Omgaan met verschillen



Vergelijkbare documenten
Omgaan met verschillen

Gebruik materialen Veilig leren lezen bij Veilig stap voor stap. Auteurs: Susan van der Linden en Rosemarie Irausquin. Ankers

Gebruik materialen Veilig leren lezen bij Veilig stap voor stap. Auteurs: Susan van der Linden en Rosemarie Irausquin. Ankers

Hulp aan risicolezers

lezen Hulp aan risicolezers

Toelichting registratiebladen bij Veilig leren lezen

Praktische zaken voor een goede start

veilig leren Veilig leren lezen Artikelen - Letterkennis, aanpak b/d-probleem lezen Auteur: Susan van der Linden Stap 1

De letters die zijn aangeboden hangen op het bord of aan de letterlijn.

Met plezier beter lezen :

veilig leren lezen Toelichting Leerkrachtassistent versie 2.0

Groep 7 en 8. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind groep 8

Alles over. Veilig stap voor stap. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Leerjaar 1 en 2 vmbo-b/k. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind leerjaar 2

Informatie Groep leerkrachten: Annette van de Vossenberg

veilig leren lezen Toelichting Leerkrachtassistent versie 4.0 Auteurs: Angela Schelfhout en Wilma Stegeman

Praktische zaken voor een goede start

Extra ster-tijd. Een intensieve aanpak maakt het verschil. Wat is extra ster-tijd? Voor wie is de extra ster-tijd bedoeld? Inhoud extra ster-tijd

Groep 4. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind groep 4

CBS Maranatha. Doel: Hoogklei 7, 9671 GC Winschoten Dyslexieprotocol 2013 aangepast sept.14

Toelichting Leerkrachtassistent versie 4.0

lezen Veilig leren lezen Artikelen - Ringboekje: een veelzijdig leermiddel veilig leren Stickers en stramienbladen Vier verschillende ringboekjes

Artikel - Ringboekje: een veelzijdig leermiddel

Toelichting Leerkrachtassistent versie 2.0

lezen Werken in een combinatiegroep 2/3

Veilig leren lezen 11

Toelichting Leerkrachtassistent

Veilig leren lezen Kern 1: ik - maan - roos vis

Tips voor betere maan-lezers kern 6

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

Voorwoord. Letters uitspreken zoals de leerkracht dat doet.

Inrichting lokaal Tips

werkwoordspelling brochure

Haal meer uit de leerlingsoftware bij Veilig leren lezen kim-versie

Interventieperiode november februari groep 1 tot en met 5. Mariët Förrer

Flitsend Spellen en Lezen 1

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers

Geoptimaliseerde software voor gemak en ondersteuning. Heutink ICT dag 16 januari 2014

Alles over. Timboektoe. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

lezen Caraïbisch gebied en Suriname

Kern 3: doos-poes-koek-ijs

Lesvoorbereiding Onderbouw (groep 1/2/3)

1. LEZEN Inleiding: doel en structuur Gebaren lezen

Het IGDI model. Het belang van goede instructie. Bij welke leerkrachten leren kinderen het beste? (Good 1989) Instructie en risicoleerlingen

Hulp aan risicolezers kern start

Flitsend Spellen en Lezen 1

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Leeshuis

Aanvankelijk en voortgezet technisch lezen. Werkconferentie 24 september 2014 Ebelien Nieman.

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model

Taaljournaal, tweede versie

Leerjaar 1 en 2 vmbo-g/t. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind leerjaar 2

Flitsend Spellen en Lezen 1

Fonemendictee deel 1 en deel 2

AANVANKELIJK TECHNISCH LEZEN Effectief aanvankelijk lezen in groep 3 Didactische aandachtspunten

Het systematisch volgen van leerlingen

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS DYSLEXIEMONITOR

Stappenplan De eerste keer aan de slag met Veilig leren lezen

Jaarprogramma. Algemeen

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

Effectief spellingonderwijs

L e e s p. Presentatie. Wat is Leesparade?

Huiswerkbeleid op OBS de Zeester. augustus 2014

Uitwerking Leerlijn ICT Ogtb Titus Brandsma

Informatieavond groep 3/4 september 2014

Informatie. vakgebieden. Groep 6

Alles over. ipockets. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Estafette

Opdracht 2: Data analyseren en interpreteren op groepsniveau (technisch lezen voor leerkrachten van groep 3 (Opdracht 2a) en groep 4 (Opdracht 2b))

Protocol leesproblemen en dyslexie

Checklist technisch lezen onderwijs en leesmethodes

lezen Inrichting lokaal

Enkele weken voor de eindtoets, maken de leerlingen de eindtoets van het voorgaande jaar in dezelfde setting als bij de officiële eindtoets.

September Nieuwsbrief Veilig leren lezen, kern 1. Dit leerde uw kind in kern 1. Letters: i-m-r-v-s-aa-p-e

Toelichting Leerkrachtassistent

Tips voor betere maan-lezers kern 7

Hoofdstuk 18 - Tips om voorleessoftware in te zetten in de klas

veilig leren lezen kim-versie Wat is er nieuw? Auteur: Wilma Stegeman

Tips spelend leren kern 3

VEILIG LEREN LEZEN. Adaptieve toets: Kern 1

HUISWERKBELEID Waarom geven wij op school huiswerk? Hoe kunnen wij er samen voor zorgen dat uw kind optimaal leert?

Groep 3 : Na een lekkere lange zomervakantie zijn we alweer een poos hard aan het werk. Hieronder vindt u de doelen waar wij in groep 3 aan werken.

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Goed Gelezen versie 2

Informatie. vakgebieden. Groep 4

Afspraken mbt protocol dyslexie Van Dijckschool Bilthoven. Inhoudsopgave:

Veilig & vlot: resultaat met enthousiasme

Tips voor betere maan-lezers kern 1

datum: 11 december 2013 aantal leerlingen: 22 tijd: 10:30-11:15 groep: 3

Is leren lezen moeilijk?

Praktische Informatie De Tweeklank Groep 3

lezen Ouderavond veilig leren maan roos vis Is leren lezen moeilijk? Voorbereiding Materialen Verloop van de activiteit

Marzano (2003) Scholen maken het verschil

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Lekker Lezen

Zwakke rekenaars betrekken bij klassikale instructie

Opbrengstgericht omgaan met verschillen. Bijeenkomst 4 Onderwijsbehoeften en differentiatievormen: differentiatie bij verwerking

Pilot Dyslexie Noordenveld (PDN) Scholingsbijeenkomst 2 januari 2018

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Differentiëren bij taal en lezen

LESBESCHRIJVING HOGESCHOOL ROTTERDAM PABO. Hoofdfase

Transcriptie:

Omgaan met verschillen Auteurs: Rosemarie Irausquin en Susan van der Linden Juist in het speciaal (basis)onderwijs spelen niveauverschillen een grote rol, ook binnen een jaargroep. Diverse oorzaken liggen hieraan ten grondslag. Naast verschillen in aanleg en leermogelijkheden kunnen ook didactische factoren van invloed zijn geweest. Het doel van dit artikel is om handreikingen te geven voor het omgaan met niveauverschillen in het leesonderwijs met Veilig stap voor stap. Dit betreft organisatorische aspecten van de lesfasen instructie, zelfstandig werk, vervolgwerk en verlengde instructie. Tevens wordt Voor het leesonderwijs zijn met name de volgende doelgroepen relevant als het gaat om het omgaan met verschillen: kinderen met een zwakke leesvaardigheid; kinderen met specifieke taalstoornissen, onder wie kinderen met zwakke auditieve vaardigheden; allochtone kinderen die het Nederlands als tweede taal leren, bij wie de woordenschat vaak te wensen overlaat; kinderen met aandachtsproblemen. Dit artikel is niet toegespitst op de specifieke problemen of beperkingen van kinderen die REC-scholen bezoeken (o.a. kinderen met visuele handicaps, communicatieve handicaps, verstandelijke en/of lichamelijke handicaps, psychiatrische stoornissen of gedragsstoornissen). De mate waarin Veilig stap voor stap inzetbaar is bij deze leerlingen en de keuze van geschikte differentiatiematerialen wordt het beste bepaald door de deskundigen van de scholen die onderwijs verzorgen aan deze kinderen. Organisatorische aspecten In Veilig stap voor stap worden de volgende lesdelen onderscheiden: instructie, zelfstandig werk, vervolgwerk en verlengde instructie. Deze lesdelen zijn opgenomen in een organisatiemodel voor het werken met één of twee instructiegroepen (zie ook het artikel Veilig stap voor stap: uitgave voor het speciaal (basis)onderwijs op www.veiligstapvoorstap.nl). aandacht besteed aan inhoudelijke differentiatie met behulp van materialen die bij de methode voorhanden zijn. 1 groep 2 groepen 1 1 3 Relevante doelgroepen 2 2 1 3 3 2 1: instructie, 2: zelfstandige verwerking, 3: vervolgwerk verlengde instructie en begeleide inoefening Instructie In het bovenstaande organisatiemodel wordt uitgegaan van één of hooguit twee instructiegroepen, waarbij elke groep instructie krijgt bij de leerstof van een andere kern van Veilig stap voor stap. Meer instructiegroepen heeft als consequentie dat de kost- 1

bare instructietijd van de leerkracht verdeeld moet worden over te veel niveaus. De effectiviteit van die korte instructie weegt niet op tegen een efficiënte aanpak van instructie in één of twee instructiegroepen waarin convergente differentiatie de verschillen tussen leerlingen opvangt. Echter, zelfs bij het werken met twee instructiegroepen moeten al concessies worden gedaan ten opzichte van het werken met één instructiegroep. Het is immers onmogelijk om in dezelfde tijd alle leerlingen dezelfde aandacht te geven als wanneer met één instructiegroep gewerkt zou worden. Een van die concessies zou kunnen zijn het ongewenst inkorten van de tijd voor verlengde instructie. Om te voorkomen dat de zwakke lezer tekort wordt gedaan, wordt aangeraden om bij het werken met twee instructiegroepen de lestijd van een leesles met een kwartier te verlengen. Als u prioriteit wilt geven aan het belangrijke vak van het leren lezen is dit noodzakelijk, ook al gaat het ten koste van andere vakken. Een andere mogelijkheid is om ervoor te zorgen dat er gedurende de leestijd in de groep twee leerkrachten, of een leerkracht en een goede onderwijsassistent, beschikbaar zijn. De inhoud van de instructie staat in het teken van het doel van de les. Deze basisinstructie wordt dan ook gegeven aan alle leerlingen binnen een instructiegroep. Tijdens deze instructie kan ingespeeld worden op verschillen tussen leerlingen, met name op verschillen in taalvaardigheid. Zo kunt u tijdens het voorlezen van teksten uit de werkboekjes of leesboekjes ingaan op de betekenis van moeilijke woorden. Ter bevordering van het verhaalbegrip kan het hardop redeneren tijdens het voorlezen van een verhaal helpen om de verhaallijn beter te begrijpen en vast te houden. Ook het vooraf bekijken van de verhaalplaten bij het ankerverhaal en het laten voorspellen van het verhaalverloop is een goede manier om de hoofdlijn van het verhaal te kunnen begrijpen. De Leerkrachtassistent Veilig stap voor stap is een handig hulpmiddel bij het geven van instructie. Bij diverse onderdelen van de instructie kan dit hulpmiddel worden ingezet, via aparte modules. Zo kan de instructie bij de werkbladen gevisualiseerd worden via de module Werkboekje, waarin elk werkblad is opgenomen. Met diverse schrijfkleuren kunnen opdrachten worden ingevuld en delen van het werkblad kunnen worden uitvergroot. Ook diverse oefenvormen die tijdens de instructie aan bod komen, kunnen met behulp van de Leerkrachtassistent Veilig stap voor stap worden gedaan. De auditieve en visuele ondersteuning werken verhelderend en helpen de aandacht te richten. Daarnaast is de Leerkrachtassistent Veilig stap voor stap het middel bij uitstek voor oefeningen die gericht zijn op de automatisering van de letterkennis en de woordherkenning, via de modules Letters flitsen en Woorden flitsen. Daarbij kan het flitstempo zelf bepaald worden. In de module Woorden flitsen worden woorden uit eerdere kernen van Veilig & vlot op tem- po geoefend. Zorg er altijd voor dat u voor alle leerlingen goed zichtbaar en hoorbaar bent. Bovendien moet u ook zelf op alle leerlingen goed zicht hebben, zodat u meteen kunt inspelen op signalen van aandachtsverlies of onbegrip. Het goed zicht hebben op geldt overigens niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk: u moet zicht hebben op de eigenschappen en vaardigheden van de leerlingen, opdat u hierop al tijdens de instructie kunt inspelen. Zelfstandig werk Zelfstandig werk heeft betrekking op hetgeen in de instructie aan de orde is geweest. Niet alle kinderen zullen in staat zijn om goed zelfstandig te werken. Hier spelen de verschillen tussen kinderen een grote rol. Voor sommige kinderen is aanvullende instructie absoluut noodzakelijk. Bij het zelfstandig werk wordt regelmatig met de volgende materialen gewerkt: werkboekje, leesboekje (in kern 7 t/m 12), Veilig & vlot (soms met zandloper), klikklakboekje, computerprogramma. Allereerst is het van belang om bij de instructie van het zelfstandig werk na te gaan of deze instructie door alle leerlingen goed begrepen is. Het gaat dan niet alleen om de wijze waarop de opdrachten uitgevoerd moeten worden, maar ook om duidelijkheid over welke taken de kinderen moeten doen. Bij dit laatste aspect is het planbord een goed hulpmiddel. Hierop wordt via pictogrammen aangegeven wat u wilt dat leerlingen doen, en wat ze zelf kiezen. 2

Bij de werkbladen in de werkboekjes is zo veel mogelijk rekening gehouden met (aandachts- en zelfsturings)verschillen tussen leerlingen door een rustige en herkenbare lay-out van werkbladen, een functioneel gebruik van steunkleur en consequent gebruik van pictogrammen voor visualisatie van de opdrachten. Als desondanks de werkwijze voor een aantal leerlingen niet duidelijk is, kan het helpen om de eerste één of twee opdrachten van een werkblad gezamenlijk (klassikaal) te maken. Hierbij kan de module Werkboekje van de Leerkrachtassistent Veilig stap voor stap handig ingezet worden. Bij een aantal taken mogen leerlingen in tweetallen werken, zoals bij Veilig & vlot en het klikklakboekje. Let op een goede samenstelling van de tweetallen en zorg ervoor dat de wijze van samenwerken vooraf duidelijk is. Laat kinderen bij een eerste keer even proefdraaien onder uw toezicht. Bij het computerprogramma kunt u zelf een geschikt aanvangsniveau invoeren. Verderop in dit artikel komt u hierover meer informatie tegen. Zorg voor een rustige werkomgeving en werkplek, met name bij kinderen met aandachtsproblemen. en vermogen kan werken zijn veelal genoemd als kaderopdracht en betreffen onder andere: het ringboekje maan, opdrachten met behulp van de stickertjes bij de ringboekjes, functionele schrijfopdrachten, opdrachten met de lettermuur, opdrachten met de zoekplaat van de instructiekalender en TipTop. Zorg dat de werkwijze bij deze materialen en activiteiten duidelijk is voor de kinderen. Het planbord en het registratieformulier kunnen bijdragen aan een goed verloop van de zelfstandige werkvormen binnen het vervolgwerk. Aandachtspunt In de regel werkt het kind met de materialen die horen bij de actuele kern. Van sommige materialen worden niet alle activiteiten, niet alle kaarten, gedaan omdat het kind dan qua tempo in de materialen achterblijft op het actuele aanbod. Soms is het echter gewenst dat een kind juist uit voorgaande kernen opdrachten maakt als herhaling. Dan is dat acceptabel en verklaarbaar. Het is niet de bedoeling dat het kind vanwege de omvang van het materiaalaanbod vertraging oploopt in de verwerking van de leerstof. Sla dus over wat voor dat kind op dat moment niet relevant is. Vervolgwerk De fase van het vervolgwerk is, evenals de fase van het zelfstandig werk, in principe leerkrachtvrij. De activiteiten van het vervolgwerk staan meestal los van het actuele lesdoel. Het doel van deze opsomming van mogelijkheden is om kinderen extra oefenstof te geven, oefenstof die uitdaagt tot toepassen, oefenstof die uitdaagt tot zelfstandig inoefenen. Er is aandacht voor leesbevordering via opdrachten in de boekenhoek, het spelenderwijs herhalen van de leerstof via de speelleesset, en extra oefening van de leerstof via de lettermuur, het ringboekje en TipTop. Daarnaast kunnen leerlingen soms aan de slag met extra oefenbladen uit Letterzetter en/of, waarbij als individueel differentiatiemiddel kan worden ingezet vanaf kern 9. Verderop in dit artikel wordt hier dieper op ingegaan. Regelmatig wordt een extra opdracht gegeven in de handleiding (kaderopdracht) voor kinderen die wat meer uitdaging aankunnen of als extra activiteit. Niet alle genoemde activiteiten moeten worden uitgevoerd. Houd bij de toewijzing van activiteiten aan leerlingen rekening met wat ze aankunnen en laat alleen die activiteiten uitvoeren die nodig zijn om de leerling zinvol te laten oefenen. De fase van het vervolgwerk biedt tevens volop mogelijkheden voor differentiatie. Activiteiten in het vervolgwerk waarbij het kind op basis van eigen inbreng Samenwerking Bij het vervolgwerk is samenwerking tussen leerlingen regelmatig aan de orde, met name bij de boekenhoek en de speelleesset. Ook met het ringboekje kan in tweetallen gewerkt worden. Wees hierop bedacht bij de samenstelling van de groepjes en observeer regelmatig hoe deze samenwerking verloopt. Houd bij het samenstellen van tweetallen of groepjes rekening met individuele verschillen tussen kinderen. Een kind dat met een bepaalde activiteit erg veel moeite heeft laten samenwerken met een kind dat al veel verder is, kan in bepaalde situaties voor beide kinderen nadelig werken, vooral wanneer kinderen nog niet echt goed hebben geleerd wat goed samenwerken betekent. Wanneer kinderen gewend zijn om samen te werken, elkaar te respecteren en hulp te geven als dat nodig is, heeft het ook voordelen om de wat zwakkere leerlingen bij de sterkere te plaatsen. Kinderen kunnen dan veel van elkaar leren. Belangrijk is wel dat zwakkere leerlingen de kans krijgen zelf een actieve bijdrage te leveren. Verlengde instructie Kinderen die onvoldoende profiteren van de basisinstructie krijgen extra aandacht tijdens de verlengde instructie. Deze kinderen worden ook wel aangeduid als degenen die de ster-aanpak krijgen, in tegenstelling tot de methodevolgers in de basisgroep, die de maan-aanpak krijgen. Tijdens de verlengde instructie 3

wordt in een subgroepje, of individueel als slechts één leerling hieraan behoefte heeft, de leerstof nog eens extra herhaald en begeleid (in)geoefend, soms ook met specifieke oefenstof. In de handleiding bij elke kern is in de verlengde instructie steeds aandacht voor letterkennis en het vlot lezen van woorden. Vanaf kern 7 komt daar ook het (vloeiend) lezen van tekst bij. Daarnaast worden aanwijzingen gegeven voor de begeleiding bij begrijpendleesopdrachten in het werkboekje. In de eerste twee kernen wordt ook aandacht besteed aan de begeleiding bij werkbladen die een beroep doen op auditieve vaardigheden. Het zal niet altijd mogelijk zijn om alle genoemde aspecten aan bod te laten komen. Vaak zal een selectie gemaakt moeten worden. Zorg dat u van tevoren goed zicht heeft op de problematiek van de leerlingen die verlengde instructie krijgen en maak keuzes die bij zo veel mogelijk leerlingen aansluiten. Behandel eerst de vaardigheden die voor de meerderheid van de leerlingen van belang zijn. De rest van de tijd kunt u doorgaan met een individuele leerling of een subgroepje dat specifieke begeleiding nodig heeft, bijvoorbeeld bij een werkblad betreffende het begrijpend lezen of auditieve vaardigheden. Bij de belangrijke onderdelen van Letterkennis en Woorden vlot lezen is de inzet van de Leerkrachtassistent Veilig stap voor stap zeer aan te raden. Het gaat hierbij om de modules Letters oefenen, Woorden oefenen en Woorden flitsen. In de module Letters oefenen wordt steeds een set van twaalf letters aangeboden. Veelal zijn dit de twaalf meest recent aangeleerde letters, of een specifieke set (bijvoorbeeld alle tweetekenklanken). De leerkracht heeft de mogelijkheid om deze set eventueel te wijzigen, afhankelijk van waarop gefocust moet worden. Na oefening in het benoemen van de letters kunnen de letters geflitst worden in een zelf te bepalen tempo. In de module Woorden oefenen wordt geoefend met een selectie van de woordrijtjes uit Veilig & vlot die ook tijdens het zelfstandig werk aan de orde zijn. Hierbij worden de woordrijtjes woord voor woord opgebouwd. De rijtjes kunnen daarna een aantal keren gelezen worden waarbij de leestijd via tijdsbalkjes geregistreerd kan worden, zodat te zien is of het rijtje bij een tweede lezing sneller gelezen is. In de module Woorden flitsen worden woorden geflitst uit woordrijtjes van eerdere kernen van Veilig & vlot. Hierbij kan het flitstempo zelf ingesteld worden. Regelmatig wordt in de verlengde instructie ook naar werkbladen verwezen voor het oefenen van letters of woordrijtjes. Ook daarbij kan de Leerkrachtassistent Veilig stap voor stap ingezet worden. Differentiatie met behulp van materialen Veilig stap voor stap maakt grotendeels gebruik van de materialen van Veilig leren lezen. Daaronder vallen ook het computerprogramma, Let- terzetter en. Deze kunnen als basismate- riaal en als differentiatiemateriaal worden ingezet. Dat gebeurt dan echter wel op een wijze die aansluit bij de specifieke behoeften van kinderen in het speciaal (basis)onderwijs, zoals hieronder is beschreven. Daarnaast biedt ook de fase van het vervolgwerk volop mogelijkheden voor differentiatie, aan de hand van andere materialen en opdrachten, zoals hierboven is beschreven bij het vervolgwerk. Opmerking vooraf met betrekking tot de pictogrammen ster en raket In Veilig stap voor stap krijgt de basisgroep instructie die op sommige gebieden intensiever is dan de instructie aan de basisgroep in Veilig leren lezen. Zo komen instructiemomenten voor auditieve vaardigheden, letterkennis en woordrijen lezen intensiever en vaker voor. Soms kan het voorkomen dat oefeningen met het pictogram ster verwerkt zijn in het basisaanbod van Veilig stap voor stap. Het niveau raket kenmerkt zich in Veilig leren lezen als een verrijkingsniveau. De moeilijkheidsgraad van raket in kern 1 tot en met 6 is gelijk met het basisaanbod van kern 7 en 8. Vandaar dat raketopdrachten van de eerste kernen als herhaling en extra materiaal gebruikt kunnen worden in de hogere kernen in Veilig stap voor stap. In de handleidingen van Veilig stap voor stap zijn deze extra mogelijkheden duidelijk genoemd. Hier wijkt de methode Veilig stap voor stap dus af van de oorspronkelijke betekenis van deze pictogrammen. Computerprogramma Veilig leren lezen De oefeningen van het computerprogramma zijn nauwkeurig afgestemd op de laatst behandelde leerstof. In elke kern van het computerprogramma wordt onderscheid gemaakt tussen een oefenblok en een toetsblok. Op basis van de resultaten van een leerling in het toetsblok past het programma automatisch het advies voor een passend niveau per vaardigheid aan voor de eerstvolgende kern. In alle gevallen kan de leerkracht zelf een niveau naar eigen inzicht aanpassen. Het gaat om de volgende niveaus: Maanniveau: dat is het gemiddelde niveau waarop een leerling in het reguliere onderwijs werkt. Dit niveau kan gekozen worden als de leerling het leesonderwijs in het tempo van Veilig stap voor stap zonder al te veel problemen doorloopt. 4

Sterniveau: dit niveau kan gekozen worden als het kind nog extra oefening nodig heeft van deelvaardigheden die nog onvoldoende worden beheerst, bijvoorbeeld als letterkennis of auditieve synthese nog hiaten vertonen. Raketniveau: dit niveau ligt hoger dan het gemiddelde basisschoolniveau. Waarschijnlijk zal er in het speciaal (basis)onderwijs niet vaak behoefte zijn om dit voor kinderen te activeren. Mocht de computer het advies geven dat dit kind kan werken op raketniveau, dan kan het zijn dat het kind in de huidige kern onder het gewenste niveau werkt. Is dat laatste niet het geval, dan kan het kind mogelijk toch de extra uitdaging van het raketniveau uitproberen. De leerproblemen of speciale leerbehoeften van kinderen in het speciaal (basis)onderwijs kunnen immers heel divers zijn. Juist als kinderen geen leerproblemen hebben maar vanwege andere redenen een verwijzing naar het speciaal (basis)onderwijs hebben, kan bovenstaande situatie voorkomen. Meer informatie over het computerprogramma is te vinden in de handleiding bij dit programma. Letterzetter Uit de map Letterzetter kunnen extra bladen worden ingezet als aanvulling op het al rijke aanbod van oefeningen in het werkboekje. Deze bladen zijn gekenmerkt met het pictogram ster of raket. De ster-bladen kunnen zelfstandig worden gemaakt of onder begeleiding van de leerkracht tijdens de verlengde instructie. De raket-bladen uit kern 1 tot en met 6 kunnen vanaf kern 7 voor de basisgroep worden ingezet als aanvullende herhalingsstof. In de handleidingen van Veilig stap voor stap wordt regelmatig verwezen naar bladen van de Letterzetter. Extra oefenstof Sommige kinderen hebben na kern 8 toch nog een behoorlijke achterstand in hun leesvaardigheid. Met name bij opdrachten op het gebied van tempolezen blijven ze ver achter. Voor deze kinderen zijn dan de oefenteksten in het werkboekje te moeilijk en zou een tekst op een lager leesniveau zinvoller zijn en beter aansluiten bij hun onderwijsbehoefte. De teksten van eerdere kernen uit zijn dan heel geschikt als alternatief. U kunt immers een tekst kiezen die past bij de leesproblemen van dat kind of bij het leesniveau van dat kind. vll_wrdzttr_lezen_kern07.qxd:vll_wrdzttr_lezen_kern07.qxd 09-07-2007 14:17 Pagina 5 woordzetter vlot en correct lezen 7.3 leesblad 1 Op een dag ziet King een fee. Waar houd je van? zegt de fee. Ik geef je wat je wilt. King weet het wel. Hij is dol op goud. Weet je wat ik wil, fee? Ik wil veel goud. Raak ik wat aan, dan moet het van goud zijn. Dat is wat ik wil. Ik raad het je af, zegt de fee. Maar goed, jij je zin. goud meid had zaad goed moed huid zuid bad houd lied rood bed hoed luid reed bid had laad rijd t e s g ee k uu oe f v aa s b p l t b u oo a k z o eu j Veilig leren lezen woordzetter kern 7 Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg biedt extra oefenstof voor het lezen van woorden en teksten en voor spelling. De inhoud is gekoppeld aan de kernen 7 tot en met 12 van Veilig leren lezen. -bladen kunnen in Veilig stap voor stap vanaf kern 7 worden ingezet als extra oefenstof voor zwakke lezers (lezen van teksten) en spellers, maar ook (vanaf kern 9) als extra opdrachten voor vervolgwerk. Voor zwakke spellers kunnen de spellingbladen van goed ingezet worden, door een spelling- blad te kiezen dat past bij de spellingproblematiek van het betreffende kind (bijvoorbeeld ie-ei- of b-d- verwisseling) of bij het spellingniveau van dat kind. De inzet van deze bladen mag ook los gezien worden van de actuele kern. 5

vll_wrdzttr_spelling_kern07.qxd:vll_wrdzttr_spelling_kern07.qxd 09-07-2007 14:58 Pagina 5 woordzetter correct spellen 7.5 doos boek doek boef bak duim dak bal d Extra vervolgwerk Indien als extra vervolgwerk wordt inge- zet, kan de leerkracht zelf bepalen welke bladen voor welke leerlingen geschikt zijn. De keuze van het oefenblad is dan niet gekoppeld aan de actuele kern, maar gericht op wat voor het kind relevant is. Dit kan dus in kern 9 heel goed een oefenblad zijn uit kern 7. Via het inhoudsoverzicht op het tabblad bij elke kern kunt u eenvoudig geschikte oefeningen vinden. Vul in: b of d es eeg uil oof uk eel uif ui uis Veilig leren lezen woordzetter kern 7 Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg oog eur oom In het artikel Gebruik materialen Veilig leren lezen bij Veilig stap voor stap op www.veiligstapvoorstap.nl vindt u meer informatie over de wijze waarop materialen van Veilig leren lezen ingezet kunnen worden bij Veilig stap voor stap. Belangrijke extra informatie In de handleidingen bij de kernen van Veilig stap voor stap worden regelmatig tips gegeven voor het omgaan met verschillen tussen leerlingen op specifieke probleemgebieden. Ook de drie artikelen over Praktische zaken voor een goede start op www.veiligstapvoor- stap.nl (Praktische zaken voor een goede start, Praktische zaken voor een goede start in kern 7, Praktische zaken voor een goede start in kern 9) zijn relevant voor een goede voorbereiding met betrekking tot dit aspect. Een goede start is immers het halve werk! 6