WAARDERING VAN DE ASSURANTIEONDERNEMING Inleiding voor LAC Zuid Mr J.W.J. Adriaanse 10 mei 2007
Inhoud: Waarderingsmethoden Rekenvoorbeeld Wet financiële dienstverlening Wet financieel toezicht Gevolgen veranderingen Vervolg rekenvoorbeeld
Waarderingsmethoden Welke methoden zijn gangbaar? Factormethode Intrinsieke waarde Rentabiliteitswaarde Discounted cash flow methode ( DCF)
Factormethode Eenvoudige methodiek Gebaseerd op de zogenaamde SER-norm (regeling van Minister van Financiën tot uitvoering van artikel 14 lid 4 van Wabb) Geschikt voor de waardering van kleine portefeuilles of een deel van een portefeuille Onderdeel van de berekening van de intrinsieke waarde van een assurantieonderneming
Oorsprong van de factormethode Bedrijfseconomische grond Achtergrond relaties verzekeraar tussenpersoon bescherming tussenpersoon Wettelijke basis in WAB / Wabb Artikel 18 lid 1 / Artikel 14 lid 4 Ministeriële regeling (SER norm)
Factormethode, hoe werkt dat? 3 criteria: Bewerkelijkheid Behoud Contractsduur
Toepassing van de factormethode door de jaren heen Vóór r jaren 90 sky high in de jaren 90 Back to earth vanaf 2001
Intrinsieke waarde Waardering op basis van de nettovermogenswaarde van een onderneming Actuele waarden activa en passiva Momentopname van de onderneming
Rentabiliteitswaarde Waardering op basis van het netto bedrijfsresultaat na belasting van een onderneming Gebaseerd op de rendementseis die de koper heeft ten aanzien van de onderneming Berekening op basis van recente jaren en serieuze goed onderbouwde prognoses van komende jaren
Weging van Intrinsieke waarde en Rentabiliteitswaarde Rekening houden met de specifieke aspecten van bedrijfsmiddelen ( portefeuille! ) Mede gebaseerd op de rendementseis die de koper heeft ten aanzien van de onderneming Door toenemend belang van rendement van een investering weegt rentabiliteit zwaarder dan intrinsieke waarde: verhouding bijvoorbeeld 2:1
Discounted cash flow methode ( DCF) Waardering op basis van de verwachte kasstromen van een onderneming Berekening op basis van serieuze goed onderbouwde prognoses van komende jaren waarbij op basis van het laatste geprognosticeerde jaar wordt doorgerekend naar de toekomst DCF wordt niet of nauwelijks in onze branche toegepast; onzekerheid over toekomstige kasstromen?
Rekenvoorbeeld (BV) Omzet Doorlopende provisie 650.000 Afsluitprovisie leven 500.000 1.150.000 Balans Overige activa 365.000 Overige passiva 305.000 EV 60.000
W en V 2006 Provisieomzet 1.150.000 Kosten 850.000 Winst vb 300.000 Vpb (25,5%) 76.500 Winst nb 223.500
Waardeberekening factormethode Doorloopprovisie assurantieportefeuille 650.000 Gemiddelde factor: 3 Waarde van de assurantieportefeuille 1.950.000
Waardeberekening Intrinsieke waarde Zichtbaar EV onderneming 60.000 Assurantieportefeuille (factor 3) 1.950.000 2.010.000 Latente belasting (15%) 292.500 1.717.500
Waardeberekening rentabiliteitswaarde Winst na belasting 223.500 Rentabiliteitseis: Rentecomponent 4 Risicocomponent 10 Rentabiliteitsfactor 100/14= 7 Rentabiliteitswaarde onderneming 1.564.500
Waardeberekening weging IW/RW Zichtbaar EV 60.000 Assurantieportefeuille (650.000 x 3) 1.950.000 Intrinsieke waarde 2.010.000 Lat. Belastingclaim (15%) 292.500 1.717.500 Winst nb 223.500 Rentabiliteitsfactor *7 Rentabiliteitswaarde 1.564.500 Weging IW/RW 1 x 1.708.500 + 2 x 1.564.500 = 1.615.500 3
Verschillen Factormethode 1.950.000 Intrinsieke waarde 1.708.500 Rentabiliteitswaarde 1.564.500 Gewogen waarde intrinsiek/rentabiliteit 1.615.500
Wet Financiële dienstverlening (Wfd) Elementaire zaken Vervanging Wabb Vergunningenstelsel Autoriteit Financiële Markten
Wet Financieel toezicht (Wft) Elementaire zaken Integreren van toezichtwetten Omzetting afsluitprovisie > doorloopprovisie Transparantie van beloning Wijziging termijn van terugboekrisico
Elementaire zaken in de Wft (2) Omzetting van afsluitprovisie naar doorloopprovisie Maximering van afsluitprovisie op 50% van de totale provisie Overgangsregeling: afsluitprovisie doorloopprovisie Voor 1 januari 2008: 80% 20% Vanaf 1 januari 2008: 70% 30% Vanaf 1 januari 2009: 60% 40% Vanaf 31 december 2009: 50% 50%
Elementaire zaken in de Wft (3) Transparantie van beloning Geldt voor complexe producten (leven) Bemiddelaar of adviseur moet aan de cliënt informatie geven over zijn beloning Bedrag aan afsluitprovisie Bedrag aan jaarlijkse doorloopprovisie en aantal termijnen Aard van eventuele andere niet-productgebonden beloning
Elementaire zaken in de Wft (4) Informatie moet worden gegeven voorafgaand aan de totstandkoming van overeenkomsten; dat betekent voor het beslissingsproces van de consument Hoe en wat? Schriftelijk of via duurzame informatiedrager Kosten, risico s en provisie in onderlinge samenhang Niet-productgebonden beloning: eenvoudig, bondig, begrijpelijk
Wat zijn de gevolgen van de veranderingen voor de waarde van uw kantoor? Waardedrukkend? Lagere rentabiliteit Groter aanbod portefeuilles Geringere oversluitmarkt Waardeverhogend? Professionalisering van kantoren Meer doorloopprovisie Toename polisdichtheid
Rekenvoorbeeld 2006 2010 2015 Portefeuille: Doorlopende provisie 650.000 720.000 845.000 Afsluitprovisie leven 500.000 250.000 250.000 1.150.000 970.000 1.095.000 Balans overige activa 365.000 Overige passiva 305.000 EV 60.000
W en V 2006 Provisie 1.150.000 Kosten 850.000 Winst vb 300.000 W en V 2010 Provisie 970.000 Kosten 850.000 Winst vb 120.000 W en V 2015 Provisie 1.095.000 Kosten 850.000 Winst vb 245.000 Vpb 76.500 Winst nb 223.500 Vpb 30.600 Winst nb 89.400 Vpb 62.475 Winst nb 182.525
Waardeberekening 2006 ZEV 60.000 AP (650.000 x factor 3) 1.950.000 Intrinsieke waarde 2.010.000 Lat. bel. (15%) 292.500 1.717.500 Winst nb 223.500 Rentabiliteitsfactor 7 Rentabiliteitswaarde 1.564.500 Weging IW/RW 1 x 1.708.000 + 2 x 1.564.500 = 1.615.500 3
Waardeberekening 2010 ZEV 60.000 AP (720.000 x factor 3) 2.160.000 Intrinsieke waarde 2.220.000 Lat. bel. (15%) 324.000 1.896.000 Winst nb 89.400 Rentabiliteitsfactor 7 Rentabiliteitswaarde 625.800 Weging IW/RW 1 x 1.708.000 + 2 x 625.800 = 1.049.200 3
Waardeberekening 2015 ZEV 60.000 AP (845.000 x factor 3) 2.535.000 Intrinsieke waarde 2.595.000 Lat. bel. (15%) 380.250 2.214.750 Winst nb 182.525 Rentabiliteitsfactor 7 Rentabiliteitswaarde 1.277.675 Weging IW/RW 1 x 1.708.000 + 2 x 1.277.675 = 1.590.033 3
Verschillen Waarde 2006 1.615.500 Waarde 2010 1.049.200 Waarde 2015 1.590.033
Conclusies Mogelijk financieel moeilijke tijden voor intermediair met focus op leven- en spaarproducten en hypotheken Waardering op basis van rendement/rentabiliteit en slechts in geval van kleine portefeuilles op basis van de factormethode; de factormethode is selectief toepasbaar Stagnatie of zelfs tijdelijke terugval van de waarde van portefeuilles door teruglopende rentabiliteit en groter aanbod in de markt
Maar: Financieel toezicht zal rust in de financiële branche brengen Vakbekwaamheid en vertrouwen worden sleutelbegrippen Voor deskundige financiële adviseur blijft een goede toekomst weggelegd Minder maar gekwalificeerde, betere adviseurs