De invloed van ruimtelijke en logistieke ontwikkelingen in het voorland-achterlandcontinuiim op de positie en functie van zeehavens *



Vergelijkbare documenten
Rotterdam en de kracht van het achterland. Oss, 6 april 2011

containerisatie Wat is het?

De Rotterdamse haven en het achterland. Havenvisie 2030 en achterlandstrategie. Ellen Naaykens

Het traditionele hinterland onder druk?

MIRT - Verkenning Antwerpen Rotterdam VISIE

Samenvatting Samenvatting

Stakeholders forum Logistiek Platform West-Poort 6 november 2013

De Rotterdamse haven en het achterland. Havenvisie 2030 en achterlandstrategie

Langetermijnvisie Schelde-estuarium. Second opinion economisch onderzoek

Mainport en blueports: samenwerken aan multimodaal netwerk

MV2 en de toekomst van de haven Een alternatieve visie op Rotterdam

17/05/2018 MARITIEME IMPORT VAN RESTSTROMEN STEVE SEL, MANAGER PROJECTEN EN VALORISATIE A.I. 23/05/2018, Gent. De logistieke cluster

Reginald Loyen HAVEN IN DE BRANDING. De economische ontwikkeling van de Antwerpse haven vanaf 1900 UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN

< Straight into Europe >

Port of Rotterdam. Ports and Hinterland congres

Lange termijn strategiën om meer vervoer over water te stimuleren. C.J. De Vries Koninklijke Schuttevaer/Bureau Voorlichting Binnenvaart

Bundeling goederenstromen in de Extended Gateway Antwerpen/Rotterdam met een focus op de binnenvaart

< Straight into Europe >

Stellingen panel 1. Titel Stellingen. Spreker

Economie, innovatie en duurzaamheid zijn van

Haven Amsterdam NV Toekomst in vogelvlucht

Plan van aanpak klein Schip Bijlage 4: Logistieke efficiëntie

Strategische visie hinterlandverbindingen vanuit een academisch oogpunt

Watertransport Wegtransport Op- en Overslag VACL

Extending the terminal gate

KRUISBESTUIVINGEN TUSSEN LUCHT EN ZEEHAVEN

Welkom in de wereld van de containers.

Havenvisie 2030 Drechtsteden 5 april 2011

PLATOS colloquium 2013 Het gebruik van modellen in een veranderende samenleving

Voorop in de ontwikkeling van multimodale ketenregie

CONCURRENTIEKRACHT, ECONOMIE EN WELVAART Uitdagingen op het vlak van mobiliteit en logistiek

Samenvatting. Werkwijze

Binnenvaart, de vlotste verbinding tussen havens en hun hinterland!?

freight is our trade Nederlands

Voorstelling afdeling Transport &Logistiek POM West-Vlaanderen

Studie Transport Bis. Arne Allosserie stafmedewerker Ruimte en Infrastructuur Transport en Logistiek, POM West-Vlaanderen

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen Werkgroep Logistiek Netwerk. Partnerforum Gent 18 oktober 2016

Branche Update: Container terminals

Samenvatting Samenvatting

De KMO en zijn import-export WORKSHOP. De KMO en zijn import--export in het Shortseagebied. in het Shortseagebied. (Europa) Maandag 27 oktober 2008

Duurzaam groeien. Agro, fresh, food en logistics

DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE VLAAMSE HAVENS, HET LUIKSE HAVENCOMPLEX EN DE HAVEN VAN BRUSSEL

Coördinatie in achterlandketens van zeehavens

Management Samenvatting

Mainports ongehinderd verbonden

Supply chain Forum Borchwerf

SCHELDE DELTA EXPO. Het contact-platform voor bedrijven en instellingen die belangen hebben in deze regio.

De Rotterdamse haven na 2030

Goederen- en personenvervoer met Ruimte Hilde Meersman, Evy Onghena, Christa Sys, Eddy Van de Voorde, Thierry Vanelslander, Ann Verhetsel

Samen werken aan een toekomstbestendige sector. ishare-project.org

A merger of equals. Havenbedrijf Gent en Zeeland Seaports. Daan Schalck, CEO Havenbedrijf Gent

Bijeenkomst logistiek knooppunt Oss Havenbedrijf Rotterdam 22/07/2010

Blue Ports - waterknooppunten

Haven en logistiek Samenwerking tussen de haven van Antwerpen en het achterland op het vlak van logistiek: fictie en realiteit

Wereldklasse doen! Havenbedrijf Rotterdam. Henk de Bruijn 25 september Copyright - Port of Rotterdam

Strategische oefening Brugse Zeehaven Beleidsdoelstellingen

SCHEEPVAART OP DE WESTERSCHELDE. 23 Maart 2016

MIRT- onderzoek goederenvervoercorridor Oost. Tiel 18 mei 2016 Programma manager: Zuhal Gül

Inhoudelijke punten van de structuurvisie

STRATEGISCHE LOGISTIEKE STUDIE

Gemeenteraad Velsen informatiebijeenkomst 20 februari 2014 n derde presentatie

Actualisering Binnenhavenvisie Twentekanalen

Het belang van ketenregie voor de verankering van logistieke stromen. Kevin Lyen

Nieuwe bedrijvigheid. Flevokust Lelystad. unieke multimodale situering. Lokale ontwikkeling. 115 hectare havengebonden bedrijventerrein

WERKEN MET FREELANCERS IN JOUW ORGANISATIE?

2.Hoe hangen vervoerstromen, transportketens en transportnetwerken met elkaar samen?

De uitdaging van een duurzaam mobiliteitsbeleid

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

7 INGREDIENTEN VOOR ENTHOUSIASTE MEDEWERKERS (SPECIAL MANAGER)

Stakeholders forum Logistiek Platform West-Poort

TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE BELGISCHE HAVENS STIJGT MET 7 % IN 2017

3. Bedrijfseconomische analyse

Een nieuwe ruimtelijke visie voor de regio Arnhem-Nijmegen?

Ronde tafel Havenvisie 2030

Globalisatie, met nieuwe opkomende economieën als China, Brazilië en

Leveranciersbijdrage voor realisatie doelstellingen Ondernemende inkooprol nodig!

bedrijfsfunctie Harm Cammel

Haven Amsterdam Gateway to Europa

Commissie voor Ruimtelijke Ontwikkeling en Wonen

Digitale Transformatie van de Binnenvaart en het belang voor de BV Nederland

De kracht van de Delta! Uitdagingen die de toekomst van de Delta gaan vormgeven. Bart Kuipers

Scheepsbouw in de Delta Sterk in Techniek en Logistiek. Sjef van Dooremalen 12 maart 2012

Workshop Afstemmen van ruimte en mobiliteit. Transport, Distributie & Logistiek 23/11/15

Internationale Spectator (jrg. 70) Item 5 van 8 ARTIKEL

Maritime & Transport Business Solutions. maritime & transport business solutions. Een sterk achterlandnetwerk ontwikkelen: Wie betaalt wat?

Vanuit Nederland de hele wereld over. Continenten verbonden. Personally worldwide.

Onderzoek naar de optimalisering van de openingstijden van zeehaventerminals

Notitie afstemming Voortzetting Masterplan Havens Midden-Brabant en Logistics City.

Ministerie van Verkeer en WaterstaatlDGV*

VAN MOER GROUP ALL TRANSPORT

Onderzoek Social Media in Transport & Logistiek

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Technologieontwikkeling in de wegenbouw

PRIMAIRE DISTRIBUTIE Planning en transport van productielocatie naar distributiecentra en tussen distributiecentra.

Congres: Brugge, havenstad in Europa.

DUURZAAM WIJKCONTRACT MAALBEEK

Westelijke Dordtse Oever

PERSMEDEDELING VAN DE VLAAMSE OVERHEID 7 november 2012 VLAAMSE REGERING KIEST VOOR BREED OVERLEG BIJ UITVOERING PLANNEN HAVEN VAN ANTWERPEN

Corridor Rotterdam - Antwerpen. Bestuurlijke conferentie 23 oktober 2017

Hoe financieel weerbaar zijn onze havenbedrijven? Seminarie gewestelijk havencommissariaat Gent, 17 juni Welkom aan iedereen

Transcriptie:

Meded. Zitt. K. Acad, overzeese Wet. Bull. Séanc. Acad. r. Sci. Outre-Mer 48 (2002-3) : 345-351 De invloed van ruimtelijke en logistieke ontwikkelingen in het voorland-achterlandcontinuiim op de positie en functie van zeehavens * door Theo N o t t e b o o m ** Inleiding In mijn doctoraal proefschrift heb ik getracht meer klaarheid te scheppen rond de marktkrachten waaraan havens onderworpen zijn, de wijze waarop deze de positie van havens beïnvloeden en de manier waarop de havengemeenschap het best kan omgaan met de veranderende omgeving. In de empirische toepassing heb ik me vooral gericht op de containerhavens Rotterdam, Antwerpen en Zeebrugge, die ik in mijn onderzoek de ZAR-havencluster heb genoemd. Vele van de aangehaalde concepten en bevindingen zijn echter ook toepasbaar op havensystemen in andere delen van de wereld, inclusief ontwikkelingslanden. De havenwereld waar ook ter wereld is zeer dynamisch. De onderzoeksvragen De titel van het doctoraat weerspiegelt de centrale onderzoeksvraag, namelijk : Wat is de invloed van logistieke en ruimtelijke ontwikkelingen in het voorlandachterlandcontinuüm op de trafiekpositie en functie van (container)havens? Met de notie positie van een haven wordt in de eerste plaats gedoeld op de trafiekpositie van zeehavens binnen containerketens en in tweede instantie op de functionele positie binnen ruimere logistieke netwerken. De functionele positie komt tot uiting door een hele reeks activiteiten zoals vervoer, overslag, waardetoevoeging en opslag/distributie. Bij de marktontwikkelingen werd een onderscheid gemaakt tussen logistieke marktontwikkelingen en ruimtelijke marktontwikkelingen. Met logistieke ontwikkelingen doel ik vooral op de dynamiek in de functieverdeling tussen de * Mededeling voorgesteld tijdens de zitting van de Klasse voor Technische Wetenschappen van 28 maart 2002. Tekst ontvangen op 2 juli 2002. ** Laureaat van de Prijs voor Havenstudies Directeur-generaal Femand Suykens 2001 ; prof. Vakgroep Transport en Ruimtelijke Economie, fac. TEW, Universiteit Antwerpen, Keizerstraat 64, B-2000 Antwerpen (België).

346 actoren die deel uitmaken van logistieke ketens. Met andere woorden is hier de vraag wie wat doet binnen de keten en welke verschuivingen er zich op dit vlak voordoen. Die verschuivingen komen aan de oppervlakte door verticale en horizontale integratie- en desintegratiebewegingen bij de actoren. Met ruimtelijke ontwikkelingen doel ik op de dynamiek in de functieverdeling over de geografische ruimte. Het hoofdaccent ligt daarbij op de interactie van een zeehaven met andere logistieke knooppunten zoals inlandhavens, overzeese havens en concurrerende havens. De stelling De stelling binnen het doctoraat is dat zeehavens aan enorme marktkrachten van logistieke en ruimtelijke aard onderworpen zijn die aanleiding geven tot twee schijnbaar tegengestelde effecten : enerzijds verhogen de marktontwikkelingen de concurrentie tussen actoren en de concurrentie tussen knooppunten, maar tegelijkertijd versterkt het belang van de functionele bindingen en netwerkvorming tussen actoren onderling en knooppunten onderling. Wat het doctoraat tracht aan te tonen is dat de markt een individuele (container)haven niet langer uitsluitend afrekent op de haveninterne krachtpunten en zwakheden, maar in toenemende mate op de wijze waarop de zeehaven zich kan inpassen binnen de ruimere netwerkstructuren waarvan ze deel uitmaakt. De secundaire onderzoeksvragen Om deze onderzoeksvraag te concretiseren werden vier secundaire onderzoeksvragen onderscheiden, die als uitgangspunten dienden voor de structurering van het onderzoek : Vraag 1 : Hoe komt de trafiekpositie en functie van een (container)haven tot stand? Vraag 2 : Met welke logistieke ontwikkelingen worden zeehavens geconfronteerd? Vraag 3 : Met welke ruimtelijke ontwikkelingen worden zeehavens geconfronteerd? Vraag 4 : Wat zijn de gevolgen van de logistieke en ruimtelijke dynamiek voor de functionele ontwikkeling en positionering van (container)havens? E e r s t e s e c u n d a ir e o n d e r z o e k s v r a a g Een zeehaven vormt het centrale luik binnen de zogenaamde haventriptiek die is opgebouwd uit het voorland, de haven en het achterland. Het voorland heeft yooral een maritiem karakter, het achterland heeft vooral te maken met de landzijde.

347 De haventriptiek kan op twee manieren worden benaderd : partieel of integraal. Bij de partiële benadering worden voorland en achterland als afzonderlijke entiteiten met een eigen dynamiek beschouwd. De meeste auteurs binnen de havengeografische literatuur volgen een partiële benadering. Onder invloed van de marktontwikkelingen voltrekt zich echter een functionele versmelting van de samenstellende delen van de haventriptiek (d.w.z. het voorland, de haven en het achterland), zodat een meer integrale benadering van de haventriptiek aangewezen is. Het begrip voorland-achterlandcontinuüm uit de titel zet deze functionele eenheid tussen het voorland, de haven en het achterland (d.w.z. de haventriade ) in de verf en vormt de rode draad doorheen het onderzoek. Welke factoren bepalen nu de trafiekpositie van containerhavens? Uit de literatuur kan men afleiden dat deze tot stand komt door interacties tussen een reeks factoren en actoren. Vooreerst zijn er de geografische ligging en de schaalgrootte van de haven, elementen die binnen graviteitsmodellen worden benadrukt. Graviteitsmodellen vormen met name in vele ontwikkelingslanden een krachtig instrument om meer zicht te krijgen op de trafiekdistributie in havensystemen. Ten tweede zal de positie van een haven worden bepaald door kostencomponenten. Belangrijk hierbij is dat het niet enkel over de enge vervoerskosten gaat, maar over ruimere directe en indirecte logistieke kosten. Ten slotte zal de trafiekpositie van een haven ook beïnvloed worden door moeilijk of niet-kwantificeerbare invloedsfactoren (imponderabilia). Gedragselementen zijn in dit kader belangrijk : je kan als haven perfect fysiek uitgerust zijn in termen van haveninfrastructuur, achterlandverbindingen en maritieme toegankelijkheid, maar door het gedrag en de marktorganisatie van de aanbieders van havendiensten toch geen goede marktpositie verwerven (psychologisch moeilijker toegankelijk). Hoe meer ontwikkeld een havensysteem is, hoe sterker de laatste twee elementen zullen doorwegen. In het empirische deel werd ruim aandacht besteed aan de trafiekpositie van een aantal containerhavens, onder meer via zogenaamde oriëntatie-indices. Dit leverde interessante inzichten op. Uit de trafiekanalyse bleek bijvoorbeeld dat er op het niveau van specifieke herkomst-bestemmingsrelaties heel wat trafiekcomplementariteit tussen havens kan bestaan. Dit is vaak mede het gevolg van historisch gegroeide banden tussen de actoren in zeehavens en de klanten in het overzeese of achterliggende verzorgingsgebied van de haven. Een voorbeeld van deze path dependence is de historisch gegroeide sterke positie van de haven van Antwerpen op de trafiekrelaties van Noord-West-Europa met het Afrikaanse continent. T w e e d e s e c u n d a ir e o n d e r z o e k s v r a a g De tweede secundaire onderzoeksvraag richt zich op de logistieke ontwikkelingen die zich binnen het continuüm voltrekken. De hedendaagse logistieke bedrijfsvoering is sterk geënt op complexe netwerkstructuren en geïntegreerd

348 ketenbeheer en het belang van de container en het intermodaal vervoer doorheen havens neemt toe. Hierdoor is een integrale kijk op de haventriptiek meer aan de orde. Horizontale en verticale integratiebewegingen zijn er altijd al geweest, maar nooit op de schaal die we de laatste jaren observeren. Rederijen, lijnvaartagenten, expediteurs, terminaloperators, binnenvaartrederijen, wegvervoerders, spoorondememingen en ruimere logistieke dienstverleners zijn in meerdere of mindere mate betrokken partij in een concurrentiestrijd die zich richt op het geïntegreerd ketenbeheer ten behoeve van de klanten. De trend tot functionele branchevervaging verschilt van actor tot actor en van haven tot haven. Integratie komt in westerse zeehavens sterker naar voren dan in havensystemen van ontwikkelingslanden, alhoewel containerisatie en logistiek ook in deze laatste landen snel aan belang winnen. Een gemeenschappelijk element is wellicht dat de maritieme containertrafiek in toenemende mate bepaald wordt door een handvol grote rederijen of rederij groepen, maar dit wil niet noodzakelijk zeggen dat de trafiekwerving in hun handen is. In sommige havens trekken verticaal en horizontaal geïntegreerde rederijen en grote expediteurs de ketenregie naar zich toe. Hierdoor kunnen structurele schaalvoordelen worden aangeboden, ook in de ontwikkeling van het achterlandvervoer. In andere havens is de ladingverwerving meer gefragmenteerd over vele partijen en zijn de aanwezige grote rederijen minder verticaal geïntegreerd. Het zijn vooral de vele lokaal verankerde skill expediteurs die dan lading binden aan de haven. Ook de containeroverslagsector is volop in beweging zoals blijkt uit de opkomst van dedicated terminals, de intrede van internationaal opererende spelers (zoals P&O Ports, PSA, HPH, CSX World Terminals), ook in ontwikkelingslanden. Ter versterking van hun positie voeren enkele traditionele overslagbedrijven op hun beurt een verticale integratie door via bijvoorbeeld de uitbouw van logistieke dochters of de investeringen in inland terminals. D e r d e s e c u n d a ir e o n d e r z o e k s v r a a g Die enorme dynamiek in de organisatie van logistieke ketens heeft ook een duidelijk ruimtelijke component. Uit de verschillende ruimtelijke modellen werden hypotheses gehaald en vervolgens getest op drie analyseniveaus : de monohavenbenadering of interne havenontwikkeling, de multihavenbenadering of de ontwikkeling van een havensysteem en de transhavenbenadering of de ontwikkeling van transportsystemen en ruimere logistieke netwerken. In de transhavenbenadering staat de veranderende functionele positie van containerhavens binnen drie typeknooppuntsystemen centraal, met name formatiesystemen, kemfunctiesystemen en ketensystemen. Binnen elk van deze systemen interageren containerhavens met verschillende knooppunten zoals inland terminals, overzeese havens en concurrerende zeehavens. De positie van een zeehaven binnen knooppuntsystemen is onderhevig aan veranderingen als gevolg

349 van de ruimtelijke ontwikkelingen en interacties in spoometwerken, binnenvaartnetwerken, lijnvaartnetwerken en ruimere logistieke netwerken. Havensystemen Uit theoretische modellen in de literatuur over de ontwikkeling van containerhavensystemen blijkt een toenemende bundeling van containertrafieken in slechts enkele grote containerhavens, de zogenaamde primaire laadcentra. In sterk ontwikkelde havensystemen kunnen na verloop van tijd schaalnadelen in de grote havens de kop opsteken. Dit geeft impulsen aan kleinere of nieuwe havens om zich als alternatief op te werpen. De auteur Hayuth noemt dit fenomeen de peripheral port challenge. Bij vele containerhavensystemen in ontwikkelde en ontwikkelingslanden blijkt er inderdaad sprake te zijn van een uitgesproken concentratie van trafieken in enkele grote laadcentra. Wel lijken er steeds meer laadcentra te komen die de bestaande grote laadcentra concurrentie aandoen. Dit werd in het doctoraat onderschreven door de resultaten van een zogenaamde nettoshiftanalyse en enkele aanvullende indices. Als gevolg van de horizontale integratie in de lijnvaart, de schaalvergroting van de schepen en de opkomst van dedicated terminals kiezen meer en meer rederijen en rederij groepen voor één aanloophaven per havencluster per rotatie. Dit gegeven verhoogt de intraclusterconcurrentie, maar leidt tegelijkertijd tot een sterkere functionele binding tussen de laadcentra. De functionele binding komt bijvoorbeeld tot uiting door stijgingen in het landvervoer tussen naburige zeehavens. De koppeling tussen laadcentra biedt de havencliënteel meer flexibiliteit om de eigen logistieke netwerken te optimaliseren. De intraclusterconcurrentie wordt daarnaast versterkt door de peripheral port challenge, die tot uiting komt door de nieuwe terminalinitiatieven. Ook in ontwikkelingslanden is de druk om de nieuwe terminals te ontwikkelen aan diep water groot. Achterlandnetwerken, d.w.z. spoor- en binnenvaart Hoe evolueren de achterlandnetwerken en wat is de impact hiervan op de positie van containerhavens? Daartoe werden in het doctoraat een aantal ruimtelijke modellen naar voren geschoven rond de ontwikkeling van spoor- en binnenvaartnetwerken. Deze modellen wijzen in de richting van een multiplicatie van het aantal satellietknooppunten rond de havens en tot het hinterland vooral bij het spoor, de bundeling van goederenstromen in inland hubs. Uit de theoretische modellen blijkt dat knooppunten in het achterland de grote havens meer ruimte geven om congestie in de aansluiting tegen te gaan, aangezien ze toelaten een deel van de distributie- en' collectieproblematiek door te schuiven naar het achterland. Aldus wordt meer ademruimte gecreëerd om de verdere trafiekgroei op te vangen.

350 Wat verder uit de modellen naar voren komt is dat de ontwikkelingen in de spoor- en binnenvaartnetwerken bijdragen tot een sterkere functionele binding tussen de havens van eenzelfde havencluster. En dit versterkt op zich de concurrentiepositie van de cluster tegenover andere havens. Ruimere logistieke netwerken In een laatste deel rond de ruimtelijke ontwikkelingen gaat het onderzoek dieper in op de dynamiek in de functieverdeling in de ruimte van ruimere logistieke activiteiten zoals distributie-activiteiten. Op basis van de literatuur werd gekomen tot een ruimtelijk ontwikkelingsmodel rond polarisatie- en zoneringsprocessen van logistieke sites zoals distributiecentra. In het model komt naar voren dat logistieke sites zich vestigen langsheen intermodale vervoerscorridors en in en rond knooppunten. De grote havens gaan fungeren als catalysatoren in een ruimere logistieke pool. In Noord-West Europa tekenen zich hier en daar grote logistieke polen af. In vele ontwikkelingslanden en landen in Oost-Europa staat men aan het prille begin van dergelijke ruimtelijke ontwikkeling. Enerzijds zijn havens en achterlandknooppunten concurrenten voor het aantrekken van logistieke bedrijven. Anderzijds gaat er een sterke synergie uit van de grootschalige clustering van logistieke sites, bijvoorbeeld door het feit dat intermodaal vervoer gebaat is bij een clustering van logistieke sites. D e g e v o l g e n Wat zijn de gevolgen van de logistieke en ruimtelijke dynamiek voor de ontwikkeling van de positie en functie van containerhavens? De ruimtelijke en logistieke ontwikkelingen maken dat de functie en positie van de havens instabieler is en met onzekerheid omgeven : Enerzijds is de groeiende onzekerheid het gevolg van de verticale en horizontale integratiebewegingen bij de logistieke actoren. Deze trend maakt havens in toenemende mate afhankelijk van een beperkt aantal grote havenondememingen en havengebruikers die footloose in de markt opereren en die door hun schaalgrootte een sterke onderhandelingspositie bezitten. Anderzijds is de groeiende onzekerheid een gevolg van de toenemende concurrentie binnen knooppuntsystemen. De markt rekent een individuele (container)haven niet langer uitsluitend af op de haveninteme krachtpunten en zwakheden, maar in toenemende mate op de wijze waarop de zeehaven zich kan inpassen binnen de ruimere netwerkstructuren waarvan ze deel uitmaakt. Dit ondersteunt de gedachte van het voorlandachterlandcontinuüm. De marktmacht van (container)havens om de ketenregiefunctie naar zich toe te trekken mag binnen deze marktomgeving niet overroepen worden. Een laadcentrum kan zich pas een ketenregiefunctie toemeten indien de werkelijke

351 ketenregisseurs, zoals rederijen, verladers en expediteurs, de (container)haven als uitvalsbasis kiezen voor de sturing van hun bedrijfsspecifieke netwerken. Dit noodzaakt een strategie gericht op de verankering van logistieke actoren, die een belangrijke beslissingsmacht hebben om goederenstromen aan te trekken of om economische activiteiten aan de havenregio te binden. Een dergelijke verankeringsstrategie veronderstelt een sterke focus op het oplossingsgericht meedenken met de havencliënteel, en op incident management, flexibiliteit en kennis. Een flexibele organisatie is vereist die relevante partijen rond de tafel kan brengen om klantspecifieke logistieke oplossingen uit te werken. Daarbij is in vele gevallen assistentie nodig van actoren die werkzaam zijn buiten het havengebied (bvb. logistieke dienstverleners), wat eigenlijk een havenoverschrijdende oriëntatie vereist. Deze havenoverschrijdende houding in het uitwerken van logistieke oplossingen voor de footloose havencliënteel heeft ook een ruimtelijke dimensie die een lokale havenfocus ontoereikend maakt. Het lijkt paradoxaal, maar om het hoofd te bieden aan de groeiende onzekerheid en concurrentie binnen knooppuntsystemen, is het actief benutten van synergieën met de andere knooppunten een belangrijke bron voor het verankeren van ketenregisseurs. De concurrentiekracht van havens in minder ontwikkelde havensystemen is sterk afhankelijk van de aanwezige basisinfrastructuur. Naarmate havensystemen verder ontwikkelen, wordt infrastructuur als geïsoleerd gegeven niet langer dé bron voor een competitief voordeel, maar een belangrijke randvoorwaarde die moet toelaten überhaupt mee te dingen naar de gunsten van de klant. Van belang is hoe de infrastructuur wordt ingeschakeld in een accumulatieproces gericht op de creatie van kerncompetenties en de verankering van logistieke actoren.