Kwaliteitskader POH GGZ



Vergelijkbare documenten
Handleiding bouwstenen zorgpaden basis ggz

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI/13/34C

Kwaliteitskader POH GGZ

Beleid praktijkondersteuning ZORGVERZEKERAAR GGZ Beleid Praktijkondersteuning huisartsenzorg geestelijke gezondheidszorg (POH GGZ) 2015

het antwoord op de Basis GGZ

PATIËNTEN VERWIJZEN BIJ PROBLEMEN MET ALCOHOL EN DRUGS

INDIGO HET ANTWOORD OP DE BASIS GGZ

Handreiking signalering en begeleiding GGZ-problematiek bij diabetes

Depressie en angst bij de ziekte van Parkinson Rianne van Gool Verpleegkundig specialist

Regionaal zorgpad Depressie Zorggroep Synchroon

Generalistische Basis GGZ en Specialistische GGZ

uw antwoord op de Basis GGZ

STAPPENPLAN ANGST IN DE EERSTE LIJN

WELKOM. Depressieve klachten en hulpbehoefte bij diabetes. De komende 45 minuten

Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten in de 1e lijn Ingrid Arnold

Verwijzen naar de GGZ. Wanneer verwijzen naar de Generalistische basis GGZ en Gespecialiseerde GGZ?

Zorg en Zekerheid beleid POH GGZ Versie 1 april 2016

Behandeling van ouderen in de eerste lijn

Zorg en Zekerheid beleid POH GGZ Versie 1 april 2017

Ark n. Wat kunnen wij voor u doen

het antwoord op de Basis GGZ

het antwoord op de Basis GGZ

Deze kwaliteitseisen gelden ALS een functionaris de taak heeft POH-GGZ zorg aan jeugdigen in de huisartsenpraktijk te bieden. 2

Programma. Marinda Koopman

Zorg en Zekerheid beleid POH GGZ Versie 19 december 2018


Praktijkondersteuner huisartsenzorg GGZ (POH-GGZ)

Indeling lezing. Stoornissen Randomised Controlled Trial (RCT) Implementatie minimale interventie

Behandeling informatie.

POH-GGZ. Cora de Wolff. Huisarts Lid HKA Bestuurlijke Werkgroep GGZ en stuurgroep POH-GGZ

Stappenplan depressie

Inhoud. Nieuw in de NHG Standaard Angst. Vraag 2. Vraag 1. Vraag 3. Nieuw in de NHG standaard in beleid. Nieuw?! Diagnose en beleid RCT Implementatie

STAPPENPLAN DEPRESSIE IN DE EERSTE LIJN

Regionaal zorgpad Angststoornissen

Richtlijn Angst (2016)

Tweede Themabijeenkomst Ontwikkeling Basis ggz 24 juni 2013 Ruurd Heise, manager Vicino

Psychosociale oncologische zorg. Afstemming en communicatie tussen eerste- en tweedelijn

Cognitieve gedragstherapie bij problematisch alcoholgebruik

Diagnostiek volgens het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift

Zorgprogramma Angststoornissen

Kennislacunes NHG-Standaard Depressie

Praktijkondersteuner GGZ

Leidraad voor ketenovereenkomst tussen de huisartsvoorziening en (Generalistische Basis) GGZ-zorgaanbieder. December 2013

4.3.1 Diagnostische Checklist voor cliënten zonder dementie: DSM-5 criteria

Afdeling Psychiatrie PATIENTENINFORMATIE. De muziekpoli LUMC 1

PREVENTIE VOOR POH-GGZ

Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek. Een analyse van NIVEL Zorgregistraties gegevens van

Verslavingskunde in de huisartsenpraktijk door Tactus Verslavingszorg

preventie mentale ondersteuning direct en dichtbij

Stoornissen Randomised Controlled Trial (RCT) Implementatie Begeleide zelfhulp inhoudelijk Conclusie

Wie doet wat? 8 maart 2016 Danielle Cath, Psychiater Altrecht Christine Weenink, Kaderhuisarts GGZ

Zorgpad Somatische symptoomstoornis en verwante stoornissen. Zorgpad Somatische symptoomstoornis

Cognitieve gedragstherapie een effectieve psychotherapie

Aardbevingen en psychische klachten

Reglement. Geestelijke gezondheidszorg (GGZ)

Set generieke kwaliteitscriteria vanuit patiëntenperspectief

Reglement Geestelijke gezondheidszorg (GGZ)

BASIS GGZ: DOEN WAT WERKT BEHANDELING VAN SLAAPSTOORNISSEN IN DE BASIS GGZ

Beleid Coöperatie VGZ. Praktijkondersteuning Huisartsen GGZ (POH-GGZ) 2014 D

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)

ZORGAANBODPLAN. Reflectie. Beweegprogramma. Hartfalen

INDIGO ZORGPADEN. Wegwijzer voor hulpverleners in de POH-GGZ en Basis GGZ

Regionaal zorgpad Slaapproblemen Zorggroep Synchroon

Burn-out Traject begeleiding

Cognitieve gedragstherapie in en voor de Basis GGz

Zorgpad alcohol en ouderen t.b.v. Huisarts

TRANSITIE IN DE GGZ Introductie van de basis ggz

Posttraumatische stressstoornis na uitzending

Angst en depressie bij COPD Programma Angst en depressie bij patiënten met COPD Angst en depressie bij COPD Angst en depressie bij COPD

Zorgpad Angst. Angst. Behandelmethode

Generalistische basis ggz

Position paper Organisatie van zorg voor SOLK

Reglement. Geestelijke gezondheidszorg (GGZ)

Bipolaire stoornissen

Depressie na een beroerte

Vermoeidheid na kanker. Anneke van Wijk, GZ psycholoog Helen Dowling Instituut Utrecht

Herkennen van en omgaan met. Angst en Depressie. Na vanmiddag. bij ouderen met een verstandelijke beperking

AANVRAAG MODULE POH-GGZ

Improving Mental Health by Sharing Knowledge. Collaborative stepped. angststoornissen

Reglement Geestelijke gezondheidszorg (GGZ)

Informatiebijeenkomst Basis GGZ. 14 mei 2013

Angststoornissen. P unt P. kan u helpen. volwassenen

Kernpunten Voorhangbrief POH-GGZ en Generalistische Basis GGZ 17 mei 2013

Beleid Verzekeraar Praktijkondersteuning Huisartsen GGZ (POH GGZ) Versie 12 augustus 2015

Chapter 8. Nederlandse samenvatting

Uitgebreide informatie over uw antwoorden op de vragenlijst

Patient met angststoornis(sen) Video - casus

Depressies en angststoornissen - Net zo vaak samen als apart. Prof.dr. W.A. Nolen UMC Groningen

Psychologische zorg voor kinderen en jongeren. De Golfbreker Preventie en psychologische zorg voor kinderen en jongeren. Samen werken aan jezelf

STAPPENPLAN SLAAPSTOORNIS IN DE EERSTE LIJN

VGZ Bedrijfszorgpakket Optimaal

Reglement Geestelijke gezondheidszorg (GGZ)

Leven met een amputatie. Chris Leegwater Vinke Psycholoog

Centrum Lichaam, Geest en Gezondheid

SANDWICHSCHOLING COPD Goede COPD zorg: resultaat van goede samenwerking 28 juni Scharnierconsult. Uitgangspunt

Toepasbaarheid en effectiviteit van behandeling voor angststoornissen in de eerste lijn. Christine van Boeijen

Beleid Coöperatie VGZ. Praktijkondersteuning Huisartsen GGZ (POH-GGZ) 2015 D

PTSS - diagnostiek en behandeling. drs. Mirjam J. Nijdam psycholoog / onderzoeker Topzorgprogramma Psychotrauma AMC De Meren

Palliatieve Zorg. Marjolein Kolkman en Ingrid Kienstra. Verpleegkundigen Palliatieve Zorg

Transcriptie:

Kwaliteitskader POH GGZ Coöperatie Eerstelijnsondersteuning GGZ, Zuid- Holland Noord In steeds meer huisartsenpraktijken is een praktijkondersteuner GGZ (POH GGZ). Huisartsen zijn enthousiast over de samenwerking met hun praktijkondersteuner: de POH GGZ ontlast mij in een steeds drukker wordende praktijk en hij vult mij aan met zijn netwerk en deskundigheid ; "je haalt expertise in de huisartsen praktijk met een POH GGZ, hetgeen we zeker kunnen gebruiken als vanaf 2014 de substitutie van de tweede naar de eerste lijn zal gaan plaats vinden vanuit de GGZ. De Coöperatie is verantwoordelijk voor de deskundigheid van de POH GGZ en neemt de werkgeversrol op zich. De coöperatie staat, naast kwaliteit, garant voor continuïteit van beschikbaarheid van de POH GGZ. Zo kan de huisarts zich optimaal richten op de regie van de GGZ zorg in de praktijk en stuurt hij de POH GGZ inhoudelijke. Samen met de POH GGZ zorgt de huisarts voor een optimale diagnose, behandeling en verwijst zo nodig door naar de Generalistische-Basis- of de Specialistische GGZ. Hoe dat precies gebeurt kunt u lezen in dit Kwaliteitskader POH GGZ. Concept, 15 januari 2014

INHOUD 1. Inleiding: praktijkondersteuning GGZ 2 2. Kwaliteitscriteria: het functieprofiel POH GGZ 3 3. Kwaliteitscriteria vanuit patiëntperspectief 4 4. Het zorginhoudelijk kader 5 5. Aansprakelijkheid 6 6. Opleidingskader 6 7. Wijzigingen in regeling POH-GGZ 8 8. Bijlagen 9 Bijlage 1: Prestatiebeschrijving en zorgactiviteiten POH-GGZ 10 Bijlage 2: Zorgpad signaleren en screenen 12 Bijlage 3: Zorgpad depressieve stoornissen 14 Bijlage 4: Zorgpad angststoornissen 16 Bijlage 5: Zorgpad problematisch Alcoholgebruik 19 Bijlage 6: Zorgpad slaapproblemen 21 Bijlage 7: Symptomen en ernstbepaling Depressieve stoornissen 23 Bijlage 8: Preventieactiviteiten 24 Bijlage 9: Aansprakelijkheid praktijkondersteuner - huisarts 25 Bijlage 11: Opleiding POH GGZ (voorbeeld Rino Groep) 28 Coöperatie Eerstelijnsondersteuning GGZ, Zuid-Holland Noord [1]

1. Inleiding: praktijkondersteuning GGZ Passende psychische zorg Lichamelijke en psychische klachten zijn sterk met elkaar verweven. Daarom is het een kerntaak van de huisarts om deze verwevenheid te ontrafelen om passende zorg te kunnen bieden. Snelle en laagdrempelige hulpverlening voorkomt verergering van de symptomen en is erop gericht om mensen in balans te houden of hun balans te hervinden. Minstens 20% van de in de huisartsenpraktijk gepresenteerd klachten wordt (mede) veroorzaakt door psychische of psychosociale problemen. De huisarts is vaak de eerste die een patiënt met psychische klachten ziet. Juist binnen de huisartspraktijk is het mogelijk om tijdig in te grijpen. Onnodige verergering van klachten en inzetten van dure gespecialiseerde zorg kan hierdoor voorkomen worden. De POH GGZ ondersteunt de huisartsen daarbij, afgestemd op de behoeften van de patiëntenpopulatie. De Coöperatie Eerstelijnsondersteuning Sinds 1 maart 2012 biedt de Coöperatie Eerstelijnsondersteuning professionele en passende GGZ praktijkondersteuning. De coöperatie is een uniek samenwerkingsverband van huisartsenpraktijken uit de regio Zuid-Holland Noord. Het is opgericht door de huisartsen en GGZ Rivierduinen en werkt nauw samen met de REOS, Transparant en de Eerstelijns psychologen. De praktijkondersteuner van de coöperatie werkt in de praktijk onder regie van de huisarts. Samen met de huisartsen zorgen de praktijkondersteuners voor een juiste diagnose, korte behandeling en, zo nodig, een gerichte doorverwijzing. Hierdoor wordt een stukje GGZ expertise in de huisartspraktijk gebracht om zo kosten te besparen in de gespecialiseerde GGZ. Kwaliteitskader Dit Handboek vormt het kwaliteitskader waarbinnen de praktijkondersteuning vanuit de Coöperatie Eerstelijnsondersteuning GGZ plaatsvindt. Het is een handreiking bij de organisatie en uitvoering van de praktijkondersteuning die door de Coöperatie Eerstelijnsondersteuning geboden wordt, zowel inhoudelijk als in praktische zin. Het bevat de geldende richtlijnen voor een aantal veel voorkomende psychische en psychiatrische aandoeningen in de huisartsenpraktijk (NHG-standaarden, LESA s, CBO richtlijnen) en de zorgpaden in de Basis GGZ zoals beschreven door de gezamenlijke ROSen. Huisartsen en de formele werkgever dienen de POH-GGZ in de gelegenheid te stellen om aan Het kwaliteitskader POH-GGZ te voldoen. Contactpersonen: Bestuur Coöperatie Eerstelijnsondersteuning: Coöperatie Eerstelijnsondersteuning: Milja Matthijsen, Lucia van Vliet, Ron Laport, penningmeester secretaris voorzitter Jaco Takkenkamp, directeur e-mail: j.takkenkamp@gmail.com telefoon: 06-23229493 Coöperatie Eerstelijnsondersteuning GGZ, Zuid-Holland Noord [2]

2. Kwaliteitscriteria: het functieprofiel POH GGZ Inleiding Met de inzet van de POH GGZ zorgen de huisarts en de praktijkondersteuner er samen voor dat een patiënt met psychische klachten zo snel mogelijk de juiste zorg dicht bij huis kan ontvangen. De volgende professionele afspraken liggen hieraan ten grondslag. Huisartsenzorg De POH-GGZ wordt op verzoek van de huisarts ingezet en werkt onder regie van de huisarts om huisartsenzorg doelen te bereiken. De GGZ zorg wordt zoveel mogelijk in de huisartspraktijk gegeven, er wordt alleen basis-generalistische- of specialistische GGZ ingezet als dit noodzakelijk is. Preventie heeft een duidelijke plaats en wordt in een vroegtijdig stadium ingezet bij mensen met beginnende klachten of bij mensen die een verhoogd risico lopen om klachten te ontwikkelen. Verantwoordelijkheden De individuele huisarts is eindverantwoordelijk voor de inhoud van de geleverde zorg. De POH-GGZ is aansprakelijk voor zijn handelen. Positionering van de POH GGZ: a. Werkt onder regie en verantwoordelijkheid van de huisarts; b. Ontvangt hiërarchische leiding van de teammanager van Rivierduinen; c. Werkt binnen het kader van de samenwerkingsovereenkomst en het opgestelde praktijkplan. Taken van de POH GGZ De POH GGZ van de coöperatie heeft een generalistische benadering van de problematiek. Er wordt gewerkt vanuit de stepped care gedachte: de GGZ-behandeling zoveel mogelijk in de huisartspraktijk geven en alleen doorverwijzen naar Basis-generalistische- of specialistische GGZ als dat nodig is. De POH GGZ heeft een aantal hoofdtaken 1 : Ondersteuning van een huisarts (consultatiefunctie). Vraagverhelderingsgesprekken met patiënten. Triagediagnostiek en doorverwijzen naar het correcte echelon op basis van objectieve criteria (screeningslijst). Kortdurende behandeling. Begeleiding van langdurige GGZ-patiënten (die niet staan ingeschreven in de 2e lijn). Casemanagement (procesbegeleiding, terugkoppeling etc.). Implementatie van zorgprogramma's. Opbouw en onderhouden netwerk eerstelijns GGZ (minimaal HA-AMW-ELP). De POH GGZ kan tijd te besteden aan niet-patiëntgebonden taken: Implementatie van zorgprogramma s en/of richtlijnen. Opbouw en onderhouden netwerk eerstelijns GGZ (minimaal HA-AMW-ELP). De huisarts is verantwoordelijk voor bij- en nascholing(waaronder eventueel intervisie) in verband met het onderhouden van competenties. 1 Bron: Praktijkondersteuning GGZ informatie voor de geïnteresseerde huisarts, Beleid Zorg en Zekerheid, Praktijkondersteuning GGZ Huisartsen 2013 Coöperatie Eerstelijnsondersteuning GGZ, Zuid-Holland Noord [3]

Overleg huisarts - POH GGZ De POH-GGZ brengt de verslaglegging onder de aandacht van de huisarts (de POH GGZ werkt ook in het HIS). Overleg kan standaard via rapportage in het HIS en zonodig is er mondeling overleg. Uitgangspunt is dat hiervoor door de individuele huisarts ca. 15 minuten per week uitgetrokken moet worden. Consulteren van een psychiater De huisarts kan een psychiater consulteren over een patiëntgebonden vraag 2. Het gaat om een advies, de consultatievrager blijft verantwoordelijk voor de patiënt. Er is onderscheid tussen consultatie zonder bijzijn van de patiënt en consultatie waarbij de patiënt door de consultatiegever wordt gezien: telefonisch consult: advies van de psychiater aan de huisarts; face to face consult: de psychiater heeft een consultatie contact met de patiënt. Consulteren van een collega met specifieke expertise De praktijkondersteuner is een generalist. Indien hij behoefte heeft aan specifieke expertise op b.v. het gebied van kinder- en jeugdzorg of verslavingszorg, kan hij een beroep doen op zijn collega met deze specifieke expertise. Het gaat hier om het raadplegen van collega praktijkondersteuners met specifieke expertise die bovenregionaal beschikbaar zijn ten behoeve van consultatie door hun collega s. Samenwerkingsafspraken De POH-GGZ heeft vaak te maken met meerdere personen waarmee afspraken gemaakt moeten worden: - Individuele huisartsen waarmee het overleg over individuele patiënten plaatsvindt - Eventueel met huisartsenpraktijken waarin meerdere huisartsen werkzaam zijn - Een samenwerkingsverband van huisartsen dat met de zorgverzekeraar een contract heeft afgesloten voor de module POH-GGZ Andere ketenpartners in de regio, bijvoorbeeld psychologenpraktijken - De formele werkgever, voor de Coöperatie is dat Rivierduinen de faciliterende organisatie waarmee een overeenkomst van dienstverlening is afgesloten. 3. Kwaliteitscriteria vanuit patiëntperspectief De praktijkondersteuners van de coöperatie werken volgens de basisset kwaliteitscriteria van het programma Kwaliteit in Zicht (KIZ), waarin de zes grootste patiëntenorganisaties samenwerken. KIZ bevordert een sterke positie van patiënten en wil zorg realiseren die beter aansluit bij de wensen en eisen van patiënten. De coöperatie kiest voor deze criteria, omdat ze zijn opgesteld vanuit empathiëntperspectief en zich richten op de gehele keten van zorg. De basisset bevat een kwaliteitsmatrix met thema s en fasen in het zorgproces 3 : Toegankelijke zorg De zorg is voor de patiënt tijdig beschikbaar, goed bereikbaar, goed betaalbaar en goed toegankelijk. De kracht van de POH-GGZ is immers laagdrempelige en snelle hulp dicht bij huis. 2 Bron: NZa, TB/CU-7076-01 Tariefbeschikking huisartsenzorg m.i.v. 1 januari 2014. Over de financiering hiervan wordt in het 1 e kwartaal, 2014 door de zorgverzekeraars helderheid gegeven. 3 Gebaseerd op Ervaringen van patiënten met de Praktijkondersteuner Huisartsenzorg GGZ, Zorgbelang Noord- Holland, 2012 Coöperatie Eerstelijnsondersteuning GGZ, Zuid-Holland Noord [4]

Standaard: wachttijd tot gesprek met praktijkondersteuner maximaal twee weken. Continuïteit van zorg De patiënt weet wie verantwoordelijk is voor zijn zorg. De patiënt ervaart naadloze overgangen tussen zorginstellingen, tussen afdelingen en tussen zorgverleners. Standaard: vóór het eerste consult krijgen patiënten duidelijke uitleg over de functie van de POH- GGZ (kennis, vaardigheden en behandelingen), zijn/haar rol binnen de huisartspraktijk (verantwoordelijkheden, informatie-uitwisseling) en de GGZ-keten. Informatie, voorlichting en educatie De patiënt ervaart begrijpelijke en op zijn of haar voorkeuren en mogelijkheden afgestemde informatie, voorlichting en educatie. Standaard: Patiënten ontvangen informatie over het inzien van hun dossier, de behandelmogelijkheden bij andere behandelaren en het plan van aanpak tijdens de behandeling. Emotionele ondersteuning, empathie en respect De patiënt voelt zich gehoord en begrepen en krijgt ondersteuning op psychosociaal vlak waar nodig. Standaard: verwachtingen worden in het eerste consult besproken en er wordt structureel geëvalueerd of de wederzijdse verwachtingen nog op één lijn zitten. Patiëntgerichte omgeving De patiënt ervaart een geschikte en prettige (behandel)omgeving. Standaard: de privacy van patiënten in de behandelomgeving heeft prioriteit, zodat de POH- GGZ zo laagdrempelig mogelijk blijft voor patiënten. 4. Het zorginhoudelijk kader Het zorginhoudelijk kader is gebaseerd op de zorgpaden door de ROS-en en het Trimbos instituut ontwikkeld zijn. De zorgpaden zijn gebaseerd op bestaande richtlijnen en beschikbare kennis om psychische problemen van mensen te diagnosticeren en te behandelen. Ieder zorgpad geeft antwoord op de vraag wie-doet-wat-wanneer-en-waarom als antwoord op de zorgvraag van de patiënt. De uitdaging is om de informatie uit de zorgpaden zo goed mogelijk in het eigen proces in te passen dan wel het eigen proces te optimaliseren op basis van de kennis die beschikbaar is. De volgende zorgpaden staan in de bijlagen beschreven: 1. Signaleren en Screenen: (bijlage 2) 2. het zorgpad Depressie: (bijlage 3) 3. het zorgpad Angststoornissen: (bijlage 4) 4. het zorgpad Problematisch Alcoholgebruik: (bijlage 5) 5. het zorgpad Slaapproblemen: (bijlage 6) Vanuit het perspectief een zo volledig mogelijk kwaliteitskader te bieden voor GGZ zorg in de huisartspraktijk worden daarnaast specifieke uitgangspunten geformuleerd voor preventie of minimale interventies en e-health. Praktische handvatten hiervoor worden aangegeven in de zorgpaden Coöperatie Eerstelijnsondersteuning GGZ, Zuid-Holland Noord [5]

Psychische problemen veroorzaken een enorme sociale en economische last. Een goede manier om deze last te beperken is het inzetten van preventieve- of minimale interventies. Hiermee kan worden voorkomen dat psychische problemen ontstaan en verergeren. Inmiddels is er een reeks minimale interventies en preventie activiteiten beschikbaar die bewezen effectief zijn, zie hiervoor bijlage 8. Met e-health worden digitale mogelijkheden en internet in de zorg ingezet om de kwaliteit van de zorg te verbeteren en toegankelijker te maken. Doel is een grotere betrokkenheid en meer zelfmanagement van de patiënt. In de meeste gevallen werkt een combinatie van online behandelen en face-to-face behandelen het best. De POH-GGZ stimuleert preventie en zelfmanagement via onder meer de inzet van e-mental Health. De toepassingsmogelijkheden worden in de zorgpaden benoemd. De (kosten-) effectiviteit van verschillende online interventies voor onder andere depressie, angststoornissen en problematisch alcoholgebruik zijn inmiddels bewezen effectief. 5. Aansprakelijkheid De coöperatie committeert zich aan de afspraken die door de ROS en 4 zijn gemaakt over de aansprakelijkheid van de POH GGZ bij de huisarts. Het opvolgen van de beschreven tips (bijlage 9) kan bijdragen aan meer duidelijkheid omtrent de taakverdeling in de huisartspraktijk en de wederzijdse verwachtingen tussen de huisarts en de POH-GGZ. Bij wie de aansprakelijkheid ligt voor het handelen van een POH-GGZ is per geval afhankelijk van de omstandigheden. Pas bij het analyseren van een casus kan worden geconcludeerd of de aansprakelijkheid ligt bij de POH, de huisarts of misschien bij beiden. 6. Opleidingskader Voor de functie van POH-GGZ is een opleiding op HBO-niveau vereist. Dit mede gezien de noodzaak tot zelfstandig en planmatig kunnen werken en het beschikken over probleemoplossend vermogen. Voor het uitvoeren van de functie komen zowel opgeleiden in de GGZ-verpleegkunde (SPV), maatschappelijk werk als eerstelijnspsychologie in aanmerking. Allen zullen, afhankelijk van de basisopleiding, aanvullende scholing moeten volgen. Kennis van psychische, psychosociale en psychiatrische klachten en stoornissen alsmede psychopathologie is van belang, naast kennis over huisartsenzorg 5. Voor de functie praktijkondersteuner GGZ bestaan verschillende opleidingen op uiteenlopend niveau. Het kan gaan om een aanvullende opleiding voor SPV-en of een volledige HBO opleiding. Op basis van het individuele opleidingsniveau en de competenties zal een scholingsaanbod worden vastgesteld. Opleidingsniveau POH-GGZ De POH GGZ van de coöperatie zijn goed opgeleide praktijkondersteuners en hebben allemaal ervaring in en kennis van de geestelijke gezondheidszorg. Zij beschikken minimaal over een afgeronde HBOopleiding, met een aanvullende opleiding POH GGZ en hebben een breed netwerk binnen de GGZ. Daarnaast verlangen wij van onze POH GGZ een aantal competenties en vaardigheden om deze rol goed te kunnen vervullen: 4 Bron: www.ros-netwerk.nl 5 LVG, Praktijkondersteuning GGZ in de eerste lijn Coöperatie Eerstelijnsondersteuning GGZ, Zuid-Holland Noord [6]

Brede, generalistische insteek bij de benadering van GGZ problemen in de eerste lijn Kennis van psychische, psychosociale en psychiatrische problemen, psychopathologie Kennis van de (organisatie van de) huisartsenzorg, Basis- en Generalistische GGZ Kennis/ervaring met methoden van gesprekstechnieken Begeleidingsvaardigheden Analytisch en probleemoplossend vermogen Goede sociale vaardigheden en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid Netwerker Zelfstandig en planmatig kunnen werken Kennis omzetten in implementatietrajecten Door (bij)scholing, supervisie en intervisie werkt de coöperatie voortdurend aan de kwaliteit van de ondersteuning. In bijlage 10 is een korte beschrijving opgenomen van de opleiding voor de POH GGZ van de coöperatie. De kosten en de tijdsinvestering van de nascholing worden gedekt op basis van de regeling: kosten voor gemene rekening. Intervisie Intervisie is een georganiseerd gesprek tussen de POH GGZ in een regio. Onderwerp van gesprek zijn de verrichte werkzaamheden en de daaraan gerelateerde problemen. De doelstelling is dat de deskundigheid van de betrokkenen wordt vergroot en de kwaliteit van het werk verbetert. De POH-GGZ neemt eens per kwartaal deel aan intervisie met een aantal collega s POH-GGZ. Als er structurele vragen naar voren komen, dan kunnen deze worden neergelegd bij de kwaliteitscommissie 6 van de coöperatie. De tijd die het kost komt voor rekening van het samenwerkingsverband van huisartsen. Supervisie Supervisie is een op reflectie gebaseerd leergesprek voor de POH GGZ. De POH GGZ onderzoekt zijn werkervaringen onder begeleiding van een supervisor. Hij wordt zich hierdoor meer bewust van zijn eigen gedachten, gevoelens, verwachtingen, normen en waarden en van de wijze waarop deze zijn handelen bepalen. Hij leert hoe hij in een concrete werksituatie te werk wil gaan. Dit leidt tot inzicht in en verbeteren van beroepsmatig handelen. Iedere POH GGZ heeft supervisie met een psychiater (?). De tijd die het kost komt voor rekening van de werkgever. Deskundigheidsbevordering De POH-GGZ houdt zijn deskundigheid op peil door het bijwonen van nascholingen en deelname aan het regionale Platform POH GGZ van REOS-Rivierduinen. De kosten van de nascholing worden gedekt op basis van de regeling: kosten voor gemene rekening. De tijd komt voor rekening van het samenwerkingsverband van huisartsen. 6 Kwaliteitscommissie: aan te stellen door het bestuur van de coöperatie. Coöperatie Eerstelijnsondersteuning GGZ, Zuid-Holland Noord [7]

7. Wijzigingen in regeling POH- GGZ 7 Per 1 januari 2014 voert de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een aantal wijzigingen door in de regeling POH-GGZ. De wijzigingen hebben als doel om de functie POH-GGZ verder te versterken en te laten groeien. In de jaren 2013, 2014 en 2015 is extra geld beschikbaar om de functie van de POH-GGZ verder te stimuleren. In 2013 is de maximale inzet van de praktijkondersteuner per praktijk daarom al verdubbeld van 4,5 uur naar 9 uur per week door een verdubbeling van het maximale inschrijftarief. Per 2014 worden aanvullend vijf wijzigingen doorgevoerd: 1. Inschrijftarief POH-GGZ hoger en flexibeler 2. E-health mogelijk 3. Consultatieve raadpleging mogelijk 4. Regeling POH-GGZ toegankelijk voor andere zorgaanbieders 5. Nieuwe prestatie Groepsconsult geïndiceerde preventie. De bekende 1e-lijns en 2e-lijns zorg komen te vervallen. Voortaan wordt zorg verdeeld over drie echelons: a. POH-GGZ: Praktijkondersteuning huisarts b. GBGGZ: Generalistische Basis GGZ (of Basis-GGZ) c. GGGZ: Gespecialiseerde GGZ De huisarts blijft voor iedere patiënt de regie voeren. De huisarts maakt een eerste inschatting van de problematiek en op basis daarvan wordt de patiënt doorverwezen: Naar de praktijkondersteuner voor lichte problematiek, als er geen DSM-5 diagnose wordt verwacht; Naar de Basis-GGZ als er wel een DSM-5 diagnose wordt verwacht en het problematiek betreft met weinig risico s of die goed te behandelen is in de Basis-GGZ; Naar de Gespecialiseerde GGZ bij zwaardere problematiek. ***** 7 Bron: NZa, CI/13/34C, 9 september 2013, Wijzigingen in regeling POH-GGZ Coöperatie Eerstelijnsondersteuning GGZ, Zuid-Holland Noord [8]

8. Bijlagen Coöperatie Eerstelijnsondersteuning GGZ, Zuid-Holland Noord [9]

Bijlage 1: Prestatiebeschrijving en zorgactiviteiten POH- GGZ 8 Onderstaande prestatiebeschrijving van de functie POH-GGZ en lijst met zorgactiviteiten is onderdeel van de tariefbeschikking Huisartsenzorg. Vanaf 2014 kan de functie worden ingevuld door (een combinatie van) personele inzet, e-health, en consultatieve raadpleging van gespecialiseerde zorgaanbieders. Prestatiebeschrijving De functie POH-GGZ is zorginhoudelijke ondersteuning van de huisartsenzorg aan alle patiënten met klachten van (mogelijk) psychische, psychosociale of psychosomatische aard. Onder de functie POH- GGZ worden de volgende zorgactiviteiten begrepen: Probleemverheldering en uitvoeren van screeningsdiagnostiek: Probleemverheldering betreft nader analyseren en uitdiepen van psychische, (psycho)sociale en (psycho)somatische klachten en de oorzaken van die klachten, door een of meer gesprekken met de patiënt. Vaak gaat het hier om patiënten die zich recent hebben gemeld met nieuwe klachten. Hierbij kan ook screeningsdiagnostiek (bijv. gestructureerde interviews of vragenlijsten) ingezet. Opstellen en bespreken van een vervolgstappenplan: Vervolgstappen kunnen betrekking hebben op verwijzing voor diagnostiek of behandeling buiten de huisartsenzorg, waarover de verantwoordelijk (huis)arts uiteindelijk moet beslissen. Geven van psycho-educatie: Psycho-educatie bestaat uit het geven van voorlichting en het verstrekken van informatie aan de patiënt over klachten of een stoornis, de oorzaken ervan, en mogelijke oplossingen. Begeleiden / ondersteunen van zelfmanagement: Als met de patiënt overeengekomen wordt dat zelfmanagement een afdoende c.q. de beste aanpak is van de psychische klachten, kunnen contacten tussen GGZ-ondersteuner en patiënt nodig zijn voor begeleiding of ondersteuning van het zelfmanagement- programma. Bijvoorbeeld om vragen te beantwoorden of vorderingen en mogelijke aanpassingen van het programma te bespreken. Hieronder valt ook de begeleiding van e-health trajecten. Interventies gericht op verbetering in functioneren van de patiënt met psychische klachten: Bij patiënten met psychische klachten is vaak geen sprake van een psychische ziekte maar wel van een vastlopen in het functioneren als gevolg van de problematiek. Kortdurende behandeling binnen de huisartsenzorg kan dan aangewezen zijn. Uitvoeren van interventies binnen dergelijke behandeling behoort tot de functie POH-GGZ. Deze interventies richten zich meestal op gedragsverandering en (begeleide) zelfhulp. Geïndiceerde preventie: Interventies van geïndiceerde preventie hebben tot doel het ontstaan van een psychische ziekte of verdere gezondheidsschade te voorkomen. Alleen geïndiceerde preventie bij een individu met een hoog risico op een depressie, paniekstoornis of bij problematisch alcoholgebruik valt onder de Zvw. Zorggerelateerde preventie: Richt zich op individuen met een (chronische) psychische ziekte op een of meerdere gezondheidsproblemen. Deze preventie heeft tot doel het individu te begeleiden 8 Bron: NZa, CI/13/34C, 9 september 2013, Wijzigingen in regeling POH-GGZ Coöperatie Eerstelijnsondersteuning GGZ, Zuid-Holland Noord [10]

en ondersteunen bij zelfredzaamheid, ziektelast te reduceren en verergering op tijd te signaleren c.q. voorkomen. Dit kan ook betrekking hebben op somatische co- morbiditeit. Zorggerelateerde preventie kan ook de vorm van casemanagement aannemen. Het gaat hierbij om casemanagement voor zover dit valt onder de verzekerde zorg. Terugvalpreventie: Terugvalpreventie betreft een of enkele handelingen / gesprekken met individuen die samenhangen met een behandeling die zij hebben ondergaan voor een psychische ziekte, gericht op het voorkomen en/of vroeg herkennen door het individu zelf van terugkeer van de klachten. Terugvalpreventie vormt vaak de laatste fase van de behandeling. Bij de lijst met zorgactiviteiten moet het volgende te worden opgemerkt: De lijst zorgactiviteiten bestaat uit zo goed mogelijk afgebakende direct patiëntgebonden zorgactiviteiten. Dit betekent niet dat zorgaanbieders zich moeten beperken tot die activiteiten. Ook indirect patiëntgebonden activiteiten (bijv. overleg met een school) en niet-patiëntgebonden activiteiten (bijv. het onderhouden van een netwerk) kunnen onderdeel zijn. Coöperatie Eerstelijnsondersteuning GGZ, Zuid-Holland Noord [11]

Bijlage 2: Zorgpad signaleren en screenen Inleiding Als bij een patiënt psychische klachten gesignaleerd worden bieden huisarts en POH GGZ in samenspraak een passende screening aan. Deze screening bestaat uit probleemverheldering en gerichte diagnostiek, verwijzing (indien noodzakelijk), en behandeling. De screening wordt gedaan bij presentatie van psychische problemen of (lichamelijke) klachten, waarbij de huisarts of de POH GGZ het vermoeden heeft dat er psychische problemen spelen. Uitgangspunten bij screening Het doel van de screening is het verkrijgen van een zo gedetailleerd mogelijk beeld van de klachten en van verwachting over de hulpverlening. De POH-GGZ vervult een centrale rol bij de afname van gevalideerde screenings- en meetinstrumenten. Op basis van de uitkomsten van de screening wordt in samenspraak tussen de patiënt en de POH-GGZ & huisarts een behandeltraject bepaald. Zo nodig dient de informatie als input bij de doorverwijzing. Voor de screening wordt de volgende standaard gehanteerd: 1. Snelle en eenvoudige screening door de POH-GGZ 2. Het afnemen van de vragenlijsten gebeurt flexibel (thuis of in de praktijk; digitaal of schriftelijk) 3. De meetresultaten worden overzichtelijke gepresenteerd 4. De screeningsresultaten zijn beschikbaar voor de ketenpartners Zorgpad signaleren en screenen Aanmelding Patiënten voelen zich beter begrepen als de huisarts of POH GGZ doorvraagt op verschillende levensgebieden en daarna specifieker ingaat op klachten over bijvoorbeeld angst, somberheid, alcoholgebruik. Daarom begint de screening met het actief vragen naar / bespreken van de klacht vanuit vijf invalshoeken: sociaal, cognitief, emotioneel, gedrag en sociaal ('SCEGS'). De volgorde waarin de vijf aspecten van de klacht aan de orde komen, is niet belangrijk. Alleen naar het somatische aspect kan de arts het best vroeg in het consult doorvragen, omdat dit aansluit bij de verwachtingen waarmee de patiënt het spreekuur bezoekt. De SCEGS methode: Coöperatie Eerstelijnsondersteuning GGZ, Zuid-Holland Noord [12]

S: Somatisch: Het uitdiepen van de klachten: anamnese gericht op lichamelijk onderzoek. Pas als de patiënt ervan overtuigd is, dat de huisarts zijn klachten goed begrepen heeft, ontstaat er ruimte om ook andere aspecten van de klachten, zoals cognities, te bespreken. C: Cognitief: Een beeld krijgen van de verklaring van de patiënt voor zijn klachten, oorzaak beloop en verwachtingen van de arts of POH GGZ E: Emotioneel: Helder krijgen wat de klacht met iemand doet (wordt hij er wanhopig, moedeloos of juist opstandig van?) door het bespreken van de emoties rond de klachten. G: Gedragsmatig: Inzicht krijgen in het gedrag dat iemand vertoont door zijn klachten. Zijn er activiteiten die achterwege gelaten worden sinds er klachten zijn of toen de klachten toenamen? Welke activiteiten? Wat is de reden om ze achterwege te laten? S: Sociaal: Bespreken van de gevolgen die de klachten hebben op het gebied van de sociale interactie (thuis en op het werk / school), vermijdingsgedrag Aanvulling: Het advies is om na het uitvragen met de SCEGS methode de vragenlijsten de 4DKL 9 of de AUDIT-C af te (laten) nemen (bijlagen). Zo nodig wordt advies ingewonnen bij de gespecialiseerde GGZ. Vervolg a. Op basis van de screening wordt informatie aan de patiënt gegeven over mogelijke oorzaken, beloop, symptomen en oplossingsmogelijkheden. b. Samen met de patiënt wordt tot afspraken gekomen over de manier waarop tot een specifieke aanpak overgegaan wordt voor nadere diagnostiek en behandeling. Doorverwijzing Bij (vermoeden van) ernstige psychische klachten of suïcidale gedachten: direct doorverwijzen naar de gespecialiseerde GGZ. Verwijs naar de Basis GGZ / ELP wanneer gericht psychische diagnostiek nodig lijkt en/of sprake is van milde tot matige klachten. Bij psychosociale problemen die een luxerende dan wel onderhoudende rol spelen bij de problematiek verwijs dan door naar AMW. Het gaat vaak om financiële problemen, opvoedingsproblemen, gezinsproblemen. Monitoring In alle gevallen is het aan te bevelen het klachtenbeloop periodiek afhankelijk van problematiek eenmaal in de zes weken-drie maanden te monitoren met behulp van een vragenlijst (4DKL, BDI). Samenwerken Goed op elkaar afgestemde, integrale zorgverlening, vereist dat disciplines goed met elkaar Samenwerken, een KetenInformatieSysteem (KIS) kan daarbij een goed hulpmiddel zijn. 9 Alternatief voor de 4DKL is de Web Screening Questionnaire (WSQ). De WSQ is geschikt voor het screenen van veelvoorkomende psychische stoornissen. Coöperatie Eerstelijnsondersteuning GGZ, Zuid-Holland Noord [13]

Bijlage 3: Zorgpad depressieve stoornissen Inleiding Lichte en matige vormen van depressie zijn goed te screenen en behandelen in de eerste lijn. De stepped care methode staat centraal: lichte interventies waar het kan, intensievere behandeling waar het moet, gevolgd door periodieke evaluatie. Lichte interventies zijn begeleide (e-health) zelfhulp, kortdurende behandeling en basisinterventies, zoals running therapie en leefstijladvies. Bij matige en ernstige depressies is psychotherapie de voorkeursbehandeling, zo nodig gecombineerd met medicatie. Vroege herkenning en aanpak van depressieve klachten is essentieel om verergering van depressie te voorkomen. Hiervoor is een alerte houding op signalen en het screenen van cliënten op symptomen van een depressie noodzakelijk. Screening Bij het vermoeden van een depressieve stemming volgt normaal gesproken afname van een screenings- vragenlijst. De werkgroep Zorgpaden Basis GGZ kiest voor het gebruik van de 4DKL (Vier Dimensionale Klachtenlijst) en een gesprek over de klachten en de situatie van de cliënt. 1. Volwassenen 4DKL: zelfinvullijst die distress, depressieve klachten, angst en somatisatie meet en waarmee gemonitord kan worden hoe deze klachten zich over de tijd ontwikkelen. De verkorte 4DKL meet de mate van distress. Deze bestaat uit vragen over piekeren (19), gespannenheid (25) en lusteloosheid (22). Deze worden gescoord met nee (nul punten), soms (één punt) of vaak/heel vaak/voortdurend (twee punten). Bij vier of meer punten wijst dit op matig verhoogde distress. 2. Ouderen GDS 15 en GDS 30 (Geriatrische Depressie Schaal); Zelfinvullijst voor ouderen. Bestaat uit verschillende versies; de dertig-vragen versie en de vijftien-vragen versie zijn beide valide en betrouwbaar. Diagnostiek De diagnose wordt bij voorkeur gesteld door de huisarts of psycholoog. Voorafgaand aan de diagnose vindt een screening gesprek plaats. Eventueel kan, bij ernstige klachten, de gespecialiseerde GGZ geconsulteerd worden. De diagnostiek wordt uitgevoerd volgens de NHG standaard / DSM IV (identieke criteria). In het diagnostisch gesprek wordt naar het voorkomen van de symptomen gevraagd. Op basis van de volgende symptomen wordt de mate en ernst van de depressie bepaald (zie ook bijlage 6): algemeen sociaal en maatschappelijk functioneren en beperkingen daarin; mate van subjectief lijden; aantal symptomen; psychotische kenmerken, suïcidaliteit; duur van de depressie, stagnatie in herstel/recidivering; comorbiditeit; opsporen van luxerende en in stand houdende psychosociale factoren. Er wordt onderscheid gemaakt tussen vier vormen van depressiviteit: 1. lichte depressie, eerste episode korter dan drie maanden; 2. lichte depressie, langer dan drie maanden (vijf symptomen); Coöperatie Eerstelijnsondersteuning GGZ, Zuid-Holland Noord [14]

3. matig/ernstige depressie, eerste episode (zes-negen symptomen); 4. matige/ernstige depressie, recidief (zes-negen symptomen). Behandeling Afhankelijk van de ernst van de depressieve klachten worden interventies ingezet. Deze wordt op hoofdlijnen beschreven in het onderstaande zorgpad. Voor verdere uitwerking van de behandelinterventies wordt naar de bijlagen 2 t/m/ x verwezen. De voortgang tijdens behandeling wordt gemonitord door eens in de zes weken de Beck Depression Inventory (BDI) af te nemen. Zorgpad depressie e-health: Kleurjeleven.nl Kleurjeleven.nl is een internetcursus voor mensen met depressieve klachten. De cursus bestaat uit 8 lessen met bijbehorende oefeningen en huiswerk. Daarnaast houdt de cliënt een stemmingsdagboek bij. De cursus is gebaseerd op de cognitieve gedragstherapie. De cursus wordt zelfstandig via internet doorlopen. Benadrukt wordt het belang van de betrokkenheid van huisarts en praktijkondersteuner. Coöperatie Eerstelijnsondersteuning GGZ, Zuid-Holland Noord [15]

Bijlage 4: Zorgpad angststoornissen Inleiding De term angststoornis is een verzamelnaam voor verschillende stoornissen waarbij sprake is van buitensporige of onevenredig lang aanhoudende angst (abnormale of pathologische angst). Deze angst geeft aanleiding tot aanhoudend subjectief lijden of tot een belemmering van het dagelijks functioneren. Er zijn zeven angststoornissen te onderscheiden. Een korte beschrijving per stoornis vindt u in bijlage x. Symptomen van een angststoornis zijn in de eerste lijn lastig te onderkennen, er is sprake van onderdiagnostiek. Bij ernstige angstklachten is sprake van ernstige interferentie met het sociale en/of beroepsmatig functioneren. Vroegsignalering en screening zijn van grote waarde om passende behandeling te kunnen bieden en verergering van de klachten te voorkomen. De stepped care methode staat centraal: lichte interventies waar het kan, intensievere behandeling waar het moet, gevolgd door periodieke evaluatie. Wanneer er sprake is van (vermoeden van) ernstige angststoornissen en in ieder geval bij posttraumatische stressstoornis en obsessieve-compulsieve stoornis is behandeling bij gespecialiseerde GGZ aangewezen. Screening Bij het vermoeden van een angststoornis wordt een aantal vragen gesteld en wordt daarnaast gebruikgemaakt van een screeningsinstrument om het vermoeden te toetsen. De screening wordt uitgevoerd door huisarts, POH GGZ of eerstelijnspsycholoog (ELP). Bij angstklachten met normale angst (als gevolg van een als dreigend ervaren probleem) is voorlichting, met uitleg over ontstaan van klachten veelal voldoende. Eventueel kan de patiënt een advies krijgen voor zelfhulp of een e-healthinterventie. Bij het vermoeden van abnormale angst of een angststoornis volgt afname van de 4DKL en een gesprek over de klachten en de situatie van de patiënt. Om een inschatting te maken van de complexiteit van de angstklachten raadpleegt u de criteria uit de standaard Angst of de DSM-IV-TR. Diagnostiek Bij een nader vermoeden van een angststoornis informeert de huisarts of POH GGZ naar de volgende aspecten: duur en beloop van de klachten (continu of in aanvallen); duur en frequentie van eventuele aanvallen; gebruik van alcohol of drugs; ernst van de klachten, mate van lijdensdruk; situaties waarin de angst optreedt; mogelijke aanleiding van de angststoornis: bij een vermoeden van een posttraumatische stressstoornis wordt specifiek gevraagd naar traumatische ervaringen; begeleidende symptomen: hartkloppingen, transpireren, duizeligheid, trillen, benauwdheid, pijnklachten, maagklachten, tintelingen, dove gevoelens, warmte- of koudesensaties, derealisatieof depersonalisatiegevoelens, rusteloosheid, snel vermoeid zijn, concentratieproblemen, prikkelbaarheid, slaapproblemen; Coöperatie Eerstelijnsondersteuning GGZ, Zuid-Holland Noord [16]

waarvoor de patiënt precies bang is: controleverlies, krankzinnig worden of doodgaan (paniekstoornis), angstig worden in grote openbare ruimtes (agorafobie), specifieke objecten of situaties (specifieke fobie), negatieve beoordeling door anderen (sociale fobie), alle mogelijke narigheid die het leven kan vergezellen (gegeneraliseerde angststoornis), herbeleving van een traumatische gebeurtenis (posttraumatische stressstoornis), ernstige lichamelijke ziekte (hypochondrie), dwanggedachten (obsessieve compulsieve stoornis); dwanghandelingen (bijvoorbeeld voortdurend handen wassen of dingen controleren) en de tijd die daaraan dagelijks wordt besteed (bij een obsessieve compulsieve stoornis); invloed van de klachten op het sociaal functioneren, zoals het vermijden van bepaalde situaties of activiteiten; relatie met stress, overbelasting, relatie- of werkproblemen; bij specifieke lichamelijke klachten (buikklachten) wordt met een gerichte anamnese nagegaan of een somatische aandoening waarschijnlijk is; lichamelijke comorbiditeit (bijvoorbeeld cardiale problematiek, kanker): de grens tussen reële angst en een angststoornis is soms moeilijk aan te geven. Gelet moet worden op anticipatieangst, vermijdingsgedrag en neutraliserend gedrag omdat die op een angststoornis duiden. De huisarts of de ELP zijn verantwoordelijk voor het stellen van de diagnose. De huisarts betrekt hierbij in de regel de POH GGZ. Bij twijfel wordt aangeraden de gespecialiseerde GGZ in te schakelen. Behandeling Lichte interventies zijn begeleide zelfhulp, kortdurende behandeling en applied relaxation. Bij ernstige vormen van angst zijn cognitieve gedragstherapie of antidepressie medicatie aangewezen behandelvormen. De screening en behandeling van lichte tot matige angststoornissen kunnen goed plaatsvinden in de eerste lijn. Dit wordt beschreven in het onderstaande zorgpad. Voor verdere uitwerking van de behandelinterventies wordt naar de bijlagen 2 t/m/ x verwezen. Afhankelijk van de ernst van de angstklachten worden interventies ingezet. Het beloop wordt gevolgd met een vragenlijst (4DKL). Wanneer de klachten erger worden en de eerste staps interventies geen effect hebben (acht-twaalf weken) is verwijzing te overwegen naar ELP/GZ-pso, voor cliënten die naar verwachting baat hebben bij (C)GT en/of EMDR; in andere gevallen is het raadzaam te verwijzen naar de gespecialiseerde GGZ. Enkele vuistregels voor wie welke behandeling van angstklachten in de eerste lijn uitvoert. lichte angststoornis: huisarts of POH GGZ; milde tot matige angststoornis: POH GGZ, ELP, GZ-pso, fysiotherapeut; huisarts bewaakt; ernstige angststoornis: gerichte verwijzing ELP, GZ-pso, gespecialiseerde GGZ; huisarts bewaakt. Posttraumatische stressstoornis en obsessieve-compulsieve stoornis bij voorkeur verwijzen naar ELP (bijvoorbeeld voor EMDR) of de gespecialiseerde GGZ. Coöperatie Eerstelijnsondersteuning GGZ, Zuid-Holland Noord [17]

Zorgpad angststoornissen Coöperatie Eerstelijnsondersteuning GGZ, Zuid-Holland Noord [18]

Bijlage 5: Zorgpad problematisch Alcoholgebruik Inleiding Problematisch alcoholgebruik is een drinkpatroon dat leidt tot lichamelijke klachten, psychische of sociale problemen en verhindert dat bestaande problemen adequaat worden aangepakt. Problematisch of schadelijk gebruik kunnen in de regel goed behandeld worden in de eerste lijn. Wanneer sprake is van alcoholafhankelijkheid wordt aanbevolen te verwijzen naar gespecialiseerde behandeling. Iemand met problematisch alcoholgebruik presenteert dit meestal niet als probleem. Bij een vermoeden van problematisch alcoholgebruik kan bij onbegrepen klachten van de patiënt een leefstijlanamnese afgenomen worden met vragen naar werk en vrijetijdsbesteding, omgaan met ziekte en stress, lichaamsbeweging, roken, eetgewoonten, alcohol- en ander genotmiddelengebruik. Wanneer een patiënt één of meer van de volgende signalen laat zien, wordt doorvragen naar het alcoholgebruik aanbevolen: Psychische of sociale problemen, gecombineerd met slaapproblemen. Aanwezigheid van alcoholgeur of sterke geuren ter maskering. Frequent gebruik van en verzoek om tranquillizers en hypnotica. Klachten over moeheid, malaise, tremoren, palpitaties of overmatig transpireren, maag- en darmklachten, zoals refluxklachten en diarree. Frequente spreekuurbezoeken of frequente bezoeken aan eerste hulp van een ziekenhuis. Screening Als de patiënt bevestigt alcohol te gebruiken, worden de drinkgewoonten en de functie van het alcoholgebruik in het dagelijks leven besproken. Als de patiënt zegt geen alcohol te gebruiken worden de volgende vijf vragen gesteld (laat bij twijfel over de anamnese een alcoholdagboek bijhouden): 1. wat de reden hiervan is 2. de hoeveelheid alcoholgebruik van de voorafgaande week. 3. op het werk, 4. bij het eten, 5. en 's avonds. Aangeraden wordt om naast deze vijf vragen ook een uitgebreider screenings- of diagnostisch instrument te gebruiken (AUDIT) om vermoedens op schadelijk alcoholgebruik te staven en na te gaan en een inschatting te kunnen maken of er sprake is van alcoholafhankelijkheid. Om alcoholafhankelijkheid in kaart te brengen wordt de ICD-10 gebruikt. Diagnostiek Er wordt verschil gemaakt tussen problematisch gebruik van alcohol en alcoholafhankelijkheid. Wanneer er sprake is van problematisch gebruik van alcohol kan dit behandeld worden in de huisartspraktijk. Wanneer alcoholafhankelijkheid gediagnosticeerd is, wordt doorverwezen naar de gespecialiseerde tweede lijn. Het stellen van de diagnose wordt bij voorkeur gedaan door de huisarts of de psycholoog. Eventueel kan bij ernstige klachten direct contact worden opgenomen met de verslavingsconsulent. Problematisch alcoholgebruik wordt in de ICD-10 beschreven als alcoholgebruik dat actuele psychische of lichamelijke schade tot gevolg heeft. Daarbij is geen sprake van afhankelijkheid, maar wel van duidelijke psychische en/of lichamelijke problemen als gevolg van excessief of overmatig alcoholgebruik. De diagnostiek leidt tot bepaling van schadelijkheid van het alcoholgebruik of alcoholafhankelijkheid. Hierin worden de duur en de mate van het alcoholgebruik meegenomen. Coöperatie Eerstelijnsondersteuning GGZ, Zuid-Holland Noord [19]

Behandeling Afhankelijk van de diagnose en de duur van het problematisch alcoholgebruik worden interventies ingezet volgens het stepped care principe met periodieke monitoring. Motiverende gespreksvoering dient te worden ingezet bij alle psychosociale behandelingen van problematisch alcoholgebruik en alcoholafhankelijkheid, ongeacht de ernst van de afhankelijkheid. Eenmalige kortdurende interventies van vijf tot dertig minuten gedurende enkele maanden gebaseerd op motiverende gespreksvoering worden ingezet bij vermoeden van excessief drinken of vermoeden van problematisch gebruik van alcohol of alcoholafhankelijkheid. Geadviseerd wordt om de partner of andere gezinsleden bij de behandeling te betrekken. Bij comorbiditeit met angststoornis of depressie wordt geadviseerd het alcoholgebruik in combinatie met de angststoornis of depressie aan te pakken. Zorgpad e-health: Drinktest.nl Drinktest.nl is ontwikkeld om mensen die alcohol drinken te voorzien van informatie en advies. De adviezen worden op basis van de antwoorden die op de vragenlijst gegeven worden met een speciaal daarvoor ontwikkeld computerprogramma geformuleerd. Coöperatie Eerstelijnsondersteuning GGZ, Zuid-Holland Noord [20]

Bijlage 6: Zorgpad slaapproblemen Inleiding Slapeloosheid wordt gekenmerkt door slaaptekort en slecht slapen, zoals vaak wakker worden of onrustig dromen. Slapeloosheid gaat gepaard met functioneringsklachten overdag: moeheid, slaperigheid, prikkelbaarheid, verminderde concentratie en prestatie. Naarmate slaperigheid overdag meer een probleem is, is de kans groter dat er een specifieke slaapstoornis is. Het zorgpad Slaapstoornissen is gericht op de behandeling van slapeloosheid bij volwassenen van achttien jaar en ouder. De behandeling van slapeloosheid is goed mogelijk in de eerste lijn. Er zijn vier verschillende diagnosen mogelijk: kortdurende slapeloosheid (minder dan drie weken), langer durende slapeloosheid, chronisch gebruik van slaapmiddelen en specifieke slaapstoornissen. De POH GGZ geeft in veel gevallen de behandeling in overleg met de huisarts. Wanneer er sprake is van ernstige vormen van langer durende slapeloosheid (vaak door gebruik van alcohol of drugs) is verwijzing naar eerstelijnspsycholoog of verslavingsconsulent aangewezen. Cognitieve gedragstherapie is een effectieve interventie bij langer durende slapeloosheid. Deze bestaat ook in de vorm van een groepscursus. Er zijn gespecialiseerde instituten voor de behandeling van slaapproblemen. Als er problemen met het slapen zijn, zullen de meeste patiënten daar zelf mee komen. Vroeg herkennen van klachten op dit gebied is daarom meestal niet nodig. Diagnostiek De huisarts en POH GGZ zijn in staat slaapproblemen te inventariseren. De diagnostiek bestaat uit: anamnese met als doel vaststellen van de duur en ernst van de slaapklachten; vervolganamnese bij klachten langer dan drie weken of bij patiënten die niet zelf een oorzaak kunnen aangeven met als doel beïnvloedende factoren en/of oorzaken vast te stellen; vervolganamnese bij chronisch slaapmiddelengebruik; vervolganamnese met als doel het uitsluiten van specifieke slaapstoornissen; diagnosestelling en indicatiestelling voor behandelbeleid. Behandeling Afhankelijk van de duur en ernst van de slapeloosheid worden behandelinterventies ingezet volgens het stepped care principe. Bij onvoldoende respons wordt een meer intensieve behandeling geadviseerd. Coöperatie Eerstelijnsondersteuning GGZ, Zuid-Holland Noord [21]

Zorgpad slaapproblemen Coöperatie Eerstelijnsondersteuning GGZ, Zuid-Holland Noord [22]

Bijlage 7: Symptomen en ernstbepaling Depressieve stoornissen SYMPTOMEN EN ERNST KERNSYMPTOMEN: ZEKER TWEE AANEENGESLOTEN WEKEN, HET GROOTSTE DEEL VAN DE DAG AANWEZIG Depressieve stemming. Duidelijk vermindering van plezier. ANDERE SYMPTOMEN Gewichtsverandering. Slapeloosheid of overmatig slapen. Agitatie of remming. Moeheid of verlies van energie. Besluiteloosheid of concentratieproblemen. Gevoelens van waardeloosheid. Buitensporige of onterechte schuldgevoelens. Terugkerende gedachten aan de dood, suïcide of suïcidepoging. Verminderde interesse. Wanneer één of beide kernsymptomen aanwezig zijn en in totaal minimaal vijf van de negen andere symptomen, is verder onderzoek op depressie met gebruik van de Bdi voor bepaling van ernst aangewezen. ERNSTMETING Beck Depression Inventory (BDI), bestaat uit 21 vragen en meet de ernst van een depressie. De Beck Depression Inventory (BDI I of II) geeft een eindscore voor de mogelijke aanwezigheid van depressie, oftewel een schatting van de ernst van depressie. Ook wordt een score gegeven op drie dimensies van depressie: affectief, cognitief en somatisch. De BDI II is niet gratis te downloaden, de BDI I is wel gratis te gebruiken. De volledige BDI I is opgenomen in de sectie met meetinstrumenten. Coöperatie Eerstelijnsondersteuning GGZ, Zuid-Holland Noord [23]

Bijlage 8: Preventieactiviteiten De invulling in de praktijk Zelfhulp op het gebied van angst, depressie en stress: Zelfhulpcursus Op verhaal komen Uw autobiografie als bron van wijsheid. In deze zelfhulpcursus helpen de herinneringen u om uw leven (weer) richting te geven. Aan de hand van het werkboek en coaching ontdekt u niet alleen de rode draad in uw levensloop, maar leert u ook negatieve gebeurtenissen te verwerken. Zelfhulpcursus Negatief zelfbeeld Deze cursus is bestemd voor mensen die van hun negatieve zelfbeeld af willen. Men leert een stevig en genuanceerd beeld van zichzelf op te bouwen. Met behulp van oefeningen en coaching gaat men geleidelijk anders naar zichzelf kijken en ook anders gedragen. Zelfhulpcursus Omgaan met Stress en Stress op het werk Wanneer u last heeft van stress (op het werk) heeft u blijvende klachten zoals: onrust, piekeren, moeilijk nee kunnen zeggen, geen overzicht meer hebben, slecht concentreren, niet kunnen ontspannen en tegen dingen opzien. Zelfhulpcursus Depressieve naaste Deze cursus is bedoeld ter ondersteuning van mensen die een familielid, partner of andere naaste hebben met depressieve klachten. Met Lef Cursus voor volwassenen die zich verlegen, angstig en gespannen voelen in het contact met anderen. Voluit Leven Cursus in levenskunst voor volwassenen die last hebben van gespannenheid, somberheid, angst, vermoeidheid, pijn, verslavingsgedrag, gevoel van leegte of zelfkritiek. Empowermenttraining Met alle geweld een relatie Training voor vrouwen die te maken hebben (gehad) met verbaal of fysiek geweld in hun relatie. Of daarmee worden/zijn bedreigd. Geen Paniek Cursus voor volwassenen die last hebben van paniekklachten en daar meer grip op willen krijgen. Kan ook als begeleide zelfhulp worden aangeboden. In de put, uit de put Cursus voor volwassenen die hun somberheid willen overwinnen, inzicht willen krijgen en praktische vaardigheden willen leren om meer grip te krijgen op depressieve gevoelens. Kan ook als begeleide zelfhulp worden aangeboden. Aan de slag met angst en piekeren Cursus voor volwassenen met angstklachten zoals overmatig zorgen maken, piekeren en dwangklachten. Zelfhulpcursus Angst Omgaan met angstige gevoelens Angst is heel normaal en gezond. Angst waarschuwt voor gevaar en zorg ervoor dat de mens in actie komt. Sommige mensen zijn ook zonder gevaar angstig en hebben klachten zoals: piekeren, nerveus voelen of angstig zijn, hartkloppingen, drukkend gevoel op de borst, controleverlies of vermijden van sociale contacten. Doorverwijzen naar aanbod van Preventie, groepscursussen: Individuele gesprekken rouwverwerking Mindfulnesstraining Mindfulnesstraining voor volwassenen die last hebben van stress, angst of somberheid. Er wordt gewerkt met meditatieoefeningen. Voorlichtingsavonden van Preventie Maandelijks zijn er voorlichtingsavonden met verschillende thema s. Slapen doe je zo! Cursus voor volwassenen die regelmatig slecht slapen en daar verbetering in aan willen brengen. Kan ook als begeleide zelfhulp worden aangeboden. Coöperatie Eerstelijnsondersteuning GGZ, Zuid-Holland Noord [24]