Leerlijn informatievaardigheden



Vergelijkbare documenten
Leerlingen moeten leren meerdere informatiebronnen naast elkaar te gebruiken.

Informatievaardigheden. in het basisonderwijs

Digitaal proceslogboek handleiding docenten

1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.

Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO

Leerlijn ICT VIJFDE LEERJAAR 1 Kennismaken - aanzetten - occasioneel opbouwen - regelmatig VERWERVEN - systematisch herhalen - verdiepen - verbreden -

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen?

Handleiding bij het maken van een profielwerkstuk. april 2012

Stappenplan zoeken en verwerken van informatie

SECTORWERKSTUK

Stappenplan zoeken en verwerken van informatie

Voorbeeld: Ik werk het liefst met een tweetal.

PROFIELWERKSTUKBOEKJE

Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018)

Afdeling VAVO. Praktische opdracht HAVO/VWO. Handleiding

Handleiding voor de leerling

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

Afdeling VAVO. Praktische opdracht VMBO. Handleiding

Mediawijsheidbeleidsplan St. Willibrordusschool Hulst

1 van :30

Informatie vaardigheden

Informatievaardigheden in het basisonderwijs. Hoe leer je kinderen zoeken op internet

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO

Geïntegreerd informatievaardigheden-onderwijs. Kijkje in de keuken van. Het Landschap

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT

Profielwerkstukplus HAVO

Hoe voer ik een onderzoek uit? Een stappenplan om te helpen een onderzoek uit te voeren.

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model

Het Sectorwerkstuk. Naam leerling

Rubrics voor de algemene vaardigheden - invulblad. 1. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren.

Werkopdracht vierde ontwikkelsessie

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT?

Rubrics vaardigheden

Docentenhandleiding module Identiteit

ONDERZOEKSVAARDIGHEDEN Havo congres 5 februari 2015

Plan van aanpak horizon verbreden Zuid-Afrika

Rubrics vaardigheden

Onderzoekscompetenties. Schooljaar GO! atheneum Campus Kompas Noordlaan Wetteren

IN1. Nr Omschrijving 2,5j 3j 4j 5j 6j 7j 8j 9j 10j 11j

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën

1 - Achtergrond, uitgangspunten en aanpak van Bramediawijs

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

Product en prijzen 2014

Zelfgestuurd werken bevorderen door teamteachen

Reflectiegesprekken met kinderen

Naam:. Namen groepsleden:... Begeleider:

Referentiekaders. Doorlopende leerlijn Taal en Rekenen (Meijerink) 2. Station en de referentiekaders 6

Voorlichting 4-HAVO. Profielwerkstuk. 7 april 2016

OVERZICHT LEERGANG Doelstelling van de leergang Opbouw van de leergang Inhoud van de leergang

What s up Zuiderzeeland? maatschappijleer/geschiedenis praktische opdracht

Monitor de Bibliotheek op school vmbo

informatie profielwerkstuk havo avondlyceum CAL handleiding H

Sectorwerkstuk

21ste-eeuwse vaardigheden:

Bijlage l. Het ontwerpen van modulen: een format. Vooraf:

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten

Protocol didactisch klimaat Yulius Onderwijs Ilex College

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Leerwerktaak: Verhaaltjessom oplossen aanleren

HANDLEIDING SECTORWERKSTUK. Naam: Klas: Begeleider: Sectorwerkstuk Pagina 1 1

HET PROFIELWERKSTUK. 5 HAVO en 6 VWO STELLA MARISCOLLEGE MEERSSEN

Het Profielwerkstuk HANDLEIDING I. Organisatie, tijdpad en andere belangrijke informatie. Een handleiding voor Havo en Vwo Mei 2011.

Profielen. Inhoud. 1. Het profielwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk

Help! Ik moet op onderzoek!

Afbeelding: TriamFloat Effectmetingsmodel

Interpersoonlijk competent

Workshop Informatievaardigheden

SECTORWERKSTUK. Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Brandenberg Schooljaar Naam: Klas:

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4

Titelpagina ONDERZOEKSVERSLAG. Namen: Klas/groep: Cursusjaar: Begeleider: Beoordelaar:

Het profielwerkstuk. 2. Eisen en voorwaarden Het profielwerkstuk moet aan een aantal eisen en voorwaarden voldoen:

Thermometer leerkrachthandelen

Word Infomatiev aardig. Saskia Brand- Gruwel Iwan Wopereis

Het Sectorwerkstuk

Docentenhandleiding module Overheid, Burger en DigiD

WikiKids Atlas. Lerarenhandleiding Project WikiKids Atlas

Informatievaardigheden

1. Leergebiedoverstijgende kerndoelen voor het vso

Docentenhandleiding module Studeren onderdeel Nog geen 18 en naar het MBO

Onderzoek doen 1. Algemene start

Werkgroep portfolio & coaching. portfolio handleiding

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning Leerdoelen en persoonlijke doelen Het ontwerpen van het leerproces Planning in de tijd 89

Leerjaar 3: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A Thema 1: Communiceren en sociaal contact onderhouden

Opdracht zoeken en vinden van informatie

Handleiding profielwerkstuk HAVO examen 2016

Product en prijzen schooljaar

Digitale geletterdheid en de lerarenopleidingen, een ontwikkelplan

Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool

PROFIELWERKSTUK VWO

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren

EVALUATIE IMPLEMENTATIE EN GEBRUIK VAN EDPUZZLE ALS ANALYSETOOL VAN TOETSEN.

Docentenhandleiding module Bijbaan

ICT INCLUSIEF. Een train de trainer -pakket voor het aanleren van computervaardigheden

CKV Festival CKV festival 2012

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN

OVERZICHT LEERGANG. De zes standaardmodules vormen het basisprogramma, deze zijn verplicht. De instapmodules en verdiepende modules zijn optioneel.

Transcriptie:

Leerlijn informatievaardigheden Onderbouw havo / vwo Oostvaarders College - Almere oktober 2007

Inhoudsopgave INLEIDING...3 1. WAAROM EEN LEERLIJN INFORMATIEVAARDIGHEDEN?...4 1.1. INFORMATIEVAARDIGE MENSEN... 4 1.2. EEN GECOÖRDINEERDE AANPAK... 5 2. WAT ZIJN INFORMATIEVAARDIGHEDEN?...6 2.1. HOUDING, KENNIS EN VAARDIGHEDEN... 6 2.2. THE BIG SIX... 6 2.3. AANVULLENDE BESCHOUWINGEN OP THE BIG SIX... 7 3. HOE AAN DE SLAG MET INFORMATIEVAARDIGHEDEN?...10 3.1. DE BASIS IS GELEGD... 10 3.2. EEN DOORLOPENDE LEERLIJN... 11 4. EINDDOELEN INFORMATIEVAARDIGHEDEN...12 5. ALGEMENE OPZET VAN DE LEERLIJN...14 5.1. DE HELE TAAKBENADERING... 14 5.2. UITVOERINGSNIVEAUS EN VOLGSYSTEMEN... 15 5.3. VOORSTEL LEERLIJN INFORMATIEVAARDIGHEDEN... 16 5.4. ROLLEN... 17 5.5. EERSTE UITVOERINGSNIVEAU... 17 5.6. TWEEDE UITVOERINGSNIVEAU... 18 5.7. DERDE UITVOERINGSNIVEAU... 20 5.8. VIERDE UITVOERINGSNIVEAU... 21 5.9. WERKWIJZE... 23 5.10. HULPMIDDELEN... 23 5.11. HET DIGITAAL ZOEKLOGBOEK... 24 BIJLAGE 1: GERAADPLEEGDE BRONNEN...26 Leerlijn informatievaardigheden OVC pag. 2.

Inleiding In deze notitie staat een voorstel voor een leerlijn informatievaardigheden voor de onderbouw van het havo en het vwo. Als dit voorstel door de sector in deze of aangepaste vorm overgenomen wordt zal bepaald moeten worden hoe we deze leerlijn kunnen invoeren in het onderwijs. Deze leerlijn is ook van belang voor de bovenbouw. Docenten mogen, nee moeten in de tweede fase eisen stellen aan hun leerlingen conform de eindtermen van de leerlijn. In het eerste hoofdstuk wordt aangegeven wat het belang is van het opzetten van een leerlijn informatievaardigheden op het Oostvaarders College. Het tweede hoofdstuk gaat in op wat informatievaardigheden zijn en welk model het Oostvaarders College gebruikt. Het derde hoofdstuk beschrijft de huidige situatie en bevat een stappenplan en een eerste opzet voor een doorlopende leerlijn informatievaardigheden. Verder wordt hier aangegeven wat de rol van de docent en van de mediathecaris is in het aanleren van informatievaardigheden. Het voorlaatste hoofdstuk bevat de eindtermen voor de onderbouw. De opzet van de leerlijn volgens de hele taakbenadering wordt in het laatste hoofdstuk beschreven. Bij het samenstellen van deze notitie is intensief samengewerkt met het Buitenhout College en met medewerkers van SLO (Stichting voor de LeerplanOntwikkeling te Enschede). De notitie heeft het schoolmanagement en docenten, coördinatoren of teamleiders die betrokken zijn bij innovatie van het onderwijs als doelgroep. Indien besloten wordt tot implementatie van deze leerlijn volgens dit document, dan zal er aanvullende documentatie ontwikkeld moeten worden voor docenten, leerlingen en andere betrokkenen. Leerlijn informatievaardigheden OVC pag. 3.

1. Waarom een leerlijn informatievaardigheden? Het voortgezet onderwijs kent geen vak informatievaardigheden. Er zijn daarom geen door de overheid vastgestelde eindtermen. Wel komen informatievaardigheden in het examenprogramma van alle vakken terug. De formuleringen zijn echter globaal en op weinig scholen wordt hier veel aandacht aan besteed. Toch vraagt deze tijd informatievaardige mensen. Zonder coördinatie in het aanleren van deze vaardigheden (in feite competenties) bij de verschillende vakken zal dit onvoldoende uit de verf komen. Deze leerlijn heeft tot doel te voorzien in concrete einddoelen en een logische opbouw. Want zo kunnen de inspanningen op dit gebied bij de verschillende vakken elkaar versterken. 1.1. Informatievaardige mensen Het onderwijs, de leerling en de maatschappelijke context is de afgelopen tien jaar sterk veranderd. In het huidige onderwijs wordt van leerlingen verwacht dat zij naast klassikaal ook zelfstandig leren. Daarom is het belangrijk dat zij informatievaardig ( information literate ) zijn. De informatievaardige leerling kan in een onderwijscontext succesvol informatie vinden, beoordelen en gebruiken om zo zelfstandig kennis te verwerven. Daarvoor dient de informatievaardige leerling competent met informatie om te gaan, dat wil zeggen hij/zij bezit een juiste houding, specifieke kennis én vaardigheden. Informatievaardigheden zijn dus in feite geen vaardigheden maar competenties. Om twee redenen is het zelfstandig gebruik van informatie in het voortgezet onderwijs zo belangrijk geworden. Praktische opdrachten in allerlei vorm verlevendigen het onderwijs. Voor veel leerlingen is het zelfstandig werken aan een opdracht een aantrekkelijke werkvorm. Zo worden leerlingen voorbereid op een leven lang leren. Want kennis veroudert; wie van school komt is niet klaar met leren en zal zich moeten blijven ontwikkelen. In het hoger onderwijs wordt van studenten verwacht dat zij informatie correct gebruiken. Het LOOWI (Landelijk Overleg Onderwijs Wetenschappelijke Informatie) heeft een werkgroep Normering Informatievaardigheden in het leven geroepen. Juist in het wetenschappelijk onderwijs wordt het belang van goede informatievaardigheden onderkent. Berichten over plagiaat door studenten hebben de aandacht getrokken. Veel studenten blijken het normaal te vinden werk van anderen te kunnen gebruiken alsof het eigen werk is. Ook zijn er studenten die menen met Internet alle opdrachten uit te kunnen voeren. Leerlingen blijken in grote meerderheid zeer bedreven in het hanteren van nieuwe media. De computer, met name Internet heeft een grote aantrekkingskracht. Bij veel leerlingen in het voortgezet onderwijs leeft het idee dat zij beter zijn in het hanteren hiervan dan docenten en andere volwassenen. Niet ten onrechte, blijkt nogal eens. De aandacht voor het verhaal van een docent of het lezen in een boek is afgenomen. Met de komst van Internet is een onvoorstelbare hoeveelheid informatie vrij eenvoudig en gratis toegankelijk. Overheid, bedrijven en maatschappelijke organisaties communiceren daardoor intensief met hun doelgroepen. Wie geen fysieke en instrumentele mogelijkheden heeft hieraan deel te nemen is maatschappelijk gehandicapt. Leerlijn informatievaardigheden OVC pag. 4.

Deze ontwikkelingen maken het noodzakelijk het aanleren van het competent gebruiken van informatie een plaats te geven in het onderwijs. Opdat onze leerlingen voorbereid worden op een leven lang leren. 1.2. Een gecoördineerde aanpak Brugklassers blijken in het basisonderwijs al geleerd te hebben hoe je met behulp van Internet en Word een werkstuk kunt maken. Wie hen bij het werken observeert ziet een resultaatgerichte werkwijze met veel aandacht voor het uiterlijk en kritiekloos gebruik van informatie van bij voorkeur Internet 1. Docenten in het voortgezet onderwijs blijken deze aanpak verschillend te waarderen. Vooral docenten met weinig computerervaring reageren positief op werkstukken die er prachtig uitzien. Anderen kijken er doorheen en vragen zich af wat ze nog meer van hun leerlingen kunnen eisen. Door de verwarring die zo ontstaat, kunnen leerlingen lang wegkomen met hun gebrekkige werkwijze. Een gecoördineerde aanpak is nodig als we onze leerlingen informatievaardig gedrag willen aanleren. Een gecoördineerde aanpak zou moeten bestaan uit een logische opbouw van leerstof waardoor stapsgewijs naar een gewenst eindresultaat toegewerkt wordt. Verschillende docenten kunnen dan voor verschillende vakken dezelfde eisen stellen. Daardoor wordt het voor leerlingen duidelijker wat er van hen verwacht wordt. Kortom: informatievaardig gedrag, houdingsaspecten inbegrepen, zou in concrete eindtermen vastgelegd moeten worden. Deze moeten dan gespecificeerd worden in subdoelen. Zo wordt een samenhangend geheel van doelen opgebouwd. Het aanleren van de verschillende houdingen, kennis en vaardigheden kan het beste gekoppeld worden aan specifieke opdrachten en verzorgd worden door docenten. Met andere woorden: het aanleren van informatievaardigheden moet geintegreerd zijn in de verschillende vakken. Deze integratie kan alleen tot stand komen als de eindtermen en de opbouw helder zijn. Daartoe wordt er een leerlijn informatievaardigheden opgesteld. Om succesvol te zijn wordt de leerlijn opgesteld in een proces waarin docenten en teams samenwerken met de mediathecaris. De mediathecaris zal daarin een inhoudelijk coördineerde rol hebben, de directie kan een sturende en procesbegeleidende rol spelen. 1 Kuiper, Els, Internetgebruik in het basisonderwijs. In een boek lees je, op Internet hoef je die moeite niet te doen en is de hele wereld te vinden met een paar muisklikken. Zo opent een artikel, een verslag van een onderzoek onder kinderen in de hoogste groepen van het basisonderwijs. Leerlijn informatievaardigheden OVC pag. 5.

2. Wat zijn informatievaardigheden? In dit hoofdstuk wordt aangegeven wat informatievaardigheden zijn, welk model het Oostvaarders College gebruikt en aantal aanvullende beschouwingen over informatievaardigheden in het algemeen gegeven. 2.1. Houding, kennis en vaardigheden Informatievaardigheden is een set van competenties die betrekking hebben op het goed kunnen omgaan met informatie. Allereerst is het een kwestie van houding, dan van kennis en vervolgens van vaardigheden. In het boekje Door de bomen het bos 2 worden drie niveaus onderscheiden: instrumentele vaardigheden: de omgang met het medium (Internet, boek, digitaal bestand) structurele vaardigheden: vaardigheden die met de structuur van het medium te maken hebben strategische vaardigheden: het efficiënt en effectief gebruiken van de media De informatievaardige leerling: heeft een kritische houding ten opzichte van Wat doe ik, Waarvoor doe ik het en Waarmee doe ik het (strategisch niveau) heeft kennis over de organisatie en kwaliteit van de informatiebronnen en informatiekanalen en weet hoe deze effectief en efficiënt te vinden en te gebruiken zijn (structureel niveau) is vaardig in het hanteren van de benodigde technieken en gereedschappen ( knoppenkennis ) (instrumenteel niveau) De informatievaardige leerling kan zelfstandig: de eigen informatiebehoefte signaleren de informatiebehoefte vertalen in een informatievraag de juiste informatiebronnen bepalen en gebruiken de benodigde technologie hanteren; ICT gebruiken om informatie te verwerven en te verspreiden de benodigde informatie verwerken iedere stap evalueren Informatievaardigheden moeten geïntegreerd zijn in elk vak/leergebied, moeten terug te vinden zijn in de einddoelen, en moeten door docenten en mediathecaris samen worden uitgevoerd. Deze algemene einddoelen worden SMART 3 - gespecificeerd. Zie hiervoor het overzicht in het vierde hoofdstuk. 2.2. The Big Six Voor het aanleren van informatievaardigheden wordt op het Oostvaarders College het model van the Big Six gebruikt. Het model bestaat uit de volgende zes stappen: 1. Taakdefinitie Signaleren van de informatiebehoefte, oriënteren op het onderwerp 2 Door de Bomen het bos, p 30 3 SMART staat voor: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden Leerlijn informatievaardigheden OVC pag. 6.

2. Zoekvraag formuleren Het vertalen van de informatiebehoefte in een informatievraag 3. Informatie verzamelen Het kunnen identificeren van de juiste informatiebronnen 4. Informatie selecteren Het kunnen hanteren van de benodigde technologie 5. Verwerken Het kunnen verwerken van de benodigde informatie 6. Evalueren Voortdurende evaluatie bij elke stap in het proces 2.3. Aanvullende beschouwingen op the Big Six Voor het maken van een goede onderzoeksopdracht is het om te beginnen belangrijk goed na te denken over de vraag wat men met de opdracht wil bereiken in termen van kennis en vaardigheden en welk beheersingsniveau men met de opdracht nastreeft. Taakdefinitie Met een onderzoeksopdracht kunnen verschillende doelstellingen worden nagestreefd, bijvoorbeeld: a. Door middel van de opdracht verdiepen de leerlingen een onderwerp dat al behandeld is b. Door middel van de opdracht plaatsen de leerlingen een onderwerp in een breder perspectief c. Door middel van de opdracht oriënteren de leerlingen zich op een nieuw onderwerp d. Door middel van de opdracht vormen leerlingen zich een mening over een behandeld onderwerp door meningen van anderen met elkaar te vergelijken Een voorbeeld a. Een docent geschiedenis behandelt de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog. Hij geeft leerlingen opdracht uit te zoeken wanneer, door wie en waar besloten is de Joden systematisch uit te roeien. b. Een verbredingsopdracht zou kunnen zijn uit te zoeken of er eerder in de geschiedenis sprake is geweest van Jodenvervolgingen of na te gaan of er ook andere bevolkingsgroepen op vergelijkbare wijze vervolgd zijn. c. Een oriëntatieopdracht zou kunnen zijn een werkstuk te maken over Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog nog voordat dit onderwerp in de les aan de orde geweest is. d. Een meningsvormende opdracht zou kunnen zijn te onderzoeken hoe wetenschappers denken over de redenen waarom de Joden in de jaren voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog werden vervolgd. De aard van de opdracht is in belangrijke mate bepalend voor de eisen die aan de informatievaardigheid van leerlingen worden gesteld, bijvoorbeeld met betrekking tot de onderzoeksvraag/onderzoeksvragen. a. Bij een verdiepingsopdracht kan er sprake zijn van een eenvoudige zoekvraag, bijvoorbeeld: wat is de formule voor de inhoud van een prismavormige figuur? Leerlijn informatievaardigheden OVC pag. 7.

b. Bij een verbredingsopdracht kan meestal niet worden volstaan met een enkele vraag. c. Bij oriëntatieopdracht hoort een serie zoekvragen met vaak een hoofdvraag en een aantal deelvragen d. Bij een meningsvormende opdracht horen zeer specifieke (zoek) vragen die het mogelijk maken meningen van deskundigen met elkaar te vergelijken. Strategieën om informatie te zoeken en locatie en toegankelijkheid Je kunt je afvragen of het zinvol is om bij elke opdracht het hele internet als bron van informatie te gebruiken. Een docent kan ook heel goed een voorselectie maken van bronnen. De energie van leerlingen gaat dan niet zitten in het zoeken van bruikbare en betrouwbare sites, maar in het selecteren en beoordelen van informatie uit (gegeven) bronnen. Als je niet van te voren een selectie wilt maken kan de docent of mediathecaris leerlingen tips geven, bijvoorbeeld: Schrijf eerst op wat je al van het onderwerp weet Begin je zoektocht in een encyclopedie op of wikipedia Zoek eerst naar een zo algemeen mogelijk artikel Verfijn je zoektocht vervolgens door nieuwe zoekwoorden te gebruiken Leerlingen kunnen ook verwezen worden naar Zoeken, Vinden, Kiezen (http://www.zoekenvindenkiezen.nl/), een website van onder andere de Koninklijke Bibliotheek, die leerlingen helpt bij het selecteren en ontsluiten van bronnen. Gebruik van de informatie Een onderzoeksopdracht wordt eenvoudiger als gebruik wordt gemaakt van een stappenplan, waarin de leerlingen wordt verteld wat zij achtereenvolgens moeten doen. Als de docent de bronnen niet zelf heeft geselecteerd is het goed de leerlingen, eventueel via het stappenplan, te ondersteunen bij het selecteren van bruikbare sites. De docent kan in de opdracht bijvoorbeeld opnemen dat zij minstens drie sites met elkaar moeten vergelijken. Voor het kunnen beoordelen van de betrouwbaarheid van sites kan in de opdracht worden verwezen naar een site met tips. Verwerken van de informatie De wijze van verwerking van de informatie wordt mede bepaald door de aard van de opdracht. In sommige gevallen resulteert de opdracht in een enkelvoudig antwoord, die gewoon gegeven kan worden of als onderdeel van een grotere opdracht benut kan worden. In andere gevallen leidt de zoekopdracht tot een presentatie. Ten aanzien van de presentatie van de onderzoeksresultaten kan een docent het volgende afvragen: Mogen leerlingen zelf een presentatievorm kiezen of is deze voorgeschreven? Moet de presentatie aan bepaalde eisen voldoen, en zo ja, welke? In de opdracht kan de docent verwijzen naar een of meer sites waarin aandacht wordt besteed aan eisen met betrekking tot de presentatie. In de opdracht kan de docent ook eisen opnemen met betrekking tot de indeling van het verslag, het gebruik van noten en een literatuurlijst. Hij kan daarbij ook verwijzen naar rele- Leerlijn informatievaardigheden OVC pag. 8.

vante sites of naar richtlijnen die aan bod komen tijdens de lessen Nederlands of Moderne Vreemde Talen. Evaluatie Als evaluatie onderdeel uitmaakt van de onderzoeksopdracht kan de docent ervoor kiezen de evaluatie te leiden met een aantal gerichte vragen, die betrekking hebben op zowel het proces als het (eind)resultaat. Leerlijn informatievaardigheden OVC pag. 9.

3. Hoe aan de slag met informatievaardigheden? In dit hoofdstuk wordt de huidige situatie beschreven en is een stappenplan opgenomen om tot een doorlopende leerlijn informatievaardigheden te komen. 3.1. De basis is gelegd In 2002 werden de eerste lessen informatievaardigheden gegeven. In deze lessen worden de volgende informatievaardigheden aangeleerd: Les 1.: het gebruik van verschillende informatiebronnen Les 2.: het formuleren van zoekvragen en het gebruik van het digitale zoeklogboek Les 3.: het effectiever zoeken op Internet Les 4.: het beoordelen van op Internet gevonden informatie op bruikbaarheid en betrouwbaarheid Daarnaast is er voor docenten een pakket hulpmiddelen samengesteld waarmee het aanleren van informatievaardigheden in opdrachten ingepast kan worden. Het gaat hierbij onder andere om: Criteria voor een goede mediatheekopdracht Een format voor een mediatheekopdracht Een checklist gebaseerd op de Big6 Een digitaal zoeklogboek Richtlijnen voor de bronvermelding Deze hulpmiddelen worden regelmatig aangepast op basis van ervaringen in het gebruik ervan. In onderstaand overzicht is de stand van zaken op dit moment (mei 2007) te zien. Verder geeft het overzicht aan welke vier lessen de leerlingen in het eerste en tweede jaar volgen, waarmee een basis wordt gelegd voor het aanleren van informatievaardigheden. Checklist voortgang proces Zoeklogboek Richtlijnen bronvermelding Stappen Big6 Oriëntatie onderwerp Onderzoeksplan Informatie verzamelen Informatie selecteren Verwerken en presenteren Evalueren vooronderzoek / haalbaarheid format voor een opdracht welke bronnen (les 1) hoe vragen formuleren (les 2) beter zoeken op Internet (les 3) gebruik van de catalogus (les 1) bruikbaarheid (les 4) betrouwbaarheid (les 4) samenvatten informatie beantwoorden vragen zoeklogboek voor inzage in het proces Figuur 1 Overzicht van leerlijn voor de onderbouw Leerlijn informatievaardigheden OVC pag. 10.

3.2. Een doorlopende leerlijn De volgende stap is deze basis verder uit te bouwen tot een doorlopende leerlijn informatievaardigheden. De implementatie van een leerlijn informatievaardigheden op een school is een complexe onderwijskundige verandering die gedragen moet worden door docenten, samenwerkend in de teams. De aanpak van het invoeren moet planmatig zijn en zowel bottom-up als top-down plaatsvinden. Om dit te bereiken moeten de volgende stappen gezet worden: 1. Voorbereiden van de leerlijn: opzet van leerlijn maken - definiëren van einddoelen - wat is de beste en logische volgorde voor het aanleren van de informatievaardigheden? - welke elektronische ondersteuning is daarbij vereist? overzicht van beschikbare opdrachten maken - welke opdrachten leren welke vaardigheden aan - voor welke opdrachten zijn welke vaardigheden nodig 2. Formaliseren van de leerlijn: doorspreken met directie en teamleiders 3. Invoeren van de leerlijn: organiseren van een studiedag met docenten Het streven is om dit proces af te ronden in het lopende schooljaar zodat de leerlijn in het schooljaar 2008 2009 ingevoerd kan worden. Leerlijn informatievaardigheden OVC pag. 11.

4. Einddoelen informatievaardigheden Hieronder is een voorstel gemaakt voor de einddoelen informatievaardigheden. Het eerste overzicht geeft aan over welke houding, kennis en vaardigheden de informatievaardige leerling op het gebied van respectievelijk ICT, bronnen en proces aan het eind van leerjaar 3 van havo en vwo zouden moeten beschikken. De belangrijkste doelstelling voor de onderbouw is dat leerlingen goede informatie gebruiken om daarmee zelfstandig nieuwe kennis te verwerven en zelfstandig bestaande kennis te verbreden en/of te verdiepen. Alle leeractiviteiten horen hierop gericht te zijn. Beginsituatie Leerlingen hebben op de basisschool geleerd dat je informatie van Internet kunt gebruiken om een werkstuk bij elkaar te knippen en te plakken. Ze zijn vaak handig in het gebruik van MS-Word, soms ook van PowerPoint. Ze beleven plezier aan het resultaat van hun inspanning. Veel leerlingen moeten een onjuiste instelling ten opzichte van het omgaan met informatie afleren. Beoogde einddoelen van de leerlijn Einddoel Houding Onderkent het belang van goede informatie en toont zich kritisch bij het gebruik van informatie Onderkent dat informatieverwerving belangrijk onderdeel is van kennisverwerving Is bereid zich in te zetten voor zelfstandige kennisverwerving ICT BRONNEN PROCES De leerling is in staat De leerling is in staat De leerling is in staat ICT te gebruiken om om zelfstandig informatie met behulp van infor- informatie te verwervenen in informatiebronmatie zelfstandig ken- te vinden en te nis te verwerven gebruiken staat positief t.o.v. toont de bereidheid onderkent dat het verschillende digitale zowel digitale als gedrukte gebruik van informatie media maar toont zich bronnen te gericht is op het ver- kritisch bij de keuze raadplegen werven van kennis ervan streeft naar bruikbare onderkent het belang onderkent het belang en betrouwbare informatie van het gebruik van van digitale media voor uit de geselec- objectieve, betrouwba- het verwerven van teerde bronnen re informatie informatie onderkent het belang van het gebruik van informatie uit verschillende bronnen en media staat positief tegenover het bestuderen van de gevonden informatie is bereid het product en de totstandkoming kritisch te bekijken en daaruit lering te trekken Leerlijn informatievaardigheden OVC pag. 12.

Kennis Kent verschillende media en weet hoe deze te gebruiken voor het verzamelen van bruikbare informatie. Vaardigheden Is in staat de benodigde technieken en gereedschappen te hanteren voor het verzamelen, controleren, bewerken en gebruiken van informatie Is in staat informatie te verwerken tot nieuwe kennis ICT BRONNEN PROCES kent verschillende kent verschillende weet hoe de juiste digitale media, zoals media en hun mogelijkheden bronnen te kiezen Internet en de Encarta weet hoe de kwaliteit kent verschillende weet hoe geschikte van de informatie op mogelijkheden om op media en informatiebronnen waarde te schatten Internet te zoeken te selecteren weet wanneer informa- kent de basismogelijkheden weet hoe de informatie tie toepasbaar is van Word en in de geselecteerde weet wanneer informa- PowerPoint bronnen te vinden tie betrouwbaar is kent verschillende weet hoe de gebruikte manieren om informatie bronnen beschreven te gebruiken worden kan de basismogelijkheden kan de verschillende kan een probleemstel- van Word en media gebruiken om ling formuleren PowerPoint gebruiken informatie te verzamelegen kan hoofd- en deelvra- kan helpbestanden en formuleren handleidingen gebruiken kan bepalen wat het kan een kritische in- doel van de gevonden schatting maken van informatie is de bruikbaarheid en kan de geëigende betrouwbaarheid van zoekstrategieën toepassen de informatie kan informatie integre- kan een verstandige ren aan de hand van selectie maken van de de probleemstelling/opdracht gevonden informatie kan informatie in eigen kan een verantwoording woorden weergeven en maken van het bovendien onderscheid zoekproces en de gebruikte maken tussen citeren, bronnen en parafraseren en gebruiken daar lering uit trekken van informatie kan aangeven welke kan de meest geschikte nieuwe kennis hij verworven presentatie- of verwerkingsvorm heeft aan de selecteren hand van de gevonden informatie Leerlijn informatievaardigheden OVC pag. 13.

5. Algemene opzet van de leerlijn Dit hoofdstuk geeft een beeld van hoe de einddoelen uit het vorige hoofdstuk gerealiseerd kunnen worden. Kernwoord daarbij is de zogenaamde hele taakbenadering zoals die beschreven wordt door Janssen-Noordam en Van Merriënboer (zie literatuurlijst). 5.1. De hele taakbenadering Het uitvoeren van een informatieverwerkingsopdracht kan opgevat worden als een leertaak met een duidelijk begin- en eindpunt. De te doorlopen stappen zijn helder onderscheiden en leiden elk naar het eindresultaat. In dergelijke situaties kan de hele taakbenadering goed toegepast worden. Deze benadering kent de volgende uitgangspunten: Laat leerlingen de leertaak gedurende een bepaalde tijd meer dan een keer uitvoeren; Zorg per uitvoeringsronde voor toenemende complexiteit van de leertaak. De complexiteitstoename kan in verschillende dimensies gezocht worden. Een mogelijkheid is om bepaalde stappen uit de leertaak vooraf te geven, om bij bepaalde stappen een beperkte uitvoeringseis te stellen of om de context waarin de leertaak uitgevoerd moet te vereenvoudigen; Geef leerlingen in elke ronde zicht op alle stappen van de leertaak. Dat hoeft overigens niet te betekenen dat leerlingen telkens alle stappen ook uitvoeren op het beoogde eindniveau. In de eerste ronde(n) kan volstaan worden met een lager uitvoeringsniveau of dat het resultaat van een stap gegeven wordt door de docent. Dat laat onverlet dat alle stappen in beeld dienen te komen. Deze hele taakbenadering contrasteert met een lineaire benadering waarbij het leerproces er uit bestaat dat de stappen van de leertaak één voor één aan bod komen. Het onderscheid tussen beide benaderingen wordt in de onderstaande figuren toegelicht. In deze figuur geeft de donkerte van de stappen de hoogte van het uitvoeringsniveau aan. Stap Ronde 1 1 2 3 4 5 6 Ronde 2 Ronde 3 Ronde 4 figuur 2: hele taakbenadering Stap Ronde 1 1 2 3 4 5 6 Ronde 2 Ronde 3 Ronde 4 Leerlijn informatievaardigheden OVC pag. 14.

figuur 3: een voorbeeld van een lineaire benadering De planning van het aantal uitvoeringsronden en de leerjaren staat in principe vrij. Aanbevolen wordt bij een leertaak tenminste drie uitvoeringsronden te doen. Het maakt niet uit in hoeveel tijd dat gebeurt. 5.2. Uitvoeringsniveaus en volgsystemen In de hele taakbenadering kan bij elke ronde per stap aangegeven worden op welk niveau de stap uitgevoerd moet worden. Daarom spreekt men vaak van uitvoeringsniveaus in plaats van uitvoeringsronden. De beheersing van deze niveaus kan desgewenst per leerling getoetst worden, aan de hand waarvan een volgsysteem ontstaat. Het meest geavanceerde volgsysteem bestaat er uit per leerling en per stap het bereikte uitvoeringsniveau te toetsen en te registreren, zoals in het vervolg bij wijze van voorbeeld is uitgebeeld. Stap Marike Anton Kees Jeanine Jos Petra Jan 1 2 3 4 5 6 figuur 4: voorbeeld van een geïndividualiseerd volgsysteem per stap uit de leertaak Nadeel van bovenstaand systeem is zijn complexiteit. Eenvoudiger is het om de voortgang van een leerling niet op stapniveau, maar op het niveau van uitvoeringsronde te volgen. Een leerling sluit een uitvoeringsronde af als hij in staat alle stappen van de leertaak uit te voeren op het niveau zoals dat in de betreffende ronde beschreven is. In figuur 2 zou een leerling uitvoeringsronde 1 kunnen afsluiten als hij alle stappen van de leertaak op niveau lichtgeel kan uitvoeren. Leerlijn informatievaardigheden OVC pag. 15.

5.3. Voorstel leerlijn informatievaardigheden Op basis van het voorgaande wordt voorgesteld de leerlijn informatievaardigheden volgens de hele taakbenadering vorm te geven. Een voorstel daartoe staat in de onderstaande figuur. Ook hier wordt door middel van inkleuring van de vlakken het niveau aangeduid. Hoe donkerder de kleur, des te hoger het uitvoeringsniveau bij de betreffende stap. Uit de kleurstelling wordt duidelijk dat in afwijking van de beschrijving van de hele taakbenadering niet per uitvoeringsniveau de complexiteit van elke stap toeneemt. Op zich doet dat niets af aan de toepassing van de hele taakbenadering. Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 1. Taakdefinitie oriëntatie op het onderwerp is niet noodzakelijk oriëntatie op het onderwerp is niet noodzakelijk enige oriëntatie op het onderwerp is noodzakelijk oriëntatie op het onderwerp is noodzakelijk 2. Zoekvraag formuleren eenvoudige/enkelvoudige onderzoeksvraag beperkt aantal onderzoeksvragen leerlingen bedenken zelf bij een gegeven hoofdvraag een of enkele deelvragen leerlingen bedenken zelf onderzoeksvragen 3. Informatie verzamelen een beperkt aantal bruikbare en betrouwbare bronnen wordt gegeven het aantal gegeven bronnen wordt uitgebreid. De bronnen zijn wel betrouwbaar, maar niet noodzakelijk bruikbaar. leerlingen beoordelen bronnen op bruikbaarheid een aantal bronnen wordt gegeven die niet noodzakelijk bruikbaar en betrouwbaar zijn. leerlingen beoordelen bronnen op bruikbaarheid en betrouwbaarheid leerlingen kiezen en benaderen zelf bronnen. leerlingen beoordelen bronnen op bruikbaarheid en betrouwbaarheid 4. Gebruik van de informatie leerlingen selecteren informatie uit de gegeven bronnen leerlingen selecteren informatie uit bruikbare bronnen. Leerlingen selecteren informatie uit bruikbare en betrouwbare bronnen leerlingen selecteren informatie uit bruikbare en betrouwbare bronnen 5. Informatieverwerking leerlingen verwerken de gevonden informatie in een eenvoudige, voorgeschreven, presentatie leerlingen verwerken de gevonden informatie in een eenvoudige, voorgeschreven, presentatie leerlingen verwerken de gevonden informatie in een zelfgekozen presentatie leerlingen verwerken de gevonden informatie in een zelfgekozen presentatie die aan voorgeschreven eisen moet voldoen 6. Evaluatie leerlingen evalueren met een eenvoudige vragenlijst het product leerlingen evalueren met een eenvoudige vragenlijst werkwijze en product leerlingen evalueren met een eenvoudige vragenlijst werkwijze en product en geven aan hoe zij werkwijze en product kunnen verbeteren leerlingen evalueren werkwijze en product en geven aan hoe zij werkwijze en product kunnen verbeteren en geven aan welke nieuwe kennis en inzichten ze verworven hebben Leerlijn informatievaardigheden OVC pag. 16.

5.4. Rollen In het leerproces informatievaardigheden kunnen drie rollen onderscheiden worden: de leerling, de docent en de mediathecaris. Bij het samenstellen van opdrachten zal de docent de vakinhoudelijke kennis en het doel van de opdracht moeten aanleveren. De mediathecaris kan nagaan in hoeverre de opdracht haalbaar is op basis van beschikbare informatie. In overleg met de docent kan bepaald worden in hoeverre de opdracht past binnen de leerlijn informatievaardigheden. Docent en mediathecaris kunnen per opdracht bepalen welke eisen aan leerlingen gesteld kunnen worden betreffende informatievaardigheden. Daarnaast zullen docenten onderling af moeten stemmen hoe de opdrachten kunnen aansluiten bij wat er bij andere vakken en/of leergebieden aan de orde komt. Bij de begeleiding van leerlingen die de opdrachten uitvoeren is de docent ook informatievaardig. De docent kan leerlingen adviseren bij het selecteren en beoordelen van bronnen die bij zijn vak horen. De rol van de mediathecaris is die van coach in het selecteren van geschikte bronnen, het maken van goede hoofd- en deelvragen en het zoeken naar relevante informatie. Daarnaast selecteert de mediathecaris informatiebronnen, stelt deze beschikbaar en geeft instructie in het gebruik van informatiebronnen, zoekmachines en zoekindexen. 5.5. Eerste uitvoeringsniveau Karakteristiek Opdrachten op dit niveau hebben tot doel leerlingen te leren informatie uit gegeven bronnen te selecteren met gebruikmaking van standaard zoekmiddelen zoals inhoudsopgaven en indexen, op eenvoudige wijze te verwerken en het resultaat van het bovenstaande tegen het licht te houden. De opdrachtomschrijving in deze ronde is vrij omvangrijk en leidt tot een enkelvoudige vraagstelling met een beperkt aantal gegeven en betrouwbaar geachte bronnen. De opdracht is bij voorkeur afkomstig uit reeds behandelde leerstof, zodat oriëntatie op het onderwerp van de opdracht niet noodzakelijk is. Een verdiepingsopdracht is op dit uitvoeringsniveau tamelijk geschikt. De volgende onderdelen maken deel uit van de opdrachtomschrijving zoals die aan de leerlingen verstrekt wordt: een probleemstelling; de formulering van de zoekvraag naar aanleiding van de probleemstelling; desgewenst een woordspin bij de zoekvraag; de formulering van deelvragen bij de zoekvraag; selectie van één van de deelvragen; de te raadplegen bronnen (ten hoogste twee stuks, bij voorkeur één gedrukt en één digitaal); vereisten aan de verwerking van het zoekresultaat; een vragenlijst ten behoeve van de evaluatie van het product. Uitleg is nodig over: de Big Six hoe je een woordspin kan lezen zoektechnieken voor informatie in digitale bronnen zoektechnieken voor informatie in gedrukte bronnen bediening van Word en PowerPoint Leerlijn informatievaardigheden OVC pag. 17.

Doelstellingen van dit uitvoeringsniveau De doelstellingen van dit uitvoeringsniveau worden beschreven aan de hand van de einddoelen van de gehele leerlijn. Houding Kennis Vaardigheden ICT BRONNEN PROCES staat positief t.o.v. toont de bereidheid onderkent het belang verschillende digitale zowel digitale als gedrukte van het gebruik van media bronnen te raad- objectieve informatie onderkent het belang plegen onderkent het belang van digitale media voor streeft naar bruikbare van het gebruik van het verwerven van informatilecteerde informatie uit de gese- informatie uit verschil- bronnen lende bronnen en media staat positief tegenover het bestuderen van de gevonden informatie is bereid het product kritisch te bekijken kent verschillende digitale kent verschillende me- weet hoe de kwaliteit media, zoals Interdia en hun mogelijkhe- van de informatie op net en de Encarta den waarde te schatten kent de basismogelijkheden weet hoe de informatie weet wanneer informa- van Word en in de geselecteerde tie toepasbaar is PowerPoint bronnen te vinden weet hoe de gebruikte bronnen beschreven worden kan de basismogelijkheden kan de verschillende kan een kritische inwerpoint van Word en Po- media gebruiken om schatting maken van de gebruiken informatie te verzamelen bruikbaarheid van de kan helpbestanden en informatie handleidingen gebruiken kan bepalen wat het doel van de gevonden informatie is kan een verstandige selectie maken van de gevonden informatie kan informatie in eigen woorden weergeven 5.6. Tweede uitvoeringsniveau Karakteristieken Op het tweede uitvoeringsniveau wordt er ten opzichte van het eerste niveau een aantal complicerende factoren ingebouwd. Het betreft niet meer één enkelvoudige zoekvraag, maar een aantal onderzoeksvragen die onderling samenhang vertonen. Dat betekent dat de verwerking van de zoekresultaten ook de integratie van de zoekresultaten behelst. Bovendien is het aantal gegeven bronnen groter dan in de eerste ronde. Niet alle bronnen bevatten op alle onderzoeksvragen bruikbare informatie. Ten slotte evalueren leerlingen niet alleen het product, maar ook het proces. De opdrachtomschrijving in deze ronde is minder omvangrijk en leidt tot een meervoudige vraagstelling met een serieus aantal gegeven en betrouwbaar geachte bronnen. Een oriëntatie op het onderwerp is nog niet noodzakelijk. Een verbredingsopdracht op be- Leerlijn informatievaardigheden OVC pag. 18.

handelde leerstof of een vergelijkingsopdracht (bijvoorbeeld: onderzoek de goedkoopste reismogelijkheid van Almere naar Parijs) is geschikt voor dit uitvoeringsniveau. De volgende onderdelen maken deel uit van de opdrachtomschrijving zoals die aan de leerlingen verstrekt wordt: een probleemstelling; de formulering van de zoekvraag naar aanleiding van de probleemstelling; desgewenst een woordspin bij de zoekvraag; de formulering van deelvragen bij de zoekvraag; de te raadplegen bronnen (ongeveer vijf stuks, zowel in gedrukte als digitale vorm); vereisten aan de verwerking van het zoekresultaat; een vragenlijst ten behoeve van de evaluatie van het product en het proces. Leerling-instructie is vereist op de volgende terreinen: integreren van zoekresultaten; verwoorden van zoekresultaten. Doelstellingen van dit uitvoeringsniveau Houding Kennis Vaardigheden ICT BRONNEN PROCES staat positief t.o.v. toont de bereidheid onderkent het belang verschillende digitale zowel digitale als gedrukte van het gebruik van media bronnen te raad- objectieve informatie onderkent het belang plegen onderkent het belang van digitale media voor streeft naar bruikbare van het gebruik van het verwerven van informatilecteerde informatie uit de gese- informatie uit verschil- bronnen lende bronnen en media staat positief tegenover het bestuderen van de gevonden informatie is bereid het product en de totstandkoming kritisch te bekijken kent verschillende digitale kent verschillende me- weet hoe de kwaliteit media, zoals Interdia en hun mogelijkhe- van de informatie op net en de Encarta den waarde te schatten kent de basismogelijkheden weet hoe de informatie weet wanneer informa- van Word en in de geselecteerde tie toepasbaar is PowerPoint bronnen te vinden weet hoe de gebruikte bronnen beschreven worden kan de basismogelijkheden kan de verschillende kan een kritische inwerpoint van Word en Po- media gebruiken om schatting maken van de gebruiken informatie te verzamelen bruikbaarheid van de kan helpbestanden en informatie handleidingen gebruiken kan bepalen wat het kan informatie integreren doel van de gevonden aan de hand van de informatie is probleemstelling/opdracht kan een verstandige selectie maken van de kan een verantwoording gevonden informatie maken van het zoekproces kan informatie in eigen en de gebruikte woorden weergeven bronnen Leerlijn informatievaardigheden OVC pag. 19.

5.7. Derde uitvoeringsniveau Karakteristieken Op dit niveau moeten leerlingen zelf deelvragen bedenken, naast de bruikbaarheid ook de betrouwbaarheid van nog steeds gegeven bronnen beoordelen, zelf een verwerkingsvorm kiezen en in de evaluatie ook een verbetervoorstel voor product en proces formuleren. Er bestaat noodzaak tot enige oriëntatie op het onderwerp, bijvoorbeeld door terug te kijken naar reeds behandelde onderwerpen. Een oriëntatieopdracht op nieuwe lesstof die aansluit bij reeds behandelde stof zou voor dit uitvoeringsniveau geschikt zijn. De opdrachtomschrijving in deze ronde heeft een tamelijk open karakter en bevat een probleemstelling; de formulering van de zoekvraag naar aanleiding van de probleemstelling; de te raadplegen bronnen (ongeveer vijf stuks, zowel in gedrukte als digitale vorm); een vragenlijst ten behoeve van de evaluatie van het product en het proces, waarin ook vereist wordt dat er verbeterpunten worden genoemd. Daarnaast is in op dit niveau instructie nodig met betrekking tot: formulering van deelvragen uit een hoofdvraag. Hierbij kan verwezen worden naar de technieken die bij wijze van voorbeeld in de eerste twee ronden gebruikt zijn, in het bijzonder de woordspin. zoekstrategieën op Internet. betrouwbaarheidsbeoordeling van een bron. Ook hierbij kan door middel van terugverwijzing aangegeven worden waarom een bron in de eerste twee uitvoeringsronden wel of niet betrouwbaar geacht wordt. Doelstellingen van dit uitvoeringsniveau Houding ICT BRONNEN PROCES staat positief t.o.v. toont de bereidheid onderkent het belang verschillende digitale zowel digitale als gedrukte van het gebruik van media maar toont zich bronnen te raad- objectieve, betrouwbare kritisch bij de keuze plegen informatie ervan streeft naar bruikbare onderkent het belang onderkent het belang en betrouwbare informatie van het gebruik van van digitale media voor uit de geselec- informatie uit verschil- het verwerven van informatie teerde bronnen lende bronnen en media staat positief tegenover het bestuderen van de gevonden informatie is bereid het product en de totstandkoming kritisch te bekijken en daaruit lering te trekken Leerlijn informatievaardigheden OVC pag. 20.

Kennis Vaardigheden ICT BRONNEN PROCES kent verschillende digitale kent verschillende me- weet hoe de juiste media, zoals Interdia en hun mogelijkhe- bronnen te kiezen net en de Encarta den weet hoe de kwaliteit kent verschillende mogelijkheden weet hoe geschikte van de informatie op om op In- media en informatie- waarde te schatten ternet te zoeken bronnen te selecteren weet wanneer informatie kent de basismogelijkheden weet hoe de informatie toepasbaar is van Word en in de geselecteerde weet wanneer informa- PowerPoint bronnen te vinden tie betrouwbaar is kent verschillende manieren weet hoe de gebruikte om informatie te bronnen beschreven gebruiken worden kan de basismogelijkheden kan de verschillende kan aan de hand van van Word en Po- media gebruiken om een hoofdvraag deel- werpoint gebruiken informatie te verzamelen vragen formuleren kan helpbestanden en kan een kritische invragen handleidingen gebruiken kan bepalen wat het schatting maken van de doel van de gevonden bruikbaarheid en betrouwbaarheid informatie is van de kan de geëigende zoekstrategieën informatie toepassen kan informatie integre- kan een verstandige ren aan de hand van de selectie maken van de probleemstelling/opdracht gevonden informatie kan informatie in eigen kan een verantwoording woorden weergeven maken van het zoekproces kan de meest geschikte en de gebruikte presentatie- of verwerkingsvorm bronnen en daar lering selecteren uit trekken 5.8. Vierde uitvoeringsniveau Karakteristiek Dit niveau omvat het eindniveau van de leerlijn. Ten opzichte van het derde niveau moeten leerlingen zelf hoofd- en deelvragen afleiden uit een probleemstelling, gelden er eisen aan de presentatievorm en moeten leerlingen in de evaluatie ook aangeven op welke wijze de gevonden informatie bijdraagt aan hun kennis. De vragenlijst ten behoeve van de evaluatie is niet meer voorschrijvend. Tevens is het noodzakelijk zich te oriënteren op het onderwerp. Daarom is een oriëntatieopdracht op een nieuw onderwerp uit de lesstof dat niet noodzakelijk bij een reeds behandeld onderwerp aansluit geschikt. De opdrachtomschrijving bevat enkel een probleemstelling en vereisten aan de presentatievorm. In principe zijn alle typen opdrachten geschikt voor dit uitvoeringsniveau. Instructie is vereist ten aanzien van: formuleren van een hoofdvraag op basis van een probleemstelling; de relatie tussen informatie en kennis. Leerlijn informatievaardigheden OVC pag. 21.

Doelstellingen van dit uitvoeringsniveau Houding Kennis ICT BRONNEN PROCES staat positief t.o.v. toont de bereidheid onderkent dat het gebruik verschillende digitale zowel digitale als gedrukte van informatie media maar toont zich bronnen te raad- gericht is op het ver- kritisch bij de keuze plegen werven van kennis ervan streeft naar bruikbare onderkent het belang onderkent het belang en betrouwbare informatie van het gebruik van van digitale media voor uit de geselec- objectieve, betrouwbare het verwerven van informatie teerde bronnen informatie onderkent het belang van het gebruik van informatie uit verschillende bronnen en media staat positief tegenover het bestuderen van de gevonden informatie is bereid het product en de totstandkoming kritisch te bekijken en daaruit lering te trekken kent verschillende digitale kent verschillende me- weet hoe de juiste media, zoals Interdia en hun mogelijkhe- bronnen te kiezen net en de Encarta den weet hoe de kwaliteit kent verschillende mogelijkheden weet hoe geschikte van de informatie op om op In- media en informatie- waarde te schatten ternet te zoeken bronnen te selecteren weet wanneer informatie kent de basismogelijkheden weet hoe de informatie toepasbaar is van Word en in de geselecteerde weet wanneer informa- PowerPoint bronnen te vinden tie betrouwbaar is kent verschillende manieren weet hoe de gebruikte om informatie te bronnen beschreven gebruiken worden Leerlijn informatievaardigheden OVC pag. 22.

Vaardigheden ICT BRONNEN PROCES kan de basismogelijkheden kan de verschillende kan een probleemstelwerpoint van Word en Po- media gebruiken om ling formuleren gebruiken informatie te verzamelegen kan hoofd- en deelvra- kan helpbestanden en formuleren handleidingen gebruiken kan bepalen wat het kan een kritische inschatting doel van de gevonden maken van de informatie is bruikbaarheid en betrouwbaarheid kan de geëigende zoekstrategieën van de toepassen informatie kan een verstandige kan informatie integreren selectie maken van de aan de hand van de gevonden informatie probleemstelling/opdracht kan informatie in eigen woorden weergeven en kan een verantwoording bovendien onderscheid maken van het zoekproces maken tussen citeren, en de gebruikte parafraseren en gebruiken bronnen en daar lering van informatie uit trekken kan de meest geschikte kan aangeven welke presentatie- of verwerkingsvorm nieuwe kennis hij ver- selecteren worven heeft aan de hand van de gevonden informatie 5.9. Werkwijze Voor de wijze waarop met dit model op het Oostvaarders College gewerkt kan worden, kan een aantal varianten onderscheiden worden. We noemen er twee: De geprogrammeerde variant: wijs de verschillende uitvoeringsniveaus toe aan leerjaren of perioden in een leerjaar, bijvoorbeeld: niveau 1 en 2 in het eerste leerjaar, niveau 3 in het tweede leerjaar en niveau 4 in het derde leerjaar. Ook andere toewijzingsschema s behoren tot de mogelijkheden. In een bepaalde periode moeten leerlingen de doelstellingen het uitvoeringsniveau behaald hebben dat in de betreffende periode geprogrammeerd staat. Een docent die een zoektaak opgeeft, conformeert zich aan de karakteristieken van het uitvoeringsniveau dat hoort bij het betreffende leerjaar of periode. In een volgende periode doen leerlingen opdrachten op een hoger uitvoeringsniveau. De gedifferentieerde variant: per leerling wordt bijgehouden welke niveau hij bezit. Hij voert elke volgende opdracht uit volgens het uitvoeringsniveau waar hij aan toe is. In dit geval beschikt de docent van elke opdracht over vier varianten en draagt de leerling de juiste variant van de opdracht op. In het geval een docent op basis van de wijze waarop een opdracht uitgevoerd is, meent dat een leerling het juiste niveau behaald heeft, maakt hij daarvan een aantekening. De leerling kan een volgende opdracht conform een volgend uitvoeringsniveau doen. De gedifferentieerde variant is complex en vergt van de docent nogal wat inspanning. Daarom verdient het aanbeveling te starten met de geprogrammeerde variant. 5.10. Hulpmiddelen De hier geschetste leerlijn veronderstelt de beschikbaarheid van hulpmiddelen. Noodzakelijke hulpmiddelen zijn: Leerlijn informatievaardigheden OVC pag. 23.

Voor de docent Voor de leerling Voor de mediathecaris Een handreiking voor de opzet van een zoekopdracht voor elk van de uitvoeringsniveaus op basis van dit leerlijndocument Een handreiking voor de beoordeling van het zoekresultaat Een handreiking voor de beoordeling van het zoekproces Toegang tot het digitaal zoeklogboek Instructiebladen voor elk van de uitvoeringsniveaus met relevante uitleg Een vragenlijst ten behoeve van de evaluatie van het zoekresultaat Een vragenlijst ten behoeve van de evaluatie van het zoekproces Toegang tot het digitaal zoeklogboek Een handreiking voor de opzet van een zoekopdracht voor elk van de uitvoeringsniveaus op basis van dit leerlijndocument Toegang tot het digitaal zoeklogboek 5.11. Het digitaal zoeklogboek Het zoeklogboek is een geautomatiseerd hulpmiddel voor zowel docent als leerling. Docenten plaatsen opdrachten in het zoeklogboek en bekijken de uitwerking van de leerlingen. Leerlingen betrekken de opdrachten uit het logboek en plaatsen er hun uitwerkingen. Het gebruik van een dergelijk zoeklogboek wordt bepaald door de gekozen variant voor de werkwijze. In de onderstaande schema s wordt het gebruik weergegeven in elk van beide varianten. Leerlijn informatievaardigheden OVC pag. 24.

Zoekopdracht maken Docent Leerling Leerlijndocument Bepaal het uitvoeringsniveau van de opdracht Handreiking opdrachtformulering Formuleer de opdracht Haal de opdracht op Digitaal zoeklogboek Uitleg Maak de opdracht Vragenlijsten evalluatie Handreiking opdrachtbeoordeling Beoordeel de opdracht Einde opdracht figuur 5: gebruik zoeklogboek bij geprogrammeerde variant Aan de hand van het schema naar keuze kunnen de functionele specificaties van het digitaal zoeklogboek verder geformuleerd worden. Leerlijn informatievaardigheden OVC pag. 25.

Bijlage 1: Geraadpleegde bronnen Roosmalen, M. van. Leerlijn informatievaardigheden vmbo, 10 mei 2006. Boekhorst, Albert. Informatievaardigheden (2004). NVB-congres, Utrecht: LEMMA. Kuiper, Els. Internetgebruik in het basisonderwijs: informatievaardigheden kinderen nog niet optimaal, In: informatie professional 10 (2006) 1 (januari) Henri, James. Understanding the information literate school community, 2005. Kok, Kees. Beleidsnotitie mediatheek Oostvaarders College 2004-2007, februari 2005. Janssen-Noordman, Merrienboer, J. van, Innovatief Onderwijs Ontwerpen, 2002 Raad voor Cultuur. Mediawijsheid : de ontwikkeling van nieuw burgerschap, juli 2005. Veen, Femmy. Stappenplan Mediaeducatie en informatievaardigheden VMBO-HAVO- VWO, 2004 Veen, M.J.P. van (red.). Door de bomen het bos : informatievaardigheden in het onderwijs, 2005 Veen, Maarten van en Dirk van der Veen. Mastercourse informatievaardigheden, 20 januari 2006. Websites: http://cf.hum.uva.nl/akb/publicaties/ala%20normen%20voor%20informatievaardighed en%20in%20het%20vo.pdf http://www.du.nl/digiuni//download/8bfd27b8-febe-5d7c- 20D6497F32DD8D8D.pdf?CFID=644113&CFTOKEN=81762915 http://www.ala.org/ala/acrl/acrlstandards/informationliteracycompetency.htm http://www.big6.com/ Leerlijn informatievaardigheden OVC pag. 26.