G E S C H I E D E N I S - A A N T E K E N I N G E N H 1 / 2 / 3



Vergelijkbare documenten
GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 2

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1-4

2 juni 2019 [STUDIEPLANNER GESCHIEDENIS VWO TOT KERST] overig. Lesweek. activiteiten. / verrijken/ verdiepen *

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 na C.) / Oudheid * ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 3 Toetsvragen

Woordwiel!!! Tijd van Grieken en Romeinen

MEMO BEGRIPPEN BRUGKLAS HOOFDSTUK 1 DE GROTE LIJN

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5

6. Regenten en Vorsten. Het streven van vorsten naar absolute macht n.chr n.chr. Piet Heyn. 7. Pruiken en Revoluties.

Samenvatting Geschiedenis Jagers en Boeren

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Dit tijdvak eindigde rond 3000 v.c. toen in het Midden-Oosten het schrift ontstond.

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 1 Toetsvragen

Tijdvak 1. Prehistorie

De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen?

Samenvatting Geschiedenis Tijd van Grieken en Romeinen

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.1 Leenheren en leenmannen ( ) ( ) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw

De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen?

Inleiding geschiedenis Griekenland

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.1 Leenheren en leenmannen ( ) ( ) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw

Inleiding geschiedenis Griekenland

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

Examen Geschiedenis. Geef de 7 tijdsvakken: Mintiens Quintin

Samenvatting Geschiedenis Tijd van Grieken en Romeinen: kern, perspectief en kenmerkende aspecten

1.3. Boekverslag door F woorden 2 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Kenmerkend aspect #1: Levenswijze van jagers-verzamelaars.

BRUGKLAS 4 TIJDVAKKEN KENMERKENDE ASPECTEN TOETSSTOF PERIODE 4

3,3. Samenvatting door F. 992 woorden 22 juni keer beoordeeld. Geschiedenis 2.1. Bloeitijd gr: v Chr

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 t/m 3

Landbouwrevolutie: ingrijpende verandering waarbij mensen overgaan van een samenleving van jagen en verzamelen naar een landbouwsamenleving.

5,8. Samenvatting door een scholier 933 woorden 28 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Begrippen:

Tijd van jagers en boeren. Kenmerkende aspecten. 3. Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen. Waar? Vruchtbare Sikkel / Halvemaan

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters.

Samenvatting - Geschiedenis: H2

Tijd van Grieken en Romeinen. 2.4 De late oudheid. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen

Kenmerkende aspecten 3. Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen. Waar?

Samenvatting Geschiedenis 3.3 het christendom in Europa de islam in Europa + antwoorden Leerdoelen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 t/m 12 en 14

Hoofdstuk 1: De tijd van jagers en boeren.

Cultuur: alles wat een groep mensen met gemeenschappelijke kenmerken voortbrengt, zoals taal, godsdienst, kunst, normen en waarden.

- vruchtbaarheidsgodin - Ongeschreven en primaire bronnen (primaire: - uit de hand - uit de tijd zelf) - Prehistorie = voor de geschiedenis

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

6.7. Samenvatting door een scholier 2437 woorden 5 november keer beoordeeld. Geschiedenis

Bron 1 4. Bekijk bron 2. a. Welke voorwerpen uit deze bron passen bij de homo sapiens? En welke bij de neanderthaler? Licht je antwoord toe.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 + 2

GESCHIEDENISWERKPLAATS BEGRIPPEN LEERJAAR 1 HOOFDSTUK 1 JAGERS EN BOEREN

Tijd van Grieken en Romeinen. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen

2 Er begint een nieuwe periode in de geschiedenis als er veel verandert

Karel de Grote en het feodale stelsel. Rilana Kuiters. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

MEMO BEGRIPPEN LEERJAAR 1 HOOFDSTUK 1 DE GROTE LIJN

Tijd van Grieken en Romeinen. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen

6,2. Samenvatting door Monir 2042 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden

Dagboek Sebastiaan Matte

Samenvatting Geschiedenis 2. De tijd van Grieken en Romeinen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 + Jaartellingen

Samenvatting Geschiedenis De Romeinen

Het Frankische rijk. Bedreigd door de islam. Monniken en Ridders

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters.

4.9. Samenvatting door een scholier 5574 woorden 3 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 1 Jagers en boeren.

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c.

Het Rijk wordt in tweeën gesplitst om de volgende reden, waardoor het verval intrad:

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

Verspreiding christendom vmbo12

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 tijd van grieken en romeinen, paragraaf 3 Imperium Romanum

Tijd van Grieken (Athene en Sparta zijn hier als voorbeelden gebruikt!) en Romeinen/ Klassieke oudheid/ Klassieke beschavingen

GG - Godsdienst en Steden-Nieuw

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk Romeinen par 1,2,3,4,5,6,7 + begrippen

De opkomst van het christendom

Paragraaf 1: Griekse beschaving - TL 1

Mensen en Regels. Hoofdstuk 1B5

Verspreiding christendom vmbo12

De tijd van Grieken en Romeinen:

Samenvatting Geschiedenis De wereld in de tijd van Grieken en Romeinen

Tijdvakken en kenmerkende aspecten.

6.5. Boekverslag door J woorden 17 december keer beoordeeld. Geschiedenis. 1 De Griekse Democratie

Nu'ge bouwwerken Realis5sche beeldhouwkunst Schilderkunst met perspec5ef Veel mozaïek Vereren van de keizer Afname geloof in goden Toename geloof in

Info plus Het leenstelsel

Eindexamen geschiedenis nieuwe stijl havo 2008-I

Het Christendom in Rome

Opdracht Geschiedenis Tijdvak 1 en 2

Griekenland 336 v. Chr (bij de dood van Philippos van Macedonië ) Alexander de Grote opvolger Philippos van Macedonië.

Eindexamen geschiedenis pilot havo II

De renaissance!! Waarschijnlijk heb je al eens van deze term gehoord bij het bezoeken van museums of tijdens lessen geschiedenis.!

Samenvatting door Daniëlle 1946 woorden 24 april keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 2 De Klassieke Oudheid. 2.1 De Griekse democratie

Feodalisme hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

[Download het bestand voor de bijgevoegde schema's en afbeeldingen]

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

geschiedenis (nieuwe stijl)

6.7. Boekverslag door S woorden 4 juli keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 1 : De tijd van jagers en boeren Tijdbalk:

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2: tijd van Grieken en Romeinen

We noemen deze ontwikkeling de Neolithische Revolutie.

De vijftig vensters en de kenmerkende aspecten van de tien tijdvakken van de commissie De Rooy

GESCHIEDENIS VAN DE KLASSIEKE OUDHEID. Inhoudstafel. Emma Vanden Berghe ( )

Samenvatting Geschiedenis Kenmerkende aspecten (1 t/m 7 zijn uitgewerkt)

Transcriptie:

G E S C H I E D E N I S - A A N T E K E N I N G E N H 1 / 2 / 3 HOOFDSTUK 1 PARAGRAAF 1 Weg van de mensheid: - Staat in Afrika - Van daaruit Verspreiding over de rest van de wereld - Mens behoort tot de hominiden - Diverse soorten hebben bestaan Homo sapiens (De denkende mens ) blijf als enige over Taakverdeling: wat de mannen en vrouwen doen PARAGRAAF 2 Landbouw Waar? Vruchtbare sikkel of vruchtbare halvemaan Wanneer? 10.000 v. Chr. start Later ook veeteelt. Landbouwsamenleving 1. Vaste woonplaatsen 2. Dagindeling bepaalt door werk op het land en verzorging van het vee 3. Nieuwe uitvindingen (wiel/ploeg/aardewerk) 4. Tijdsbesef 5. Bewerken van metalen Brons (3500 v. Chr.) 6. Ontstaan van het schrift (3300 v. Chr.) beeldschrift later spijkerschrift einde prehistorie Andere therm landbouwrevolutie neolithische revolutie = nieuwe steentijd (gereedschappen) Veranderingen - Sedentaire levensstijl o Dorpen - Diverse uitvindingen o Schrift, wiel - Organisatie, bestuur o Sociale verschillen - Grote bestaanszekerheid o Groei bevolking Ontstaan steden - In Mesopotamië PARAGRAAF 3

o Eufraat en Tigris zorgde voor vruchtbaar land - Dorpen Steden De landbouw - Zorgde voor overschot o Ontstaan andere beroepen: Nijverheid en handel Ambtenaren en priesters - Vereiste een vorm van organisatie o Om de irrigatie te organiseren o Komst van een bestuur Soemerië - De wieg van de beschaving - Stadstaten met een eigen bestuur o Ur, Uruk, Babylon - Leider van de machtigste stadstaat werd koning (soms was dit een priester) van de regio Meer eenheid HOOFDSTUK 2 De wereld vanaf 3000 v. Chr. Tijd van Grieken en Romeinen - Belangrijke personen: Caesar, Nero Europa: Hoogstaande beschaving vanaf 2000 v. Chr. Griekse vasteland: - Myceense cultuur - Wanneer: 1600 1200 v. Chr. - Bekende figuren/personen: Odysseus Ontwikkeling Romeinse Rijk: - Waar? Frankrijk/Italië - Wanneer? Vanaf 3000 v. Chr. - Type samenleving? Landbouw stedelijke samenleving - Bestuur? Monarchie - Godsdienst? Polytheïstisch en Christendom Politieke verschillen: - Monarchie = Alleenheerschappij (Koning) - Tirannie = Heerschappij gekenmerkt door geweld en willekeur - Aristocratie = Regering van de besten - Oligarchie = Regering van weinig mensen - Democratie = Regeringsvorm waarbij de 3 machten gescheiden zijn en de wetgevende macht in handen is van het volk en de grondwet 1. Erfelijk staatshoofd = Monarchie 2. Niet-erfelijk staatshoofd = Republiek

OPBOUW ATHEENSE DEMOCRATIE loten Het schervenrecht Leiders vloot/leger is een systeem om iemand Volksvergadering te verbannen (uit een stad/dorp) Rechters VAN BOERENDORP NAAR IMPERIUM Rome is gesticht in 754 v. Chr. Begonnen als koninkrijk, republiek, keizerrijk - Julius Caesar/Octavianus (27 v. Chr.) (PAX ROMANA, Romeinse vrede) Bereik grootste omvang in 117 na Chr. Verval begint in 3 e eeuw na Chr.: - Imperial overstretch - Volksverhuizingen Germanen - Slechte keizers wanbestuur Rome valt in 476 na Chr.: Begin middeleeuwen Griekse beeldhouwkunst: - Driedimensionaal - Anatomisch correct - Geperfectioneerd - Beïnvloed door Egypte o Primitief en statisch - Griekse toevoeging Beweeglijker, meer expressie en de juiste anatomie - Vaak afbeeldingen van goden - Hoogtepunt in 5 e eeuw v. Chr. Romeinse beeldhouwkunst: - Driedimensionaal - Anatomisch correct - Realistisch - Menging van stylen 50 personen voor de dagelijkse leiding van Athene (Regeerders) Raad van 500 Het volk alleen burgers JODENDOM EN CHRISTENDOM Monotheïsme Jodendom Christendom Tenach Bijbel (Oude testament) Abraham De gezalfde Judëers Nieuwe testament

Tien Geboden Drie-eenheid Diaspara = Grootschalige Weigeren de keizers te vereren Verstrooing of verspreiding van een volk 312 na Chr. Christendom over verschillende delen van de wereld Godsdienstvrijheid 394 na Chr. Staatsgodsdienst Jodendom Christendom 1750 v. Chr. Ontstaan 30 n. Chr. Jahweh God God Mozes Profeet Jezus Tenach Heilig boek Bijbel Toran & Tien Geboden Regels Tien Geboden Christendom in het Imperium Romanum 30 n. Chr.: Arrestatie Jezus Tot 312 na Chr.: Vervolgingen Vanaf 312: Keizer Constatijn Godsdienstvrijheid; einde vervolgingen 394: Staatsgodsdienst (Keizer Theodosius) Hoe belangrijker het Christendom, hoe meer verschillende regels er zijn. Om duidelijkheid te krijgen komen er concilies, kerkvergaderingen. Zo worden de juiste regels vastgelegd voor alle Christenen. HOOFDSTUK 3 PARAGRAAF 1 Tussen 500-1000 n. Chr. Wereldbevolking van 190 naar 300 miljoen mensen. Standensamenleving (West Europa): Zij die bidden Zij die vechten Zij die werken 622: Groot Arabisch rijk 722: van Centraal Azië tot delen van Portugal - Middelen van bestaan: Landbouw, handel, nijverheid - Type samenleving: Landbouw-stedelijke samenleving - Cultuur: Islamitisch Arabische cultuur Arabische rijk viel rond 750 uiteen Oost Afrika Abessinië (Ethiopië): Onafhankelijk christelijk koninkrijk. Zuid- en Oost-Azië: Grote rijken, China en Indonesië kende hindoeïstisch-boeddhistisch rijk en sriwijaya Barabudur. Europa 500 n. Chr.: 27 miljoen inwoners Laag door oorlogen en epidemieën. Na 600 langzame groei 1000 n. Chr.: 30-40 miljoen inwoners in Europa. Oost-Romeinse rijk (Christelijk, Grieks-Orthodox) bleef bestaan tot 1453. 532: Haga Sofia (Grootste kerk ter wereld) West-Europa: Chaos door o.a. volksverhuizingen Germaanse koninkrijken met landbouwsamenleving.

Soms groot rijk Frankische rijk van Clovis, door opvolging zoons al snel weer kleiner. 711: Islamitische veroveringen in Spanje en Portugal 732: Karel Martel verslaat de Islamitische ridders in Politiers Karel de Grote: 800 (Keizer) groot Frankisch rijk. Na zijn dood: West Frankisch Frankrijk Oost Frankisch Duitsland Nederland Weinig inwoners 7 de eeuw uitbreiding christendom onder Frankische rijk. 785: Erkende de inwoners het gezag van Karel de Grote. 880: Deel van Oost-Frankische rijk Feodalisme PARAGRAAF 2 Vroege middeleeuwen: Steden verdwijnen geheel. Belangrijkste middel van bestaan: Landbouw Daarnaast bijna geen handel en nijverheid. Bidden doet de geestelijkheid, adel werkte meestal niet in de landbouw, maar beschermde de boeren van de landbouw. Landbouw in de vroege middeleeuwen: Vrijwel autarkisch, geld was praktisch verdwenen. Boeren in de middeleeuwen ware bijna altijd afhankelijk van de adel. In de oudheid veel zelfstandige, vrije boeren en slaven. Boeren in de vroege middeleeuwen - Onvrije boeren (lijfeigenen, soms slaven genoemd) - Halfvrije boeren Horigen - Vrije boeren (eigen grond, meer rechten, vaak wel onder bescherming van een heer) Horigheid Horigen: - Hebben wel wat rechten - Bezitten een beetje grond - Ze zijn niet vrij hun land te verlaten zonder de toestemming van hun heer. Redenen ontstaan horigheid: - Onveiligheid (door wegvallen van het centrale gezag) - Veiligheid werd door plaatselijke adel geboden (eigen leger + versterkte gebouwen) in ruil voor herendiensten (veplichtingen).