Dia 1 Het schrijven van een N=1 studie voor de VGCt: tips en pitfalls Erik ten Broeke & Kees Korrelboom Dia 2 De beginfase van de behandeling: Intake, metingen, classificatie en taxatie Dia 3 Klachten? `(begin daarmee in de N=1) Hoe, wat, waar, wanneer? Welke klachten horen bij elkaar? DSM-IV Wanneer en waardoor is het begonnen? Doel/ Hulpvraag? (koppel dit aan de taxatie) Wanneer zou de behandeling geheel naar jouw tevredenheid kunnen worden afgerond? Wat is er dan anders? Gedragsverandering? Afname, verdwijnen van problematische emoties? Geen moeite meer met? Minder/geen vage klachten?
Dia 4 Intake (klachten) DSM-IV classificatie Controleer of er een bewezen effectieve ( protocollaire ) behandeling beschikbaar is (en pak m erbij) Stel een casus-conceptualisatie (CC) op: analyses Stel op basis van de CC een behandelplan op Vergelijk maatbehandeling met standaardbehandeling Neem beslissingen over het behandelplan Uitgangspunt: standaardbehandeling tenzij Standaardbehandeling ---Standdaardbehandeling + --- Geheel nieuwe behandeling Dia 5 Aanmeldklachten en problemen: problematisch gedrag FA (vertrek vanuit de R) disproportionele emoties BA (vertrek vanuit de CR) op zz passend bij de situatie maar te heftig (woede waar irritatie wordt verwacht) niet passend bij de situatie (verdriet waar boosheid wordt verwacht) problematische situaties BA (vertrek vanuit de ) vage klachten (vaak langere termijn gevolgen van R-en; soms ook CR) Dia 6 Functie-analyses (FA) Wat doet de p. te veel of te weinig? Hoe komt dat? Hoe komt het dat dat zo blijft? Betekenis-analyses (BA) Hoe kijkt de p. tegen situaties aan? Waar komen heftige emoties vandaan?
Dia 7 Expliciteer (ook in de N=1): Waarmee start je (FA of BA)? Waarom start je daarmee? Algemene kennis over psychopathologie Doelen van de behandeling/presentatie van de klachten (door de patiënt) Dia 8 (Min of meer) intentioneel Gedrag: FA Welk huidige (probleem)gedrag wil je begrijpen? Waarom is het probleemgedrag? (+S-; -S+; ~S+) Wanneer doet zich het (niet) voor? Hoe komt het dat het gedrag voortduurt? Bekrachtigers (toename, voortduren van gedrag) Dia 9 Sd: R (representatie van de) Sr S (ellende) R: het probleemgedrag ( overt en covert ; doen en/of nalaten) Bekrachtigers: Sr: +S+; -S-; ~S- Vermeld bij voorkeur één Sr in de FA (waar gaat het om?) Ellende ( Straf ): S: +S-; -S+; ~S+ Hoe meer hoe beter Sd: Context waarbinnen de relatie tussen bepaald gedrag en de (veronderstelde) consequenties in de beleving van de patiënt geldig is.
Dia 10 Somatoforme klachten (moe, pijn, uitputting, geen energie, burn-out) Sommige stemmingsklachten (bijv. als gevolg van sociale isolatie, zich terugtrekken uit het maatschappelijk leven) Is soms de (langere) termijn consequentie van probleemgedrag (R) (bijvoorbeeld perfectionisme): uitputting e.d. +S- (-S+) Dia 11 Problematische situaties (-en) Neutrale situaties die niettemin problematische emoties oproepen Problematische emoties (CR): niet passend (woede waar angst wordt verwacht) te heftig (agressie waar lichte irritatie wordt verwacht) Beter begrip van (elementen in) de FA (Sd en Sr) Dia 12 BA Seq. Ref = Kerngebeurtenis Of Kernthema U/UCR-repr. Stimulus-aspecten Respons-aspecten Betekenis-aspecten CR Verbalisatie psychofysiologie Gedrag (zonder doel)
Dia 13 Kerngebeurtenis: Specifieke, in de tijd gemarkeerde gebeurtenis Ofwel in het verleden ofwel in de toekomst (gevreesde ramp) Kernthema: ontstaan uit leerervaringen (serie kerngebeurtenissen) met een vergelijkbare inhoud, vergelijkbaar thema: archief Denk bij leerervaringen (gebeurtenissen) niet alleen aan eigen, directe ervaringen maar ook aan observatie van anderen, informatie, fantasieën! Dia 14 Archief met Kerngebeurtenissen/leerervaringen Kernthema (= conclusie uit archief Stimulus-aspecten Respons-aspecten Betekenis-aspecten CRespons Verbalisatie psychofysiologie Gedrag Dia 15 Sequentieel: Als...--...dan gebeurt er (waarschijnlijk)...-u/ucr-... Als winkel dan hartinfarct De veroorzaakt de U/UCR U/UCR (representatie) Als inspanning dan hartinfarct
Dia 16 Referentieel: De doet denken aan de U/UCR en activeert een oude geheugenrepresentatie U/UCR representatie ( incident ) U/UCR representatie (kernthema) Een specifieke variant van een referentieel verband: De is in termen van betekenis hetzelfde als de U/UCR-representatie (kernthema) = U/UCR Dia 17 Beschrijf de U/UCR in termen van S., R., B. indien: De U/UCR niet eenduidig is (afwijzing versus sterven) Wat wordt er precies gevreesd? Referentieel verband tussen en specifieke U/UCR (kerngebeurtenis) Hoe ziet de herinnering (de U/UCR rep.) er precies uit? Referentieel verband tussen en kernthema Nadruk op R-aspecten (S-aspecten zijn veelal erg lastig) Dia 18 De doet denken aan de U/UCR en activeert een oude geheugenrepresentatie Kale mannen U/UCR Mishandeling (door kale mannen) S R B
Dia 19 De activeert een conclusie (kernthema) uit een archief van ervaringen (bijvoorbeeld afwijzingen ) Menselijk contact U/UCR Waardeloos zijn S R B Dia 20 De activeert een conclusie (kernthema) uit een archief van ervaringen (bijvoorbeeld afwijzingen ) Menselijk contact U/UCR (kernthema) Niets zijn S R B Dia 21 De is in termen van betekenis hetzelfde als de U/UCR-representatie = U/UCR Kritiek = Loser Voorwaardelijke betekenisverlening Plekje op arm = kanker
Dia 22 First line of defense: -vermijding (en wegvluchten van de ) Second line of defense: veiligheidsgedrag gericht op het afwenden van de U/UCR (de kan niet voldoende worden vermeden) Third line of defense: coping met de U/UCR, de CR, de Sr Dia 23 Nummer de analyses Koppel de in het behandelplan genoemde interventies aan de analyses (m.b.v. de nummers)