Zie zo Spelling blok 2 Dictee



Vergelijkbare documenten
Spelling in Beeld R 3. woorden op ~t en ~d. het paard de staart het land de krant het sportveld de goudvis

Zie zo Spelling blok 2 Dictee

Zie zo Spelling blok 2 Dictee

Zie zo Spelling Kopieermap Evaluatie en remediëring leerjaar 2

Zuivel is belangrijk. Melk is goed voor... ELK!

Zie zo Spelling Kopieermap Evaluatie en remediëring leerjaar 5

Zie zo Spelling Kopieermap Evaluatie en remediëring leerjaar 3

HEB JE HUISWERK VANDAAG?

Dinie Ea van Oort Verhaalland Taalleerlijn

van zwaartekracht hebben weet dat hoe groter de zwaartekracht van een hemellichaam is, hoe kleiner hun sprong is

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Brood, tafel, maaltijd houden

Taal/spelling Themaweek 7 is gaat volgende week van start. Voor groep 6 heet het thema boeken en voor groep 7 heet het thema Verzamelingen.

Kinderopvang De Palmboom Professionele kinderopvang in je eigen buurt! Programma

Iris marrink Klas 3A.

Schrijfpalet. Denk goed na! 12. Olifant met gsm?

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

EEN FEESTJE ORGANISEREN

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

taalkaart 1 Ik ga op reis en Ik ga op reis en Wat ga je doen? Je leert wat een reisverhaal is. Je schrijft er zelf een.

BSO De Dolfijn De Tuimelaars en De Zeesterren

Eetgewoonten van schoolkinderen Vragenlijst voor kinderen

Werkboek Het is mijn leven

Auditieve oefeningen bij het thema de dierentuin

Zwart = tekst van verhaal Rood = de vragen die de voorlezer tussendoor stelt Blauw = de antwoorden die de kinderen kunnen geven

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Vragenkaartjes voor onderweg!

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

blauw 1 Schrijf het woord op. 2 Schrijf het woord op. spelling 11a pauw Kies uit: au blauw gauw 1 Dit is een kleur. 2 Dit roep je als je pijn voelt.

Lieve broer! Je liefste zus!!! Camille Vandenbussche oktober

Copyright Beertje Anders

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6

Wat staat er in dit boekje?

Adam en Eva eten van de boom

december 2014 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Lekker en gezond

Poëziewedstrijd bibliotheek: thema STROOM. inzending klasgedicht. 6de leerjaar vzw KBT Sint-Lutgart beemdstraat TONGEREN

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Mijn digitale leesrugzak

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

Luisteren: muziek (A2 nr. 1)

Luisteren: muziek (A1 nr. 7)

Kids. &Go. Informatieblad speciaal voor kinderen

AANWIJZEND VOORNAAMWOORD. A) Welk woord past in de zin? Kies uit die of dat. 1. Heb je het huiswerk gemaakt? 7. Ga je naar één van onze feestjes?

Al heel snel hadden ze ruzie met elkaar. Het spelen was niet leuk meer.

Hoe maak ik een werkstuk?

Verdeel de leerlingen in groepjes. Laat elk groepje 3 stellingen bekijken.

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

taalkaart 1 Mijn diploma Mijn diploma

opdrachten voor een vrijetijdsticker

SAFARIPARK BEEKSE BERGEN

Zoek de zes verschillen

tweede leerjaar

1 Werkwoord. (wonen, werken, lopen,...) 8 Grammatica is niet moeilijk. wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden.

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.

SPROET DE BRUID DE BRUILOFT

Waar bloed is, zijn haaien

Gezond thema: DE HUISARTS

Projectweek Maandag 3 oktober starten we in alle groepen met een project door de gehele school. Het thema is: vroeger en nu

Bijlage interview meisje

1. morgen krijgen we duitsers op bezoek. 2. in onze klas zitten ook kinderen uit irak, somalië en marokko. 3. ik doe boodschappen bij de aldi.

EUPENBULLETIN. 6 februari 2015 nr.11

Wil jij minderen met social media?

Thema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein

De man uit Australië heeft dikke pech. Hij vertelt het zelf aan jou.

Werkwoorden. Abimo Uitgeverij Schoolsupport

Een retour Rotterdam

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Raar is leuk Klein Orkest

NIEUWS UIT DE GROEPEN

Goedendag! Ik, ik ben. Ben jij? En jij? Jij bent! nee. één. twee. drie. vier. vijf. zes. zeven. acht. negen. tien. Gaat het? Het gaat goed.

Handleiding basiswoordenschat.

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Lou en Lena: NEE tegen geweld!

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Kies uit: schiet op jarig ziekenhuis sport laat. 1 Morgen is mijn dochter. Ze wordt zes jaar. 3 Ik op maandag, woensdag en vrijdag.

Klaskrantje van groep 1.

Antwoordenmodel. Herhalingsoefeningen De Sprong, Thema 1. Oefening 1. studiejaar 2007/2008 studiejaar 2008/ euro per maand 272 euro per maand

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

WAT LEREN de KINDEREN DIT JAAR?

6555 BW Wat kun je doen als je te snel boos bent.indd 12

Tweede en derde kleuterklas: juf Nele

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

gedragsregel in verhaal: lekker luieren

Stel: je wordt op een ochtend wakker en je merkt dat je onzichtbaar bent geworden. Wat ga je doen? Hoe voel je je? Schrijf er een verhaaltje over.

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.

thema 5 les 2 extra oefenen

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen!

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL

werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Jan Klaassen en Katrijn in Afrika door Nellie de Kok. Samenvatting

Beertje Anders. Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2

September de maand van weerbaarheid

enkele genoeg informatie korting ongeveer overstappen rechtstreekse reis spoor vertrekt

Waarom dit boekje? Overal. Dierverzorging. Afwisselend. Allerlei dieren. Toekomst

Nieuwsbrief 3 november 2014

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Wijs Worden. werkboek. deel 1 DAMON

Lou en Lena in Ecuador

Transcriptie:

7 Zie zo Spelling blok 2 Dictee Woordendictee: lees de zin voor. Herhaal de vetgedrukte woorden. 1. Op vakantie neemt papa altijd veel foto s. 2. Ik eet middags op school. 3. Heb je het nieuws al gehoord? 4. Ik eet graag kabeljauw met prei. 5. Sien trok aan Jana s mouw. 6. In de zomer eten we veel ijsjes. 7. Hoe lang heb je gisteren nog gezwommen? 8. Heb jij maandags moeite met opstaan? 9. Je moet je goed vasthouden! 10. Hij trok één wenkbrauw omhoog. Zinnendictee: lees de zin volledig voor. De leerlingen herhalen de zin. Dicteer woord per woord. 1. s Morgens ligt er dauw op het gras. 2. Wonen zebra s in het oerwoud? 3. Heb jij al eens van die sappige mango s geproefd? 4. s Woensdags klauteren we altijd in de bomen. 5. Lien heeft s nachts over een dinosaurus gedroomd. Uitgeverij Zwijsen BE 2014 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 2, les 7 15

7 Zie zo Spelling blok 2 Dictee Naam Datum Woordendictee woord Ik denk dat het goed is. goed fout Een fout? Verbeter het woord. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10. /10 16 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 2, les 7 Uitgeverij Zwijsen BE 2014

7 Zie zo Spelling blok 2 Dictee Naam Datum Zinnendictee zin Ik denk dat het goed is. goed fout 1 2 3 4 5. /20 Fouten in een zin? Schrijf die zin opnieuw. Uitgeverij Zwijsen BE 2014 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 2, les 7 17

Registratieblad dictee blok 2 Woordendictee Spelprobleem Naam leerling voltooid deelwoord (2 op 2) woorden met ou/au (3 op 4) meervouden met -s/ s (2 op 2) woorden die met s beginnen (2 op 2) Oefenen 18 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 2, les 7 Uitgeverij Zwijsen BE 2014

Registratieblad dictee blok 2 Zinnendictee Naam leerling Zinnen Opmerkingen s Morgens ligt er dauw op het gras. Wonen zebra s in het oerwoud? Heb jij al eens van die sappige mango s geproefd? s Woensdags klauteren we altijd in de bomen. Lien heeft s nachts over een dinosaurus gedroomd. s Morgens ligt er dauw op het gras. Wonen zebra s in het oerwoud? Heb jij al eens van die sappige mango s geproefd? s Woensdags klauteren we altijd in de bomen. Lien heeft s nachts over een dinosaurus gedroomd. s Morgens ligt er dauw op het gras. Wonen zebra s in het oerwoud? Heb jij al eens van die sappige mango s geproefd? s Woensdags klauteren we altijd in de bomen. Lien heeft s nachts over een dinosaurus gedroomd. s Morgens ligt er dauw op het gras. Wonen zebra s in het oerwoud? Heb jij al eens van die sappige mango s geproefd? s Woensdags klauteren we altijd in de bomen. Lien heeft s nachts over een dinosaurus gedroomd. s Morgens ligt er dauw op het gras. Wonen zebra s in het oerwoud? Heb jij al eens van die sappige mango s geproefd? s Woensdags klauteren we altijd in de bomen. Lien heeft s nachts over een dinosaurus gedroomd. Uitgeverij Zwijsen BE 2014 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 2, les 7 19

Het voltooid deelwoord 1 Vul de kolommen aan. Schrijf eerst de verleden tijd (vt) en daarna het voltooid deelwoord (vd). Kijk naar het voorbeeld. vt vd Ik hoorde. wij hoorden. Wij hebben gehoord. horen dansen proeven brengen dansт dansтn Ik. Wij. Wij hebben гdanst. prœfд prœfдn Ik. Wij. Wij hebben гprœfd. bracht brachтn Ik. Wij. Wij hebben гbracht. vt vd dromen knippen reizen kijken Ik droomд. Ik knipт. Ik isд. Ik k. Wij droomдn. Wij knipтn. Wij isдn. Wij n. Wij hebben Wij hebben Wij hebben Wij hebben гdroomd. гknipt. г isd. г n. 2 Vul de kolommen aan. Maak eerst de tegenwoordige tijd (tt). Schrijf daarna de verleden tijd (vt) op. Tot slot schrijf je ook het voltooid deelwoord (vd). tt vt vd spelen pakken vinden pak Ik speel. Ik. Ik. Hij s lt. Hij pakt. Hij vindt. Wij sפ n. Wij pak n. Wij vinдn. pakт vind vond Ik speelde. Ik. Ik. Wij s lдn. Wij pakтn. Wij vonдn. Wij hebben Wij hebben Wij hebben гs ld. гpakt. гvonдn. 20 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 2 Uitgeverij Zwijsen BE 2014

3 Vul de voltooid deelwoorden in. гspaard г зn г gd гscהurd гmist гfеtst гmaakt гprœfd г isd гzonгn sparen - Ik heb veel geld. lezen - Wanneer heb jij dat boek? leggen - Sam heeft geld op de tafel. scheuren - Lars heeft zijn broek. missen - Ron heeft de bus. fietsen - We zijn snel naar huis. maken - Heb je je huiswerk? proeven - Heb je de spruiten? reizen - Oma heeft al heel veel. zingen - Jij hebt dat lied prachtig. Ik kan goed sparen! Uitgeverij Zwijsen BE 2014 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 2 21

Weetwoorden met ou 1 Omcirkel de zes woorden met ou. Ik bekijk de inhoud van een boek over het tropisch regenwoud. Deel 1 gaat over het kappen van bomen voor tropisch hardhout. Deel 2 gaat over de mogelijkheden de oerwouden te beschermen. We kunnen er niet op vertrouwen dat die vanzelf behouden blijven. 2 Welke woorden met ou passen bij deze tekeningen? Schrijf ze op. 22 3 Maak de woorden af met ou of au. Schrijf ze daarna helemaal op. In de inh d staan de titels van de hoofdstukken. Na afloop kregen de kinderen een groot appl s. Een r we wortel is lekker en gezond. De familieleden waren in de r w. Deze dieren wonen in het oerw d. Wil jij dit stukje touw even voor mij vasth Ik vertel het echt niet door. Je kunt me vertr Mijn mouw ou ou ldhou rвrkouдn kabouтr ou ou ou ou den? wen. ders vinden dat ik te veel aan de computer zit. 4 Bedenk twee zinnen. In iedere zin staat een woord van de week. (uitlegkaart W3) voorbeeldoplossing Dе ldhou r is erg б nd. In zij n mouw zit n gat. inhoud applaus rau rouw œrwoud vasthouдn вrtrou n ouдrs Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 2 Uitgeverij Zwijsen BE 2014

Regelwoorden: meervouden op -s en 1 Kleur de zes woorden die op s eindigen. Op het feestje van Corneel hebben we veel lekkers gegeten. Er waren allerlei hapjes zoals taco s en kleine pizza s. Er was fruitsla, gemaakt van appels, kiwi s en mango s. Heerlijk! De mama van Corneel heeft er foto s van gemaakt. Ik had beter wat minder chips en pinda s gegeten! Au, wat doet mijn buik pijn! 2 Welke woorden hebben een meervoud op s? Welke woorden een meervoud op s? Schrijf de meervouden in de juiste rij. ijsje - jongen - kassa - baby - foto - dictee - ski - televisie - paraplu - kamer meervoud op s: meervoud op : ij sјs jonгns dic s т visеs ka rs kassa s baby s foto s ski s paraplu s 3 Schrijf woorden bij de tekeningen. De woorden eindigen op s of. зls ar ns ama s ebra s e v l z Uitgeverij Zwijsen BE 2014 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 2 23

4 Maak de woorden af met s of. Schrijf ze daarna helemaal op. Bij het station stonden de taxi Heb je ook koekje meegebracht? Mijn mama heeft drie diploma. De acrobaten maakten salto In deze winkel kun je paraplu Dieven hebben het geld uit de kassa In de wei staan vier pony. De zanger Lama s s op een lange rij. hoog in de lucht. kopen. worden begeleid door gitaren. gestolen. spuwen als ze zich bedreigd voelen. Er zijn vier kleine cavia geboren. De goochelaar wordt gefilmd door vier camera. taxi s kœkјs diploma s salto s paraplu s kassa s pony s zanгrs lama s cavia s ca ra s 24 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 2 Uitgeverij Zwijsen BE 2014

Weetwoorden met au 1 Omcirkel de zes woorden met au. De astronaut klautert uit zijn maanautootje. Hij staat op de maan. Nu loopt hij over het maanoppervlak. Hij maakt grote sprongen. Hij houdt even pauze, want hij krijgt het benauwd in zijn maanpak. Gelukkig krijgt hij meteen extra zuurstof. Dat gaat automatisch. 2 Welke woorden met au passen bij deze tekeningen? Schrijf ze op. 3 Maak de woorden af met ou of au. Schrijf ze daarna helemaal op. Hij trok van verbazing zijn wenkbr Dit is zwaar werk. We moeten onze m wen omhoog. Hou jij van vis? Vanavond eten we kabelj w. Hoeveel dagen heeft de maand Als je op de knop drukt, gaat hij De naam van de beeldh Ik kl ter graag in bomen. Je moet je eten goed k astronaut klau n augur n dinosaurus ou gustus? wen opstropen. tomatisch verder. wer staat onderaan vermeld. wen. ou 4 Kies twee woorden van de week (uitlegkaart W4). voorbeeldoplossing Maak met elk woord een zin. De afbeelding kan je op weg zetten! Д juf t kt haar nkbrau n op. Д dinosaurus is erg sтrk. nkbrau n mou n kaбljauw augustus automatisch ldhou r klauтr kau n Uitgeverij Zwijsen BE 2014 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 2 25

Regelwoorden: woorden die beginnen met 1 Omcirkel de woorden die beginnen met. Op vakantie in Frankrijk ging ik s ochtends altijd tafeltennissen. s Middags ging ik meestal weg met mijn ouders. s Avonds speelde ik met mijn vriendinnen tot het donker was. En s nachts dan sliep ik heel lekker, moe van al dat spelen. 2 Welke woorden passen bij de tekeningen? Kies uit: s morgens, s middags en s avonds. 3 Vul in: s of. Schrijf daarna de woorden helemaal op. Mijn ouders kijken avond televisie. Bij deze opdracht moeten jullie amenwerken. De tuinstoelen staan winter in het tuinhuis. Ik word ochtend altijd gewekt door mijn zus. Volg jij nog steeds woensdag pianoles? S ommige dieren houden een winterslaap. We gaan jaarlijk middags avonds morгns s ss s s s s met vakantie. Mats heeft nacht soms last van slaapwandelen. avonds sa n r n winтrs ochтnds wœnsdags Sommiг jaarlij ks nachts 26 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 2 Uitgeverij Zwijsen BE 2014

4 Kies twee woorden van de week (uitlegkaart R2). Maak met elk woord een zin. De tekening kan je op weg zetten! Д ca ra s n д sport dstrij d op. Door т sporтn blij f ј nig. voorbeeldoplossing Uitgeverij Zwijsen BE 2014 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 2 27

28 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5 Uitgeverij Zwijsen BE 2014