7 Zie zo Spelling blok 2 Dictee Woordendictee: lees de zin voor. Herhaal de vetgedrukte woorden. 1. Op vakantie neemt papa altijd veel foto s. 2. Ik eet middags op school. 3. Heb je het nieuws al gehoord? 4. Ik eet graag kabeljauw met prei. 5. Sien trok aan Jana s mouw. 6. In de zomer eten we veel ijsjes. 7. Hoe lang heb je gisteren nog gezwommen? 8. Heb jij maandags moeite met opstaan? 9. Je moet je goed vasthouden! 10. Hij trok één wenkbrauw omhoog. Zinnendictee: lees de zin volledig voor. De leerlingen herhalen de zin. Dicteer woord per woord. 1. s Morgens ligt er dauw op het gras. 2. Wonen zebra s in het oerwoud? 3. Heb jij al eens van die sappige mango s geproefd? 4. s Woensdags klauteren we altijd in de bomen. 5. Lien heeft s nachts over een dinosaurus gedroomd. Uitgeverij Zwijsen BE 2014 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 2, les 7 15
7 Zie zo Spelling blok 2 Dictee Naam Datum Woordendictee woord Ik denk dat het goed is. goed fout Een fout? Verbeter het woord. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10. /10 16 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 2, les 7 Uitgeverij Zwijsen BE 2014
7 Zie zo Spelling blok 2 Dictee Naam Datum Zinnendictee zin Ik denk dat het goed is. goed fout 1 2 3 4 5. /20 Fouten in een zin? Schrijf die zin opnieuw. Uitgeverij Zwijsen BE 2014 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 2, les 7 17
Registratieblad dictee blok 2 Woordendictee Spelprobleem Naam leerling voltooid deelwoord (2 op 2) woorden met ou/au (3 op 4) meervouden met -s/ s (2 op 2) woorden die met s beginnen (2 op 2) Oefenen 18 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 2, les 7 Uitgeverij Zwijsen BE 2014
Registratieblad dictee blok 2 Zinnendictee Naam leerling Zinnen Opmerkingen s Morgens ligt er dauw op het gras. Wonen zebra s in het oerwoud? Heb jij al eens van die sappige mango s geproefd? s Woensdags klauteren we altijd in de bomen. Lien heeft s nachts over een dinosaurus gedroomd. s Morgens ligt er dauw op het gras. Wonen zebra s in het oerwoud? Heb jij al eens van die sappige mango s geproefd? s Woensdags klauteren we altijd in de bomen. Lien heeft s nachts over een dinosaurus gedroomd. s Morgens ligt er dauw op het gras. Wonen zebra s in het oerwoud? Heb jij al eens van die sappige mango s geproefd? s Woensdags klauteren we altijd in de bomen. Lien heeft s nachts over een dinosaurus gedroomd. s Morgens ligt er dauw op het gras. Wonen zebra s in het oerwoud? Heb jij al eens van die sappige mango s geproefd? s Woensdags klauteren we altijd in de bomen. Lien heeft s nachts over een dinosaurus gedroomd. s Morgens ligt er dauw op het gras. Wonen zebra s in het oerwoud? Heb jij al eens van die sappige mango s geproefd? s Woensdags klauteren we altijd in de bomen. Lien heeft s nachts over een dinosaurus gedroomd. Uitgeverij Zwijsen BE 2014 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 2, les 7 19
Het voltooid deelwoord 1 Vul de kolommen aan. Schrijf eerst de verleden tijd (vt) en daarna het voltooid deelwoord (vd). Kijk naar het voorbeeld. vt vd Ik hoorde. wij hoorden. Wij hebben gehoord. horen dansen proeven brengen dansт dansтn Ik. Wij. Wij hebben гdanst. prœfд prœfдn Ik. Wij. Wij hebben гprœfd. bracht brachтn Ik. Wij. Wij hebben гbracht. vt vd dromen knippen reizen kijken Ik droomд. Ik knipт. Ik isд. Ik k. Wij droomдn. Wij knipтn. Wij isдn. Wij n. Wij hebben Wij hebben Wij hebben Wij hebben гdroomd. гknipt. г isd. г n. 2 Vul de kolommen aan. Maak eerst de tegenwoordige tijd (tt). Schrijf daarna de verleden tijd (vt) op. Tot slot schrijf je ook het voltooid deelwoord (vd). tt vt vd spelen pakken vinden pak Ik speel. Ik. Ik. Hij s lt. Hij pakt. Hij vindt. Wij sפ n. Wij pak n. Wij vinдn. pakт vind vond Ik speelde. Ik. Ik. Wij s lдn. Wij pakтn. Wij vonдn. Wij hebben Wij hebben Wij hebben гs ld. гpakt. гvonдn. 20 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 2 Uitgeverij Zwijsen BE 2014
3 Vul de voltooid deelwoorden in. гspaard г зn г gd гscהurd гmist гfеtst гmaakt гprœfd г isd гzonгn sparen - Ik heb veel geld. lezen - Wanneer heb jij dat boek? leggen - Sam heeft geld op de tafel. scheuren - Lars heeft zijn broek. missen - Ron heeft de bus. fietsen - We zijn snel naar huis. maken - Heb je je huiswerk? proeven - Heb je de spruiten? reizen - Oma heeft al heel veel. zingen - Jij hebt dat lied prachtig. Ik kan goed sparen! Uitgeverij Zwijsen BE 2014 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 2 21
Weetwoorden met ou 1 Omcirkel de zes woorden met ou. Ik bekijk de inhoud van een boek over het tropisch regenwoud. Deel 1 gaat over het kappen van bomen voor tropisch hardhout. Deel 2 gaat over de mogelijkheden de oerwouden te beschermen. We kunnen er niet op vertrouwen dat die vanzelf behouden blijven. 2 Welke woorden met ou passen bij deze tekeningen? Schrijf ze op. 22 3 Maak de woorden af met ou of au. Schrijf ze daarna helemaal op. In de inh d staan de titels van de hoofdstukken. Na afloop kregen de kinderen een groot appl s. Een r we wortel is lekker en gezond. De familieleden waren in de r w. Deze dieren wonen in het oerw d. Wil jij dit stukje touw even voor mij vasth Ik vertel het echt niet door. Je kunt me vertr Mijn mouw ou ou ldhou rвrkouдn kabouтr ou ou ou ou den? wen. ders vinden dat ik te veel aan de computer zit. 4 Bedenk twee zinnen. In iedere zin staat een woord van de week. (uitlegkaart W3) voorbeeldoplossing Dе ldhou r is erg б nd. In zij n mouw zit n gat. inhoud applaus rau rouw œrwoud vasthouдn вrtrou n ouдrs Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 2 Uitgeverij Zwijsen BE 2014
Regelwoorden: meervouden op -s en 1 Kleur de zes woorden die op s eindigen. Op het feestje van Corneel hebben we veel lekkers gegeten. Er waren allerlei hapjes zoals taco s en kleine pizza s. Er was fruitsla, gemaakt van appels, kiwi s en mango s. Heerlijk! De mama van Corneel heeft er foto s van gemaakt. Ik had beter wat minder chips en pinda s gegeten! Au, wat doet mijn buik pijn! 2 Welke woorden hebben een meervoud op s? Welke woorden een meervoud op s? Schrijf de meervouden in de juiste rij. ijsje - jongen - kassa - baby - foto - dictee - ski - televisie - paraplu - kamer meervoud op s: meervoud op : ij sјs jonгns dic s т visеs ka rs kassa s baby s foto s ski s paraplu s 3 Schrijf woorden bij de tekeningen. De woorden eindigen op s of. зls ar ns ama s ebra s e v l z Uitgeverij Zwijsen BE 2014 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 2 23
4 Maak de woorden af met s of. Schrijf ze daarna helemaal op. Bij het station stonden de taxi Heb je ook koekje meegebracht? Mijn mama heeft drie diploma. De acrobaten maakten salto In deze winkel kun je paraplu Dieven hebben het geld uit de kassa In de wei staan vier pony. De zanger Lama s s op een lange rij. hoog in de lucht. kopen. worden begeleid door gitaren. gestolen. spuwen als ze zich bedreigd voelen. Er zijn vier kleine cavia geboren. De goochelaar wordt gefilmd door vier camera. taxi s kœkјs diploma s salto s paraplu s kassa s pony s zanгrs lama s cavia s ca ra s 24 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 2 Uitgeverij Zwijsen BE 2014
Weetwoorden met au 1 Omcirkel de zes woorden met au. De astronaut klautert uit zijn maanautootje. Hij staat op de maan. Nu loopt hij over het maanoppervlak. Hij maakt grote sprongen. Hij houdt even pauze, want hij krijgt het benauwd in zijn maanpak. Gelukkig krijgt hij meteen extra zuurstof. Dat gaat automatisch. 2 Welke woorden met au passen bij deze tekeningen? Schrijf ze op. 3 Maak de woorden af met ou of au. Schrijf ze daarna helemaal op. Hij trok van verbazing zijn wenkbr Dit is zwaar werk. We moeten onze m wen omhoog. Hou jij van vis? Vanavond eten we kabelj w. Hoeveel dagen heeft de maand Als je op de knop drukt, gaat hij De naam van de beeldh Ik kl ter graag in bomen. Je moet je eten goed k astronaut klau n augur n dinosaurus ou gustus? wen opstropen. tomatisch verder. wer staat onderaan vermeld. wen. ou 4 Kies twee woorden van de week (uitlegkaart W4). voorbeeldoplossing Maak met elk woord een zin. De afbeelding kan je op weg zetten! Д juf t kt haar nkbrau n op. Д dinosaurus is erg sтrk. nkbrau n mou n kaбljauw augustus automatisch ldhou r klauтr kau n Uitgeverij Zwijsen BE 2014 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 2 25
Regelwoorden: woorden die beginnen met 1 Omcirkel de woorden die beginnen met. Op vakantie in Frankrijk ging ik s ochtends altijd tafeltennissen. s Middags ging ik meestal weg met mijn ouders. s Avonds speelde ik met mijn vriendinnen tot het donker was. En s nachts dan sliep ik heel lekker, moe van al dat spelen. 2 Welke woorden passen bij de tekeningen? Kies uit: s morgens, s middags en s avonds. 3 Vul in: s of. Schrijf daarna de woorden helemaal op. Mijn ouders kijken avond televisie. Bij deze opdracht moeten jullie amenwerken. De tuinstoelen staan winter in het tuinhuis. Ik word ochtend altijd gewekt door mijn zus. Volg jij nog steeds woensdag pianoles? S ommige dieren houden een winterslaap. We gaan jaarlijk middags avonds morгns s ss s s s s met vakantie. Mats heeft nacht soms last van slaapwandelen. avonds sa n r n winтrs ochтnds wœnsdags Sommiг jaarlij ks nachts 26 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 2 Uitgeverij Zwijsen BE 2014
4 Kies twee woorden van de week (uitlegkaart R2). Maak met elk woord een zin. De tekening kan je op weg zetten! Д ca ra s n д sport dstrij d op. Door т sporтn blij f ј nig. voorbeeldoplossing Uitgeverij Zwijsen BE 2014 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 2 27
28 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5 Uitgeverij Zwijsen BE 2014