Inhoud. Inleiding... 3 DEEL 2: DUURZAAMHEIDSBELEID... 12. DEEL 3: ECONOMIE... 14 3.1 Economische resultaten... 14 3.2 Lokale speler...



Vergelijkbare documenten
GRI-tabel - ANWB MVO-jaarverslag 2012

GRI Tabel Duurzaamheidsverslag 2015

Toelichting GRI tabel

NUMMER OMSCHRIJVING Pagina( s) in verslag JV = Jaarverslag 2015 TV = Transparantieverslag 2015

Global Reporting Initiative (GRI) tabel

André Celis al 60 jaar een familiebedrijf

38,6. CO 2 (ton/jr) 2014

GRI-index MVO-verslag 2010 en jaarverslag 2010

Duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen

3 redenen voor een duurzaamheidsverslag. 1. Voor onze stakeholders 2. DNA van Pro Natura 3. Interne communicatie

Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid bvba. Regionaal (de Nederlandstalige gemeenschap, voornamelijk in Gent), Nederland

Titel : 3.B.2. Energie Management Actieplan, CO2-Prestatieladder, niveau 3 Eigenaar : Klaas Huijgen Functie : Manager QHSE Afdeling : QHSE Datum :

IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM

Hoe duurzaam produceren?

CO 2 Prestatieladder Voortgangsrapportage 2016-H1. Periode: 1 januari t/m 30 juni 2016

GRI-tabel. duurzaamheidsverslag 2015

14 april 2013 (JF) Energie Management Actieplan

Klantgericht Betrouwbaar Veilig Efficiënt Doeltreffend Integraal Wendbaar Open Digitaal Inclusief Duurzaam

Communicatieplan CO 2 -PRESTATIELADDER. Goedkeuring en autorisatielijst. Datum Versie 1. Type Naam Functie Paraaf

GRI 3.1 Inhoudsopgave

Bijlage 1 GRI tabel 2016

GRI-tabel. duurzaamheidsverslag 2016

Gebroeders van der Poel B.V. CO₂ - Reductiebeleid

Inspanning voor. duurzame. betonproducten

Energie Beoordeling Co2 reductie

Arnold Maassen Holding BV. Verslag energieaudit. Verslag over het jaar G.R.M. Maassen

Energie Management Actieplan 2014 tot Extern

CO2 PRESTATIELADDER JAN DE NUL NV VOORTGANGSRAPPORTAGE Totaal

Klanttevredenheid Doelstellingen Colofon Maatschappelijke doelen RGS Slooptechnieken Samenstelling & ontwerp Tekstbijdrage Cradle to Cradle Drukwerk

Scope 1 doelstelling Scope 2 doelstelling Scope 1 en 2 gecombineerd 5% CO 2- reductie. 30% CO 2- reductie in % CO 2 -reductie in 2016 ten

Toelichting ISO Milieuprestatiemeting versie 15 mei 2018

Rapportage van broeikasgasemissies veroorzaakt door gekochte elektriciteit

KETENONDERZOEK END OF LIFE AFVALVERWERKING

Indorama Ventures Public Company Limited Ondernemingsbestuur beleid

PLUS jaarverslag Sperwer Groep 2014: p. 15 PLUS jaarverslag Sperwer Groep 2014: p. 12 PLUS jaarverslag Sperwer Groep 2014: p. 20

Duurzaamheidsrapport CCL Nutricontrol

P. DE BOORDER & ZOON B.V.

GESCHIEDENIS 1898: 1959: 1989: 1995: 1999: 2007: 2009: 2010:

Ketenanalyse uitbesteed transport. Goedgekeurd door: H. van Wijk

1. Evolutie van de CO2-uitstoot

Onze belangrijkste succesfactoren

Rangorde scope 3 emissies CO 2 -Prestatieladder niveau 4

Disclosure/Indicator Toelichting Verwijzing Pagina

PEOPLE STAKEHOLDER(S) PEOPLE STAKEHOLDER(S)

Reductiebeleid en (kwantitatieve) doelstellingen (3.B.1)

inspireren en innoveren in MVO

Energie Management ACTIE Plan

Standaard informatie voor de aanvraag tot goedkeuring van een GEMEENSCHAPPELIJKE DIENST VOOR FYSISCHE CONTROLE

Vlaamse bedrijven produceren minder afval en sorteren voortaan ook pmd

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen-Charter Buro Project.

Mevrouw de voorzitter, Geachte leden van het Bureau, Dames en heren,

Energie Management Actieplan Conform 3.B.2

Voortgangsrapportage 3 CO 2 -Prestatieladder

OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN

Voortgangsrapportage 4 CO 2 -Prestatieladder

Dieter Vander Beke. Maatschappelijk Verantwoorde Overheid ISO & GRI Provinciale milieudag provincie Antwerpen 24 juni 2014

Aanvullende informatie over elke mindset krijgt u door te klikken op de vlakken in de roadmap.

Your partner for all premium & private brands. Nederlandse editie

Onze belangrijkste succesfactoren

MVO verklaring

ONZE VERANTWOORDELIJKHEID

100% groene energie. uit eigen land

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Eis 3.B.1 CO2 Reductiebeleid

Energiezorgplan Van Dorp installaties bv Versie 3.0 (Summary)

Alles van waarde beschermen en behouden

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel CORPORATE GOVERNANCE 7 MAART UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 10

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht

SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING

CO2-reductieplan. Samen zorgen voor minder CO2. Rapportage M

2016/ Ketenanalyse Papier. Rapportage: KAP 2017 Datum: Opgesteld door: Monique Harmsen Versie: 1.3

Onze belangrijkste succesfactoren

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Index van de GRI-inhoud

Bijlage 7. Conversie juni 2010 naar 2013 (info)

1. Graag had ik volgende gegevens ontvangen betreffende de arbeidsmigratie in de social profit:

GRI-tabel CoMore - Core

Communicatieplan. Energie- & CO 2 beleid. Van Gelder Groep

Milieu- / CO 2 -communicatieplan

ENCI Rotterdam / IJmuiden Veiligheid en milieu. Feiten & cijfers 2017

DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2012

Ketenanalyse Papier. Rapportage: KAP 2015 Datum: 21 augustus 2015 Opgesteld door: Rick Arts Versie: 1.1

Opleiding Duurzaam Gebouw:

Gebr. Beentjes GWW B.V. CO 2 emissies 2012

Opgesteld door: L. Pira Datum: 10/07/2015. Energie management plan 2015

Aanvraagformulier Recall van eindproducten.

Hero Benelux. Natuurlijk maatschappelijk verantwoord!

Document: Energiemanagementplan

CO2 Emissies & voortgang van doelstellingen Nieuwsbrief 2 van 2017

Communicatieplan CO 2 -PRESTATIELADDER. Goedkeuring en autorisatielijst. Datum Versie 1. Type Naam Functie Paraaf

Milieuprestatie-indicatoren 2008

Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015

Energiemanagementprogramma W. van den Heuvel & Zn.

DE OPMAAK VAN EEN SEAP VOOR DE GEMEENTE KLUISBERGEN KLIMAATTEAM

Memo Scope 1 32 % Scope 2 5 % Scope 3 6 %

Producten op basis van hout en het milderen van de klimaatverandering

Carbon Footprint Welling Bouw Vastgoed

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017-H1

CO2-reductieplan 2015

Sector- en keteninitiatieven CO 2 -prestatie

Transcriptie:

DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010

Inhoud Inleiding... 3 DEEL 1: BEDRIJF... 4 1.1 Voorstelling... 4 1.2 Operationele structuur... 7 1.3 Bestuur... 7 1.4 Globale speler... 9 1.5 Belanghebbenden... 10 DEEL 2: DUURZAAMHEIDSBELEID... 12 DEEL 3: ECONOMIE... 14 3.1 Economische resultaten... 14 3.2 Lokale speler... 15 DEEL 4: PRODUCTVERANTWOORDELIJKHEID... 18 4.1 Duurzaam assortiment... 18 4.2 Productinformatie... 22 4.3 Klachten & klantentevredenheid... 23 4.4 Marketingcommunicatie... 24 DEEL 5: MILIEU... 26 5.1 De milieuproblematiek... 26 5.2 Energieverbruik... 27 5.3 Waterverbruik... 29 5.4 Transport... 30 5.5 Afvalstoffen... 32 DEEL 6: HUMAN RESOURCES... 34 6.1 De medewerkers... 34 6.2 Opleidingen... 36 6.3 Veiligheid van de medewerkers... 37 Bijlage: GRI G3 Inhoudsopgave

Inleiding Voor Coeck is duurzame groei recentelijk opgewaardeerd tot één van de belangrijkste doelstellingen. In feite is duurzaamheid niets nieuws voor onze onderneming. Doorheen de jaren zijn er immers diverse initiatieven geweest waarbij duurzaamheid steeds heeft meegespeeld in de beslissingen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de fietstunnel, een investering die duidelijk is genomen met het oog op een maatschappelijke en ecologische meerwaarde. Als afgevaardigd bestuurders menen wij dat de tijd nu rijp is voor een overkoepelend beleid omtrent duurzaamheid. Alle investeringen en belangrijke beslissingen zullen vanaf nu afgetoetst worden aan de implicaties op economisch, sociaal en milieuvlak. Daarbij streven we naar een evenwicht tussen deze drie principes en duurzaamheid. Duurzaamheid en groei hangen samen. Economische, sociale en milieuwetenschappelijke overwegingen zijn geen vijanden van elkaar, zij gaan hand in hand om een gezonde groei van het bedrijf te blijven bewerkstelligen en om het bedrijf voor te bereiden op de toekomst. We zijn er van overtuigd dat wie niet duurzaam kan groeien, niet zal groeien. Wij worden daarbij gesterkt door maatschappelijke tendensen als rationeel energieverbruik, duurzaam bouwen en op personeelsvlak the war for talent. Hier kunnen wij als bedrijf een antwoord op geven. Deze onderwerpen vormen dan ook de belangrijkste uitdagingen van ons bedrijf. Een duurzaamheidsverslag, opgemaakt volgens de internationaal erkende GRI-richtlijn, is een eerste stap in de richting van een formeel duurzaamheidsbeleid. Hierbij stellen wij heel duidelijk dat het om een startpunt gaat. Door een foto te maken van onze huidige situatie, kunnen we overgaan tot een beleid gericht op het continu verbeteren van deze parameters. Wij hopen dat u, lezer en belanghebbende bij onze organisatie, mee wil gaan in ons verhaal, om samen deze duurzame groei te realiseren. Ludo Coeck, Afgevaardigd bestuurder Robert Coeck, Afgevaardigd bestuurder 3

DEEL 1 Bedrijf 1.1 Voorstelling De familiale onderneming Betonfabriek Coeck te Niel bestaat sinds het begin van de vorige eeuw (1929). Onder impuls van de stichter Frans Coeck werd aanvankelijk de nadruk gelegd op de productie van betonproducten in Schelle. Al gauw bleken de bestaande productieterreinen onvoldoende om de groei van de onderneming te blijven volgen. Daarom werd uitgeweken naar de leegstaande cementbedrijven in Niel. Deze zijn ideaal gelegen aan de Rupel en met ruime uitbreidingsmogelijkheden. Momenteel beschikken we over 200.000 m² stockageplaats buiten en 15.000 m² stockageplaats binnen. Tot op heden produceert de onderneming hier nog steeds allerhande producten waarin beton het hoofdbestanddeel vormt. Het bedrijf is toe aan zijn 2 de en 3 de generatie van familiale bedrijfsleiders: Robert en Ludo Coeck. Ondertussen is ook de 4 de generatie in het bedrijf gestapt. Over de jaren heen is Coeck geëvolueerd van een plaatselijke leverancier naar een nationale marktleider in zijn sector. Door continu nadruk te leggen op onderzoek en ontwikkeling is de onderneming er in geslaagd om te kunnen beantwoorden aan de noden van de markt: de drang van aannemers om sneller en economischer te bouwen, de enorme groei van de doe-het-zelf markt in België, enz. Door gebruik te maken van de moderne distributiekanalen en in samenwerking met professionele afnemers is er ingespeeld op dergelijke behoeften, met een sterke uitbreiding van de productiecapaciteit, het productassortiment en de personeelsbezetting tot gevolg. In 1998 leverde dit voor het bedrijf zelfs een plaats op onder de finalisten van Onderneming van het jaar. Vandaag stelt Coeck op een terrein van 30 ha ongeveer 150 personeelsleden te werk en realiseert het een totale omzet van meer dan 80 miljoen euro. 4

1 BEDRIJF PRODUCTASSORTIMENT Eén van onze sterkste troeven is het uitgebreid productassortiment. Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen bouwmaterialen die zelf worden vervaardigd en de goederen die worden aangekocht bij Belgische leveranciers of ingevoerd vanuit het buitenland. Ons ruim assortiment, van afgewerkte ruwbouwmaterialen tot oprit en tuinproducten, biedt een totaaloplossing voor de bouwwereld. Jaar na jaar gaan wij op zoek naar kwaliteitsproducten die een meerwaarde voor onze klanten kunnen betekenen, wat we bereiken door degelijke grondstoffen, innoverende materialen en een modern machinepark. 5

In 2003 gingen we van start met ons Cobo Garden tuinassortiment. Klinkers, bluestone, terrastegels en alle bijhorende afwerkingmaterialen zoals boordstenen, afvoergeulen, Kort daarna hebben we ook een assortiment vloer en wandtegels met bijhorende decors, listels en plinten samengesteld onder de naam Distinction. Coeck is voor 100% een familiebedrijf en opereert als een Naamloze Vennootschap (N.V.). De aandelen van Coeck zijn volledig in handen van de Naamloze Vennootschap ICO. Deze is voor de ene helft in handen van Ludo Coeck en voor de andere helft van Robert Coeck. Coeck produceert en verhandelt niet enkel de producten, maar heeft ook een goed opgeleid team binnen de organisatie om klanten optimaal bij te staan met hun vragen en wensen omtrent de verschillende producten. In die zin is kennis één van de belangrijkste diensten die het bedrijf levert. Met een omzet van ongeveer 80 miljoen euro, tot 250 behandelde vrachten per dag, meer dan 150 medewerkers en een totaal vermogen van bijna 30 miljoen euro, kan men niet spreken over een kleine organisatie. Coeck werd al meerdere malen voor haar diensten erkend. Zo was het bedrijf in 1998 finalist voor onderneming van het jaar, en was het de winnaar van de ICT awards in 2003. 6

1.2 Operationele structuur Samen met haar zusteronderneming, Covari N.V., verzorgt Coeck de dienstverlening ten opzichte van haar klanten. Hierbij is Covari verantwoordelijk voor de productie, terwijl Coeck de handel en distributie van de producten op zich neemt. De overkoepelende vennootschap is ICO N.V., die instaat voor het patrimonium. 1 1.3 Bestuur BEDRIJF De organisatie heeft een vlakke structuur, met afgevaardigd bestuurders, een directiecomité en verantwoordelijken per regio, productgroep of proces. Beide voorzitters van het hoogste bestuurslichaam zijn ook afgevaardigd bestuurders. Dit impliceert ook dat er geen onafhankelijke leden zijn in het hoogste bestuurslichaam. Het gaat hier om een familiebedrijf, het risico op tegenstrijdige belangen is dus beperkt. Organigram van het bureel 7

Organigram van de fabriek Zoals iedere grote onderneming heeft Coeck een ondernemingsraad om de koppeling tussen het bestuur en de werknemers te bewerkstelligen. Hier komen ook de sociale prestaties van de onderneming aan bod. Verder is er een directieraad en een informele raad van aandeelhouders en bestuursleden. De vlakke structuur van de onderneming garandeert een blijvend overleg tussen de belanghebbenden. Economische parameters worden continu opgevolgd en onverwachte fluctuaties van omzet of kosten worden onmiddellijk gesignaleerd. Ook relevante milieugerelateerde prestaties worden besproken, zij het op een minder formele basis. Hiervoor heeft het bedrijf immers een milieucoördinator die erop toeziet dat er zich geen problemen voordoen op dit vlak. De economische prestaties worden opgevolgd door de financieel directeur, de milieugerelateerde door de milieucoördinator en de sociale prestaties vallen onder de verantwoordelijkheid van de HR-manager. De onderneming probeert zoveel mogelijk het voorzorgsprincipe in de praktijk te brengen. Op productniveau is er een labo, waarbij extensieve testen worden uitgevoerd op de grondstoffen en de geproduceerde goederen met betrekking tot de relevante fysische eigenschappen. Verder garandeert het BENOR certificaat de veiligheid van de producten voor de klanten. 8

Ook voor de handelsgoederen worden leveranciers streng geselecteerd op kwaliteit en veiligheid van de producten. Waar mogelijk worden zelf testen uitgevoerd of worden leveranciers geselecteerd met de nodige certificaten. Op vergaderingen omtrent de sourcing van producten wordt het feit dat potentiële partners een certificaat hebben steeds mee in de overwegingen genomen. Verder is er per toekomend lot steeds een visuele kwaliteitscontrole, waarbij de oorsprong van de ve rschillende ve rkochte producten strik t wordt opgevolgd, om sne l te kunnen reage ren bij e ventuele gebreken. 1 1.4 Globale speler BEDRIJF Coeck is actief in een heel aantal landen. De hoofdactiviteit situeert zich uiteraard in België. Daarnaast heeft Coeck klanten in Nederland, Luxemburg en Frankrijk. Een kleine 10% van de omzet wordt gerealiseerd in het buitenland, waarbij Nederland en Frankrijk ongeveer een even groot gedee lte voor hun rekening nemen. Voor de aankoop van grondstoffen e n ande re mate rialen opereert Coeck wereldwijd. De belangrijkste hiervan in Europa zijn de Benelux, Frankrijk, Duitsland, Denemarke n, Polen, Spanje, Italië, Litouwen en Turk ije. De be langrijkste aankooplanden wereldwijd zijn China, Vietnam, India en Indonesië. Een tiental procent van alle goederen wordt van buiten Europa aangevoerd. Kaart Europa Kaart Azië 9

1.5 Belanghebbenden De activiteiten van Coeck beïnvloeden vanzelfsprekend vele andere personen en entiteiten, waardoor deze dus een zeker belang hebben in de firma. Dit zijn de zogenaamde stakeholders. Tijdens de voorbereiding van het duurzaamheidsverslag werden de stakeholders opgelijst en geselecteerd volgens de mate waarin het bedrijf met hen in contact staat. De klanten worden zoveel mogelijk rechtstreeks benaderd door de commercieel afgevaardigden, waarbij zij hen zoveel mogelijk bijstaan met informatie aangaande de verschillende producten. Verder kunnen de klanten steeds terecht bij de commerciële binnendienst voor informatie omtrent producten of processen. Quasi alle klanten kennen we persoonlijk. Wij zijn ervan overtuigd dat dit bijdraagt tot een stabiele relatie op lange termijn, waarbij gezamenlijk met de klanten naar methodes wordt gezocht om waarde te creëren. De klanten van Coeck bestaan ene rzijds uit bouwstofhande lare n en ande rzijds uit doe-het-ze lf zaken, de we lke vanzelfsprekend beide op andere manieren werken, waardoor ook een andere benaderingswijze van ons bedrijf uit vereist is. De contacten met de medewerkers verlopen via het HR-departement en de ondernemingsraad. Er wordt getracht om de communicatielijnen zo vlak mogelijk te houden, waarbij eventuele problemen snel gesignaleerd worden en hoger in de hiërarchie kunnen doorstromen. Een andere categorie belanghebbenden in de onderneming is die van de leveranciers. De contacten hiermee verlopen in het algemeen via het inkoopdepartement. Hoewel onze onderneming altijd open zal staan voor nieuwe contacten, wordt ook steeds naar een lange termijnrelatie met de leveranciers gestreefd. Dit is belangrijk om de continuïteit van aanvoer te garanderen en om in staat te zijn gezamenlijk naar oplossingen te zoeken voor eventuele problemen. Ook voor de leverancier is dit voordeliger. Zolang we deze competitieve voorwaarden kunnen aanbieden zijn ze immers zeker van een betrouwbare partner. Ook de concurrenten en andere sectorgenoten hebben een zeker belang in de firma. Hoewel er steeds een strijd zal zijn omtrent wie welk deel van de koek zal veroveren, kunnen we op bepaalde vlakken samen ijveren om de koek voor iedereen groter te maken. In dat opzicht is de onderneming lid van de FEBE, de belangenfederatie van de Belgische Prefab Betonindustrie. Meer specifiek is zij ook nog lid van de FEBEBLOCK en BELBLOCK, twee onderdelen van de FEBE gericht op metselstenen, respectie velijk BENOR be tonme tse lstene n. De ze be langenorganisatie zorgt voor ve rtegenwoordiging bij de verschillende commissies m.b.t. normering, voert wetenschapelijk betontechnologisch onderzoek en promoot het gebruik van betonproducten in het algemeen. 10

De banken zullen ook steeds belang hebben bij het welslagen van de onderneming. Zij hebben immers geïnvesteerd in de onderneming, waarbij de waarde van hun investering rechtstreeks afhangt van het succes ervan. De contacten met de banken verlopen in het algemeen via het financieel departement, waarbij ook hier naar een relatie op lange termijn wordt gestreefd, om zo optimaal mogelijk in te spelen op de financiële noden. Met iedere huisbank worden goede relaties onderhouden. Wie ook zeker niet mag vergeten worden zijn de omwonenden van de firma. Vooreerst is het bedrijf voor hen een belangrijke werkgever, waarbij iedereen wel een familielid, buurman of vriend heeft van wie de welvaart rechtsreeks afhangt van het bedrijf. Anderzijds ondervinden zij ook bepaalde meer negatieve aspecten van het bedrijf, zoals lawaai- en verkeershinder. Coeck doet er alles aan om deze hinder tot een minimum te beperken. Zo werden geluidsafschermingen geplaatst, de machines akoestisch geïsoleerd en de werknemers en transporteurs door middel van signalisatie (foto) gewezen op deze buurtbewoners. Verder probeert Coeck oplossingen uit te denken om de verkeershinder tot een minimum te beperken. Het werken met volle vrachten en de aanvoer zoveel mogelijk via de binnenvaart laten verlopen zijn enkele voorbeelden van de geleverde inspanningen. Dit blijft echter een voortdurend aandachtspunt. 1 BEDRIJF Ook overheden, op alle niveaus, kunnen als stakeholders van de onderneming gekenmerkt worden. Zo zorgt de onderneming voor macro-economische resultaten als werkgelegenheid, investeringen en fiscale ontvangsten. In ruil daarvoor kan de onderneming gebruik maken van de openbare voorzieningen zoals infrastructuur, waardoor een wederzijds belang ontstaat. Contacten met de (lokale) overheden draaien meestal om concrete projecten, zoals het recente Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan. 11

DEEL 2 Duurzaamheidsbeleid De toekomst zal duurzaam zijn of zal niet zijn. Ook Coeck wil hierin zijn steentje bijdragen, door duurzaamheid te integreren in al haar bedrijfsprocessen en te promoveren tot één van de belangrijkste waarden voor het bedrijf. Daarom is Coeck, met behulp van het adviesbureau BECO, overgegaan tot de publicatie van een duurzaamheidsverslag. Dergelijk initiatief wordt niet genomen in het luchtledige. Het kadert daarentegen in een allesomvattend duurzaamhe idsbele id, waarmee wij de intentie hebbe n om één van de re fe renties te worden op het vlak van duurzame bedrijfsvoering. Dit duurzaamheidsbeleid rust op 5 pijlers, dewelke alle even belangrijk zijn om tot echte duurzame bedrijfsvoering te komen, wat wordt weergegeven in onderstaande figuur. LOGISTIEK MATERIA- LEN ENERGIE COECK ERKENNING INNOVATIE 12

Bij de logistieke pijler wordt gestreefd naar een modal shift voor een zo groot mogelijk deel van het assortiment. Dit wil zeggen dat een maximaal aantal van onze goederenstromen zal worden overgezet naar de binnenvaart. De energiepijler berust op twee principes: een jaarlijkse reductie van het elektriciteits en brandstofverbruik, gecombineerd met een maximaal gebruik van alternatieve energiebronnen. Verder proberen we door innovatie met ons productassortiment maximaal in te spelen op de evoluties in de maatschappij met betrekking tot duurzaamheid. Daarbij zijn we aangevangen met een life cycle assessment (LCA) van onze belangrijkste producten. Uiteraard streven we ook naar erkenning voor onze inspanningen. Daarom zijn we gestart met de certificatie van dit beleid, om als het ware extern te kunnen aftoetsen en waar nodig bij te sturen. De laatste pijler is de materialenstroom, waarbij we streven naar een jaarlijkse reductie van ons materiaalgebruik en de materiaaluitval, tezamen met een maximaal gebruik van duurzame materialen. Op deze manier zijn we met ons bedrijf klaar voor de toekomst. We zijn er immers van overtuigd dat wie in de nabije toekomst niet duurzaam kan groeien, ook helemaal niet meer zal groeien. Een interne projectgroep heeft in overleg met BECO de inhoud van dit eerste duurzaamheidsverslag bepaald aan de hand van de internationale richtlijn voor duurzaamheidsverslaggeving GRI (Global Reporting Initiative). In het verslag vindt u de relevante en significante indicatoren waarvan gegevens beschikbaar zijn. Het is de bedoeling om in het verslag alle activiteiten onder de loep te nemen. Gezien het internationale karakter van de onderneming, is er geen volledig zicht op alle activiteiten van de leveranciers. Omdat hun prestaties niet met absolute zekerheid zijn gekend, worden deze niet opgenomen in het duurzaamheidsverslag. De stakeholders werden voor dit eerste duurzaamheidsverslag niet geconsulteerd, volgend uit de visie van het bedrijf om eerst een kwalitatief intern verslag op te maken en te publiceren. 2 DUURZAAMHEIDSBELEID Hoewel het de bedoeling van een duurzaamheidsverslag is om naar buiten toe te communiceren over de inspanningen die de onderneming levert, gaat de doelstelling veel verder. Het stelt het bedrijf in staat om als het ware een foto te nemen van de huidige situatie, om zo een proces van continue verbetering van de relevante parameters vorm te geven. Hoewel Coeck natuurlijk de bekendste naam is, zal worden gerapporteerd over de drie bedrijven: Coeck, Covari en ICO. Aangezien het hier om de startfase gaat, opteert Coeck in eerste instantie voor een tweejaarlijkse verslaggevingcyclus. Zulke verslagen hebben steeds betrekking op een periode van 3 jaar, ditmaal dus op de periode 2008-2010. De contactpunten binnen het bedrijf omtrent dit duurzaamheidsverslag zijn Catherine Coeck, juriste, en Thomas Coeck, projectingenieur. 13

DEEL 3 Economie 3.1 Economische resultaten De eerste maatschappelijke verantwoordelijkheid van Coeck is om winstgevend te zijn. Hiermee wordt werkgelegenheid gecreëerd, kunnen investeringen worden uitgevoerd en wordt de continuïteit van de onderneming gewaarborgd, wat voor alle stakeholders belangrijk is. Dit is het aspect van duurzaamheid met de hoogste prioriteit. Wordt dit aspect verwaarloosd, dan hebben andere maatregelen geen zin. Bedrijfsopbrengsten 2008 2009 2010 Betonfabriek Coeck N.V. 74.430.336,00 76.384.709,00 81.214.877,00 Covari N.V. 14.175.189,00 14.163.969,00 14.297.422,00 ICO N.V. 1.410.656,00 1.487.813,00 1.485.793,00 Coeck is een solide, winstgevend bedrijf. Dit is van uitermate belang voor klanten, leveranciers, werknemers, banken, overheden en iedere andere belanghebbende. 14

Doelstellingen Een duurzame omzetgroei realiseren. Een minimaal evenredige duurzame winstgroei realiseren. Doorgedreven opvolging kostenstructuur. 3.2 Lokale speler Hoewel Coeck een globale speler is, met activiteiten over de hele wereld, is het bedrijf toch sterk lokaal verankerd. Hierdoor wordt een groot deel van de gegenereerde waarde terug in de lokale economie gepompt. Zo worden de medewerkers zoveel mogelijk lokaal geworven. Hiertoe hangen borden uit aan de site met vacante functies en worden advertenties in de lokale pers zoals de Rupelkoerier geplaatst. Coeck scoort zeer goed op vlak van lokale personeelswerving: van de bedienden is 69 % afkomstig van de lokale gemeenschap, bij de arbeiders gaat het om 87 %. De directie bestaat voor exact 50 % uit mede we rke rs afkomstig uit de lokale gemeenschap. Lokale gemeenschap wordt hier gedefinieerd als Niel, Schelle, Boom, Hemiksem, Kontich, Puurs, Wilrijk, Willebroek, Aartselaar, Hoboken, Ruisbroek en Rumst. 3 Arbeiders Lokale w erkgelegenheid 87% ECONOMIE Bedienden 69% Directie 50% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 15

Het spreekt voor zich dat een goede relatie met de buurt één van de prioriteiten voor Coeck is. Het onderhouden van deze relatie is dan ook een blijvend aandachtspunt. Zo werd er in de loop van 2009 en 2010 geïnvesteerd in de heftrucks. Deze werden systematisch omgevormd naar een meer geluidsvriendelijke versie. De nieuwe heftrucks worden immers op een manier uitgevoerd dat de pinnen / stangen, bevestigd op de heftruck, zo goed als geen geluid maken. Voor de instandhouding van onze natuurlijke geluidsbuffer, wordt er ook jaarlijks geïnvesteerd in de aanleg van nieuwe en he t onde rhoud van de bestaande beplantingen. Ve rde r laten we ook maandelijks zowel op onze terreinen als op gedeeltes van de omliggende straten, veegwerken uitvoeren om het aanwezige stof tot een minimum te beperken. In 2010 investeerde onze onderneming bovendien in een fietstunnel onder de terreinen. Dit zorgt ervoor dat fietsers de terreinen niet meer hoeven te kruisen, zodat een heel aantal gevaarlijke situaties worden vermeden. Deze fietstunnel is feestelijk geopend in juni 2010 door vertegenwoordigers van de lokale overheid en van de provincie. De creatie van de fietstunnel leverde ons een voordeel op, omdat gevaren voor de werknemers werden vermeden en het een directe aanzet gaf aan alle medewerkers om meer de fiets te gebruiken voor woon-werk verkeer. Toch was het voornamelijk een investering ten behoeve van het algemeen nut, aangezien deze tunnel veelvuldig wordt gebruikt door alle fietsliefhebbers. 16

De totale kostprijs van het project bedroeg 342.000 euro, waarvan de onderneming 40 % zelf financierde. De overige 60 % werd gesubsidieerd door de Vlaamse Overheid via het Agentschap Ondernemen. Het project verliep zeer voorspoedig, en was in alle opzichten een uitstekende samenwerking tussen Betonfabriek Coeck, de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Antwerpen, het gemeentebestuur van Niel, aannemer Alwabo en studiebureau Soresma. Investering fietstunnel Coeck 136.800,00 Vlaamse overheid 205.200,00 3 Doelstellingen Verdere profilering als betrouwbare lokale werkgever. ECONOMIE Mee investeren in ontsluitingsweg om verkeer uit dorpskern weg te houden. Praktische en financiële ondersteuning van initiatieven van lokaal verenigingsleven. Intensievere samenwerking met alle actoren (gemeente, buurtbewoners, verenigingsleven) op lokaal niveau. 17

DEEL 4 Product- verantwoordelijkheid 4.1 Duurzaamheid assortiment De goederen en/of diensten die worden geleverd zijn het hart van de onderneming. Het spreekt dan ook voor zich dat om tot een echt duurzaamheidsbeleid te komen, het assortiment onder de loep dient genomen te worden. Hierbij dient vooreerst te worden overwogen wat juist wordt bedoeld met duurzaamheid van materialen. Bepaalde materialen zouden bijvoorbeeld met een beperkte milieu-impact kunnen geproduceerd worden, maar dan wel maar één jaar meegaan. Het is bijgevolg noodzakelijk om de milieu-impact van een product te analyseren over zijn gehele levenscyclus, dus van ontginning over productie en gebruik tot uiteindelijke ontmanteling en/of hergebruik. Hiervoor werd de zogenaamde life cycle assessment (LCA) methode ontwikkeld, een gestandaardiseerde methode om de impact voor verschillende producten effectief te berekenen. Het is onze ambitie om deze methode in de nabije toekomst voor zoveel mogelijk van onze zelf geproduceerde goederen uit te voeren. LCA Levenscyclus van gebouwen 18

Wanneer men spreekt over de duurzaamheid van materialen, komt quasi onmiddellijk de zogenaamde passiefbouw in beeld, wat conceptueel neerkomt op gebouwen met een zeer laag energieverbruik, waarbij in principe geen extra verwarming nodig is. Afgezien van de overduidelijke voordelen van dit concept, wordt het tegen 2020 gewoon verplicht voor nieuwbouw. Voor overheidsgebouwen wordt dit zelfs vanaf 2018 een verplichting. Het spreekt dus ook voor zich dat wij hier met onze materialen optimaal op in moeten kunnen spelen. Voor een materiaal is het binnen een passiefconstructie belangrijk dat het thermisch isolerend is, wat wil zeggen dat het zo weinig mogelijk warmte doorlaat. In de eerste plaats moeten we een onderscheid maken tussen houtskeletbouw en massieve bouw. De eerste passieve huizen werden gerealiseerd d.m.v. de houtskeletbouwmethode. De belangrijkste redenen hiertoe waren: Duurzaam materiaalgebruik. Isolatie binnen de structuur mogelijk, waardoor de geveldikte acceptabel blijft. Goede beheersing van luchtdichte details. Eenvoudig om met een leidingenspouw te werken ten behoeve van de luchtdichtheid. De laatste jaren hebben heel wat spelers intussen aangetoond dat een passieve woning ook gerealiseerd kan worden via de massieve constructiemethode. Het is binnen deze massieve constructiemethode dat de betonblok eventueel toegepast kan worden in een passieve woning als binnenspouwblad. De belangrijkste alternatieven voor deze zijn: Snelbouw. Cellenbeton. Kalkzandsteen. (Holle) Betonblok. 4 PRODUCTVERANTWOORDELIJKHEID 19

Om te bepalen hoe gemakkelijk een materiaal warmte doorlaat, wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde isolatiewaarde of R-waarde. Hoe lager de R-waarde, hoe gemakkelijker warmte doorheen het materiaal kan stromen. In een passieve woning moet de R-waarde van een gevel hoger zijn dan ongeveer 7 m²k/w. Abstractie makend van de voegen, wordt deze warmteweerstand bereikt door de som van volgende warmteweerstanden: overgangsweerstanden (0,17m²K/W) + warmteweerstand isolatie + warmteweerstand binnenspouwblad. Onderstaande tabel geeft voor bovenstaande 4 producten de (gemiddelde) warmteweerstand van een blok van 19 cm breed en de dikte van een bijhorende PURplaat die men dan nog nodig heeft om 7 m²k/w te bereiken. Hoe lager de druksterkte, hoe lichter de blok, hoe beter deze isoleert. We zijn daarom uitgegaan van gemiddelde waardes. R (m²k/w) Benodigde dikte PUR-plaat (cm) Snelbouw 0,54 14,50 Cellenbeton 1,58 12,10 Kalkzandsteen 0,21 15,20 Holle betonblok 0,14 15,40 Hieruit blijkt al snel de relativiteit van de isolatiewaarde van het binnenspouwblad. Met cellenbetonblokken (afhankelijk van de druksterkte) kan men inderdaad 2 tot 4 cm isolatie uitsparen t.o.v. de holle betonblok. Dit vertaalt zich natuurlijk in de kostprijs van de cellenbetonblok. Het verschil met de snelbouw en de kalkzandsteen is beperkt. Betonblokken hebben echter een aantal andere unieke eigenschappen. Hieronder volgen de belangrijkste troeven: Hoge druksterkte. Mogelijkheid om zichtmetselwerk af te leveren, doch een afwerking zal nodig zijn ten behoeve van de luchtdichtheid. Verhoogde akoestische isolatie dankzij de massa. Stabiele en vlakke ondergrond voor bv. buitenbepleistering. Verhoogde thermische inertie zorgt voor een aangenamer zomercomfort (zeker als je met volle blokken werkt). 20

Het is dus duidelijk dat betonblokken wel degelijk een plaats hebben in passiefbouw. Zoals gesteld dient men om de duurzaamheid van een product te meten niet enkel te kijken naar de milieu-impact tijdens het gebruik, maar ook tijdens de ontginning, de productie en de uite inde lijke ontmanteling. Tijdens deze oefening komen de voordelen van de betonblok pas echt naar boven. Ten opzichte van zijn alternatieven is het energieverbruik om te komen tot een betonblok immers zeer laag. Bovendien is een betonblok na zijn levenscyclus zeer eenvoudig te recycleren als nieuwe grondstof of in de wegenbouw. Het spreekt voor zich dat de resultaten van de levenscyclusanalyse dienen afgewacht te worden, maar het is ook duidelijk dat onze betonblokken hierin sterk zullen scoren. Dit blijkt ook uit algemene resultaten van onderzoek dat hieromtrent al verricht is, bijvoorbeeld door CERIB, het Frans instituut voor betononderzoek. Ook werd door het UCL een tool ontwikkeld die het mogelijk maak t om ve rschillende muuroplossingen met e lkaar te ve rgelijken. (zie http:// energie.wallonie.be/fr/les-guides-pratiques.html?idc=6099). Hieruit blijkt dat indien men het energiegebruik over de volledige levenscyclus van het product beschouwt, de betonblok superieur scoort ten opzichte van alle mogelijke alternatieven zoals snelbouw, cellenbeton en zeker hout. Doelstellingen Het uitvoeren van een LCA voor onze belangrijkste zelf geproduceerde bouwmaterialen. De score die hieruit voortvloeit consequent verbeteren. Assortiment blijvend onder de loep houden in het licht van de passiefbouwtrends. 4 PRODUCTVERANTWOORDELIJKHEID 21

4.2 Productinformatie Coeck levert producten die vaak voor cruciale en worden gebruikt en heeft dan ook de verantwoordelijkheid om producten van de hoogst mogelijke kwaliteit af te leveren. Om dit zoveel mogelijk te garanderen, is ruim 30% van het assortiment BENOR gecertificeerd, meerbepaald de betonmetselstenen en de betonklinkers. Zij zijn verplicht onderhevig aan bepaalde informatie-eisen. Er zijn vooreerst een aantal indelingen, waarbij voor alle producten uit deze categorie dient vermeld te worden in welke indeling zij zich situeren. Verder zijn er een heel aantal svoorschriften. Indien aan al deze voorwaarden wordt voldaan, mag ook gecommuniceerd worden dat het product BENOR gekeurd is, wat de facto inhoudt dat het om een kwaliteitsvol product gaat. De verantwoordelijkheid voor de onderneming houdt niet op bij de eigen productie. Bij iedere assortimentsuitbreiding die wordt opgestart, krijgt het personeel de nodige opleidingen om zoveel mogelijk relevante informatie te voorzien voor de klanten. Hierbij wordt telkens lang stilgestaan bij alle relevante behandelingsvoorschriften, zodat de producten op een optimale en veilige manier worden aangewend. Doelstellingen Blijvende conformiteit aan alle BENOR-eisen. Investeren in opleidingen om de productkennis van medewerkers op peil te houden. Opzetten integraal kwaliteitszorgsysteem. 22

4.3 Klachten en klantentevredenheid De verantwoordelijkheid van de firma houdt niet op wanneer het product de poorten van het bedrijf verlaat. De onderneming beschikt over een binnendienst waar klanten terecht kunnen met al hun klachten omtrent producten of leveringen. Deze klachten worden geïnventariseerd in het computerprogramma, waardoor het mogelijk is om deze op te volgen en tot een continue verbetering te komen. De klachten worden besproken op verkoopsvergaderingen, waarna ze een verantwoordelijke krijgen toegewezen om deze af te handelen. De grafiek geeft de evolutie weer van het aantal klachten. Deze geeft een licht vertekend beeld, aangezien in 2009 van start is gegaan met een meer doorgedreven registratiesysteem, waarbij meer klachten werden geregistreerd. De doelstelling wordt om het aantal klachten in de loop van volgende jaren naar beneden te krijgen. Aant al klacht en 350 300 250 200 340 150 100 50 184 214 4 0 2008 2009 2010 Formele onderzoeken naar klanttevredenheid zijn er momenteel niet. Wel is het zo dat alle klanten persoonlijk zijn gekend, waardoor zij bij eventuele problemen steeds bij iemand binnen het bedrijf terecht kunnen. Doelstellingen Op punt stellen van het registratiesysteem voor klachten. Wekelijkse opvolging van alle klachten. Reductie aantal klachten in verhouding tot omzet. PRODUCTVERANTWOORDELIJKHEID Opstart klantentevredenheidsonderzoeken. 23