? Wat vinden ze van een docent of praktijkopleider? Hoe gaan ze om met informatie en internet? Waar kijken mbo ers naar als ze kiezen voor een opleiding en beroep? Dit en meer heeft Hiteq, centrum van innovatie voor technische beroepen en opleidingen, TEST aan leerlingen gevraagd in het recente onderzoek Kenmerkend mbo. Behalve leerlingen zijn ook ouders van mbo ers bevraagd. In dit artikel komen de belangrijkste conclusies aan bod. Hiteq deed eerder al onderzoek naar de kenmerken van vmbo-leerlingen (Kenmerkend vmbo). Daaruit bleek dat de ruim 1400 ondervraagde vmbo ers op een andere manier willen leren dan de beschreven generatie Einstein, andere eisen stellen aan docenten, andere dingen doen op internet, zich anders oriënteren op opleiding en beroep en anders functioneren in netwerken van familie en vrienden. De uitkomsten van dit onderzoek waren voor Hiteq aanleiding om ook te kijken naar de kenmerken van mbo-leerlingen. In het onderzoek Kenmerkend vmbo zijn diverse aanwijzingen gevonden over de netwerken waarin vmbo ers functioneren en de invloeden van die netwerken op hun denken en handelen. Het Hiteq-onderzoek Uitgesloten! zoomt daar nog verder op in. In het bijzonder zijn er aanwijzingen gevonden over de kenmerken van de ouders van vmbo-leerlingen. Om meer te weten te komen over achtergrond van mbo-leerlingen INTERVIEW en de invloeden van hun netwerken zijn parallel aan het onderzoek ruim 500 ouders van mbo ers bevraagd. De resultaten van dit onderzoek staan in de publicatie Ouders@mbo. KOPIEREN TEST De belangrijkste conclusie is dat mbo-leerlingen op dezelfde punten als vmbo-leerlingen afwijken van de beschrijvingen van generatie Einstein. Mbo-leerlingen naderen die beschrijvingen wel iets meer dan vmbo-leerlingen, met name de leerlingen van de s 3 en 4. Leren Een ruime meerderheid (63,7%) van de mbo ers probeert liever iets uit dan een instructie te lezen. Hoe hoger het van de leerling, hoe vaker de voorkeur wordt gegeven aan iets uitproberen boven een instructie lezen (zie figuur 1). Net als vmbo ers geven mbo-leerlingen aan graag instructie te willen van een docent. In het onderzoek zit een vraag die luidt: Stel, je moet een INTERVIEW Onderzoek mbo ers en ouders Voor het onderzoek Kenmerkend mbo hebben bijna 1700 mbo ers, geboren in of na 1988, een enquête ingevuld. De grootste groep van deze respondenten, ruim 6 van de leerlingen, volgt een opleiding in de sector techniek. De overigen volgen een opleiding in de sectoren economie of zorg en welzijn. 1 2 3 4 COLUMN 48,5% 58,5% COLUMN 62,8% 67,9% 17,5% 35% 52,5% 70, Ik probeer liever iets uit dan dat ik een instructie moet lezen. Figuur 1: Voorkeur voor uitvoeren boven instructie doornemen (totale groep naar, n = 1684) P

stoel maken, wat doe je dan als eerste? Dan zie je dat mbo ers net als vmbo ers graag meer instructie willen van een docent. Hoe moet die stoel er uitzien? Welk gereedschap moet ik gebruiken? Het verschil is dat mboleerlingen met iets minder instructie toekunnen dan vmbo ers. Ook mbo ers hebben die instructie liever in de vorm van beeld dan in tekst. Daarin lijken ze op generatie Einstein. Maar net als bij het vmbo zegt bijna 2 van de mbo ers dat ze lezen moeilijk vinden. De voorkeur voor beeld hangt ook hier samen met moeite hebben met lezen. Opvallend is dat dit niet alleen een probleem is voor leerlingen van de laagste s; ook leerlingen van 4 hebben leesproblemen (zie figuur 2). Docenten en praktijkopleiders Op de vraag wat een goede docent is, 24% 18% 12% 6% 22,7% 1 19.9% 2 18,9% 3 17,8% 4 Figuur 2: Respondenten die moeite hebben met lezen (totale groep naar, n = 1684) blijkt dat mbo ers meer de nadruk leggen op vak- en praktijkkennis en didactische vaardigheden dan vmbo ers. Duidelijkheid is eveneens belangrijk: ruim 4 vindt dat een docent duidelijk moet zijn in zijn communicatie over zijn verwachtingen. Toegankelijkheid en een prettige persoonlijke stijl zijn ook belangrijk, maar minder dan in het vmbo. Opvallend is dat mbo ers vinden dat de leraar het goede voorbeeld moeten geven. Ook van een praktijkopleider en stagebegeleider verwachten mbo ers vooral heel veel praktijkkennis en het vermogen om deze met hen te delen. Ook hier is duidelijkheid belangrijk. Hoe belangrijk duidelijkheid is voor mbo-leerlingen zien we ook terug in de reacties op de vraag: Wat zou je willen veranderen op je school? Op deze vraag antwoordt 46% van de leerlingen met ik wil duidelijker opdrachten. Dit antwoord wordt nog versterkt door de nummer 2: ik wil dat docenten me beter vertellen wat er van me verwacht wordt (zie figuur 3). Informatieverwerking en multitasken Mbo ers hebben net als vmbo ers moeite met het omgaan met discontinue informatie. Slechts 41,3% van de mbo ers heeft nooit moeite met het beoordelen van de toepasbaarheid en relevantie van leerstof. Mbo ers hebben minder moeite met het verwerken van tekstuele informatie dan vmbo ers. Toch geeft bijna een derde van de mbo ers aan het moeilijk te vinden om tekstuele informatie in te passen in een groter geheel. Het vermogen om tekstuele informatie te interpreteren neemt toe met het. Mbo ers kunnen aanzienlijk beter omgaan met beeldinformatie dan met tekstuele informatie. In deze zin lijken ze te passen in het beeld van de generatie Einstein. De cijfers komen overeen met die van vmbo ers. Ongeveer de helft van de mbo ers blijkt wel eens last te hebben van information overload. Mbo ers hebben wel minder moeite met het verwerken van grote hoeveelheden informatie dan vmbo ers. Met name leerlingen van 4 blijken hier minder moeite mee te hebben. Mbo ers lijken iets meer te multitasken dan vmbo ers. Mbo ers hebben veel vaker MSN aanstaan tijdens het maken van huiswerk dan de eerder onderzochte vmbo ers. Daar staat tegenover dat vmbo ers vaker de televisie aan hebben. Bij mbo ers staat dan weer vaker de radio aan. Mbo ers multitasken echter zeker niet in meerderheid en passen op dit punt niet in het beeld van generatie Einstein. Bovendien blijkt dat ongeveer een vijfde van de mbo ers moeite heeft om meerdere dingen tegelijk te doen, is bijna de helft van hen snel afgeleid en laat 37,4% weten zich moeilijk te kunnen concentreren. Dat maakt multitasken moeilijk(er). Internetgebruik Mbo ers zijn net als vmbo ers niet voortdurend online. Bijna de helft van de mbo ers is minder dan 10 uur online. Slechts 12,8% is dat altijd (vmbo: 15,1%). En net als bij het vmbo is ook meer dan de helft van de leerlingen minder dan 10 uur per week op MSN. Net als onder vmbo ers zijn chatting, sharing en self-publishing onder mbo ers relatief ingeburgerde activiteiten op het net. Vooral chatten is populair, maar ook het delen en publiceren van zelfgemaakte producten komt veel voor. De hogere s 3 en 4 geven meer blijk van dit soort activiteiten dan de lagere. De grootste groep mbo ers waardeert vooral het entertainment op internet; ze zien er grappige filmpjes en lezen er leuke dingen. Hoe hoger het van de leerlingen, hoe meer het entertainmentgehalte en de informatiewaarde van internet P

50, 37,5% 46, 25, 12,5% 19,7% 15,4% 18,3% 16,6% 29,5% 10,5% 22,4% 4,9% 18,5% 8,1% 16,8% 17,1% 18, 15,3% 16,3% 10,9% ik wil vaker zelf kunnen bepalen hoe ik leer ik wil meer leren (meer theorie) ik wil duidelijker opdrachter ik vind dat de docenten meer kennis moeten hebben ik wil meer inspraak over wat er op school gebeurt ik wil dat de docenten me beter vertellen wat er van me verwacht wordt minder lesuitval ik wil meer contact met de praktijk betere veiligheid meer aandacht voor wat ik allemaal kan dat pesten vaker wordt bestraft beter contact tussen school en mijn leerbedrijf meer aanprojecten werken met anderen meer zelfstandigheid (zelf werken) meer aandacht van docenten niets iets anders Figuur 3: Reacties op wat zou je willen veranderen op school? (geen maximaal aantal antwoorden, totale groep, n = 1684) worden gewaardeerd. Onder mbo ers zijn Google, Hyves en YouTube populaire websites. MSN lijken mbo ers meer als een tool te zien en niet als een website. Marktplaats heeft ook een stevige positie onder mbo ers. Daarnaast is Wikipedia populair en gebruiken veel mbo ers buienrader.nl, nu.nl (nieuws) en live.com (zoekpagina). Opvallend is dat Wikipedia significant meer wordt gebruikt door leerlingen van de s 3 en 4. Leerlingen uit de s 1 en 2 moeten duidelijk gewezen worden op de mogelijkheden van dergelijke sites. Als het gaat om opdrachten voor school, bijvoorbeeld het maken van een werkstuk over een mobiele telefoon, dan gaan mbo ers net als vmbo ers eerst googelen naar informatie. Mbo ers zijn opvallend minder geneigd om informatie in de bibliotheek te zoeken dan vmbo ers. Bij oriëntatie op opleiding en beroep raadplegen mbo ers net als vmbo ers slechts beperkt het internet. Oriëntatie op opleiding en beroep Mbo ers kijken bij het maken van de keuze voor een school allereerst naar de afstand tot de school. De belangrijkste reden om te kiezen voor een school is de afstand tot de school. Ook voor de ouders van mbo-leerlingen is de afstand tot de school de belangrijkste reden om te kiezen voor de school. (figuur 4) Als een mbo er vervolgens een keuze maakt voor een opleiding, kijkt hij allereerst of een opleiding bij hem past. Daarin verschilt de mbo er niet van generatie Einstein of van vmbo ers. Wel is voor vmbo ers de vraag of een opleiding bij het kind past nog belangrijker (vmbo 43%, mbo 38,4%). Zowel bij vmbo als bij mbo komen op de tweede en de derde plaats wat voor werk ik kan gaan doen na mijn opleiding en of ik met die opleiding nog alle kanten uit kan. (figuur 5) Zowel bij vmbo ers als bij mbo ers heeft de achtergrond van de ouders invloed op de opleidingskeuze van de leerling. Er is duidelijk verband tussen het hebben van ouders met een technische achtergrond en een positieve keuze voor een technisch beroep. De invloed van de ouders in het vmbo is sterker dan in het mbo, doordat vmbo ers meer waarde hechten aan de informatie van de ouders tijdens het keuzeproces. Overigens blijken de leerlingen in vmbo en mbo lang niet allemaal te weten welk beroep hun ouders uitoefenen en wat voor opleiding zij hebben gedaan. De leerlingen zijn gevraagd welke bronnen ze hebben geraadpleegd bij het maken van een keuze voor een opleiding. De mbo ers hebben daarvoor teruggekeken naar het moment waarop zij hun keuze moesten bepalen. Mbo ers vragen allereerst docenten om informatie (48,6%), op de tweede plaats staat het bezoeken van open dagen (41,1%) en op de derde plaats de informatie van ouders (22,2%). Veel minder krijgen mbo ers informatie van iemand uit de sector of brengen ze een bezoek aan bedrijven. Ook opvallend is dat mbo ers veel meer informatie halen uit folders en brochures (21,6%), dan dat ze informatie halen van internet (14%). Ook bij het vmbo za- P 8

4 3 2 1 19,1% 39,8% 17,7% 11,2% 13,2% ik ken geen andere school waar ik deze opleiding kan doen deze school was het dichtst bij / best bereikbaar de manier van lesgeven van deze school sprak me meer aan dan die van andere scholen mijn vrienden / vriendinnen gingen ook naar deze school deze school is me aangeraden door mijn ouders deze school is me aangeraden door docenten op mijn vorige school de grootte van de school vind ik prettig mijn werkgever heeft me naar deze school gestuurd andere reden Figuur 4: Reden voor schoolkeuze (n = 1684) 4 3 2 1 5,6% 10,3% 1,3% 2,2% 38,4% 16, 5,9% 4,7% 4,8% of ik er mee naar een hogere mbo-opleiding kan of ik er mee naar het hbo kan wat mijn vrienden vonden van die opleiding wat mijn ouders vonden van die opleiding of ik de opleiding bij mezelf vond passen of ik met mijn beroep later een eigen bedrijf kan beginnen of ik met die opleiding snel een baan kan krijgen wat voor werk ik kan gaan doen na mijn opleiding of ik met die opleiding nog veel kanten uit kan Figuur 5: Reacties op wat vond je het belangrijkste bij het kiezen van een opleiding? (totale groep, n = 1684) gen we al een gering gebruik van internet (10,5%). Veel interessanter is het om te weten welke bron 5, 15,9% 21,6% 15,7% mbo ers het meest nuttig vonden. Dan blijkt de open dag op nummer 1 te staan en de docent op plaats 2. Opvallend is verder dat mbo ers de informatie van iemand uit de sector nuttiger vinden dan de informatie van de ouders. (tabel 1) De waarde die mbo ers hechten aan de informatie van iemand uit de sector geeft aan dat het belangrijk is om in de oriëntatie op opleiding en beroep mbo ers in contact te brengen met het bedrijf en met de mensen die daar werken. Investeren in bedrijfsbezoeken of het halen van beroepsbeoefenaren naar de school is belangrijk. Zorg dat leerlingen kunnen spreken met beroepsbeoefenaren. Laat ze dan niet alleen spreken over het werk dat iemand uitvoert, maar ook over wat iemand bezighoudt (wat ze in hun vrije tijd doen e.d.). De leerling zoekt immers ook naar een plek die een beetje bij hem past en kijkt daarbij ook naar wat voor mensen er nou eigenlijk werken. Ook ouders zijn actief betrokken bij de opleidingskeuze van hun kind. Vaak beperkt die betrokkenheid zich tot het bezoeken van een open dag en het verzamelen van informatie. Ook ouders hebben weinig contact met iemand uit de sector. Switchen In het onderzoek is ook gevraagd of leerlingen wel eens van opleiding zijn veranderd. 1 op de 5 leerlingen geeft aan dat dit inderdaad het geval is. Als belangrijkste reden voor dat switchen melden de leerlingen dat de opleiding niet bij hen paste. 29,1% geeft aan dat de opleiding heel anders was dan ze hadden verwacht op basis van de voorlichting. 9,1% had van tevoren een heel ander beeld van het werk of de stage en 9,4% verwacht onvoldoende kansen op de arbeidsmarkt. Docenten en de manier van lesgeven spelen veel minder een rol. Gebrekkige voorlichting speelt dus ook een aanzienlijke rol bij de kans op het switchen van opleiding. Het is belangrijk dat mbo ers een beter beeld krij- P

Meest nuttige bron van informatie over opleidingen bron docent open dag ouders / verzorgers brochure vrienden iemand uit sector % respondenten dat bron heeft geraadpleegd 48,6 41,1 22,2 21,6 18,0 15,4 gen in de voorlichting van wat de opleiding precies inhoudt en waarvoor ze worden opgeleid. Eén op tien mbo ers heeft privéproblemen (gehad). Het gaat daarbij om sociale en medische problemen als dyslexie, ADHD, gebruik van softdrugs, slachtoffer zijn van mishandeling etc. Privéproblemen verhogen de kans op switchen en soms zelfs schooluitval. Er zijn al roc s die zorgteams hebben ingericht voor deze leerlingen; het onderzoek onderstreept het belang van deze teams, ook bij het terugdringen van de kans op uitval. Toekomstige baan Wat vinden mbo ers belangrijk in een toekomstige baan? Eerst wil tweederde van de mbo ers graag doorstuderen. En ook driekwart van de ouders hoopt dat het kind door gaat leren. Vervolgens vinden mbo ers het heel belangrijk dat ze heel erg goed worden in hun vak. Daarin wijken ze af van vmbo ers waar veel geld verdienen het belangrijkste doel is. Dat is voor mbo ers ook belangrijk, maar staat op de tweede plaats. Net als vmbo ers willen mbo ers graag een vast contract en een verbintenis voor langere tijd. Mbo ers hechten meer % van het aantal respondenten dat deze bron heeft geraadpleegd, en deze bron het meest nuttig vond 49,5 62,1 34,0 20,4 31,4 35,0 tabel 1: Meest nuttige bron van informatie over opleidingen (max. 1 antwoord, totale groep, n = 1684) nog dan vmbo ers aan leuke collega s. Ook hechten zij meer aan uitdaging en afwisseling en leggen meer de nadruk op het krijgen van respect op de werkplek. Ouders vinden het voor de toekomst van hun kind belangrijk dat hun kind gelukkig wordt. In een toekomstige baan hopen ouders vooral op werkzekerheid en werkplezier. Leuke collega s en een respectvolle behandeling zijn daarin belangrijk. Zekerheid van een vast contract is voor de ouders net zo belangrijk als voor de kinderen. Mbo ers zijn net als vmbo ers betrokken bij problemen dicht bij huis. Zeer opvallend is dat 18,9% van de mbo ers aangeeft vrijwilligerswerk te doen (tegenover 3% op het vmbo). Sociaal-demografische kenmerken en netwerken Mbo ers hebben net als vmbo ers minder vaak hoog of middelbaar opgeleide ouders, en de ouders zijn vaker lager opgeleid dan de totale Nederlandse bevolking. Het van de ouders ligt wel hoger dan in het vmbo. Er is een breuklijn tussen 1 en 2 enerzijds en 3 en 4 anderzijds. Mbo ers van de hogere s hebben vaker hoger opgeleide ouders en kennen vaker het opleidings van hun ouders. Het aangaan van contacten op basis van (gedeelde) interesses, verticale netwerkvorming, is kenmerkend voor generatie Einstein. Verticale netwerkvorming is bij mbo ers, net als bij vmbo ers, nog allerminst de norm. Bij ten hoogste een derde van de mbo ers is daar sprake van. Ongeveer de helft tot tweederde heeft een netwerk met vrienden die grofweg dezelfde sociaal-demografische kenmerken hebben als zijzelf. Het delen van een interesse is dan meer toeval dan een keuze. Mbo ers geven wel meer blijk van verticale netwerkvorming dan vmbo ers. De leerlingen van de hogere s laten meer tekenen zien van verticale netwerkvorming dan die van (vooral) 1. Leerlingen van 1 en 2 hebben bovendien economisch een nog sterker homogene vriendenkring dan mbo ers van 3 en 4. De samenstelling van het netwerk van de mbo ers maakt dat zij minder zicht hebben op de mogelijkheden die er voor hen zijn voor bijvoorbeeld hun toekomstige baan. Zij horen hierover alleen van gelijkgestemden. In het algemeen hebben zij minder toegang tot kennis buiten die in hun directe kring. Het zou goed zijn als er via het onderwijs voor deze leerlingen meer toegang komt tot andere netwerken. Een goed voorbeeld daarvan is het concept van de IMC Weekendschool waar gemotiveerde jongeren van tien tot veertien jaar uit sociaal-economische achterstandswijken aanvullend onderwijs krijgen. Op de weekendschool krijgen jongeren 2,5 jaar lang elke zondag les van professionals die met plezier hun vak uitoefenen. Doel is jongeren te steunen bij het verruimen van perspectieven, het versterken van zelfvertrouwen en het ontwikkelen van hun talenten. (Bron: http:// www.imcweekendschool.nl) Metje Jantje Groeneveld is programmaleider onderwijs bij Hiteq, centrum van innovatie. P 10

KOPIËREN Handreikingen KOPIEREN voor onderwijs en bedrijfsleven Wat kunnen bedrijfsleven en onderwijs doen met de resultaten van dit onderzoek? Hieronder vindt u een aantal suggesties. TEST Tips bij het werven van mbo ers voor een (technische) opleiding: Informatie over opleidingen op internet wordt nauwelijks geraadpleegd; het is verstandiger om te investeren in de open dag en het foldermateriaal. Contact met mensen die een beroep uitoefenen en inzicht in de inhoud van beroepen zijn belangrijke motieven voor leerlingen om te kiezen voor een opleiding. Zorg dat ook de docenten en de organisatoren van open dagen (afdeling communicatie) een goed beeld krijgen van de sector. Ouders zijn voor mbo ers ook een bron van informatie over opleidingen, maar informatie van hun kant wordt iets minder gewaardeerd dan die van mensen uit de sector. Los daarvan is het goed om ook de ouders een actueel beeld te geven van de sector. INTERVIEW Maak goed duidelijk wat voor werk leerlingen kunnen gaan doen met een bepaalde opleiding; onduidelijkheid hierover kan leiden tot een negatieve keuze, switchen of uitval. Belangrijkste reden voor de keuze van een school is de nabijheid en bereikbaarheid. De gekozen onderwijsmethode is veel minder belangrijk bij die keuze. Werving op basis van de gehanteerde onderwijsmethode alleen zal geen extra leerlingen trekken. Tips bij het bezoeken van een bedrijf: Mbo ers willen graag dicht bij huis werken. Bezoek dus bedrijven in de buurt. Mbo ers vinden leuke collega s en persoonlijk contact op het werk belangrijk. Zorg ervoor COLUMN dat er bij een bedrijfsbezoek voldoende werknemers aanwezig zijn die met de leerlingen in gesprek gaan, en die daarbij ook interesse voor de (persoon van de) leerling tonen. Vraag aan het bedrijf om de zakelijke kant, maar ook de menselijk kant van het bedrijf te laten zien: laat zien wat voor mensen er werken. Tips bij het leren op school en op de werkvloer: Wees als docent of praktijkopleider altijd duidelijk: geef duidelijke opdrachten en instructies en maak helder wat er van de leerling wordt verwacht. Mbo-leerlingen verwachten van docenten en praktijkopleiders ruime praktijkkennis. Mbo ers vinden het belangrijk om prettig persoonlijk contact met de docent te hebben en om te ervaren dat een docent in hun persoon geïnteresseerd is. Het is belangrijk om daar als docent alert op te zijn. Docenten en praktijkopleiders moeten authentiek zijn, moeten zich niet anders voor doen dan ze in werkelijkheid zijn, en een voorbeeld zijn voor de leerlingen. Mbo ers leren liever in de praktijk dan vanuit theorie. Mbo ers leren liever met beeld dan met tekst. Doseer het gebruik van tekstuele informatie; een grote groep heeft moeite met lezen. Bied niet te veel informatie tegelijk aan; veel mbo ers kunnen de informatie dan niet goed verwerken. Wijs leerlingen de weg naar informatieve websites op internet, zoals Wikipedia. Met name leerlingen van de lagere s weten ze niet altijd te vinden. Meer informatie of één van de publicaties bestellen? Ga naar www.hiteq.org. Hiteq is een initiatief van Kenteq, kenniscentrum voor technisch vakmanschap. DECAAN & MENTOR N0.2 / JAARGANG 8 (Malmberg 2009) P 11