Ruimte voor Spelen. Speelruimteplan gemeente Baarn. BELEIDSPLAN voor en ANALYSE van SPEELRUIMTE



Vergelijkbare documenten
Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein. Informerende Commissie. Bespreken.

RAADSVOORSTEL Agendanummer 7.4. Onderwerp: Nota Speelruimtebeleid Spelen in Moerdijk

Buitenspelen, ja leuk!

Wij zouden het zeer op prijs stellen als uw school wil en kan meewerken aan de activiteiten van het KinderKlankBord.

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

*Z0230DEDA67* Raadsvoorstel. Aan de raad. : Speelruimteplan Beverwijk, Beverwijk speelt buiten

DEEL II ANALYSE SPEELRUIMTE. Samenspel. Advies voor. speelplekken en speeltuinen. Wijk NOORD

Buitenspelen.kom. Speelruimteplan. gemeente Dronten. BELEIDSPLAN voor en ANALYSE van SPEELRUIMTE

Buitenspelen.kom. Speelruimteplan. gemeente Boxtel. BELEIDSPLAN voor en ANALYSE van SPEELRUIMTE

Buitenspelen, ja leuk!

Spelen Bewegen Ontmoeten

Buiten is zoveel te beleven! Schommelen op een speelplek, hutten bouwen in de bosjes, voetballen op het veldje en een rondje skaten door de buurt.

Samen spelen samen ontmoeten

Buitengewoon... Spelen!

Omgevingsvisie Giessenlanden. Plan van aanpak V1.3. Inleiding

Speelplan 2017 Gemeente Velsen

4.4 Kern 4: Hall. Algemeen

Kindvriendelijke publieke ruimte in Turnhout. Kind & Samenlevings vzw & Fris in het landschap

Aanpassing Speelruimtebeleidsplan (2012) Advies Jongerenraad Utrechtse Heuvelrug (JRUH)

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen

4.3 Kern 3: Leuvenheim

DEEL II ANALYSE SPEELRUIMTE. Samenspel. Advies voor. speelplekken en speeltuinen. Wijk WEST

Uitvoeringsnotitie Speelruimtebeleid Gemeente Hoogeveen Afdeling Mens en Werk

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

Startnotitie nota mantelzorg en vrijwilligerswerk Hellevoetsluis 2015

Startnotitie Actieplan spelen, sporten en ontmoeten in de buitenruimte van Woudenberg

CONCEPT VISIE SPEELRUIMTE IN KERKEHOUT WASSENAAR 1. INLEIDING 2. SPEELRUIMTEANALYSE

Speelplan 2016 Gemeente Velsen

Portefeuillehouder Broekhuizen Datum collegebesluit 28 april 2015 Opsteller mevrouw F. Driessen Registratie GF15.

Ruimte om te spelen Kader speelruimte Gemeente Buren

Bijlagen. Bijlage 1: Het belang van speelruimte. Bijlage 2: Vervangingswaarde van speeltoestellen

SPELEN IN BORNE. Resultaten inwonerpeiling Speelbeleid. BornePanel November 2017

Spelend door de tijd. Speelruimteplan. gemeente Leiderdorp

Haalbaarheidsstudie AH

Speelvisie gemeente Anna Paulowna

Scholen in het groen. Nieuwe wijken krijgen veel te weinig en te kleine speelhoekjes! Veldjes missen we echt.

Gevraagde beslissing Vaststellen van het beleidsplan Spelen, bewegen en ontmoeten voor alle leeftijden.

Voorstel voor een Maatschappelijke Verkenning naar de beleving van het begrip Veiligheid door de inwoners van Maassluis

Analyse Enquête Speelruimte en Speelinfrastructuur gemeenten 2017

3.5 Voorzieningen in de buurt

Straten in Groningen

Bijlagenboek. Natuurlijk buiten spelen! Versie dd. 23/10/17

Bestuursopdracht beleidsplan zorg voor jeugd ( )

Uitvoeringsplan speelplekken Nieuwland

DEEL II ANALYSE SPEELRUIMTE. Samenspel. Advies voor. speelplekken en speeltuinen. Wijk OOST-ZUID

Resultaten Enquête Dorpsraad Meterik 2014

Afd.hoofd: Akkoord HpiN VMO/Jur. OR 0 BMO/Com. ÜADF

SAMENVATTING. Ruimte voor Spelen Gemeente Barendrecht januari 10 1

Inleiding Elk jaar wordt het investeringsplan voor speelplekken vastgesteld; het zogenoemde Speelplan.

Beslisdocument en plan van aanpak

Paraplu herziening scholen (analoog)

2 e Bijeenkomst. Inrichting Openbare Ruimte Middengebied Don Bosco

Gemeentelijke dienstverlening. *gematigde tevredenheid over dienstverlening score 6,5 (54% score 7 of hoger)

Voorstel aan college van Burgemeester en Wethouders

Bovenwijkse ballcourt en overdekte Jongeren Ontmoetingsplek (JOP) in de Schaarstraat

Uitwerking van oplossingen m.b.t. herinrichting

*Z001F59E44 9* Leiderdorp, 16 september Afdeling: Concernzaken OOV en Rampen Onderwerp: Beleidsplan Integraal Veiligheidsbeleid

VOORBLAD VOOR RAADSBUNDEL, bundelnummer: 13 11ini01642

Buitenspelen, ja leuk!

Let op! De beschreven voorstellen zijn nog niet definitief. Hier kunnen dus geen rechten aan ontleend worden.

Buiten zijn, ja leuk!

Speelplaatsenbeleid Gemeente Bergen

Herijking Strategische Visie Barendrecht 2025 SAMEN BOUWEN AAN BARENDRECHT

Kwaliteit door buitenspel! Speelruimteplan gemeente Waddinxveen

Buurt-voor-Buurt Onderzoek Jeugd Zwolle 2016

Meerjarenplan. Vereniging Plaatselijk Belang Hoonhorst

Stadsdeel Scheveningen

Initiatiefvoorstel aan gemeenteraad

Minder, maar beter! Speelruimteplan gemeente Westvoorne. BELEIDSPLAN voor en ANALYSE van SPEELRUIMTE

Leidraad communicatie en participatie particuliere (bouw)initiatieven

Voordat ik daarmee begin wil ik graag mezelf voorstellen.

Doetinchem, 2 juli 2008 ALDUS VASTSTELD 10 JULI Visie op dienstverlening

Fictieve case uitkomsten Bergeendstraat, Petten

Inzet van middelen: dekking Dekking vindt plaats vanuit de reguliere financiële middelen armoedebestrijding.

Eigen kracht van ouders en kinderen. Behoefte aan/vraag naar deze activiteit.

Rapportage Online onderzoek naar buiten spelen

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Impulsen sporten, spelen en bewegen in de openbare ruimte. Gevraagde Beslissing:

Welkom! Bewonersavond Haalbaarheid woningbouw Haanwijk. Maandag 18 mei 2015

RESULTATEN DIGITALE ENQUÊTE BURGERPARTICIPATIE VELSEN

Ouder worden in Maassluis

Onderzoek woon-, welzijn- en zorgbehoeften in Sterksel en Gerwen WELKOM. Korte toelichting op project 1 e resultaten Discussie in kleine groepjes

Platform Plasmolen: structurele samenwerking tussen bewoners, ondernemers, gemeente en andere belanghebbenden Handhaving

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

1 mw. E.T.M. Müller Ontwikkeling

WAAO Adviesraad Gemeente Kaag en Braassem

Fysieke leefomgeving I.B EELDKWALITEIT VAN DE STAD

Buurtenquête Stevenfenne

TERNEUZEN. Bestemmingsplan Terneuzen Midden, 1 ste herziening. Antwoordnota zienswijzen en ambtshalve aanpassingen

G e m e e n t e Z e i s t

Hé, wij hebben een idee! Initiatief omgeving voetbalkooi Roelofarendsveen

Buitenspelen, ja leuk!

Waardering van voorzieningen, vervoer en werk

Spelen goed voor elkaar! Speelruimteplan

speelruimte beleidsplan

Is Haaren ouderenproof? Aanvullingen van ouderen op de DOP s

Wijkplan 2015 Veenendaal-Oost

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Projectvoorstel. Integraal onderhoud Zeewolde-Noord (1) Inhoudsopgave. Projectleider : Anne Damstra Datum : 05 april 2016 Versie : definitief

Aanvraag omgevingsvergunning Venusstraat 2 te IJmuiden

Buitenspelen in Zoeterwoude. Beleidsplan spelen

Transcriptie:

Ruimte voor Spelen Speelruimteplan gemeente Baarn BELEIDSPLAN voor en ANALYSE van SPEELRUIMTE

Ruimte voor Spelen Speelruimteplan gemeente Baarn BELEIDSPLAN voor en ANALYSE van SPEELRUIMTE Titel: Subtitel: Omschrijving: Opdrachtgever: Opdrachtnemer: Opgesteld door: Ruimte voor Spelen Speelruimteplan gemeente Baarn Beleidsplan voor en analyse van speelruimte Gemeente Baarn OBB Ingenieursbureau Postbus 805 7400 AV Deventer 0570 61 60 05 Info@OBB-Ingenieurs.nl drs. Maartje Kunen ing. E.G. Oost-Mulder Datum: maart 2009 Project: 504.03 Aantal pagina s: 153 Dit rapport is afgedrukt op Biotop3 papier: - door de naturel tint bijzonder prettig voor de ogen - van extra kwaliteit door verhoogde opdikking - van extra kwaliteit door verhoogde stijfheid - geschikt voor archiveringsdoeleinden - > 200 jaar geen vergeling - minder milieubelastend - verouderingsbestendig - hoogwaardig papier - chloorvrij gebleekt OBB Ingenieursbureau 504.03 1

OBB Ingenieursbureau 504.03 2

VOORWOORD Spelende kinderen zijn er gelukkig altijd geweest. Al op Grieks en Romeins aardewerk is jeugd te zien die zich bezighoudt met sport en spel. Ook kennen velen van ons die oude tegeltjes wel: tegeltjes waarop kinderspelen uit de zestiende en zeventiende eeuw staan afgebeeld. In die tijd betekende het woord spelen ook vrolijk bewegen, dansen. Nu lezen we in het woordenboek de omschrijving zich vermaken, levendig bewegen. Gemeente Baarn onderschrijft het grote belang van bewegen in ruime zin, dat wil zeggen: voor oud en jong. Op het gebied van sport zijn in onze gemeente veel initiatieven ontplooid, van Galm tot High Five. Mede door deze acties is in Baarn de sportparticipatie van de jeugd en jongeren in de leeftijd van 6 17 jaar bijzonder groot. De laatste onderzoeken wijzen op een deelname aan een sportactiviteit door 96% van deze leeftijdsgroep. Gewoon spelen op straat, op pleintjes en dergelijke, is ook erg belangrijk voor kinderen in hun ontwikkeling. Het is een ontdekkingstocht door de mogelijkheden en onmogelijkheden van hun eigen omgeving. Dat vraagt meer dan een enkel standaard toestel op dit of dat pleintje. Natuurlijk vindt er ook een verschuiving plaats in de behoefte van de jeugd. Een wijk is na 10 of 15 jaar, wat betreft de leeftijd van de kinderen en de jeugd, weer veranderd. Dit rapport geeft een antwoord op de vele vragen en opmerkingen op het gebied van spelen in Baarn. Ingenieursbureau OBB heeft geprobeerd hieraan een uitwerking te geven. Het interactieve proces dat daarvoor is gekozen, heeft geleid tot veel contacten met scholen, op straat, met wijkplatforms, via de gemeentelijke site enzovoorts. Dank aan iedereen die op een of andere manier heeft meegewerkt aan dit eindresultaat. En nu aan de slag! Henk van de Kerk Wethouder OBB Ingenieursbureau 504.03 3

OBB Ingenieursbureau 504.03 4

INHOUDSOPGAVE VOORWOORD 3 1. SAMENVATTING 9 1.1. Algemeen 9 1.3. Analyse van de speelruimte in gemeente Baarn 10 1.4. Financiële aspecten 13 1.5. Uitvoeringssnelheid en grove prioritering gel in inhoudsopgave 15 15 2. INLEIDING 17 2.1. Waarom een speelruimteplan? 17 2.2. Doelstelling en visie 18 2.3. Plan van aanpak 18 2.4. Betrokkenheid doelgroepen 19 2.5. Begripsbepaling 22 2.6. Periode en evaluatie speelruimtebeleid 23 2.7. Leeswijzer voor het speelruimteplan Kop 7 ingevoegd voor witregel in inhoudsopgave 23 23 DEEL I SPEELRUIMTEBELEID 2009-2018 25 3. BELEID SPEELRUIMTE 2009-2018 27 3.1. Het recht op spelen 27 3.2. Spelen bij wet? 27 3.3. Spelen, sporten en ontmoeten 28 3.4. Speelruimte, voor wie? 29 3.5. De relatie informele en formele speelruimte 30 3.6. De informele speelruimte 31 3.7. Vormgeving informele speelruimte 35 3.8. De formele speelruimte 39 3.9. Spreiding van speelplekken 40 3.10. Samen werken aan en financieren van speelruimte 41 3.11. (Her)ontwikkeling woongebieden 45 3.12. Vormgeving formele speelruimte 47 3.13. Veiligheid en uitdaging 49 3.14. De zorg voor speelvoorzieningen voor witregel in inhoudsopgave 50 53 DEEL II ANALYSE SPEELRUIMTE 55 4. LEESWIJZER ANALYSE SPEELRUIMTE 57 4.1. Bij het lezen van de analyse 57 4.2. Leeftijden en termen 57 4.3. Onderverdeling in wijken en buurten 57 4.4. Opbouw teksten 58 4.5. Tekstwolken naast de tekst 58 4.6. Secundaire speelplekken 58 5. BOVENWIJKSE ASPECTEN VAN SPEELRUIMTE 61 5.1. Kinderaantallen 61 5.2. Georganiseerd sport en spel 61 5.3. Bovenwijkse voorzieningen kinderen en jeugd 62 5.4. Voorzieningen voor jongeren 62 6. WAT WILLEN DE JEUGD EN DE JONGEREN? 67 6.1. Werkwijze 67 OBB Ingenieursbureau 504.03 5

6.2. Resultaten enquête onder de jeugd 67 6.3. Resultaten enquête onder de jongeren 69 7. SPELEN IN CENTRUM (A) 71 7.1. Kinderaantallen 71 7.2. Informele speelruimte voor kinderen en jeugd 71 7.3. Formele speelruimte voor kinderen en jeugd 72 7.4. Sporten en ontmoeten voor jongeren in Centrum 73 8. SPELEN IN EEMDAL NOORD (B) 75 8.1. Kinderaantallen 75 8.2. Informele speelruimte voor kinderen en jeugd 75 8.3. Formele speelruimte voor kinderen en jeugd 75 8.4. Sporten en ontmoeten voor jongeren 77 9. SPELEN IN DE NOORDOOSTWIJK (C) 79 9.1. Kinderaantallen 79 9.2. Informele speelruimte voor kinderen en jeugd 79 9.3. Formele speelruimte voor kinderen en jeugd 80 9.4. Sporten en ontmoeten voor jongeren 81 10. SPELEN IN DE NOORDWIJK (D) 83 10.1. Kinderaantallen 83 10.2. Informele speelruimte voor kinderen en jeugd 83 10.3. Formele speelruimte voor kinderen en jeugd 84 10.4. Sport- en ontmoetingsruimte voor jongeren 85 11. SPELEN IN DE NOORDWESTWIJK (E) 87 11.1. Kinderaantallen 87 11.2. Informele speelruimte voor kinderen en jeugd 87 11.3. Formele speelruimte voor kinderen en jeugd 88 11.4. Sport- en ontmoetingsruimte voor jongeren 89 12. SPELEN IN DE ZUIDWESTWIJK (F) 91 12.1. Kinderaantallen 91 12.2. Informele speelruimte voor kinderen en jeugd 91 12.3. Formele speelruimte voor kinderen en jeugd 92 12.4. Sport- en ontmoetingsruimte voor jongeren 93 13. SPELEN IN DE ZUIDWIJK (G) 95 13.1. Kinderaantallen 95 13.2. Informele speelruimte voor kinderen en jeugd 95 13.3. Formele speelruimte voor kinderen en jeugd 96 13.4. Sport- en ontmoetingsruimte voor jongeren 100 14. SPELEN IN EEMDAL ZUID (H) 103 14.1. Kinderaantallen 103 14.2. Informele speelruimte voor kinderen en jeugd 103 14.3. Formele speelruimte voor kinderen en jeugd 104 14.4. Sport- en ontmoetingsruimte voor jongeren 105 15. SPELEN IN HET BUITENGEBIED WEST (I) 107 15.1. Kinderaantallen 107 15.2. Informele en formele speel- en ontmoetingsruimte 107 16. SPELEN IN HET BUITENGEBIED OOST (J) 109 16.1. Kinderaantallen 109 16.2. Informele en formele speel- en ontmoetingsruimte 109 OBB Ingenieursbureau 504.03 6

Kop # ivm pagina in inhoudsopgave 109 17. EENMALIGE EN STRUCTURELE KOSTEN 111 17.1. Realiseren streefbeeld 111 17.2. Eenmalige en bijkomende kosten 113 17.3. Uitvoeringssnelheid en eenmalige investering 114 17.4. Vervangingswaarde 115 17.5. Structurele kosten 115 DEEL III BIJLAGEN 119 BIJLAGE I. BEGRIPPENLIJST 121 BIJLAGE II. SPEELPRIKKELS 123 BIJLAGE III. INFORMELE ONTMOETING JONGEREN 125 BIJLAGE IV. BESLISBOOM SPEELPLEK 129 BIJLAGE V. PROGRAMMA VAN EISEN 131 BIJLAGE VI. ENQUETE FORMULIEREN 135 BIJLAGE VII. AANTAL EN KOSTEN SPEELTOESTELLEN 139 BIJLAGE VIII. GEGEVENSTABEL WIJKEN 141 BIJLAGE IX. SPEELPLEKKEN EN MAATREGELEN 143 BIJLAGE X. KAARTEN 151 TABELLEN, GRAFIEKEN EN FIGUREN Tabel 1 Eenmalige kosten realiseren streefbeeld 14 Tabel 2 Inventaris huidige situatie en streefbeeld 14 Tabel 3 Structurele kosten huidige situatie en streefbeeld 14 Tabel 4 Normen informele speelruimte 34 Tabel 5 Normen formele speelruimte 41 Tabel 6 Sportbeoefening naar leeftijd en type verband 61 Tabel 7 Kinderaantallen Centrum (A) 71 Tabel 8 Kinderaantallen Eemdal Noord (B) 75 Tabel 9 Kinderaantallen Noordoostwijk (C) 79 Tabel 10 Kinderaantallen Noordwijk (D) 83 Tabel 11 Kinderaantallen Noordwestwijk (E) 87 Tabel 12 Kinderaantallen Zuidwestwijk (F) 91 Tabel 13 Kinderaantallen Zuidwijk (G) 95 Tabel 14 Kinderaantallen Eemdal Zuid (H) 103 Tabel 15 Kinderaantallen Buitengebied. West (I 107 Tabel 16 Kinderaantallen Buitengebied oost (J) 109 Tabel 17 Kosten realisatie streefbeeld 113 Tabel 18 Inventarisatie en vervangingswaarde 115 Tabel 19 Structurele kosten 116 Tabel 20 Onderhoud op 70% 116 Figuur 21 Vervanging aantal toestellen 117 Figuur 22 Vervangingskosten toestellen 117 Figuur 23 Beslisboom analyse speelruimte 129 Tabel 24 Verkorte normentabel 131 Tabel 25 Verloop kinderpiek 133 Tabel 26 Kosten per plek 133 OBB Ingenieursbureau 504.03 7

OBB Ingenieursbureau 504.03 8

1. SAMENVATTING In dit hoofdstuk worden de belangrijkste punten van het speelruimteplan samengevat. Voor een volledig overzicht van het speelruimtebeleid wordt verwezen naar deel I van het plan. Voor een volledige beschrijving van de analyse van de huidige situatie en de adviezen voor het streefbeeld wordt verwezen naar deel II van het speelruimteplan. 1.1. Algemeen In gemeente Baarn leeft de wens om het huidig speelruimtebeleid (van januari 1995) te herzien en bestuurlijk vast te stellen. De vorige nota is meer dan tien jaar oud en sterk gericht op het beheer en onderhoud van speelterreinen. In de programmabegroting 2008-2011 van gemeente Baarn is speelruimtebeleid als speerpunt opgenomen. De nieuwe nota Speelruimtebeleid zal als vertrekpunt ruimte voor spelen hebben. Met het nieuwe speelruimteplan wil de gemeente inzicht verkrijgen in een passende speelstructuur, gerelateerd aan het aantal kinderen en hun leeftijd. Verdere aanleiding vormen onder andere de vragen over de juridische aspecten rondom het spelen en de stimulering van het spelen en sporten van de jeugd. De speelstructuur dient aan te sluiten op het aantal, de leeftijd en de behoefte van de verschillende leeftijdsgroepen per buurt. Voor het aanbod van formele speelvoorzieningen dienen er voldoende financiële middelen te zijn, zodat het mogelijk is passend beheer, onderhoud en vervanging uit te voeren. Dit speelruimteplan gaat over de gemeentelijke voorzieningen in de openbare ruimte waar kinderen (0 tot en met 5 jaar), jeugd (6 tot en met 12 jaar) en jongeren (12 tot en met 18 jaar), die in de verschillende buurten en wijken wonen, gebruik van kunnen maken. 1.2. Beleidsuitgangspunten Aan de hand van voorliggend speelruimteplan zal er voor het spelen ten eerste een verandering van denken over de openbare ruimte moeten plaatsvinden bij het bestuur, de ambtenaren en de burgers. De kern daarvan is: bij het inrichten en beheren van de openbare ruimte moet de bespeelbaarheid in ogenschouw worden genomen. OBB Ingenieursbureau 504.03 9

De belangrijkste (speel)uitgangspunten waarmee rekening moet worden gehouden bij de inrichting, het beheer en het onderhoud van bestaande en nieuwe woonwijken: (blz.) Beleidsuitgangspunt 1. De gemeente onderkent het recht en het belang van speelruimte en wil zowel het informele als het formele spelen voor 0- tot en met 18-jarigen stimuleren. 27 Beleidsuitgangspunt 2. De gemeente wil voldoende ontwikkelingsmogelijkheden aan de kinderen, jeugd en jongeren bieden door voldoende variatie in inrichting van de speel-, sport- en ontmoetingsplekken aan te bieden. 29 Beleidsuitgangspunt 3. De gemeente wil, om nu en in de toekomst de kwantiteit en kwaliteit te waarborgen, landelijk getoetste normen voor informele speelruimte hanteren. 33 Beleidsuitgangspunt 4. Bij ontwerp en veranderingen inde openbare ruimte wordt nagegaan hoe de bespeelbaarheid verhoogd kan worden. In ruimtelijke plannen met een ontwikkeling of wijziging in de openbare ruimte wordt een beknopte Speel Effect Rapportage (SER) gemaakt. 35 Beleidsuitgangspunt 5. De gemeente wil, om nu en in de toekomst de spreiding, kwantiteit en kwaliteit te waarborgen, landelijk getoetste normen voor formele speelruimte hanteren. 39 Beleidsuitgangspunt 6. De gemeente wil een duurzaam netwerk aan speelplekken bieden voor zes tot achttien jarigen en dit aanvullen met plekken voor kinderen in de buurt daar waar de kinderen wonen. 40 Beleidsuitgangspunt 7. De gemeente wil bij (her-) ontwikkeling van nieuwe (brede) scholen de schoolpleinen openbaar maken. 43 Beleidsuitgangspunt 8. De speeltuinverenigingen zijn door hun speciale inrichting en activiteiten een aanvulling op de openbare speelruimte. 44 Beleidsuitgangspunt 9. In overleg met de vereniging open stellen van de sportvelden, enkel voor georganiseerde sportactiviteiten buiten de vereniging om zoals schoolvoetbal en buurtsportwerk. 45 Beleidsuitgangspunt 10. De gemeente wil dat toekomstige bestemmingsplannen en stedenbouwkundige plannen worden getoetst aan de visie en normen van speelruimte. Hiertoe wordt in een vroeg stadium een beknopt Programma van Eisen ingediend en ingepast in de grondexploitatie. 47 Beleidsuitgangspunt 11. De gemeente wil een minimaal onderhoudsniveau van 70% waarborgen. 51 Beleidsuitgangspunt 12. Bij klachten inzake onveilige en onwenselijke situaties worden binnen twee werkdagen passende maatregelen genomen. 53 1.3. Analyse van de speelruimte in gemeente Baarn De huidige situatie van de speel-, sport- en ontmoetingsruimte in de gemeente Baarn is beschreven in deel II van het speelruimteplan, de analyse. Om tot een streefbeeld te komen, zijn de beleidsuitgangspunten en de normen voor informele- en formele speelruimte toegepast op de huidige situatie. OBB Ingenieursbureau 504.03 10

In deze paragraaf wordt kort een algemeen beeld geschetst van de speelruimte in de gemeente Baarn. Vervolgens wordt per wijk kort samengevat wat de belangrijkste punten zijn. 1.3.1. Speelruimte in Baarn In de gemeente Baarn is veel informele speelruimte aanwezig. In nagenoeg al het groen mag worden gespeeld. Op de pleintjes, autovrije stukjes straat en op de velden kan gespeeld worden. Maar er zijn ook straten waar de geparkeerde en hard voorbijrijdende auto s het spelen belemmeren. Er zijn verschillende parken (zoals de Pekingtuin) die goed worden gewaardeerd door de jeugdigen en de jongeren om te spelen en te ontmoeten. Het aanbod van speelplekken in de gemeente Baarn verschilt erg veel per wijk. Voor de ene wijk wordt geadviseerd om een aantal nieuwe plekken aan te leggen, bijvoorbeeld in het Centrum of in de Noordoostwijk, terwijl in andere wijken voorgesteld wordt om speelplekken als secundair aan te merken, bijvoorbeeld in Eemdal Noord en Eemdal Zuid. 1.3.2. Speelruimte in Centrum (A) In het centrum is veel informele speelruimte beschikbaar. Spelen en ontmoeten op de Brink en in de Pekingtuin bijvoorbeeld wordt door de jeugdigen en jongeren zeer gewaardeerd. Volgens de normen zijn er in het centrum te weinig speelplekken. Geadviseerd wordt om een speelroute te creëren, en de Brink interessanter te maken als informele speelruimte. Daarnaast wordt nog een aantal zoekgebieden, met name voor kinderen, geadviseerd. Voor jongeren luidt het advies om in de Pekingtuin te voorzien in een aantrekkelijke sportvoorziening. 1.3.3. Speelruimte in Eemdal Noord (B) De vele rustige straten, autovrije pleintjes en aanwezige bosjes )zoals het Kikkerbosje ) vormen veel informele speelruimte in deze wijk. Volgens de normen zijn er in Eemdal Noord te veel speelplekken. Geadviseerd wordt om, samen met de doelgroep en het wijkplatform, de beste en meest gewaardeerde plekken te kiezen als centrale en duurzame voorziening in de wijk. Het is belangrijk om de voorzieningen af te stemmen op de specifieke doelgroep kinderen of jeugd. Hierin zal dus een wisseling moeten plaatsvinden. Voor jongeren wordt geadviseerd om de plek aan de Geerenweg aantrekkelijker te maken en nog twee voorzieningen toe te voegen. 1.3.4. Speelruimte in de Noordoostwijk (C) In de Noordoostwijk is de informele speelruimte niet in alle buurten beschikbaar. Geadviseerd wordt om bij de herinrichting van de straten expliciet rekening te houden met de bespeelbaarheid. Opvallend is het dat in deze wijk het aantal kinderen groter is dan het aantal jeugdigen. OBB Ingenieursbureau 504.03 11

Er zijn in deze wijk volgens de normen veel te weinig speelplekken. Er worden dan ook zeven zoekgebieden geadviseerd vooral voor kinderen en jeugdigen. Voor jongeren luidt het advies de skatebaan her in te richten en het ontmoeten op een andere nieuwe plek te faciliteren. 1.3.5. Speelruimte in de Noordwijk (D) Ook in de Noordwijk is het aanbod aan informele speelruimte divers. In de Professorenbuurt bijvoorbeeld is veel ruimte in de vorm van veldjes, in de Bomenbuurt is dat wat minder. Het aantal speelplekken in de Noordwijk ligt wat onder de norm. Geadviseerd wordt om een aantal nieuwe speelplekken aan te leggen en de inrichting van de bestaande plekken beter af te stemmen op de leeftijdscategorieën. Voor jongeren wordt geadviseerd om het veldje aan de Krabbelaan te verbeteren, een ontmoetingsvoorziening bij de Boemerang te realiseren en te zoeken naar twee nieuwe plekken. 1.3.6. Speelruimte in de Noordwestwijk (E) De Noordwestwijk is zeer ruim opgezet; er is veel informele speelruimte in de vorm van bijvoorbeeld veldjes en water(kanten). In deze wijk neemt het aantal kinderen af. Voor de Componistenbuurt wordt geadviseerd samen met de jeugd en jongeren te bekijken hoe de duurzame speelplek in het Hoge Bos aantrekkelijker te maken is voor deze doelgroepen, bijvoorbeeld door het voetballen te faciliteren. Ten zuiden van de van Heemstralaan wordt geadviseerd om maatregelen te nemen in de informele sfeer voor kinderen en jeugd. Voor jongeren wordt geadviseerd om samen met hen te zoeken naar een geschikt locatie voor een sport- en ontmoetingsplek. 1.3.7. Speelruimte in de Zuidwestwijk (F) De Zuidwestwijk is deels omringd met bos, dat voor de jeugd en jongeren leuke en spannende informele speelruimte is. Het is een wijk met grote verschillen in veel opzichten. Momenteel zijn er geen formele speelplekken. Geadviseerd wordt om met name voor kinderen speelplekken aan te leggen. Daarnaast kan de jeugd wellicht terecht op het schoolplein van de NBS. De gemeente kan in overleg treden met de school over het eventueel openstellen van het schoolplein. Een gemis in deze wijk is een trapveld voor de jeugd en de jongeren. Geadviseerd wordt om hiervoor een geschikte locatie te zoeken. 1.3.8. Speelruimte in de Zuidwijk (G) In de Zuidwijk is het aanbod aan informele speelruimte zeer verschillend per buurt. Het Cantonspark is een prachtige voorziening waar ook gespeeld mag worden, mits het geen schade veroorzaakt aan de monumentale bomen in dit park. De straten zijn niet overal even goed bespeelbaar. OBB Ingenieursbureau 504.03 12

Volgens de norm liggen er momenteel te weinig speelplekken in deze wijk. Vooral voor kinderen en jeugdigen dienen een aantal speelplekken te worden toegevoegd. Deels kan hierbij aansluiting worden gezocht bij bestaande ontwikkelingen zoals de ontwikkeling van de Nieuwe Brede School. Voor jongeren wordt geadviseerd een aantal What s- Upplekken toe te voegen her en der in de wijk en om drie Stay- Aroundvoorzieningen te creëren. Ook hier kan weer aansluiting worden gezocht bij bestaande ontwikkelingen. 1.3.9. Speelruimte in Eemdal Zuid (H) In Eemdal Zuid is zeer veel informele speelruimte beschikbaar. Het buitengebied is daarnaast ook nog erg toegankelijk voor de jeugdigen en jongeren uit de wijk. Volgens de norm zijn er momenteel te veel speelplekken in deze wijk. Geadviseerd wordt om het aantal plekken te reduceren en te kiezen voor centrale duurzame plekken. Daarbij dient te worden meegenomen dat de bestaande speelplekken voor de jeugd weinig uitdaging bieden. Het aantal jongeren in deze wijk zal de komende jaren afnemen. Omdat er reeds goede voorzieningen zijn, wordt geadviseerd om een van deze voorzieningen aan te wijzen als Stay- Aroundplek voor jongeren. 1.3.10. Speelruimte in de buitengebieden West (I) en Oost (J) In de buitengebieden wonen de kinderen, jeugdigen en jongeren zo verspreid dat het niet mogelijk is om met een speelplek de hele doelgroep te bedienen. In de kern Lage Vuursche wonen niet voldoende kinderen om een speelplek aan te leggen, volgens de normen. Er ligt echter een speelplek. Geadviseerd wordt om deze plek te behouden als basisvoorziening voor de kern. Het onderhoud dient dan in samenwerking met vrijwilligers van het buurthuis te blijven plaatsvinden. In het Buitengebied Oost wonen volgens de norm ook te weinig kinderen om een speelplek aan te leggen. 1.4. Financiële aspecten In hoofdstuk 17 worden de eenmalige kosten voor het realiseren van het streefbeeld en de structurele kosten voor het onderhouden, beheren en vervangen van speelvoorzieningen beschreven. In deze samenvatting is kort aangegeven om welke eenmalige en structurele kosten het gaat. 1.4.1. Realiseren streefbeeld en eenmalige kosten In Deel II van het speelruimteplan en in de plekkentabel van Bijlage IX is aangegeven welke maatregelen geadviseerd worden om te komen tot het streefbeeld dat de informele en formele speelruimte in de gemeente Baarn beslaat. Om de informele speelruimte te verbeteren, wordt geadviseerd om op diverse plekken speelprikkels of speelaanleidingen (Maatregelen) toe te voegen. Het betreft 332 speelprikkels en zitaanleidingen. Hiervoor is een gemiddelde prijs van 250 per stuk opgenomen. OBB Ingenieursbureau 504.03 13

Naast verbeteringen in de informele ruimte worden ook voorstellen gedaan om bestaande speelplekken te verbeteren of om nieuwe speelplekken (Zoekgebieden) te realiseren. In totaal wordt geadviseerd om op 31 locaties nieuwe speelplekken te creëren. Per zoekgebied is hiervoor een specifiek bedrag geraamd in de plekkentabel. In Tabel 1 zijn de eenmalige kosten voor het realiseren van het streefbeeld weergegeven. Eenmalige kosten realiseren streefbeeld Het verbeteren informele speelruimte: 332 speel- en zitaanleidingen 83.000 Het realiseren van 31 zoekgebieden plus verbeteren plekken: 177 361.600 nieuwe toestellen De bijkomende kosten voor veiligheidsondergrond 45% 162.700 Subtotaal 607.300 De bijkomende (her)inrichtingskosten 325100 waarvan circa 100% ten laste van speelvoorzieningen komt Tabel 1 Eenmalige kosten realiseren streefbeeld 1.4.2. Structurele kosten Door het realiseren van het streefbeeld, zoals voorgesteld in dit speelruimteplan, zullen ook in de structurele kosten wijzigingen plaatsvinden. In Tabel 2 is de huidige inventaris en de inventaris na het realiseren van het streefbeeld weergegeven. Tabel 2 Inventaris huidige situatie en streefbeeld In Tabel 3 is aangegeven welke gevolgen dit heeft voor de structurele kosten. Structurele kosten 2008 Baarn Raming Huidig Raming Streefbeeld onderhoud op niveau heel-schoon-veilig 60% 25.476 15.400 37.641 beheer 17.906 21.800 32.692 vervanging - 41.100 78.836 Budgetten totaal 43.382 78.300 149.169 Tabel 3 Structurele kosten huidige situatie en streefbeeld 325.100 De kosten voor de uitvoering van het speelruimteplan 8% van de 48.600 eenmalige investeringskosten 607300 Totaal 981.000 Inventaris Huidig Streefbeeld aantal speelplekken 43 67 aantal speeltoestellen 188 323 aanschafwaarde toestellen 340.200 647.145 aanschafwaarde ondergronden 146.900 286.915 Aanschafwaarde totaal 487.100 934.060 OBB Ingenieursbureau 504.03 14

1.5. Uitvoeringssnelheid en grove prioritering Opgemerkt moet worden dat de werkelijke eenmalige kosten sterk afhankelijk zijn van de snelheid waarmee de voorstellen kunnen worden uitgevoerd, door wie de werkzaamheden worden uitgevoerd, of er werk met werk gemaakt kan worden enzovoort. Als alles in de loop der jaren via de reguliere vervanging zou gaan, kost het wellicht iets minder of wordt het uit de lopende budgetten betaald. Door het uitvoeren van het streefbeeld zullen er wijzigingen ontstaan in het aantal speelplekken en het aantal speeltoestellen. Er zijn bijvoorbeeld 31 zoekgebieden voorgesteld voor de verschillende doelgroepen in de verschillende wijken. Het aantal speelplekken zal daarmee toenemen van 43 naar 67. Het aantal toestellen zal daarmee ook toenemen. Uitgangspunt van dit speelruimteplan is een evenwichtige verdeling van speelvoorzieningen over de verschillende wijken en doelgroepen. Wanneer gekeken wordt naar een evenwichtige verdeling over de wijken, is in de tabel van Bijlage VIII te lezen, dat het verschil tussen het aantal huidige plekken en het aantal speelplekken in het streefbeeld nogal divers is. In de Noordoostwijk, Zuidwijk en Zuidwestwijk bijvoorbeeld wordt een groot aantal nieuwe speelplekken voorgesteld. Indien ervoor wordt gekozen om in te zetten op een evenwichtige verdeling over de verschillende wijken, dient de prioriteit van de uitvoering van het speelruimteplan te liggen in deze drie wijken. De wijken Centrum en Noordwijk kunnen dan in een tweede fase van uitvoering worden meegenomen. Ook in deze wijken is momenteel een tekort aan speelvoorzieningen. Indien wordt gekozen voor een prioritering op basis van tekorten voor een bepaalde doelgroep wordt voorgesteld om de zoekgebieden voor kinderen prioriteit te geven. Daarna kan de prioriteit bij het realiseren van de zoekgebieden voor jongeren gelegd worden. gel in inhoudsopgave OBB Ingenieursbureau 504.03 15

OBB Ingenieursbureau 504.03 16

2. INLEIDING Dit rapport Ruimte voor Spelen geeft het beleid van gemeente Baarn inzake de openbare speelvoorzieningen. In dit beleidsplan worden de relevante richtlijnen, een analyse van de huidige situatie en de speelruimte, het wenselijk en het huidige openbare speelvoorzieningenniveau, de te nemen maatregelen en het te voeren beleid weergegeven. Om het leesgemak van deze beleidsnota te verhogen is een leeswijzer opgenomen. 2.1. Waarom een speelruimteplan? In gemeente Baarn leeft de wens om het huidig speelruimtebeleid (van januari 1995) te herzien en bestuurlijk vast te stellen. De vorige nota is meer dan tien jaar oud en sterk gericht op het beheer en onderhoud van speelterreinen. In de programmabegroting 2008-2011 van de gemeente Baarn is Speelruimtebeleid als speerpunt opgenomen. De nieuwe nota Speelruimtebeleid zal als vertrekpunt ruimte voor spelen hebben. Het college wordt vaker dan voorheen geconfronteerd met een belangenafweging tussen het ruimtebeslag voor speelterreinen en dat voor het bouwen van woningen. Naast de wens om woningen te bouwen, is voor ons college ook de leefbaarheid van de buurt of wijk van belang. Speelterreinen dragen bij aan die leefbaarheid; voor ontwikkelaars geldt eerder het financieel-economisch resultaat. Daarnaast vragen oudere groepen jongeren, maar ook volwassenen, naar terreinen waar buiten de tijden van het reguliere verenigingsleven gevoetbald of op andere wijze gesport kan worden. Een andere problematiek die direct met de speelterreinen samenhangt, is die van de, al dan niet vermeende, overlast door de oudere jeugd. Door het ontbreken van terreinen en terreintjes wijkt deze groep uit naar speelterreintjes voor de jongste kinderen en de gemeentelijke parken. Binnen het wijk- en buurtgericht werken en in nauwe samenwerking met de ambulante jeugd- en jongerenwerker gaat de gemeente naar oplossingen zoeken. Met het nieuwe speelruimteplan wil de gemeente inzicht verkrijgen in een passende speelstructuur, gerelateerd aan het aantal kinderen en hun leeftijd. Verdere aanleiding vormen onder andere de vragen over de juridische aspecten rondom het spelen, de stimulering van het spelen en sporten van de jeugd. OBB Ingenieursbureau 504.03 17

2.2. Doelstelling en visie Het doel is te komen tot een praktisch en breed gedragen speelruimteplan dat invulling geeft aan een evenredige verdeling van speel-, sport- en ontmoetingsvoorzieningen over de wijken en behoeften van de verschillende categorieën gebruikers. Daarbij wordt rekening gehouden met de mate van informele bespeelbaarheid van de verschillende buurten. In dit plan moeten de beleidsuitgangspunten voor spelen, sporten en ontmoeten worden vastgelegd en worden geschetst welke aanpassingen nodig zijn om hieraan te voldoen. De bijbehorende visie is dat er in de openbare ruimte voldoende en veilige speelruimte is. Voor het aanbod van formele speel-, sport en ontmoetingsvoorzieningen dienen er voldoende financiële middelen te zijn, zodat het mogelijk is passend beheer, onderhoud en vervanging uit te voeren. 2.3. Plan van aanpak Het speelruimteplan is opgesteld aan de hand van een plan van aanpak (januari 2008) waarin de verschillende werkzaamheden stonden gepland. De werkzaamheden zijn begeleid door de projectgroep speelruimteplan die bij aanvang van de werkzaamheden is opgericht. In overleg met de projectgroepgroep is een inspraaktraject uitgezet voor de verschillende betrokkenen bij speelruimte. Na de inspraak is er een concept speelruimteplan opgesteld. Na terugkoppeling van het concept speelruimteplan met de werkgroep is er een informatieavond geweest waar bewoners konden reageren op het plan. Daarna is het speelruimteplan definitief gemaakt. 2.3.1. Projectgroep speelruimteplan Veel onderdelen van het speelruimtebeleid hebben raakvlakken met verscheidene verantwoordelijkheden en beleidsvelden. Daarom is het plan in breed overleg opgesteld en is een projectgroep ingesteld met vertegenwoordiging vanuit alle afdelingen die betrokken zijn bij spelen. In de gemeente Baarn zijn dat: Ruimtelijke Ordening: bestemmingsplannen, stedenbouwkundigeplannen; Samenlevingszaken: onderwijs, sportzaken, jeugdzaken, welzijnsvoorzieningen en sociale vernieuwing; Beheer: verkeer, aanleg/beheer wegen, aanleg/onderhoud groenvoorzieningen en wijkbeheer; Verder is ter ondersteuning op het gebied van communicatie en bedrijfsvoering (controller), de afdeling Bestuurs- en Management Ondersteuning (BMO) gevraagd een bijdrage te leveren. OBB Ingenieursbureau 504.03 18

2.3.2. Beroepsmatig betrokkenen De gemeenteraad is op een avond in september geïnformeerd over het plan van aanpak en de wijze waarop bewoners inspraak konden leveren. Tussentijds is de raad geïnformeerd over de stand van zaken door middel van een informatiebrief. Tijdens het analysetraject is overleg gevoerd met de wijkagenten, BOA en de (ambulant) jongerenwerker. 2.3.3. Veldinventarisatie Om een goede indruk te krijgen van de bespeelbaarheid van de verschillende wijken heeft in september 2008 een aanvullende uitgebreide veldinventarisatie plaatsgevonden. Hierin werd gekeken waar de jeugd speelt (zowel speelplekken als informele speelruimte) en welke routes ze gebruiken. Er werd ook gekeken naar bereikbaarheid van speelplekken, speelwaarde, geschiktheid voor leeftijdscategorieën, welke fysieke en sociale barrières er (kunnen) zijn en dergelijke. Tevens zijn tijdens deze inventarisatie ad hoc gesprekjes gevoerd met bewoners, kinderen en jongeren. 2.4. Betrokkenheid doelgroepen Sinds 2001 is de gemeente Baarn verplicht om de kwaliteit van de communicatie en participatie- en inspraakprocessen te beschrijven in het burgerjaarverslag. Ook de totstandkoming van het speelruimteplan is een interactief proces waar verschillende factoren bij betrokken zijn. In de analysefase en bij de planvorming zijn de volgende doelgroepen betrokken: de jeugd van 6 tot en met 11 jaar (KinderKlankBord) de jongeren van 12 tot en met 18 jaar (interviews en enquête, gesprek jongerenraad) de wijkplatforms 2.4.1. Jeugd Het KinderKlankBord is een middel om te weten te komen wat de jeugd belangrijke speelruimte en -mogelijkheden vindt. Dit instrument bestaat uit drie onderdelen: de rondgang, de speelmogelijkhedenenquête en het maken van een wijkplattegrond. OBB Ingenieursbureau 504.03 19

Rondgang in Eemdal Zuid Rondgang Om een indruk te krijgen hoe de jeugd haar woonomgeving gebruikt om te spelen, werd voor het opstellen van het speelruimtebeleidsplan een rondwandeling met jeugdigen gemaakt. Er werd gekeken waar ze niet mogen of kunnen spelen, hoe ze in het groen, bij het water en op de straat kunnen spelen, wat ze goede en slechte speelplekken vinden en waar ze naar toe gaan om spannende dingen te doen of hutten te bouwen. Verder gaven de jeugdigen aan wat de grote problemen zijn bij het spelen, wat ze het meest zouden missen als ze zouden verhuizen of waar ze behoefte aan hebben. De jeugd is benaderd via de wijkplatforms en de basisscholen om mee te doen aan de rondgang. In de herfstvakantie hebben vijf kinderrondgangen plaatsgevonden, georganiseerd door de coördinator wijk- en buurtgericht werken en de wijkplatforms. Op 11 november hebben nog twee rondgangen vanuit de basisscholen plaatsgevonden. In de volgende wijken/buurten heeft een kinderrondgang plaatsgevonden: - A. Centrum (via wijkplatform) - B. Eemdal Noord (via wijkplatform) - G. Zuidwijk (via wijkplatform) - H. Eemdal Zuid (via wijkplatform) - F. Zuidwestwijk (via wijkplatform) - D. Noordwijk (via Gaspar de Coligny basisschool) - C. Noordoostwijk (via KWS basisschool) Enquête Aan alle basisscholen is gevraagd of de leerlingen een enquêteformulier mochten invullen. In deze enquête is de kinderen gevraagd naar waar ze graag spelen, waar ze niet graag komen enzovoorts. Leerlingen van de volgende basisscholen hebben de enquête ingevuld: - Koningin Wilhelmina School (KWS) - Guido de Bres - Amalia Astroschool Wijkplattegrond Alle basisscholen werd verzocht mee te werken aan het maken van een wijkplattegrond. Dit is een opdracht die de leerkrachten met de jeugd kunnen uitvoeren. De kinderen kregen hierbij de opdracht om in groepjes van ongeveer zeven kinderen een wijkplattegrond te tekenen op een A3 blad met GBKgegevens. Ze hebben op deze plattegrond aangegeven waar ze graag spelen en waar niet, waar de gevaarlijke plekjes zijn, enzovoorts. Leerlingen van de Amalia Astroschool hebben verschillende wijkplattegronden getekend. OBB Ingenieursbureau 504.03 20

Jongeren vullen de enquête in tijdens de pauze op het Baarnsch Lyceum 2.4.2. Jongeren Ook de jongeren van 12 tot en met 18 jaar verblijven in de openbare ruimte. Er is dus een behoefte aan speel-, ontmoetings- en sportmogelijkheden te verwachten. Om de verschillende (on)mogelijkheden om buiten leeftijdsgenoten te ontmoeten en eventuele problemen in beeld te brengen, is een gesprek gevoerd met de (ambulant) jongerenwerker, de BOA en de wijkagenten. Uiteraard is de doelgroep zelf ook geraadpleegd. Door middel van enquête formulieren is geprobeerd te achterhalen wat de jongeren vinden van de sport- en ontmoetingsmogelijkheden in Baarn. Op het Baarns Lyceum en de Waldheim mavo zijn deze enquête formulieren uitgedeeld. 2.4.3. Belanghebbenden Via het wijkplatform zijn bewoners van Baarn betrokken bij hun omgeving. Er is een workshop gehouden waarbij de wijkplatforms aangegeven hebben hoe ze hun wijk waarderen op het gebied van spelen. Op een kaart van hun wijk hebben de leden van de wijkplatforms stickers geplakt. Groene stickers voor goede punten, gele voor neutrale en rode voor slechte punten ten aanzien van speelruimte in hun wijk. Deze informatie is gebruikt als input voor de analyse en adviezen. De volgende wijkplatforms hebben meegewerkt tijdens de workshop of hebben op andere wijze hun inbreng gegeven: - A. Centrum - D. Noordwijk - E. Noordwestwijk - F. Zuidwestwijk - G. Zuidwijk - H. Eemdal Zuid In de wijk Eemdal Noord is geen wijkplatform actief. In de wijken Buitengebied Oost en Buitengebied West zijn geen speelplekken en in de Noordoostwijk is door het wijkplatform geen invulling gegeven aan participatie bij het speelruimteplan. op internet konden inwoners een enquête invullen Tevens heeft in de locale pers en op internet een beschrijving van het opstellen van het speelruimteplan en de kinderrondgangen gestaan. Aan de hand hiervan konden de belangstellenden op de internetpagina van de gemeente de enquête invullen en zo hun mening geven over speelruimte in hun wijk. Ook correspondentie van bewoners en de weergave van mondelinge verzoeken/klachten over speelvoorzieningen uit de voorgaande twee à drie jaar zijn meegenomen in de planvorming. OBB Ingenieursbureau 504.03 21

Een inloopavond biedt een goede mogelijkheid voor het inzien van het definitieve speelruimteplan. Tijdens een inloopavond kan een korte toelichtende presentatie gegeven worden en kunnen vragen van inwoners beantwoord worden 1. 2.5. Begripsbepaling 2.5.1. Speelruimte Het is belangrijk om te realiseren dat ruimte de bepalende factor is bij het spelen en niet zozeer de aanwezigheid van speeltoestellen. Speelruimte betreft ten eerste de ruimte die fysiek aanwezig is om te spelen, zowel in de openbare ruimte als op ingerichte speelplekken. Ten tweede gaat speelruimte over de spreekwoordelijke ruimte die de doelgroep gegund wordt, met andere woorden: waar mag hij of zij spelen? Informele speelruimte 2.5.2. (In)formele speelruimte Binnen de openbare ruimte kan ook onderscheid gemaakt worden tussen informele en formele speelruimte. Met informele speelruimte wordt de ruimte aangeduid waar de doelgroep leeft, woont en (veilig) kan spelen, zoals de straat, de stoep, het plantsoen en het water, maar waar geen specifieke speeltoestellen staan. Met formele speelruimte wordt de ruimte aangeduid die specifiek en exclusief is ingericht voor de speelfunctie (de speelplekken met voorzieningen). In dit speelruimteplan staat de formele speelruimte niet los van de informele speelruimte. 2.5.3. Speelprikkel en speeltoestel Bij speelruimte wordt onderscheid gemaakt tussen speelprikkels en speeltoestellen. Speelprikkels zijn objecten die niet specifiek voor het spelen geplaatst zijn, maar een scala aan speelmogelijkheden bieden in de informele en formele speelruimte. Speeltoestellen zijn die voorzieningen in de formele speelruimte die specifiek voor het spelen geplaatst zijn en gemaakt zijn voor een bepaalde speelmogelijkheid. In Bijlage II Bijlage I wordt nader ingegaan op het begrip speelprikkel. 2.5.4. Openbaar speelvoorzieningenniveau In de analyse wordt gesproken over een openbaar speelvoorzieningenniveau. Het openbaar speelvoorzieningenniveau is het beeld van speelplekken dat recht doet aan een eerlijke verdeling van speelvoorzieningen over de leeftijdscategorieën van de doelgroep en wijken. 1 Bij het schrijven van dit speelruimteplan is de exacte invulling en datum van de inloopavond nog niet bekend OBB Ingenieursbureau 504.03 22

2.5.5. Secundaire voorzieningen In het plan wordt ook gesproken over secundaire speelplekken of toestellen. De als secundair aangeduide voorzieningen hebben geen functie (meer) in het voorgestelde openbaar speelvoorzieningenniveau. De onderhoudskosten voor deze toestellen moeten beperkt blijven tot inspectiekosten. Deze toestellen zullen op termijn niet meer vervangen worden en actief worden verwijderd. 2.5.6. Leeftijdsaanduidingen In het speelruimteplan wordt de volgende indeling in leeftijdscategorieën gehanteerd. kinderen = van 0 tot en met 5 jaar jeugd = van 6 tot en met 11 jaar jongeren = van 12 tot en met 18 jaar 2.6. Periode en evaluatie speelruimtebeleid Het voorliggend speelruimteplan geeft het beleid weer voor de wijze waarop men de komende tien jaar met de speelruimte in het openbare gebied dient om te gaan. De gemeente is in beweging. Daarom zal na vijf jaar een evaluatie van het voorliggend speelruimtebeleid en de voortgang van de uitwerking plaatsvinden. Tegelijkertijd zullen opnieuw de demografische gegevens en de aanwezige speelruimte per wijk of conform de werkwijze van dit plan tegen elkaar worden afgezet. Dit speelruimteplan wordt vastgesteld voor een periode van tien jaar en na vijf jaar geëvalueerd. 2.7. Leeswijzer voor het speelruimteplan Na de samenvatting in hoofdstuk 1 en een inleiding in hoofdstuk 2 beslaat deel I van dit rapport het eigenlijke speelruimtebeleid. In hoofdstuk 3 wordt het te voeren beleid voor de speelruimte voor 2009 tot en met 2018 geschreven. Vooral dit deel van het speelruimteplan is het gedeelte dat bestuurlijk moet worden vastgesteld. Deel II is de uitwerking van het voorgestelde beleid. In de hoofdstukken 4 tot en met 16 wordt aan de hand van het geformuleerde beleid een analyse gemaakt van de mate waarin de aanwezige speelruimte voldoet aan de geformuleerde beleidsuitgangspunten. Met andere woorden: hoe ziet het openbaar speelvoorzieningenniveau eruit? Daarbij worden de noodzakelijke aanpassingen en financiële consequenties beschreven in hoofdstuk 17. Dit deel biedt een leidraad voor de aanpassingen aan de speelruimte in gemeente Baarn. In deel III worden de bijlagen weergegeven. Deze tabellen bevatten (norm)cijfers, ramingen en voorbeelden behorende bij de huidige en wenselijke speelsituatie in gemeente Baarn. Kop 7 ingevoegd voor witregel in inhoudsopgave OBB Ingenieursbureau 504.03 23

OBB Ingenieursbureau 504.03 24

DEEL I SPEELRUIMTEBELEID 2009-2018 Ruimte voor Spelen Speelruimteplan gemeente Baarn OBB Ingenieursbureau 504.03 25

OBB Ingenieursbureau 504.03 26

Beleidsuitgangspunt 1. De gemeente onderkent het recht en het belang van speelruimte en wil zowel het informele als het formele spelen voor 0- tot en met 18- jarigen stimuleren. 3. BELEID SPEELRUIMTE 2009-2018 Dit speelruimteplan Ruimte voor Spelen gaat over het spelen in gemeente Baarn. Wat is er natuurlijker dan spelen? Spel is onlosmakelijk verbonden met leven, met samenzijn, met het functioneren als individu en met het functioneren als lid van een groep. Natuurlijk, roept iedereen, spel is belangrijk en er moet ruimte zijn voor spel, veilig spel wel te verstaan. In dit hoofdstuk worden de beleidsaspecten inzake de speelruimte weergegeven. 3.1. Het recht op spelen Kinderen, jeugdigen en jongeren (de doelgroep) hebben recht op speelruimte. Er is (nog) geen expliciete wet die overheden verplicht om speelplekken aan te leggen. Wel is er het verdrag inzake de Rechten van het kind dat werd aangenomen door de Verenigde Naties op 20 november 1989. Het omvat alle kinderrechten, geldt wereldwijd en heeft dezelfde kracht als een wet in Nederland. Het verdrag is eigenlijk een contract tussen de overheden en hun minderjarige bevolking. Het is de plicht van elke overheid om daarmee rekening te houden. Lid 1 van Artikel 31 verdrag Rechten van het kind De Staten die partij zijn, erkennen het recht van het kind op rust en vrije tijd, op deelneming aan spel en recreatieve bezigheden passend bij de leeftijd van het kind, en op vrije deelneming aan het culturele en artistieke leven. 3.2. Spelen bij wet? In 2003 is een initiatiefwet ingediend over buitenspeelruimte. Dit initiatief heeft echter niet geleid tot een wet. Het indienen van de initiatiefwet met daarin de zogenoemde 3%-norm 1 was voor minister Dekker (VROM) wel de aanleiding om in 2006 een beleidsbrief rond te sturen aan de Nederlandse gemeenten. In deze brief wordt de zorg van de regering uitgesproken over het feit dat de kinderen ogenschijnlijk minder buiten spelen en dat dit zou komen doordat er een tekort aan speelruimte en ontwikkelingsmogelijkheden is. De gemeenten werd verzocht alsnog invulling te geven aan deze 3%-norm, met als aandachtspunt de verantwoordelijkheid voor een integrale ruimtelijke ontwikkeling. 1 Van de openbare ruimte zou 3% de bestemming speelruimte moeten krijgen. Bezwaren daarbij waren dat bij deze norm elke vorm van kwalificatie ontbrak en er geen rekening werd gehouden met het aantal kinderen. Ook zouden de kinderen dan in speelhokjes worden gezet in plaats van integratie van het spelen in de openbare ruimte. OBB Ingenieursbureau 504.03 27

3.3. Spelen, sporten en ontmoeten Spelen, sporten en ontmoeten zijn de drie belangrijke peilers van het Baarns speelruimtebeleid. Daarom worden deze afzonderlijk besproken. Spelen is leren 3.3.1. Spelen is leren Spelen is in al haar vormen van wezenlijk belang voor de ontplooiing van de opgroeiende doelgroep en is de basis voor haar geestelijke en lichamelijke ontwikkeling. Om de ontwikkeling maximaal te kunnen stimuleren, is het nodig inzicht te hebben in de functies die spelen daarbij heeft. Tijdens het spel spelen ingewikkelde, mentale processen een belangrijke rol. Door te spelen verkent het kind zijn omgeving. Hij of zij ontmoet andere kinderen, jeugdigen en jongeren, bekende en onbekende volwassenen, allerlei materialen, allerlei mogelijkheden, structuren en situaties. Het omgaan met de voorwerpen en situaties in zijn of haar omgeving is een belangrijke voorwaarde voor de latere ontwikkeling van de waarneming, het denken, het probleem oplossen en de geheugenfuncties. Door tijdens het spelen grenzen te verleggen leert de doelgroep meer zelfvertrouwen te hebben in zichzelf. Zelfvertrouwen is erg belangrijk bij het leggen van sociale contacten. Ieder mens is uniek en heeft een eigen ontwikkelingspatroon. Dit is ook afhankelijk van bijvoorbeeld cultuur of beperking. Daarom is het bij het realiseren van speelruimte belangrijk om rekening te houden met deze verschillen en daar de speelmogelijkheden en speelfuncties op af te stemmen. 3.3.2. Sporten en bewegen Lichamelijke activiteit van kinderen, jeugd en jongeren heeft een positief effect op de gezondheid, op het psychisch en sociaal welzijn en op de motorische ontwikkeling. Toch blijkt uit onderzoeken dat kinderen in Nederland steeds minder sporten en bewegen met alle gevolgen van dien, zowel lichamelijk (overgewicht en obesitas) als op sociaal gebied (integratie en dergelijke). Bewegen is echter meer dan alleen sporten. Andere vormen van bewegen zijn bijvoorbeeld de gymles op school of sporten bij de BSO en het fietsen of lopen naar school. Daarnaast is buiten spelen en buiten sporten belangrijk. Een van de factoren die een rol speelt bij de toenemende bewegingsarmoede is dan ook het ontbreken van goede sportmogelijkheden in de buurt. Maar ook indirecte factoren als de ervaren verkeersveiligheid en sociale veiligheid spelen hierbij een rol. OBB Ingenieursbureau 504.03 28

3.3.3. Ontmoeten Naast spelen, sporten en bewegen is vooral voor de doelgroep jongeren het ontmoeten van groot belang. Jongeren komen graag bijeen op plekken waar ze een zone van vrijheid ervaren en waar ze hun gang kunnen gaan zonder dat er toezicht is van volwassenen. Ze willen zien en gezien worden. Het zomaar wat rondhangen van jongeren op straat wordt al snel geassocieerd met niets doen, terwijl dit voor jongeren een activiteit van grote betekenis is. Het ontmoeten kan zowel plaatsvinden op informele plekken in de openbare ruimte als op een daarvoor aangewezen plek. Voor meer informatie over het ontmoeten van jongeren wordt verwezen naar Bijlage III. In dit speelruimteplan zijn de ontmoetingsvoorzieningen met name gericht op jongeren. Echter, dat neemt niet weg dat ze niet tevens geschikt kunnen zijn voor andere inwoners van Baarn. Denk aan (groot)ouders die met hun kinderen naar de speelplek gaan of ouderen die elkaar treffen op het bankje op de hoek van de straat. Beleidsuitgangspunt 2. De gemeente wil voldoende ontwikkelingsmogelijkheden aan de kinderen, jeugd en jongeren bieden door voldoende variatie in inrichting van de speel-, sport- en ontmoetingsplekken aan te bieden. Om een evenwichtig aanbod in de verschillende speel-, sporten ontmoetingsfuncties te hebben is het belangrijk ervoor te zorgen dat er voldoende mogelijkheden zijn. Dit kan door veel te variëren in de inrichting van de plek met hoogteverschillen, materialen, toestellen, speelprikkels en ontmoetingsaanleidingen. Deze variatie zorgt er tevens voor dat er altijd voldoende uitdaging is op de plek voor de kinderen, jeugdigen en jongeren om er weer terug te komen. De variatie op de plek kan een aanvulling zijn op de al geboden speel- en ontmoetingsfuncties in de openbare ruimte, zoals het bouwen van hutten in het bos of het ontmoeten in de buurt. 3.4. Speelruimte, voor wie? Het is van belang te weten welke doelgroepen er gebruikmaken van informele en formele speelruimte en hoe deze doelgroepen de speelruimte gebruiken. Men moet ervan uitgaan dat baby s zo gauw ze gaan lopen tot en met de jongeren van circa achttien jaar gebruik maken van de aanwezige speelruimte. De scheidslijnen van de leeftijdscategorieën zijn niet haarscherp, maar bij de beoordeling van een speelruimte wordt een indeling van leeftijdscategorieën gehanteerd naar de schoolindeling. kinderen De kinderen (0 tot en met 5 jaar) Voor kinderen tot en met circa drie jaar is de speelplek zeker een plaats waar hij of zij onder begeleiding van een oudere veilig kan liggen, kruipen, staan of rondstruinen. Het alleen en zelfstandig spelen van een dergelijk jong kind vindt plaats in de besloten omgeving van de woning, bijvoorbeeld in de tuin, de woonkamer of eventueel direct bij de voordeur. OBB Ingenieursbureau 504.03 29

Als de kinderen naar groep één en twee van de basisschool gaan, worden ze langzaamaan steeds zelfstandiger en willen en mogen ze meer hun omgeving verkennen. Dat gebeurt eerst dicht bij huis zodat de ouders nog enig zicht op het kind hebben, maar al snel verder de straat in waar het kind steeds meer nieuwe mogelijkheden vindt om te spelen. In gemeente Baarn wonen circa 1.593 kinderen. jeugd De jeugdigen (6 tot en met 11 jaar) De groep die in dit rapport als jeugdigen wordt aangeduid, betreft de kinderen uit de groepen drie tot en met acht van de basisschool. Op deze leeftijd gaan ze steeds meer op ontdekkingstocht uit en doen ze dit vaker in groepsverband. Jeugdigen uit de onderbouw mogen vaak nog geen drukke straten oversteken en moeten dichter bij huis blijven. Vanaf een jaar of acht echter zwermen ze uit over de gehele wijk. Dit is de leeftijd waarop zij (veelal) zelfstandig aan het verkeer kunnen deelnemen. In gemeente Baarn wonen circa 1.683 jeugdigen. De jongeren (12 tot en met 18 jaar) Eenmaal op het voortgezet onderwijs treedt er meestal weer een gedrags- en interesseverandering op. De jongeren blijken de al dan niet daartoe ingerichte openbare ruimte vaak te gebruiken om zich te verzamelen, rond te hangen en te sporten. Ze verplaatsen zich hiervoor zelfstandig door de gehele wijk en het dorp. jongeren In gemeente Baarn wonen 1.964 jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 18 jaar 1. In Baarn wonen 585 jongeren tussen de 19 en 22 jaar. Ongeveer 90% van deze jongeren zal naar alle waarschijnlijkheid studeren of naar school gaan en gebruikmaken van de voorzieningen in de openbare ruimte waar ook volwassenen gebruik van maken. Naar schatting zal circa 10% van de jongeren gebruikmaken van de voorzieningen specifiek voor jongeren. We praten dan over ongeveer 60 jongeren. Dit aantal is dermate laag dat het niet voor wijzigingen zal zorgen met betrekking tot de hoeveelheid voorzieningen die nodig is voor de doelgroep 12- tot en met 18-jarigen. 3.5. De relatie informele en formele speelruimte Als kinderen, jeugdigen of jongeren willen spelen, kunnen zij in een gevarieerde omgeving met gras, struiken, bomen, pleinen, stoepen en water vrijwel alle vormen van spel uitoefenen. 1 Peildatum voor de kinderaantallen: 18-6-2008 OBB Ingenieursbureau 504.03 30