PROVINCIE ARRONDISSEMENT OCMW Vlaams-Brabant Halle-Vilvoorde Meise Uittreksel uit de notulen van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn RAAD Zitting van 18 december 2014 Aanwezig: Mijnheer Herwig CORNELIS, voorzitter, Paul AERTS, Marleen BOVIJN, Christine DE CUBBER, Karin DE PETTER, Bernadette DE VELDER, Sonia LATHOUWERS, Gerda VAN DEN BRANDE, Lodewijk VAN SCHEL, Linda WYNS, leden. Caroline DE RIDDER, secretaris. Verontschuldigd: Isabelle VAN DEN BRANDE Openbare vergadering 1 e punt van de dagagenda: Notulen van de openbare vergadering d.d. 20 november 2014. Goedkeuring. De notulen worden goedgekeurd zonder opmerkingen. 2 e punt van de dagagenda: Kennisname kastoestand. De Raad, NEEMT KENNIS van de kastoestand, zoals uitgedeeld tijdens de raadszitting. 3 e punt van de dagagenda: Rapportering inzake de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole (visum) conform artikel 92 OCMW-decreet. Kennisname. De Raad, Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzonderheid de artikelen aangaande de voorafgaande controle van de wettigheid en regelmatigheid van voorgenomen verbintenissen; Gelet op artikel 168 van het OCMW-decreet waarin gestipuleerd wordt dat de financieel beheerder in volle onafhankelijkheid minstens eenmaal per jaar aan de raad rapporteert over de uitvoering van zijn taak van voorafgaande controle van de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenissen; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Na beraadslaging, Met 9 ja stemmen,
BESLUIT: Art. 1: Kennis te nemen van de rapportering van de financieel beheerder inzake de uitvoering van haar taak van voorafgaande controle van de wettigheid en regelmatigheid van voorgenomen verbintenissen (verlenen van visum) voor het boekjaar 2014, volgens het overzicht in bijlage. Art. 2: Een afschrift van dit rapport, conform artikel 168 van het OCMW-decreet, gelijktijdig ter beschikking te stellen aan de secretaris. 4 e punt van de dagagenda: Samenstelling en bevoegdheden van het managementteam. De Raad, Gelet op de Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, in het bijzonder artikel 52 tweede lid 6 en vijfde lid, artikel 74, artikel 86 2 en 4, artikel 91, artikel 95, artikel 96, artikel 97, artikel 99, artikel 105 en artikel 172; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijke welzijn, meer bepaald artikel 9; Overwegende dat het managementteam bestaat uit de secretaris en de financieel beheerder en alle andere leden die geen mandataris zijn en waarvan de deelname aan het managementteam nuttig wordt geacht voor het functioneren van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn; Overwegende dat de voorzitter met raadgevende stem deel uitmaakt van het managementteam; Gelet op de raadsbeslissing van 10 juni 2009 houdende de samenstelling en bevoegdheden van het managementteam; Na beraadslaging, Met 9 ja - stemmen, BESLUIT: Artikel 1: Het managementteam als volgt samen te stellen: voorzitter secretaris financieel beheerder directeur woonzorgcentrum centrumleider administratief hoofdmedewerker van de dienst algemene zaken
coördinator. Artikel 2: Onderstaande bevoegdheden toe te vertrouwen aan het managementteam: ten minste na elke volledige vernieuwing van de OCMW-raad via de secretaris een afsprakennota sluiten met de OCMW-raad over de wijze waarop het managementteam met de OCMW-raad, het vast bureau en de bijzondere comités zal samenwerken om de beleidsdoelstellingen te realiseren en over de omgangsvormen tussen het politieke bestuur en de administratie; overleggen met de secretaris over het voorontwerp van het organogram, van de personeelsformatie, van de rechtspositieregeling van het personeel, van de strategische nota van het meerjarenplan en de herziening ervan, van de beleidsnota van het budget en van de verklarende nota van een budgetwijziging en van een interne kredietaanpassing; overleggen met de financieel beheerder over het voorontwerp van financiële nota van het meerjarenplan en de jaarlijkse herziening ervan, van de financiële nota van het jaarlijkse budget en van de budgetwijzigingen en van de interne kredietaanpassingen; ondersteunen van de coördinatie van de diensten bij de beleidsvoorbereiding, - uitvoering en -evaluatie; waken over de eenheid in de werking, de kwaliteit van de organisatie en de werking van de diensten en over de interne communicatie; overleggen met de secretaris voorafgaand aan de vaststelling van het interne controlesysteem; overleggen met de financieel beheerder voorafgaand aan de jaarlijkse opstelling van de inventaris van bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen. 5 e punt van de dagagenda: Goedkeuring van de beheersovereenkomst tussen het gemeentebestuur en het OCMW waarbij de gemeente beroep doet op de communicatieambtenaar van het OCMW. De Raad, Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de beslissing van het schepencollege van de gemeente Meise d.d. 24 maart 2014 en de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van het OCMW Meise d.d. 10 april 2014 houdende de goedkeuring van de beheersovereenkomst tussen het gemeentebestuur en het OCMW waarbij de gemeente beroep doet op de communicatieambtenaar van het OCMW voor de periode van 1 maart 2014 tot en met 31 december 2014; Overwegende dat het gemeentebestuur in haar beleidsplan voor 2015 het moderniseren van de gemeentelijke website en de uitbouw van een e-loket als prioritaire acties heeft opgenomen; Gelet dat verdere acties zoals informatie via andere digitale media hierop zullen gestoeld worden;
Gelet op de expertise die de communicatieambtenaar van het OCMW hieromtrent reeds heeft opgebouwd en de positieve samenwerking in 2014 o.a. voor wat betreft de ontwikkeling van een nieuwe huisstijl, wenst het gemeentebestuur hiervoor verder samen te werken met het OCMW; Overwegende dat de informatieambtenaar van de gemeente vanaf 1 januari 2015 op pensioen zal worden gesteld; Overwegende dat conform artikel 271 van het OCMW decreet een beheersovereenkomst tussen de gemeente en het OCMW Meise dient te worden afgesloten; Gelet op de beslissing van het schepencollege van de gemeente Meise d.d. 24 november 2014 houdende de goedkeuring van de beheersovereenkomst tussen het gemeentebestuur en het OCMW waarbij de gemeente beroep doet op de communicatieambtenaar van het OCMW; Na beraadslaging, Met 9 ja stemmen, BESLUIT: Enig artikel: Volgende beheersovereenkomst goed te keuren en af te sluiten tussen gemeente en OCMW Meise: Beheersovereenkomst tussen het gemeentebestuur en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn waarbij de gemeente beroep doet op de communicatieambtenaar van het OCMW Tussen: het Gemeentebestuur van Meise, Tramlaan 8,1861 Meise, vertegenwoordigd door de heer Jos Emmerechts, burgemeester en mevrouw Ellen De Clerck, gemeentesecretaris, hierna genoemd de gemeente. en Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Meise, Godshuisstraat 33, 1861 Meise, vertegenwoordigd door de heer Herwig Cornelis, voorzitter en mevrouw Caroline De Ridder, secretaris, hierna genoemd het OCMW. Wordt overeengekomen als volgt: Artikel 1: De gemeente heeft in haar beleidsplan voor 2015 het moderniseren van de gemeentelijke website en de uitbouw van een e-loket als prioritaire acties opgenomen. Gezien de expertise die de communicatieambtenaar van het OCMW hieromtrent heeft, wenst de gemeente hiervoor samen te werken met het OCMW. De gemeente zal dan ook volgens de modaliteiten hierna bepaald beroep doen op de informatieambtenaar van het OCMW. Artikel 2:
Gemeente en OCMW komen overeen dat deze overeenkomst een duurtijd heeft van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015. De communicatieambtenaar van het OCMW zal voor de uitvoering van de opdracht 2,5 dagen per week tewerkgesteld worden bij de gemeente. De raad van het OCMW blijft tijdens de uitoefening van de beheersovereenkomst de juridische werkgever van de communicatieambtenaar en oefent als enige werkgeversgezag over hem uit. De volledige rechtspositieregeling van het OCMW blijft van toepassing op genoemd personeelslid. Dit houdt onder meer in dat de rechten en plichten, de arbeidsvoorwaarden en het salaris met inbegrip van de bijhorende elementen van dit personeelslid dezelfde blijven. Artikel 3: Het loon van de communicatieambtenaar wordt verder uitbetaald door het OCMW. Artikel 4: Voor de uitvoering van deze overeenkomst zal de gemeente aan het OCMW een vergoeding gelijk aan 50 % van de totale loonkost van de communicatieambtenaar verschuldigd zijn. Deze vergoeding zal worden aangerekend binnen de maand na het einde van de overeenkomst. Opgemaakt in twee originele exemplaren te Meise op 18 december 2014 waarvan elke partij erkent er één ontvangen te hebben. Voor de gemeente Voor het OCMW De burgemeester De gemeentesecretaris De voorzitter De secretaris Jos Emmerechts Ellen De Clerck Herwig Cornelis Caroline De Ridder 6 e punt van de dagagenda: Goedkeuring van de nieuwe personeelsformatie. De Raad, Gelet op de Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere wijzigingen; Gelet op het OCMW decreet van 19 december 2008; Gelet op de beslissingen van de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 11 mei 1998 houdende vaststelling van de personeelsformatie, goedgekeurd door de heer Gouverneur van de Provincie Vlaams-Brabant op 2 juli 1998 referte VGP/72715; Gelet op de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 3 april 2000 houdende vaststelling van de personeelsformatie van het OCMW Meise per 1 mei 2000, goedgekeurd door de Vlaamse Minister van Binnenlandse aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport bij ministerieel besluit d.d. 30 mei 2000;
Gelet op de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 20 januari 2003 houdende wijziging van de personeelsformatie, goedgekeurd door de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken op 18 maart 2003; Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 4 oktober 2004 houdende wijziging van de personeelsformatie van het OCMW Meise, goedgekeurd door de heer Gouverneur van de Provincie Vlaams-Brabant d.d. 30 november 2004; Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 6 maart 2006 houdende de wijziging van de personeelsformatie, goedgekeurd door de heer Gouverneur van de Provincie Vlaams-Brabant d.d. 24 april 2006; Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 4 september 2006 houdende goedkeuring van de wijziging van de personeelsformatie, goedgekeurd door de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant d.d. 20 oktober 2006; Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 9 augustus 2007 betreffende goedkeuring van de wijziging van de personeelsformatie, goedgekeurd door de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant d.d. 5 oktober 2007; Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 9 april 2008 houdende de wijziging van de personeelsformatie, goedgekeurd door de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant d.d. 23 mei 2008; Gelet op de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 9 juni 2010 houdende de wijziging van de personeelsformatie; Gelet op het schrijven van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant d.d. 28 juli 2010 waarbij er geen reden wordt opgegeven om schorsend op te treden; Gelet op de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn d.d. 8 februari 2012 houdende de wijziging van de personeelsformatie; Gelet op het schrijven van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant d.d. 2 mei 2012 waarbij er geen reden wordt opgegeven om schorsend op te treden; Gelet op de motivering van de wijziging van de personeelsformatie, zoals toegevoegd in bijlage, waarbij de financiële haalbaarheid wordt aangetoond; Gelet op het gunstig advies van het managementteam d.d. 4 december 2014; Gelet op het protocol van akkoord bereikt in het syndicaal onderhandelingscomité d.d. 12 december 2014; Gelet op het gunstig advies van het schepencollege d.d. 8 december 2014; Na beraadslaging, Met 9 ja - stemmen, BESLUIT:
Art. 1: De formatie van het OCMW - personeel met ingang van 1 januari 2015 aan te passen als volgt: A. Algemene zaken Statutair 1 VTE secretaris 0,75 VTE financieel beheerder 1 VTE boekhouder 1 VTE administratief hoofdmedewerker 2,5 VTE administratief medewerkers 1 VTE deskundige overheidsopdrachten/systeembeheer 1 VTE kwaliteitscoördinator/communicatieambtenaar (sociale maribel) 0,25 VTE coördinator (sociale maribel) 2 VTE technisch assistenten B. Sociale zaken Statutair 1 VTE maatschappelijk werker (uitdovend) 0,5 VTE administratief medewerker Contractueel 3 VTE maatschappelijk werkers 0,5 VTE maatschappelijk werker (sociale maribel) 1 VTE maatschappelijk werker (geblokkeerd) 0,5 VTE technisch beambte (sociale maribel) C. Woonzorgcentrum Statutair 1 VTE directeur 1 VTE administratief medewerker 1 VTE hoofdverpleegkundige 5 VTE verpleegkundigen Pool van 3 VTE verplegend personeel (0,5 VTE uitdovend) 2 VTE verzorgenden (uitdovend) 1 VTE verantwoordelijke poetsdienst (uitdovend) 1 VTE technisch beambte (uitdovend) Contractueel
1 VTE maatschappelijk werker 15 VTE verzorgenden 2 VTE verzorgenden (geblokkeerd) 1,5 VTE logistiek medewerkers (0,5 VTE geblokkeerd) 0,5 VTE kiné 1 VTE kiné of ergo 0,5 VTE deskundige in animatie en activatie 1 VTE animator (gesco) 1 VTE coördinator poetsdienst (geblokkeerd) 3 VTE technisch beambten 2,5 VTE technisch beambten (sociale maribel) 0,5 VTE technisch beambte (geblokkeerd) D. Dienstencentrum Statutair 1 VTE centrumleider (sociale maribel) 1 VTE administratief medewerker 1 VTE technisch beambte keuken (uitdovend) 1 VTE verzorgende (uitdovend) Contractueel 0,5 VTE maatschappelijk werker (gesco) 0,5 VTE maatschappelijk werker (sociale maribel) 1 VTE kok 1 VTE hulpkok 1,5 VTE technisch beambten keuken 1 VTE technisch beambte keuken (geblokkeerd) 2 VTE technisch beambten cafetaria (sociale maribel) (1 VTE uitdovend) 1 VTE coördinator polyvalente ruimte (sociale maribel) 2,8 VTE verzorgenden (uitdovend) 7,5 VTE technisch beambten extramurale poetsdienst (gesco) 0,5 VTE technisch beambte extramurale poetsdienst (extra middelen jobcreatie) 1 VTE technisch beambte warme maaltijdenbedeling E. Serviceflats Statutair 0,5 VTE coördinator (sociale maribel)
Contractueel 0,5 VTE technisch beambte (sociale maribel) F. Home Jan Van Gysel Statutair 0,25 VTE coördinator (sociale maribel). 7 e punt van de dagagenda: Goedkeuring van het nieuwe organogram. De Raad, Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 houdende uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het raadsbesluit van 18 december 2014 inzake de vaststelling van de nieuwe personeelsformatie van het OCMW Meise; Overwegende dat het organogram de organisatiestructuur van de diensten van het OCMW en de gezagsverhoudingen weergeeft; Overwegende dat het nodig is om het organogram aan te passen aan de nieuwe toestand; Gelet op het gunstig advies van het managementteam d.d. 4 december 2014; Gelet op het protocol van akkoord bereikt in het syndicaal onderhandelingscomité d.d. 12 december 2014; Gelet op het gunstig advies van het schepencollege d.d. 8 december 2014; Na beraadslaging, Met 9 ja stemmen, BESLUIT: Art. 1: Het organogram aan te passen, zoals bijgevoegd in bijlage. 8 e punt van de dagagenda: Vaststelling van aanpassingen aan de rechtspositieregeling voor de personeelsleden die ressorteren onder het toepassingsgebied van artikel 104 1 en 2 van het OCMW-decreet. Beslissing. De Raad, Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 houdende uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd door het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2012; Gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 25 juni 2009 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel, gewijzigd bij de beslissingen van de gemeenteraad van 24 november 2011, 11 maart 2014 en 16 december 2014; Gelet op de beslissingen van de raad d.d. 8 juni 2011, 14 september 2011, 14 december 2011, 8 februari 2012, 12 december 2012 en 10 april 2014 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling voor de personeelsleden die ressorteren onder het toepassingsgebied van artikel 104 1 en 2 van het OCMW-decreet; Overwegende dat er zich wijzigingen opdringen aan de rechtspositieregeling ingevolge nieuwe wettelijke verplichtingen en wijzigingen aan de personeelsformatie; Gelet op het gunstig advies van het managementteam d.d. 4 december 2014; Gelet op het protocol van akkoord bereikt in het syndicaal onderhandelingscomité d.d. 12 december 2014; Gelet op het gunstig advies van het schepencollege d.d. 8 december 2014; Na beraadslaging, Met 9 ja stemmen, BESLUIT: Art. 1: De rechtspositieregeling voor de personeelsleden die ressorteren onder het toepassingsgebied van artikel 104 1 en 2 van het OCMW-decreet met ingang van 1 januari 2015 aan te passen als volgt: Art. 2, 9) wordt opgeheven. Art. 5 1: aan 4) werknemers die in een activiteit tewerkgesteld worden die verbonden is met voedingswaren. wordt toegevoegd: (opgeheven vanaf 1 januari 2016) Art. 47 en 48 wordt opgeheven.
Art. 92: schrappen van het personeelslid op proef en vervangen door het nieuw aangeworven personeelslid. Art. 128 2, 2 de alinea: schrappen van of een contractuele. Art. 129, 1 ste alinea: schrappen van 1 bij artikel 42. Art. 143: schrappen van: dat niet meer in de proeftijd is en. Art. 149: schrappen 1 ste alinea, in 2 de alinea schrappen van: die de proeftijd voltooid hebben. Art. 162: bij B1-B2-B3 wordt vormingsverantwoordelijke geschrapt en coördinator toegevoegd, A1a-A2a-A3a bestuurssecretaris wordt geschrapt. Art. 216, 1 ste alinea: na personeelslid wordt het volgende ingevoegd: (uitgezonderd de jobstudent). Art. 253: wordt vervangen als volgt: Het personeelslid met ziekteverlof staat onder het toezicht van het geneeskundig controleorgaan dat wordt aangeduid door de werkgever. Het personeelslid is verplicht de personeelsdienst of het diensthoofd onmiddellijk op de hoogte te brengen van de arbeidsongeschiktheid en dit uiterlijk het uur volgend op de aanvang van de dagprestatie. Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, behalve in geval van overmacht. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, en of het personeelslid zijn plaats van verblijf al dan niet mag verlaten. Indien het personeelslid binnen de 14 dagen na een eerste periode van arbeidsongeschiktheid opnieuw ziek wordt, vermeldt het geneeskundig getuigschrift of het personeelslid al dan niet ten gevolge van dezelfde ziekte ongeschikt is. Indien de periode van ongeschiktheid langer duurt dan de voorziene datum, licht het personeelslid onmiddellijk en ten laatste het uur volgend op de voorziene aanvang van de dagprestatie, de personeelsdienst of het diensthoofd in. Een nieuw doktersattest dient binnen de 2 werkdagen na het verlopen van de ongeschiktheidsperiode aan de personeelsdienst of het diensthoofd te worden bezorgd. Behoudens in geval van overmacht kan het laattijdig bezorgen of overhandigen van het getuigschrift leiden tot het verlies van het recht op het loon dat de werkgever voor de dagen van arbeidsongeschiktheid voorafgaand aan de dag van afgifte of verzending van het getuigschrift zou verschuldigd geweest zijn, in geval de dagen van afwezigheid tijdig zouden gerechtvaardigd geweest zijn als afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid. Het personeelslid moet het bestuur een geneeskundig getuigschrift bezorgen voor iedere afwezigheid wegens ziekte. Personeelsleden die afwezig zijn wegens ziekte en verblijven op een adres dat verschilt van het door de werkgever gekende adres, verwittigen de personeelsdienst of het diensthoofd hiervan.
Het personeelslid mag niet weigeren een door het OCMW aangewezen en betaalde controlearts, die voldoet aan de bepalingen van de wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde, te ontvangen, noch zich door deze te laten onderzoeken. Behoudens wanneer diegene die het geneeskundig getuigschrift aan het personeelslid heeft afgeleverd oordeelt dat zijn gezondheidstoestand hem niet toelaat zich naar een andere plaats te begeven, moet het personeelslid zich bij de controlearts aanbieden als het daarom wordt verzocht. De reiskosten van het personeelslid zijn ten laste van het bestuur. De controlearts gaat na of het personeelslid werkelijk arbeidsongeschikt is, verifieert de waarschijnlijke duur van de arbeidsongeschiktheid en, in voorkomend geval, de andere medische gegevens voor zover die noodzakelijk zijn voor de ziektecontrole; alle andere vaststellingen blijven onder het beroepsgeheim. De controlearts overhandigt zo spoedig mogelijk, eventueel na raadpleging van diegene die het geneeskundig getuigschrift heeft afgeleverd, zijn bevindingen schriftelijk aan het personeelslid. Indien het personeelslid op dat ogenblik kenbaar maakt dat hij niet akkoord gaat met de bevindingen van de controlearts, wordt dit door deze laatste vermeld op voornoemd geschrift. Vanaf de datum van het eerste controleonderzoek waartoe het personeelslid werd uitgenodigd of de datum van het eerste huisbezoek van de controlearts, kan aan het personeelslid het recht worden ontzegd op loon, met uitzondering van de periode van arbeidsongeschiktheid waarover er geen betwisting is. Onverminderd de bevoegdheid van de hoven en rechtbanken worden de geschillen van medische aard welke rijzen tussen het personeelslid en de controlearts bij wijze van scheidsrechterlijke procedure beslecht. De beslissing die voortvloeit uit deze scheidsrechterlijke procedure is definitief en bindt de partijen. Binnen twee werkdagen na de overhandiging van de bevindingen door de controlearts, kan de meest gerede partij met het oog op het beslechten van het medische geschil een artsscheidsrechter aanwijzen die voldoet aan de bepalingen van de wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde en voorkomt op de lijst die in uitvoering van voornoemde wet werd vastgesteld, voor zover over de aanwijzing van de arts-scheidsrechter binnen voornoemde termijn geen akkoord kon worden bereikt. Het bestuur kan de controlearts en het personeelslid die hem het geneeskundig getuigschrift overhandigd heeft, uitdrukkelijk machtiging geven om de arts-scheidsrechter aan te wijzen. De arts-scheidsrechter voert het medisch onderzoek uit en beslist in het medische geschil binnen drie werkdagen na zijn aanwijzing. Alle andere vaststellingen blijven onder het beroepsgeheim. De kosten van deze procedure, alsmede de eventuele verplaatsingskosten van het personeelslid, vallen ten laste van de verliezende partij. De arts-scheidsrechter brengt diegene die het geneeskundig getuigschrift heeft afgeleverd en de controlearts op de hoogte van zijn beslissing. Het bestuur en het personeelslid worden schriftelijk bij een ter post aangetekende brief verwittigd. Het loon is verschuldigd voor de periode dat het personeelslid als arbeidsongeschikt werd erkend naar aanleiding van de beslechting van het geschil. Onderzoek bij werkhervatting
Na minstens vier opeenvolgende weken afwezigheid wegens om het even welke ziekte, aandoening of ongeval of wegens bevalling, worden de werknemers tewerkgesteld in een veiligheidsfunctie, een functie met verhoogde waakzaamheid of een activiteit met welbepaald risico, verplicht aan een onderzoek bij werkhervatting onderworpen. Mits toestemming van de werknemer kan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer overleg plegen met de behandelende arts en/of de adviserend geneesheer. Op verzoek van de werknemer of wanneer de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer het nodig oordeelt wegens de aard van de ziekte, de aandoening of het ongeval, kan het onderzoek bij werkhervatting plaatsvinden na een afwezigheid van kortere duur. Dit onderzoek gebeurt ten vroegste op de dag waarop het werk of de dienst wordt hernomen en ten laatste op de tiende werkdag daarna. Bezoek voorafgaand aan werkhervatting De werknemer kan zich rechtstreeks wenden tot de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer voor een bezoek voorafgaand aan de werkhervatting. Mits toestemming van de werknemer kan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer overleg plegen met de behandelende arts en/of de adviserend geneesheer. De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer brengt de werkgever hiervan op de hoogte, op voorwaarde dat de werknemer hiermee instemt. Het bezoek vindt plaats binnen de tien werkdagen volgend op de dag van ontvangst van de aanvraag. Spontane raadpleging De werknemer of met zijn akkoord de behandelende arts kan rechtstreeks bij de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer een spontane raadpleging vragen naar aanleiding van gezondheidsklachten waarvan hij of de behandelende arts meent dat deze arbeidsgerelateerd zijn. De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer brengt de werkgever hiervan op de hoogte, op voorwaarde dat de werknemer hiermee instemt. De gezondheidsbeoordeling vindt plaats binnen de tien werkdagen volgend op de dag van ontvangst van de aanvraag. Art. 266 2: voor personeelslid wordt statutaire ingevoegd. Art. 271 2: voor personeelslid wordt statutaire ingevoegd. Art. 281, 3 de alinea: volgende tekst wordt toegevoegd: Tevens wordt een uitzondering gemaakt voor de personeelsleden die gedurende minstens vijf jaar in de loop van de voorafgaande tien jaar of gedurende minstens zeven jaar in de loop van de voorafgaande vijftien jaar een zwaar beroep hebben uitgeoefend waarvoor een significant tekort aan arbeidskrachten bestaat. Deze personeelsleden kunnen hun arbeidsprestaties verminderen tot 19.00 uur per week vanaf de leeftijd van 50 jaar. Art. 284 2, 1 ste alinea: na twaalfde wordt of de éénentwintigste ingevoegd.
Art. 343: wordt aangevuld: Latere wijzigingen, uitgezonderd deze naar aanleiding van gewijzigde wetgeving, treden in werking vanaf de door de raad voor maatschappelijk welzijn bepaalde datum. Bijlage IV: *Bestuurssecretaris: schrappen aanwervingsvoorwaarden, bevorderingsvoorwaarden en examenprogramma. *Maatschappelijk werker: aanwervingsvoorwaarden en bevorderingsvoorwaarden worden vervangen als volgt: Aanwervingsvoorwaarden - Houder zijn van het diploma van bachelor in het sociaal-agogisch werk met de titel van maatschappelijk assistent, of een daarmee gelijkgesteld diploma; - ofwel houder zijn van het diploma van bachelor in de sociale gezondheidszorg of een daarmee gelijkgesteld diploma. - In het bezit zijn van een rijbewijs B. - Slagen in een aanwervingsexamen. Bevorderingsvoorwaarden - Houder zijn van het diploma van bachelor in het sociaal-agogisch werk met de titel van maatschappelijk assistent, of een daarmee gelijkgesteld diploma - ofwel houder zijn van het diploma van bachelor in de sociale gezondheidszorg of een daarmee gelijkgesteld diploma. - In het bezit zijn van een rijbewijs B. - Titularis zijn van een graad van niveau C of niveau D; ten minste 4 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van niveau C of ten minste 8 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van niveau D of in beide niveaus samen. - Een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie. - Slagen in een bevorderingsexamen. *Coördinator/vormingsverantwoordelijke: naam functie wordt gewijzigd in coördinator. Christine DE CUBBER vervoegt de vergadering. 9 e punt van de dagagenda: Vaststelling van aanpassingen aan de rechtspositieregeling voor de personeelsleden die ressorteren onder het toepassingsgebied van artikel 104 6 van het OCMW-decreet. Beslissing. De Raad, Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 houdende uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd door het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2012; Gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 25 juni 2009 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel, gewijzigd bij de beslissingen van de gemeenteraad van 24 november 2011, 11 maart 2014 en 16 december 2014; Gelet op de beslissingen van de raad d.d. 8 juni 2011, 14 september 2011, 14 december 2011, 8 februari 2012, 12 december 2012 en 10 april 2014 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling voor de personeelsleden die ressorteren onder het toepassingsgebied van artikel 104 6 van het OCMW-decreet; Overwegende dat er zich wijzigingen opdringen aan de rechtspositieregeling ingevolge nieuwe wettelijke verplichtingen en wijzigingen aan de personeelsformatie; Gelet op het gunstig advies van het managementteam d.d. 4 december 2014; Gelet op het protocol van akkoord bereikt in het syndicaal onderhandelingscomité d.d. 12 december 2014; Gelet op het gunstig advies van het schepencollege d.d. 8 december 2014; Na beraadslaging, Met 10 ja stemmen, BESLUIT: Art. 1: De rechtspositieregeling voor de personeelsleden die ressorteren onder het toepassingsgebied van artikel 104 6 van het OCMW-decreet met ingang van 1 januari 2015 aan te passen als volgt: Art. 2, 9) wordt opgeheven. Art. 5 1: aan werknemers die in een activiteit tewerkgesteld worden die verbonden is met voedingswaren. wordt toegevoegd: (opgeheven vanaf 1 januari 2016) Art. 28: invoegen van volgende tekst: Voor de toepassing van het percentage worden de betrekkingen van het verplegend en verzorgend personeel niet meegerekend. Art. 42 en 43 wordt opgeheven. Art. 71: schrappen van het personeelslid op proef en vervangen door het nieuw aangeworven personeelslid.
Art. 104 1), a) en b) wordt vervangen als volgt: a) titularis zijn van een graad van niveau D, schaal D1-D3; b) ten minste 4 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van rang Dv, schalen D1-D3, al dan niet in een specialisatie; Art. 106 2: schrappen van of een contractuele. Art. 107: schrappen van 1 bij artikel 37. Art. 120: schrappen van: dat niet meer in de proeftijd is en. Art. 126: schrappen 1 ste alinea, in 2 de alinea schrappen van: die de proeftijd voltooid hebben. Art. 139: bij E1-E2-E3 wordt logistiek medewerker toegevoegd, bij D1-D2-D3 wordt coördinator polyvalente ruimte en coördinator poetsdienst toegevoegd. Art. 143, 1 ste alinea: na kok wordt hulpkok ingevoegd. Art. 203, 1 ste alinea: na personeelslid wordt het volgende ingevoegd: (uitgezonderd de jobstudent). Art. 250: wordt vervangen als volgt: Het personeelslid met ziekteverlof staat onder het toezicht van het geneeskundig controleorgaan dat wordt aangeduid door de werkgever. Het personeelslid is verplicht de personeelsdienst of het diensthoofd onmiddellijk op de hoogte te brengen van de arbeidsongeschiktheid en dit uiterlijk het uur volgend op de aanvang van de dagprestatie. Het personeelslid bezorgt het bestuur zo vlug mogelijk een geneeskundig getuigschrift en uiterlijk binnen de 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid, behalve in geval van overmacht. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, en of het personeelslid zijn plaats van verblijf al dan niet mag verlaten. Indien het personeelslid binnen de 14 dagen na een eerste periode van arbeidsongeschiktheid opnieuw ziek wordt, vermeldt het geneeskundig getuigschrift of het personeelslid al dan niet ten gevolge van dezelfde ziekte ongeschikt is. Indien de periode van ongeschiktheid langer duurt dan de voorziene datum, licht het personeelslid onmiddellijk en ten laatste het uur volgend op de voorziene aanvang van de dagprestatie, de personeelsdienst of het diensthoofd in. Een nieuw doktersattest dient binnen de 2 werkdagen na het verlopen van de ongeschiktheidsperiode aan de personeelsdienst of het diensthoofd te worden bezorgd. Behoudens in geval van overmacht kan het laattijdig bezorgen of overhandigen van het getuigschrift leiden tot het verlies van het recht op het loon dat de werkgever voor de dagen van arbeidsongeschiktheid voorafgaand aan de dag van afgifte of verzending van het getuigschrift zou verschuldigd geweest zijn, in geval de dagen van afwezigheid tijdig zouden gerechtvaardigd geweest zijn als afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid. Het personeelslid moet het bestuur een geneeskundig getuigschrift bezorgen voor iedere afwezigheid wegens ziekte.
Personeelsleden die afwezig zijn wegens ziekte en verblijven op een adres dat verschilt van het door de werkgever gekende adres, verwittigen de personeelsdienst of het diensthoofd hiervan. Het personeelslid mag niet weigeren een door het OCMW aangewezen en betaalde controlearts, die voldoet aan de bepalingen van de wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde, te ontvangen, noch zich door deze te laten onderzoeken. Behoudens wanneer diegene die het geneeskundig getuigschrift aan het personeelslid heeft afgeleverd oordeelt dat zijn gezondheidstoestand hem niet toelaat zich naar een andere plaats te begeven, moet het personeelslid zich bij de controlearts aanbieden als het daarom wordt verzocht. De reiskosten van het personeelslid zijn ten laste van het bestuur. De controlearts gaat na of het personeelslid werkelijk arbeidsongeschikt is, verifieert de waarschijnlijke duur van de arbeidsongeschiktheid en, in voorkomend geval, de andere medische gegevens voor zover die noodzakelijk zijn voor de ziektecontrole; alle andere vaststellingen blijven onder het beroepsgeheim. De controlearts overhandigt zo spoedig mogelijk, eventueel na raadpleging van diegene die het geneeskundig getuigschrift heeft afgeleverd, zijn bevindingen schriftelijk aan het personeelslid. Indien het personeelslid op dat ogenblik kenbaar maakt dat hij niet akkoord gaat met de bevindingen van de controlearts, wordt dit door deze laatste vermeld op voornoemd geschrift. Vanaf de datum van het eerste controleonderzoek waartoe het personeelslid werd uitgenodigd of de datum van het eerste huisbezoek van de controlearts, kan aan het personeelslid het recht worden ontzegd op loon, met uitzondering van de periode van arbeidsongeschiktheid waarover er geen betwisting is. Onverminderd de bevoegdheid van de hoven en rechtbanken worden de geschillen van medische aard welke rijzen tussen het personeelslid en de controlearts bij wijze van scheidsrechterlijke procedure beslecht. De beslissing die voortvloeit uit deze scheidsrechterlijke procedure is definitief en bindt de partijen. Binnen twee werkdagen na de overhandiging van de bevindingen door de controlearts, kan de meest gerede partij met het oog op het beslechten van het medische geschil een artsscheidsrechter aanwijzen die voldoet aan de bepalingen van de wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde en voorkomt op de lijst die in uitvoering van voornoemde wet werd vastgesteld, voor zover over de aanwijzing van de arts-scheidsrechter binnen voornoemde termijn geen akkoord kon worden bereikt. Het bestuur kan de controlearts en het personeelslid die hem het geneeskundig getuigschrift overhandigd heeft, uitdrukkelijk machtiging geven om de arts-scheidsrechter aan te wijzen. De arts-scheidsrechter voert het medisch onderzoek uit en beslist in het medische geschil binnen drie werkdagen na zijn aanwijzing. Alle andere vaststellingen blijven onder het beroepsgeheim. De kosten van deze procedure, alsmede de eventuele verplaatsingskosten van het personeelslid, vallen ten laste van de verliezende partij. De arts-scheidsrechter brengt diegene die het geneeskundig getuigschrift heeft afgeleverd en de controlearts op de hoogte van zijn beslissing. Het bestuur en het personeelslid worden schriftelijk bij een ter post aangetekende brief verwittigd.
Het loon is verschuldigd voor de periode dat het personeelslid als arbeidsongeschikt werd erkend naar aanleiding van de beslechting van het geschil. Onderzoek bij werkhervatting Na minstens vier opeenvolgende weken afwezigheid wegens om het even welke ziekte, aandoening of ongeval of wegens bevalling, worden de werknemers tewerkgesteld in een veiligheidsfunctie, een functie met verhoogde waakzaamheid of een activiteit met welbepaald risico, verplicht aan een onderzoek bij werkhervatting onderworpen. Mits toestemming van de werknemer kan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer overleg plegen met de behandelende arts en/of de adviserend geneesheer. Op verzoek van de werknemer of wanneer de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer het nodig oordeelt wegens de aard van de ziekte, de aandoening of het ongeval, kan het onderzoek bij werkhervatting plaatsvinden na een afwezigheid van kortere duur. Dit onderzoek gebeurt ten vroegste op de dag waarop het werk of de dienst wordt hernomen en ten laatste op de tiende werkdag daarna. Bezoek voorafgaand aan werkhervatting De werknemer kan zich rechtstreeks wenden tot de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer voor een bezoek voorafgaand aan de werkhervatting. Mits toestemming van de werknemer kan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer overleg plegen met de behandelende arts en/of de adviserend geneesheer. De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer brengt de werkgever hiervan op de hoogte, op voorwaarde dat de werknemer hiermee instemt. Het bezoek vindt plaats binnen de tien werkdagen volgend op de dag van ontvangst van de aanvraag. Spontane raadpleging De werknemer of met zijn akkoord de behandelende arts kan rechtstreeks bij de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer een spontane raadpleging vragen naar aanleiding van gezondheidsklachten waarvan hij of de behandelende arts meent dat deze arbeidsgerelateerd zijn. De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer brengt de werkgever hiervan op de hoogte, op voorwaarde dat de werknemer hiermee instemt. De gezondheidsbeoordeling vindt plaats binnen de tien werkdagen volgend op de dag van ontvangst van de aanvraag. Art. 263 2: voor personeelslid wordt statutaire ingevoegd. Art. 268 2: voor personeelslid wordt statutaire ingevoegd. Art. 278, 3 de alinea: volgende tekst wordt toegevoegd: Tevens wordt een uitzondering gemaakt voor de personeelsleden die gedurende minstens vijf jaar in de loop van de voorafgaande tien jaar of gedurende minstens zeven jaar in de loop van de voorafgaande
vijftien jaar een zwaar beroep hebben uitgeoefend waarvoor een significant tekort aan arbeidskrachten bestaat. Deze personeelsleden kunnen hun arbeidsprestaties verminderen tot 19.00 uur per week vanaf de leeftijd van 50 jaar. Art. 281 2, 1 ste alinea: na twaalfde wordt of de éénentwintigste ingevoegd. Art. 322: wordt aangevuld: Latere wijzigingen, uitgezonderd deze naar aanleiding van gewijzigde wetgeving, treden in werking vanaf de door de raad voor maatschappelijk welzijn bepaalde datum. Bijlage IV: *Maatschappelijk werker: aanwervingsvoorwaarden en bevorderingsvoorwaarden worden vervangen als volgt: Aanwervingsvoorwaarden - Houder zijn van het diploma van bachelor in het sociaal-agogisch werk met de titel van maatschappelijk assistent, of een daarmee gelijkgesteld diploma; - ofwel houder zijn van het diploma van bachelor in de sociale gezondheidszorg of een daarmee gelijkgesteld diploma. - In het bezit zijn van een rijbewijs B. - Slagen in een aanwervingsexamen. Bevorderingsvoorwaarden - Houder zijn van het diploma van bachelor in het sociaal-agogisch werk met de titel van maatschappelijk assistent, of een daarmee gelijkgesteld diploma - ofwel houder zijn van het diploma van bachelor in de sociale gezondheidszorg of een daarmee gelijkgesteld diploma. - In het bezit zijn van een rijbewijs B. - Titularis zijn van een graad van niveau C of niveau D; ten minste 4 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van niveau C of ten minste 8 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van niveau D of in beide niveaus samen. - Een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie. - Slagen in een bevorderingsexamen. *Coördinator/vormingsverantwoordelijke: naam functie wordt gewijzigd in coördinator. * Verzorgende C1-C2: aanwervingsvoorwaarden en bevorderingsvoorwaarden worden aangevuld met: - In het bezit zijn van het visum van zorgkundige. * Verzorgende D1-D2-D3: aanwervingsvoorwaarden en bevorderingsvoorwaarden worden aangevuld met: - In het bezit zijn van het visum van zorgkundige. *Coördinator polyvalente ruimte: Aanwervingsvoorwaarden - Slagen in een aanwervingsexamen.
Bevorderingsvoorwaarden - Titularis zijn van een graad van niveau E; ten minste 4 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van niveau E. - Een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie. - Slagen in een bevorderingsexamen. Examenprogramma (aanwerving en bevordering) 1. Schriftelijk gedeelte 30 punten - Gevalstudie: de kandidaat wordt geconfronteerd met een probleemsituatie die zich tijdens de latere uitoefening van de functie kan voordoen. De totale context van de problematiek wordt uitgebreid geschetst, waarna de kandidaat tracht een oplossing uit te werken. 2. Praktisch gedeelte 30 punten - Work-sample proef: de kandidaat wordt geconfronteerd met een staal van het uitvoerend werk dat in de beoogde functie aan bod komt. 3. Mondeling gedeelte 40 punten Evaluatie van de overeenstemming van het profiel van de kandidaat met de specifieke vereisten van de functiebeschrijving en het functieprofiel, evenals van zijn motivatie en van zijn interesse voor het werkterrein. Om geslaagd te zijn moeten de kandidaten 60 % van de punten behalen op elk examengedeelte. Indien het examengedeelte meer dan één proef omvat, moeten zij bovendien 50 % van de punten behalen op elk van die proeven. *Coördinator poetsdienst: Aanwervingsvoorwaarden - Slagen in een aanwervingsexamen. Bevorderingsvoorwaarden - Titularis zijn van een graad van niveau E; ten minste 4 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van niveau E. - Een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie. - Slagen in een bevorderingsexamen. Examenprogramma (aanwerving en bevordering) 1. Schriftelijk gedeelte 30 punten
- Gevalstudie: de kandidaat wordt geconfronteerd met een probleemsituatie die zich tijdens de latere uitoefening van de functie kan voordoen. De totale context van de problematiek wordt uitgebreid geschetst, waarna de kandidaat tracht een oplossing uit te werken. 2. Praktisch gedeelte 30 punten - Work-sample proef: de kandidaat wordt geconfronteerd met een staal van het uitvoerend werk dat in de beoogde functie aan bod komt. 3. Mondeling gedeelte 40 punten Evaluatie van de overeenstemming van het profiel van de kandidaat met de specifieke vereisten van de functiebeschrijving en het functieprofiel, evenals van zijn motivatie en van zijn interesse voor het werkterrein. Om geslaagd te zijn moeten de kandidaten 60 % van de punten behalen op elk examengedeelte. Indien het examengedeelte meer dan één proef omvat, moeten zij bovendien 50 % van de punten behalen op elk van die proeven. *Verantwoordelijke poetsdienst: schrappen aanwervingsvoorwaarden, bevorderingsvoorwaarden en examenprogramma. *Logistiek medewerker: Aanwervingsvoorwaarden - Slagen in een aanwervingsexamen. - Houder zijn van een attest logistieke hulp of een VDAB-attest logistiek assistent of een studiegetuigschrift logistiek assistent in ziekenhuizen en zorginstellingen. Examenprogramma 1. Praktisch gedeelte 60 punten Work-sample proef : de kandidaat wordt geconfronteerd met één of meerdere stalen van het uitvoerend werk, dat in de beoogde functie aan bod komt. 2. Mondeling gedeelte 40 punten Evaluatie van de overeenstemming van het profiel van de kandidaat met de specifieke vereisten van de functiebeschrijving en het functieprofiel, evenals van zijn motivatie en van zijn interesse voor het werkterrein. Om geslaagd te zijn, moeten de kandidaten op elk examengedeelte 60% van de punten behalen 10 e punt van de dagagenda: Vaststelling van aanpassingen aan het arbeidsreglement en bijlagen van toepassing op het OCMW-personeel (art. 104 1 en 2 OD). Beslissing. De Raad,
Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de Wet van 8 april 1965 betreffende het arbeidsreglement; Gelet op de Wet van 18 december 2002 tot wijziging van de Wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen; Gelet op de raadsbeslissing van 12 december 2012 houdende de vaststelling van het arbeidsreglement en bijlagen van toepassing op het OCMW-personeel (art. 104 1 en 2 OD); Gelet op de beslissingen van de raad d.d. 8 juni 2011, 14 september 2011, 14 december 2011, 8 februari 2012, 12 december 2012, 10 april 2014 en 18 december 2014 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling voor de personeelsleden die ressorteren onder het toepassingsgebied van artikel 104 1 en 2 van het OCMW-decreet; Overwegende dat het arbeidsreglement dient aangepast te worden aan de bepalingen van voornoemde rechtspositieregeling en gewijzigde wetgeving; Overwegende dat bijlage 7 houdende het alcohol-, medicatie- en drugbeleid van het OCMW Meise dient te worden toegevoegd; Gelet op het gunstig advies van het managementteam d.d. 4 december 2014; Gelet op het protocol van akkoord bereikt in het syndicaal onderhandelingscomité d.d. 12 december 2014; Gelet op het gunstig advies van het schepencollege d.d. 8 december 2014; Na bespreking, Met 10 ja - stemmen, BESLUIT: Art.1.: Onderhavig arbeidsreglement en bijlagen zoals bijgevoegd in bijlage goed te keuren. Art.2.: Het arbeidsreglement op te sturen naar het kantoor van de gewestelijke Sociale Inspectie van de Federale overheidsdienst werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Art.3.: Onderhavig arbeidsreglement treedt in werking op 1 januari 2015. Aan iedere werknemer zal een exemplaar worden overhandigd waarvoor zij tegen ontvangstbewijs tekenen. Op het uithangbord aan de administratie en op het uithangbord aan de sociale dienst zal een bericht worden aangeplakt waarin staat dat het arbeidsreglement kan worden geraadpleegd in het bureel van de secretaris, Godshuisstraat 33, 1861 Meise. Op iedere plaats van tewerkstelling, met name op de administratie en op de sociale dienst zal de werkgever een afschrift van het arbeidsreglement bijhouden. 11 e punt van de dagagenda: Vaststelling van aanpassingen aan het arbeidsreglement en bijlagen van toepassing op het OCMW-personeel (art. 104 6 OD). Beslissing.
De Raad, Gelet op het OCMW-decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de Wet van 8 april 1965 betreffende het arbeidsreglement; Gelet op de Wet van 18 december 2002 tot wijziging van de Wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen; Gelet op de raadsbeslissing van 12 december 2012 houdende de vaststelling van het arbeidsreglement en bijlagen van toepassing op het OCMW-personeel (art. 104 6 OD); Gelet op de beslissingen van de raad d.d. 8 juni 2011, 14 september 2011, 14 december 2011, 8 februari 2012, 12 december 2012, 10 april 2014 en 18 december 2014 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling voor de personeelsleden die ressorteren onder het toepassingsgebied van artikel 104 6 van het OCMW-decreet; Overwegende dat het arbeidsreglement dient aangepast te worden aan de bepalingen van voornoemde rechtspositieregeling en gewijzigde wetgeving; Overwegende dat sommige werkroosters en stelsels opnieuw dienen te worden vastgesteld; Overwegende dat bijlage 7 houdende het alcohol-, medicatie- en drugbeleid van het OCMW Meise dient te worden toegevoegd; Gelet op het gunstig advies van het managementteam d.d. 4 december 2014; Gelet op het protocol van akkoord bereikt in het syndicaal onderhandelingscomité d.d. 12 december 2014; Gelet op het gunstig advies van het schepencollege d.d. 8 december 2014; Na bespreking, Met 10 ja - stemmen, BESLUIT: Art.1.: Onderhavig arbeidsreglement en bijlagen zoals bijgevoegd in bijlage goed te keuren. Art.2.: Het arbeidsreglement op te sturen naar het kantoor van de gewestelijke Sociale Inspectie van de Federale overheidsdienst werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Art.3.: Onderhavig arbeidsreglement treedt in werking op 1 januari 2015. Aan iedere werknemer zal een exemplaar worden overhandigd waarvoor zij tegen ontvangstbewijs tekenen. Op het uithangbord in de personeelsruimte van het woonzorgcentrum en op het uithangbord aan de balie zal een bericht worden aangeplakt waarin staat dat het arbeidsreglement kan worden geraadpleegd in het bureel van de secretaris, Godshuisstraat 33, 1861 Meise.