Spelling in beeld groep 6 woordpakketten per week



Vergelijkbare documenten
Woordpakket groep 6 - blok 1. O1: onthoudwoorden met ei

Medio groep 6 vervolg 1

instapkaarten spelling

spelling groep 6 weetwoorden inlichting inrichting lichtknopje Maastricht nagerecht onrecht onverwacht overzicht rechterhand

Spelling in beeld groep 5 woordpakketten per week

Spelling in Beeld R 3. woorden op ~t en ~d. het paard de staart het land de krant het sportveld de goudvis

Spelling in beeld groep 4 woordpakketten per week

instapkaarten taal verkennen

Spelling in beeld groep 7 - woordpakketten per week

instapkaarten spelling

Lees U laat uw kind de eerste set woorden van de week voorlezen. Deze woorden staan rechtsboven op iedere uitlegkaart.

Woordpakket 11 Groep 6 Onthoud woorden

de kastdeuren de nachttrein geheimzinnig

Categorie 9a Woorden met ng Thema 1 en 2 groep 6. Ik hoor n. Ik schrijf ng. tong. Taal actief Groep 6 Categoriekaarten Malmberg s-hertogenbosch

schrijf je meestal ch, behalve bij ik lig, ik leg en ik zeg. Dan schrijf je ij. Dan schrijf je ij.

Woordpakket 11 Groep 6. Regel: ei / ij au / ou

instapkaarten spelling

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.

Inleiding 7. Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9

woorden met eer (heer) De /r/ is een plaagletter bij /eer/. volgwoord woorden met oor (oor) De /r/ is een plaagletter bij /oor/.

Groep 6. Blok 1. Signaaldictee: - woorden met ng - woorden met cht - woorden met ei - woorden met ij

blok 5 les 1 R1: Woorden van de week het huisje het treintje het stoeltje het paardje het kastje het vriendje

Basis. letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer getal

zelfstandig naamwoord

Thema 2. Rennen voor geld

Werkwoorden: hele werkwoord, ik-vorm, jij-vorm en hij/zij-vorm. werkwoorden

Zie zo Spelling blok 2 Dictee

WOORDPAKKET 6.2 i in een tweeklank hoofdletter

Extra oefeningen voor werkwoordspelling

16. En nu vakantie! Vakantie. Waar ga jij het liefst naar toe op vakantie? Schrijf dat op. Wat doe jij het liefste in de vakantie? Schrijf dat ook op.

Woorden die eindigen op ig en lijk

Woordpakket 21 Groep 6

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Thema 3 Vervoer. Inhoudsopgave

schrijf je meestal ch, behalve bij hij ligt, hij legt en hij zegt dan schrijf je ij dan schrijf je ij

Hoe spel ik een werkwoord?

kettinkje Ik hoor ju. ik schrijf je. Categorie 43d Verkleinwoorden op nkje Thema 5 groep 6

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

Afspraak 31 weetwoord. Afspraak 30 regelwoord. liniaal, actueel. thermometer. Afspraak 32a weetwoord. Afspraak 32b weetwoord. team.

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin.

bank luisterwoord bankstellen donkerrood drinkwater dronken inktvis jonkvrouw loopplank ondankbaar plankjes sprinkhanen vinkjes trein weetwoord

Wat is een zelfstandig naamwoord?

2 leerde ze op school. 3 haar met haar. 4 leest boeken uit de. van de stad en gaat graag. 5 zich bij opa en oma. in de, dat is in. 6 Met hun dan over

Wat doen we in groep 6

WOORDPAKKET 5.1. Ik schrijf de vrije klinker a/e/o/u in een open lettergreep, verenkeling: woorden net als apen zweven over muren.

schrijf je meestal ch, behalve bij hij ligt, hij legt en hij zegt. Hoor je /ie/ aan het eind van een klankgroep, dan schrijf je i. Dan schrijf je ij.

Opdracht 1 Vul de juiste vorm van het werkwoord in tegenwoordige tijd / 20. (slapen) De man.. lang uit in het weekend. Ik mijn verjaardag vandaag.

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen?

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

apen gratis rekening beloning helaas ruzie boten koning scholen daken leraar zaterdag enorm noten zowel

Auditieve oefeningen bij het thema:

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Voor jou. Verhalen van mantelzorgers. Anne-Rose Hermer

haas poes beer slak wesp staart worst struik schaap geit slang Korte klank lange klank Zeg het woord hardop. Schrijf wat je hoort.

Les 3 Integratie Leestekst: Een contact-advertentie. Introductiefase

Theatergroep Locals. Lesbrief

Leerstofaanbod groep 4

Leerlijn Spreken & luisteren groep 5

Leerdoelen groep 7. Pluspunt rekenen

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

Dyslexiebehandeling. Informatiepakket leerkracht:

Lees de volgende teksten over Suriname. Zoek daarna een antwoord op de vragen. Munteenheid. De munteenheid is. Surinaamse dollar (SRD)

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Spelling. A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema:

Tipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8

Taal/spelling Themaweek 7 is gaat volgende week van start. Voor groep 6 heet het thema boeken en voor groep 7 heet het thema Verzamelingen.

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Kies uit: schiet op jarig ziekenhuis sport laat. 1 Morgen is mijn dochter. Ze wordt zes jaar. 3 Ik op maandag, woensdag en vrijdag.

Kun je dit nog? Spelling. Kaartjes met schrijfaanwijzingen. Kaartje bij woordpakket 1. Voorbeeld

ij / ei/ sch 9 De geit is grijs Kijk en schrijf de... A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X IJ Z

Woordpakket groep 7 - blok 1 - spellingtermen O1: onthoudwoorden met ij

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1

Blok 3 reizen groep 7

Thema 4. Straatmuzikanten

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

L E S B R I E F Onderweg, reisverhalen van Tommy Wieringa

1 Schrijf het woord op.

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling

Onthoudschrift spelling groep 8:

instapkaarten taal verkennen

Spelling Taaljournaal groep 6. Week 1 Categorie 21, 22, 24: marmot-,kuiken-, ezel- en kikkerwoorden Net- als-woorden: marmot, kuiken, ezel, kikker

Gele spikkels. Maar altijd weer gebeurt er iets en vergeten ze alles wat ze hebben beloofd. Daarom wil ik weten of hier, bij me-

Wat doen we in groep 6. Korte beschrijving van de lesstof in groep 6.

je schrijft het woord zoals je het hoort je schrijft het woord zoals je het hoort je schrijft het woord zoals je het hoort

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.

Categorie 9a Woorden met ng Thema 1 groep 8. Ik hoor n. Ik schrijf ng. tong. Taal actief Groep 8 Categoriekaarten Malmberg s-hertogenbosch

Maandbrief groep 7/8 april / mei 2016

In het volgende verhaal maak je kennis met een vreemd volk. Luister goed. Z I E N W I J E R G E V A A R L I J K U I T?

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Taal We kunnen nu al echte verhalen schrijven. Daar zien we dan ook echte leuke verhalen van de kinderen.

Lesdoelen De kinderen leren dat er woorden zijn die de (soort)naam voor mensen en dieren aanduiden en maken kennis met de term zelfstandig naamwoord.

blok 1 les 1 R11: Woorden van de week betalen vergeten vertellen gelukkig bezorgen begrijpen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Spelling in beeld groep 8 - woordpakketten per week

Transcriptie:

Spelling in beeld groep 6 woordpakketten per week In de handleiding van Spelling in beeld vindt u geen verwijzing naar het werken met wekelijkse woordpakketten. Omdat veel scholen toch graag met woordpakketten werken, hebben we in dit weblog per week de belangrijkste woorden bij elkaar gezet. Dat is in groep 6 steeds een selectie van de belangrijkste klank- regel- of werkwoorden, aangevuld met de twaalf onthoudwoorden die in die week worden aangeboden. Van de klank-, regel- en werkwoordlessen worden in beginsel acht woorden geselecteerd, van de lessen onthoudwoorden worden alle twaalf woorden van de week opgenomen. In de derde week is er één instructieles, les 7 van het blok. Bij die les zijn steeds twintig woorden geselecteerd. In Spelling in beeld zijn er steeds drie spellinglessen in de week. De derde les is een herhalingsles waarin woorden uit eerdere blokken aan de orde komen. Van de herhalingslessen worden geen woorden geselecteerd, omdat het daarbij niet om nieuwe woorden gaat. Zo komen we wekelijks op een woordpakket van twintig woorden.

Woordpakket groep 6 - blok 1 - week 1 les 1 les 2 spellingtermen geen woorden O1: onthoudwoorden met ei de kapitein de keizer de lakei de fontein de pleister de opleiding het afscheid het karwei het gewei de pastei allerlei beide eerder geleerd (om eventueel aan te vullen tot twintig woorden): het eiland het geheim weinig allebei het meisje de aardbei het paleis eigen les 3 herhalingsles K: klankwoorden groep 4 en 5

Woordpakket groep 6 - blok 1 - week 2 les 4 R5-b, R5-c, R6: regelwoorden met open en gesloten lettergrepen de kanarie de beweging de tomaten de opening de vriendinnen de oplossing de pastasaus de zeehond les 5 O1: onthoudwoorden met ij de spijker het (rij)bewijs de woestijn de batterij de wasknijper de wedstrijd de dijk het ijzer tegelijk twijfelen voorbij altijd les 6 herhalingsles O: onthoudwoorden groep 4 en 5

Woordpakket groep 6 - blok 1 - week 3 les 7 R5-a, R5-b, R5-c: woorden met open en gesloten lettergrepen de groente het winterweer behandelen de bedoeling de verhuizing ontsnappen het appeltje de vlaggetjes schommelen de vergissing snuffelen stempelen de eieren de verhalen de uitdaging besturen de avonturen de magneten schakelen helemaal les 8 herhalingsles blok 1 les 9 herhalingsles O: onthoudwoorden groep 4 en 5 week 4: controledictee, herhalingstaken, plustaken:

Woordpakket groep 6 - blok 2 - week 5 les 1 W1-a: hele werkwoord, persoonsvormen lopen - ik loop lopen - hij loopt lopen - wij lopen leren - ik leer leren - hij leert leren - wij leren wandelen - ik wandel wandelen - wij wandelen les 2 O2: onthoudwoorden met ou de ouders de touwladder de bouwvakker de schouwburg de trouwdag vertrouwen het oerwoud in de rouw de juffrouw de kabouter het enkelvoud de inhoud les 3 herhalingsles R4, O6-a

Woordpakket groep 6 - blok 2 - week 6 les 4 W1-b: persoonsvormen: ik-vorm lopen - ik loop zingen - ik zing voelen - ik voel noemen - ik noem zoeken - ik zoek smeren - ik smeer missen - ik mis slapen - ik slaap les 5 O7: onthoudwoorden met /ie/ = i de limonade het klimaat de piramide de olifant het diploma de visite de kritiek het pistool de lawine de kampioen de viool het riool les 6 herhalingsles K3

Woordpakket groep 6 - blok 2 - week 7 les 7 W1-c: persoonsvormen: hij-vorm lopen - hij loopt slapen - hij slaapt noemen - hij noemt wandelen - hij wandelt zoeken - hij zoekt wonen - zij woont voelen - zij voelt horen - zij hoort winnen - jij wint kleuren - jij kleurt beginnen - jij begint rennen - de juf rent drinken - mijn broertje drinkt spelen - Jos speelt maken - Elza maakt pakken - de man pakt schijnen - de zon schijnt blaffen - de hond blaft zwemmen - de eend zwemt waaien - het waait les 8 herhalingsles blok 2 les 9 herhalingsles: woorden met meer lettergrepen week 8: controledictee, herhalingstaken, plustaken:

Woordpakket groep 6 - blok 3 - week 9 les 1 R1: regelwoorden op ~d en ~t de hond de naald de ochtend het beeldscherm de hoofdstad de staart de schatkist het gedichtje les 2 O8-b: onthoudwoorden met /k/ = c de cavia controleren de camping de caravan de clown carnaval de acrobaat de pincode de disco de cocon het risico plastic les 3 herhalingsles K10-a

Woordpakket groep 6 - blok 3 - week 10 les 4 R2: verkleinwoorden het feestje het stadje het kettinkje het autootje het brilletje de spulletjes het raampje het kauwgompje les 5 O8-b: onthoudwoorden met /kt/ = ct acteren de acteur de directeur de actie de reactie actief direct het insect het product het respect het viaduct het contract les 6 herhalingsles W1-a, W1-b, W1-c

Woordpakket groep 6 - blok 3 - week 11 les 7 R3: samenstellingen de speurtocht de zwembroek de stofzuiger de boottocht de loopplank de handdoek het herfstweer de lichtstraal de kerstvakantie de kastdeur het uitzicht de aardbeving de zandbank het tijdschrift het kladblok de handtekening de schildpad achttien doorzetten uittrekken les 8 herhalingsles blok 3 les 9 herhalingsles: woorden met meer lettergrepen geen woorden week 12: controledictee, herhalingstaken, plustaken:

Woordpakket groep 6 - blok 4 - week 13 les 1 W2-a: persoonsvormen van werkwoorden op ~gen en ~chen vragen - hij vraagt zeggen - hij zegt liggen - de hond ligt leggen - hij legt wegen - jij weegt krijgen - hij krijgt zorgen - hij zorgt lachen - hij lacht juichen - zij juicht kuchen - de man kucht les 2 O5: onthoudwoorden met ch en cht de echo het jochie het lichaam de goochelaar rechtdoor de lichtjes het uitzicht het gerecht het gevecht een aanrecht les 3 herhalingsles K5

Woordpakket groep 6 - blok 4 - week 14 les 4 W2-b: persoonsvormen van werkwoorden op ~ven en ~zen leven - ik leef - hij leeft schrijven - ik schrijf - hij schrijft durven - ik durf - hij durft proeven - ik proef - hij proeft reizen - ik reis - hij reist lezen - ik lees - jij leest kiezen - ik kies - de juf kiest razen - ik raas - de wind raast les 5 O8-a: onthoudwoorden met /s/ = c het cement (de) centrale het citroensap de oceaan de lucifer het succes de eurocent het concert een pincet de provincie gefeliciteerd! het procent les 6 herhalingsles W1, W2

Woordpakket groep 6 - blok 4 - week 15 les 7 W3-a: persoonsvormen van werkwoorden op ~ten eten - ik eet - hij eet moeten - ik moet - hij moet schieten - ik schiet - hij schiet meten - ik meet - hij meet praten - ik praat - hij praat laten - ik laat - jij laat sluiten - ik sluit - hij sluit starten - ik start - hij start loten - ik loot - hij loot stoten - ik stoot - hij stoot zetten - ik zet - hij zet spatten - ik spat - jij spat wachten - ik wacht - hij wacht richten - ik richt - hij richt zuchten - ik zucht - hij zucht rusten - ik rust - hij rust hoesten - ik hoest - jij hoest kosten - het kost roesten - de fiets roest misten - het mist les 8 herhalingsles blok 4 les 9 herhalingsles: woorden met meer lettergrepen week 16: controledictee, herhalingstaken, plustaken:

Woordpakket groep 6 - blok 5 - week 17 les 1 K10-b: klankwoorden met vaste stukjes achteraan: ~ing, ~sel, ~te en ~heid verrassing de vergissing de hoogte de grootte de breedte het zaagsel de zekerheid de veiligheid les 2 O6-b: onthoudwoorden: struikelblokken 2 de banaan de fabriek de kabeljauw het kanaal het kanon de lawine het papier de planeet het talent de ballon het rapport het pakket les 3 herhalingsles O5

Woordpakket groep 6 - blok 5 - week 18 les 4 R4: meervouden op s de pagina s de foto s de taxi s de paraplu s de baby s de meisjes de dictees de televisies les 5 O1: onthoudwoorden met ei en ij het afscheid de opleiding de fontein de pastei allerlei de kapitein de spijker de wedstrijd de wasknijper de woestijn het (rij) bewijs de batterij NB: Dit zijn, maar dit is een selectie van de woorden van de week die eerder in blok 1 zijn aangeboden. In les 5 van blok 5 worden de woorden van uitlegkaart O1 nogmaals aangeboden. les 6 herhalingsles W2, W3-a

Woordpakket groep 6 - blok 5 - week 19 les 7 R7: regels voor hoofdletters en leestekens Malika Roy Alberg Thijs van der Velde Michelle de Vries mevrouw Gentenaar oom Mark onze hond Boef het boek Minoes Kruimeltje, de film de Boslaan de Herenweg Utrecht de provincie Friesland de rivier de Maas Parijs Zwitserland de Alpen Marokko het werelddeel Afrika Madrid, de hoofdstad van Spanje les 8 herhalingsles blok 5 les 9 herhalingsles: woorden met meer lettergrepen week 20: controledictee, herhalingstaken, plustaken:

Woordpakket groep 6 - blok 6 - week 21 les 1 W3-b: persoonsvormen van werkwoorden op ~den worden - ik word - hij wordt vinden - ik vind - hij vindt antwoorden - ik antwoord - hij antwoordt hij loopt - dus: hij wordt, hij vindt, hij antwoordt jij loopt - dus: jij wordt, jij vindt, jij antwoordt loop je? - dus: word je?, vind je? antwoord je? les 2 O3: onthoudwoorden met f~, gevolgd door een klinker de fabel de fontein de fazant het feit februari feliciteren het formaat de formule het formulier het fornuis een filter het fossiel les 3 herhalingsles R3

Woordpakket groep 6 - blok 6 - week 22 les 4 W3-c: persoonsvormen van werkwoorden met een ik-vorm op ~a, ~ij en ~ou gaan - ik ga - hij gaat rijden - ik rij of: ik rijd - hij rijdt houden - ik hou of: ik houd - hij houdt hij loopt - dus: hij houdt, hij rijdt, hij snijdt jij loopt - dus: jij houdt, jij rijdt, jij snijdt loop je? - dus: hou je? of: houd je?; rij je? of: rijd je?; snij je? of: snijd je? les 5 O4: onthoudwoorden met s~, gevolgd door een klinker de seconde de saxofoon de salamander de sauna de serie (de) solo de sinaasappel de situatie het seizoen de soldaat samenwerken serieus les 6 herhalingsles W2, W3

Woordpakket groep 6 - blok 6 - week 23 les 7 W1-d: hele werkwoord, persoonsvormen krijgen - 1. ik krijg durven - 1. ik durf blazen - 1. blaas je? vinden - 1. ik vind worden - 1. word je? slapen - 2. zij slaapt passen - 2. de broek past zorgen - 2. jij zorgt vragen - 2. mama vraagt lachen - 2. lacht hij? geven - 2. Tommy geeft durven - 2. jij durft! lezen - 2. mijn vader leest eten - 2. de hond eet schudden - 2. de man schudt antwoorden - 2. niemand antwoordt vermoeden - 2. jij vermoedt stoppen - 3. wij stoppen vertrekken - 3. vertrekken jullie? klappen - 3. de toeschouwers klappen les 8 herhalingsles blok 6 les 9 herhalingsles: woorden met meer lettergrepen week 24: controledictee, herhalingstaken, plustaken:

Woordpakket groep 6 - blok 7 - week 25 les 1 R9: regelwoorden met s s morgens s ochtends s avonds s winters s maandags de diploma s de tosti s de radio s les 2 O2: onthoudwoorden met au de autoweg de flauwekul nauwelijks miauwen pauzeren het restaurant de astronaut de kabeljauw de dinosaurus lichtblauw grauwe les 3 herhalingsles O7

Woordpakket groep 6 - blok 7 - week 26 les 4 K10-c: klankwoorden op ~atie, ~itie, ~tie de prestatie de sensatie de politie de positie de vakantie attentie! de reactie de selectie les 5 O8-a, O8-b: onthoudwoorden met /s/ = c, /k/ = c en /kt/ = ct de provincie een pincet de oceaan het cement het insect direct actief het product het risico de acrobaat de cocon plastic NB: Dit zijn, maar dit is een selectie van de woorden van de week die eerder in blok 3 en 4 zijn aangeboden. In les 5 van blok 7 worden de woorden van uitlegkaart O8-a en O8-b nogmaals aangeboden. les 6 herhalingsles W1-d, W2, W3

Woordpakket groep 6 - blok 7 - week 27 les 7 K6: klankwoorden met vaste stukjes vooraan: on~, ont~, ge~, be~, ver~ en her~ onnodig onvriendelijk onbelangrijk ontbijten ontmoeten de ontploffing de ontdekking geweldig geduldig het gewicht bestellen bereikbaar de bekeuring vertellen verstoppertje het verschil de verlegenheid herhalen herkennen zich herinneren les 8 herhalingsles blok 7 les 9 herhalingsles: woorden met meer lettergrepen week 28: controledictee, herhalingstaken, plustaken:

Woordpakket groep 6 - blok 8 - week 29 les 1 R8: bijvoeglijke naamwoorden de jarige job de centrale verwarming de lieve hond de doffe knallen de dikke boeken de lekkere taart het open raam een bescheiden mens les 2 O5: onthoudwoorden met /zj/= g de garage de bagage de rage de massage de lekkage de etalage de manege de asperge het horloge de giraf het genie logeren les 3 herhalingsles K: klankwoorden groep 6

Woordpakket groep 6 - blok 8 - week 30 les 4 W1-e: persoonsvormen tegenwoordige tijd (overzicht) geven - ik geef - hij geeft dragen - ik draag - hij draagt reizen - ik reis - hij reist hij loopt - dus: hij vindt, hij schudt, hij meldt jij loopt - dus: jij vindt, jij schudt, jij meldt loop je? - dus: vind je?, schud je? meld je? les 5 O6: onthoudwoorden: struikelblokken krab (van krabben): b krap (van te klein): p de verrassing (twee r s, twee s en) stiekem (eindigt op ~em) hartstikke (met een t) hopelijk (zonder n) interview (zonder u) de grootte van het terrein (groot + te) de breedte van het terrein (breed + te) het grootst (groot + st) het koudst (koud + st) het hardst (hard + st) les 6 herhalingsles O: onthoudwoorden groep 6

Woordpakket groep 6 - blok 8 - week 31 les 7 R5: regelwoorden met meer lettergrepen maandelijks verkeerde het sleuteltje verdwijnen bevriezen de rekening het vlaggetje andere het appeltje opscheppen verwisselen vriendinnen de boodschappen de komkommer ontploffen dubbele schakelen verbeteren vergroten de figuren les 8 herhalingsles blok 8 les 9 herhalingsles R: regelwoorden groep 6 week 32: controledictee, herhalingstaken, plustaken: