berichten decaan School P. 4 rubriek Jean-Pierre De Bandt De muziekkapel Koningin Elisabeth. p. 6



Vergelijkbare documenten
Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen. Economie en Bedrijfswetenschappen

Thema 4: Competentiemanagement

De specifieke lerarenopleiding

De mobiliteit van talent in de socialprofitsector In-, door- en uitstroom Een onderzoek bij meer dan 4000 werknemers uit de sector

Dames en Heren hoogwaardigheidsbekleders, Waarde Collega s, Beste studenten,

foto s sina willmann haar mannetje

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Prof. dr. Katrien Antonio 3 april 2019

Jongeren ten opzichte van hun eerste job

Innovatie support gids

Aan de Schrans in Leeuwarden is één van de meest opvallende orthodontiepraktijken. van Noord-Nederland gevestigd. Daarin werkt

Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid bvba. Regionaal (de Nederlandstalige gemeenschap, voornamelijk in Gent), Nederland

Workshop opleiding op leeftijd. Margreet Verbeek

Verder in Fusie & Overnames

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen?

FISCAAL RECHT KENNIS PRAKTIJK INNOVATIE IMPLEMENTATIE

VERTROUWEN & VERANTWOORDELIJKHEID WIM VANDERSTRAETEN

Het gaf mij veel energie om een eigen evenement te organiseren.

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig

UIT arbeidsdeling

Onze belangrijkste succesfactoren

Naar de kern. Thema 1: De kern van het ondernemen ...

BRUSSEL t. Master in het tolken. Faculteit Letteren

Joost Verberk, Business Consultant en oud-trainee

Master in de journalistiek

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig

Tien jaar master(s) in het sociaal werk en sociaal beleid Een blik op het verleden, heden én de toekomst! Resultaten onderwijsproject

INNOVEREND ONDERNEMEN

Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel

Laat jou(w) Limburg zien DIT IS ZEF MAGAZINE

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

Onze belangrijkste succesfactoren

Over promo-code.be. Snelst groeiende Belgische kortingssite. Selinde Winter Account Manager Belgium

De Brusselse metropool Socio-economische scan

Aantal financials dat actief een andere functie zoekt bijna verdubbeld

BANABA ZORGMANAGEMENT

Boost uw carrière. Zo kiest u de MBAopleiding die bij u past. Deze whitepaper is mede mogelijk gemaakt door

2. Beter nu dan later

Werken in een andere sector of branche: iets voor u?

1. Samenvatting. 2. De Belgische energiemarkt. 2.1 Liberalisering van de energiemarkt

Onze belangrijkste succesfactoren

BOOST YOUR CAREER, COMPANY AND KNOWLEDGE

Meerwaarde van het gebruik van. Citymarketing. het regio-merk voor lokale bedrijven. Wim Beernaert Wim Beernaert 10 april 2012

Onthaal BACHELOR GESCHIEDENIS OPBOUW PROGRAMMA/MOTIVATIE

Geef een jongere een kans met een instapstage, omdat instappen werkt, 1

olvp ieder1 telt Kies voor jouw talent juiste accent! het

Een directeur wil geen coach?

Bedrijfsjurist in Beweging

The speed of Trust. MasterClass - Seminarie

We Are Ghent University

Studiedag Sociaal-Economische Raad Nederland & Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

Nederland zakt vier plaatsen op Human Capital Index: vaardigheden en kennis van oudere leeftijdscategorieën blijven onbenut.

Nameting Scan Mijn Bedrijf

Winnen en behouden van nieuwe cliënten

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen

Tendensen in bedrijfsopleidingen. 19 Maart 2009 Business Faculty Brussel

FULL-TIME MASTER MASTER IN HUMAN RESOURCE MANAGEMENT WORD EEN HR PROFESSIONAL DIE STRATEGISCH EN DUURZAAM KAN MEEDENKEN MET DE ORGANISATIE

Inhoud. 2 Ondernemen in een veranderende wereld. 4 Inzicht in jezelf en de ander

Voorwoord! Wie wil ik helpen?!

Logboek persoonlijk ontwikkelingsplan persoonlijk actieplan. Naam student: Maes Pieter

Europa: Uitdagingen? Prof. Hylke Vandenbussche Departement Economie- International Trade 26 April 2018 Leuven

Master in de meertalige communicatie

Congres VELOV Elementen voor de toespraak van Pascal Smet Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel Mechelen, 26 maart 2014

Bijna 7 Belgische werknemers op 10 hebben een goed evenwicht tussen werk en privéleven

Creativiteit is prioriteit

Veranderen is een noodzaak, verbeteren is een keuze (1)

10 WEB DESIGN TIPS VOOR EEN SUCCESVOLLE WEBSITE

Partnerdossier. Career Event Insurance, Actuarial

Bedrijven die investeren in sociale innovatie hebben minder last van de crisis

MKB investeert in kennis, juist nu!

Over Jos Brenninkmeijer

Navigeren in krediet- en kapitaalmarkten in beweging

Dank u wel kolonel Lambrichts, mevrouw Sybilla Dekker, Generaal, geachte aanwezigen,

Persberichten stage hogeschool Odissee

Het wijzigende juridische en fiscale kader voor ondernemingen

Europese jobmarkt herleeft

FULL-TIME MASTER MASTER IN HET MANAGEMENT ONDERSCHEID JEZELF MET EEN PRAKTIJKGERICHTE MANAGEMENTOPLEIDING

UIT de arbeidsmarkt

In samenwerking met de Federatie oudleerlingenbonden Vlaamse jezuïetencolleges & de Vlaamse koepel van jezuïetencolleges

Omvorming van het eenjarige Master in Industrial Management tot een tweejarige Master in de Technische Bedrijfskunde

De impact van concurrentie op de productmix van exporteurs

Financials met Meerwaarde

POP Martin van der Kevie

Strategisch beleidsplan Stichting Promes

DOELSTELLING VOOR ONDERZOEK EN ONTWIKKELING

Mats Werkt! DÉ CURSUS VOOR HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING OP DE WERKVLOER.

Public Administration Arbeidsmarkt

Benchmark studie Artificiële intelligentie. 3 juli 2018

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING

ONLINE SAMENWERKEN IN HET DNA VAN ACCOUNTANTSKANTOOR JOINSON & SPICE

Bedrijfsoverdracht in Vlaanderen

De meest gestelde sollicitatievragen

Het Innovatiekompas Inspiratie sessies Dr. Guy Bauwen

SAMENWERKEN MET BEDRIJVEN

Europese toppositie voor Management onderzoek van Erasmus Universiteit Rotterdam

Postacademische opleiding. Offshore windenergie Permanente vorming

Jolan. Jolanda Omvlee (42),

Focus Workshop 2 daagse

Transcriptie:

EKONOMIKA Magazine van de Ekonomika Alumni Driemaandelijks 66 ste jaargang januari - februari - maart - april 2010 Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 rubriek berichten Philippe Haspeslagh, decaan Vlerick School P. 4 Jean-Pierre De Bandt De muziekkapel Koningin Elisabeth. p. 6 Professor Marc Lambrecht Servitization als nieuwe trend in productie. p. 8 Jan Denys Voor een open en moderne arbeidsmarkt. p. 16 januari-februari-maart-april 2010 EKONOMIKA berichten 1

Business law Automotive Banking & finance Commercial law Corporate law and M&A Employment law, compensation & benefits and pensions EU, competition & regulatory IP, ICT and media law Life sciences Real estate Tax law General tax Indirect tax Private client A relationship to build on Your choice in the Benelux Loyens & Loeff is a leading, independent full service law firm offering integrated legal and tax advice. An international law firm, Loyens & Loeff counts more than 700 lawyers, tax advisors and civil law notaries in its offices throughout the Benelux and the world's major financial centres. In Belgium, Loyens & Loeff counts more than 120 lawyers. Loyens & Loeff offers a broad range of legal and tax services, mainly to corporate clients, in areas such as corporate law and M&A, tax law, commercial law, banking & finance law, real estate, employment law, employee benefits, intellectual property law, European law, competition law and dispute resolution. Loyens & Loeff differs from both local and international law firms in that it is able to combine these disciplines as equally important components. BRUSSELS Woluwe Atrium, Neerveldstraat 101-103 B-1200 Brussels T +32 2 743 43 43, F +32 2 743 43 10 www.loyensloeff.com AMSTERDAM ARNHEM ARUBA BRUSSELS CURACAO DUBAI EINDHOVEN FRANKFURT GENEVA LONDON LUXEMBOURG NEW YORK PARIS ROTTERDAM SINGAPORE TOKYO ZURICH EDitoriaal de TOEGEVOEGDE WAARDE VAN DE FACULTEIT EKONOMIKA berichten januari-februari-maart-april 2010 [ Fa Quix ] Omdat we niet àlles zelf kunnen weten en doen in deze alsmaar complexer wordende wereld is het zoeken naar geschikte partners vaak een lonende oplossing. Eigenlijk is dat in het bedrijfsleven een evidentie: samenwerken met kwaliteitsvolle klanten en leveranciers leidt er tot een win-win-situatie. Maar het gaat verder dan dat. Bedrijven zien ook steeds duidelijker de noodzaak in om extern samen te werken. Bijvoorbeeld met kenniscentra zoals de faculteiten van de universiteiten. Steeds meer wint die samenwerking veld, hetgeen niet mag verwonderen in de steeds groeiende kennisintensiteit van onze economie. Open innovatie of het delen van kennis als strategie om sterker te worden, is een toekomstgerichte strategie. De Vlerick Leuven Gent Management School is ook zo n voorbeeld. Decaan Philippe Haspeslagh verduidelijkte een en ander tijdens een lunchcauserie voor Ekonomika Brussel. U kan hierover in deze Ekonomika Berichten lezen. Interessant is dat Haspeslagh de toegevoegde waarde van zowel de KULeuven als van de UGent beklemtoont om het succes van de Vlerick school te verklaren. Onze Leuvense faculteit heeft vooral een zeer sterke academische inbreng gedaan; de UGent vooral de business aspecten. Een win-win, zo blijkt deze samenwerking nu. Ook voor onze alumniverenging is samenwerking de basis voor succes. Hierbij is onze Leuvense faculteit FEB de bevoorrechte partner. Omdat onze alumnileden terecht meerwaardezoekers zijn, kan de inhoudelijke inbreng vanuit de faculteit hiervoor een oplossing aanbieden. Anderzijds is het Ekonomika-Alumninetwerk zeer groot en van een uitzonderlijke kwaliteit: en daar kan de faculteit zeker haar voordeel mee doen. The only way is up, in de richting van alsmaar kennisintensiever, zowel in het bedrijfsleven als in het dagelijks leven. Samenwerking kan ons dus alleen maar sterker maken. Fa Quix Hoofdredacteur 2

Samen sterker in een geglobaliseerde wereld Woord van de voorzitter rubriek [ Voorzitter Freddy Nurski ] Ekonomika Alumni blijft er naar streven om goede banden te hebben met haar Alma Mater. Een nauw contact en permanent overleg zijn bijgevolg noodzakelijk. De KU Leuven heeft 4 belangrijke aandachtsgebieden om een succesvolle universiteit te blijven, in Europa maar ook in de andere werelddelen. De opleiding moet breder worden. De specialisatie van de voorbije jaren is erg ver gegaan: indien wij willen bijdragen tot het aanleveren van mensen die maatschappelijk leidinggevende functies gaan opnemen, mag een universitaire opleiding niet te specialistisch zijn, toch niet in de initiële bachelorjaren. De universiteit besteedt meer aandacht aan de capaciteit om netwerken te creëren. Het is niet voldoende om de beste te zijn, het moet ook geweten zijn en aanvaard worden. De ivoren toren moet verder worden opengesteld zodat de kennis binnen het netwerk kan worden uitgedragen. De internationalisering zet zich in een versneld tempo door: al meer dan 20% van de huidige bachelors aan de KULeuven zijn buitenlanders, waarvan de helft van buiten Europa. Onze eigen studenten moeten verder gestimuleerd worden om hun plaats op te eisen in deze Europeanisering/mondialisering. De interactie met het bedrijfsleven en met de maatschappij wordt verder geherstructureerd. Kennis moet sneller en effectiever worden overgedragen. De wisselwerking tussen universiteit en bedrijfsleven moet nog intenser worden. De alumniverenigingen, en in het bijzonder Ekonomika Alumni, hebben hier een belangrijke rol te spelen. Wij zijn de natuurlijke biotoop waar de KULeuven niet alleen haar ideeën kan toetsen, maar ze ook succesvol kan ontplooien. Faculteitskringen zijn een ideale leerschool en een kweekvijver voor latere managers. Alumni Lovanienses is een actief netwerk van meer dan 50.000 betalende leden, waarvan meer dan 3.000 economisten. Ekonomika Internationaal: meer dan 50 leden in het buitenland geven zich op als actieve ambassadeur van onze vereniging. Ons buitenlands netwerk is groot, maar nog steeds onderbenut. Onze vakgroepen brengen academici een practici op een unieke Utile Dulci manier bijeen. Deze professionele vorm van bijscholing scoort trouwens hoog op de waarderingsschaal van onze alumni. Universiteit en Alumni werken op een harmonieuze manier samen, in onze faculteit en nu ook meer en meer faculteitskringoverkoepelend: samen sterker zijn in een geglobaliseerde wereld. Uw actieve medewerking en steun aan Ekonomika Alumni en aan Alumni Lovanienses worden erg op prijs gesteld. Freddy Nurski Voorzitter 4 6 8 16 inhoud Business schools liggen onder vuur. Sommigen wijzen hen met de vinger als mede-oorzaak van de crisis. Zijn zij immers niet de grote pleitbezorgers van de bonuscultuur? Philippe Haspeslagh, decaan Vlerick Leuven-Gent Management School, weerlegt. Cultuur zonder centen is geen lang leven beschoren. Dat beseffen toplui zoals advocaat Jean-Pierre De Bandt maar al te goed. Hij gaf uitleg bij de economische onderbouw van de muziekkapel Koningin Elisabeth. U mag ook altijd uw financiële bijdrage leveren! U hoeft Prof. Marc Lambrecht niet uit te leggen dat de industrie belangrijk is voor onze welvaart. Maar meer dan wie ook beseft hij dat onze industrie voortdurend moet vernieuwen. Hij was dan ook de grote spilfiguur in het seminarie van de vakgroep Productie & Logistiek over servitization: de bundeling van producten en diensten in industriële bedrijven. Randstad-topman Jan Denys heeft een boek geschreven voor een open en moderne arbeidsmarkt: Free to work. Een zeer lezenswaardig boek, waarvan wij het tipje van de sluier lichten. En hij geeft ook tien loopbaantips. Niet te missen dus. januari-februari-maart-april 2010 EKONOMIKA berichten 3

BRUSSEL Philippe Haspeslagh: Business schools niet verantwoordelijk voor de crisis Sommigen beweren dat de business schools hebben bijgedragen tot de crisis door prestaties aan bonussen te hebben gekoppeld. Maar er bestaat geen wetenschappelijke evidentie dat er een correlatie bestaat tussen bonussen en performantie. Ook geen verband met de hoogte van de bonussen. Er is wel een correlatie tussen een veralgemeende variabele verloning en performance. Eigenlijk wijst deze discussie op een verkeerde perceptie van business schools. Wij geloven weliswaar in de free market, maar het is in eerste instantie toch onze bedoeling om onze studenten een kritische zin bij te brengen en van hen te leren van zogenaamd evidente dingen in vraag te stellen, aldus professor Philippe Haspeslagh, decaan van de Vlerick Leuven Gent Management School, en ondernemer, op een lunchcauserie voor Ekonomika Brussel op 12 maart 2010 bij GDF Suez. BRUSSEL Philippe Haspeslagh is vooral bekend van zijn periode als decaan van de vermaarde business school INSEAD in Fontainebleau. Maar dat hij daarnaast ook ondernemer is en o.a.mede-oprichter van bedrijven zoals Dujardin Foods, Procuritas, Capricorn, Quest for Growth en Vitaya is minder bekend. Thema s zoals ondernemngsstrategie, mergers and acquisitions en corporate governance zijn enkele van zijn kerncompetenties. Sinds 2008 is hij decaan van de Vlerick Leuven Gent Management School (VLGMS). EKONOMIKA berichten januari-februari-maart-april 2010 4 [ (vlnr) Michel De Bièvre (voorzitter Ekonomika Brussel), Philippe Haspeslagh (Vlerick Leuven Gent management School) en Baudouin Velge (Interel) ]

BRUSSEL Deze school staat nu 10e in de ranking van de business schools in Europa, en telt zo n 36 vaste kern-professoren, en daarnaast nog 24 andere proffen. VLGMS haalt een omzet van circa 30 miljoen euro. Haspeslagh ziet 3 prioriteiten voor VLGMS: Wij willen vooreerst supply driven zijn, dwz de faculteit uitbouwen met top-professoren. Vaak is het een hele opdracht om deze te kunnen aantrekken. Ten tweede willen wij met het Master of Business Administration program (MBA) internationaal gaan. But internationalisation starts at home : wij hebben nog een groot potentieel in Brussel en in Wallonië. En ten derde must we act and behave as Vlerick, dwz dat we aparte profit centers moeten hebben, en dat we via ons netwerk van alumni en sponsors onze toekomst moeten vrijwaren. VLGMS is trouwens al internationaal actief. In een programma is Sint-Petersburg zijn zo n 80-tal studenten in het MBA-programma, en in China (Beijing) zo n 300. Haspeslagh: Ik geloof in China. Zij beleven nu het vooruitgangsdenken dat wij in de jaren zestig bij ons gekend hebben. Ze willen vooruit en zijn bereid daar hard voor te werken. Er is daar nog een generatie voorraad aan mensen die uit de armoede moeten worden gehaald. Lesgeven aan de universiteit wordt als tweederangs beschouwd. Research is alles geworden, maar tegelijk is er soms nauwelijks nog enige relevantie van dit onderzoek voor het bedrijfsleven Philippe Haspeslagh BRUSSEL De crisis en haar oorzaken De diepere oorzaken van de huidige financiële en economische crisis zijn volgens Haspeslagh van tweeërlei aard: enerzijds de ongebreidelde rendementsdoelstellingen, zowel van grote als van kleine beleggers, en anderzijds het afglijden van de ethiek in sommige financiële instellingen. Om steeds hogere rendementsdoelstellingen te kunnen halen waren steeds risicovollere producten nodig. Helaas hebben velen de link verloren tussen rendement en risico. Dat is achteraf een kapitale vergissing gebleken. En wat de ethiek betreft, haalde productsofisticatie het op het belang van de klant. Ook aan de universiteiten is de ethiek verschoven, aldus Haspeslagh. Lesgeven wordt als tweederangs beschouwd. Research is alles geworden, maar tegelijk is er soms nauwelijks nog enige relevantie van dit onderzoek voor het bedrijfsleven. Jonge proffen hebben meestal drie vragen: hoe weinig les moet ik geven? Hoeveel en welke statistische databases heb ik te mijner beschikking. En drie: hoeveel wetenschappelijke publicaties heb ik nodig om promotie te kunnen maken? Deze evolutie aan de universiteiten beïnvloedt natuurlijk ook de cultuur aan onze business schools, al is onze invalshoek heel anders. Een business school is géén universiteit, zo besloot prof. Philippe Haspeslagh. Fa Quix januari-februari-maart-april 2010 EKONOMIKA berichten 5

BRUSSEL rubriek Jean-Pierre de Bandt: Muziekkapel Koningin Elisabeth staat voor grote uitdagingen De Muziekkapel Koningin Elisabeth is synoniem voor excellentie. Maar die excellentie behouden in de toekomst is de grootste uitdaging. Wij willen een uitzonderlijk hoog muziekonderwijs aanbieden in de derde onderwijscyclus (Masterna-Master) en dit voor uitzonderlijk beloftevolle muzikale talenten. Over een langere termijn gezien is het zelfs de bedoeling om een trendsetter te worden inzake muziekonderwijs in Europa, aldus Jean-Pierre de Bandt, voorzitter van de Muziekkapel Koningin Elisabeth en stichter van het befaamde advocatenkantoor de Bandt, van Hecke & Lagae dat vandaag onderdeel is van het internationale kantoor Linklaters. Daar is hij vandaag nog senior advisor. Jean-Pierre de Bandt sprak op 14 december 2009 voor Ekonomika Brussel in het Atrium van Suez GDF aan het prestigieuze Troonplein te Brussel. EKONOMIKA berichten januari-februari-maart-april 2010 6 De Muziekkapel Koningin Elisabeth is vooral gekend als de plaats waar de laureaten van de Koningin Elisabethwedstrijd op afzondering gaan om het verplicht stuk van de finale in te studeren (piano, zang of viool). Maar de hoofdopdracht van de Muziekkapel is het verlenen van uitmuntend muzikaal en individueel onderwijs op internationaal niveau. De selectie van de leerlingen is niet evident, maar gebeurt toch via een groot netwerk en ook via de contacten die uit de concours voortvloeien. Buitenlandse studenten komen graag: niet alleen omwille van het prestige en de kwaliteit van het muziekonderwijs, maar ook omwille van de gunstige financiële voorwaarden. Ze kunnen een studiebeurs van 12.500 euro ontvangen en logement. Vandaag zijn er 44 leerlingen, waarvan de helft Belgen. BRUSSEL Voor de toekomst zijn de uitdagingen en de ambities groot. Er wordt gedacht aan het bouwen van studio s voor niet minder dan 60 studenten op een campus van 6.600 m². Een eigen concertzaal van 500 plaatsen is voorzien. [ (vlnr) Fernand Van Lierde, Jules Ackermans, Jean-Pierre de Bandt, Fa Quix, Prof. em. Sylvain Plasschaert ] [ Michel De Bièvre en Jean-Pierre de Bandt ] De huidige muziekdisciplines worden uitgebreid met cello. Voor de hele organisatie is een investeringsbudget van 15 miljoen euro nodig. Het jaarbudget van de Muziekkapel (school + concertzaal) kan geschat worden op 4,5 miljoen euro, waarvan 80 % gebeurt uit privéfinanciering. Deze bestaat in eerste instantie uit een aantal belangrijke sponsors. Maar ook de organisatie van een honderdtal concerten per jaar zorgen voor de nodige inkomsten. In juli 2004 werd de Muziekstichting Koningin Elisabeth in het leven geroepen om een vernieuwende rol te spelen in het Belgische muzikale landschap. Krachtenbundeling stond centraal. In de nieuwe NV zijn er zes partijen (Bozar, de Munt, de Filharmonische Vereniging van Brussel, Euphonia (Muziekstichting Koningin Elisabeth), de Koningin Elisabethwedstrijd en de Muziekkapel Koningin Elisabeth). De immobiliën zijn in een aparte NV opgenomen. Het is de bedoeling om aansluiting te vinden bij topscholen zoals de Hogere Muziekschool Koningin Sofia in Madrid, de Sibelius Academie in Helsinki of het Koninklijk Muziekcollege van Londen. Fa Quix

WEST-VLAANDEREN Tabaksfabriek Gryson roltabak spint garen van de crisis: Een wereldspeler in zijn branche Drie miljoen kilogram roltabak per jaar. Export naar 55 landen Ondanks de crisis verkeren ze bij Gryson in feeststemming. De fabrikant van roltabak uit Wervik vierde in 2009 zijn 25ste verjaardag in stijl: de omzet haalde voor het eerst de kaap van 100 miljoen euro. «We bewijzen dat je als kleine speler nog kan groeien in een krimpende markt», zegt sigarenmaker Guido Vandermarliere tijdens het bezoek van Ekonomika West-Vlaanderen aan tabaksfabriek Gryson op 26 november 2009. Overnames in goede verstandhouding Op 1 juli 1984 verkocht André Gryson zijn bedrijf aan Guido Vandermarliere. Gryson verkocht zijn merk D Harelbeke P. Benoit hoofdzakelijk in West-Vlaanderen en Limburg, waar het product vooral gegeerd was bij de mijnwerkers die de tabak meenamen onder de grond om op te kauwen. In totaal gingen jaarlijks ongeveer 90.000 kilo tabak over de toonbank. In juni 1989 werd de firma Covemaeker in Houthulst overgenomen. Daar beschikte men over een grotere en moderne productiesite, in totaal goed voor een jaarproductie van 60 ton. Er werd beslist om de productie van Ieper over te brengen naar Houthulst. Ondertussen bleef de productiecurve zich in stijgende lijn handhaven: de nieuwe producten op de Belgische markt deden het steeds beter en de eerste exportmarkten (Duitsland, met het merk Blow UP, en Luxemburg met Domingo) werden aangeboord. Ondertussen schrijven we juni 1991. Dat was de periode van de overname van de firma D Heygere, gevestigd in Menen. D Heygere verkoopt zijn voornaamste merken (Broutteux, Tabac Belge) aan de Belgisch-Franse grens. Tevens wordt ongeveer een derde van de productie op de Franse markt zelf verkocht waar Le tabac du Broutteux zelfs één van de meest populaire merken was. Ondertussen wordt verder werk gemaakt van het creëren van nieuwe merken. In 1998 introduceert Gryson met enorm succes het merk Orlando in België. Tegen eind de jaren 90 wordt al naar 10 Europese landen geëxporteerd. In 2003 wordt de firma Arvic in Wervik overgenomen. De productieoppervlakte in Wervik wordt gevoelig uitgebreid en in 2004 wordt de productie van Houthulst naar Wervik verhuisd. Zoals wij konden vaststellen, is daar intussen een hypermoderne productie-unit met grote capaciteit gebouwd. Top 10 in de wereld Op vandaag wordt er naar 55 landen geëxporteerd. De verkopen blijven voortdurend in stijgende lijn gaan en 65 % van de productie wordt verkocht buiten de landsgrenzen. Met een omzet van boven de 100 miljoen euro behoort Gryson nu tot de top tien van de wereldproducenten in roltabak. Het bedrijf beschikt over een merkenportefeuille die internationaal vermaard zijn: Orlando, Domingo, Djembé, Blow Up en Fleur du Pays. Zij zijn in WEST- VLAANDEREN alle continenten te koop. Dat Ekonomika West-Vlaanderen Gryson in actie kon meemaken was te danken aan het personeel van de tabaksmaker. De werknemers uit de productie werden gevraagd om hun uren te verschuiven zodat Ekonomika het allemaal in levenden lijve kon meemaken. Voor ons is Gryson een voorbeeld van een perfecte verstandhouding tussen werkgever en personeel. Onze oprechte dank aan vader Guido & zoon Fred voor dit opmerkelijke bezoek. Naar goede West-Vlaamse traditie werd bij pot en pint de geschiedenis van de organiserende firma nog eens uit de doeken gedaan. Niko Lecluyse januari-februari-maart-april 2010 EKONOMIKA berichten 7

PRODUCTIE EN LOGISTIEK Servitization : A new Trend in After-Sales Services Servitization wordt aanzien als een nieuwe trend bij industriële bedrijven. Vooral Original Equipment Manufacturers (OEM) maken er gebruik van. Het komt erop neer dat bedrijven een geïntegreerde oplossing bieden van product en dienst (na verkoop), aldus Prof. Marc Lambrecht. Op 8 december 2009 organiseerde de Ekonomika vakgroep P&L (Productie & Logistiek) een seminarie rond servitization. Er waren vier sprekers op dit seminarie: Prof. Marc Lambrecht, Prof. Serguei Netessine, dhr. Nico Delvaux en dhr. Erik Van Esbroeck (zie foto). Dit succesvolle seminarie werd bijgewoond door een 65 tal geïnteresseerden. [ Serguei Netessine, Marc Lambrecht, Nico Delvaux en Erik Van Esbroeck ] EKONOMIKA berichten januari-februari-maart-april 2010 8 Die bundeling van producten en diensten wordt ook al eens aangeduid met de term Product Service Systems (PSS). De aangeboden diensten overstijgen de courante praktijk van het aanbieden van reserve-onderdelen. Servitization gaat veel verder. Een paar mogelijkheden: het aanbieden van preventief onderhoud, het aanbieden van upgrades, het permanent aanbieden van onderhoudsactiviteiten Productie & Logistiek waarbij de vergoeding enkel gebeurt bij het De ultieme bedoeling is uiteraard om de total cost of ownership te drukken, hetgeen positief is zowel voor de klant als voor de producent. effectief beschikbaar zijn (functioneren) van de machine (performance based), de werking van de apparatuur permanent opvolgen via remote control enz Een PSS strategie brengt een risicoverschui- ving met zich mee. De producent draagt de volle verantwoordelijkheid voor het gebruik en het functioneren van de machine. De ultieme bedoeling is uiteraard om de total cost of ownership te drukken, hetgeen positief is zowel voor de klant als voor de producent. Men probeert op die manier de motieven van producent en klant op eenzelfde lijn te krijgen. Beide partijen halen een meerwaarde uit die relatie. De klant haalt er voordeel uit omdat dit de kosten van gebruik en onderhoud van de machine moet drukken, de producent van zijn kant hoopt op die manier een winstgevende bijkomende, permanente omzet te creëren. Rolls Royce Algemeen wordt aangenomen dat de winstmarges bij diensten hoger liggen. En het onderhouden van de installed base (de machines die reeds in de markt zijn geplaatst) heeft uiteraard een belangrijk schaaleffect. Bij de voorlopers van de servitization strategie vermelden we Rolls Royce die 53 % van de omzet haalt uit aftermarket services. Rolls Royce is de

PRODUCTIE EN LOGISTIEK bedenker van de strategie Power By the Hour, een eerste zeer gekend voorbeeld van performance based denken. Vele andere bedrijven hebben dit voorbeeld gevolgd. In de USA zijn bij wet bijna alle militaire aankopen op basis van een performance based contract. Onderhoudscontracten van vliegtuigmaatschappijen, kopieertoestellen, medische apparatuur, off highway apparatuur, liften, compressoren, trein- en tramtoestellen zijn vandaag meestal gebaseerd op de nieuwe principes van servitization. Voldoende leerstof voor de vakgroep P&L om aan dit onderwerp een seminarie te wijden. Na een inleiding van Prof. Marc Lambrecht kwam als eerste spreker Prof. Serguei Netessine aan het woord. Serguei Netessine is visiting professor aan INSEAD en heeft als thuisbasis The Wharton School (University of Pennsylvania). Netessine is een wereldautoriteit op het vlak van servitization. Zijn betoog handelde vooral over de types contracten die gebruikt worden in PSS (Product Service Systems) omgevingen. Het brede aanbod van contracten gaat van cost+ contracten over contracten op basis van vaste prijzen tot contracten gebaseerd op de geleverde prestatie van de apparatuur (performance based). Daarnaast besprak hij de meest gekende gevallenstudie in dit nieuw onderzoeksdomein met name Rolls Royce. Zijn onderzoeksteam (dat nauw samenwerkt met Rolls Royce) heeft onderzocht wat de invloed is van servitization op de gemiddelde vervangingstermijn van motoren. Hieruit blijkt dat de vervangtermijn significant toeneemt. Servitization is dus ook een zeer duurzame strategie waarbij op een duurzame manier wordt omgegaan met grondstoffen, materialen en machines. Atlas Copco Als tweede spreker kwam Nico Delvaux aan bod. Nico Delvaux is algemeen directeur van Atlas Copco Compressor Technique-Service Division. Zijn betoog had vooral te maken met het concept van de service ladder of de opbouw van een hiërarchie van onderhoudscontacten. Daaraan gekoppeld is de strategie in verband met de competentie-opbouw van de techniekers. Hij ging ook in op een aantal logistieke vraagstukken die zich stellen bij het succesvol implementeren van een service strategie. Het verdient zeker de vermelding dat Atlas Copco, de sponsor is van een Leerstoel Servitization aan het Research center for Operations Management van onze faculteit economie en bedrijfswetenschappen. De titularis van de leerstoel is Marc Lambrecht. Servitization wordt aanzien als een nieuwe trend bij industriële bedrijven. Vooral Original Equipment Manufacturers (OEM) maken er gebruik van. Het komt erop neer dat bedrijven een geïntegreerde oplossing bieden van product en dienst (na verkoop) Prof. Marc Lambrecht Bombardier Productie & Logistiek Tot slot kwam Erik Van Esbroeck aan het woord. Hij is Directeur Bombardier Services Benelux. Centraal in zijn betoog stond eveneens het concept van prestatiegedreven contracten. Hij besprak de gevallenstudie service by the mile die Bombardier invoert voor treinen tramstellen. Ook hier een zeer boeiend verhaal waaruit we overduidelijk konden leren dat Rolls Royce al lang niet meer alleen staat in de strategie van servitization. De Ekonomika Vakgroep Productie-en Logistiek is erin geslaagd een zeer succesvol seminarie te brengen; een seminarie met een aantal zeer concrete positieve ideeën om onze industriële bedrijven op weg te zetten naar een nieuwe belangrijke trend. De grote opkomst van economisten actief in het bedrijfsleven wijst er op dat de thema s van de vakgroep P&L een schot in de roos zijn. Pieter Colen Marc Lambrecht Fa Quix januari-februari-maart-april 2010 EKONOMIKA berichten 9

congres VLAAMS WETENSCHAPPELIJK ECONOMISCH CONGRES 2010 Glokaal beleid in Europa - Lokaal beleid voor een globale markt: concurrentie of coördinatie binnen de EU? VOSEKO, de alumnivereniging van de economisten van de universiteit van Gent, organiseert in samenwerking met de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (UGent) en de Vereniging voor Economie het volgende Vlaams Wetenschappelijk Economisch Congres op 19 november 2010 rond het thema: Glokaal beleid in Europa - Lokaal beleid voor een globale markt: concurrentie of coördinatie binnen de EU? EKONOMIKA berichten januari-februari-maart-april 2010 10 Het uitgangspunt is dat de politieke situatie anno 2010 zich kenmerkt door het bestaan van een meerlagige overheidsstructuur enerzijds en een grote internationale openheid van markten voor producten en productiefactoren anderzijds. Concreet voor Vlaanderen is de beleidsruimte (her)verdeeld tussen de lagere overheden (gemeenten en provincies), de Vlaamse regering, de Federale regering en de Europese Unie. Zowel de Federale regering als de Europese Unie nemen dan op hun beurt nog deel aan de besluitvorming in diverse internationale instellingen. Dit is een dynamisch gebeuren waarbij voortdurend nagedacht wordt over herschikking van bevoegdheden ten einde beter in te spelen op verschillen in beleidsprioriteiten in de verschillende beleidsregio s. Dit is ook nodig om optimaal gebruik te kunnen maken van schaaleffecten in de beleidsvoering en spill-overs in de besluitvorming te vermijden. Het beleid komt tot stand in een omgeving die gekenmerkt wordt door een grote mate van mobiliteit van de productiefactoren arbeid (migratie) en kapitaal en grote invoer- en uitvoerstromen van goederen en diensten. CONGRES Dit alles kan tot verscheidene problemen leiden: 1. Beleidsdomeinen worden verdeeld over verschillende beslissingsniveaus, waardoor de besluitvorming complexer wordt en er mogelijks overlap ontstaat. Er stelt zich dus een probleem van het optimaal op elkaar afstemmen van de bevoegdheden en van het op elkaar afstemmen van de besluitvorming, de financiering van de verschillende overheden (eigen belastingen en/of ruimte voor solidariteit) enz. Gebeurt de optimale afstemming niet, dan kunnen er situaties ontstaan waarbij de effecten van een beleidsmaatregel van de ene overheid tegengewerkt worden door een maatregel 19 november 2010 van een overheid op een ander niveau. Voor de doelgroepen van het beleid die actief zijn in verschillende bestuurlijke entiteiten, kan een versnipperd beleid ook kostenverhogend werkend. 2. Mobiliteit van productiefactoren arbeid en kapitaal, van inwoners of kiezers laat deze toe om in te spelen op verschillen in beleid. Dit zorgt ervoor dat de verschillende overheden gevat zijn in een proces van institutionele concurrentie. Zij moeten een aantrekkelijk pakket aan regelgeving en een aantrekkelijke mix van collectieve voorzieningen/belastingen kunnen bieden om hun regio competitief te houden. Volgens sommige economen zal van dit proces van institutionele concurrentie een positieve weerslag uitgaan op de werking van de overheden, die op die manier zullen gedwongen worden meer aandacht te schenken aan de effectiviteit en de efficiëntie van hun optreden. Anderen vrezen eerder voor een proces van afbraak van de verzorgingstaat via een ongecontroleerd proces van deregulering en beleidsconcurrentie. Als gevolg van

congres beleidsconcurrentie kan er, bijvoorbeeld, sprake zijn van een te laag aanbod collectieve goederen, kunnen overheden angst hebben om nieuwe beleidsmaatregelen te nemen,... Om dergelijke negatieve spiraal te vermijden stellen deze auteurs hun hoop eerder op een ex ante harmonisering van het beleid. Daarvoor kunnen diverse wegen worden bewandeld: coördinatie van beleidsdoelstellingen, gemeenschappelijke beleidsinstrumenten, overdracht bevoegdheden naar een ander bestuursniveau, open coördinatiemethode. Kansen versus uitdagingen De verdere uitdieping van de globalisering brengt nieuwe kansen maar ook grote uitdagingen voor zowel ondernemingen als overheden. De globalisering en de uitbreiding van de Europese Unie confronteren ons met de beperkingen van het traditionele sociaaleconomische beleid binnen de naoorlogse natiestaat. Heel wat beleidsdomeinen zoals innovatie- en milieubeleid gaan gepaard met internationale spillover -effecten - zowel negatieve als positieve waardoor coördinatie tussen overheden essentieel wordt. Voor andere beleidsdomeinen zoals sociale bescherming en de organisatie van de arbeidsmarkt blijken afgesloten nationale systemen minder houdbaar te worden. Ook hier kan internationale coördinatie, het overhevelen van bevoegdheden naar het supranationale niveau of het introduceren van concurrentie tussen nationale systemen of binnen nationale sectoren onder bepaalde voorwaarden welvaartsverhogend werken. Net als private bedrijven dienen overheden hun rol permanent te herdefiniëren en in bepaalde gevallen drastisch bij te sturen. Of kunnen lokale en nationale overheden de uitdagingen van de globale markten probleemloos kanaliseren? Tijdens dit economisch congres stellen we de vraag in welke mate het klassieke nationale beleid met regionale vertakkingen succesvol kan inspelen op de grote uitdagingen van vandaag en morgen. In welke mate zijn beleidsprocessen en -resultaten al dan niet gebaat met introductie van meer concurrentie of een toenemende coördinatie? Hoe verandert de globalisering de organisatie en filosofie van het overheidsbeleid en wat zijn de meest relevante uitdagingen en opties voor het Belgische beleid? De bovenvermelde problematiek zal uitgewerkt worden op een aantal domeinen. 1. 2. 3. 4. 5. Belastingen en collectieve voorzieningen Arbeidsmarkt & Sociale zekerheid Energie en klimaat Innovatie en onderwijs Financieel en Monetair Beleid Voor elk van deze domeinen werd een commissie geïnstalleerd met een voorzitter. Elke commissie heeft een wetenschappelijke sessie en een sessie voor praktijkmensen. De academische sessies zijn opgebouwd rond een beperkt aantal geselecteerde papers of papers op uitnodiging. De beleids(praktijk)sessie bevat zeker iemand van de betrokken overheid, iemand uit het bedrijfsleven als doelgroep van het beleid, iemand uit de relevante internationale overheid. Deze sessie wordt ingeleid door een referaat waarin de problematiek wordt ingeleid d.m.v. een algemeen overzichtsartikel. In welke mate zijn beleidsprocessen en -resultaten al dan niet gebaat met introductie van meer concurrentie of een toenemende coördinatie? Congresvoorzitter: prof. Marc De Clercq Wetenschappelijke coördinatoren: prof. Johan Albrecht en prof. Tom Verbeke. Voorzitter van het organisatiecomité: Brigitte Mul-Van den Bossche e-mail: vwec2010@voseko.be CONGRES Meer nieuws volgt in de nieuwsbrieven. Raadpleeg ook regelmatig www.vwec2010.be Noteer alvast vrijdag 19 november 2010 met een dikke stip in uw agenda! januari-februari-maart-april 2010 EKONOMIKA berichten 11

west-vlaanderen Jos Claassen: Beaulieu is een gediversifieerde industriële groep geworden Vele mensen zien Beaulieu nog als een louter tapijtengroep. Ik moet zeggen dat dit een voorbijgestreefd imago is omdat Beaulieu het jongste decennium is uitgegroeid tot een gediversifieerde industriële groep die actief is zowel in grondstoffen als in zachte vloerbekleding zoals tapijt, maar ook in harde vloerbekleding zoals vinyl en hout, en verder ook meubelstof en steeds meer ook in technisch textiel. We werken trouwens steeds verder aan deze diversifiëring zodat wij niet een groep zijn die op één poot staat. Wel blijft het onze missie om Europese leider in vloerbekleding en meubelstoffen te blijven, en wereldwijd één van de belangrijkste spelers in deze sectoren te blijven, aldus Jos Claassen, commercieel directeur Beauflor (vinylafdeling) tijdens de nieuwjaarsactiviteit van Ekonomika West-Vlaanderen bij Beaulieu in Wielsbeke. De Beaulieu International Group, die eind jaren 50 gesticht werd door de legendarische ondernemer Roger De Clerck, is in 2005 ontstaan als een Belgische industriële groep na de fusie van vijf takken van de voormalige Beaulieu-groep. Het bedrijf is verticaal geïntegreerd met de productie van grondstoffen tot afgewerkte producten. Het wil de positie van Europese leider in vloerbekleding en meubelstoffen handhaven en ook op werekdvlak één van de belangrijkste spelers blijven. Vandaag telt Beaulieu liefst 25 productievestigingen gespreid over 8 landen en stelt zo n 3.500 mensen te werk. In 2008 (laatst beschikbaar jaar) bedroeg de omzet 1,4 miljard euro. WEST- VLAANDEREN De activiteiten van BIG kunnen onderverdeeld worden in vier categorieën: grondstoffen, zachte vloerbekleding, harde vloerbekleding, en meubelstoffen. Wat de grondstoffen betreft gaat het vanaf de granulaten (de korrels), bijvoorbeeld van polypropyleen, maar ook bv. poly vinyl, of caprolactaam. Uit dit laatste wordt nylon gewonnen dat gebruikt wordt als grondstof voor bv. tufttapijten. Op basis van deze granulaten worden inderdaad vezels en garens gemaakt, maar ook steeds meer technisch textiel zoals in Polyweave in Kruishoutem of in Beaulieu Technical Textiles in Komen. Dit zijn trouwens segmenten waarin Beaulieu jaar na jaar groeit. EKONOMIKA berichten januari-februari-maart-april 2010 12 [ Technisch textiel voor de tuinbouw ] Beaulieu Technical Fabrics

WEST-VLAANDEREN In het domein van de zachte vloerbekleding gaat het bij Beaulieu om zowel getuft tapijt als naaldvilttapijt, beide kamerbreed. Maar Beaulieu bezit ook nog een sterke afdeling van badkamermatten of badsets (Hermosa). In getuft tapijt werkt Beaulieu met sterke merknamen zoals Ideal, Berry of Noventis. Voor de harde houten vloerbekleding heeft Beaulieu productiesites in Menen (Berry Floor), in Frankrijk (Berry Decor in Bousbeque, Berry Wood in Meaulne), in Noorwegen (Alloc AS) en in USA (Alloc Inc). Voor vinyl werkt Beaulieu vanuit Wielsbeke met de merknaam Beauflor. Om te illustreren dat tapijt niet meer de belangrijkste activiteit van de BIG-groep is geeft Jos Claassen aan dat de soft flooring slechts nog voor 23 % van het geconsolideerd zakencijfer instaat. De grondstoffen (granulaten, vezels en garens, technisch textiel) nemen nu al ruim de helft van het omzetcijfer van Beaulieu International Group in. Beauflor Jos Claassen is commercieel directeur van Beauflor, de jongste telg van BIG. De activiteit is pas in november 2002 opgestart aan de Rijksweg, Beaulieu s historische site te Wielsbeke. De eigenlijke productie is pas in 2004 gestart. Enkele specifieke kenmerken maken van deze fabriek toch wel een sterke speler: het is de eerste fabriek ter wereld met een productie op 5 meter breedte. De maximum capaciteit bedraagt zowat 40 miljoen m² per jaar. Jos Claassen wijst erop dat het productieproces op het eerste zicht eenvoudig lijkt, maar toch is een vinylvloerbedekking een samenbrengen van niet minder dan 6 of 7 lagen. Het productieproces is ook een lang proces waarin bedrukking en verwarming in ovens essentiële onderdelen van zijn. De grote volumes vragen natuurlijk ook grote investeringen en zijn op zich dan weer een belangrijke barrier to entry in deze branche. Sleutelwoorden van Beauflor zijn milieu, kwaliteitscontrole en veiligheid van onze medewerkers. Jos Claassen ging vooral nader in op het aspect milieu. Alle uitstoot van de ovens wordt verbrand op ultra hoge temperatuur. De nog overblijvende rook wordt daarna gefilterd en gewassen. De hitte wordt terug aangewend als energiebron in het productieproces. Het gevolg is dat de productie kan rekenen op een laag energieverbruik en er verder ook geen uitstoot is van schadelijke rookgassen. Ik drink op de mensen die bergen verzetten die door blijven gaan met hun kop in de wind. Ik drink op de mensen die risico s nemen die blijven geloven met het geloof van een kind. Ik drink op de mensen die dingen beginnen waar niemand van weet wat de afloop zal zijn. Ik drink op de mensen die met vallen en opstaan niet willen weten van water in wijn. Ik drink op de mensen die blijven vertrouwen die van te voren niet vragen voor hoeveel en waarom. Ik drink op de mensen die door blijven douwen van doet het maar wèl en kijk naar niet om. Ik drink op het beste van vandaag en van morgen. Ik drink op het mooiste waar ik van hou. Ik drink op het maximum wat er nog in zit in vandaag en in morgen in mij en in jou. WEST- VLAANDEREN Wat de veiligheid betreft geldt voor de BIG Floorcoverings dat men conformiteit met de Europese wetgeving nastreeft, werkt met opleidingen voor de operatoren en met veiligheidsdoorgangen. Tot slot bracht Jos Claassen nog hulde aan Dirk Vyncke, zowel voor zijn succesvol ondernemerschap met Vyncke Energietechnieken in Harelbeke, maar ook met zijn visionair en sociaal ondernemerschap. Jos Claassen sloot af met de Nieuwjaarstoast die hij inzette met het lied dat Dirk Vyncke ooit bracht en dat begint met de woorden: Ik drink op de mensen die bergen verzetten, die door blijven gaan, met hun kop in de wind. (zie kader). Fa Quix januari-februari-maart-april 2010 EKONOMIKA berichten 13

ONDERWIJS Een studiedag voor leraren economie Een niet onbelangrijke groep van Leuvense economisten is actief in het onderwijs en dit op verschillende echelons. De leraren economie spelen een cruciale rol in het vormen van jonge mensen die later op één of andere wijze een maatschappelijke functie zullen uitoefenen. Het is daarbij van belang dat ze zowel de basiseconomische inzichten verwerven, als op de hoogte worden gehouden van de nieuwste economische inzichten en economische actualiteit. Om die reden organiseert e Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen jaarlijks een studiedag voor leraren economie, i.s.m. Ekonomika-Permanente Vorming en met Vliebergh-Senciecentrum, afdeling economie. De eerstkomende zal plaatsvinden op dinsdag 27 april 2010 te Leuven. Thema Programma Theorie en praktijk worden op deze zevende studiedag voor leerkrachten economie zorgvuldig verweven. In een gebalanceerd programma nemen drie voorname sprekers het woord over recente evoluties in de economie en in het economieonderwijs. Het belang van instituties en waarden in de huidige economie De Nobelprijs Economie 2009 valideerde ONDERWIJS het werk van Williamson. In het spoor van deze Berkeley econoom kadert Prof. Wim Moesen het belang van instituties en waarden. De grootte van het ambtenaren apparaat, de performantie van de overheid en de concurrentieposities worden immers allen beïnvloed door de mate waarin we spontaan een portefeuille naar de rechtmatige eigenaar terugbrengen. Een must voor eerlijke vinders. 09.15u Ontvangst met koffie 09.45u Welkomstwoord Prof. Dr. Luc Sels, decaan FEB 10.00u Het belang van instituties en waarden in de huidige economie Prof. Dr. Wim Moesen (K.U.Leuven) 11.00u Koffiepauze 11.30u Webquests als activerende didactische werkvorm Hervé Wellens (K.U.Leuven; Pedagogisch Begeleider CVO) 12.30u Broodjeslunch 14.00u Evidence based education research Prof. Dr. Wim Groot (Teachers Academy, Universiteit Maastricht) 15.00u Einde Inschrijven EKONOMIKA berichten januari-februari-maart-april 2010 14 Webquests als activerende didactische werkvorm Echt leren vereist activerende, didactische werkvormen die de leerlingen zelf aan het werk zetten. Als deze werkvormen daarenboven intelligent gebruik maken van het internet, zijn alle leerlingen gemotiveerd. Hervé Wellens geeft stap per stap aan hoe een webquest kan worden ontwikkeld en gepubliceerd. Een must voor de moderne leerkracht. Innovatie en bewijs Evidence based (of pas geloven wat echt is onderzocht) maakt recent furore in het onderwijs. Wat is een evidence based attitude? Wat is het verband tussen innovatie en bewijs? En hoe leer je dat? Prof. Wim Groot geeft aan hoe je als leerkracht onderzoeksvaardigheden kan aanscherpen. Een must voor elke nieuwsgierige leerkracht. De studiedag vindt plaats in het Hogenheuvelcollege, Naamsestraat 69, 3000 Leuven op dinsdag 27 april 2010 Deelname: 25 euro. Schrijf snel in, want het aantal plaatsen is beperkt. Schrijf u meteen online in via www.kuleuven. be/vsc (code ec24). Of telefonisch via 016 32 94 09 en stort de som van 25 euro op rekeningnummer 734-0066603-70 van K.U.Leuven. Gelieve bij de betaling duidelijk het gestructureerd nummer 400/0003/86827 te vermelden.

ONDERWIJS Inlichtingen Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen K.U.Leuven Naamsestraat 69 3000 Leuven 016/32 66 12 Dr. Kristof De Witte 016/32 66 56 kristof.dewitte@econ.kuleuven.be Loes Diricks 016/32 66 93 loes.diricks@econ.kuleuven.be www.econ.kuleuven.be/leraren www.kuleuven.be/slo-econ www.kuleuven.be/vliebergh www.ekonomika-alumni.be De SLO Economie wenst een wervingsreserve op te bouwen van gemotiveerde praktijklectoren Wil je toekomstige collega s helpen vormen? Zoek je professionele uitdaging? Kijk je er niet tegenop om mensen te begeleiden? Misschien is dit iets voor jou? Jouw functie: Je staat de SLO-verantwoordelijke bij voor de opleidingsonderdelen stage en concretisering van thema s uit de vakdidactiek. Daardoor geef je occasioneel een les aan studenten uit de SLO-economie en begeleid je enkele studenten op hun stage. Jouw profiel: - In het bezit zijn van een licentiaats- of masterdiploma EW, TEW of HIR; - In het bezit zijn van een diploma van leraar of geaggregeerde voor het onderwijs; - Minstens 5 jaar onderwijservaring; - Professioneel verbonden met de onderwijswereld, met minstens een deelopdracht effectieve klaspraktijk; - Enthousiast en belangstelling voor vakoverschrijdende pedagogische, didactische onderwerpen. B2U Lecture met Marketing als centraal thema 6 mei 2010 om 19u30 Na eerdere succesvolle edities van de Business to University (B2U) lectures rond de financiële crisis en ondernemen, gooien de studenten het over een andere boeg door te kiezen voor het interessante topic Marketing als centraal thema in deze Ons aanbod: Je wordt opgenomen in de wervingsreserve voor nieuwe praktijklectoren die een deeltijdse tewerkstelling hebben van 10, 15 of 20% (dus gemakkelijk cumuleerbaar met voltijds lesgeven). Interesse? Voor verdere informatie kan je de SLO-verantwoordelijke per email contacteren: kristof.dewitte@econ.kuleuven.be. ONDERWIJS lectures. Namen van sprekers die o.a. Yves Leterme, Axel Miller of Chris Van Doorslaer zullen opvolgen, worden binnenkort bekend gemaakt. Inschrijven via website! januari-februari-maart-april 2010 EKONOMIKA berichten 15

BOEKONOMIKA Jan Denys: Neem zelf je loopbaan in handen voor je baas dat doet Jan Denys, arbeidsmarktdeskundige bij Randstad, heeft een boek geschreven Free to work. Wie Jan kent weet dat hij graag de controverse opzoekt. Niet de controverse om de controverse, maar wel omdat hij zich stoort aan het kritiekloos bewandelen van platgetreden paden. En de arbeidsmarkt is zo n voorbeeld; er wordt nog al te vaak in clichés over gedacht. Jan is tevens een graaggelezen columnist in de krant De Tijd en De Morgen precies omdat hij stelling neemt. Ik vind dat werknemers hun loopbaan in eigen handen moeten nemen. Wie dat doet, is beter voorbereid wanneer, zoals nu in crisistijd, het fout loopt. Er op rekenen dat je je hele leven bij één en dezelfde werkgever zal werken, is geen realistisch uitgangspunt meer. Je kan dat hopen, maar de meesten onder ons zien die hoop toch een paar keer gedwarsboomd tijdens hun carrière. Op die momenten neem je maar beter het heft in eigen handen, vóór iemand anders dat voor jou doet, aldus Jan Denys in Jobat. De arbeidsmarkt is de jongste decennia erg veranderd. Werkgevers, maar ook werknemers moeten daar terdege rekening mee houden. Jan Denys schetst de veranderingen langs beide kanten, werkgevers en werknemers. EKONOMIKA berichten januari-februari-maart-april 2010 16 Onze visie op de arbeidsmarkt is uitgesproken negatief. Het is een plaats waar je je niet vrijwillig op begeeft. Wie er noodgedwongen op terecht komt is bang en onzeker. Zoals werknemers de zekerheid zoeken binnen één bedrijf, zo zochten en beleefden Deze laatsten houden er maar beter rekening mee dat bedrijven steeds meer innovatiegedreven projectorganisaties worden. Dat leidt dan ook tot innovatie in de personeelsvoorziening, aldus Denys. Op die manier investeren de bedrijven ook meer in de employability van horigen en de laten in de middeleeuwen hun zekerheid onder de hoede van de leenheer. Buiten de heerlijkheid bevond zich de boze en gevaarlijke wereld. Zoals de horigen en de laten analfabeet waren, zo zijn nu ook heel wat werknemers nog steeds arbeidsmarktanalfabeet. Ook werkgevers hebben dikwijs nog steeds een eerder middeleeuwse visie op de arbeidsmarkt. Dikwijls beschouwen zij hun werknemers toch nog een beetje als horigen en laten. [ Jan Denys, arbeidsmarktdeskundige bij Randstad ] BOEKONOMIKA hun werknemers. Zij moeten hun competenties in diverse, aansluitende projecten kunnen inzetten. Sommige bedrijven delen ook samen schaars talent in plaats van dit talent bij elkaar weg te kapen. Tijdelijk werken in een ander bedrijf is in heel wat bedrijven een onderdeel van het ontwikkelingstraject voor high potentials, zo schrijft Denys in het hoofdstuk De contouren van een moderne en open arbeidsmarkt. Opleiding en vorming in de bedrijven worden steeds belangrijker. Dat gebeurt niet alleen meer in zogn. klassieke opleidingen maar ook via competentiemanagement. Coaching en teamwerking winnen sterk veld. Dit geeft ook nieuwe kansen aan oudere, soms zeer ervaren werknemers die zich op het einde van hun

BOEKONOMIKA loopbaan vooral met coaching van jongere werknemers nuttig maken, schrijft Jan Denys. Voor ons als universitair geschoolden is deze boodschap niet alleen begrijpelijk, maar vaak ook dicht bij de realiteit. Maar wat met de zogn. kortgeschoolden? Zijn zij niet de meest kwetsbare groep op de arbeidsmarkt? En kunnen zij wel de flexibiliteit en complexiteit aan die vele jobs vandaag steeds vaker vereisen? M.a.w.: vergeet Denys deze (grote) groep werknemers niet? In zijn boek toont hij zich bewust te zijn van de problematiek van de laaggeschoolden, die in toenemende mate uit mannen bestaat. Oplossingen zijn niet eenvoudig. Voor deze groep kijkt Jan Denys sterk BOEKONOMIKA naar de overheid. Enerzijds dient deze te investeren in deze doelgroep met specifieke initiatieven (bv de dienstencheques). Anderzijds door werkbonussen toe te kennen die de kost van deze laaggeschoolde banen met vaak een lage productiviteit reduceert en toch een fatsoenlijk loon bezorgen aan de betrokkenen. Jan Denys is niet alleen een denker. Hij is ook een doener. In zijn boek blijft hij niet steken in de loutere analyse van de arbeidsmarkt. Hij doet ook concrete voorstellen om de werking van de arbeidsmarkt te verbeteren, en niet enkel lukrake voorstellen. Neen, in het negende (voorlaatste) hoofdstuk doet hij niet minder dan zestig weldoordachte voorstellen voor een open en moderne arbeidsmarkt. Over de kost van arbeid zegt Jan Denys ook heel veel zinnige dingen. Toch vindt hij dat jongeren niet altijd goed hun loonkost kunnen inschatten in het kader van een arbeidscontract. Tegenover een inkomen dat men als werknemer ontvangt staat ook een verwachting bij de werkgever van wat er voor die kost aan arbeidsprestatie, aan creatie van meerwaarde dient geleverd te worden. Van het ontbreken van dat besef sta ik soms toch te kijken. Het kan geen kwaad om jezelf af te vragen wat de zin van je job is, wat je bijdraagt tot de onderneming of organisatie. Fa Quix Free to work, Jan Denys, Houtekiet, 357 blz. 10loopbaantips 1 Volg de wet van de samengestelde intrest: hoe vroeger in je loopbaan je competenties verwerft, hoe beter. Verworven competenties vormen de basis van nieuwe. Wie achterstand oploopt haalt die nog moeilijk in. 2 1+1=3. Combineer twee specialiteiten. Het is de combinatie die je uniek maakt en je een sterkere positie op de arbeidsmarkt bezorgt. 3 Doe zoals de Nederlandse bondscoach Dick Advocaat. Overweeg de combinatie van twee jobs. Het is een vorm van risicospreiding en het bevordert employability. 4 Maak minstens één keer in je loopbaan een grondige balans op. Overweeg eventueel een tweede loopbaan. Hanteer bij het nadenken over je loopbaan een langetermijnperspectief. 5 Een nieuwe job vinden gaat het gemakkelijkst als je al aan het werk bent. 6 Gezien het belang van werk voor je identiteit is het nuttig om er regelmatig eens een uurtje over te reflecteren. 7 Bij het netwerken is geven belangrijker dan krijgen. Blijf je netwerk vernieuwen doorheen je loopbaan. 8 Voor de meeste jobs is acht jaar verblijfsduur een maximum, tenzij de job inhoudelijk sterk verandert. 9 Blijf je competenties tijdens je gehele loopbaan benchmarken met de externe arbeidsmarkt. Zorg dat je zicht blijft houden waar je op de externe arbeidsmarkt terechtkunt. Zorg ook steeds voor een plan B. Dit haal je uit de kast als plan A (je huidige baan) op de helling komt te staan. Elk nadeel heb zijn voordeel. Een periode van onvrijwillige werkloosheid kan goed uitpakken als de vrijgekomen tijd wordt geïnvesteerd in nieuwe competenties. januari-februari-maart-april 2010 EKONOMIKA berichten 17

STUDENTEN First we take Wharton, and then we take 31/07--15u50, vlucht BA 67 landt op de luchthaven van Philadelphia met aan boord vier van de zeven Leuvense studenten die de volgende vier maand Amerika hun thuis mogen noemen. Sommigen zoals ik kregen van Ekonomika Berichten een financieel steuntje in de rug om deze droom te kunnen realiseren. We hebben allen een kamer op de campus van de University of Pennsylvania, een klein beetje buiten het historisch centrum. De eerste weken hier waren overweldigend. Tussen het nog administratief in orde brengen van honderd zaken en het inrichten van mijn kamertje op de zesde verdieping stonden een hele reeks van kennismakingen en ontdekkingen te wachten. Eén van de meest memorabele activiteiten was de togaparty in het museum waarbij Ik zou wel durven stellen dat de motivatie van een Amerikaanse student hoger is dan die van de gemiddelde Leuvense student. de universiteit zo maar eventjes een volledig museum afhuurde zodat wij daar een feestje konden bouwen. Alcohol was daar natuurlijk niet te verkrijgen aangezien drinking age hier nog altijd 21 is. Iets waar verder geen enkele student zich nog iets van aantrekt. Er bestaat een hele handel in fake ID s en gratis bier is er altijd te verkrijgen op de zogenaamde Frat party s. Voor wie niet met het concept vertrouwd is, Frats zijn feestjes waar de fraternity s of sorority s (respectievelijk jongens- en meisjes- STUDENTENstudentenverenigingen) hun huizen openstellen voor feestjes met veel gratis drank waar de bier-pong tafel met de befaamde red cups ook altijd klaar staat. The real American way of partying! Maar nu even serieus: de lessen Het EKONOMIKA berichten januari-februari-maart-april 2010 18 [ Catarina Keereman tussen Edward Scissorhands en Superwoman! ]

studenten [ Philadelphia: from the sky ] Amerikaanse leersysteem is niet te vergelijken met het Leuvense. Om te beginnen kunnen de Amerikanen hun lessen min of meer volledig vrij kiezen (op een paar plichtvakken na per optie). Daardoor kan je naast je gewone economievakken ook film-, kunst- of literatuurcursussen volgen. Het systeem heeft echter zijn nadelen: door het beperkte aantal plaatsen voor bepaalde cursussen heb ik zelf twee weken moeten puzzelen en verschillende lessen volgen voordat ik definitief een uurrooster kon opstellen. Verder bevinden wij ons in zeer kleine klasgroepjes: 30-40 man. Ik zou wel durven stellen dat de motivatie van een Amerikaanse student groter is dan die van de gemiddelde Leuvense student. Wat misschien niet abnormaal is, gezien de astronomisch hoge inschrijvingskosten. De meeste studenten bereiden aandachtig hun readings voor en participeren actief in de les (wat een contrast met iedereen die wegdook in de les wiskunde van de Q). Verder worden hier naast de voorbereidende readings ook vaak groepwerkjes, assignments, midterms en quizzes naar je hoofd gegooid. Er is een vak waarvoor ik met een team een volledig business plan moest uitwerken voor een nieuwe venture. Enorm interessant, dat is zeker! Iets meer werk tijdens het jaar dus, maar daarentegen zijn het concept blok en zware eindexamens hier niet gekend. De competitiviteit van het Amerikaanse systeem laat zich ook voelen op tal van andere vlakken. Aan de universiteit worden constant leadership activities, lectures, workshops en nog veel meer georganiseerd. Bovendien zit elke student in meerdere verenigingen waar ze volledig in opgaan: vrijwilligerswerk, business-, sport-, culturele en religieuze verenigingen. De universiteit heeft trouwens ook zijn eigen volkslied dat iedereen fier op elke belangrijke culturele of sportactiviteit uit volle borst meezingt! Ik probeerde zelf zoveel mogelijk nieuwe culturele ervaringen op te pikken zoals de lokale baseballgame, een theaterstuk opgevoerd door Aan elke Amerikaanse universiteit zit elke student in meerdere verenigingen: vrijwilligerswerk, business-, sport-, culturele en religieuze verenigingen. studenten of een professionele dansshow. Ook veel reizen staan op het programma. In het STUDENTEN begin ben ik natuurlijk vooral Down Town in Philadelphia geweest om mijn eigen stad te verkennen. Philadelphia is gekend voor zijn the declaration of independence, de liberty bell en zijn overheerlijke Philly Cheesesteaks (pure fastfood maar mmmmm lekker). Verder zijn Washington en New York slechts op 2 uurtjes met de bus en ook Boston is niet al te ver. Kortom, studeren in het buitenland, en zeker in de USA, is een fantastische ervaring die ik iedereen aanraad te ondernemen. Je kan alleen maar rijker terugkomen! Het geld volgt later wel! Greets from Philly! Catarina Keereman januari-februari-maart-april 2010 EKONOMIKA berichten 19

studenten AFC kan ook uw bedrijfsprojecten uitwerken! De belangrijkste pijler van de AFC (Academics for Companies) werking is het aanbieden van projecten aan studenten en bedrijven. Projectcoördinatoren Righard Bruyns en Michiel Smeuninx proberen op deze manier projecten uit te zoeken die bedrijven wensen uit te besteden en die studenten kunnen uitvoeren. Idealiter is er voor elk vakgebied aan de faculteit een representatief project. EKONOMIKA berichten januari-februari-maart-april 2010 20 In het eerste semester 2009-2010 werden 6 projecten uitgevoerd. In totaal waren 30 studenten (AFC-leden) actief betrokken bij de uitvoering van een project. Nooit eerder waren zoveel studenten binnen 1 semester actief bezig aan een project. Gold Meat Het Gold Meat projectteam, geleid door Blerta Aliaj, telt 5 AFC leden. Gold Meat, een producent van kop- en aspikproducten wil na de Franse, de Belgische en de Duitse, nu ook de Nederlandse markt veroveren. Door middel van een hechte samenwerking met de bedrijfsleider van Gold Meat, Francis Titeca, heeft het team een enquête ontwikkeld om na te gaan hoe Gold Meat best de markt kan bewerken. STUDENTEN Het team onderzocht onder andere welke producten de potentiële klanten aanspreken, welk profiel deze potentiële klanten hebben en via welk distributiekanaal de Gold Meat producten verdeeld moeten worden. Ekonomika Alumni Onder leiding van Koen Overlaet-Michiels voerde het vijftallige projectteam voor Ekonomika Alumni een onderzoek uit naar de sterktes en zwaktes van de vereniging. Aan de hand van enkele strategische thema s werd in samenwerking met onze partners en de support van Ekonomika Alumni zelf een analysestructuur opgesteld voor zowel een kwantitatieve als kwalitatieve bevraging. Uit dit onderzoek wordt afgeleid hoe Ekonomika Alumni gepercipieerd wordt door zowel leden als niet-leden. De resultaten uit de enquête zullen in een volgende stap gebruikt worden als input voor workshops waarin de Alumni zelf de vereniging verder kwalitatief zullen evalueren. Innovatiecentrum Vlaams Brabant Het projectteam dat een brand health check uitvoerde voor het Innovatiecentrum Vlaams- Brabant bestond eveneens uit 5 leden, onder leiding van Jasper Kerremans. Zij voerden een bevraging uit bij klanten en niet-klanten van het Innovatiecentrum om zo onder andere te peilen naar de bekendheid, de spreiding van klanten, etc. Het team voerde het volledige proces uit van het opstellen en uitvoeren van de enquête, tot aan de resultatenverwerking en presentatie van de gevoerde analyse. Zij kregen hierbij steun van Bas Sturm, manager van het Innovatiecentrum, en prof. Koenraad Debackere (o.a. managing director KUL R&D, voorzitter van Leuven Inc.). Begijnendijk Het team van 4 AFC leden met projectleider Charlotte Moerman maakte een strategische denkoefening voor de gemeente Begijnendijk. Er werd gezocht naar verschillende manieren om de gemeente te verjongen, te activeren en de zelfstandigen te verenigen en enthousiast te maken om de gemeenschap samen te brengen bij grote evenementen. Naast het vele creatieve en strategische denkwerk, is er ook een bevraging gebeurd bij de bevolking (zowel inwoners als zelfstandigen) om te informeren wat hun wensen en klachten zijn. Het team heeft hier bovendien ook moeten leren werken met gegeven ruimtelijke, geografische, etnologische en politieke beperkingen. Dit is natuurlijk een surplus aan bagage die ze overhouden aan het project. ALS Het vijfkoppig AFC projectteam dat onder leiding van Jens Mahieu het ALS-event bestudeerde, maakte in opdracht van Johan Gheyssens en decaan Luc Sels een scenario analyse over een te organiseren event.