Agenda van de commissie Bestuurlijke Organisatie, Communicatie en Middelen d.d. 10 december 2009 10.00 uur



Vergelijkbare documenten
De colleges van de gemeenten binnen de stadsregio Rotterdam De raden van de gemeenten binnen de stadsregio Rotterdam

CONCEPTVISIE Regionale samenwerking na 2010

Structuur regionale samenwerking in Regio Rivierenland

Procesafspraken. tussen de. gemeenten Ridderkerk, Rotterdam en Barendrecht, de stadsregio Rotterdam en de provincie Zuid-Holland

Model Vervoersregio en Economische Profilering. Beschrijving model

Convenant Versterking Samenwerking Verkeer en Vervoer

l. De samenwerking in de Gemeenschappelijke Regeling Regio West-Brabant te richten op economisch-ruimtelijke structuurversterking.

Geachte heer Van Aartsen en heer Aboutaleb

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad,

B. Stuurgroep Vervoerregio, 18 september 2014

Aanbieden notitie A16 corridor en Rotterdam University Business District. De VVD, CDA en Leefbaar Rotterdam verzoeken het college daarom:

Alternatieve locaties Hoeksche

Stijn Smeulders / september 2017

Deltapoort. Wat is dat? Waarom programma Deltapoort?

Sociaal Economisch Masterplan: Uitvoeringsagenda Netwerk Noordoost

De colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Vianen, Nieuwegein, IJsselstein, Utrecht, Stichtse Vecht, De Bilt, Zeist, Bunnik en Houten

Ambitieverklaring. Tussen Kagerplassen en Oude Rijn

LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN TOEKOMST REGIONALE SAMENWERKING GEMEENTEN STADSREGIO AMSTERDAM

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST RMC regio Rijnmond

Bestuursconvenant samenwerking U10-gemeenten

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

STRUCTUURVISIE DEN HAAG ZUIDWEST

Trendbreuk? Netto kwantitatieve opgave Wonen Bedrijventerreinen 18 (+30) ha 156 ha. (gemeentelijk + privaat)

Sessie Verstedelijking en Mobiliteit => Onderdeel Mobiliteit. provincie Zuid-Holland

Bestuursovereenkomst voor het Samenwerkingsverband Wonen Regio Rotterdam

2. Kennis te nemen van de uitvoeringsagenda van de Ruimtelijk-economische koers U10 Samen op weg naar een Uitvoeringsagenda (bijlage 2).

Onderwerp: Gemeentelijke opschaling, regionale samenwerking en decentralisaties

Raadsvoorstel. Toekomst regionale samenwerking. Bestuur Besluitvorming Toekomst regionale samenwerking. Beleid en regie W. Hilboezen P.J.

ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD

Voordracht voor de raadsvergadering van 7 en 8 november 2012

Overdrachtsdossier regionale samenwerking

Adviescommissies VA & EV MRDH

BESLUITENLIJST Dagelijks Bestuur d.d. 5 september 2013

Intentieverklaring. Platform voor Overleg, Samenwerking en Besluitvorming. OV-Chipkaart

Convenant EBU en U10 regio

Groengebied Amstelland AB Agendapunt 9 eerder door het bestuur behandelde notities over rol en positie GGA BIJLAGE 1 DISCUSSIENOTITIE

Agenda. Openbare vergadering van. Datum en tijdstip 15 september :00 uur. Algemeen Bestuur GR Bleizo

Raadsvergadering. Grondslag Samenwerkingsverband U10; strategische agenda (Stepping Stones) en jaarlijks werkplan uit te voeren door EBU

Aan de lezer datum 14 mei telefoon (010) betreft* Brochure Hoekse Lijn, Lightrail langs de Nieuwe Waterweg. Geachte heer, mevrouw,

De schaal van de woningcorporaties in overeenstemming brengen met de schaal van de regionale woningmarkt.

in de tien raden wordt vastgesteld, enerzijds als richtinggevende bouwsteen voor de

ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD

M E M O. We zien de oplossing niet in grote schaalvergroting naar 1 of 2 gemeenten. We zoeken het in de samenwerking vanuit de inhoud.

DORDRECHT. Aan. de gemeenteraad

Bestedingskader middelen Stedelijke Herontwikkeling

Bestuursovereenkomst overdracht bevoegdheden inzake realisatie windopgave gemeente Brielle

Camiel Eurlings, minister van Verkeer en Waterstaat en Bas Verkerk, regiobestuurder van het Stadsgewest Haaglanden

Regionale Samenwerking in de metropool

3.3 Bestuur en Middelen

Raadsvoorstel. 3. Inleiding

INLEIDING EN LEESWIJZER

De begroting van de provincie Utrecht voor Een samenvatting

Het convenant Naar Regionale Uitvoeringskracht gesloten tussen de partijen

RAADSVOORSTEL Rv. nr..: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

1 6 SEP ZOU. Kopie aam. Op lb - 9- \u o naar Bo<e. Lyoei

Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland Besluitvormend

Logo Groen IJsselmonde. Bestuursovereenkomst Landschapstafel IJsselmonde

Het BEL-model werkt voor Blaricum, Eemnes en Laren 2011

Agendaformulier B&W-vergadering 1 november Raadsinformatiebrief *16.I000864* 16.I Programma. Ruimte, Bouwen en Wonen

Geachte raden, staten, colleges, burgemeesters en commissaris, 1. Het Evaluatierapport Grondbank en ROZ

De regioraad heeft naar aanleiding van de adviezen van de commissies nog de volgende opmerkingen geplaatst:

Programma Regionaal Platform 20 april 2016 Locatie: Van der Valk Hotel, Aalsterweg 322 te Eindhoven

Provincie Noord-Holland

METROPODIREGIO AMSTERDAM

Sterk en Toekomstbestendig bestuur Regio Gelderland

Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Marion Stein secretaris/algemeen directeur Stadsgewest Haaglanden

Informatieprotocol. Gemeenschappelijke regelingen gemeente Heumen

Geachte mevrouw Dekker,

VOORNEMEN TOT AANWIJZEN KERNWERKGEBIED HAAGLANDEN, ROTTERDAM, MIDDEN- HOLLAND

Leden van Provinciale Staten. Stand van zaken en proces besluitvorming Planstudie N207 Zuid. Geachte Statenleden,

Beschrijving regionale arrangementen Leiden, Zwolle, Eindhoven en Rotterdam

Convenant Realisatie windenergie stadsregio Rotterdam

Deze notitie is op 15 februari besproken in de Commissie Algemene Zaken en Werkwijze van de stadsregio en op 17 februari in het dagelijks bestuur.

Verstedelijking & Infrastructuur Ruimteconferentie 2013

Raadsbijlage Voorstel met betrekking tot het sluiten van een convenant in het kader van Interregio Brabant-Limburg

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Convenant Regionale Detailhandelsafspraken. Aan de raad,

Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST RMC regio Rijnmond

Dienst Stadsontwikkeling In DT Nee. Ambtenaar Bas Kranenborg In college

Nieuwe Westelijke Oeververbinding (NWO)

Herzien voorstel winstbestemming jaarrekening 2016 Metropoolregio Eindhoven

BIJLAGE 4 INSTELLINGSBESLUIT NATIONAAL COÖRDINATOR GRONINGEN

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

Advies Werkplaats Wonen Hoe gaan we verder?

Ondergetekenden: Rijkswaterstaat, Dienst Zuid-Holland ProRail BV De Provincie Zuid-Holland De Gemeente Moordrecht

CONVENANT ACHTERHOEK 2020 Coöperatief samenwerkende ondernemers, overheid en maatschappelijke organisaties

A-5 Toekomst Regionale Samenwerking Portefeuillehouder Bestuurlijke Toekomst Mathijs Triou

Convenant samenwerking Middelsee Gemeenten.

Concept Convenant Voorraadbeheersing en Afstemming Werklocaties Flevoland. 1. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere,

ADVIES ONTWERP PIP N629 OOSTERHOUT-DONGEN

GRIFFIE POLITIEKE TERMIJN AGENDA

REGIO ROTTERDAM EN HAVEN: DUURZAAM BEREIKBAAR (MIRT-VERKENNING ROTTERDAM VOORUIT)

GS brief aan Provinciale Staten

St. Huurdersbelangen Regio Hollands-Midden. Bouwstenen HRHM 2019

BESLUITENLIJST Dagelijks Bestuur d.d. 14 april 2011

Statenmededeling aan Provinciale Staten

Links naar brondocumenten

commissie jeugdzorg en sociaal beleid vergadering 7 februari 2008 agendapunt 7 Onderwerp: ambtelijke en bestuurlijke organisatie jeugdzorg.

Tekst inspreekbeurt voor de Commissie Samen Wonen, 7 september 2017

De gemeenteraad buitenspel na de invoering van de Omgevingswet? Gemeenteraad Bergen op Zoom 10 april 2017

Transcriptie:

Commissie BOC&M vergadering 10 december 2009 15 juni 2009 Agenda van de commissie Bestuurlijke Organisatie, Communicatie en Middelen d.d. 10 december 2009 10.00 uur 1. Opening en Mededelingen. 2. Verslag van de gecombineerde vergadering van de commissie Bestuurlijke Organisatie, Communicatie en Middelen d.d. 25 juni 2009. 3. Ingekomen en uitgegane stukken. Gevraagde beslissing: 1. in te stemmen met de voorgestelde afdoening van de ingekomen stukken. 4. Regionale samenwerking na 2010. Gevraagde beslissing: 1. de regioraad voor te stellen in te stemmen met Verbindende kracht, een realistische visie op regionale samenwerking na 2010 ; 2. ten aanzien van de samenstelling van het algemeen bestuur de regioraad te adviseren in te stemmen met de variant waarbij elke gemeente twee vertegenwoordigers aanwijst uit haar college van burgemeester en wethouders of gemeenteraad. 5. Wijziging gemeenschappelijke regeling. Gevraagde beslissing: 1. de regioraad voor te stellen het ontwerp van de gemeenschappelijke regeling vast te stellen en deze ter besluitvorming aan te bieden aan de bestuursorganen van de deelnemende gemeenten. 6. 8- maandsbestuursprogramma. Gevraagde beslissing: 1. de regioraad voor te stellen in te stemmen met de 8-maands bestuursrapportage 2009 en deze ter kennisname voor te leggen aan de regioraad en deze raad voor te stellen om de daarin opgenomen begrotingswijziging conform vast te stellen. 7. Investeringsstrategie 2010-2020. Gevraagde beslissing: 1. de regioraad voor te stellen om in te stemmen met de notitie Investeringstrategie regio Rotterdam 2010 2020; 2. de regioraad voor te stellen om het omslagstelsel voor te zetten conform de huidige systematiek en uitgangspunten voor tariefstelling van de omslagheffing; Agenda BOC&M / 57329 / BZC / HEA / 10 december 2009 Pagina 1

3. de regioraad voor te stellen om de omslagbaten in te zetten voor investeringen in de regionale opgave voor groen, infrastructuur, wonen en economie. 4. de regioraad voor te stellen om in principe in te stemmen met de instelling van een Investeringsreserve en na afwikkeling van de aangegane verplichtingen en verantwoording het Omslagfonds (2011), het Fonds Verstedelijking en Stedelijke Vernieuwing (2011) en het Fonds Groen (na 2013) te liquideren. 5. voor de opstelling van de begroting 2011 als richting meegeven dat een nader te bepalen deel van de voeding van de Investeringsreserve wordt afgezonderd in de begroting ten behoeve van procesondersteuning, opdat de Investeringsreserve uitsluitend investeringsmiddelen bevat. 8. Vergaderschema Commissie BOC&M 2010. Gevraagde beslissing: 1. vast te stellen van het vergaderschema 2010 voor de vergaderingen van de commissie BOC&M. 9. Rondvraag en sluiting. Agenda BOC&M / 57329 / BZC / HEA / 10 december 2009 Pagina 2

Commissie BOC&M vergadering 10 december 2009 agendapunt 2 Verslag van de vergadering van de commissie Bestuurlijke Organisatie, Communicatie en Middelen d.d. 25 juni 2009 10.00 uur Aanwezig: de heer t Hart, de heer E. Van Vliet, de heer Jansen, de heer Hekman, mevrouw Van Viegen, de heer Siljee. Alsmede: de secretaris directeur mevrouw M.C.J. Jansen (agendapunt 4), en medewerkers van de stadsregio, de heer Bierhuizen, de heer Osnabrugge, mevrouw Konijnendijk en mevrouw El Aissati. 1. Opening en mededelingen. De heer t Hart opent (voorzitter) opent de vergadering en meldt dat er afmeldingen zijn ontvangen van de heer Bruinsma (gemeente Vlaardingen), mevrouw Bouvy Koene (gemeente Bernisse), de heer Van Belzen (gemeente Barendrecht), de heer Suijker (gemeente Rozenburg), de heer Ten Kate (gemeente Lansingerland) en mevrouw de Jongh (gemeente Hellevoetsluis). De heer Siljee meldt de afwezigheid van de heer Groene (gemeente Schiedam). De heer 't Hart meldt de ter vergadering uitgereikte stukken: 1. Reactie van de gemeente Krimpen aan den IJssel aan GS van Zuid Holland inzake het besluit over de toekomst van de gemeenten in de Krimpenerwaard. 2. Reactie van de gemeente Gouda aan het college van GS in Zuid-Holland inzake het besluit over de toekomst van de gemeenten in de Krimpenerwaard. 3. Factsheet over het regionaal omslagstelsel. 2. Verslag van de gecombineerde vergadering van de commissies Bestuurlijke Organisatie en Communicatie en Middelen (BOC&M) d.d. 5 februari 2009. Het verslag wordt vastgesteld. 3. Ingekomen en uitgegane stukken. De heer 't Hart meldt dat er behoudens de bij de agendaposten gevoegde stukken - geen ingekomen en uitgegane stukken zijn. 4. DIALOOG 2009. Vanwege de afwezigheid van de heer Bruinsma licht mevrouw Jansen de actuele ontwikkelingen inzake DIALOOG 2009 toe. Mevrouw Jansen meldt dat in het eindrapport De stille kracht, over de noodzaak van stadsregio s van de commissie Nijpels de conclusie getrokken is dat de stadsregio s prima werk leveren. Samenwerking tussen gemeenten moet volgens de commissie Nijpels worden voortgezet. Mevrouw Jansen meldt de conclusies uit de gecombineerde vergadering van de bestuurlijke en ambtelijke werkgroep DIALOOG 2009 d.d. 15 juni 2009. Ze geeft aan dat de regionale samenwerking volgens de werkgroepen zoals die nu verloopt uitstekend is en dus voortgezet moet worden. En zal daarentegen wel meer aandacht besteed moeten worden aan subregionale samenwerking. De stadsregio zal vooral bezien moeten worden vanuit de opgaven als ruimtelijke ordening en verkeer en vervoer. Een uitbreiding van de huidige schaal wordt niet gewenst geacht. Verslag 25 juni 2009 / 53955 / BZC / HEA / 10 december 2009 Pagina 1

De bestuurlijke en ambtelijke werkgroep heeft gevraagd om meer focus op thema s als economie en arbeidsmarktbeleid. Een onderzoek naar de organisatie van het arbeidsmarktbeleid op regionaal niveau, zal plaatsvinden. De bestuurlijke en ambtelijke werkgroep hebben nagedacht over een andere bestuurlijke structuur. Het uitgangspunt daarbij is dat er meer opgetreden moet worden als een verlengd lokaal bestuur. Dit zou kunnen betekenen een opheffing van de huidige vorm van de regioraad en zal er geen sprake meer zijn van een politieke fractievorming. De politieke verantwoording wordt verschoven naar de gemeenteraden. De regioraad zal bestaan uit één bestuurlijke vertegenwoordiger uit elke gemeente, samengesteld uit het college van burgemeester en wethouders. Het dagelijks bestuur zou meer als procesbestuurder kunnen fungeren en zou in de vorm kleiner kunnen worden. De bestuurlijke werkgroep komt bijeen op 8 juli 2009 om nader van gedachten te wisselen. Een eerste conceptvisie zal in juli voltooid zijn. Hierna wordt het aan de raden en colleges aangeboden met het verzoek om een reactie op de conceptvisie voor 1 oktober 2009. Op 16 september vindt een tweede bijeenkomst plaats waarvoor de raads-en collegeleden voor uitgenodigd worden. De resultaten van zowel de bijeenkomst als de reactie van de gemeenten worden in de conceptvisie verwerkt. De behandeling in het dagelijks bestuur vindt in november plaats en in de regioraad in december. Mevrouw Van Viegen meldt dat het goed is dat de vertegenwoordigers geen politieke partij vertegenwoordigen, maar de lokale gemeenten. De heer Janssen benadrukt de positionering van de stadsregio. De heer Van Vliet wijst op het belang van de stadsregio om na te denken over het middenbestuur en hoe de regionale samenwerking te realiseren. Voorts wijst de heer Van Vliet op het belang van draagvlak. De heer Hekman vraagt zich af of de gemeenten zich daadwerkelijk vertegenwoordigd voelen door de gemeenten door een dergelijke vorm van structuur. Het is de bedoeling dit nog meer inzichtelijk te krijgen. Wordt er vanuit de gemeenten of namens de partijen beredeneerd? De heer t Hart meldt de optie van twee vertegenwoordigers uit het college van het algemeen en dagelijks bestuur vanwege de terugkoppeling aan de gemeenteraden. De heer Siljee merkt op dat de discussie niet zou moeten gaan over hoeveel leden in het algemeen of dagelijks bestuur, maar over het model dat er nu ligt. Voorts mist hij dat er te weinig gesproken is over democratische legitimatie. Met de verschuiving van de politieke controle naar de gemeenteraden wordt de raad per bestuursperiode geconsulteerd over de strategische agenda. Gemeenteraden kunnen jaarlijks worden geraadpleegd over het werkplannen en de begroting. Mevrouw Jansen vindt een vertegenwoordiging van twee afgevaardigden een goede optie. Eén vertegenwoordiger wordt de direct aanwijsbare verantwoordelijke, die de die de vergadering heeft bijgewoond. De commissie Bestuurlijke Organisatie, Communicatie en Middelen (BOC&M) neemt kennis van de ontwikkelingen. 5. Krimpenerwaard: advies commissie Leemhuis. De commissie neemt kennis van het besluit van GS Zuid-Holland naar aanleiding van het advies van de commissie Leemhuis inzake de bestuurlijke toekomst van de gemeenten in de Krimpenerwaard. 6. Besluitvorming AvA RET. De commissie neemt kennis van de aan de regioraad gevraagde besluiten. Verslag 25 juni 2009 / 53955 / BZC / HEA / 10 december 2009 Pagina 2

7. Jaarrekening en jaarverslag 2008. De commissie neemt kennis van de jaarrekening en jaarverslag 2008. De heer Siljee verzoekt om een onderbouwing van de BWS reserve positie voor het einde van deze periode. De commissie adviseert de regioraad de jaarrekening en de daarin opgenomen resultaatsbestemming en het jaarverslag 2008 conform vast te stellen. 8. Programmabegroting 2010. De commissie adviseert de regioraad de programmabegroting 2010 vast te laten stellen. 9. 4-maands bestuursrapportage. De commissie neemt kennis van de 4-maands bestuursrapportage 2009 en stemt in met het ter kennisname voorleggen van de bestuursrapportage aan de regioraad om de daarin opgenomen begrotingswijziging conform vast te stellen. 10. Investeringsstrategie 2010-2020, omslagstelsel. De heer t Hart meldt de investeringsstrategie in de commissie Wonen en Sociaal Beleid behandeld is. Er is advies van de commissie Wonen en Sociaal Beleid uitgebracht inzake de voortzetting van het omslagstelsel. De regioraad wordt gevraagd de investeringsstrategie 2010-2020 en het omslagstelsel te herzien. 11. Actualisatie 2009 meerjarenraming Omslagfonds en Fonds Verstedelijking en stedelijke vernieuwing 2005-2010. De commissie stelt de regioraad voor de voorgelegde actualisatie 2009 meerjarenraming Omslagfonds en Fonds verstedelijking en stedelijke vernieuwing vast te stellen. 12. Rondvraag en sluiting. Er is geen gebruik gemaakt van de rondvraag. Verslag 25 juni 2009 / 53955 / BZC / HEA / 10 december 2009 Pagina 3

Commissie BOC&M vergadering 10 december 2009 agendapunt 3 Onderwerp: Ingekomen en uitgegane stukken. Bijlagen: Geen. Toelichting: Ten tijde van de verzending van de commissiestukken waren er behoudens de bij de agendaposten gevoegde stukken geen ingekomen en uitgegane stukken voor de commissie. INUCOMBOC&M / 57629 / BZC / HEA / 10 december 2009 Pagina 1

Commissie BOC&M vergadering 10 december 2009 agendapunt 4 Onderwerp: Regionale samenwerking na 2010. Bijlagen: 1. Verbindende kracht: een realistische visie op regionale samenwerking na 2010 (is reeds aan u verzonden); 2. Schriftelijke reacties van de gemeenten op de conceptvisie (ter inzage bij bureau Bestuurlijke Zaken en Communicatie, Minervahuis, Meent 106, kamer 2.17); 3. Nota van antwoord. Toelichting: In 2010 evalueert het kabinet de Wgr-plus en de brede doeluitkering verkeer en vervoer. Deze aanstaande evaluatie is, samen met het gegeven dat de (nieuwe) Wet op de ruimtelijke ordening geen bevoegdheden aan Wgr-plusregio s toedeelt, voor uw raad aanleiding geweest om het jaar 2009 te benutten voor een bezinning op rol en positie van de stadsregio. Daarbij is gekozen voor een open proces, waarin de gemeenten leidend zijn. Tijdens een startbijeenkomst op 18 maart 2009 heeft de voorzitter de bestuurlijke werkgroep DIALOOG 2009 geïnstalleerd. Hierin zijn alle gemeenten door een collegelid of een raadslid vertegenwoordigd. Op basis van resultaten van interviews met raadsleden, expertmeetings, bijeenkomsten voor alle raads- en collegeleden uit de regio en schriftelijk commentaar van raden en colleges heeft de bestuurlijke werkgroep de visie Verbindende kracht: regionale samenwerking na 2010 opgesteld. Hoofdelementen in de visie zijn de strategische regionale agenda voor de periode 2010 2020 en het voorop stellen van het principe van verlengd lokaal bestuur. Dit laatste leidt tot voorstellen voor een compact algemeen en dagelijks bestuur, maar vooral ook voor een veel sterkere betrokkenheid van gemeenteraden bij regionale beleidsontwikkeling en besluitvorming. Conclusies en aanbevelingen van de bestuurlijke werkgroep: De gemeenten binnen de stadsregio Rotterdam hebben altijd de ambitie gehad om te komen tot een rechtstreeks gekozen regiobestuur met zware bevoegdheden in vooral het fysieke domein. Dat is nu geen realistische optie. Blijft over: de weg van het verlengd lokaal bestuur. Samenwerking in stadsregionaal verband is onomstreden: in het sterk verstedelijkte gebied, waarin de oriëntatie op Rotterdam in het algemeen en de met de haven samenhangende economische structuur in het bijzonder de verschillende gemeenten bindt, liggen nu en in de toekomst veel opgaven die de gemeentegrenzen overstijgen en om een gezamenlijke aanpak vragen. Het is de taak van de stadsregio een visie op relevante ontwikkelingen voor de regio op te stellen en draagvlak en coalities te organiseren om die visie te implementeren. De stadsregio is een op duurzame ontwikkeling van ruimte en mobiliteit gericht samenwerkingsverband. De regionale agenda binnen dit fysieke domein is complex en veelomvattend. De samenwerking kan op onderdelen verder versterkt worden. Gemeenten noemen daarbij vooral het beleidsterrein economie. De Wgr-plus biedt hiervoor een wettelijke basis. Naar aanleiding van het door de Economic Development Board Rotterdam (EDBR) toegezegde advies, kan het nieuwe bestuur een economische agenda voor de regio opstellen. Een punt van aandacht vormt het arbeidsmarktbeleid in relatie tot economische ontwikkeling. Enerzijds is op papier in elk geval de regionale samenwerking met betrekking tot de arbeidsmarkt geregeld in het regionaal platform arbeidsmarktbeleid Rijnmond, anderzijds gaan regelmatig stemmen op om hier een koppeling met de stadsregio te bewerkstelligen. Alvorens conclusies te trekken over een eventuele stadsregionale rol in dit verband, zijn de RPA bestuurders geconsulteerd. Regionale samenwerking na 2010 / 59975 / DIR / MCJ / 10 december 2009 Pagina 1

Binnen de regio bestaan ook netwerken met een meer sociaal-maatschappelijke oriëntatie. Er is geen dringende noodzaak deze netwerken te absorberen in stadsregionaal verband. Veel energie zou dan verloren gaan met het zoeken naar bestuurlijke constructies en samenvoegen van organisaties. Daar waar dit meerwaarde kan opleveren, kunnen de bestaande netwerken beter in programma s en projecten samenwerken. De wettelijke taak van de stadsregio voor de jeugdzorg zal naar verwachting de komende jaren vervallen. Aangenomen wordt dat de evaluatie van de Wet op de jeugdzorg zal uitwijzen dat de jeugdzorgtaken naar de gemeenten moeten. Ten aanzien van de bovenlokale jeugdzorgvoorzieningen kan de regionale samenwerking vorm worden gegeven via de gemeenschappelijke regeling openbare gezondheidszorg Rotterdam-Rijnmond. Het is, gezien de omvang en intensiteit van de samenwerking op andere schalen, op dit moment niet zinvol om energie te steken in het zoeken naar een andere schaal voor de stadsregio; ook die zal immers grensproblemen opleveren. Beter is het, te erkennen dat overheidssturing veelschalig is geworden. De stadsregio is dan te bezien als een netwerk voor ruimte en mobiliteit dat per programma of project coalities sluit met andere netwerken. De stadsregio treedt daarbij op als behartiger van de regionale belangen. Het is niet ondenkbaar dat tussen 2010 en 2020 samenwerking met bepaalde netwerken dusdanig intensiveert, dat opschaling wenselijk wordt. Het is dan ook goed om elke bestuursperiode opnieuw te bezien of een andere schaal meerwaarde biedt. Veelschalige samenwerking en samenwerkingsvormen met verschillende partijen zijn onvermijdelijk en vormen een uitdaging voor het creëren van meerwaarde voor de regio. De stadsregio moet zich daarbij opwerpen facilitator van wisselende coalities. Een punt van aandacht daarbij is de betrokkenheid van semi-publieke en private partijen. Afspraken moeten worden vastgelegd in convenanten om zelfbinding en continuïteit te bewerkstelligen. De bestuurlijke structuur van een regionaal openbaar lichaam zoals de stadsregio moet aan een aantal wettelijk eisen voldoen, maar daarbinnen bestaat veel vrijheid voor de eigen invulling. Aanpassingen zijn nodig om de stadsregio meer als verlengd lokaal bestuur te laten functioneren. Dat opent tevens mogelijkheden voor een betere democratische legitimatie en beperking van de belasting van bestuurders. De regioraad wordt in zijn huidige vorm opgeheven. De politieke controle op regionale opgaven verschuift naar de gemeenteraden, die per bestuursperiode worden geconsulteerd over de strategische agenda van de regio. Jaarlijks worden de raden geraadpleegd over het werkplan en de begroting en worden verantwoordingsdebatten gevoerd op basis van het jaarverslag. De informatiepositie van de gemeenteraadsleden wordt versterkt. De huidige regels voor bindende elementen en procedures blijven van kracht. Er komt onder voorzitterschap van de burgemeester van Rotterdam een algemeen bestuur voor de stadsregio. Een keuze dient nog te worden gemaakt met betrekking tot het aantal vertegenwoordigers per gemeente en hun herkomst (uit de raad of uit het college). De vertegenwoordigers hebben gewogen stemrecht (in de verhoudingen zoals die ook nu gelden); zij vertegenwoordigen hun gemeente en niet hun politieke partij. Zij bewaken de relatie tussen de stadsregio en hun gemeente; zij zorgen ervoor dat de regionale agenda onder de aandacht van de gemeenteraad wordt gebracht. Het algemeen bestuur benoemt het dagelijks bestuur. De regel wordt gehandhaafd dat de burgemeester van Rotterdam het voorzitterschap van de stadsregio vervult. Voor de informele afspraak dat de wethouder verkeer en vervoer van Rotterdam de regioportefeuille verkeer en vervoer beheert geldt hetzelfde. De commissies worden in hun huidige vorm opgeheven en vervangen door portefeuillehoudersoverleggen; de voorgestelde werkwijze van het algemeen bestuur bevat betere waarborgen voor betrokkenheid van de gemeenteraden. Het dagelijks bestuur krijgt naast zijn eigenstandige wettelijke en door het algemeen bestuur toegekende bevoegdheden nadrukkelijk de rol van processtuurder: het brengt partijen samen en zorgt ervoor dat besluiten worden uitgevoerd. Het dagelijks bestuur kan, zonder de spreiding over de regio geweld aan te doen, compacter: een voorzitter en maximaal zes leden. Regionale samenwerking na 2010 / 59975 / DIR / MCJ / 10 december 2009 Pagina 2

In zijn vergadering van 18 november jongstleden heeft het dagelijks bestuur ingestemd met de visie van de bestuurlijke werkgroep. Voor de samenstelling van het algemeen bestuur heeft het dagelijks bestuur besloten aan de regioraad voor te stellen te kiezen voor de variant waarbij vanuit elke gemeente twee leden worden aangewezen; of deze AB-leden worden aangewezen uit het college van burgemeester en wethouders of de gemeenteraad wordt aan de gemeenten overgelaten. Financiële consequenties: Geen. Verdere procedure: Afhankelijk van de besluitvorming dient de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam te worden aangepast. Een voorstel hiervoor komt onder agendapunt 5 aan de orde. Het besluit van de regioraad wordt ingebracht in het proces van evaluatie van Wgr-plus en BDU. Gevraagde beslissing: 1. de regioraad voor te stellen in te stemmen met Verbindende kracht, een realistische visie op regionale samenwerking na 2010 ; 2. ten aanzien van de samenstelling van het algemeen bestuur de regioraad te adviseren in te stemmen met de variant waarbij elke gemeente twee vertegenwoordigers aanwijst uit haar college van burgemeester en wethouders of gemeenteraad. Regionale samenwerking na 2010 / 59975 / DIR / MCJ / 10 december 2009 Pagina 3

VERBINDENDE KRACHT: EEN REALISTISCHE VISIE OP REGIONALE SAMENWERKING NA 2010 1

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... 3 2. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN... 5 3. DE REGIONALE AGENDA TOT 2020... 8 meerwaarde door regionale samenwerking... 8 de regionale agenda... 9 nieuwe opgaven?...16 conclusies en aanbevelingen...17 4. REGIONALE SAMENWERKING IN PERSPECTIEF...19 toekomstperspectief...19 flexibele rollen...21 flexibele schalen...21 conclusies en aanbevelingen...22 5. SAMENWERKINGSVORMEN...23 samenbrengen van bevoegdheden, geld en capaciteit...23 samenwerking met de provincie: complementariteit in plaats van rivaliteit...23 samenwerking met semi-publieke en private partijen...24 conclusies en aanbevelingen...24 6. BESTUURLIJKE STRUCTUUR EN BESLUITVORMING...25 geen bestuurslaag...25 algemeen bestuur...25 commissies...27 dagelijks bestuur...28 betrokkenheid van gemeenteraden...29 conclusies en aanbevelingen...31 BIJLAGE 1: Leden bestuurlijke werkgroep DIALOOG 2009...32 BIJLAGE 2: Overzicht taken en bevoegdheden...33 BIJLAGE 3: Overzicht bevoegdheden stadsregio in de Wgr-plus...35 BIJLAGE 4: Overzicht bevoegdheden Wet ruimtelijke ordening...36 2

1. INLEIDING Als de stadsregio er niet was dan zouden we haar nu uitvinden. Deze opvallende uitspraak hebben wij in de discussies met raadsleden en bestuurders tijdens het proces van DIALOOG 2009, waarin gemeenten zich uitspraken over de toekomst van de stadsregio, regelmatig gehoord. Dat de stadsregio als zodanig niet ter discussie staat bij haar bestuurlijke achterban, doet niets af van de noodzaak om de wijze van samenwerken nog eens goed tegen het licht te houden. Sinds de oprichting van de stadsregio, begin jaren negentig in de vorige eeuw, is er in de regio veel tot stand gebracht. Maar er is ook veel veranderd. De wijze van politiekbedrijven is met de invoering van het dualisme in het lokale bestuur veranderd; meer dan in het verleden eisen gemeenteraden een eigenstandige rol op in relatie tot de stadsregio. De wetgeving is veranderd, met gevolgen voor de werkwijze van de stadsregio op het gebied van ruimtelijke ordening. Op openhartige wijze hebben wij hierover de afgelopen maanden gediscussieerd in de bestuurlijke werkgroep en met gemeenteraadsleden en collegeleden. Wij hebben daarbij gemerkt dat niet alleen de stadsregio, maar ook haar takenpakket en de daarmee samenhangende regionale bestuurlijke agenda kunnen rekenen op brede steun. Wij hebben nauwelijks gehoord dat het een tandje minder kan, maar wel dat het iets ambitieuzer mag. Wij zijn hier blij mee. Wij zijn ervan overtuigd dat er voor onze regio heel veel kansen liggen wanneer wij gezamenlijk in stadsregionaal verband optrekken. De stadsregio is onze belangenbehartiger bij uitstek. Zij is dé gesprekspartner voor de rijksoverheid, provincie, publieke en maatschappelijke organisaties en andere samenwerkingsverbanden waar het bovenlokale en zelfs bovenregionale ontwikkelingen betreft. Die positie van de stadsregio willen wij als gemeenten gezamenlijk dragen en versterken. Het is noodzakelijk om die agenda en de regionale inzet voortdurend levend te houden en op een aansprekende wijze voor het voetlicht te brengen. Gemeenten verwachten van de stadsregio ook leiderschap in het ontwikkelen van een visie op relevante ontwikkelingen voor de regio en in het organiseren van draagvlak en coalities om die visie te implementeren. Dat is de verbindende kracht van de stadsregio. Wij roepen het dagelijks bestuur op om in de komende periode hier verder inhoud en vorm aan te geven via de strategische regionale agenda die per bestuursperiode in samenspraak met de gemeenten wordt opgesteld. Waar onze gemeenten nu vooral behoefte aan hebben, is een stadsregio waarin hun zeggenschap een duidelijker plek krijgt. De huidige bestuurlijke inrichting is teveel nog een afspiegeling van de stadsprovincie die nooit het licht heeft gezien. Gemeenten willen geen stadsregio als andere overheid of een kloon van de provincie. Zij willen dat de stadsregio nog meer van hen wordt. Met deze visie willen wij daaraan bijdragen. Onze opdracht luidde: formuleer een door de gezamenlijke gemeenten gedragen, realistische visie op regionale samenwerking na 2010. 3

Tijdens de startbijeenkomst voor alle raads- en collegeleden op 18 maart 2009 hebben de aanwezigen de bestuurlijke werkgroep daarbij als huiswerk meegegeven om ook te kijken naar de inhoudelijke opgaven voor de regio en de mogelijkheden voor verbetering van het besluitvormingsproces. Wij hebben ons huiswerk gedaan. Wat wij hier neerleggen is een visie, geen blauwdruk. Het is aan het dagelijks bestuur en vertegenwoordigers van de gemeenten in het algemeen bestuur om hieraan verder praktisch vorm en inhoud te geven. Lucas Bolsius, voorzitter bestuurlijke werkgroep DIALOOG 2009. 4

2. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN De gemeenten binnen de stadsregio Rotterdam hebben altijd de ambitie gehad om te komen tot een rechtstreeks gekozen regiobestuur met zware bevoegdheden in vooral het fysieke domein. Dat is nu geen realistische optie. Blijft over: de weg van het verlengd lokaal bestuur. Samenwerking in stadsregionaal verband is immers onomstreden: in het sterk verstedelijkte gebied, waarin de oriëntatie op Rotterdam in het algemeen en de met de haven samenhangende economische structuur in het bijzonder de verschillende gemeenten bindt, liggen nu en in de toekomst veel opgaven die de gemeentegrenzen overstijgen en om een gezamenlijke aanpak vragen. Het is de taak van de stadsregio een visie op relevante ontwikkelingen voor de regio op te stellen en draagvlak en coalities te organiseren om die visie te implementeren. De stadsregio is een op duurzame ontwikkeling van ruimte en mobiliteit gericht samenwerkingsverband. De regionale agenda binnen dit fysieke domein is complex en veelomvattend. De samenwerking kan op onderdelen verder versterkt worden. Gemeenten noemen daarbij vooral het beleidsterrein economie. De Wgr-plus biedt hiervoor een wettelijke basis. Naar aanleiding van het door de Economic Development Board Rotterdam (EDBR) toegezegde advies hieromtrent, kan het nieuwe bestuur een economische agenda voor de regio opstellen. Binnen de regio bestaan ook netwerken met een meer sociaal-maatschappelijke oriëntatie. Er is geen dringende noodzaak deze netwerken te absorberen in stadsregionaal verband. Veel energie zou dan verloren gaan met het zoeken naar bestuurlijke constructies en samenvoegen van organisaties. Daar waar dit meerwaarde kan opleveren, kunnen de bestaande netwerken beter in programma s en projecten samenwerken. Een punt van aandacht vormt het arbeidsmarktbeleid in relatie tot economische ontwikkeling. Enerzijds is op papier in elk geval de regionale samenwerking met betrekking tot de arbeidsmarkt geregeld in het regionaal platform arbeidsmarktbeleid Rijnmond, anderzijds gaan regelmatig stemmen op om hier een koppeling met de stadsregio te bewerkstelligen. Alvorens conclusies te trekken over een eventuele stadsregionale rol in dit verband, zijn de RPA bestuurders geconsulteerd. Zij beraden zich nog op een reactie. De wettelijke taak van de stadsregio voor de jeugdzorg zal naar verwachting de komende jaren vervallen. Aangenomen wordt dat de evaluatie van de Wet op de jeugdzorg zal uitwijzen dat de jeugdzorgtaken naar de gemeenten moeten. Ten aanzien van de bovenlokale jeugdzorgvoorzieningen kan de regionale samenwerking vorm worden gegeven via de gemeenschappelijke regeling openbare gezondheidszorg Rotterdam-Rijnmond. Het is, gezien de omvang en intensiteit van de samenwerking op andere schalen, op dit moment niet zinvol om energie te steken in het zoeken naar een andere 5

schaal voor de stadsregio; ook die zal immers grensproblemen opleveren. Beter is het, te erkennen dat overheidssturing veelschalig is geworden. De stadsregio is dan te bezien als een netwerk voor ruimte en mobiliteit dat per programma of project coalities sluit met andere netwerken. De stadsregio treedt daarbij op als behartiger van de regionale belangen. Het is niet ondenkbaar dat tussen 2010 en 2020 samenwerking met bepaalde netwerken dusdanig intensiveert, dat opschaling wenselijk wordt. Het is dan ook goed om elke bestuursperiode opnieuw te bezien of een andere schaal meerwaarde biedt. Veelschalige samenwerking en samenwerkingsvormen met verschillende partijen zijn onvermijdelijk en vormen een uitdaging voor het creëren van meerwaarde voor de regio. De stadsregio moet zich daarbij opwerpen facilitator van wisselende coalities. Een punt van aandacht daarbij is de betrokkenheid van semi-publieke en private partijen. Afspraken moeten worden vastgelegd in convenanten om zelfbinding en continuïteit te bewerkstelligen. De bestuurlijke structuur van een regionaal openbaar lichaam zoals de stadsregio moet aan een aantal wettelijk eisen voldoen, maar daarbinnen bestaat veel vrijheid voor de eigen invulling. Aanpassingen zijn nodig om de stadsregio meer als verlengd lokaal bestuur te laten functioneren. Dat opent tevens mogelijkheden voor een betere democratische legitimatie en beperking van de belasting van bestuurders. De regioraad wordt in zijn huidige vorm opgeheven. De politieke controle op regionale opgaven verschuift naar de gemeenteraden, die per bestuursperiode worden geconsulteerd over de strategische agenda van de regio. Jaarlijks worden de raden geraadpleegd over het werkprogramma en de begroting en worden verantwoordingsdebatten gevoerd op basis van het jaarverslag. De informatiepositie van de gemeenteraadsleden wordt versterkt. De huidige regels voor bindende elementen en procedures blijven van kracht. Er komt onder voorzitterschap van de burgemeester van Rotterdam een algemeen bestuur voor de stadsregio. Een keuze dient nog te worden gemaakt met betrekking tot het aantal vertegenwoordigers per gemeente en hun herkomst (uit de raad of uit het college). De vertegenwoordigers hebben gewogen stemrecht (in de verhoudingen zoals die ook nu gelden); zij vertegenwoordigen hun gemeente en niet hun politieke partij. Zij bewaken de relatie tussen de stadsregio en hun gemeente; zij zorgen ervoor dat de regionale agenda onder de aandacht van de gemeenteraad wordt gebracht. Het algemeen bestuur benoemt het dagelijks bestuur. De regel wordt gehandhaafd dat de burgemeester van Rotterdam het voorzitterschap van de stadsregio vervult. Voor de informele afspraak dat de wethouder verkeer en vervoer van Rotterdam de regioportefeuille verkeer en vervoer beheert geldt hetzelfde. 6

De commissies worden in hun huidige vorm opgeheven en vervangen door portefeuillehoudersoverleggen; de voorgestelde werkwijze van het algemeen bestuur bevat betere waarborgen voor betrokkenheid van de gemeenteraden. Het dagelijks bestuur krijgt naast zijn eigenstandige wettelijke en door het algemeen bestuur toegekende bevoegdheden nadrukkelijk de rol van processtuurder: het brengt partijen samen en zorgt ervoor dat besluiten worden uitgevoerd. Het dagelijks bestuur kan, zonder de spreiding over de regio geweld aan te doen, compacter: een voorzitter en maximaal zes leden. 7

3. DE REGIONALE AGENDA TOT 2020 Samenwerken in stadsregionaal verband levert de gemeenten veel meer op dan wat ze elk voor zich op eigen kracht kunnen bereiken. De regio is het schaalniveau waarop voor velen wonen, werken, recreatie en vervoer zich afspeelt (het daily urban system). De gemeenten werken in stadsregionaal verband samen om in het fysieke domein kansen beter te benutten, risico s beheersbaar te maken en zo doende te komen tot een evenwichtige regionale spreiding van lusten en lasten. De inhoudelijke opgaven liggen vooral op het terrein van het benutten van de schaarse ruimte voor wonen, werken en recreëren en het oplossen van de bereikbaarheids- en mobiliteitsvraagstukken die daaraan verbonden zijn. De bevoegdheden en financiële middelen die de stadsregio heeft, liggen bijgevolg op die terreinen 1. De stadsregio zorgt ervoor dat de ontwikkelingen in de regio goed aansluiten op ontwikkelingen (en kansen) op hogere schaalniveaus, vooral de Zuidvleugel en de Randstad. De stadsregio is daarbij namens de gemeenten de gesprekspartner van buurregio s, de provincie en de rijksoverheid. Naast de samenwerking op fysiek terrein binnen de stadsregio, werken gemeenten verplicht of vrijwillig samen op andere terreinen en op andere schalen: rond veiligheid, gezondheidszorg, arbeidsmarkt, aanleg en beheer van groen- en recreatievoorzieningen, uitvoering van milieuwetgeving, uitvoering van sociale wetgeving, etcetera. Op sommige terreinen is sprake van bestuurlijke samenwerking, op andere van gezamenlijke ambtelijke uitvoering. Dit laatste laten wij verder buiten beschouwing. meerwaarde door regionale samenwerking De regionale agenda voor de periode tot 2020 is voor een groot deel al in kaart gebracht: de meerwaarde hiervan is aanvaard en geformaliseerd in besluiten van de regioraad. Het betreft de programma s en projecten die gerelateerd zijn aan het regionaal structuurplan/provinciaal streekplan RR2020, waarmee gemeenten, stadsregio en provincie een krachtige ruimtelijk-economische structuurversterking en een belangrijke kwaliteitsverbetering van het woon- en leefmilieu tot stand brengen. Daarnaast en in relatie daarmee staat de sectorale beleidsontwikkeling op het gebied van verstedelijking, bereikbaarheid en mobiliteit, economie, milieu, groen en water. Het is een misverstand te veronderstellen dat deze functie van de stadsregio vervalt met de inwerkingtreding van de nieuwe provinciale structuurvisie (PSV). De PSV wordt straks het planologisch kader, maar RR2020 blijft het gezamenlijk vastgestelde beleidskader voor de ruimtelijke ordening in de regio. Het omvat een programma voor de lange termijn en een succesvolle uitvoering staat of valt met het commitment van de gemeenten om zich zelf te binden aan de afspraken over opeenvolgende bestuursperioden. De stadsregio is niet alleen de motor achter de uitvoering van het programma, waarvan de afzonderlijke projecten op het grondgebied van en door gemeenten worden uitgevoerd, maar zij bewaakt ook de kwaliteit van de programma s. Tevens zorgt de stadsregio dat projecten 1 Een overzicht is opgenomen als bijlage 2. 8

goed aansluiten op ontwikkelingen elders in de Zuidvleugel en de Randstad en zorgt zij in samenspraak met de gemeenten waar nodig voor bijstelling. In dit hoofdstuk brengen wij de belangrijkste regionale opgaven voor het komende decennium op hoofdlijnen in kaart. Dit is uiteraard gedaan met de kennis van nu, terwijl een belangrijk kenmerk van de stadsregio is dat zij steeds inspeelt op dynamische ontwikkelingen in en buiten de regio. De zogenoemde MIRT-verkenningen en het programma Randstad 2040 zullen impulsen geven voor nieuwe ontwikkelingen. De stadsregio vervult hierbij voor de gemeenten in de regio een cruciale rol als gesprekspartner van rijk en provincie. Enerzijds behartigt zij de regionale belangen, benut kansen en zorgt ervoor dat er rijksmiddelen voor de regio beschikbaar komen. Anderzijds zorgt zij ervoor dat gemeenten meegaan in nieuwe ontwikkelingen en het eigen beleid in het fysieke domein daarop af stemmen. Het is een belangrijke taak van het nieuwe bestuur om in te spelen op bovenregionale ontwikkelingen en leiderschap te tonen in visieontwikkeling voor de regio en in het organiseren van draagvlak en coalities om die visie te implementeren. In deze visie beperken wij ons tot de opgaven waaraan de gemeenten in de regio zich al hebben gecommitteerd en die de stadsregio de komende jaren in ieder geval samen met hen zal realiseren. de regionale agenda Noordas De stadsregio heeft de ambitie de aantrekkelijke positie van de Noordas, het gebied ten noorden van Rotterdam, te benutten voor het uitbouwen van de kennis- en diensteneconomie in de binnenflank van de Randstad, met de businessluchthaven Rotterdam Airport als icoon, en om de aantrekkelijke en gewilde woonwijken in Lansingerland en Rotterdam Noord en Oost verder te versterken. De Noordas bevindt zich in een verstedelijkingsproces, waarbij het gebied transformeert: van een overwegend agrarisch gebied naar een samenhangend natuur- en recreatiegebied dat van betekenis is voor een groot deel van de Rotterdamse regio (regiopark Rottemeren, regiopark Delfland, groenzones Noordrand en Berkel- Pijnacker, uitbouw fiets- en wandelpaden); van een relatief slecht bereikbaar gebied aan de rand van de stad naar een zeer goed ontsloten zone met economische potenties op bovenregionale schaal (A13-16, N471, N209; uitbouw OV-verbindingen); van een stedelijk woonmilieu en drie dorpen naar een samenhangend groen woongebied met een oriëntatie op de Randstad; van een traditioneel glastuinbouwgebied naar een toonaangevende, kennisintensieve pijler van de greenport Zuid-Holland. De stadsregio heeft het initiatief genomen voor het opstellen van een samenhangend uitvoeringskader voor de integrale ontwikkeling van de Noordas. Dit gebeurt in 9

samenspraak met de provincie Zuid-Holland, de gemeente Lansingerland en de gemeente Rotterdam. Het samenhangend uitvoeringskader is dus een gezamenlijk document van vier partijen. De stadsregio zorgt, samen met de beide gemeenten, de provincie en andere belanghebbende partijen, voor uitvoering van de afspraken via de programmacoördinatie Noordas. Zuidflank In de Zuidflank gaat het erom de behoeften van het haven-industrieelcomplex te accommoderen en gelijktijdig de relatie met het deltalandschap, met bijbehorende kwaliteiten voor recreatie en wonen, te versterken. Naast de aanleg van de Tweede Maasvlakte en een duurzame herstructurering van bestaande bedrijventerreinen, is het voor de verdere ontwikkeling van het haven- en industriecomplex noodzakelijk om nieuwe regionale bedrijventerreinen te ontwikkelen in de Zuidflank bij het verkeersknooppunt Ridderster en op twee locaties op Voorne-Putten (Brielle en Bernisse/Spijkenisse). De stadsregio stuurt daarbij op aansluiting bij het economisch complex in en om de haven, een ruimtelijke inpassing die past bij de overgang van het haven- en industriecomplex naar het landschap van Voorne-Putten en een positionering en profilering die zich goed verhouden tot de ontwikkelingen in de Waalhaven en de Drechtsteden. Verbetering van de A15 moet zorgen voor soepel wegtransport van en naar de haven; aanleg van de A4 tussen Hoogvliet en Klaaswaal is nodig voor doorstroming in de noordzuidrichting. Het landschap van Voorne-Putten krijgt een impuls door een groenprogramma van bijna 1800 hectare; het regiopark IJsselmonde voorziet in ruim 1600 hectare natuur- en recreatiegebied. Daarbij moet de koppeling worden gemaakt naar de waterbergingsopgaven. rivierzones De rivier (Nieuwe Maas, Nieuwe Waterweg, Noord) biedt grote kansen voor nieuwe stedelijke milieus aan het water, na herstructurering of transformatie van verouderde bedrijventerreinen. Dit vereist een zorgvuldige plannings- en ontwerpstrategie, vooral in verband met eventuele aanpassingen van het verkeersnet en in verband met milieueisen. De stadsregio bevordert dat de ontwikkeling van de verschillende locaties wordt afgestemd; via afspraken over de kwaliteit en fasering worden de mogelijkheden optimaal benut. De Hoekse lijn wordt onder leiding van de stadsregio van een spoorlijn omgezet in een fijnmaziger lightrailverbinding en openbaar vervoer te water gaat een belangrijke functie vervullen in de ontsluiting van de rivierzones. knooppunten De omgeving van Rotterdam Centraal is een internationaal knooppunt. Daaromheen ligt een ring van kleinere knooppunten met een bovenregionale of regionale functie: Brainpark 10

Centrum, Schieveste, Vijfsluizen, Alexander, Rotterdam Airport en Parkstad. Zij hebben een gunstige ligging voor bedrijven, voorzieningen en woningbouw in hoge dichtheden. De ontwikkeling op de knooppunten is een zaak van de gemeenten, maar er moet afstemming zijn met investeringen in infrastructuur en ongewenste concurrentie tussen knooppunten moet worden voorkomen. Het is een opgave voor de stadsregio te komen tot afspraken met de betrokken gemeenten over de samenstelling van het vastgoedprogramma, over de verbetering van de infrastructuur en aanpak van de mobiliteit (goede overstapmogelijkheden OV, park & ride plaatsen). De bovengenoemde opgaven worden gevoed vanuit sectorale plannen: verstedelijking In de periode 2010 2020 moet de regio circa 65.000 woningen bouwen, waarvan ongeveer 40.000 voorraadgroei en 25.000 vervangingsnieuwbouw. Omdat de vraag steeds meer kwalitatief van aard wordt, vergt de verstedelijkingsopgave een integrale benadering die de stadsregio heeft uitgewerkt aan de hand van vijf thema s: trendbreuk in de herstructurering: minder gestapelde woningen buiten de stadscentra en meer grondgebonden woningen; in delen van naoorlogse wijken groenstedelijke woonmilieus ontwikkelen in combinatie met de wateropgave en CO2-reductie; duurzame herontwikkeling van bestaande bedrijventerreinen; openbaar vervoer gerelateerde verstedelijking: verbetering van het regionale OVsysteem als randvoorwaarde voor verdere verstedelijking; concentratie van wonen, voorzieningen, kantoren bij OV-knooppunten; transformatie rivierzones: verdere ontginning van de rivierzones in de hele regio; evenwicht in bedrijvigheid en woon- en recreatiefuncties; ontsluiting door OV over water; centrumontwikkeling: cruciaal onderdeel van de keuze voor binnenstedelijk bouwen in de verschillende stads- en dorpscentra; metropolitaan landschap: verbeteren van het groenblauwe netwerk in en om de stad; grotere gebruikswaarde gekoppeld aan de klimaat- en wateropgave; de rivier als drager van recreatieve routes en groenstructuren. bereikbaarheid en mobiliteit Het regionaal verkeer- en vervoerplan 2003-2020 ondersteunt de beoogde ruimtelijke, economische en leefbaarheidsontwikkelingen optimaal. De inzet van de stadsregio vertaalt zich in uitvoeringsgericht overleg met de vele partijen die in de regio projecten feitelijk realiseren; de stadsregio zet daarbij gericht de beschikbare financiële middelen in. Via intensief contact met de rijksoverheid (zowel het ministerie van Verkeer en Waterstaat als de uitvoeringsorganisaties zoals Rijkswaterstaat en projectdirecties), spant de stadsregio zich in om bestaande infrastructuur optimaal te benutten en om nieuwe infrastructuur zo te realiseren dat mobiliteit gepaard gaat met een goede inpassing en leefbaarheid. De stadsregio benut de goede relatie die zij met het rijk heeft opgebouwd om lokale belangen 11