CAN-viewer 246 301 131 0 (nl) 446 301 585 0 (de) 446 301 599 0 (en) vanaf versie 1.10



Vergelijkbare documenten
De AT90CAN microprocessor van ATMEL in de motorvoertuigentechniek (8)

Gebruiksaanwijzing WTW PC-software

1 INTRODUCTIE SYSTEEMVEREISTEN Minimum Vereisten Aanbevolen Vereisten...7

Handleiding voor de update naar TouchSpeak 10 op Windows XP

Intergas Verwarming B.V Wijzigingen voorbehouden.

Gebruikershandleiding Green Leaf Excel (2007) Tool Versie 1.2 (21 december 2010)

IdentySoft Basic Support Handleiding EasySecure International B.V.

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR LAPTOPS EN DESKTOPS MET WINDOWS PRO GEBRUIKERSHANDLEIDING

Rodin installatiehandleiding (vanaf versie 2.1.xxx.x)

Installatie op CI+ gecertificeerde toestellen

Ladibug Document Camera Image Software Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Green Leaf Excel Tool Versie 1.1 (13 februari 2007)

Installatie op CI+ gecertificeerde toestellen 2010

Gebruikershandleiding MJK Link 2.15 Index

PassThru. Installatiehandleiding. mega macs / 04.16

Installatie op CI+ gecertificeerde toestellen 2011

PassThru. Installatiehandleiding VCI / 04.16

TA72 Configuration Manager

ThoRiTemp. Installatie Handleiding. Versie 1.00 NL

Memeo Instant Backup Introductiehandleiding. Stap 1: Maak uw gratis Memeo-account. Stap 2: Sluit een opslagapparaat aan op de pc

Installatie op CI+ gecertificeerde toestellen

NuVinci Desktop (Harmony Programmering) Software. Verstrekt aan Fabrikanten en Dealers

d-basics Creditline, nieuw bestandsformaat Deutsche Bank

Installatieaanwijzing USB - interfaceleiding

DuboCalc 4.0. Installatie instructie

Van Dale Elektronisch groot woordenboek versie 4.5 activeren en licenties beheren

ZorgMail Secure

Handleiding voor installatie

DE IDENTITEITSKAART EN MICROSOFT OUTLOOK

Software Release Notes

Palmtop - Aqua-Max Servicehandleiding

Informatieblad voor de vakman voor Vitosoft 300, type SID1

Installatie Remote Backup

INHOUDSOPGAVE. 1. Software installatie Software Veelgestelde vragen 6 M25

Invoegen... 8 Invulpunt... 9 Nieuwe bouwsteen maken... 9 Bouwsteen opslaan Wijze van werken in Outlook Informatie...

HANDLEIDING WINDOWS INTUNE

Gebruikershandleiding. Draadloze USB video-ontvanger. Model BRD10

Software Release Notes

# seetut_20 $ De Sjabloon Editor Toepassen + seetut:0370 K Sjablonen;Algemeen;Naam Wijzigen Sjabloon;Ontwerp;Sjabloon Editor;Sjabloon Openen

UBizz-UBizz Exchange For more information visit our website at

Snelstart Gids. Menustructuur. Opstarten en Afsluiten. Formatteren van Disk. 72xxHVI-ST Series DVR

Handleiding helpdesk. Datum: Versie: 1.0 Auteur: Inge van Sark

4 Installatie van het stuurprogramma

...een product van BEKA

Het ExTERM openingsscherm zal verschijnen en het programma opent. ExTERM Version 2.0 7/11/05

INSTALLATIE HANDLEIDING

Mobiele App voor VERSA alarmsystemen Versa_control_qs_nl 07/16. Configuratie handleiding

Manual Debug software. VMC next

CONFIGURATIESOFTWARE (S009-50) Snelstartgids

UTA MultiBox. Handleiding

iphone app - Roll Call

Wireless Utility. Complete handleiding

De TRUST 2 PORT USB 2.0 PCI CARD werkt niet op MAC.

Klik op OK om verder te gaan. U ziet het volgende scherm verschijnen:

De nieuwste editie van dit document is altijd online beschikbaar: Activeren en beheren licenties

Bestnr Micro Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+

HANDLEIDING VAN DATARECORDER SOFTWARE (FOR WS-9010)

BE 1000 Brand BEDIENINGS INSTRUCTIE INHOUDSOPGAVE A3

Elbo Technology BV Versie 1.1 Juni Gebruikershandleiding PassanSoft

H A N D L E I D I N G D A Z A T O O L S - O N T V A N G E R

Routes herberekenen. In mapsource

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL VOOR MAC OSX-CLIENT GEBRUIKERSHANDLEIDING

Numerieke benadering van vierkantwortels

Watcheye AIS op ipad

Nieuw toegevoegd: Uitleg driver (her) installeren nadat Windows 8 en Windows 8.1 automatisch de driver heeft geüpdatet.

Workshop Office365-basis: opdracht Word-bestanden plaatsen en delen

1. Onderdelen en functies

Toebehoren SUNNY MATRIX ADMIN TOOL

Installatiehandleiding

HANDLEIDING VOOR SNELLE INSTALLATIE

Handleiding Zermelo. roosterwijzigingen gaat importeren. Allereerst wordt u gevraagd of u de wijzigingen wilt importeren. U kiest hier voor Ja.

Gebruikershandleiding Green Leaf Excel Tool Versie 1.2 (1december 2009)

Morpheus. Gebruikers Handleiding Clifford Electronics Benelux, Lijnden.

H A N D L E I D I N G E L V 1 5

Siemens workpoints en DHCP options

Mapsource. handleiding Mapsource vs

Handleiding van de Bibliotheek: e-books lezen op je e-reader - versie voor OS X (Mac)

tiptel 545/570 office tiptel 545/570 SD PC Software en Driver Installatie In Windows XP/ Windows 7 (32/64 Bit)

Handleiding bij de Booktest Generator

CCV Smart (VX VX 820) Installatie instructie ECR-koppeling

Met deze module heeft u de mogelijkheid om gemakkelijk, snel en efficiënt uw documenten als naslag in Unit 4 Multivers te koppelen.

JPTrainControl. JPTrainControl versie Alpha. Eerste kennismaking

Offective > CRM > Vragenlijst

Handleiding ComfortTouch App voor Busch-ComfortTouch. Busch-ComfortTouch / / Busch-ComfortTouch / /12-825

Problemen met HASP oplossen

Remote Powercontrol for TCP/IP networks

Configuratie programma tbv. MJK Instrumentie

12.1 Stapsgewijs uw Bluetooth monitoring systeem installeren.

Installatiehandleiding

Back-up Online van KPN Handleiding Mac OS X 10.6 en hoger. Mac OS X Client built

SERVER MONITOR SMS SERVER

DE ELEKTRONISCHE IDENTITEITSKAART (EID)

Remote Back-up Personal

1 WORD A4 NL Data Manager - USB / / 6020 Alco-Connect

WAARSCHUWING: STIKGEVAAR: kleine onderdelen. Niet geschikt voor kinderen tot 3 jaar. Waarschuwingen

WIP Com 3D/Connect Com 3D

2.07. MASSAWIJZIGING : ALGEMEEN

KEYSTONE. OM8 - EPI 2 AS-Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud.

ZIEZO Remote Back-up Personal

Transcriptie:

CAN-viewer 246 301 131 0 (nl) 446 301 585 0 (de) 446 301 599 0 (en) vanaf versie 1.10 Gebruiksaanwijzing Tweede uitgave Dit document valt niet onder een wijzigingsdienst. Nieuwe versies vindt u in INFORM onder www.wabco-auto.com 2010 WABCO Wijzigingen voorbehouden Versie 002/03.10 8150201183 815 060 118 3(nl)

CAN-Viewer Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Algemene veiligheidsaanwijzingen 3 2 Introductie 4 2.1 CAN-viewer 4 2.2 CAN-bus 4 3 Programma-interface 5 4 Toepassing van de CAN-viewer 8 4.1 Opbouw van de kabelverbinding met het voertuig via ISO 763 (7-polig) 8 4.2 Opbouw van de kabelverbinding met het voertuig via ISO 12098 (15-polig) 8 4.3 Software-installatie en -activering 9 4.4 Weergeven van de meldingen uit de motorwagen-aanhangwageninterface (ISO 11992-2 of 11992-3) 9 4.5 Weergeven van de meldingen van een willekeurige CAN-bus 10 4.6 Weergeven van een of meerdere bepaalde CAN-meldingen 10 4.7 Filteren van de weergegeven CANmeldingen (identifier configuratie) 11 4.8 Creëren / bewerken van een identifier 11 4.9 Creëren van een configuratiebestand met eigen instellingen 12 4.10 Laden van een eigen configuratiebestand 12 4.11 Opnemen en opslaan van een protocol met CAN-meldingen in een bestand 12 5 Administratie 13 5.1 Programma-instellingen 13 5.2 Creëren van een configuratiebestand voor het decoderen van CANmeldingen in de ongecodeerde tekst 13 5.2.1 Bereik [FileInfo] 14 5.2.2 Bereik [Config] 14 5.2.3 Bereik [Identifier] 15 6 Verdere informatie over de CAN-bus 18 6.1 Overdrachtsprocedé 18 6.2 Overdrachtssnelheid en lengte van de leiding 18 6.3 Objectidentifier 19 6.4 Arbitrage (door onderhandelen mediatoegang tot stand brengen), prioriteit 19 6.5 Frame-opbouw 19 Verklaring van de symbolen Extra aanwijzingen, informatie of tips, waarop u beslist moet letten. Opsomming Handeling 2

Algemene veiligheidsaanwijzingen CAN-Viewer 1 1 Algemene veiligheidsaanwijzingen Met de CAN-viewer mag uitsluitend geschoold en gekwalificeerd vakkundig personeel werken. Volg de richtlijnen en aanwijzingen van de voertuigfabrikant onvoorwaardelijk op. Houdt u ter voorkoming van ongevallen aan de voorschriften van zowel het bedrijf als de overheid. Verzeker u ervan, dat de transmissie in de neutrale stand staat en de handrem bediend is. Bij werkzaamheden aan de reminstallatie moet het voertuig bovendien tegen wegrollen beveiligd worden. Draag, indien nodig, geschikte veiligheidskleding. De werkplek moet droog en in voldoende mate verlicht en geventileerd zijn. 3

2 CAN-Viewer Introductie 2 Introductie 2.1 CAN-viewer Met de CAN-viewer kunnen op eenvoudige wijze CANmeldingen van een willekeurige CAN-bus worden uitgelezen, in ongecodeerde tekst worden omgezet en opgeslagen. Dit vindt plaats zonder gecompliceerde meettechniek en tijdens de looptijd. Het voornaamste toepassingsgebied van de CAN-viewer is het volgen van de meldingenstroom van de EBS CAN-bus aan de aanhangwagen-interface. Door de visualisering van de communicatie tussen motorwagen en aanhangwagen kan de functie van de gegevensuitwisseling gecontroleerd worden, wat tot de zorgvuldigheidsplichten bij de voertuigkeuring behoort. 2.2 CAN-bus Controller Area Network (CAN) bus Bij de CAN-bus gaat het om een asynchroon (chronologisch niet gelijklopend), serieel bussysteem, dat in 1983 door Bosch voor de netwerkverbinding van regeleenheden in de automobiel werd ontwikkeld en in 1985 samen met Intel werd geïntroduceerd, om de kabelbomen te reduceren en daardoor gewicht te sparen. [Bron: www.wikipedia.de - Die freie Enzyklopädie (03-2006)] In plaats van het gebruik van een elektrisch schakelcircuit per over te brengen signaal is de bus gebaseerd op een communicatieplatform, dat de overdracht van meldingen tussen afzonderlijke apparaten verzorgt. Praktisch gezien kan men zich dat als volgt voorstellen: Terwijl het inschakelen van het achterlicht door stroomvoorziening van een kabel plaatsvond, brengt het bussysteem alleen nog een melding over: Lichtschakelaar aan achterlicht: Inschakelen. Door de omzetting van alle regelsignalen in meldingen is een grotere intelligentie van de verbonden apparaten vereist. Daar staat tegenover, dat vele apparaten als het ware gelijktijdig informatie via weinig kabelverbindingen uitwisselen. Bij systemen zoals bv. EBS kan ook veel complexere informatie worden uitgewisseld, zoals bv. over actuele voeringslijtage of over de afzonderlijke wielsnelheden in geval van ABS. 4

Programma-interface CAN-Viewer 3 3 Programma-interface Tijdmarkering CAN-melding Identifier van de CAN-melding Menu Menuknoppen Beschikbare configuraties Geladen configuratie CAN-meldingen als ongecodeerde tekst Ontvangstbuffer Hulptekst bij menupunt (indien voorhanden) Fig. 1 Programma-interface met voorstelling van de actuele CAN-meldingen CAN-meldingen als waarde Opslagstatus bij het opnemen van CAN-meldingen Fig. 2 CAN-viewer in de opnamemodus 5

3 CAN-Viewer Programma-interface Knop Menu/menupunt Beschrijving Bestandsbeheer Openen Openen en laden van een configuratiebestand Opslaan Opslaan van de actuele instellingen in een configuratiebestand Afsluiten Afsluiten van het programma en de CAN-verbinding Functie CAN-ontvangst starten Starten van de ontvangst en weergeven van de CAN-meldingen Opnemen van de CAN-gegevens Opnemen van de CAN-meldingen in een protocol Stop Stoppen van het opnemen en opslaan in een bestand Zoeken naar CAN-meldingen Zoeken en weergeven van alle CAN-meldingen van een willekeurige CAN-bus Weergave Decimale of hexadecimale voorstelling Het hexadecimaalsysteem heeft de waarde 16 als basis. (Ons decimaalsysteem heeft 10 als basis.) De getalswaarden worden aangegeven met de cijfers 0 tot 9 en de hoofdletters A tot F. Omschakelen van de protocolvoorstelling tussen decimale of hexadecimale waarden Niet geactiveerd: Weergave in hexadecimale voorstelling Geactiveerd: Weergave in decimale voorstelling Deze functie wordt genegeerd, als de CAN-gegevens als ongecodeerde tekst worden weergegeven (zie menupunt CAN-gegevens voorstelling). 6

Programma-interface CAN-Viewer 3 CAN-gegevens voorstelling Omschakelen van de protocolvoorstelling tussen de CAN-gegevens als waarde of ongecodeerde tekst Niet geactiveerd: Weergave van de CAN-gegevens als waarde Geactiveerd: Weergave van de CAN-gegevens als ongecodeerde tekst De ongecodeerde tekst van de waarden kan alleen worden weergegeven, als de waarden in het configuratiebestand beschreven zijn. Knop Menu/menupunt Beschrijving Opties CAN-configuratie... Instellen van de CAN-bus-parameters (zie hoofdstuk 4.5 Weergeven van een of meerdere bepaalde CAN-meldingen) Identifier configuratie... Instellen van de CAN-meldingen-filters (zie hoofdstuk 4.6 Filteren van de weergegeven CAN-meldingen (Identifier configuratie) Instellingen... Hulp Aanpassen van algemene programma-instellingen bv. poort, bestandsopslag,... (zie hoofdstuk 5.1 Programma-instellingen) Info over... Openen van de programma-informatie (bv. versie, serienummer,...) 7

4 CAN-Viewer Gebruik 4 Gebruik 4.1 Opbouw van de kabelverbinding met het voertuig via ISO 7638 (7-polig) 4.2 Opbouw van de kabelverbinding met het voertuig via ISO 12098 (15-polig) Fig. 3 Kabelverbinding via ISO 7638 Benodigde componenten: Diagnose-interface met bestelnummer 446 301 022 0 of 446 301 030 0 vanaf versie 1.20 (of alternatief de diagnose-interface 446 301 000 0 met bestelnummer 446 301 021 0 samen met de CAN-converter 446 300 470 0) 446 300 360 0 CAN diagnose-adapter 446 300 458 0 CAN-viewer aansluitkabel voor ISO 7638 Voorwaarde voor de volgende instructie is een goed werkende kabelverbinding met het voertuig. Fig. 4 Kabelverbinding via ISO 12098 Benodigde componenten: Diagnose-interface met bestelnummer 446 301 022 0 of 446 301 030 0 vanaf versie 1.20 (of alternatief de diagnose-interface 446 301 000 0 met bestelnummer 446 301 021 0 samen met de CAN-converter 446 300 470 0) 446 300 459 0 CAN-viewer aansluitkabel voor ISO 12098 Voorwaarde voor de volgende instructie is een goed werkende kabelverbinding met het voertuig. 8

Gebruik CAN-Viewer 4 4.3 Software-installatie en -activering Steek de USB-stick in de USB-aansluiting van de PC. Om de software op de PC te installeren, start u het bestand SETUP.EXE in de hoofdmap van de USBstick. Neem de instructies voor de installatie op het beeldscherm in acht. Na succesvolle installatie van de software moet deze geactiveerd worden; dit gebeurt bij voorkeur online. Activering is het koppelen van de software met de hardware van de PC. Het gebruik van de software is op een PC per verworven licentie beperkt. WABCO staat u 10 dagen lang het gebruik van de software conform de licentievoorwaarden zonder activering toe. Bij vragen vindt u ook hulp op de WABCO internetsite www.wabco-auto.com of bij uw WABCO dealer. 4.4 Weergeven van de meldingen uit de motorwagen-aanhangwageninterface (ISO 11992-2 of 11992-3) Als de CAN-viewer net actief CAN-meldingen ontvangt, dient u als volgt te werk te gaan: Klik op de knop, om de ontvangst-modus af te sluiten. Kies uit de lijst van de beschikbare configuraties de betreffende ISO uit, door op de betreffende knop te klikken. De CAN-viewer start automatisch het ontvangen van de CAN-meldingen. Klik op de knop, als u de actuele voorstelling van de CAN-gegevens wilt omschakelen op ongecodeerde tekst. Als u slechts bepaalde CAN-meldingen wilt bekijken, kunt u deze nog filteren (zie hoofdstuk 4.6 Filteren van de weergegeven CAN-meldingen (identifier configuratie). De omvang en inhoud van de CAN-meldingen komt overeen met de gekozen ISO. Nadere informatie vindt u daar beschreven. 9

4 CAN-Viewer Gebruik 4.5 Weergeven van de meldingen van een willekeurige CAN-bus Als de CAN-viewer net actief CAN-meldingen ontvangt, dient u als volgt te werk te gaan: Klik op de knop, om deze modus af te sluiten. Klik op de knop, om de dialoog voor de CAN-configuratie te openen. Kies in de dialoog de betreffende baudrate en de identifier voor de gewenste bus. Kies in de dialoog de betreffende baudrate en de identifier voor de gewenste bus. Klik op OK, om de dialoog af te sluiten. Klik op de knop, om de dialoog voor het filter van de CAN-meldingen te openen. Daar er nog geen identifiers bekend resp. gedefinieerd zijn, dient u als volgt te werk te gaan. Klik op de knopnieuw, om een nieuwe identifier te definiëren. Klik op OK, om de dialoog af te sluiten. De CAN-viewer start automatisch het ontvangen van de CAN-meldingen. Een ongecodeerde tekst voor de waarden kan niet worden weergegeven, daar de noodzakelijke decodering van de CAN-gegevens niet is opgeslagen. Fig. 6 Dialoog voor het bewerken van een identifier 4.6 Weergeven van een of meerdere bepaalde CAN-meldingen Als de CAN-viewer net actief CAN-meldingen ontvangt, dient u als volgt te werk te gaan: Klik op de knop, om de ontvangst-modus af te sluiten. Klik op de knop, om de dialoog voor de CAN-configuratie (zie afb. 5) te openen. Voer in deze dialoog de ID en een vrij te kiezen naam in (zie afb. 6). Klik op OK, om deze dialoog af te sluiten. Deze handeling kunt u voor alle gewenste CAN-meldingen herhalen. Klik op OK, om ook de dialoog voor de identifier-definities af te sluiten. Klik op de knop, om de ontvangst te starten. De waarden kunnen niet worden weergegeven als ongecodeerde tekst, daar de noodzakelijke decodering van de CAN-gegevens niet is opgeslagen. Fig. 5 Dialoog voor de CAN-configuratie 10

Gebruik CAN-Viewer 4 4.7 Filteren van de weergegeven CANmeldingen (identifier-configuratie) Als de CAN-viewer net actief CAN-meldingen ontvangt, dient u als volgt te werk te gaan: Klik op de knop, om de ontvangst-modus af te sluiten. Klik op de knop, om de dialoog voor het filter van de CAN-meldingen te openen. Selecteer in de bovenste keuzelijst (IDENTIFIER) de gewenste identifier door het plaatsen van een vinkje in de keuzebox. Selecteer in de onderste keuzelijst (PA- RAMETERS) de gewenste parameters bij de geselecteerde identifier door het plaatsen van een vinkje in de keuzebox. 4.8 Creëren / bewerken van een identifier Als de CAN-viewer net actief CAN-meldingen ontvangt, dient u als volgt te werk te gaan: Klik op de knop, om de ontvangst-modus af te sluiten. Klik op de knop, om de dialoog voor het filter van de CAN-meldingen te openen. Klik op de knop Nieuw, als er nog geen identifier voorhanden is. Voor het wijzigen van de identifier moet u hem eerst selecteren. Klik op de knop Bewerken, om de dialoog te starten. Klik op OK, om deze dialoog af te sluiten. In het programmavenster worden alleen nog de gewenste CAN-meldingen weergegeven. Lijst van alle beschikbare identifiers Fig. 8 Dialoog voor het bewerken van een identifier Voer in de dialoog de ID van de identifier en een vrij te kiezen naam in. Lijst van alle beschikbare parameters bij de geselecteerde identifier Klik op OK, om deze dialoog af te sluiten. Deze handeling kunt u voor alle gewenste CAN-meldingen herhalen. Klik op OK, om ook de dialoog voor de identifier-definitie af te sluiten. Fig. 7 Dialoog voor het filteren van de CAN-meldingen (identifier-configuratie) 11

4 CAN-Viewer Gebruik 4.9 Creëren van een configuratiebestand met eigen instellingen Pas de weergave van de CAN-meldingen aan zoals gewenst. Klik op de knop, om de dialoog voor het opslaan van een configuratiebestand te openen. Pas de opslaglocatie en de naam voor het configuratiebestand aan. Klik op de knop Opslaan, om deze dialoog af te sluiten. Bij het opslaan van het configuratiebestand gaat de informatie over de decodering ongecodeerde tekst verloren. 4.10 Laden van een eigen configuratiebestand Klik op de knop, om de dialoog te openen. Selecteer het gewenste configuratiebestand. Klik op de knop Openen, om deze dialoog af te sluiten. De CAN-viewer start automatisch het ontvangen van de CAN-meldingen. 4.11 Opnemen en opslaan van een protocol met CAN-meldingen in een bestand Als de CAN-viewer nog geen CAN-meldingen ontvangt, gaat u als volgt te werk: Klik op de knop, om de ontvangst te starten. Klik op de knop, om de opnamemodus te starten. Klik op de knop, om het opnemen na de gewenste tijd af te sluiten. Na het afsluiten van het opnemen wordt automatisch de dialoog voor het opslaan van het opnamebestand geopend. Pas de opslaglocatie en de naam voor het opnamebestand aan. Klik op de knop Opslaan, om deze dialoog af te sluiten. De CAN-viewer kan maar een beperkt aantal CAN-meldingen opnemen. De actuele opslagstatus kunt u onder links in het programmavenster zien (zie afb. 2). Als het geheugen vol is, wordt het opnemen automatisch afgesloten en de dialoog voor het opslaan geopend. De voorinstelling van het aantal ontvangbare CANmeldingen kan in het menu onder Opties/instellingen tussen 10.000 en max. 1.000.000 gewijzigd worden. Om dit te bereiken, is de invoer van waarden tussen 10 en 1.000 nodig. De inhoud van de CAN-meldingen wordt alleen opgeslagen als waarde en niet als ongecodeerde tekst. 12

Administratie CAN-Viewer 5 5 Administratie 5.1 Programma-instellingen Ruiter (functie) Seriële poort Actuele gekozen poort resp. USB-apparaat Poort wijzigen Bestandsopslag Lees-directory Schrijf-directory Beschrijving Aanpassen van de poort aan de interface Geeft de actueel ingestelde poort weer bv. COM1 of USB Aanpassen van de poort Instellen van de opslaglocaties van de bestanden Lees-directory voor het uitlezen van de configuratiebestanden Standaard directory voor het opslaan van bestanden Programma-opties Algemene programma-opties Programma in full-screen starten Het programmavenster wordt in full-screen-modus gestart. Hulpteksten weergeven (bubblehelp) Bij het rusten met de cursor op de knoppen wordt een hulptekst weergegeven. Aantal CAN-meldingen bij opname Voor nadere beschrijving zie hoofdstuk 4.11 Gegevens gebruiker Gegevens van de gebruiker Firma Firmanaam Naam gebruiker Naam van de geregistreerde gebruiker Serienummer Serienummer 5.2 Creëren van een configuratiebestand voor het decoderen van CANmeldingen in de ongecodeerde tekst Voor het creëren van een configuratiebestand gelden de volgende opmerkingen: De opbouw van een configuratiebestand sluit aan bij de syntaxis van de Windows-INI bestanden. Commentaarregels beginnen met een puntkomma ; en worden daardoor bij de interpretatie van het bestand genegeerd. De opbouw bestaat uit drie passend gekenmerkte bereiken: [FileInfo]: In dit bereik staat de informatie over het configuratiebestand. [Config]: In dit bereik bevinden zich de gegevens van de CAN-bus-configuratie. Bij de standaard-configuraties bevinden zich de beschrijvingsteksten. [Identifier]: In dit bereik bevinden zich alle gegevens van de CAN-identifiers en bij de standaardconfiguraties eventueel ook de beschrijvingen van de interpretering van de CAN-gegevens-inhouden. Ieder bereik wordt door sleutelwoorden en bijbehorende waarden gescheiden door een gelijkteken = beschreven. Hierbij moet nauwkeurig op de syntaxis worden gelet, daar de configuratie anders niet correct kan worden ingelezen. Als hulp kunnen de voorgedefinieerde configuratiebestanden uit de lees-directory van de CAN-viewer gebruikt worden. 13

5 CAN-Viewer Administratie 5.2.1 Bereik [FileInfo] Sleutelwoord Waarde Beschrijving Verklaring FileType CANLOGGERCONFIG Standaardconfiguratie CANLOGGERUSERCONFIG Tabel 3 - Sleutelwoorden van het bereik [FileInfo] Voorbeeld: [FileInfo] FileType = CANLOGGERCONFIG FileStructureVersion = 1.0 Eigen configuratie Beschrijft, of het bij dit configuratiebestand om een standaard- of een eigen configuratie gaat. FileStructureVersion 1.0 Dit nummer geeft de versie van de bestandsopbouw aan. Tot nu toe bestaat alleen versie 1.0. 5.2.2 Bereik [Config] Sleutelwoord Waarde Beschrijving Verklaring Naam Vrije tekst Deze sleutel bevat de tekst, die in de configuratieknop op de hoofddialoog wordt getoond. Deze geldt alleen bij de standaardconfiguraties. De tekst blijft in de knop eenregelig en moet daarom kort zijn. Hint Vrije tekst Deze sleutel bevat de tekst, die onder de configuratieknop op de hoofddialoog wordt getoond en geldt alleen bij de standaardconfiguraties. ExtIdentifier 0 Standaardidentifier (11 bit) Tabel 4 - Sleutelwoorden van het bereik [Config] Voorbeeld: [Config] Naam = ISO11992 (2001) Hint = motorwagen- / aanhangwagen-interface ExtIdentifier = 1 Baudrate = 1 14 1 Extended identifier (29 bit) De tekst wordt automatisch in regels ingedeeld en kan daarom iets langer zijn dan de naam. Hier wordt aangegeven, of het om standaard- (11 bit) of extended (29 bit) identifiers gaat. Deze vermelding is dwingend noodzakelijk. Baudrate 0 125 kbit Hier wordt de CAN-baudrate ingesteld. 1 250 kbit 2 500 kbit Deze vermelding is dwingend noodzakelijk.

Administratie CAN-Viewer 5 5.2.3 Bereik [identifier] De opbouw van de vermeldingen is steeds als volgt: IDxxx_ xxx is een doorlopend nummer (001...099). Er worden maximaal 99 identifiers ondersteund. Er mogen gaten in de nummering voorkomen. De opbouw van de bitcodering van parameters is als volgt: IDxxx_Pyy_BCzzz zzz is een doorlopend nummer (001...256). Er mogen geen gaten in de nummering voorkomen. De opbouw van de parameters bij de identifier is als volgt: IDxxx_Pyy yy is een doorlopend nummer (01...99). Er worden maximaal 99 parameters ondersteund. Er mogen gaten in de nummering voorkomen.. Sleutelwoord Waarde Beschrijving Verklaring IDxxx_Name IDxxx_ID IDxxx_Visible 0 IDxxx_Pyy_Name IDxxx_Pyy_Visible 0 IDxxx_Pyy_BytePos Vrije tekst Decimaal of hexadecimaal 1 Vrije tekst 1 Heel getal Identifier wordt niet getoond Identifier wordt getoond Parameter wordt niet getoond Parameter wordt getoond Deze vermelding bevat de naam van de identifier in ongecodeerde tekst. Als deze naam voorhanden is, wordt hij ook tijdens de ontvangst in de CAN-viewer getoond. Deze vermelding is niet dwingend noodzakelijk. Hier wordt de identifierwaarde opgeslagen. Deze kan decimaal of hexadecimaal worden ingevoerd. Deze vermelding is niet dwingend noodzakelijk. Op deze plaats wordt aangegeven, of de identifier bij de ontvangst moet worden getoond of niet. Naam van de parameter, zoals hij moet worden getoond. Deze vermelding is dwingend noodzakelijk. Op deze plaats wordt aangegeven, of de parameter bij de ontvangst moet worden getoond of niet. Beschrijving, in welke databyte de CAN-melding van de parameters begint. De telwijze begint met 1. Deze vermelding is dwingend noodzakelijk. 15

5 CAN-Viewer Administratie Sleutelwoord Waarde Beschrijving Verklaring IDxxx_Pyy_ByteSize IDxxx_Pyy_BitPos IDxxx_Pyy_BitSize Heel getal Heel getal Heel getal Tabel 5 - Sleutelwoorden van het bereik [identifier] Beschrijving, hoeveel databytes de parameter omvat. De telwijze begint met 1. Deze vermelding is niet dwingend noodzakelijk. De defaultwaarde is 1. Beschrijving, bij welke bitpositie de parameter begint. De telwijze begint met 1. Deze vermelding is dwingend noodzakelijk. Beschrijving, hoeveel databits de parameter omvat. De telwijze begint met 1. Deze vermelding is dwingend noodzakelijk. Voorstelling bitgecodeerd (bij iedere bitcombinatie wordt een IDxxx_Pyy_ShowType 1 tekst opgeslagen) Voorstelling in hele 2 getallen Beschrijving hoe de parameter wordt getoond. Voorstelling als hexadecimale waarde 3 Voorstelling als float 4 (met twee posities achter de komma) 5 Binaire voorstelling IDxxx_Pyy_Formula 0 Y = C0 * X +C1 1 Y = C0 * (X + C1) 2 Y = C0 / (X + C1) + C2 De parameterwaarden kunnen, voordat ze worden 3 Y = X / C0 + C1 getoond, nog worden omgerekend. 4 Y = (X + C0) / C1 5 Y = (X + C0) / C1 + C2 Deze vermelding is dwingend noodzakelijk. Als hij niet voorhanden is, vindt er ook geen 6 Y = C0 * X omrekening plaats. 7 Y = X / C0 8 Y = X + C0 9 Y = X * C0 / C1 IDxxx_Pyy_Formula_C0 Constante 1 Voor de omrekening met een formule, kunnen hier IDxxx_Pyy_Formula_C1 Constante 2 de drie mogelijke constanten worden opgeslagen. IDxxx_Pyy_Formula_C2 Constante 3 Voor de bitgecodeerde voorstelling worden hier de waarden opgeslagen. IDxxx_Pyy_BCzzz_Value Hierbij is xxx een doorlopend nummer. Voor dit nummer moet ook de tekst worden opgeslagen. IDxxx_Pyy_BCzzz_Text Vrije tekst De tekst voor de betreffende waarde. IDxxx_Pyy_MinVal Minimale waarde Minimale en maximale waarden ven de berekende parameters. Ligt de berekende waarde buiten IDxxx_Pyy_MaxVal Maximale waarde deze grenzen, wordt s.n.v. in de CAN-viewer weergegeven. 16

Administratie CAN-Viewer 5 Voorbeeld (een identifier met twee parameters): [Identifier] ID001_Name = EBS11 (truck) ID001_ID = 201508896 ID001_Visible = 1 ID001_P01_Name = Vehicle ABS ID001_P01_Visible = 1 ID001_P01_BytePos = 1 ID001_P01_ByteSize = 1 ID001_P01_BitPos = 1 ID001_P01_BitSize = 2 ID001_P01_ShowType = 1 ID001_P01_BC001_Value = 0 ID001_P01_BC001_Text = passive, but installed ID001_P01_BC002_Value = 1 ID001_P01_BC002_Text = active ;----------------------------------- ID001_P02_Name = Vehicle retarder control ID001_P02_Visible = 1 ID001_P02_BytePos = 1 ID001_P02_ByteSize = 1 ID001_P02_BitPos = 3 ID001_P02_BitSize = 2 ID001_P02_ShowType = 1 ID001_P02_BC001_Value = 0 ID001_P02_BC001_Text = passive ID001_P02_BC002_Value = 1 ID001_P02_BC002_Text = active 17

6 CAN-Viewer Verdere informatie over de CAN-bus 6 Verdere informatie over de CAN-bus 6.1 Overdrachtsprocedé De CAN-bus is uitgevoerd met koperen leidingen of via glasvezel. Voor de snelle datatransmissie tussen de regeleenheden wordt het CAN-bussysteem gebruikt. De CAN-bus functioneert volgens het "Multi-Master-Principe": Meerdere regeleenheden met gelijke rechten (= busdeelnemers) zijn door een topologische plaatsing met elkaar verbonden. Bij koperen leidingen werkt de CAN-bus met differentiesignalen. Hij wordt normaal uitgevoerd met 3 leidingen: CAN_HIGH CAN_LOW CAN_GND (massa) CAN_LOW bevat de complementaire pegel van CAN_HIGH tegen massa. Daardoor kunnen stoorspanningen worden onderdrukt, daar het verschil immers gelijk blijft. De overdracht van de gegevens vindt zodanig plaats, dat een bit, afhankelijk van de toestand, dominant of recessief op de busleidingen werkt. Een dominante overschrijft daarbij een recessieve. 6.2 Overdrachtssnelheid en lengte van de leiding Bij de CAN-bus wordt onderscheid gemaakt tussen een high-speed- en een low-speed-bus. Bij een highspeedbus bedraagt de maximale data-overdrachtssnelheid 1 Mbit/s, bij een low-speed-bus 125 kbit/s. De maximale (theoretische) lengte van de leiding bedraagt bv. bij 1 Mbit/s 40 m, bij 500 kbit/s 100 m en bij 125 kbit/s 500 m. Deze maximale waarden berusten op de omstandigheid, dat de tijd, die een signaal op de bus is (bittijd, bit/seconde), des te korter is, naarmate de overdrachtssnelheid hoger is. Met toenemende lengte van de leiding stijgt echter de tijd, die een signaal nodig heeft, tot het aan het andere einde van de bus is aangekomen. Daarom mag de tijd, die een signaal op de bus is, niet korter zijn dan de tijd, die een signaal nodig heeft, om zich uit te breiden. Het maximale aantal deelnemers op natuurkundig niveau hangt af van de gebruikte stuurprogrammamodules van de bus. Met de gebruikelijke modules zijn 32, 64 of tot 110 (met beperkingen tot 128) deelnemers per leiding mogelijk....... Applicatie X3 Rem Lichtregeling Applicatie X2 Dashboard Motor Chassis Applicatie X1 CAN-bus Power Train CAN-bus Chassis & Safety CAN-bus XXX Gateway Gateway Gateway Gateway CAN-bus voertuig Gateway Diagnose-aansluiting K-Line Fig. 9 Voorbeeld van een opbouw van een CAN-bus 18 [Hoofdstukinhouden 6.1-6.5 uit bron: www.wikipedia.de - Die freie Enzyklopädie (03.2006)]

Verdere informatie over de CAN BUS CAN-Viewer 6 6.3 Objectidentifier De objectidentifier kenmerkt de inhoud van het bericht, niet het apparaat. Bijvoorbeeld kan in een meetsysteem aan ieder van de parameters temperatuur, spanning, druk een eigen identifier toegewezen zijn. De ontvangers beslissen aan de hand van de identifier, of het bericht voor hen relevant is of niet. Bovendien dient de objectidentifier ook voor de priorisering van de berichten. De specificatie definieert twee verschillende identifierformaten: 11-bit identifier, ook Base frame format genoemd. 29-bit identifier, ook Extended frame format genoemd. Een deelnemer kan ontvanger en zender zijn van berichten met een willekeurig aantal identifiers, maar omgekeerd mag er bij een identifier altijd maar maximaal een zender zijn (om de arbitrage te kunnen laten functioneren). 6.4 Arbitrage (door onderhandelen mediatoegang tot stand brengen), prioriteit De bustoegang wordt zonder verliezen opgelost door middel van de bitwijze arbitrage (zo eerlijk mogelijke verdeling van ressources over verschillende apparaten) op basis van de identifiers van de te zenden berichten. Hiertoe sensoriseert iedere zender de bus, terwijl hij de identifier zendt. Als er twee deelnemers gelijktijdig zenden, overschrijft de eerste dominante bit een van de beide, het betreffende recessieve van de andere, die dit herkent en zijn overdrachtspoging afsluit, zodat de andere zijn gegevens kan overbrengen. Als beide deelnemers dezelfde identifier gebruiken, wordt een error-frame gemaakt (zie hoofdstuk 6.5 Frame-opbouw). Daarom adviseert de standaard, dat een identifier ook slechts door maximaal een deelnemer moet worden gebruikt. Door deze procedure bestaat er ook een hiërarchie van de berichten onderling. Het bericht met de laagste identifier mag "altijd" worden overgebracht. Voor het overbrengen van tijdkritische berichten kan dus een identifier van hoge prioriteit (= lage ID, bv. 0) worden verstrekt, om hen zo voorrang te verlenen bij het overbrengen. Toch kan zelfs bij berichten met hoge prioriteit het zendtijdstip niet exact vooraf worden bepaald (niet deterministisch gedrag). 6.5 Frame-opbouw Er zijn vier verschillende soorten frames: Data-frame dient voor het transport van tot 8 octets gegevens Remote-frame Error-frame Overload-frame dient voor het verzoek om een data-frame van een andere deelnemer deelt aan alle deelnemers mee, dat er een gesignaleerde foutvoorwaarde in de overbrenging zit dient als gedwongen pauze tussen data- en remote-frames Recessief 1 11 1 1 1 4 0...64 15 1 1 1 7 3 Dominant Start of frame Identifier-veld Remote transmission bit Identifier extension bit Gereserveerd Datalengteveld Dataveld CRC-mengtotaal CRC-delimeter Bevestigingsslot Bevestigingsdelimeter End of frame Intermission Bus idle Fig. 10 CAN-dataframe met 11bit-identifier (bron: www.wikipedia.de - Die freie Enzyklopädie) [Hoofdstukinhouden 6.1-6.5 uit bron: www.wikipedia.de - Die freie Enzyklopädie (03-2006)] 19

CAN-Viewer Notities 20