Spelling in beeld groep 6 woordpakketten per week In de handleiding van Spelling in beeld vindt u geen verwijzing naar het werken met wekelijkse woordpakketten. Omdat veel scholen toch graag met woordpakketten werken, hebben we in dit weblog per week de belangrijkste woorden bij elkaar gezet. Dat is in groep 6 steeds een selectie van de belangrijkste klank- regel- of werkwoorden, aangevuld met de twaalf onthoudwoorden die in die week worden aangeboden. Van de klank-, regel- en werkwoordlessen worden in beginsel acht woorden geselecteerd, van de lessen onthoudwoorden worden alle twaalf woorden van de week opgenomen. In de derde week is er één instructieles, les 7 van het blok. Bij die les zijn steeds twintig woorden geselecteerd. In Spelling in beeld zijn er steeds drie spellinglessen in de week. De derde les is een herhalingsles waarin woorden uit eerdere blokken aan de orde komen. Van de herhalingslessen worden geen woorden geselecteerd, omdat het daarbij niet om nieuwe woorden gaat. Zo komen we wekelijks op een woordpakket van twintig woorden.
Woordpakket groep 6 - blok 1 - week 1 les 1 les 2 spellingtermen geen woorden O1: onthoudwoorden met ei de kapitein de keizer de lakei de fontein de pleister de opleiding het afscheid het karwei het gewei de pastei allerlei beide eerder geleerd (om eventueel aan te vullen tot twintig woorden): het eiland het geheim weinig allebei het meisje de aardbei het paleis eigen les 3 herhalingsles K: klankwoorden groep 4 en 5
Woordpakket groep 6 - blok 1 - week 2 les 4 R5-b, R5-c, R6: regelwoorden met open en gesloten lettergrepen de kanarie de beweging de tomaten de opening de vriendinnen de oplossing de pastasaus de zeehond les 5 O1: onthoudwoorden met ij de spijker het (rij)bewijs de woestijn de batterij de wasknijper de wedstrijd de dijk het ijzer tegelijk twijfelen voorbij altijd les 6 herhalingsles O: onthoudwoorden groep 4 en 5
Woordpakket groep 6 - blok 1 - week 3 les 7 R5-a, R5-b, R5-c: woorden met open en gesloten lettergrepen de groente het winterweer behandelen de bedoeling de verhuizing ontsnappen het appeltje de vlaggetjes schommelen de vergissing snuffelen stempelen de eieren de verhalen de uitdaging besturen de avonturen de magneten schakelen helemaal les 8 herhalingsles blok 1 les 9 herhalingsles O: onthoudwoorden groep 4 en 5 week 4: controledictee, herhalingstaken, plustaken:
Woordpakket groep 6 - blok 2 - week 5 les 1 W1-a: hele werkwoord, persoonsvormen lopen - ik loop lopen - hij loopt lopen - wij lopen leren - ik leer leren - hij leert leren - wij leren wandelen - ik wandel wandelen - wij wandelen les 2 O2: onthoudwoorden met ou de ouders de touwladder de bouwvakker de schouwburg de trouwdag vertrouwen het oerwoud in de rouw de juffrouw de kabouter het enkelvoud de inhoud les 3 herhalingsles R4, O6-a
Woordpakket groep 6 - blok 2 - week 6 les 4 W1-b: persoonsvormen: ik-vorm lopen - ik loop zingen - ik zing voelen - ik voel noemen - ik noem zoeken - ik zoek smeren - ik smeer missen - ik mis slapen - ik slaap les 5 O7: onthoudwoorden met /ie/ = i de limonade het klimaat de piramide de olifant het diploma de visite de kritiek het pistool de lawine de kampioen de viool het riool les 6 herhalingsles K3
Woordpakket groep 6 - blok 2 - week 7 les 7 W1-c: persoonsvormen: hij-vorm lopen - hij loopt slapen - hij slaapt noemen - hij noemt wandelen - hij wandelt zoeken - hij zoekt wonen - zij woont voelen - zij voelt horen - zij hoort winnen - jij wint kleuren - jij kleurt beginnen - jij begint rennen - de juf rent drinken - mijn broertje drinkt spelen - Jos speelt maken - Elza maakt pakken - de man pakt schijnen - de zon schijnt blaffen - de hond blaft zwemmen - de eend zwemt waaien - het waait les 8 herhalingsles blok 2 les 9 herhalingsles: woorden met meer lettergrepen week 8: controledictee, herhalingstaken, plustaken:
Woordpakket groep 6 - blok 3 - week 9 les 1 R1: regelwoorden op ~d en ~t de hond de naald de ochtend het beeldscherm de hoofdstad de staart de schatkist het gedichtje les 2 O8-b: onthoudwoorden met /k/ = c de cavia controleren de camping de caravan de clown carnaval de acrobaat de pincode de disco de cocon het risico plastic les 3 herhalingsles K10-a
Woordpakket groep 6 - blok 3 - week 10 les 4 R2: verkleinwoorden het feestje het stadje het kettinkje het autootje het brilletje de spulletjes het raampje het kauwgompje les 5 O8-b: onthoudwoorden met /kt/ = ct acteren de acteur de directeur de actie de reactie actief direct het insect het product het respect het viaduct het contract les 6 herhalingsles W1-a, W1-b, W1-c
Woordpakket groep 6 - blok 3 - week 11 les 7 R3: samenstellingen de speurtocht de zwembroek de stofzuiger de boottocht de loopplank de handdoek het herfstweer de lichtstraal de kerstvakantie de kastdeur het uitzicht de aardbeving de zandbank het tijdschrift het kladblok de handtekening de schildpad achttien doorzetten uittrekken les 8 herhalingsles blok 3 les 9 herhalingsles: woorden met meer lettergrepen geen woorden week 12: controledictee, herhalingstaken, plustaken:
Woordpakket groep 6 - blok 4 - week 13 les 1 W2-a: persoonsvormen van werkwoorden op ~gen en ~chen vragen - hij vraagt zeggen - hij zegt liggen - de hond ligt leggen - hij legt wegen - jij weegt krijgen - hij krijgt zorgen - hij zorgt lachen - hij lacht juichen - zij juicht kuchen - de man kucht les 2 O5: onthoudwoorden met ch en cht de echo het jochie het lichaam de goochelaar rechtdoor de lichtjes het uitzicht het gerecht het gevecht een aanrecht les 3 herhalingsles K5
Woordpakket groep 6 - blok 4 - week 14 les 4 W2-b: persoonsvormen van werkwoorden op ~ven en ~zen leven - ik leef - hij leeft schrijven - ik schrijf - hij schrijft durven - ik durf - hij durft proeven - ik proef - hij proeft reizen - ik reis - hij reist lezen - ik lees - jij leest kiezen - ik kies - de juf kiest razen - ik raas - de wind raast les 5 O8-a: onthoudwoorden met /s/ = c het cement (de) centrale het citroensap de oceaan de lucifer het succes de eurocent het concert een pincet de provincie gefeliciteerd! het procent les 6 herhalingsles W1, W2
Woordpakket groep 6 - blok 4 - week 15 les 7 W3-a: persoonsvormen van werkwoorden op ~ten eten - ik eet - hij eet moeten - ik moet - hij moet schieten - ik schiet - hij schiet meten - ik meet - hij meet praten - ik praat - hij praat laten - ik laat - jij laat sluiten - ik sluit - hij sluit starten - ik start - hij start loten - ik loot - hij loot stoten - ik stoot - hij stoot zetten - ik zet - hij zet spatten - ik spat - jij spat wachten - ik wacht - hij wacht richten - ik richt - hij richt zuchten - ik zucht - hij zucht rusten - ik rust - hij rust hoesten - ik hoest - jij hoest kosten - het kost roesten - de fiets roest misten - het mist les 8 herhalingsles blok 4 les 9 herhalingsles: woorden met meer lettergrepen week 16: controledictee, herhalingstaken, plustaken:
Woordpakket groep 6 - blok 5 - week 17 les 1 K10-b: klankwoorden met vaste stukjes achteraan: ~ing, ~sel, ~te en ~heid verrassing de vergissing de hoogte de grootte de breedte het zaagsel de zekerheid de veiligheid les 2 O6-b: onthoudwoorden: struikelblokken 2 de banaan de fabriek de kabeljauw het kanaal het kanon de lawine het papier de planeet het talent de ballon het rapport het pakket les 3 herhalingsles O5
Woordpakket groep 6 - blok 5 - week 18 les 4 R4: meervouden op s de pagina s de foto s de taxi s de paraplu s de baby s de meisjes de dictees de televisies les 5 O1: onthoudwoorden met ei en ij het afscheid de opleiding de fontein de pastei allerlei de kapitein de spijker de wedstrijd de wasknijper de woestijn het (rij) bewijs de batterij NB: Dit zijn, maar dit is een selectie van de woorden van de week die eerder in blok 1 zijn aangeboden. In les 5 van blok 5 worden de woorden van uitlegkaart O1 nogmaals aangeboden. les 6 herhalingsles W2, W3-a
Woordpakket groep 6 - blok 5 - week 19 les 7 R7: regels voor hoofdletters en leestekens Malika Roy Alberg Thijs van der Velde Michelle de Vries mevrouw Gentenaar oom Mark onze hond Boef het boek Minoes Kruimeltje, de film de Boslaan de Herenweg Utrecht de provincie Friesland de rivier de Maas Parijs Zwitserland de Alpen Marokko het werelddeel Afrika Madrid, de hoofdstad van Spanje les 8 herhalingsles blok 5 les 9 herhalingsles: woorden met meer lettergrepen week 20: controledictee, herhalingstaken, plustaken:
Woordpakket groep 6 - blok 6 - week 21 les 1 W3-b: persoonsvormen van werkwoorden op ~den worden - ik word - hij wordt vinden - ik vind - hij vindt antwoorden - ik antwoord - hij antwoordt hij loopt - dus: hij wordt, hij vindt, hij antwoordt jij loopt - dus: jij wordt, jij vindt, jij antwoordt loop je? - dus: word je?, vind je? antwoord je? les 2 O3: onthoudwoorden met f~, gevolgd door een klinker de fabel de fontein de fazant het feit februari feliciteren het formaat de formule het formulier het fornuis een filter het fossiel les 3 herhalingsles R3
Woordpakket groep 6 - blok 6 - week 22 les 4 W3-c: persoonsvormen van werkwoorden met een ik-vorm op ~a, ~ij en ~ou gaan - ik ga - hij gaat rijden - ik rij of: ik rijd - hij rijdt houden - ik hou of: ik houd - hij houdt hij loopt - dus: hij houdt, hij rijdt, hij snijdt jij loopt - dus: jij houdt, jij rijdt, jij snijdt loop je? - dus: hou je? of: houd je?; rij je? of: rijd je?; snij je? of: snijd je? les 5 O4: onthoudwoorden met s~, gevolgd door een klinker de seconde de saxofoon de salamander de sauna de serie (de) solo de sinaasappel de situatie het seizoen de soldaat samenwerken serieus les 6 herhalingsles W2, W3
Woordpakket groep 6 - blok 6 - week 23 les 7 W1-d: hele werkwoord, persoonsvormen krijgen - 1. ik krijg durven - 1. ik durf blazen - 1. blaas je? vinden - 1. ik vind worden - 1. word je? slapen - 2. zij slaapt passen - 2. de broek past zorgen - 2. jij zorgt vragen - 2. mama vraagt lachen - 2. lacht hij? geven - 2. Tommy geeft durven - 2. jij durft! lezen - 2. mijn vader leest eten - 2. de hond eet schudden - 2. de man schudt antwoorden - 2. niemand antwoordt vermoeden - 2. jij vermoedt stoppen - 3. wij stoppen vertrekken - 3. vertrekken jullie? klappen - 3. de toeschouwers klappen les 8 herhalingsles blok 6 les 9 herhalingsles: woorden met meer lettergrepen week 24: controledictee, herhalingstaken, plustaken:
Woordpakket groep 6 - blok 7 - week 25 les 1 R9: regelwoorden met s s morgens s ochtends s avonds s winters s maandags de diploma s de tosti s de radio s les 2 O2: onthoudwoorden met au de autoweg de flauwekul nauwelijks miauwen pauzeren het restaurant de astronaut de kabeljauw de dinosaurus lichtblauw grauwe les 3 herhalingsles O7
Woordpakket groep 6 - blok 7 - week 26 les 4 K10-c: klankwoorden op ~atie, ~itie, ~tie de prestatie de sensatie de politie de positie de vakantie attentie! de reactie de selectie les 5 O8-a, O8-b: onthoudwoorden met /s/ = c, /k/ = c en /kt/ = ct de provincie een pincet de oceaan het cement het insect direct actief het product het risico de acrobaat de cocon plastic NB: Dit zijn, maar dit is een selectie van de woorden van de week die eerder in blok 3 en 4 zijn aangeboden. In les 5 van blok 7 worden de woorden van uitlegkaart O8-a en O8-b nogmaals aangeboden. les 6 herhalingsles W1-d, W2, W3
Woordpakket groep 6 - blok 7 - week 27 les 7 K6: klankwoorden met vaste stukjes vooraan: on~, ont~, ge~, be~, ver~ en her~ onnodig onvriendelijk onbelangrijk ontbijten ontmoeten de ontploffing de ontdekking geweldig geduldig het gewicht bestellen bereikbaar de bekeuring vertellen verstoppertje het verschil de verlegenheid herhalen herkennen zich herinneren les 8 herhalingsles blok 7 les 9 herhalingsles: woorden met meer lettergrepen week 28: controledictee, herhalingstaken, plustaken:
Woordpakket groep 6 - blok 8 - week 29 les 1 R8: bijvoeglijke naamwoorden de jarige job de centrale verwarming de lieve hond de doffe knallen de dikke boeken de lekkere taart het open raam een bescheiden mens les 2 O5: onthoudwoorden met /zj/= g de garage de bagage de rage de massage de lekkage de etalage de manege de asperge het horloge de giraf het genie logeren les 3 herhalingsles K: klankwoorden groep 6
Woordpakket groep 6 - blok 8 - week 30 les 4 W1-e: persoonsvormen tegenwoordige tijd (overzicht) geven - ik geef - hij geeft dragen - ik draag - hij draagt reizen - ik reis - hij reist hij loopt - dus: hij vindt, hij schudt, hij meldt jij loopt - dus: jij vindt, jij schudt, jij meldt loop je? - dus: vind je?, schud je? meld je? les 5 O6: onthoudwoorden: struikelblokken krab (van krabben): b krap (van te klein): p de verrassing (twee r s, twee s en) stiekem (eindigt op ~em) hartstikke (met een t) hopelijk (zonder n) interview (zonder u) de grootte van het terrein (groot + te) de breedte van het terrein (breed + te) het grootst (groot + st) het koudst (koud + st) het hardst (hard + st) les 6 herhalingsles O: onthoudwoorden groep 6
Woordpakket groep 6 - blok 8 - week 31 les 7 R5: regelwoorden met meer lettergrepen maandelijks verkeerde het sleuteltje verdwijnen bevriezen de rekening het vlaggetje andere het appeltje opscheppen verwisselen vriendinnen de boodschappen de komkommer ontploffen dubbele schakelen verbeteren vergroten de figuren les 8 herhalingsles blok 8 les 9 herhalingsles R: regelwoorden groep 6 week 32: controledictee, herhalingstaken, plustaken: