Samenvattend verslag werkconferentie 26 mei 2010 Woudenberg How difficult listening is: how little we know what listening means. (Len Barton: Werkconferentie WOUDENBERG 2010) Collectief Inclusief is een samenwerking van de LBib (de Landelijke Beroepsvereniging voor intern begeleiders) en de 3 landelijke Opleidingen voor Speciale Onderwijszorg: Windesheim OSO (Zwolle), het Seminarium voor Orthopedagogiek (Utrecht) en Fontys OSO (Tilburg). Collectief Inclusief heeft als doelstelling de kennisontwikkeling over en het realiseren van Inclusief Onderwijs in Nederland te stimuleren. In 2007, 2008 en 2009 zijn er daarom landelijke conferenties georganiseerd voor het brede onderwijsveld. Op 26 mei 2010 hebben we voor een gemêleerde en deskundige groep mensen, bestaande uit ouders en ervaringsdeskundigen, vertegenwoordigers van belangengroeperingen, leerkrachten, begeleiders en ondersteuners, directeuren, bestuurders en opleiders een werkconferentie in Woudenberg georganiseerd om met hen na te denken over de toekomst van Collectief Inclusief en van hen te horen hoe we gezamenlijk een volgende stap kunnen zetten in het realiseren van Inclusief Onderwijs in Nederland. Alle deelnemers zijn voor inclusief onderwijs en hebben op enigerlei wijze ermee te maken. Op dit moment staat de komst van Passend Onderwijs en de invoering van de zorgplicht voor veel scholen hoog op de agenda, waardoor de ontwikkeling naar Inclusief Onderwijs en een inclusieve samenleving onder druk staat. Voor ons onderscheidt Inclusief Onderwijs zich van Passend Onderwijs. Inclusief Onderwijs gaat uit van het recht van elk kind en elke jongere om op te groeien en zich te ontwikkelen in dezelfde sociale omgeving als die waarin broers, zussen en leeftijdgenoten opgroeien. Samen leren als basis voor later, waarin samen leven, samen werken en met elkaar de samenleving vormgeven en kleuren, centraal staan. Dit betekent dat Inclusief Onderwijs vooral gestalte krijgt op klas- en schoolniveau, dat wil zeggen in de omgang van leraren met leerlingen; van leerkrachten leraren met ouders /verzorgers; van leerkrachten (leraren) met collega s, begeleiders, ondersteuners en externe deskundigen; maar vooral ook in de omgang van leerlingen met elkaar. Collectief Inclusief wil jullie, de deelnemers aan de werkconferentie in Woudenberg, nogmaals hartelijk bedanken voor jullie aanwezigheid en jullie inspirerende bijdrage aan de werkgroepen en tijdens de vrije momenten. Wij bieden jullie een overzicht en een analyse aan van de uitkomsten, koppelen deze aan het VN verdrag van december 2006 en de Manifesto on Inclusive Education van de EASPD en presenteren hoe wij, op basis van jullie inbreng, denken dat Collectief Inclusief verder moet gaan. Verslag WERKCONFERENTIE Woudenberg 2010 Pagina 1
De diversiteit van mensen is een gegeven, maar de gelijkheid van mensen is een sociale verovering, een verworven recht (Fernando Savater, 2009) Welke betekenis heeft Inclusief Onderwijs voor de deelnemers? Niveau van de samenleving Centraal stond de vraag: Welke samenleving staat ons voor ogen? Gewezen werd op het belang van een gemeenschappelijke oriëntatie op waarden. Wat zijn de kernwaarden in onze samenleving? Wat verstaan we onder democratisch burgerschap? Welke burgers staan ons hierbij voor ogen? En wat is de rol van de overheid bij het formuleren van antwoorden op deze vragen? Mensenrechten en de principiële gelijkwaardigheid van alle mensen staan in een inclusieve samenleving voorop. Iedereen hoort er vanzelfsprekend bij, heeft het recht zichtbaar te zijn. Inclusie en inclusief onderwijs als perspectief zijn geborgd in internationale verdragen (Salamanca, 1994 en de VN Conventie van 2006). Een inclusieve samenleving die streeft naar participatiemogelijkheden voor al haar burgers, onderschrijft zonder enig voorbehoud de inhoud van deze verdragen. Zij draagt in woord en daad uit dat mensen een gedeelde verantwoordelijkheid hebben voor elkaar. Het burgerschapsparadigma en the social model of disability geven hiervoor goede handvatten: mensen met elkaar verbinden met een gerichtheid op gelijke rechten en gelijke behandeling en het recht op zelfbepaling, participatie, emancipatie en empowerment. Een inclusieve samenleving bevordert actief de ontwikkeling van inclusieve scholen als de plaats waar kinderen en jongeren deze waarden leren en in de praktijk leren brengen. De leerkracht in een inclusieve school is er voor alle leerlingen. Haar opleiding bereidt haar voor om met alle leerlingen te werken en adequaat in te spelen op de diversiteit die elke groep leerlingen nu eenmaal kenmerkt. Daarbij richt zij zich vooral op de talenten waarover elke leerling beschikt. Om deze werkwijze mogelijk te maken heeft een leerkracht recht op ondersteuning vanuit de samenleving, van de politiek, van maatschappelijke organisaties, van opleidingen en van ouders. Ondersteuning met als basis waardering, begrip, een goed salaris, meer handen in de klas indien noodzakelijk en deskundigen die haar kunnen bijstaan. Leraren hebben geen keuze, er valt niets te kiezen; een kind is een kind en volwaardige en gelijkwaardig burgerschap is een mensenrecht. Bij geen enkele ouder wordt er gewacht tot die er klaar voor is. (Inge Raschaerdt: Werkconferentie WOUDENBERG 2010) Niveau van de school Het regulier onderwijs moet haar verantwoordelijkheid nemen: ontplooi initiatieven om inclusief onderwijs mogelijk te maken. Wacht niet op de overheid. Stel het hier en nu centraal: hoe gaan we verder met deze leerlingen, met deze ouders, in deze wijk? Wat willen wij voor hen betekenen? Welke meerwaarde kunnen wij bieden? Inclusieve scholen dragen uit dat zij open staan voor alle leerlingen en dat het toelaten van leerlingen een recht is en geen gunst. Verslag WERKCONFERENTIE Woudenberg 2010 Pagina 2
Ontschotting van de verschillende instanties die werken met ouders en leerlingen is noodzakelijk. Interdisciplinair en inter-institutioneel samenwerken eveneens. Inclusieve scholen spelen hierin een actieve rol. Centraal staan de individuele leer- en ontwikkelingsvragen van leerlingen in een inclusieve context en de ondersteuning die ouders soms nodig hebben. Het vaststellen van individuele onderwijsbehoeften betreft alle leerlingen. Inclusieve scholen dragen uit dat leraar-zijn op deze school betekent dat je dan kiest voor het werken met alle leerlingen. In een inclusieve school vindt specifieke, op maat gesneden ondersteuning en interventies zoveel mogelijk plaats in de klas. Voicing, dat wil zeggen leerlingen en ouders daadwerkelijk zeggenschap geven over het onderwijs en de ondersteuning die zij ontvangen, is een wezenlijk kenmerk van elke inclusieve school. In een inclusieve school zijn leerlingen niet leerlingen van een bepaalde leerkracht, maar leerlingen van de school. Klassen zijn geen eilanden, maar met elkaar verbonden door visie, missie, werkwijzen en collegialiteit. Welke initiatieven zijn nodig om Inclusief Onderwijs te realiseren? Verbondenheid is een antwoord op inclusie: ecologie verbinden en ontmoeten als basis voor duurzaam ontwikkelen en opvoeden vanuit een dieper bewustzijn van mens-zijn en mede-mens zijn. (Marcel van Herpen: Werkconferentie WOUDENBERG 2010) Niveau van de samenleving Inclusief onderwijs past in de ontwikkeling van een verzorgingsstaat die niet gebaseerd is op zielig-zijn, bijvoorbeeld van mensen met een beperking, maar op het recht op gelijke behandeling, participatie, emancipatie en self-empowerment. De nationale overheid speelt hierin een belangrijke rol (het aangeven van richting en het bepalen van de grote kaders), maar de lokale overheid evenzeer, namelijk het vormgeven van het samen leven, samen werken en samen leren in het dagelijkse leven van haar burgers, vanuit het idee: it takes a village to raise a child. Samenwerking van belangenorganisaties, professionals en betrokken burgers op lokaal, regionaal en nationaal niveau is eveneens noodzakelijk om invloed uit te oefenen op de politieke besluitvorming. Wat betreft de rol van de overheid: geld kan een effectief sturingsinstrument zijn. Benut dit instrument dan ook om good practice met betrekking tot de ontwikkeling van inclusief onderwijs te stimuleren, te verdiepen en te verspreiden. De overheid beloont goede initiatieven en innovatieve werkwijzen en vormen van samenwerking gericht op het realiseren van inclusief onderwijs. De overheid ontmoedigt labeling, dat als doel heeft extra middelen te genereren en met als bijkomend effect verwijzing mogelijk te maken. Zij stimuleert handelingsgerichte diagnostiek als alternatief om vast te stellen welke ondersteuning een leerling nodig heeft om haar talenten te ontwikkelen. Het gaat erom dat de overheid, bijvoorbeeld via de onderwijsinspectie, bij alle betrokkenen een fundamenteel andere houding stimuleert: inclusief denken en handelen als grondhouding van elke professional die werkt met leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. De overheid heeft de taak en verantwoordelijkheid om internationale en nationale verdragen waaraan ze Verslag WERKCONFERENTIE Woudenberg 2010 Pagina 3
zich gecommitteerd hebben, te vertalen naar congruente wetgeving en beleidsrichtlijnen, zoals de wet Gelijke Behandeling. Inclusie zit niet in de Nederlandse wetgeving. Er is een mensenrechten discussie nodig. Wat is onze antropologie, ons samenlevingsbeeld? (Jose Smit: Werkconferentie WOUDENBERGcollectief 2010) Belangengroepen Belangengroepen, bijvoorbeeld ouderorganisaties, zijn noodzakelijk voor beïnvloeding van de politieke besluitvorming. Zij vormen de voorhoede, zowel wat betreft het signaleren van misstanden, als het signaleren van nieuwe ideeën, concepten, ontwikkelingen en trends. (en ook in de rol als ervaringsdeskundige door het benoemen van (ondersteunings)behoeften. Zij wijzen bijvoorbeeld op het belang van beïnvloeding van het taalgebruik van professionals, omdat dit, wellicht onbewust, maar daarom niet minder erg, segregatie en labeling stimuleert. Belangengroepen benadrukken het belang van betekenisvolle netwerken als middel om de ontwikkeling van inclusief onderwijs en een inclusieve samenleving te stimuleren. Zij wijzen erop vooral aan te sluiten bij de kansen die er liggen, zoals de ontwikkeling van het brede school concept en het actief betrekken van ouders en ouderorganisaties. Het blijft noodzakelijk intensief te lobbyen bij de politiek. Individuele burgers zouden actief de politieke partij van hun voorkeur kunnen aanspreken op hun stellingname op het thema Inclusief Onderwijs. Hierbij is het noodzakelijk kritisch te reflecteren op en een analyse te maken van het speciaal onderwijs als machtsfactor in de Nederlandse samenleving en de politiek. Naar het onderwijs kan een bottom-up benadering mogelijk werken: als de overheid niet haar verantwoordelijkheid neemt voor het realiseren van inclusief onderwijs, dan moeten we van onderop, via de opleidingen en de scholen, er nog harder aan trekken. Inzicht in de verschillende geldstromen die bedoeld zijn leerlingen met een beperking extra ondersteuning te bieden is noodzakelijk, maar ook nagaan of dit geld inderdaad gebruikt wordt waarvoor het bedoeld is. Eisen dat geldstromen duidelijker gekoppeld worden aan wat leerlingen nodig hebben om hun individuele talenten te ontplooien. Het doel van dit alles: met elkaar in flow komen, shining eyes creëren. Weg van het beeld dat het onderwijs vooral een probleem is in deze samenleving. Onbegrip, weerstand en angst verkleinen. Opleidingen: Inclusief Onderwijs vraagt om een andere type leerkracht, om een leerkracht die voorbereid is op diversiteit als een vanzelfsprekend gegeven, een leerkracht die diversiteit waardeert als een verrijkend kenmerk van onze samenleving. De Pabo en de lerarenopleidingen moeten vanuit de opleidingsscholen actief aangesproken worden om hun studenten theoretisch en praktisch beter voor te bereiden op diversiteit als uitdaging en het recht doen aan diversiteit als een professionele opdracht. Leerkrachten hebben geen keuze waar het gaat om leerlingen waar zij wel mee willen werken en waar zij niet mee willen werken. Waarderen van, omgaan met en inspelen op diversiteit is een van de kerncompetenties van elke leerkracht. Deze kerncompetentie, deze normatieve gerichtheid, bepaalt of een leerkracht geschikt is voor haar werk: Wie ben jij als Verslag WERKCONFERENTIE Woudenberg 2010 Pagina 4
leerkracht? Welke betekenis wil jij hebben voor de ontwikkeling van alle leerlingen die aan jou zijn toevertrouwd? Opleidingen moeten het burgerschaps denken bij hun studenten stimuleren. Niet alleen hoe burgerschap vorm moet krijgen in de beroepspraktijk, maar ook wat dit denken voor de student zelf, voor haar rol als burger, betekent. Het competentieprofiel voor de inclusieve leerkracht is Inclusief Bekwaam. Voor leerkrachten is het belangrijk dat zij leren handelingsgericht en oplossingsgericht te denken en te handelen, ondersteund door het kunnen ontwerpen en uitvoeren van een praktijkgericht onderzoek, met het doel het eigen onderwijs te vernieuwen en te verbeteren. Leerkrachten die op deze wijze werken beschouwen hun leerlingen als volwaardig partner bij het vormgeven van het onderwijs en het bepalen van de ondersteuning die gewenst, c.q. noodzakelijk is. Een dergelijke professionals durft kwetsbaar te zijn en deze kwetsbaarheid te tonen: Ik weet het nu even niet. Ook naar ouders: Hoe komen wij er samen uit? Leerkrachten kunnen het echter niet alleen, zij hebben ondersteuning nodig van de politiek, de samenleving, van deskundigen en van alle ouders. Praktijkgericht onderzoek stimuleren. Bovenschools niveau Afstemmen en samenwerken in de keten ( van onderwijs- en zorgpartners) is noodzakelijk. Schoolniveau Een inclusieve school heeft een heldere visie en missie waarin diversiteit een vanzelfsprekend gegeven is. Alle leerlingen die zich aanmelden zijn welkom. Leraren op een dergelijke school hebben ervoor gekozen te werken met alle leerlingen. Zij voelen zich niet alleen verantwoordelijk voor de leerlingen uit de eigen klas, maar voor alle leerlingen van de school. Leerlingen, leraren en ouders /verzorgers hebben recht op ondersteuning en weten dat zij erop kunnen rekenen. De inclusieve school is trots op waarvoor zij staat, wat zij heeft bereikt en is bereid de eigen ervaring en ontwikkeling te delen met anderen. Pupils Voices: Gelegenheden creëren om de stem van de leerling te laten klinken, zal tot een andere interpretatie leiden dan objectief onderzoek: het creëert condities voor democratie in actie. Lawson, H (2007) Klasniveau Inclusief onderwijs krijgt op klassenniveau vorm. Het klassenklimaat bepaalt of elke leerling zich welkom weet en welkom voelt. De leraar als leider van de groep heeft hierin de belangrijkste rol, taak en verantwoordelijkheid. Wat betreft de talentontwikkeling van haar leerlingen heeft de inclusieve leraar als vertrekpunt: elke leerling is haar eigen meetlat. De leraar beschouwt haar leerlingen en hun ouders /verzorgers als volwaardige partners bij het creëren van een optimale leef- en leeromgeving waarin elke leerling tot haar recht komt. De inclusieve leraar weet dat zij er niet alleen voor staat, maar een beroep kan doen op ouders, collega s, begeleiders en ondersteuners, zowel in de school als daar buiten. It takes a village to raise a child, (African proverb) Verslag WERKCONFERENTIE Woudenberg 2010 Pagina 5
Wie spelen een rol bij het realiseren van Inclusief Onderwijs? Iedereen, inclusief onderwijs is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid op het niveau van de samenleving, op schoolniveau en op klassenniveau. Daarvoor is het noodzakelijk dat de inclusieve school de verbinding tot stand brengt tussen school en de lokale samenleving, bijvoorbeeld via buurtnetwerken. Leerlingen en hun ouders /verzorgers spelen hierin een belangrijke rol. Ouders hebben ook de verantwoordelijkheid de school en de professionals die daar werken te ondersteunen en zorgen voor de verbinding met de lokale gemeenschap. Inclusieve opleidingsscholen, hun directeuren, de interne begeleiders /zorgcoördinatoren en de leerkrachten leraren die studenten tijdens hun stage begeleiden kunnen eisen stellen aan de initiële opleidingen wat betreft de voorbereiding van hun studenten op het waarderen van, omgaan met en inspelen op diversiteit. Als kinderen en jongeren niet tijdens hun schoolperiode goede voorbeelden van inclusief denken en handelen zien, hoe moeten zij zich dan ooit het inclusieve denken en handelen eigen maken, nodig voor een democratische, rechtvaardige en meer inclusieve maatschappij? (vrij naar Boerwinkel, 1975). Adviezen voor Collectief Inclusief Alle aanwezigen benadrukten het belang van het voortbestaan van Collectief Inclusief als platform (en als partner voor bijvoorbeeld oudergroepen): acteer als een spin in het web. Als taken voor Collectief Inclusief werden benoemd: Als collectief samenwerking zoeken met anderen (ook niet onderwijs). Met cijfers (middels onderzoek) aantonen dat inclusie werkt. In gesprek gaan met de initiële opleidingen. Verzamel inclusieve pareltjes uit de praktijk en maak dat zichtbaar voor anderen. Ondersteun uitwisseling tussen voorbeelden van good practice op het terrein van Inclusief Onderwijs en anderen die een dergelijke good practice willen ontwikkelen. Oefen invloed uit op de larenopleidingen en schoolleidersopleidingen Verbind Inclusief Onderwijs met actuele thema s als de brede school, oplossingsgericht werken en handelingsgericht werken. Help een platform creëren waar ouders en ouderverenigingen met jonge kinderen terecht kunnen. Organiseer regionale conferenties. Benader actief samenwerkingsverbanden. Blijf netwerken en verbinden en sluit aan bij andere (nationale en internationale) initiatieven. In gesprek gaan met de politiek Probeer, bijvoorbeeld bij een volgende conferentie, de politiek te mobiliseren. Start een nieuwsbrief op. Verslag WERKCONFERENTIE Woudenberg 2010 Pagina 6
Wij willen alle gasten van deze dag hartelijk danken voor de bijdrage en inbreng. Als collectief inclusief gaan we ons beraden op vervolgactiviteiten, waarin de belangrijkste pijlers voor ons zijn: beïnvloeding politieke besluitvorming; samenwerken met brede belangengroepen, waaronder de Coalitie voor Inclusie; stimuleren van kennisontwikkeling en onderzoek; en versterking van de pijler inclusie in de initiële en masteropleidingen in nauwe samenwerking met beroepsgroepen SEN It s an historical fact that the privileged groups seldom give up their privileges voluntary. Individuals may see the moral light and voluntarily give up their unjust posture, but, as we are reminded, groups tend to be more immoral than individuals. We know, through painful experience, that freedom is never voluntary given by the oppressor, it must be demanded by the oppressed. (Martin Luther King: in Folk, p18, Krogveld 2006). De wijze waarop we hierin initiatieven ondernemen in de komende periode kunt U volgen via onze website www.collectiefinclusief.nl. We gaan ook actief participeren in de activiteiten van de Coalitie voor Inclusie, op de pijler samen leren. De activiteiten van deze organisatie kunt U volgen op www.coalitievoorinclusie.nl. Namens de werkgroep collectief inclusief, Hartelijk dank voor uw actieve participatie en inbreng! Het zijn richtinggevers voor een betekenisvol vervolg. Verslag WERKCONFERENTIE Woudenberg 2010 Pagina 7