Brede Major Education



Vergelijkbare documenten
Blended Learning in de praktijk Welke keuzes moeten gemaakt worden binnen flexibel onderwijs? Pieter Swager, 21 november 2006

Didactische meerwaarde van de ELO in het Primair Onderwijs

Onderzoeksopdracht Crossmedialab. Titel Blended Learning & Crossmedia

Scenario s voor Leren op Afstand in het MBO

Microsoft Office 365 voor bedrijven. Remcoh legt uit

De voordelen van Drupal

Recensie: Wat wij moeten weten over jongeren en hun digitale wereld

Innovaties in e-learning. Jos Herkelman

01/05. Websites Nederland over. Mobile marketing. Whitepaper #03/2013. Mabelie Samuels internet marketeer

Bouwend Nederland biedt al zijn afdelingen een eigen webomgeving met content uit centraal beheerde informatiebronnen

Kiezen voor All In Content betekent dat u over kennis van een compleet team beschikt in plaats van afhankelijk te worden van één enkele consultant:

ALLIANDER. Neemt de wind in de zeilen en transformeert het inkoopproces

Mobiele technologie zorgt ervoor dat je met een smartphone en tablet en draadloos op een laptop of computer kunt werken.

Zicht - Content Management Systeem een algemene beschrijving

Internet bestaat uit miljoenen computers over de gehele wereld.

ICT als aanjager van de onderwijstransformatie

Teaching, Learning & Technology

Sharepoint LMS? Rob Smit Informatiemanager

Qsuite in een mobiele applicatie. Geschikt voor telefoon en tablet

Uw online ambities realiseren met Smartsite ixperion content management

Uw online leerplatform. Slimmer leren

Omzeil het gebruik van mappen en bestanden over Wiki s en het werken in de 21 e eeuw

Video Conferencing anno 2012

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Blended Learning in de praktijk: een kwestie van kiezen

COMMUNICATIE EN INFORMATIE ONDER JONGEREN

Jongeren & Social Media !"#$"#%$!"& Social Media stress JONGEREN & SOCIAL MEDIA KANSEN & RISICO S PROGRAMMA

Dienstbeschrijving Cloud. Een dienst van KPN ÉÉN

Elektronische leeromgeving en didactiek. Wilfred Rubens

Intelligente oplossingen

Gebruik Web 2.0 eerstejaars studenten UU

Samenvatting. Clay Shirky Iedereen Hoofdstuk 4 Eerst publiceren, dan filteren. Esther Wieringa Kelly van de Sande CMD2B

!"#$%&'()*+,"#"-. 70-&6+*%"#"-!"#$%&'()*+)&#,#-.#/)01*1 +"7"#""- 9"#)&7(7:'3#)$#:;#/8#$)"$<#),"$:',:#$=) %'-#$;#/87$()#$)"/('$7%':7#%)>#/'$&#/#$?

WHITEPAPER IN 5 MINUTEN. 08. Content Design verdrijft CMS

WHITEPAPER. Wat is een. Responsive website? Voordelen van een. Responsive website? Hoe start je met een. Responsive website? RESPONSIVE WEBSITES

Deze vragenlijst bestaat uit zes onderdelen, A t/m F.

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Probeer nu GRATIS. Start met het uitzenden van uw Narrowcasting boodschap

icafe Project Joeri Verdeyen Stefaan De Spiegeleer Ben Naim Tanfous

Portals en Leernetwerken

WordPress in het Kort

Drempelvrij samenwerken

We zijn op de goede weg!

Technologie en Interactie 3.2: software architectuur

Alfresco Document Management

CSCW: introductie 1. CSCW staat voor

Leer Opdrachten ontwerpen voor Blended Learning

Kennisbank van Alletha. Elementair voor uw organisatie

8TING & LABORIJN IN DE SW LABORIJN APP BIEDT GROTE KANSEN IN VERBETEREN INFORMATIEVOORZIENING

Afstandsonderwijs (AO) binnen de lerarenopleiding Katho

Hoe kunt u profiteren van de cloud? Whitepaper

Blended learning. Waarom, wat en hoe? Steven Verjans

Leerscenario Kata-App (werktitel) Raymond Stoops Hogeschool Utrecht. Analyse. Inleiding. Doelstellingen

Deze vragenlijst bestaat uit zeven onderdelen, A t/m G.

Involve WegWijsCard Interactieve Media in Interne Communicatie

Handleiding Office 365

eerste hulp bij het schrijven

Hyarchis.Net MKB. Hyarchis.Net MKB voor efficiënte ondernemers. Stroomlijn al uw digitale- en papierstromen

Avans visie Onderwijs & ICT

De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen

Make it work! Virtuele mobiliteit in internationale stages integreren: een snelgids

Altijd toegang tot de nieuwste versie van uw vertrouwde Office-programma's, ongeacht of u een pc, Mac, tablet of telefoon gebruikt.

Trends in onderwijs. Interview met Coen Free

Handleiding Elektronische leeromgeving

Referentiecase. Five 4 U Cloud Social Intranet

Onderwijs met ict - studenten lerarenopleiding Bijlage: Tabellen

Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder

Gebruik van multimedia in

AVEBE haalt online én offline informatie uit Microsoft Dynamics CRM

TravelNext LOBKE

Onderzoeksopdracht Crossmedialab. Titel Mobile meets Social: de volgende stap voor mobile marketing

Verbeter de upselling. marketing met de Alletha Mailingtool

Scenario: Standaardmodule met schriftelijk tentamen, docent geen ICT-ervaring.

The Courseware Company BV Postbus AJ UTRECHT Tel: Fax: BTW: B.

R5.1. Quick guide. Clixmaster Studio & Social Media / Communities. Quick guide. Clixmaster Studio. Gebruikersdocumentatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

MSN Messenger als marketing instrument

Wageningen UR. Één online uitstraling

Heb ik die blog, Facebook, Twitter en RSS feed echt nodig in mijn communicatiemix?

Office 365, SOMtoday & Ouderportaal. Wat kunt u verwachten op het Griftland College

Cursus Onderwijs en ICT. bloggen met Wordpress

NME en Digitale Media

Content Management Systeem Specifieke modules van het Steenstra CMS 2011

OFFICE 365. Start Handleiding Leerlingen

Windows Live (Mail) Een introductie HCC Beginners IG H.C.A.H. Moerkerken

Even kijken waar wij staan?

Naar een nieuwe website voor het Alfa-college. April, 2011

Online Marketing. Door: Annika Woud ONLINE MARKETING

HOE VERSTERK JE HET ONDERWIJS MET DIGITALE MEDIA Emil Diephuis (DT) Ria Jacobi (O2)

SECONE. Social Enterprise Collaboration

Voordelen voor u: Functie Basis Plus Online Werken Leren QL-ICT Online of QL-ICT Online Plus Online Online

Het Nieuwe Werken? Dat gaat bij ons nooit werken!

Inhoudsopgave Disclaimer... 3 Voorwoord... 4 Inleiding... 5 Het downloaden van XAMPP... 7 Het installeren van XAMPP... 8 Joomla installeren op

Your story, delivered

WordPress Website. Bouw zelf je WordPress Website. Maarten Hendrix. Maarten Hendrix

Handleiding: Telewerken op Windows

Sweeburg advies training opleiding

TeleTrainer: training in de e van het leren

Transcriptie:

De digitale leeromgeving in de Brede Major Education Van digitale leeromgeving naar digitale leergemeenschap Auteur Ton Gloudemans Met bijdragen van Gert Mallegrom Gitte Buitelaar Arjan Fledderman Martijn t Sas Roeland Vrolijk Jos Fransen Pieter Swager Leontine van Schie Rotterdam, december 2006 / januari 2007 De digitale leeromgeving in de Brede Major Education v2 p. 1 van 31

Samenvatting In deze notitie wordt een visie ontvouwd op de nieuw te ontwikkelen digitale leeromgeving voor de Brede Major Education en worden aanbevelingen gegeven voor de praktische uitwerking daarvan. Inspiratiebronnen voor deze notitie zijn: - Backbone, 2006-2012, - de ervaring van de School of Education op het gebied van open source webtechnieken en blended learning, - nieuwe ontwikkelingen op het internet die vallen onder de noemer Web 2.0. Leren is in de Brede Major Education altijd een vorm van blended learning. Hoewel de intensiteit per student per fase kan verschillen speelt de digitale leeromgeving altijd een essentiële rol. De laatste anderhalf jaar is op het internet een explosieve toename van eenvoudig te gebruiken internettools, waarmee gebruikers informatie, beeld en geluid uit kunnen wisselen en vorm kunnen geven aan hun eigen virtuele wereld en identiteit. Deze nieuwe trend op het internet wordt Web 2.0 genoemd. De ontwikkeling van Web 2.0 hangt nauw samen met de groeiende rol van open source software - software die in internetcommunities wordt ontwikkeld, vaak vrij mag worden gebruikt en veranderd. Het begrip digitale leeromgeving wordt in deze notitie breed opgevat. Om betekenis van Web 2.0 voor het onderwijs in beeld te brengen worden acht aspecten uitgediept: 1. Computer als persoonlijk instrument 2. Digitale aanbod studiematerialen 3. Digitale communicatie 4. Digitale informatie- en nieuwsvoorziening 5. Digitale studieproducten 6. Digitale toetsing 7. Organisatie en administratie met gebruikmaking van ICT 8. ICT-E (educatie gebruik van ICT) Op basis van de bevindingen wordt een voorstel gedaan voor een nieuwe portal voor de Brede Major Education waarin de uitgewerkte aspecten integraal en gepersonifieerd worden aangeboden. Deze portal geeft toegang tot de digitale leeromgeving en is niet alleen toegankelijk voor studenten en docenten, maar ook voor het werkveld en deels ook voor het algemene publiek. Het open stellen van (delen van) de digitale leeromgeving moet als een logisch gevolg van de keuze voor competentiegericht onderwijs worden gezien. De nieuwe digitale leeromgeving is meer dan een verzameling doorzoekbare content. Er is ook een prominente rol in weggelegd voor sociale interactie, webtools en multimedia. Internet, extranet en intranet functioneren niet meer als afzonderlijke eenheden, maar worden onderdeel van het grote geheel en gaan vloeiend in elkaar over. Wie zich voor even wil onderdompelen in de mogelijkheden van Web 2.0 voor het competentiegericht onderwijs en voor de Brede Major Education in het bijzonder slaat de bladzijde om en neemt een duik. De digitale leeromgeving in de Brede Major Education v2 p. 2 van 31

1. Inleiding De ontwikkeling van de Brede Major Education vraagt om een herontwerp van onze digitale omgeving. Een speerpunt in de ontwikkeling van het nieuwe programma is toenemende flexibilisering van het onderwijs. Een belangrijke voorwaarde voor flexibilisering is een transparant aanbod van materialen, begeleidingsinstrumenten en toetsing. Digitale middelen en vooral de inzet van dynamische webtechnieken spelen daarbij een belangrijke rol. In toenemende mate zal de digitale leeromgeving de toegangspoort tot de opleiding worden en vormen de fysieke omgeving en contactmomenten in de opleiding, samen met de praktijkleeromgeving een aanvulling op en verrijking en verdieping van de digitale leeromgeving. Deze opvatting sluit aan bij Backbone, 2006-2012, waarin de ontwikkeling van het competentiegericht onderwijs binnen INHOLLAND en in het hoofdstuk ICT-rijke leeromgeving de contouren van de digitale leeromgeving worden uitgewerkt. 1 Leren is in de Brede Major Education altijd een vorm van blended learning, waarbij de verhouding tussen leren op de opleiding, leren praktijk en leren in de digitale leeromgeving per student verschilt en afhankelijk is van eerder verworven competenties, persoonlijke mogelijkheden en specifieke behoeften. Zoals Jos Fransen in zijn artikel Ontwerpstrategie voor blended learning in OnderwijsInnovatie constateert bestaat er niet zoiets als een ideale blend, maar kan alleen gestreefd worden naar de meest effectieve blend in een gegeven situatie. 2 Een deel voorlopig het grootste deel van de studenten geeft de voorkeur aan contactmomenten op de opleiding en gebruikt studiefaciliteiten op de locatie. Een ander deel wil het aantal fysieke contactmomenten het liefst tot nul beperken en studeren op afstand. Voor beide groepen is de digitale leeromgeving van groot belang: voor het ophalen van informatie en studiedocumenten, maar ook voor het uitwisselen van leerresultaten en ervaringen en communicatie met docenten en medestudenten. Het verschil is niet principieel, maar gradueel. Door het ontbreken van fysieke contactmomenten is digitale communicatie voor studenten die op afstand studeren van vitaal belang en zijn geavanceerde communicatiemiddelen een onmisbaar onderdeel in hun persoonlijke blend. Verwachting is dat studenten straks hun persoonlijke blend per opleidingsfase bepalen dus soms heel intensief en andere keren minder intensief gebruik maken van de digitale leeromgeving. De wijze waarop de digitale leeromgeving is ingericht, de informatie en functionaliteit die daarin aanwezig zijn en de wijze waarop deze worden ontsloten, zijn hoe dan ook kritische succesfactoren bij het ontwerpen van een opleidingstraject. Het inrichten van de digitale leeromgeving gaat daarom niet alleen techneuten, maar ook opleiders aan. Hoe moet de nieuwe digitale leeromgeving van onze opleiding eruit gaan zien? Welke zaken vinden we belangrijk? Welke minder belangrijk? En niet te vergeten: Hoe denken we die nieuwe leeromgeving te kunnen realiseren? Deze notitie kiest het ruime sop en ontvouwt een gedurfde en hopelijk inspirerende visie op de wijze waarop de digitale leeromgeving zich verder kan ontwikkelen. We gaan eerst in op de wereldwijde trends die op dit moment zichtbaar zijn op het gebied van digitale media en het internet in het bijzonder en gaan in op de vraag hoe we deze trends kunnen vertalen naar onze leeromgeving. We maken daarbij een onderscheid tussen acht aspecten van de digitale leeromgeving. Bij elk aspect wordt een korte 1 Drs. Theo Douma, Backbone, 2006-2012 2 Jos Fransen, Ontwerpstrategie voor blended learning, in: OnderwijsInnovatie, nr 3, september 2006 De digitale leeromgeving in de Brede Major Education v2 p. 3 van 31

analyse gegeven van de wijze waarop de digitale leeromgeving op dit moment wordt ingezet binnen de School of Education Rotterdam. Vervolgens geven we nieuwe richtingen aan voor de verdere ontwikkeling van de digitale leeromgeving, niet om ze uit te stippelen, maar om ze te onderzoeken. Discussies over ICT en onderwijs zijn vaak taaie kost, met veel technisch jargon en weinig aandacht voor menselijke motieven en verlangens. Hoewel jargon soms onontkoombaar is, gaat deze notitie niet over bits en bytes, maar over mensen - studenten en docenten - die samen een leergemeenschap vormen. 2. Van internet naar Web 2.0 Voordat we nader ingaan op de digitale leeromgeving besteden we eerst aandacht aan ontwikkelingen die zich op dit moment wereldwijd op het internet voltrekken. Tot voor kort hielden bedrijven en organisaties zich vrijwel uitsluitend bezig met de vraag Hoe krijgen we het op het web?. Elk zichzelf respecterend bedrijf en elke organisatie heeft inmiddels wel een en soms meerdere websites. De meeste van die websites bestaan uit tekst en plaatjes en hier en daar een formulier om een reactie te geven, vraag te stellen of bestelling te plaatsen. Voor een generatie die opgroeit met internet en multimedia is deze aanpak niet langer toereikend. We zien daarom op het internet een verschuiving optreden van informatieve websites naar dynamisch, databasegestuurde internettoepassingen. Gebruikers worden niet meer uitsluitend als informatiezoekers gezien, maar krijgen een actieve rol als deelnemer of leverancier van content. Voorbeelden daarvan zijn er legio: - Wikipedia: meertalige internetencyclopedie die wordt gevuld en geactualiseerd door gebruikers 3, - You Tube: website voor bekijken en publiceren van zelf gemaakte video s 4, - Travelblog: eenvoudig te onderhouden, persoonlijke websites van reizigers 5, - MySpace: zgn. sociale software om een netwerk van vrienden te creëren en te onderhouden 6, - Podcast.com: website voor producenten en luisteraars van streaming audio 7, - Second Life: een virtuele wereld waarin je met je alterego een tweede leven kunt leiden 8. - Hyves 9 : sociale internet software waarmee je een vriendennetwerk kunt onderhouden. - Flickr 10 : een omgeving om foto s en bijbehorende verhalen te publiceren. - Blogger 11 : een website waar je je eigen blog kunt maken, een persoonlijk dagboek, maar dan openbaar. Deze voorbeelden (er zijn er nog vele andere) zijn geen randverschijnselen, maar webtoepassingen met vele miljoenen actieve gebruikers. Niet voor niets riep Time Magazine onlangs niet een beroemde persoonlijkheid, maar de vele miljoenen actieve internetgebruikers uit tot persoon van het jaar. Er heeft een ware aardverschuiving 3 www.wikipedia.org 4 www.youtube.com 5 www.travelblog.org 6 www.myspace.com 7 podcast.com 8 secondlife.com 9 www.hyves.nl 10 www.flickr.com 11 www.blogger.com De digitale leeromgeving in de Brede Major Education v2 p. 4 van 31

plaatsgevonden in de wijze waarop nieuws en informatie tot stand komt en gebruikers informatie zoeken, tot zich nemen en waarderen. Aanbieders op het internet kunnen niet langer volstaan met het informeren van gebruikers en moeten zich ook richten op het faciliteren van gebruikers. Je ziet de laatste twee jaar dan ook een explosieve toename van eenvoudig te gebruiken internettools, waarmee gebruikers informatie kunnen uitwisselen en vorm kunnen geven aan hun eigen virtuele wereld en identiteit. Deze tagcloud geeft een overzicht van Web 2.0 begrippen en toepassingen. 12 Ontvanger wordt zender In 2005 werd door uitgeverij O Reilly voor deze nieuwe trend op het internet de term Web 2.0 geïntroduceerd. 13. Het Web 2.0 is geen nieuwe set van protocollen of standaarden, maar een buzzword voor een nieuwe manier van denken over en ontwikkelen van internetsoftware. Het is niet precies duidelijk wat wel en wat niet tot Web 2.0 behoort en wat nu precies het verschil is met Web 1.0 (het oude internet, dat overigens deze naam pas draagt sinds over Web 2.0 wordt gesproken). De essentie is dat Web 2.0 niet over definities gaat, maar over een nieuwe synergie. Er vindt een herwaardering plaats van de relatie tussen de klassieke zender en ontvanger. De internetgebruiker wordt niet meer gezien als recipiënt en consument, maar als participant. Hij is ontvanger, maar ook zender. Hij is consument, maar ook producent. Hij speelt een actieve rol in het ontwikkelen, actualiseren en waarderen van informatie en kennis. Hij gebruikt het web om sociale relaties te onderhouden en nieuwe te creëren. Hij koopt en verkoopt en neemt op deze wijze actief deel aan een wereldwijde markt van digitale, maar ook fysieke producten. 12 Ontworpen door Markus Angermeier (http://blog.aperto.de/?p=34) 13 http://www.oreillynet.com/pub/a/oreilly/tim/news/2005/09/30/what-is-web-20.html De digitale leeromgeving in de Brede Major Education v2 p. 5 van 31

Een direct gevolg van deze ontwikkeling is dat gebruikers een steeds belangrijker rol spelen in de ontwikkeling van nieuwe toepassingen. Succes op het internet komt vaak uit onverwachte hoek en wordt niet door grote marktpartijen geïnitieerd, maar is vaak het resultaat van inspanningen van aanvankelijk kleine partijen en soms ook individuën. De openheid van het internet geeft goede ideeën, die inspelen op de wensen van gebruikers, de mogelijkheid om uit te groeien tot mondiale omvang. Websoftware en open source De ontwikkeling van Web 2.0 gaat samen met de verschuiving van client- naar serversoftware. Steeds meer toepassingen gebruiken de mogelijkheden van de webbrowser als framework en vereisen niet langer speciale cliëntsoftware die op de computer van de gebruiker wordt geïnstalleerd. Voordeel hiervan is dat het gebruik van software niet meer aan een specifieke computer gebonden is en dat samenwerking, interactie en communicatie tussen gebruikers belangrijker worden. Het delen van data, resultaten, informatie, meningen, multimedia wordt op deze manier heel eenvoudig. Nieuwe websoftware is gericht op het faciliteren van een gebruikersgroep met een gemeenschappelijk interesse of belang en ontwikkelt zich in samenspraak met gebruiker. Typerend voor deze wijze van software ontwikkeling zijn snelle releases en regelmatige updates. Snelheid is voor Web 2.0 een cruciale factor. Was het ontwikkelen van nieuwe toepassingen enkele jaren terug een proces dat vele jaren kon vergen voor sprake was van een beta, nu worden nieuwe toepassingen vaak binnen enkele maanden ontwikkeld en vrijgegeven en vervolgens stapsgewijs verder uitgewerkt. Het ontwikkelen van nieuwe toepassingen en aanpassen van bestaande toepassingen wordt steeds eenvoudiger door het grote aanbod aan open source software. Open source is een verzamelnaam voor software waarvan de code open staat (in tegenstelling tot gewone ook wel closed software genoemd, zoals Windows en Microsoft Office). Code die open staat kan gelezen en aangepast worden door programmeurs om te voldoen aan specifieke gebruikerswensen en -eisen. Veel open source software is gratis verkrijgbaar en mag vaak ook vrij gedistribueerd worden. Bekende voorbeelden van open source programma s voor webservers zijn Apache (webserver), PHP (serverside scripting parser), SQLite en MySQL (databases). Ook voor pc s wordt client-software als open source ontwikkeld en verspreid. Het bekendste voorbeeld daarvan is natuurlijk Linux (besturingssysteem). Een ander voorbeeld is Open Office (tekstverwerker, spreadsheet, enz.) dat snel aan populariteit wint en een serieus alternatief voor het product van de bekende marktleider biedt. Web 2.0 zou niet bestaan zonder open source. Op het gebied van serverside scripting en databases twee essentiële elementen van Web 2.0 is sprake van een enorm aanbod aan kant en klare software, halfproducten en ontwikkeltools, die vaak omgeven worden door actieve communities. In deze communities wordt vrijelijk kennis uitgewisseld, gediscussieerd over problemen en helpen programmeurs elkaar bij het zoeken naar oplossingen. Het creëren van interactieve en/of dynamische (web)toepassingen is niet meer voorbehouden aan grote softwareproducenten, maar is binnen het bereik gekomen van individuen, kleine bedrijven, open source communities en niet te vergeten onderwijsinstellingen. Voor open source gebruikers in onderwijsinstellingen bestaat in Nederland een speciale projectgroep: open source en standaarden in het onderwijs. Deze projectgroep onderhoudt onder meer een website die informatie geeft over het gebruik van open De digitale leeromgeving in de Brede Major Education v2 p. 6 van 31

source in het onderwijs en nieuwe ontwikkelingen en toepassingen signaleert. 14 Voorbeelden van open source projecten die zich speciaal op het onderwijs richten zijn Moodle (een leeromgeving vergelijkbaar met Blackboard) en Ubuntu (een Linux distributie met een speciale versie voor het onderwijs). De belangstelling van onderwijsinstellingen in Nederland voor open source stijgt snel. Zo draaien bijvoorbeeld de websites van Saxion Hogescholen 15, van de Pabo van Fontys Hogescholen 16 en van Pabo de Hogeschool Zuyd 17 op Linux, Apache, PHP en MySQL. Binnen INHOLLAND maakt tot nu toe alleen de School of Education actief gebruik van deze technieken. Op Amerikaanse universiteiten is al langer een verschuiving naar open source waarneembaar. Parallel aan de open source benadering bestaan daar organisaties die zich toeleggen op het definiëren van open standaarden, waarmee interoperabiliteit en modulair inzetten van systemen mogelijk wordt. 18 Voor het functioneren van het World Wide Web zijn die standaarden er natuurlijk al. Zonder de standaarden van het W3- consortium zou het internet in zijn huidige vorm niet kunnen bestaan. 19 Voor specifieke toepassingsgebieden zijn open standaarden vaak nog in ontwikkeling. Belangrijke voordelen van open source en open standaarden zijn dat de organisatie meer grip krijgt op de inrichting van de digitale omgeving, eigen aanpassingen kan plegen, snel kan reageren op nieuwe ontwikkelingen en informatie beter kan uitwisselen. Ook wordt vaak als voordeel genoemd het minder afhankelijk worden van leveranciers. Een niet onbelangrijk punt is dat open source projecten in veel gevallen in het publieke domein opereren. Een educatieve instelling met een omvang als INHOLLAND, die graag voorop wil lopen en zich profileren als een moderne op de maatschappij gerichte organisatie zou hier een actieve rol voor zichzelf weggelegd moeten zien. Digitale leeromgeving 2.0 Kortom, de ontwikkeling van Web 2.0 biedt nieuwe perspectieven en vergezichten. Wat betekent dit nu voor onze digitale leeromgeving? Wanneer we aansluiting willen vinden bij een nieuwe generatie studenten dan zullen we moeten onderzoeken wat Web 2.0 betekent voor onze opleiding en het onderwijs in het algemeen. De afgelopen jaren is door de School of Education een nieuwe weg ingeslagen met interactieve internetapplicaties als het Onderwijsplein, de Virtuele Praktijkapplicatie Educatie en de Evaluatiesite. De wijze waarop deze toepassingen worden ontwikkeld en de functionaliteit ervan hebben duidelijk karakteristieken van de Web 2.0 benadering, maar gaan vanuit deze optiek nog niet ver genoeg. De interactiviteit is nu nog hoofdzakelijk beperkt tot het verzamelen en uitwisselen van informatie en kennis. De uitdaging voor de digitale leeromgeving voor de Brede Major Education is om communicatie, sociale interactie en uitwisseling van informatie en kennis tot stand te brengen, waarbij de gebruiker (student, docent, medewerker, manager) wordt gezien als lid van een educatieve gemeenschap. Ook de betrokkenheid van het werkveld bij de opleiding, een lang gekoesterde wens, kan dank zij het Web 2.0 toenemen. Een hogeschool die in zijn onderwijsconcept competentiegericht onderwijs centraal stelt, kan zijn digitale leeromgeving niet beperken 14 www.ossinhetonderwijs.nl 15 www.saxion.nl/info 16 www.pabobart.nl 17 www.periodeboek.nl 18 www.campustechnology.com/article.asp?id=10700&p=1 19 www.w3.org De digitale leeromgeving in de Brede Major Education v2 p. 7 van 31

tot een intranet, dat nagenoeg geheel gesloten is voor de inbreng van en uitwisseling met het werkveld. Competentiegericht leren vraagt om actieve participatie van de praktijk in de opleiding. Deze rol kan in de digitale leeromgeving ook werkelijk waargemaakt worden door een extranet- en internetomgeving, waarin het mogelijk is informatie uit te wisselen, kennis te delen, samen te werken en te communiceren, kortom traditionele grenzen te overschrijden. 3. De digitale leeromgeving Over het begrip digitale leeromgeving bestaan verschillende opvattingen. Soms wordt een digitale leeromgeving gelijk gesteld met een ICT-toepassing waarbinnen een (deel van het) onderwijsproces wordt vormgegeven, bijvoorbeeld de communicatie tussen docent en student. Zo wordt op de onze hogeschool Blackboard vaak gezien als dé digitale leeromgeving van INHOLLAND. In deze notitie wordt het begrip digitale leeromgeving breder opgevat: de digitale leeromgeving is het samenstel van hardware, software, toepassingen en netwerken, dat ingezet wordt om het leerproces van de student vorm te geven, te faciliteren en te administreren. Zo opgevat is het begrip digitale leeromgeving veelomvattend, want het gaat hierbij niet uitsluitend om onderwijsinhouden, maar ook om bijvoorbeeld de communicatie en de administratieve processen die gerelateerd zijn aan leeractiviteiten. Dit maakt het denken over wat we vragen van een digitale leeromgeving complex, maar het is alleen deze brede opvatting van het begrip digitale leeromgeving die de mogelijkheid biedt om de relatie tussen de verschillende aan het leren verbonden activiteiten in beeld te krijgen en zo te komen tot een nieuwe visie op het gebruik van ICT in het onderwijs. Om grip te krijgen op het brede begrip digitale leeromgeving zoals dat hier gehanteerd wordt en niet te verzanden in tot de verbeelding sprekende, maar vage toekomstvisioenen, onderscheiden we acht aspecten van de digitale leeromgeving, te weten: 1. Computer als persoonlijk instrument 2. Digitale aanbod studiematerialen 3. Digitale communicatie 4. Digitale informatie- en nieuwsvoorziening 5. Digitale studieproducten 6. Digitale toetsing 7. Organisatie en administratie met gebruikmaking van ICT 8. ICT-E We werken deze aspecten hieronder stuk voor stuk uit. We kijken daarbij naar de huidige praktijk binnen de School of Education Rotterdam en geven vervolgens vanuit de Web 2.0 gedachte en vanuit onze visie op competentiegericht en flexibel onderwijs de ontwikkelingsrichting aan voor de nieuwe digitale leeromgeving Brede Major. Elke onderdeel wordt afgesloten met een aantal concrete aanbevelingen. 3.1 Computer als persoonlijk instrument Digitale media geven toegang tot een wereld van informatie en kennis. Zij maken het mogelijk om op verschillende manieren met mensen over de hele wereld in contact te treden en zijn in korte tijd uitgegroeid tot een onmisbaar instrument voor vrije meningsuiting, sociale interactie, entertainment, persoonlijke vorming en individuele zelfexpressie. Voor de generatie die opgroeit in de wereld van digitale video en fotografie, mp3 audio en World Wide Web (dus zo ongeveer alle kinderen/jongeren geboren vanaf het einde van de jaren tachtig) is de digitale wereld een onlosmakelijk deel van hun identiteit. De digitale leeromgeving in de Brede Major Education v2 p. 8 van 31

Alle sectoren in de maatschappij en ook mensen veranderen ingrijpend door de nieuwe mogelijkheden die digitale media bieden. Het onderwijs kan hier op twee manieren mee omgaan: zich schrap zetten en de digitale revolutie als een golf over zich heen laten komen of in beweging komen en de nieuwe mogelijkheden als een uitdaging voor de toekomst zien ofte wel niet reageren, maar participeren! Onze lerarenopleiding heeft in 1998 gekozen voor het tweede. Met het EXPLO 20 project werd een nieuwe weg opgeslagen en werden productief en adaptief leren met intensief gebruik van ICTspeerpunten in de opleiding. Studenten en docenten werkten op een eigen laptop die overal kon worden ingeprikt op het intranet en internet. Internet was ten tijde van EXPLO nog Web 1.0, maar in deze tijd werd de basis gelegd voor de digitale leeromgeving zoals we die nu kennen. Het Onderwijsplein, Mensen Maken Scholen, het digitaal portfolio, thema-templates en multimediale zelfstudiemodulen komen uit deze periode. Na de fusie met INHOLLAND brak een nieuwe periode aan waarin de laptop een randverschijnsel werd. Vaste pc s met vaste programmatuur werden de norm. Het ontwikkelen van eigen dedicated leeromgevingen met behulp van serverside scripting (zoals gebruikelijk in de Ichthus Hogeschool) werd officieel in de ban gedaan. Het streven naar standaardisatie ging de boventoon voeren. Hoewel deze operatie tot op zekere hoogte onvermijdelijk was, heeft de exclusieve aandacht voor de beheersmatige aspecten van de leeromgeving een aantal onwenselijke gevolgen gehad. De hogeschool beschikt momenteel over een intranet dat slechts zeer matig functioneert en een internetsite die vooral het domein is van de afdeling Marketing en Communicatie. Gevolg is dat in de hogeschool weinig te merken is van de vitaliteit van het internet, laat staan van Web 2.0. De digitale communicatie binnen INHOLLAND bestaat voor een groot deel uit een gestage stroom van documenten die via e-mail, Blackboard en Sharepoint worden verspreid. Overzicht en structuur zijn moeilijk te ontdekken en moet in veel gevallen door individuele gebruikers worden aangebracht door het archiveren van kopieën op de harde schijf. Ook met de beleving is het niet best gesteld en dat is misschien nog erger. Er zijn weinig gebruikers te vinden die de digitale leeromgeving als inspirerend ervaren, laat staan zich ermee identificeren. Pas wanneer de digitale leeromgeving aansluit op daadwerkelijke behoeften van gebruikers, pas dan ontstaat de persoonlijke betrokkenheid en energie om de digitale leeromgeving om te vormen tot een digitale leergemeenschap. Daarbij mag iets van gebruikers verwacht worden: dat zij investeren in hun ICT-vaardigheden en open staan voor nieuwe ontwikkelingen. Daarbij mag ook iets van de organisatie verwacht worden: dat deze in staat is te reageren op wensen van gebruikers, dat deze gebruikers mogelijkheden biedt om een actieve rol te spelen in de ontwikkeling van de digitale leeromgeving. De pc is op onze hogeschool teveel een computer geworden, zonder de p van personal. Dit kan en moet anders. Communicatietechnieken komen steeds dichterbij en zelfs letterlijk op en zelfs in de mens te zitten. Het is zeker niet ondenkbaar dat de desktop sterk zal worden teruggedrongen en mobiele communicatiemiddelen de overhand gaan krijgen. De enige wijze om met deze moeilijk voorspelbare ontwikkelingen om te gaan is een open oog op de toekomst. De hogeschool dient een stabiele werk- en leeromgeving te bieden, die tegelijkertijd ruimte biedt voor nieuwe ontwikkelingen, experimenten en persoonlijke voorkeuren. De technologie lijkt in dit opzicht te helpen. Serverside technologieën zijn sterk in opkomst en bieden de gebruiker instrumenten die niet of minder afhankelijk zijn 20 EXperimentele Leraren Opleiding (Ichthus Hogeschool, Dordrecht, 1998-2002) De digitale leeromgeving in de Brede Major Education v2 p. 9 van 31

van afzonderlijke pc s. Ook een nieuw platform als U3 biedt nieuwe mogelijkheden voor personal computing. Dit platform maakt het mogelijk documenten en eigen software op een speciale USB-stick te zetten en deze vervolgens op elke Windows 2000/XP computer te gebruiken. 21 Zowel de software (inclusief historie en persoonlijke instellingen) als de documenten worden portable en kunnen op iedere computer worden geactiveerd. Andere voorbeelden van mobiele techniek zijn de mobiele telefoon, mp3- speler, de PDA (Personal Digital Assistant) en de laptop. Veel studenten en docenten zijn in het bezit van een of meerdere van deze apparaten. Als educatieve opleiding wil onze School voorop lopen in het inzetten van nieuwe technieken die bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling en leer- en werkprocessen van studenten en docenten. Dit betekent in de eerste plaats ruimte bieden voor nieuwe initiatieven en experimenten. In 2006 werd een aanvraag voor een pilot met SMS helaas niet gehonoreerd, maar dat betekent niet dat de gedachtevorming stil staat. In de periode januari-maart 2007 wordt door het MediaLab Educatie een pilot met podcasting uitgevoerd worden, die resulteert in een eenvoudige, multi-inzetbare faciliteit om audio te publiceren. De eerste podcasts zullen bestaan uit bijzondere voordrachten die gedurende deze periode op de verschillende locaties worden gehouden. De toepassing die hiervoor ontwikkeld wordt kan vervolgens ook in het onderwijs worden toegepast. De spits wordt afgebeten door de differentiatie Oriëntatie op NT2-specialist in het primair onderwijs, waarin studenten in het kader van hun onderzoek naar de taalontwikkeling van kinderen mp3-opnamen maken en deze via een podcast aan elkaar beschikbaar stellen. Experimenteren gaat samen met leren. Docenten en studenten moeten gestimuleerd worden hun competenties om nieuwe technieken in te zetten in hun onderwijs te verhogen. Dat is niet zozeer een kwestie van kennis, als wel van houding. Een open oog en een nieuwsgierige geest zijn in de snel veranderende wereld van digitale media minstens even belangrijk als know-how. Het leren werken met nieuwe technieken heeft daarom meer te maken met het overwinnen van psychologische weerstanden, dan met feitelijke knoppenkennis. Belangrijk is het begrijpen van nieuwe concepten en het daadwerkelijk ervaren. Een inspiratievol verhaal en een behulpzame collega hebben vaak meer effect dan het doorploegen van een centimeterdikke handleiding van een knoppencursus. Een bijzonder punt van aandacht is het gebruik van nieuwe technieken in colleges en tutorgroepbijeenkomsten. Steeds meer docenten maken of willen gebruik maken van digitale presentatietechnieken, zoals Powerpoints en digitale video. De praktijk blijkt echter vaak weerbarstig. De opgestelde apparatuur in lesruimte is niet altijd operationeel of niet goed ingesteld of opgesteld. De veelvuldige klachten die hierover te horen zijn vragen om nader onderzoek en actie. Leesbaarheid van presentaties met behulp van de beamer zijn vaak slecht door de abominabele projectieomstandigheden: - ontbreken van verduistering, - ontbreken van een lichtschakelaar om het kunstlicht te kunnen dimmen - onbreken van een professioneel of op zijn minst wit projectieoppervlak. Ook zijn geen goed werkende smartboards beschikbaar, terwijl deze op basisscholen wel steeds meer te vinden zijn. Wat zegt het over onze opleiding wanneer we studenten leren bordschrijven, maar niet leren om te gaan met moderne presentatiemiddelen? Een 21 www.u3.com De digitale leeromgeving in de Brede Major Education v2 p. 10 van 31

lerarenopleiding die voorop wil lopen in het ontwikkelen en onderwijzen van nieuwe didactiek moet ook voorop willen lopen bij het inzetten van nieuwe technologie! Breng in de hogeschool een discussie op gang rondom de computer als persoonlijk instrument. Besteed in de opleiding voldoende aandacht aan de computervaardigheden en daag studenten uit om te experimenteren en te ontdekken. Motiveer docenten te werken aan hun computervaardigheden, confronteer ze met nieuwe ontwikkelingen, daag uit tot discussie, zorg ervoor dat op locatie tijd, ruimte en aandacht is voor intercollegiale begeleiding en haal de vrijblijvendheid eruit. Doe een kritisch onderzoek naar de beschikbaarheid, opstelling en werking van presentatiemiddelen in lesruimten en pas indien nodig zaken aan. Schaf op elke locatie - indien nog niet aanwezig - smartboards aan en neem het leren werken met smartboards op in het onderwijsprogramma. 3.2 Digitale aanbod studiematerialen Studiematerialen vormen een onmisbare bron in de opleiding voor zowel studenten als docenten. Beschikbaarheid van en toegang tot studiematerialen is daarom een speerpunt in de digitale leeromgeving. Bij voorkeur zijn studiematerialen digitaal, eenvoudig te traceren en vrij beschikbaar voor elke student en docent. In de werkelijkheid van nu is dit ideaal niet volledig te verwezenlijken: - Niet alle studiematerialen zijn digitaal voorhanden (boeken en tijdschriften). - Een deel van het digitaal leermateriaal wordt betrokken van uitgevers (bijvoorbeeld MILE). - Sommige digitale materialen zijn minder geschikt voor online gebruik (bijvoorbeeld multimediale studiematerialen). 3.2.1 Educatieve uitgeverij Hoewel de jaarlijkse boekenlijst vooralsnog niet zal verdwijnen, zal de wijze waarop leermaterialen aangeboden worden de komende jaren ingrijpend veranderen. Uitgeverij Van Gorcum biedt al haar PABO-uitgaven op dit moment al digitaal aan in Sherpa-pro een internetomgeving waarin PABO-studenten de titels van deze uitgever kan bestuderen en eigen leerarrangementen samenstellen. 22 Wolters-Noordhoff biedt sinds kort docenten van het hoger onderwijs de mogelijkheid aan zelf studieboeken samen te stellen uit de verschillende uitgaven van deze uitgeverij. 23 Er zijn zelfs uitgevers die zich geheel toeleggen op digitaal publiceren. Lulu is daar het bekendste voorbeeld van. 24 Lulu maakt het publiceren van boeken en multimedia zeer laagdrempelig door een radicale verandering van het productieproces. Boeken, cd s en dvd s worden niet in oplage, maar per exemplaar geproduceerd na bestelling door de klant. Er zijn geen opstartkosten en er is geen minimumoplage. Deze voorbeelden maken duidelijk dat digitale ontwikkelingen grote invloed hebben op de wijze waarop uitgevers opereren. Het is zaak om op deze veranderingen in te spelen en daar waar mogelijk invloed uit te oefenen. De inzet daarbij moet zijn: studenten tegen gelijkblijvende en mogelijkerwijs lagere kosten te voorzien van studiemateriaal dat perfect is toegesneden op de student en opleiding. Het is daarom van belang dat (vak)docenten zich op de hoogte stellen van de nieuwe ontwikkelingen en de voordelen daarvan actief benutten. 22 www.sherpa-pro.nl 23 www.maatwerk.wolters.nl 24 www.lulu.com De digitale leeromgeving in de Brede Major Education v2 p. 11 van 31

3.2.2 Onderwijsplein Naast titels van educatieve uitgevers werken studenten in hun opleiding veelvuldig met studiematerialen en onderwijsdocumenten die door de opleiding zelf worden geproduceerd. Deze materialen hebben voor het overgrote deel een digitale vorm en worden op dit moment aangeboden via het Onderwijsplein. 25 Het Onderwijsplein is een Learning Content Management System (LCMS) en speelt een centrale rol in het beheren en distribueren van onderwijsdocumenten. Doel van het Onderwijsplein is om onderwijsmaterialen in een aantrekkelijke, overzichtelijke en eenvoudige beheerbare omgeving aan te bieden met daar waar nodig en wenselijk multimediale en interactieve elementen. Het systeem is dedicated, dat wil zeggen toegesneden op het studieprogramma en de opleidingsvarianten van Education. Het is zo ingericht dat elk document binnen deze omgeving met een minimaal aantal muisklikken (vaak niet meer dan drie) bereikt kan worden. In het Onderwijsplein zijn te vinden: - studiehandleidingen - studieteksten - presentaties en hand-outs - links naar externe websites - templates - multimediale zelfstudiesites - (multimediale) faq s Materialen kunnen worden gefilterd op studievariant (voltijd, deeltijd, digi, verkort). Voor docenten bestaat de mogelijkheid materialen te delen met collega s. Moderatoren, die verantwoordelijk zijn voor deelgebieden binnen het Onderwijsplein, kunnen on-the-fly extra studiematerialen voor studenten beschikbaar maken. Er is een archieffunctie voor studenten met studievertraging en onderwijsontwikkelaars. Met een zoekfunctie kunnen alle aanwezige materialen worden doorzocht. In het docentgedeelte kunnen docenten materiaal ter beschikking stellen van collega s. In het totaal worden in het Onderwijsplein om en nabij de 1500 documenten beheerd. Het Onderwijsplein wordt gemiddeld enkele duizenden malen per dag bezocht en is daarmee de meest intensief gebruikte toepassing van Education. Het Onderwijsplein is niet alleen voor de dagelijkse onderwijspraktijk, maar ook voor de kwaliteitcyclus die binnen de School gehanteerd wordt van groot belang. Groot verschil met de praktijk in veel andere Schools is, dat studiematerialen van elk programmaonderdeel voor alle betrokkenen bereikbaar zijn, elk document slechts één maal wordt opgeslagen en er geen misverstand kan bestaan over de status van een document. Dit zorgt voor transparantie in het proces van ontwikkelen, uitvoeren en evalueren. Ook in de Brede Major zal het Onderwijsplein een belangrijke functie vervullen. Daarvoor is wel een nieuw ontwerp- en ontwikkeltraject nodig. Het nieuwe onderwijsprogramma vraagt om een nieuwe structuur. Bovendien is een overstap naar een nieuwe server nodig, omdat de Cold Fusion-server, waarop het Onderwijsplein draait, niet meer in de INHOLLAND ICT-infrastructuur past en daarom ( ) niet meer wordt onderhouden. Het ligt voor de hand het nieuwe Onderwijsplein te ontwikkelen op PHP/MySQL, het platform waarop ook andere webtoepassingen van Educatie draaien (VPE, INtekensite, Evalutiesite). Bijkomend voordeel is dat daarmee nieuwe mogelijkheden in het verschiet komen. 25 insite.rotterdam.inholland.nl/intern/loc_dd/educatie/onderwijsplein_v2/ De digitale leeromgeving in de Brede Major Education v2 p. 12 van 31

Uitgangspunten bij het maken van een herontwerp van het Onderwijsplein zijn: - Heldere structuur en navigatie. - Goede zoekfuncties. - Overzichtelijke en aantrekkelijke interface. - Teksten worden waar mogelijk direct op het scherm gezet met de optie deze teksten te downloaden en printen, zonder dubbel beheer. - Een prominente rol voor beeldvormers. Het publiceren van foto s en fotopresentaties is zo eenvoudig mogelijk. - Aandacht voor multimedia in de vorm van video, audio, animatie en interactie. - Ruimte voor discussie en interactie in de vorm van discussionboards en faq s onder beheer van moderatoren. Hoewel ook in het nieuwe Onderwijsplein documentbeheer een belangrijke rol zal spelen, is het meer dan een documentbeheersysteem. Het Onderwijsplein is een aantrekkelijk vormgegeven toegangspoort tot de competentiegebieden en kennisdomeinen van de opleiding. Daarbij moet ook een duidelijke plaats ingeruimd worden voor internet. Er zijn talrijke websites, forums en toepassingen op het internet die een waardevolle aanvulling op en verrijking van het onderwijs kunnen zijn. Een voorbeeld hiervan is Teleblik 26, een website die vele honderden historisch beeld- en geluidsfragmenten bevat in de vorm van streaming video bedoeld voor toepassing in het primair en secondair onderwijs alsmede de lerarenopleiding. Het Onderwijsplein dient bronnen op het internet die van belang zijn voor een thema, vakgebied of studieonderdeel systematisch te ontsluiten. Kijk en denk mee met de ontwikkelingen in de educatieve uitgeverijen. Maak een herontwerp van het Onderwijsplein en realiseer dit op het PHP/MySQL platform Stimuleer onderwijsontwikkelaars en vakexpertgroepen om hun aanbod te verrijken met multimedia en bronnen op het internet. Experimenteer in het Onderwijsplein met nieuwe media, zoals webcasting en streaming video. 3.3 Digitale communicatie In deze en volgende paragraaf zoomen we in op de C van ICT, die staat voor communicatie. Allereerst de communicatie tussen docent-student en tussen studenten onderling. Van oudsher zijn we gewend om communicatie tussen docent en student in de vorm van (fysieke) contacttijd te gieten, maar dat is met de nieuwe digitale communicatietechnieken helemaal niet meer zo vanzelfsprekend. In de DigiPabo is er zelfs nagenoeg geen contacttijd. De gedachte dat afstandsleren uitsluitend ingegeven wordt door noodzaak (te lange afstanden of geen mogelijkheid om contacttijd in de eigen agenda in te passen) lijkt steeds minder op te gaan. Er blijkt ook een groep studenten te zijn, die er gewoon de voorkeur aan geeft op afstand te studeren. Bij het leren op afstand is de inzet van digitale media een kritische succesfactor. We kijken in deze paragraaf naar de asynchrone en synchrone communicatiemiddelen die bij het afstandleren kunnen worden ingezet. 3.3.1 Asynchrone communicatie De asynchrone communicatiemiddelen zijn op dit moment binnen de hogeschool het best ontwikkeld. We gaan hier kort in op e-mail, Blackboard en Sharepoint. 26 www.telebilk.nl De digitale leeromgeving in de Brede Major Education v2 p. 13 van 31

Email Iedere student en medewerker beschikt over een eigen e-mailbox die via webmail over aangesproken kan worden. Groot voordeel van e-mail is de gebruikvriendelijkheid en de hoge attentiewaarde die van e-mail uitgaat. Belangrijk nadeel is dat de informatiestroom ongestructureerd is. De populariteit van e-mail is ook het grootste probleem. Veel gebruikers worden overvoerd met informatie die via e-mail binnenkomt, niet alleen spam, maar ook documenten, nieuwsberichten, vragen. Soms gaat het om relevante, belangrijke informatie, maar in veel gevallen ook niet. Nadeel is ook dat informatie die bewaard moet blijven door de gebruiker zelf moet worden gearchiveerd, met als gevolg dat documenten, vaak in verschillende versies op talrijke plekken, worden opgeslagen. Dit is niet wat je noemt gestructureerd informatiebeheer. Het is daarom van belang naast e-mail instrumenten in te zetten, waarin informatie gestructureerd, doorzoekbaar en permanent wordt aangeboden. Blackboard Blackboard wordt in de School of Education ingezet om de communicatie binnen tutorgroepen te ondersteunen. In Blackboard kunnen bijvoorbeeld documenten of presentaties worden uitgewisseld en discussieforums gestart. Docenten kunnen van week tot week nieuwe informatie inbrengen, praktische mededelingen doen en het werk van studenten ophalen en van feedback voorzien. Blackboard biedt alle deelnemers toegang tot een gemeenschappelijke werkomgeving met alle informatie en documenten die door hen zijn ingebracht. Voor het studeren op afstand is Blackboard een onmisbaar instrument. Digipabo-studenten en -docenten zijn op dit moment dan ook de meest actieve gebruikersgroep. Voor studenten die op locatie studeren wint Blackboard echter aan belang. De pilot die tussen februari-april 2007 door Education uitgevoerd wordt in het kader van het project New Blends moet onder meer leiden tot een intensievere inzet van Blackboard als parallel communicatiekanaal naast reguliere contactmomenten op de opleiding. Op dit moment is de inzet van Blackboard nog teveel afhankelijk van de werkwijze van de individuele docent. N.B. Het gebruik van Blackboard als CMS om alle studiematerialen van de opleiding toegankelijk te maken in veel schools een gangbare praktijk is hoogst onwenselijk. Blackboard is gericht op het faciliteren van cursussen met een beperkt aantal deelnemers en een beperkte looptijd. Voor het beheren en publiceren van onderwijsmaterialen is een andere, meer gestructureerde aanpak vereist (zie 3.2.2). SharePoint De SharePoint omgeving van INHOLLAND wordt op dit moment ingezet ter ondersteuning van docententeams en projectgroepen. Verschil met Blackboard is dat deze omgeving een meer open structuur biedt voor het uitwisselen van informatie en documenten, meer mogelijkheden biedt om de user-interface te manipuleren en ook aantal andere extras biedt. Ondanks duidelijke verschillen in mogelijkheden en gebruik is de opzet in wezen gelijk. SharePoint is vooral geschikt voor het ondersteunen van (project)teams met een beperkte omvang voor het delen van informatie en documenten. 3.3.2 Synchrone communicatie Naast asynchrone communicatie is het van belang mogelijkheden tot synchrone communicatie te scheppen. In de reguliere opleiding heeft synchrone communicatie de vorm van formele en informele contactmomenten op de opleiding. Voor studenten die op afstand studeren is de telefoon en MSN het belangrijkste synchrone De digitale leeromgeving in de Brede Major Education v2 p. 14 van 31

communicatieinstrument. Dat verandert echter in snel tempo. VOIP-software (Voice Over Internet Protocol internet telefonie), headsets en webcams veroveren de desktop. Dank zij deze nieuwe instrumenten wordt de computer een communicatiemiddel met ongekende mogelijkheden. Het variëren van de communicatiesetting (één-op-één begeleiding, colleges, tutorgroepen) is niet langer voorbehouden aan fysieke contactmomenten. Nieuwe technieken maken het mogelijk om naast één-op-één contacten, ook contacten met kleinere of grotere studentgroepen te organiseren. De software die hiervoor nodig is, is in veel gevallen gratis en eenvoudig te installeren en te gebruiken. Skype Het bekendste voorbeeld hiervan is Skype. Skype begon twee jaar geleden als VOIPsoftware om via internet met een andere Skype-gebruikers te kunnen telefoneren. Op dit moment groeit Skype in een ongehoord snel tempo uit tot een veelomvattend communicatie-instrument. Dank zij de mogelijkheid die Skype biedt voor plug-ins van andere ontwikkelaars komen voortdurend nieuwe toepassingen beschikbaar. We noemen er drie die voor onze opleiding interessant zijn: - desktopsharing: tonen of delen van je desktop met andere gebruikers, - conferenties: VOIP met maximaal vijf personen tegelijkertijd, - webcasting: live audio en webcambeelden uitzenden voor maximaal 100 gebruikers met mogelijkheden tot interactie. Skype maakt de toegang tot dit soort technieken zeer laagdrempelig en kan met name in het afstandsonderwijs een uitstekende aanvulling zijn op schriftelijke communicatie via e-mail en Blackboard. Skype is een voorbeeld van software die eenvoudig is te implementeren en kan ook op het INHOLLAND netwerk gebruikt worden. Mogelijk nadeel van dit soort software is dat deze niet institutioneel verankerd is. De gebruikersvoorwaarden worden door de leverancier bepaald en kunnen in de toekomst ten nadele veranderen, bijvoorbeeld door beperkingen op te leggen aan het gebruik, reclame boodschappen te pushen, (extra) kosten in rekening te brengen of door op ongewenste wijze in de persoonlijke levenssfeer van gebruikers te treden. Hoewel deze punten blijvend de aandacht verdienen, hoeven zij verder gebruik vooralsnog niet in de weg te staan. Er worden in Skype geen gegevens vastgelegd die essentieel zijn voor de opleiding. Het gebruik is in principe vluchtig. Bovendien gelden voor iedere software geleverd door derden dezelfde bezwaren. Macromedia Breeze Een alternatief voor Skype is Macromedia Breeze. Dit platform biedt soortgelijke faciliteiten, maar in een meer gesloten omgeving. Skype richt zich op een zo groot mogelijk publiek, terwijl Macromedia Breeze zich meer lijkt te richten op professionals. Pilots moeten uitsluitsel geven of het ene platform boven het ander te verkiezen is. Daarbij kan een vergelijking gemaakt worden tussen functionaliteit, gebruikersvriendelijkheid, acceptatie en kosten. Een andere vraag die in een pilot verder onderzocht moet worden is op welke momenten en in welke vorm digitale communicatietechnieken worden ingezet. De techniek maakt het mogelijk om een groot gedeelte van de dag bereikbaar te zijn, maar kan en willen we dat ook? Waarschijnlijk niet! Docenten kunnen niet elk moment van de dag studenten te woord staan. Studenten die op afstand studeren kunnen niet op elk gewenst moment inloggen. Zij wonen soms in een andere tijdzone of studeren op De digitale leeromgeving in de Brede Major Education v2 p. 15 van 31

ongebruikelijke momenten. Synchrone communicatie stelt eisen aan de beschikbaarheid van docent en student, waar zij niet altijd aan kunnen en willen voldoen. Ook bleek uit het DU-onderzoek naar het gebruik van webcams in de opleiding (Webcams in F2F communicatie) dat gebruik van bewegend beeld niet altijd als prettig wordt ervaren. Bij de inzet van nieuwe instrumenten dienen de behoeften en mogelijkheden van gebruikers als uitgangspunt te worden genomen. Vergelijk het platform Skype en Macromedia Breeze op technische functionaliteit en inzetbaarheid. Voer in het afstandsleren een pilot uit met deze platforms bij enkele tutorgroepen en evalueer de gebruikerservaringen. Stel een werkplan op voor een brede inzetbaarheid van digitale communicatiemiddelen, in het afstandsleren en in de reguliere opleiding. 3.4 Digitale nieuws- en informatievoorziening Naast communicatie in het directe onderwijsproces is ook de communicatie binnen de organisatie van groot belang, zeker in een grote en dynamische organisatie als INHOLLAND. Daarbij gaat het niet alleen om de communicatie tussen management, medewerkers en studenten, maar ook om communicatie met het werkveld. Middelen die hierbij ingezet worden zijn: - (e-mail) nieuwsbrief - intranet - extranet - internet Hoewel we nieuws en informatie hier onder één noemer vangen is het wel zinvol beide te onderscheiden. Nieuws is berichtgeving die gebonden is aan actualiteit en waarvan de informatieve waarde een beperkte levensduur heeft. Onder informatie verstaan we in dit verband alle kennis die in onze organisatie wordt verspreid, met uitzondering van onderwijsinhouden, die niet direct aan actualiteit gebonden of persoonsgebonden is. Op dit moment is de nieuws- en informatievoorziening tamelijk versnipperd. 3.4.1 Nieuwsvoorziening De volgende kanalen worden gebruikt voor nieuwsberichten: - INsite Het intranet heeft een deels gepersonaliseerde voorpagina die als active desktop wordt gepushed. Deze pagina bevat hogeschool (M&C) nieuws en de twee meest recente nieuwsitems die op de Schoolsite zijn gepubliceerd. De nieuwsapplicatie op de Schoolsite wordt beheerd door het MediaLab. Hoewel er langs deze weg regelmatig nieuwsberichten worden gepubliceerd, is er geen actief redactioneel beleid. - Nieuwsbrieven - Er worden op de School meerdere nieuwsbrieven verspreid. Elke locatie heeft zijn eigen nieuwsbrief voor studenten en voor medewerkers. Soms worden vanuit projecten eigen nieuwsbrieven gestart, die een langer of korter leven hebben. Ook worden er vanuit de Praktijkbureaus nieuwsbrieven gestuurd naar scholen, besturen en contactpersonen. Het beeld als geheel is rommelig. Nieuwsbrieven worden soms als worddocument verspreid met e-mail, soms als platte emailtekst en soms als HTML-mail (met wisselende opmaak en afbeeldingen). Nieuwsbrieven worden in de meeste gevallen ook opgeslagen, afhankelijk van de doelgroep op INsite, op de TEAMsite en/of in de VPE, zodat zij ook via deze beschikbaar bereikbaar blijven. De digitale leeromgeving in de Brede Major Education v2 p. 16 van 31

Belangrijke kenmerken van een goede nieuwsvoorziening zijn: - actueel met vaste regelmaat - overzichtelijk en leesbaar - doelgroep gericht - herkenbaar en aantrekkelijk format - zichtbaar én vindbaar - eenvoudig te beheren door nieuwsredacteuren Op een aantal punten kan de kwaliteit van de huidige nieuwsvoorziening aanzienlijk verbeterd worden. Een belangrijk middel daarbij is een nieuwsbriefapplicatie waarmee managers, projectleiders en andere actieve gebruikers eenvoudig nieuwsbrieven kunnen samenstellen, die in een vast format worden weergeven en met enkele klikken naar een specifieke doelgroep kunnen worden gestuurd. Daarbij is het zinvol gebruik te gaan maken van zgn. RSS-feeds. 27 RSS is een eenvoudig scripting format om nieuws te verspreiden dat momenteel zeer sterk in opkomst is. Voordelen van RSS zijn dat de berichten ook uitgelezen kunnen worden met de RSS-lezer in de browser (IE7), automatisch gepubliceerd kunnen worden op een webpagina, maar ook uitgelezen kunnen worden met vrij verkrijgbare RSS-software. Naast e-mail ontstaan er op die manier dus meerdere kanalen waarlangs het nieuws gepushed wordt en worden gebruikers dus actiever benaderd. Naast nieuwsbrieven is het van belang ruimte te bieden voor losse berichtgeving die door de urgentie of actualiteit niet kunnen wachten op een nieuwsbrief publicatie. Een nieuwsapplicatie met RSS functionaliteit kan in deze mogelijkheid voorzien. 3.4.2 Informatievoorziening Voor het verspreiden van informatie worden momenteel de volgende kanalen gebruikt: - mondelinge mededelingen tijdens bijeenkomst of contactmomenten - mailings per post - INsite - teamsites Streven is om alle informatie die relevant is voor het leren en werken op de hogeschool online beschikbaar te stellen (ook als deze mondeling of per post is verspreid), zodat alle betrokken altijd en overal de mogelijkheid hebben de gewenste informatie op te zoeken en te raadplegen. Deze situatie is voor een groot gedeelte gerealiseerd. Alle diensten en schools gebruiken INsite om informatie te plaatsen. Ook de Schoolsite van Education biedt voor medewerkers en studenten van onze school de centrale toegang tot verschillende informatiebronnen. Voor medewerkers is bovendien een TEAMsite ingericht met informatie rondom projecten en een speciale SharePoint-site voor de ontwikkeling van de Brede Major. Probleem is dat het CMS dat gebruikt wordt voor INsite zeer weinig mogelijkheden toelaat om pagina s op te maken en geen enkele mogelijkheid biedt om dynamische gegevens in een pagina op te nemen, laat staan interactieve functies aan pagina s toe te voegen. Gevolg is dat de Schoolsite slechts platte informatie bevat die centraal beheerd wordt en weinig smoel heeft. Dit geldt eveneens voor de locatiesites. Meerdere malen is er vanuit locaties het verzoek gekomen om de locatiesites beter uit te werken en er 27 RSS heeft meerdere betekenissen, maar meestal wordt RSS gebruikt als afkorting van Really Simple Syndication. De digitale leeromgeving in de Brede Major Education v2 p. 17 van 31

meer dynamiek in te brengen. Vanwege de beperkingen van INsite is de afgelopen jaren voor specifieke toepassingen uitgeweken naar een externe server. Ook zijn in het verleden studenten uitgeweken naar privé-domeinen om beelden en informatie rondom opleidingsactiviteiten uit te kunnen wisselen. Om deze redenen moet overwogen worden buiten de kaders van INsite nieuwe locatiesites in te richten die niet alleen reguliere informatie weergeven, maar ook iets laten zien van wat zich daadwerkelijk op de locaties afspeelt. Studenten zouden hierbij een belangrijke rol kunnen vervullen, die gehonoreerd kan worden met een studentassistentschap. Een locatiesite moet meer zijn dan een weergave van feitelijke informatie, maar een medium zijn van en voor de sociale gemeenschap die medewerkers en studenten op een locatie vormen. Informele communicatie speelt binnen iedere leer- en werkgemeenschap een belangrijke rol. Het intranet beidt op dit moment niet tot nauwelijks ruimte voor informele communicatie. E- mail, MSN-messenger en op beperkte schaal internettelefonie (Skype) bieden als enige binnen het digitale domein plaats voor persoonlijke oproepen, vraag en aanbod en persoonlijk nieuws. De digitale wereld krijgt een steeds grote greep op de persoonlijke levenssfeer van mensen en het lijkt vanuit dat oogpunt zinvol om binnen de hogeschool ook ruimte te bieden aan niet-studieuze zaken. De formele en informele wereld moeten dichter bij elkaar gebracht worden. Organiseer de verschillende nieuwsstromen in RSS-feeds op het web en nieuwsbrieven via e-mail. Onderzoek de mogelijkheid om een grotere gebruikersgroep rechten te geven op het plaatsen van nieuws. Ontwerp in samenspraak met studenten nieuwe locatiesites met aandacht voor zowel formele als informele zaken. 3.5 Digitale studieproducten In onze opleiding is veel aandacht voor sociaal-constructief leren. Studenten produceren verslagen, presentaties, onderzoeken, onderwijsverhalen, video s, beeldende objecten, enz. In de regel krijgen deze producten een digitale vorm. Uitzondering daarop zijn bijvoorbeeld werkstukken en voordrachten gemaakt in het kader van de kunstvakken en mondelinge presentaties - deze blijven in deze notitie verder buiten beschouwing. Voor de digitale studieproducten worden de volgende formats onderscheiden: - tekstbestanden - templates - online publishing 3.5.1. Tekstbestanden Voorbeelden van tekstbestanden die door de student worden geproduceerd zijn rapportages, onderwijsverhalen, werkstukken en onderzoeksverslagen. Tekstbestanden worden op onze hogeschool voornamelijk geproduceerd in Word, dat over uitgebreide tools beschikt om tekst op te maken, van afbeeldingen te voorzien en met andere Office toepassingen te communiceren. Het inleveren en uitwisselen van deze bestanden vindt plaats in Blackboard, het digitaal portfolio en via e-mail of print. Er zijn nauwelijks nog gebruikers die problemen ervaren met het gebruik van wordprocessors. Het vastleggen in en uitwisselen van tekstbestanden is dan ook erg populair. Hoewel er op zichzelf weinig mis is met het gebruik van Wordbestanden is het wel van belang te wijzen op enkele belangrijke beperkingen van deze wijze van werken. Het uitwisselen van tekstbestanden verloopt tamelijk ongestructureerd. Dit betekent dat alle De digitale leeromgeving in de Brede Major Education v2 p. 18 van 31

betrokkenen zelf verantwoordelijk zijn voor archivering en versiebeheer. In praktijk betekent dit dat van een en hetzelfde bestand vaak meerdere versies en meerdere (soms zelfs tientallen of honderden) kopieën bestaan. Ook toegang en beheer van eigendomsrechten worden op deze wijze niet vanuit de techniek ondersteund. Publiceren van Wordbestanden in een online omgeving kan hiervoor een gedeeltelijke oplossing bieden. In essentie zijn tekstbestanden echter op zichzelf staande documenten, wat bij grote aantallen tot gevolg heeft dat structuur en overzicht, duidelijkheid over de status en de doorzoekbaarheid verloren kunnen gaan. Om te voorkomen dat studenten en docenten in losse bestanden en prints verdrinken, moet gekeken worden naar alternatieve werkwijzen. Hieronder worden er een aantal belicht. 3.5.2 Templates Een andere techniek die binnen de School gebruikt wordt om digitale studieproducten vorm te geven (ontwikkeld in het kader van de EXPLO) is die van de template. Een template is een halfproduct, gebaseerd op webtechnieken (HTML en Javascript), die door de student kan worden gedownload en van inhoud worden voorzien m.b.v. een webeditor. Op dit moment maken de volgende thema s en modulen gebruik van een template: Onderwijs in een rijke leeromgeving, Portfolio Beeldende Vorming, Kunstdossier, Verscheidenheid in Vakdidactiek en Kans- en kleurrijk onderwijs. De templates bieden de student een vaste structuur waarbinnen hij zijn taken en opdrachten in woord en beeld (foto s en/of videoclips) kan uitwerken. Hij bevat pagina s, een navigatiemenu, header en instructies, maar geen inhoud die wordt door de student toegevoegd. Eenmaal gereed wordt de template door de student aan de beoordelende tutor of vakdocent voorgelegd gebrand op cd-rom of gemaild in een zip-bestand. De beoordelaar kan de template openen in een webbrowser. Door student gemaakte templates worden nu - uitgezonderd voorbeeldmateriaal - niet gepubliceerd op een webserver, maar worden als offline media ingezet. Productieve taken die uitmonden in een Wordbestanden of in een template dragen bij aan de competenties van de student, maar hebben buiten het leerproces van de student weinig waarde. Het resultaat is niet raadpleegbaar door anderen en verdwijnt in de kast of misschien wel in de prullenbak. Dit hoeft geen bezwaar te zijn - het product is geen doel, maar middel - maar vanuit het oogpunt van samenwerkend leren kan hier sprake zijn van een gemiste kans. Productieve taken kunnen bijdragen tot de kennisvermeerdering van leraren in opleiding en de beroepsgroep als geheel. Was het verspreiden van kennis in de beroepsgroep voorheen het exclusieve domein van uitgeverijen, vakorganisaties, adviesbureaus en contractorganisaties, in het internettijdperk kan iedereen op relatief eenvoudige wijze informatie en kennis delen. Aangezien de competenties samenwerken en kennisdelen essentieel zijn voor het beroep, ligt het voor de hand studenten hier gedurende hun studie veelvuldig mee in aanraking te brengen. Gebruik maken van elkaars kennis en het leveren van nieuwe kennis is essentieel in onze snel veranderende wereld. Daarom moet bij productieve taken in toenemende mate aandacht zijn voor kennisdeling. Dit heeft consequenties voor de wijze waarop productieve taken worden uitgevoerd en voor de wijze waarop de digitale producten die daaruit voortkomen worden vormgegeven. De vraag die zich hierbij voordoet is: wanneer we kennis delen, met wie doen we dat dan en in welk verband? Hieronder gaan we in op de mogelijkheden die online publishing biedt: - digitaal portfolio - Mensen Maken Scholen De digitale leeromgeving in de Brede Major Education v2 p. 19 van 31

- Pabo-wiki - websitemaker De eerste twee worden op dit moment al ingezet. De laatste twee zijn nog niet meer dan een voorstel en vereisen verder onderzoek naar de implicaties voor het onderwijsproces en de ICT-omgeving. 3.5.3 Online publishing: het digitaal portfolio Sinds twee jaar heeft Educatie het digitale offline portfolio vervangen door een online portfolio. Deze online, op SharePoint technologie gebaseerde oplossing maakt het de student mogelijk teksten en bestanden met anderen te delen. Daarbij zijn eenvoudige communicatiefaciliteiten en transacties ingebouwd met behulp waarvan de student zijn docent en medestudenten om feedback en zijn docent om een beoordeling kan vragen. Na beoordeling kan de student het betreffende portfolio onderdeel niet meer veranderen. In principe biedt een online toepassing de student uitstekende mogelijkheden om zich aan verschillende doelgroepen te presenteren. Voor SLB-ers is het portfolio een belangrijk instrument om de ontwikkeling van de student in beeld te krijgen. Het portfolio in zijn huidige vorm kent een echter aantal belangrijke problemen: - Het is traag, soms zelfs zo traag dat er redelijkerwijs niet mee gewerkt kan worden. - De opslagruimte van 100 Mb is voor studenten die gebruik willen maken van multimedia te gering. - Het portfolio functioneert binnen het intranet van INHOLLAND en is niet toegankelijk voor personen zonder een INHOLLAND-account (werkveld). - Het portfolio heeft niet de portabiliteit die gezien de naamgeving verwacht mag worden: het kan niet geëxporteerd worden in welke vorm dan ook. - De mogelijkheden voor de student om zelf vorm te geven aan het portfolio zijn gering. Een discussiepunt rondom het portfolio is de vraag of de procedures rondom de beoordeling geen onwenselijke inbreuk maken op het recht van de studenten om zijn eigen portfolio te beheren en dus ook onderdelen daarvan te veranderen, ook na beoordeling. Op dit moment neemt de School of Education deel aan een pilot met het digitaal porfolio versie 2, dat een aantal van de genoemde bezwaren zou moeten ondervangen. Gezien de problematiek rondom het huidige portfolio is het van belang deze pilot kritisch te evalueren en het ontwikkelproces zonodig bij te sturen. 3.5.4 Online publishing: Mensen Maken Scholen Een specifiek studieonderdeel waarbij studenten gebruik maken van een online publishing tool is Mensen Maken Scholen (MMS). In dit studieonderdeel treden studenten als team op en richten samen een virtuele school in. In 2002 is voor deze opdracht een speciale interactieve omgeving ingericht waarin studenten een basisschool kunnen oprichten. Deze omgeving werkt op basis van serverside scripting op een Cold Fusion server (het oude Ichthusnet). Studenten kunnen in hun school commissies samenstellen, een schoolgids samenstellen, notulen en documenten uitwisselen en worden gaandeweg door de begeleidende tutor met verschillende casussen geconfronteerd. Deze casus worden door de tutor ingebracht vanuit een specifieke rol (ouder, schoolbegeleider, bestuurslid, toeleverancier, enz.). Er kunnen vacatures gesteld worden en het is mogelijk de scholen van andere teams te bezoeken en berichten achter te laten. Op deze manier wordt het rollenspel dat deels plaatsvindt in contacttijd verder doorgevoerd en versterkt in de digitale leeromgeving. De digitale leeromgeving in de Brede Major Education v2 p. 20 van 31