BIOLOGIE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0



Vergelijkbare documenten
BIOLOGIE HAVO NIEUWE PROGRAMMA VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2015

BIOLOGIE VWO NIEUWE EXAMENPROGRAMMA

Examenprogramma biologie havo

Examenprogramma biologie vwo

BIOLOGIE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

BIOLOGIE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

WISKUNDE B HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht

Leerlijn Biologie inhouden (PO-havo/vwo)

BIOLOGIE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1

WISKUNDE B VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

AARDRIJKSKUNDE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

BIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V

AARDRIJKSKUNDE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Leerlijn Biologie inhouden (PO-havo/vwo), Biologische eenheid

LANDSEXAMEN HAVO

GESCHIEDENIS VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

SCHEIKUNDE VWO - NIEUWE EXAMENPROGRAMMA VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Examenprogramma biologie havo

WISKUNDE A VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

LANDSEXAMEN VWO

WISKUNDE A HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Examenprogramma biologie vwo

MANAGEMENT EN ORGANISATIE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

PTA biologie vwo Belgisch Park cohort

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding

PTA biologie vwo Belgisch Park cohort

BIOLOGIE VMBO TL/GL VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Examenprogramma biologie havo

WISKUNDE C VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

PTA biologie havo Belgisch Park cohort

BIOLOGIE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 BEZEMEXAMEN V15.7.0

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Voortplanting

ECONOMIE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

MANAGEMENT EN ORGANISATIE HAVO

LANDSEXAMEN MAVO

BIOLOGIE VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

ECONOMIE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

BIOLOGIE VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V

De opbouw van het examenprogramma vwo

NATUUR, LEVEN, TECHNOLOGIE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

ALGEMENE NATUURWETENSCHAPPEN VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

SPAANSE TAAL VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016

BIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

Handreiking schoolexamen biologie havo/vwo. Bij het examenprogramma geldig vanaf schooljaar

SCHEIKUNDE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

NATUURKUNDE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Handreiking schoolexamen biologie havo/vwo

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.

SPAANSE TAAL EN LITERATUUR (ELEMENTAIR) HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Maatschappijwetenschappen

RUSSISCHE TAAL EN LITERATUUR VWO (ELEMENTAIR) VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

ENGELSE TAAL VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016

TURKSE TAAL VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016

WISKUNDE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

BIOLOGIE VMBO TL/GL VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

BIOLOGIE VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

MUZIEK HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

FRANSE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016

FRANSE TAAL VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016

Examenprogramma biologie vwo vanaf CE 2016

MAATSCHAPPIJLEER II VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

SPAANSE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016

ARABISCHE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016

WISKUNDE D VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

HANDVAARDIGHEID HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.9.1

SCHEIKUNDE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2020

GRIEKSE TAAL EN LITERATUUR VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Biologie ( havo vwo )

Maatschappijwetenschappen. Staatsexamen vwo. Programma van toetsing en afsluiting. (vernieuwde profielstructuur)

WISKUNDE VMBO TL/GL VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

WISKUNDE D HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

WISKUNDE VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Gewijzigd op 1 oktober: bij punt 5 Centraal examen de duur van het examen gewijzigd van 90 minuten naar 60 minuten.

TEKENEN VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.9.1

ECONOMIE VMBO TL/GL VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

LANDSEXAMEN HAVO

NATUUR, LEVEN, TECHNOLOGIE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Concept Leerdoelenkaart Biologie 10-14

HANDVAARDIGHEID VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.9.1

LANDSEXAMEN VWO

LATIJNSE TAAL EN LITERATUUR VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

ARABISCHE TAAL VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V

ARABISCHE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.6.1

aardrijkskunde vwo vakinformatie staatsexamen 2017 AARDRIJKSKUNDE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V pagina 1 van 12

Wijzigingen per oktober 2016: zie wijzigingen vakinformatie 2017 op de duo site.

Biologie voor jou havo/vwo bovenbouw 5e editie, verdeling eindtermen en (sub)domeinen havo. Inleiding

TURKSE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.6.1

Tussen de trofoblast en de kiemschijf wordt de navelstreng gevormd.

VAK: BIOLOGIE METHODE: Biologie voor jou 3VMBO- BK Deel 1 en 2 KLAS: 3 CONTACTUREN PER WEEK: 3 x 50 minuten per week

ENGELSE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V

TEKENEN HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.9.1

Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. Erfelijke informatie ligt in de celkern in de chromosomen. Chromosomen bestaan weer uit DNA.

FRANSE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.6.1

NATUUR- EN SCHEIKUNDE I VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

FRANSE TAAL VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V

Eindtermendocument Algemeen Voortgezet Onderwijs Aruba

Wijzigingen per oktober 2016: zie wijzigingen vakinformatie 2017 op de duo site. DUITSE TAAL VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.11.

Transcriptie:

BIOLOGIE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2016 V15.7.0

De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de staatsexamens voortgezet onderwijs en draagt zorg voor de kwaliteit en het niveau van de examens. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is belast met de praktische uitvoering en organisatie van de staatsexamens. Met vragen over deze vakinformatie kunt u contact opnemen met de afdeling Examendiensten van DUO: (050) 599 89 33 of staatsexamens@duo.nl. pagina 2 van 13

Inhoud 1 Opzet van het examen 5 2 De examenstof 5 3 Systeemmatrix 6 4 Beschrijving eindtermen 6 5 Het centraal examen 6 6 Het college-examen 6 7 Beoordeling van het college-examen 7 8 Het eindcijfer 8 9 Bijlage: beschrijving van de eindtermen B1, B6, C2, C3, D1, D2, D3, E1, E2, E3, F3 9 pagina 3 van 14

1 Opzet van het examen Het examen bestaat uit een centraal examen en een college-examen. Het college-examen bestaat uit een mondeling examen. 2 De examenstof Domein A: Algemene vaardigheden centraal examen collegeexamen Subdomein A1. Informatievaardigheden gebruiken Subdomein A2. Communiceren Subdomein A3. Reflecteren op leren Subdomein A4. Studie en beroep * Subdomein A5. Onderzoeken Subdomein A6. Ontwerpen Subdomein A7. Modelvorming Subdomein A8. Natuurwetenschappelijk instrumentarium Subdomein A9. Waarderen en oordelen Subdomein A10: Beleven Subdomein A11. Vorm-functie-denken Subdomein A12. Ecologisch denken Subdomein A13. Evolutionair denken Subdomein A14. Systeemdenken Subdomein A15. Contexten Subdomein A16. Kennisontwikkeling en -toepassing Domein B Subdomein B1. Eiwitsynthese Zelfregulatie Subdomein B2. Stofwisseling van de cel Subdomein B3. Stofwisseling van het organisme Subdomein B4. Zelfregulatie van het organisme Subdomein B5. Afweer van het organisme Subdomein B6. Beweging van het organisme Subdomein B7. Waarneming door het organisme Subdomein B8. Regulatie van ecosystemen Domein C Subdomein C1. Zelforganisatie van cellen Zelforganisatie Subdomein C2. Zelforganisatie van het organisme Su Subdomein C3. Zelforganisatie van ecosystemen Domein D Subdomein D1. Moleculaire interactie Interactie Subdomein D2. Gedrag en interactie Subdomein D3. Seksualiteit Subdomein D4. Interactie in ecosystemen Domein E Subdomein E1. DNA-replicatie Reproductie Subdomein E2. Levenscyclus van de cel Subdomein E3. Voortplanting van het organisme Subdomein E4. Erfelijke eigenschap Domein F Subdomein F1 Selectie Evolutie Subdomein F2 Soortvorming Subdomein F3 Biodiversiteit * Subdomein A4 Studie en beroep wordt alleen geëxamineerd in combinatie met het profielwerkstuk. pagina 5 van 14

3 Systeemmatrix De concepten die in het examenprogramma voorkomen, zijn te rangschikken volgens twee biologische principes: organisatieniveaus en systeemconcepten. Dit leidt tot een systeemmatrix van biologische concepten die in het examenprogramma voorkomen. 4 Beschrijving eindtermen Een beschrijving van de eindtermen A, B2, B3, B4, B5, B7, B8, C1, D4, E4, F1, F2 voor het centraal examen is te vinden op: www.examenblad.nl > kies jaarring 2016 > havo biologie > Syllabus 2016 biologie, havo > punt 2: Specificaties, punt 3: Vereiste (voor)kennis van scheikunde en natuurkunde en bijlage 1: Examenprogramma biologie havo. In bijlage 1 van deze vakinformatie staat een beschrijving van de overige eindtermen A, B1, B6, C2, C3, D1, D2, D3, E1, E2, E3, F3. Samen met de eindtermen van het centraal examen vormen deze de eindtermen voor het college-examen (zie ook bovenstaande tabel). 5 Het centraal examen Het centraal examen bestaat uit één zitting van 180 minuten (zie examenrooster). Oefenexamens met correctievoorschrift voor het examen biologie kunt u vinden op: www.examenblad > bijv. jaarring 2014 > havo > exacte vakken: biologie > examendocumenten 1 e tijdvak en 2 e tijdvak: opgaven, bijlage en correctievoorschrift, omzettingstabel normering. Het gebruik van het basispakket hulpmiddelen is toegestaan. Voor basispakket hulpmiddelen, zie Regeling toegestane hulpmiddelen. Het gebruik van het zelf meegebrachte Binas (alleen de) 6 e editie is verplicht. Er worden geen vragen gesteld over die onderdelen die zich naar hun aard niet lenen voor centrale examinering, waaronder vaardigheden die uitdrukkelijk een computer als werkstation vereisen. 6 Het college-examen Het college-examen bestaat uit een mondeling examen en vindt plaats in juli (op scholen voor vso in juni/juli) en gaat over de (volledige) leerstof van de domeinen A t/m F. Gedurende twintig minuten, voorafgaand aan het mondeling examen, krijgt de kandidaat een casus te bestuderen (meestal een krantenartikel) in de context van het toepassen van natuurwetenschappen en (maatschappelijke) effecten van natuurwetenschappelijke en biologische toepassingen. De kandidaat dient een samenvatting te kunnen geven van de hoofdzaken uit het artikel. Hierbij mag de kandidaat gebruik maken van aantekeningen (gemaakt tijdens het bestuderen van de casus). Bij de casus staan vaak voorbeeldvragen. Deze voorbeeldvragen hoeft de kandidaat niet te maken, maar geven aan wat voor vragen naar aanleiding van de casus gesteld kunnen worden. Tijdens de voorbereiding en het mondeling examen is het gebruik van een zelf meegebrachte niet programmeerbare rekenmachine toegestaan. Het in het bezit hebben van Binas (alleen de) 6 e editie is verplicht. De kandidaat dient op de hoogte te zijn van de inhoud/index van dit boek, zodat hij/zij tijdens het mondeling college-examen snel de pagina 6 van 14

relevante bladzijden kan opslaan die betrekking hebben op het onderwerp dat tijdens het examen aan de orde is. Tijdens het mondelinge college-examen kunnen biologische modellen gebruikt worden (o.a. onderdelen van de torso, onderdelen van een plant of vergrote celonderdelen). Omdat deze modellen niet altijd op scholen gebruikt worden, kunnen kandidaten ook gebruik maken van afbeeldingen uit Binas (6 e editie). Het gaat hier meestal om de volgende afbeeldingen: Afbeelding Bouw cel v/e plant Bouw cel v/e/ dier Enkele organellen van de cel Mitose en meiose Bouw bacterie Voortplantingsstelsel man Voortplantingsstelsel vrouw Recombinant-DNA-techniek Bouw v/e blad Bloedvatenstelsel Hart Organen ademhalingsstelsel Verteringsstelsel Nieren Neuronen Het oog Hersenen Ruggenmerg Reflexen Bouw van de spieren De huid Lymfevaten en lymfoïde organen Koolstofkringloop Stikstofkringloop Endosymbiose theorie Binas blz. 79B 79C 79D 76B 79A 86A 86B 71M 91A 84A 84C 83A 82C 85A 88A 87C 88C 88J 88K 90C 87A 84N 93F 93G 94C Let op: Naast bovenvermelde bladzijden kunnen tijdens het mondeling examen alle relevante bladzijden uit Binas worden gebruikt. Bij het mondeling college-examen van 40 minuten wordt aandacht besteed aan: 1. een casus die betrekking heeft op een natuurwetenschappelijk onderwerp met een belangrijke biologische component (zie ook boven). De kandidaat licht ongeveer vijf minuten lang de casus toe; daarna wordt ongeveer vijf minuten besteed aan het beantwoorden van directe vragen over de casus; 2. daarna worden vragen gesteld over de overige domeinen/subdomeinen, eventueel naar aanleiding van de casus, behorend tot de examenstof A t/m F van het collegeexamen. 7 Beoordeling van het college-examen Voor het college-examen worden de volgende deelcijfers gegeven: - één deelcijfer voor de presentatie en het beantwoorden van vragen pagina 7 van 14

over de casus: - één deelcijfer voor het beantwoorden van vragen over de overige domeinen en subdomeinen: deelcijfer a deelcijfer b Het cijfer voor het college-examen wordt als volgt berekend: (a + 3b) : 4, afgerond op 1 decimaal. 8 Het eindcijfer Het eindcijfer wordt als volgt berekend: (het cijfer voor het centraal examen + het cijfer voor het college-examen): 2, afgerond op een geheel getal. pagina 8 van 14

9 Bijlage: beschrijving van de eindtermen B1, B6, C2, C3, D1, D2, D3, E1, E2, E3, F3 Domein B: Zelfregulatie Subdomein B1: Eiwitsynthese De kandidaat kan met behulp van de concepten DNA en eiwitsynthese ten minste in contexten op het gebied van gezondheid en voedselproductie verklaren op welke wijze bouwstoffen van de cel worden gevormd. de bouw van DNA en RNA beschrijven en de verschillen toelichten; het proces van transcriptie en translatie beschrijven; toelichten dat de aminozuurvolgorde (primaire structuur) van een eiwit de bouw en werking van het eiwit bepaalt. Nucleïnezuren, helixstructuur, basenparing, nucleotide, DNA, chromosomen, kerndna, mtdna, cdna, RNA, genetische code, codon. Subdomein B6: Beweging van het organisme De kandidaat kan met behulp van de concepten beweging, neurale regulatie en waarneming ten minste in contexten op het gebied van gezondheid en sport verklaren op welke wijze mens en dier bewegen en op welke wijze dit kan worden geoptimaliseerd. De kandidaat kan in een context bijvoorbeeld: de bouw, werking en functie van bij de belangrijkste bij beweging betrokken organen (spieren, zintuigen en zenuwen) van mens en dier beschrijven en daarbij de relatie tussen vorm en functie toelichten; opzet en effecten van trainings- en revalidatieprogramma's van mens en dieren toelichten. Dwarsgestreepte en gladde spieren, snelle en langzame spiervezels, spiercel, pees, reflexboog, antagonist, warming-up, cooling-down, uithoudingsvermogen, doping. Domein C: Zelforganisatie Subdomein C2: Zelforganisatie van het organisme De kandidaat kan met behulp van het concept levenscyclus ten minste in contexten op het gebied van gezondheid en voedselproductie benoemen op welke wijze de ontwikkeling van organismen verloopt en verklaren op welke wijze verstoringen van de ontwikkeling ontstaan, kunnen worden voorkomen en worden aangepakt. de levenscycli van bloemplanten, insecten en zoogdieren in globale termen beschrijven; de fases in de ontwikkeling van zygote tot aan de geboorte van een baby herkennen; de invloed van voeding, gebruik van genotmiddelen en van stress op de prenatale pagina 9 van 14

ontwikkeling beschrijven; beschrijven hoe inwendige en uitwendige factoren de lichamelijke ontwikkeling van een mens gedurende zijn levensloop beïnvloeden. Stampers, meeldraad, zaad, kiem, geslachtscellen, bevruchting, ei, larve, pop, imago, embryo, foetus, placenta, vruchtwater, navelstreng, zygote aangeboren afwijking, erfelijke ziekte, (oorzaken van) kanker Subdomein C3: Zelforganisatie van ecosystemen De kandidaat kan met behulp van de concepten dynamiek en evenwicht ten minste in contexten op het gebied van duurzaamheid en wereldbeeld benoemen op welke wijze ecosystemen zich kunnen ontwikkelen en beargumenteren met welke maatregelen de mens de zelforganisatie van ecosystemen beïnvloedt. De kandidaat kan in een context bijvoorbeeld: opeenvolgende veranderingen in een ecosysteem beschrijven en beschrijven hoe daarbij overgangen tot stand komen; verschillen tussen ecosystemen benoemen op basis van verschillen in biotische factoren en verschillen in abiotische factoren. de dynamiek en het evenwicht in een ecosysteem beschrijven; herkennen dat een ecosysteem in verschillende evenwichtssituaties kan verkeren; beargumenteren met welke maatregelen de mens de zelforganisatie van ecosystemen beïnvloedt. Primaire en secundaire successie, pioniersoort, climaxecosysteem, biodiversiteit, competitie, draagkracht, exoot, biologisch evenwicht, duurzaamheid. Domein D: Interactie Subdomein D1: Moleculaire interactie De kandidaat kan met behulp van de concepten genregulatie en interactie met (a)biotische factoren ten minste in contexten op het gebied van gezondheid en voedselproductie benoemen op welke wijze de moleculaire regulatie plaatsvindt. beschrijven wat genexpressie is; beschrijven dat eiwitten die door genexpressie ontstaan verschillende functies kunnen hebben; beschrijven dat genexpressie wordt geregeld door factoren in en buiten de cel; beschrijven hoe regulatie-eiwitten genexpressie beïnvloeden; beschrijven dat door veranderde genen de eiwitproductie en daardoor de genregulatie gestoord kan worden. Epigenetische factoren, genoom, structuurgenen, regulatorgenen, recombinant DNA, protooncogenen, tumorsupressorgenen, enzymen, virus. pagina 10 van 14

Subdomein D2: Gedrag en interactie De kandidaat kan met behulp van de concepten gedrag en interactie met (a)biotische factoren ten minste in contexten op het gebied van communicatie, gezondheid en veiligheid verklaren op welke wijze gedrag van organismen en populaties ontstaat en benoemen wat de functie daarvan is. toelichten dat gedrag tot stand komt door interne en externe factoren; verklaren dat gedrag gedeeltelijk erfelijk bepaald is; uitleggen dat gedrag het resultaat is van een dynamische relatie tussen het organisme en zijn omgeving; toelichten dat gedrag meerdere functies heeft; een aantal functies van gedrag noemen onder andere gekoppeld aan levensfases; uitleggen hoe gedrag evolueert onder invloed van selectiedruk; een eenvoudig gedragsonderzoek uitvoeren; herkennen dat populaties zoals een school vissen of een zwerm vogels, gedrag vertonen dat een meerwaarde heeft ten opzichte van het gedrag van de afzonderlijke organismen. Prikkel, respons, territoriumgedrag, balts, paringsgedrag, broedzorg, overspronggedrag, gewenning, inprenting, conditionering, imitatie, inzicht, trial and error, sleutelprikkel, supranormale prikkel, ethogram, protocol, adequaat gedrag. Subdomein D3: Seksualiteit De kandidaat kan met behulp van de concepten gedrag en interactie met (a)biotische factoren ten minste in contexten op het gebied van gezondheid en communicatie beargumenteren op welke wijze vraagstukken met betrekking tot seksualiteit van de mens kunnen worden benaderd. beargumenteren wat de rol is van seksualiteit bij voortplanting en bij het onderhouden van relaties; de rol van seksualiteit in verschillende levensfases toelichten; relaties leggen tussen seksueel gedrag en voortplantingsgedrag; keuzes maken voor de juiste voorbehoedmiddelen en effectief gebruik daarvan beschrijven; diversiteit in seksuele geaardheid toelichten; acceptatie van seksuele diversiteit relateren aan eigen opvattingen en culturele aspecten; de relatie tussen seksueel gedrag en seksueel overdraagbare aandoeningen toelichten; omschrijven hoe je wensen kenbaar kunt maken en grenzen kunt bewaken en respecteren; de rol van hormonen en zenuwstelsel bij aspecten van relaties en seksualiteit benoemen. Seksualiteit, biseksueel, homoseksueel, heteroseksueel, voorbehoedmiddelen, orgasme, gender, seksueel overdraagbare aandoeningen, aids, transseksualiteit, voortplantingsprikkel, adolescentie, hormonale regulatie, levensfase. pagina 11 van 14

Domein E: Reproductie Subdomein E1: DNA-replicatie De kandidaat kan met behulp van het concept DNA-replicatie ten minste in contexten op het gebied van veiligheid en gezondheid benoemen op welke wijze erfelijk materiaal wordt gereproduceerd. het proces van DNA-replicatie beschrijven; de rol van DNA-replicatie in celcyclus en levenscyclus herkennen; beschrijven wat er fout kan gaan bij DNA-replicatie en de gevolgen daarvan beschrijven. Nucleotiden, dubbelstreng, basenparen, vrije DNA-nucleotiden, chromatiden, DNApolymerase, S-fase. Subdomein E2: Levenscyclus van de cel De kandidaat kan met behulp van het concept celcyclus ten minste in contexten op het gebied van energie, gezondheid en voedselproductie benoemen op welke wijze reproductie van cellen verloopt. de betekenis van celdeling voor groei, herstel en reproductie benoemen; beschrijven dat cellen zich delen op een gecontroleerde manier en daarbij verschillende fasen van de celcyclus doorlopen; de verschillende fasen benoemen van de celcylus van een gewone celdeling en beschrijven dat deze er anders uit zien dan de fasen van de reductiedeling; de regulatie van de fasen van de celcyclus beschrijven en wat in die regulatie verkeerd kan gaan; benoemen dat cellen zich ongecontroleerd kunnen gaan delen en kanker herkennen als uiting van ongecontroleerde celdeling; benoemen dat bij ongecontroleerde celdeling fouten in het DNA in stand kunnen blijven; benoemen dat cellen verouderen, en afsterven; de rol van weefselkweek bij voedselproductie en medisch onderzoek herkennen. Eencellig, meercellig, geslachtcellen, lichaamscel, chromosoom, mitose, reductiedeling (meiose I en meiose II), tumor, telomeren. Subdomein E3: Voortplanting van het organisme De kandidaat kan met behulp van het concept voortplanting ten minste in contexten op het gebied van gezondheid en voedselproductie verklaren op welke wijze de reproductie van eukaryoten en prokaryoten verloopt. verschillen beschrijven tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting en de relatie beschrijven met genetische variatie bij prokaryoten en eukaryoten; bouw, vorming, ontwikkeling en functie beschrijven van geslachtcellen en van de zygote; daarbij een relatie leggen met mitose en meiose voor de levenscyclus van de mens en voor de levenscyclus van planten; pagina 12 van 14

bouw en werking van de voortplantingsorganen van de mens beschrijven en de rol van hormonen daarbij herkennen; ethische en biologische argumenten onderscheiden met betrekking tot het ingrijpen in het voortplantingsproces van organismen om bevruchting te voorkomen/te bevorderen, kwaliteit/nuttig gebruik van nakomelingen te bevorderen, ziekten van organismen te voorkomen; uitleggen dat bij plantenveredeling bij kruising nieuwe allelencombinaties ontstaan. Eencellig, meercellig, levenscyclus, geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting, voortplantingsorganen van eukaryoten, geslachtscellen, mitose, meiose, haploïd, diploïd, bevruchting, eicel, zaadcel, follikel, gele lichaam, zygote, klievingsdeling, embryo, placenta, geslachtshormonen, FSH, LH, oestrogeen, progesteron, testosteron, menstruatiecyclus, anticonceptie, kunstmatige inseminatie, embryonale ontwikkeling, klonen, plantenveredeling, vruchtbeginsel, HCG. Domein F: Evolutie Subdomein F3: Biodiversiteit De kandidaat kan met behulp van het concept biodiversiteit ten minste in contexten op het gebied van duurzaamheid benoemen op welke wijze de diversiteit van populaties en ecosystemen binnen het systeem Aarde varieert. enkele ecosystemen beschrijven aan de hand van kenmerkende soorten organismen; beschrijven hoe natuurlijke selectie invloed kan hebben op de diversiteit van populaties en ecosystemen; de invloed van klimaat(verandering) op biodiversiteit herkennen; invloeden van mensen op biodiversiteit beschrijven. Soort, soortensamenstelling, rode lijst, indicatorsoort, verspreidingsgebied, adaptatie, versnippering, eutrofiering. Bron: www.slo.nl/voortgezet/tweedefase/schoolexamen/handreikingen pagina 13 van 14

pagina 14 van 14