Augustus 2014. Authors Jana Bens, Dorien Baelden Affiliation SMIT (Vrije Universiteit Brussel) ISBN **********

Vergelijkbare documenten
Praktische gids voor het gebruik van sociale netwerksites

WELKOM OP HET ADLIT KICK-OFF EVENT Vrijdag 24 oktober 2014 Living Tomorrow

Mediawijs materiaal voor leerkrachten: algemeen

Aan de slag met Social Media

EU keurt nieuw Programma veiliger internet goed: 55 miljoen euro om het internet veiliger te maken voor kinderen

Hoe bedrijven social media gebruiken

Naar een mediawijs competentieprofiel voor begeleiders van openbare computerruimtes 14/11/13 1

18 december Social Media Onderzoek. MKB Nederland

Social Media Marketing

Media en creativiteit. Winter jaar vier Werkcollege 7

INFANO VZW : SOCIALE MEDIA POLICY

Leeftijdcheck (NL) Age Check (EN)

Iedereen kan Facebook-en, toch?

Begrijp je doelgroep en connect Search en Social voor de opbmale klant beleving

Werken met de binnen het Eye-project ontwikkelde toolbox

Resultaten Gezondheidszorg

Social Mediaprotocol

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate

Wegwijzer. Mediawijs materiaal voor leerkrachten

Risicofactoren, zelfbescherming en invloed van sociale context (6 oktober 2011) Sofie Vandoninck, K.U.Leuven

Published in: Onderwijs Research Dagen 2013 (ORD2013), mei 2013, Brussel, Belgie

ICT -idee 1. Om met Themeefy te kunnen werken moet je eerst een account aanvragen. Het aanvragen van een account is gratis en gaat als volgt.

CODE OVER HERKENBAARHEID VAN NATIVE ADVERTISING EN AANVERWANTE COMMERCIELE COMMUNICATIE

Contentstrategie. Haal meer waarde uit je content

Prof. dr. Pieter Verdegem (MICT)! Het meten van sociale mediawijsheid meet #(sociale)mediawijsheid2.0!

ANALYSE CAMPAGNE HOLIDEA-FEED

Antwoorden - Basis Digiveiligheid 2016 Nr Vraag Antwoord a Beschrijf in het kort wat er gebeurt als je Instant Messaging gebruikt:

een kopie van je paspoort, een kopie van je diploma voortgezet onderwijs (hoogst genoten opleiding), twee pasfoto s, naam op de achterkant

Strategieplan Happie. Happie met elkaar!

Om Facebook, Twitter, Instagram en LinkedIn zakelijk goed te kunnen inzetten, organiseren wij de onderstaande 3 workshops.

General info on using shopping carts with Ingenico epayments

Sociale Media voor beginners. starten met sociale netwerken

20/11/2013. Jongeren en sociale media(wijsheid) Michaël Opgenhaffen, IMS, KU Leuven - Antwerpen Move-IT, 20/11/13. Leven in media

Profile visitors NRC Q

Firewall van de Speedtouch 789wl volledig uitschakelen?

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Profielen van mediageletterdheid. Een exploratie van de digitale vaardigheden van burgers SEIZOEN in Vlaanderen. Steve Paulussen IBBT-MICT, UGent

GELOOFWAARDIGHEID is de sleutel tot succesvolle interne communicatie. April Concrete tips voor effectieve interne communicatie

Taco Schallenberg Acorel

Is digitaal het nieuwe normaal? Een onderzoek bij kansengroepen naar hun gebruik van internet en sociale media voor arbeidsbemiddeling

Historiana s gebruikershandleiding

Privacybeleid gebruiksvoorwaarden cookiebeleid

ESSAY. Hoe kan Oxford House efficiënter online communiceren naar zijn potentiele opdrachtgevers? Essay. Lexington Baly

VMBO praktische leerweg VMBO theoretische leerweg HAVO VWO

Mama, mag ik op t internet?

Handleiding beheer lijst.hva.nl. See page 11 for Instruction in English

42 reacties. Overzicht. Aan welke sociale netwerken neemt u deel? Welke social media kent u? Dit formulier bewerken. Alle reacties weergeven

Woonzorgcentrum Heemzicht. Sociale media reglement Woonzorgcentrum Heemzicht. Document YSNP 43058: Reglement Sociale Media medewerkers Revisie 3.

Het buitengewone dagdagelijks maken Over cultuur, media en emancipatie

Jongeren & Nieuwe Media Dag van de opvoeder

Ontdek de geheimen van: Social Media

Understanding and being understood begins with speaking Dutch

Ons privacybeleid. Persoonsgegevens

EU Kids Online onderzoek internetgebruik en -vaardigheden, en online risico s bij 9- tot 16-jarigen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Protocol Social Media

PROMOOT UW SITE OP SOCIALE MEDIA TIPS & TRICKS

ICT: HOOFDROLSPELER OF BACKSTAGE ASSISTANT? Steven Van Uffelen INCA Networks NV

Het beheren van mijn Tungsten Network Portal account NL 1 Manage my Tungsten Network Portal account EN 14

Producten mediawijsheid de Bibliotheek Midden-Brabant

Engels op Niveau A2 Workshops Woordkennis 1

GO SOCIAL! Het e-boek en de uitgeverij als sociaal netwerk.

Maillijsten voor medewerkers van de Universiteit van Amsterdam

Lisa Brille en Sara Claerhout

Uw mening over gaswinning uit het Groningen-gasveld: Onderzoeksresultaten fase 2 Hoekstra, Elisabeth; Perlaviciute, Goda; Steg, Emmalina

Inbound Marketing Expertise

LinkedIn. Voor Utrechtse initiatieven die bekender willen worden

belang van je personal branding

Print & Tablets A healthy future together. Nancy Detrixhe, Research Manager

Facebook voor beginners: aan de slag met een Facebook Bedrijvenpagina.

Naar e-inclusieve digitaliseringsprocessen. Een radicaal digitaal programma op maat van elke burger

Twitter. Aan de slag met Twitter. Gemma Kregting & Astrid de Best

Services. Kwettr Communicatie Kwettr Marketing Kwettr Data Analyses

Grip op reclame Social Media

voor UZ Leuven-medewerkers

Comics FILE 4 COMICS BK 2

Sociale netwerksites op het werk

Wat leuk dat je wilt werken met Glogster ( Maar wat is het?

Media. Enquête mediagebruik op Sigo

o Theo Glaudemans Business Refresher o Rens Eijgermans Business Refresher rens.eijgermans@limebizz.nl

E-communication 4 social work

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Sociale media reglement leerlingen Elan Onderwijsgroep januari 2018

WORKSHOP. Adverteren binnen sociale media: het samenstellen van de optimale mix. Copyright 2012, iprospect, Inc. All rights reserved.

Cookieverklaring Bel Group

Stefan Lamberigts Solution Advisor Data Platform. Michiel Coox Solution Advisor Productivity

Wat gaan we proberen op te lossen? Hoe kan TOS effectief marketing gebruiken om de juiste doelgroepen te bereiken?

Zelfcertificeringsvragen ZegelGezond

Online Marketing Vraagstuk: Social Media Marketing Datum: juni 2016

Sociale Media & Onderwijs The future is now invissible

Deze vragenlijst bestaat uit zes onderdelen, A t/m F.

Mediaplan als onderdeel van het Leesplan, toegespitst op informatievaardigheden

Reglement Sociale Media Leerlingen

Puzzle. Fais ft. Afrojack Niveau 3a Song 6 Lesson A Worksheet. a Lees de omschrijvingen. Zet de Engelse woorden in de puzzel.

Arjan Marsman 6 jaar Webplace4u. Voorstellen

Internet of Things: De ethische implicaties van altijd in het netwerk te zitten

Tim Akkerman - Head of Mobile

Transcriptie:

Sociale media & privacy: vertaling van de EMSOC onderzoeksresultaten naar de praktijk. Een overzicht van tools voor monitoring, beleid, sensibilisering en educatie. D3.3.2 Augustus 2014 Authors Jana Bens, Dorien Baelden Affiliation SMIT (Vrije Universiteit Brussel) ISBN **********

EMSOC User Empowerment in a Social Media Culture T + 32 (0)2 629 16 14 E info@emsoc.be W www.emsoc.be Twitter #emsocnews Powered by IWT

Inhoud 1 INLEIDING... 4 2 VERTALING VAN DE WP3- BEVINDINGEN NAAR DE PRAKTIJK... 5 2.1 MONITORING... 5 Methodologische toolbox voor het meten van sociale mediageletterdheid... 5 2.2 BELEID EN REGULERING... 7 White Paper voor sociale mediawijsheid... 7 2.3 SENSIBILISERING... 9 Sensibiliseringscampagne rond online privacy in samenwerking met het departement onderwijs... 9 Campagne Vree Mediawijs... 12 2.4 EDUCATIEVE TOOLS... 13 EHBO- kit voor privacy & sociale media... 13 Beslissingsboom voor sociale media op de werkvloer... 14 Praktische juridische gids over gebruiksvoorwaarden van sociale netwerksites... 15 3 BESLUIT... 17 4 LIJST VAN GERAADPLEEGDE WERKEN... 19 5 BIJLAGE... 20 3

1 Inleiding In dit rapport bespreken we de verschillende activiteiten die EMSOC ondernomen heeft om de bevindingen uit het derde werkpakket Privacy te vertalen naar de praktijk. We behandelen achtereenvolgens de tools voor monitoring, beleid, sensibilisering en educatie die binnen het EMSOC project ontwikkeld werden. In deze deliverable zal dus niet gefocust worden op inclusie en geletterdheid, de twee andere inhoudelijke thema s die binnen EMSOC bestudeerd worden, naast privacy. Op het vlak van geletterdheid zullen wel concrete aanbevelingen gedaan worden voor beleid, sensibilisering en onderwijs in deliverable 2.3.1 en zal een model voor monitoring worden voorgesteld in deliverable 2.3.2. Binnen het werkpakket inclusie zullen eveneens enkele aanbevelingen voor beleid worden gedaan en indicatoren voor het monitoren van inclusie en diversiteit worden voorgesteld, en dit in deliverables 1.3.1a, 1.3.1b en 1.3.1c. Als eerste bespreken we de monitoring tool voor privacy- en sociale mediageletterdheid die door iminds- MICT (UGent) ontwikkeld werd. Concreet gaat het hier om een set kaarten die organisaties methodologisch op weg helpt om de sociale mediageletterdheid van hun doelgroep te meten. Vervolgens kijken we naar de tools die binnen EMSOC door iminds- ICRI (KU Leuven) werden ontwikkeld voor beleid en regulering, met name de White Paper voor sociale mediawijsheid. Hoewel dit document meer topics dan privacy alleen behandelt, is het privacy aspect wel prominent aanwezig in heel wat aanbevelingen. De derde sectie handelt over de sensibiliseringstools, welke door iminds- SMIT (VUB) ontwikkeld werden. Hier bespreken we enerzijds de sensibiliseringscampagne rond online privacy die in samenwerking met het departement onderwijs in het najaar van 2014 zal worden gelanceerd, en anderzijds de campagne Vree Mediawijs, waarbij verschillende filmpjes zowel via de openbare omroep als via het internet verspreid werden. Tot slot gaan we dieper in op drie tools die privacy op een educatieve manier adresseren. Ten eerste behandelen we de EHBO- kit voor privacy & sociale media, een poster die gebruikers naar de juiste online informatie moet leiden. Ten tweede wordt de beslissingsboom voor sociale media op de werkvloer besproken. Deze beslissingsboom wijst werkgevers en werknemers op hun rechten en plichten met betrekking tot sociale mediagebruik op en naast de werkvloer. Tot slot hebben we het ook over de praktische juridische gids (ontwikkeld door ICRI) die gebruikers helpt bij het begrijpen van de gebruiksvoorwaarden van sociale netwerksites, die vaak in moeilijk begrijpbare taal geschreven zijn. 4

2 Vertaling van de WP3- bevindingen naar de praktijk 2.1 Monitoring In deze sectie gaan we dieper in op de privacy monitoring tool die ontwikkeld werd binnen het EMSOC project door iminds- MICT. Zoals vooropgesteld in het onderzoeksvoorstel, werden relevante privacy- indicatoren geïdentificeerd als input voor een monitoring instrument, waarin gepeild kan worden naar de vaardigheden en kennis van sociale mediagebruikers over privacy, evenals de privacydreigingen die zij zelf ervaren. Op die manier krijgt men inzicht in de risico s waar mensen zich niet bewust van zijn en dus op ingezet dient te worden. Methodologische toolbox voor het meten van sociale mediageletterdheid Organisaties die werken rond privacy- of mediageletterdheid weten vaak niet goed over welke vaardigheden en kennis de doelgroep al dan niet beschikt. Deze organisaties hebben nood aan een toolbox die als houvast kan dienen bij het meten van mediawijsheid. Daarom wordt er momenteel, op basis van EMSOC onderzoek, gewerkt aan de realisatie van een dergelijke box. Hadewijch Vanwynsberghe (iminds- MICT) ontwikkelde in het kader van het EMSOC project en haar doctoraat een survey die de sociale mediageletterdheid van de Vlaamse bevolking op Facebook en Twitter in kaart bracht. Deze survey dient nu als fundament voor de toolkit voor het meten van sociale mediageletterdheid. Deze survey liep van mei tot juni 2014 en werd ingevuld door 2332 participanten. Het ging om een online vragenlijst die verspreid werd via e- mail en sociale media en ingevuld kon worden door iedereen ouder dan 16 jaar. De gemiddelde leeftijd van de respondenten was 41 jaar (SD = 16.202) en de survey werd ingevuld door praktisch evenveel vrouwen (49,4%) als mannen (50,6%). Zowel mensen die sociale media gebruiken als mensen die dit niet doen namen deel. In de steekproef konden acht groepen mensen onderscheiden worden: de nieuwe Facebookgebruikers, de nieuwe Twittergebruikers, de voorzichtige Facebookgebruikers, de voorzichtige Twittergebruikers, de roekeloze Facebookgebruikers, de roekeloze Twittergebruikers, de gewoonte Facebookgebruikers, en de kritische Facebookgebruikers. Deze clusters verschillen naargelang technische, cognitieve en affectieve competenties met betrekking tot sociale mediageletterdheid (Vanwynsberghe, in voorbereiding). Hoewel deze survey niet uitsluitend peilde naar de privacygeletterdheid van sociale mediagebruikers, was het privacy aspect wel duidelijk aanwezig in de vragenlijst. Zo kwam privacy onder meer aan bod bij de vragen Welke dingen storen je aan sociale netwerksites?, Hoe goed ben je in het uitvoeren van de volgende activiteiten en Welke van de volgende zaken denk je dat 5

Facebook doet?. Een volledige lijst van de privacy gerelateerde vragen werd opgenomen als bijlage (appendix 1) bij dit rapport (Vanwynsberghe, in voorbereiding). Aangezien deze survey een waardevolle tool is om de sociale mediageletterdheid van Facebook- en Twitter- gebruikers te monitoren, werd besloten om een praktische methodologische toolbox te ontwikkelen die eenvoudig gebruikt kan worden door actoren in het veld. De toolbox bestaat uit een set kaarten die men kan raadplegen wanneer men op zoek is naar een gepaste manier om sociale mediageletterdheid te meten. Elke kaart bevat een beschrijving van een methode, de voor- en nadelen, het gebruik van deze methode in eerder onderzoek, en mogelijke vragen en indicatoren voor het meten van sociale mediageletterdheid, zowel voor Facebook als voor Twitter. Methoden zoals surveys, interviews en netwerkanalyse komen in deze set aan bod, maar de kaarten rond de survey methode zijn wel het talrijkst. Om de kwaliteit van deze laatste methodologie in de toolbox te garanderen, werd bepaald welke items uit de grootschalige EMSOC survey de beste indicatoren zijn voor sociale mediageletterdheidscompetenties. Daarvoor werd gekeken naar de convergente en discriminerende validiteit van de vragen. De correlaties tussen de items binnen eenzelfde vraag werden vergeleken met correlaties tussen items van verschillende vragen die dezelfde competentie maten. Vervolgens werd de interne consistentie van de survey geëvalueerd, op basis waarvan bepaalde items, die niet voldoende bijdroegen tot het meten van sociale mediageletterdheid, verwijderd werden. Tot slot werd een bevestigende factoranalyse uitgevoerd om de overblijvende items te valideren en het aantal items, nodig om latente sociale mediawijsheidscompetenties te meten, te reduceren (Vanwynsberghe, in voorbereiding). De toolbox helpt organisaties of personen die sociale mediageletterdheid willen meten, een gepersonaliseerde methode samen te stellen, gebaseerd op de eigen behoeftes en wensen. Dit kan organisaties helpen bepaalde privacydreigingen te identificeren zodat zij kunnen inspelen op bestaande noden bij hun doelpubliek. De bedoeling is om deze methodologische toolbox als een vorm van strategische disseminatie binnen het EMSOC project te verspreiden naar de relevante stakeholders. Het werken met indexkaarten in de toolbox laat bovendien toe om de set uit te breiden indien nodig. Stakeholders kunnen dan zelf aanpassingen maken of nieuwe methodes toevoegen, aangezien de box ook verschillende blanco kaarten zal bevatten (Vanwynsberghe, in voorbereiding). De toolbox voor sociale mediageletterdheid is momenteel nog in ontwikkeling. De indexkaarten zullen onder handen genomen worden door een grafisch ontwerper die zal zorgen voor een aantrekkelijke look. Daarna zal de toolbox verspreid worden naar de relevante stakeholders. 6

2.2 Beleid en regulering In deze sectie gaan we dieper in op de zaken die EMSOC ontwikkeld heeft die van belang zijn voor het beleid. Daarbij wijzen we op het belang van een evidence- based policy aanpak, waarbij beleid gestoeld is op aanbevelingen die op basis van wetenschappelijk onderzoek gedaan worden. Op die manier kunnen beleidsmakers er zeker van zijn dat wat ze doen ook werkelijk de moete waard is en dat het op de best mogelijke manier gedaan wordt (Davies et al., 2000). Zoals vooropgesteld in het onderzoeksvoorstel formuleren we aanbevelingen voor beleid en regulering omtrent privacy awareness, privacy regulering en de bescherming van persoonlijke gegevens. White Paper voor sociale mediawijsheid In het najaar van 2014 verschijnt een White Paper (Donoso & Verdoodt, in voorbereiding) met aanbevelingen voor beleid en regulering omtrent sociale mediawijsheid, gebaseerd op alle EMSOC onderzoeksresultaten van de afgelopen vier jaar. Deze White Paper is een belangrijke tool die ondersteuning kan bieden bij de beleidsvorming. Dit document kwam tot stand door interne workshops met de onderzoekers betrokken binnen het EMSOC project. De voorlopige resultaten van deze White Paper zullen op vrijdag 10 oktober 2014 voorgelegd worden aan de ACU- leden, externe experts en de EMSOC- onderzoekers. Deze externe workshop dient niet enkel om de voorlopige resultaten te valideren, maar eventueel ook om nieuwe inzichten te vergaren. De resultaten omtrent beleid en regulering in dit rapport zijn bijgevolg provisoir en moeten als dusdanig gelezen worden. Hoewel de White Paper over sociale mediawijsheid ruimer gaat dan het privacy aspect alleen, is privacy wel een belangrijk element bij heel wat aanbevelingen. Een eerste aanbeveling rond privacy gaat over het belang van een bedrijfsbeleid rond sociale media op de werkvloer. Mensen gebruiken sociale media in toenemende mate voor zowel private als professionele doeleinden en er ontstaat dan ook een spanningsveld tussen beide soorten gebruik. Sociale media hebben de lijnen tussen wat privaat en zakelijk is in een zekere mate doen verdwijnen, en dat maakt dat het voor werknemers en gevers niet altijd duidelijk is wat nu wel en niet kan en dat kan dan weer privacyproblemen met zich mee brengen. Daarom wordt er in de White Paper gepleit voor de ontwikkeling van duidelijk en goed gecommuniceerd beleid rond sociale media binnen het bedrijf, bij voorkeur in combinatie met een training voor de werknemers. Daarnaast hebben werkgevers en werknemers ook baat bij een verduidelijking van de bestaande wetgeving omtrent sociale media op de werkvloer. Een grotere transparantie over de voorwaarden van sociale mediagebruik op het werk zou beide partijen ten goede komen (Donoso & Verdoodt, in voorbereiding). Transparantie is ook op andere vlakken belangrijk en daarom gaan verschillende privacy gerelateerde aanbevelingen over dit onderwerp. Zo zijn de gebruiksvoorwaarden van sociale netwerksites niet erg toegankelijk en zijn meer gebruiksvriendelijke formaten en teksten dan ook 7

erg welkom. Men moet op zoek naar meer effectieve manieren om dergelijke belangrijke juridische informatie te presenteren. Zo kan copyright info misschien wel weergegeven worden wanneer dit voor de gebruiker van toepassing is, in plaats van slechts eenmalig in de moeilijk verstaanbare gebruiksvoorwaarden. Bovendien is het belangrijk dat wijzigingen in het beleid worden gecommuniceerd naar de gebruiker. De overheid zou dan ook incentives moeten creëren om sociale media- aanbieders aan te sporen om te investeren in gebruiksvriendelijkere gebruiksvoorwaarden. Verder is ook meer transparantie noodzakelijk wanneer het gaat om de regels waar sociale netwerksites zich zelf aan dienen te houden. Deze regels worden gewoonlijk aan de gebruiker getoond tijdens het registratieproces en zijn redelijk verborgen in de navigatiestructuur. Een betere toegankelijkheid en grotere transparantie van deze regels is dan ook gewenst (Donoso & Verdoodt, in voorbereiding). Ook op het vlak van sensibilisering en educatie kunnen privacy gerelateerde aanbevelingen gedaan worden. Scholen hebben een uitstekende positie om kinderen en jongeren de nodige kennis en vaardigheden bij te brengen. Programma s rond sociale mediawijsheid op school, waarbij specifieke aandacht is voor kinderen en jongeren in kwetsbare situaties, zijn dan ook belangrijk. Wel is het trainen van leerkrachten hier noodzakelijk. Leerkrachten moeten leren hoe zelf om te gaan met sociale media en hoe ze deze kunnen inzetten in de klas. Het onderwijzend personeel is dan ook gebaat bij een betere integratie van digitale geletterdheid in de lerarenopleiding. Dit zou niet alleen het zelfvertrouwen van de leerkracht met betrekking tot sociale mediagebruik verhogen, maar hen ook een groter vertrouwen van de leerlingen schenken doordat ze deze met een grotere deskundigheid kunnen helpen (Donoso & Verdoodt, in voorbereiding). Naast vaardigheden en kennis is het belangrijk dat kinderen en jongeren zich bewust zijn van de mogelijke privacyrisico s die sociale media met zich meebrengen. Hiervoor kunnen campagnes worden ingeschakeld, maar dan is het wel van belang dat deze campagnes op een holistische, grootschalige en gecoördineerde manier worden aangepakt. Er zijn immers al te veel gefragmenteerde initiatieven die soms ook tegenstrijdige boodschappen vertellen. Sociale media kunnen ook zelf als medium worden ingeschakeld om jongeren te bereiken (Donoso & Verdoodt, in voorbereiding). De White Paper heeft ook enkele aanbevelingen voor onderzoekers die rond privacy werken. Er is meer onderzoek nodig dat de zogenaamde privacy kloof kritisch benadert. Dit impliceert niet alleen het onderzoeken van wat gebruikers weten over de verwerking van hun gegevens (awareness), maar ook welke vaardigheden zij hebben, wat hun attitudes hieromtrent zijn en wat ze ook effectief ondernemen om hun privacy te beschermen (Donoso & Verdoodt, in voorbereiding). 8

2.3 Sensibilisering Een derde manier waarop de EMSOC onderzoeksresultaten over privacy op sociale media omgezet werden naar de praktijk is door het ontwikkelen van verschillende sensibiliseringsacties en tools. Het onderzoeksvoorstel stelde hier voorop dat binnen het project verschillende situationele scenario s ontwikkeld zouden worden, zoals bijvoorbeeld over het uploaden van foto s naar Facebook. Dit scenario vertrekt dan vanuit een bepaalde specifieke situatie en geeft de gebruiker aan de hand van een stapsgewijs overzicht meer inzicht in de privacyrisico s op sociale media en de consequenties die bepaalde acties kunnen hebben. Deze doelstelling uit de proposal werd gerealiseerd in samenwerking met de privacycommissie, als een component van een wedstrijd die kadert binnen een campagne over online privacy (zie onder). Voor de realisatie van de sensibiliseringstools werden steeds EMSOC stakeholders aangesproken. Op die manier sluiten de tools goed aan bij hun specifieke noden. Sensibiliseringscampagne rond online privacy in samenwerking met het departement onderwijs Uit deliverable 4.1.3a Jongeren en sociale media: input voor sensibiliseringsactie rond privacy geletterdheid blijkt dat jongeren beseffen dat het gebruik van sociale media privacyrisico s met zich meebrengt. Vooral het probleem van cyberpesten baart hen zorgen. In vergelijking met dit thema zijn de jongeren in veel mindere mate bezorgd om de persoonlijke reclame die men tegenkomt op sociale media. Wanneer er dan toch ongenoegen geuit wordt over reclame, is dat vooral omdat de reclame de gebruikservaring stoort of in buitensporige hoeveelheden wordt getoond, zo blijkt uit het onderzoek. Het gegeven dat reclamemakers hun persoonlijke gegevens gebruiken voor het personaliseren van advertenties stoort de jongeren minder. Dit valt deels te verklaren door het feit dat adolescenten zich nauwelijks tot niet bewust zijn van de procedures die door online reclamemakers gehanteerd worden (Heyman, 2014; Baelden, 2013). Opvallend is dat, ondanks dat jongeren zeker en vast beseffen dat sociale mediagebruik privacyrisico s met zich meebrengt, er zich in veel mindere mate van bewust zijn dat deze risico s ook voor henzelf, de zogenaamde digital natives, gelden. Bovendien kampen veel jongeren met defaitistische gevoelens. Ze geloven dat ze toch niets kunnen beginnen tegen de grote internetbedrijven, zoals Facebook, waardoor ze ook weinig ondernemen om hun privacy beter te beschermen. Er is toch geen privacy op sociale netwerksites, dus kan je beter leren leven met dit gegeven, zo redeneren ze. Hoewel jongeren zich dus wel zorgen maken om hun persoonlijke gegevens online, zetten ze vaak weinig stappen om deze beter te beveiligen. Ze maken voornamelijk gebruik van zelfcensuur in plaats van zich te richten tot de privacy- instellingen. Een 9

andere belangrijke reden voor deze vaststelling is dat jongeren de privacy- instellingen te ingewikkeld vinden. Het privacybeleid van sociale netwerksites is immers onderhevig aan vele veranderingen en veelal in moeilijke en juridische taal geschreven. Het ontbreekt jongeren dus aan de nodige kennis en vaardigheden om hun privacy voldoende te kunnen beschermen. Heel wat jongeren verkiezen bijvoorbeeld om minder inhouden toe te voegen aan hun profiel, in plaats van het aanpassen van de instellingen, omdat ze niet weten hoe dit moet (Heyman, 2014; Baelden, 2013). Daarnaast geven jongeren ook aan de instellingen niet de vertrouwen of geen tijd te hebben om zich met de instellingen bezig te houden. Jongeren spenderen immers meerdere keren kortere tijdspannes op Facebook, eerder dan slechts enkele langere periodes. De korte tijd op de website wensen ze niet te besteden aan het puzzelen met de moeilijke privacy- instellingen (Heyman, 2014). Bovenstaande bevindingen tonen aan dat de huidige generatie jongeren niet altijd op de hoogte is van de privacyrisico s die sociale media voor hen met zich meebrengen. Bovendien kunnen ze in bepaalde gevallen niet gepast reageren. Een sensibiliseringsactie gericht naar jongeren is daarom noodzakelijk. Een dergelijke campagne wordt momenteel door het departement onderwijs, in samenspraak met verschillende actoren, waaronder EMSOC, ontwikkeld. Andere partners in het project zijn Child Focus, Mediaraven, Mediawijs.be, Canon Cultuurcel, SPION en de Privacycommissie. Het gaat om een grootschalige campagne die loopt van 13 oktober 2014 tot en met de Safer Internet Day op 10 februari 2015. Positief aan deze campagne is dat deze op holistische wijze wordt aangepakt, waarbij de kennis en ervaring van verschillende organisaties in acht genomen wordt. Er bestaan immers al heel wat gefragmenteerde initiatieven, die niet altijd in staat zijn om de doelgroep te bereiken (bijvoorbeeld wegens een gebrek aan financiële middelen voor promotie). Bovendien bestaat het risico dat in deze individuele campagnes tegenstrijdige boodschappen worden verspreid. Het is daarom aanbevolen om de krachten te bundelen en grootschalige, gecoördineerde en holistische campagnes te lanceren. Bovendien is het aangewezen dat een dergelijke grootschalige campagne niet enkel de nadruk legt op awareness, maar ook op kennis en vaardigheden. (Baelden, 2013). Een goede sensibiliseringscampagne is idealiter niet alleen gericht naar jongeren, maar eveneens naar andere relevante actoren, zoals leerkrachten of ouders, zo blijkt uit onderzoek (Baelden, 2013). De campagne van het departement onderwijs is daarom gericht naar klassen uit de eerste graad van het secundair onderwijs. Op die manier worden niet alleen leerlingen, maar ook hun leerkrachten en de school in het algemeen bereikt. De campagne bestaat uit drie facetten: een informatief, educatief en een sensibiliserend luik. Het sensibiliserend luik omvat meer concreet een wedstrijd waarin verschillende opdrachten dienen vervuld te worden. EMSOC is, samen met de privacycommissie, verantwoordelijk voor één component van deze wedstrijd: de how to - uitdaging. De leerlingen moeten voor de uitdaging van EMSOC en de privacycommissie op zoek naar een reëel privacyprobleem op sociale media en dienen instructies te formuleren om dit 10

probleem op te lossen. We noemen deze instructies kortweg een how to. De studenten kiezen zelf het formaat van de how to, maar voorbeelden zijn video s, PowerPointpresentaties, fotoreeksen, tekeningen, blogs en artikels. Belangrijk is wel dat de bijdrage digitaal kan worden bekeken. De ingezonden instructies zullen worden beoordeeld op (1) creativiteit, (2) accuraatheid, (3) kwaliteit van het privacyprobleem, (4) originaliteit en (5) efficiëntie. Deliverables D4.3.1a en D3.1.3 wezen uit dat jongeren veelal kampen met een laisser faire, laisser passer attitude ten opzichte van online privacy en daarom werd gekozen voor een praktische uitkomst van deze opdracht. De instructies moeten de jongeren in staat stellen om hun privacy op sociale media beter te beveiligen. Bovendien wensen jongeren niet veel tijd te spenderen aan de privacy- instellingen (Heyman, 2014). Een hapklaar antwoord kan dan een oplossing bieden. De handleidingen helpen jongeren om snel en eenvoudig acties te ondernemen, zonder tijd te verspillen aan het uitzoeken van de juiste privacy instellingen. Ook bleek uit het EMSOC onderzoek dat jongeren vaak autodidactische strategieën aanwenden om hun privacy vaardigheden te verbeteren (Baelden, 2013). Dit doen ze bijvoorbeeld door te zoeken naar concrete instructiefilmpjes op sociale media en YouTube in het bijzonder. De wedstrijdopdracht speelt hier duidelijk op in. De tijdens de wedstrijd ontwikkelde instructiefilmpjes en handleidingen in andere formaten helpen bovendien niet alleen de ontvanger van deze handleidingen, maar verbeteren ook de kennis van de maker ervan. Uit gesprekken met jongeren blijkt immers dat de kennis en vaardigheden wat betreft de algemene mechanismen op sociale media en meer specifiek, de mechanismen van gepersonaliseerde reclame beter kunnen (Heyman, 2014; Heyman & Van Dijk, 2013; Baelden, 2013). Naast de how to uitdaging, bestaat de wedstrijd uit nog drie andere opdrachten. De leerlingen kunnen ervoor kiezen om de online game Master F.I.N.D, ontwikkeld door Child Focus, te spelen en een selfie te trekken van hun resultaat. Verder heeft de klas ook de optie om een eigen quiz te ontwikkelen rond commerciële privacyrisico s en/of rond contactgebonden privacyrisico s. Om de leerkracht te ondersteunen in de realisatie van deze taken, zullen tevens enkele lespakketten over online privacy beschikbaar worden gesteld, aangevuld met ander informatief materiaal. Ook de EHBO- kit voor privacy & sociale media, ontwikkeld door EMSOC, zal deel uit maken van dit materiaal. In de volgende sectie gaan we hier dieper op in. De campagne zet duidelijk niet louter in op sensibilisering, maar wil tevens de kennis (aan de hand van de lespakketten en informatieve tools) en vaardigheden (aan de hand van de wedstrijd) op het vlak van online privacy van jongeren vergroten. Dit is belangrijk aangezien onderzoek aantoonde dat dit een belangrijke eigenschap is van een effectieve campagne (Baelden, 2013). Aangezien de actie gericht is naar klassen uit de eerste graad van het secundair onderwijs, wordt er gecommuniceerd naar scholen, leerkrachten en leerlingen. De leerlingen zullen bereikt worden via het jongerenmagazine Joepie, dat zowel bij de kick- off als gedurende de looptijd van de campagne over het onderwerp zal communiceren. De jongeren dienen een leerkracht, een centrale schakel 11

binnen de campagne, aan te spreken indien zij willen deelnemen aan de wedstrijd. Jongeren identificeren leerkrachten dan ook als belangrijke actoren die een rol te spelen hebben in de privacygeletterdheid van jongeren (Baelden, 2013). De communicatie naar de leerkrachten zal onder meer gebeuren via Het Laatste Nieuws, Klasse en de communicatiekanalen van Canon Cultuurcel. De informatie zal bovendien gebundeld worden op een online wedstrijd platform, gekoppeld aan de website van Ingebeeld. Verder zal ter lancering van de actie een persconferentie en studiedag plaatsvinden. Campagne Vree Mediawijs In april 2013 werd de campagne Vree Mediawijs gelanceerd, als resultaat van de samenwerking tussen EMSOC, Mediawijs.be, VRT en Linc vzw. Er werden vier filmpjes rond (sociale) mediawijsheid gecreëerd en verspreid. De campagne werd gelanceerd met de vertoning van één van deze filmpjes als tv- spot op de openbare omroep tijdens de digitale week van 2013 (8-14 april 2013). De video s zetten op een humoristische manier mediawijsheid in de kijker en hebben als sensibiliserende boodschap dat je wijs moet omgaan met sociale media. Figuur 1: Campagne Vree Mediawijs tijdens de digitale week 2013 Het doel van deze grootschalige campagne is om het bewustzijn van mensen omtrent veilig internetgebruik te vergroten. Door het tonen van de spot op de openbare omroep had deze campagne een groot bereik, maar ook nadien bleven de filmpjes online beschikbaar (http://www.mediawijs.be/nieuws/vree- mediawijs- tijdens- de- digitale- week). De video s kunnen heel eenvoudig gedeeld worden op sociale netwerksites, kanalen die goed aansluiten bij de 12

leefwereld van adolescenten. Jongeren geven bovendien zelf aan dat sociale netwerken voor hen het medium bij uitstek zijn voor een sensibiliseringsactie die naar hen is gericht (Baelden, 2013). 2.4 Educatieve tools Tot slot werden binnen het EMSOC project ook verscheidene educatieve tools ontwikkeld. Voor de realisatie van de verschillende leerinstrumenten werden opnieuw EMSOC- partners aangesproken. Op die manier sluiten de tools niet alleen goed aan bij de noden en verwachtingen van de stakeholders, maar wordt ook het bereik van de instrumenten vergroot, aangezien de partners deze kunnen verspreiden binnen hun eigen netwerk. EHBO- kit voor privacy & sociale media EMSOC ontwikkelde de EHBO- kit voor privacy & sociale media ; een roadmap die gebruikers helpt om de juiste informatie of organisaties te vinden op het net. Uit onderzoek blijkt namelijk dat gebruikers van sociale media niet altijd goed op de hoogte zijn van bepaalde privacydreigingen en de daarmee gepaarde processen van bijvoorbeeld gepersonaliseerde reclame. (Heyman, 2014; Heyman & Van Dijk, 2013). De EHBO- kit is een educatieve tool die gebruikers de instrumenten in handen wil geven om zelf op zoek te gaan naar informatie. Door het beantwoorden van vragen zoals ik ben op zoek naar informatie, advies, tips en tricks over privacy en sociale media en ik heb een klacht en zoek naar een meldpunt wordt de gebruiker naar de juiste informatiebron geleid. Voorbeelden van websites die werden opgenomen in de EHBO- kit zijn www.spamsquad.be, www.mediawijs.be, www.ecops.be, www.jep.be en www.privacycommission.be. Deze roadmap werd initieel ontwikkeld voor het boek Hier vloekt men niet, Facebook ziet alles (Baelden, 2013). Een grafisch bureau heeft gezorgd voor een visueel aantrekkelijker ontwerp, opdat deze in posterformaat verspreid kan worden naar geïnteresseerde organisaties, zoals bibliotheken, scholen, OCMW s, jongerenorganisaties en openbare computerruimtes. Iedereen die de poster nuttig kan inzetten op professioneel of persoonlijk vlak kan de kit gratis aanvragen. Er werd tevens een postkaart ontworpen als teaser voor de EHBO- kit, die alle informatie bevat over het bestellen van een poster bij EMSOC. De lay- out van zowel de poster als postkaart kan bezichtigd worden in appendix 2-4. De EHBO- kit voor privacy & sociale media is bedoeld voor een zeer breed publiek, gaande van jongeren, ouders en leerkrachten tot ouderen en mensen in een kansarme situatie. Voor jongeren is de EHBO- kit voor privacy & sociale media een nuttige tool aangezien het hen concrete en praktische oplossingen biedt voor reële problemen op sociale netwerksites. Op die manier tracht de poster een antwoord te bieden op de defaitistische gevoelens die jongeren hebben ten opzichte van hun eigen privacy online (Heyman, 2014; Baelden, 2013). De poster geeft de jongeren tevens de kans om zelf op zoek te gaan naar een uitkomst. Uit deliverable D4.1.3a bleek immers dat 13

jongeren graag autodidactische strategieën aanwenden om zichzelf bepaalde privacy vaardigheden aan te leren (Baelden, 2013). Ook voor leerkrachten en ouders is de EHBO- kit en geschikte tool. Ons onderzoek wees per slot van rekening uit dat zowel ouders als leerkrachten niet altijd over de juiste kennis en vaardigheden beschikt wat betreft privacygerelateerde praktijken op sociale media. Nochtans geven jongeren aan dat zij ouders en leerkrachten als belangrijke actoren beschouwen bij het verwerven van privacygeletterdheid (Baelden, 2013). De EHBO- kit kan deze groepen daarom sensibiliseren en empoweren zodat zij in staat zijn jongeren op adequate wijze bij te staan. Leerkrachten kunnen de poster bijvoorbeeld aanwenden tijdens de voorbereiding van hun lessen rond het thema online privacy, maar ook als essentieel onderdeel van de les, waarbij de poster als houvast fungeert. Het brede doelpubliek blijkt uit de zeer diverse organisaties en individuen te bestaan die de poster reeds hebben aangevraagd. De EHBO- kit werd voorgesteld op de website en het Twitterkanaal van EMSOC, waarna het nieuwsitem door verscheidene organisaties overgenomen en verder gedeeld werd. Enkele organisaties, zoals de centra voor basiseducatie, Linc vzw, Klascement, VVBAD en Bibnet, werden persoonlijk aangeschreven over de poster, omdat de EHBO- kit bijzonder interessant is voor gebruik in de organisatie zelf of de organisatie over geschikte promotiekanalen beschikt. Na een maand promotie staat de teller inmiddels op 129 aanvragen van één of meer posters. Heel wat leerkrachten en bibliotheekmedewerkers hebben interesse, maar ook organisaties zoals Digidak, Child Focus, VDAB, CAW s, Digipolis, Vocvo, Bon vzw, de Federal Computer Crime Unit van de Federale politie, De Ambrassade en verschillende organisaties binnen de bijzondere jeugdzorg deden een aanvraag. De EHBO- kit voor privacy & sociale media maakt bovendien ook deel uit van het informatieluik van de online privacy campagne van het departement onderwijs die eerder werd besproken. De posters en postkaarten zullen als onderdeel van het informatiepakket naar scholen worden gestuurd. Beslissingsboom voor sociale media op de werkvloer Regelmatig verschijnen er berichten in het nieuws over werknemers die ontslagen zijn doordat ze bepaalde zaken op sociale netwerksites hebben gepost. Zo werd een basketballcoach ontslagen nadat hij een onzedige foto op Facebook had geplaatst (De Standaard, 11/11/2013) en eerder werd een lasser aan de deur gezet omdat hij op de site zijn beklag had gedaan over zijn ploegbaas (Het Nieuwsblad, 16/03/2013). De wetgeving omtrent sociale media op de werkvloer bevat echter nog veel onduidelijkheden en voor mensen zonder juridische achtergrond is het helemaal moeilijk om te ontrafelen welke hun rechten en plichten zijn. Zowel voor werknemers als gevers is het vaak onduidelijk wat wel en niet kan (Saelens, 2013). Daarom werd een beslissingsboom voor sociale media op de werkvloer in 14