Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 en 4

Vergelijkbare documenten
Landbouwrevolutie: ingrijpende verandering waarbij mensen overgaan van een samenleving van jagen en verzamelen naar een landbouwsamenleving.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 3 Toetsvragen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

5.4. Boekverslag door Ilse 2747 woorden 23 januari keer beoordeeld. Geschiedenis. Geschiedenis hoofdstuk 3 en 4 Gemaakt door Ilse Hielkema

Paragraaf 1 t/m 13 6/7 en 11 minder belangrijk. Hoofdstuk 3: De Middeleeuwen

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

H6 Middeleeuwse stad

Samenvatting Geschiedenis 3.3 het christendom in Europa de islam in Europa + antwoorden Leerdoelen

Kenmerkend aspect 13: de opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven een agrarischurbane

Verslag Geschiedenis Hoofdstuk 3 - vragen en antwoorden

Het Frankische rijk. Bedreigd door de islam. Monniken en Ridders

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 en 4

6,3. Samenvatting door een scholier 2484 woorden 28 januari keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 4 tijd van steden en staten

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.1 Leenheren en leenmannen ( ) ( ) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.1 Leenheren en leenmannen ( ) ( ) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw

Tijd van steden en staten

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Tijd van monniken en ridders ( n. Chr.) 3.4 De islam in Europa. Allah. Het ontstaan en de verspreiding van de islam.

3. Door de kruistochten werden de wegen naar het Oosten weer bekend en werd

Samenvatting Geschiedenis Tijd van steden en staten: kern, perspectief en kenmerkende aspecten

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

Samenvatting Geschiedenis De wereld in de tijd van steden en staten

Uiteenzetting Geschiedenis Aantekeningen Hoofdstuk 3

Samenvatting Geschiedenis 4. De tijd van steden en staten

Het Rijk wordt in tweeën gesplitst om de volgende reden, waardoor het verval intrad:

Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten?

6,5. Samenvatting door J woorden 9 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden. Samenvatting geschiedenis 2: hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 + Jaartellingen

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 en 4

Tijd van monniken en ridders ( n. Chr.) 3.3 Christendom in Europa. De verspreiding van het christendom in geheel Europa.

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.2 Hofstelsel en horigen. ( )

Karel de Grote en het feodale stelsel. Rilana Kuiters. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Deze (autarkisch agrarische samenleving) veranderde in de tijd van steden en staten (11 e en 12 e eeuw).wat waren de Oorzaken?

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

GG - Godsdienst en Steden-Nieuw

Deze (autarkisch agrarische samenleving) veranderde in de tijd van steden en staten (11 e en 12 e eeuw).wat waren de Oorzaken?

Samenvatting Geschiedenis De middeleeuwen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 en 4

TIJD VAN MONNIKEN EN RIDDERS. 732: Karel Martel verslaat de Arabieren bij Poitiers

Samenvatting door T woorden 9 januari keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3. Kenmerken

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel

Verspreiding christendom vmbo12

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4: tijd van steden en staten

Vanaf 632 n.c. na Mohammed s dood: Sterke uitbreiding islam over Midden-Oosten, Noord-Afrika en Europa

Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 3: Van Mohammed tot Karel de Grote

Mensen en Regels. Hoofdstuk 1B5

Samenvatting Geschiedenis 3. De tijd van monniken en ridders

Verspreiding christendom vmbo12

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Klas 1: Middeleeuwen. Joyce Landman. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Geschiedenis Tijd van steden en staten

De Middeleeuwen. Paragraaf 5.1, Middeleeuwen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN

Samenvatting Geschiedenis De Middeleeuwen, hoofdstuk 3-4

Samenvatting Geschiedenis Late Middeleeuwen. Tijd van Steden en Staten ( )

Samenvatting Geschiedenis Tijd van Grieken en Romeinen

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

Hoofdstuk 4 De tijd van steden en staten

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon. les 1: Wie waren de graven van Loon

Kenmerkende aspecten: -De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.

Kaart op het einde van het Romeinse Rijk

5.5. Verschillen Romeinen en Germanen: Boekverslag door J woorden 16 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden

Parf. 1 De verbreding van het Christendom in Europa.

Info plus Het leenstelsel

De kruistochten. God wil het! Steden en Staten

Tijdvakken en kenmerkende aspecten.

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

6,4. Werkstuk door N woorden 24 februari keer beoordeeld. Geschiedenis

Geert Groote College Amsterdam Michiel Suurmond Klas 10, 11 en 12 HAVO/VWO Oriëntatiekennis Formats, naar Bert Schaafsma Januari 2014

Het begin van staatsvorming en centralisatie. Onderzoeksvraag; Hoe vond de staatsvorming van Engeland, Frankrijk en het hertogdom Bourgondië plaats?

Samenvatting Geschiedenis H3: de vroege middeleeuwen

Tijdvak 1. Prehistorie

Samenvatting Geschiedenis De late middeleeuwen

Hoofdstuk 3: De Middeleeuwen

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

Antwoorden bij Hoofdstuk 3 Tijd van monniken en ridders

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2, De Middeleeuwen

Staatsvorming hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

G E S C H I E D E N I S - A A N T E K E N I N G E N H 1 / 2 / 3

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5

Examen Geschiedenis. Geef de 7 tijdsvakken: Mintiens Quintin

Kerndoelen geschiedenis. de verspreiding van het christendom tot in de Lage Landen hofstelsel en horigheid

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 en 3

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3, De Romeinse Erfenis

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7

Christendom in europa hv123

TIJDLIJN VAN DE MIDDELEEUWEN TIJDLIJN

Amersfoort. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van de steden. Voorbeeld van stadsrechten

Samenvatting Geschiedenis De Romeinen

Werkstuk Geschiedenis Kruistochten

Feodalisme hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

NEDERLAND IN DE 16e EEUW

5,3. Samenvatting door een scholier 2990 woorden 9 november keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden

Samenvatting Geschiedenis Geschiedenis H1,2,3

Transcriptie:

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 en 4 Samenvatting door L. 2770 woorden 3 jaar geleden 8,1 6 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Geschiedenis samenvatting h3 3.1= Ontstaan en verspreiding van de Islam. Islam: monotheistische godsdienst. De islam werd gesticht door Mohammed, een handelaar uit Mekka die profeet werd. De engel Gabriel zou hem verzen van Allah door hebben gegeven (632). Deze werden uiteindelijk opgeschreven in de koran. Profeet: iemand die godsdienstige openbaringen ontvangt en doorvertelt. Koran: het heiligboek van de moslims. Overeenkomsten met het joden- en christendom: Monotheistisch. (alleen met christendom) boodschap voor de gehele mensheid. Deze overeenkomsten kwamen doordat de geloven uit hetzelfde gebied komen en omdat het christendom uit het jodendom is ontstaan. De godsdienstige en politieke leiding in de Islamitische wereld bleven in één hand. (christen werden vervolg) Na de dood van Mohammed kozen zijn belangrijkste volgelingen de nieuwe geestelijke en politieke leider, de kalief(opvolger). Tussen 632 en 650 werden er door Arabische generaals grote gebieden veroverd. Dit viel stil omdat ze onderlinge oorlog voerde. Na de moord op de laatst gekozen kalief Ali, kwamen de Omayyaden aan de macht. De sjiieten waren het hier niet meer eens. Zij vonden dat nakomelingen van Ali de macht moesten hebben omdat hij familie was. Sjiieten: minderheid van de moslims. Die achter familie van Ali staat. Soennieten: de meerderheid. Zij steunden de Omayyaden. Vanuit Marokko staken ze in 711 over naar Europa. Pagina 1 van 10

Moren: moslims in Spanje en Portugal. Ze waren niet in de meerderheid, maar hadden wel de macht en vormden de culturele en economische bovenlaag. Reconquista: christelijke herovering van Spanje en Portugal op de moslims. (1492) Snelle verspreiding van de Islam: Door hun taaiheid(door leven en vechten in de woestijn) konden ze goed vechten. Hoge snelheid door het rijden op kamelen en paarden. Wie sneuvelde in de jihad, kwam in de hemel terecht. Andere rijken waren verzwakt door andere oorlogen. Ze waren tollerant. De christenen mochten vaak hun eigen geloof aanhouden en soms zelfs zelf besturen. Maar dan mochten ze profeet Mohammed niet beledigen en moesten ze meer belasting betalen. Andere godsdiensten moesten zich bekeren. Arabisch was de voertaal in het Islamitische rijk. Sultan/emir: islamitische vorst. Ze lieten werken uit Griekenland vertalen. Ook ontwikkelden ze een eigen architectuur (moskeeën). 3.2= de ontwikkeling in West-Europa van landbouw stedelijke naar landbouwsamenleving. Functies steden: bestuurscentrum, handelscentrum en cultureelcentrum. Na de ondergang van het Romeinse Rijk waren er van de steden in West-Europa weinig over. In de vroege middeleeuwen was West-Europa volledig agrarisch. Autarkisch: leven van je opbrengst. De handelaren en ambachtslieden waren samen met de handel en de steden verdwenen. De handel verdween omdat het steeds onveiliger werd, er waren geen goede wegen en het duurde soms wel dagen. Ook was de opbrengst zo laag, dat ze niet meer gingen handelen. Geld was er nauwelijks meer, dus handel werd gedreven door te ruilen. In de 3 e en 4 e eeuw daalde de agrarische productie zo sterk dat keizers boeren verboden hun land af te gaan. Deze onvrijheid nam later nog meer. De overheid bood geen bescherming meer en bendes hadden vrij spel. Boeren stelde zich onder bescherming van heren die legertjes hadden, en hen dus konden beschermen. Daarentegen deden ze herendiensten. Zo ontstond de horigheid. Herendiensten: werk dat gratis moest worden gedaan voor een heer.(smid, verbouwen, timmerman) Horigheid: toestand waarbij halfvrije boeren hun land niet mochten verlaten. Pagina 2 van 10

Hofstelsel: landbouwstelsel waarbij horige boeren op een autarkisch domein werken. Domein: stuk land van een heer. Het domein was in tweeen gedeeld. Een vroomland, deze was van de heer of het klooster. De hoeve was van de boeren en zij mochten de omliggende bossen gebruiken. Tussen domeinen waren er grote verschillenen, de ene domein had meerdere hoeven. Koningen konden wel tientallen grote domeinen hebben, waar ze hun zaken lieten beheren door hofmeiers of rentmeesters. Rentmeesters: iemand die voor iemand anders hun land beheert. Als er geen hof was om op te werken, dan betaalden de horige belasting aan de rentmeesters. Je kon niet spreken van het hofstelsel omdat elk domein anders was, het op de ene plek onveiliger was dan op een andere plek en omdat je op de ene plek meer moest doen dan op de andere plek. 3.3= feodale verhoudingen in het bestuur. Het geordende bestuur uit de Romeinse tijd was verdwenen: Weinigen konden lezen en schrijven hierdoor was bestuur volgens geschreven wetten niet goed mogelijk. Er was weinig geld in de omloop dus vorsten konden geen belasting heffen om militairen en bestuurders te betalen of om wegen aan te leggen. Clovis was de koning der Franken. Hij bezat een gebiedje rond Doornik, maar later breidde hij zijn gebied uit door andere vorsten te vermoorden of te verslaan. Toen hij in 511 stierf, behoorde het grootste deel van Gallie bij het Frankische rijk. Het rijk werd verdeeld onder zijn vier zoons, waarvan één zoon de andere drie zonen vermoordde. Ook hij had weer vier zonen. De tijd van het Frankenrijk is dus een tijd van veel oorlog en moord. In de 8 e eeuw na christus veroverde Karel de Grote het rijk. Keizers waren in deze tijd afhankelijk van lagere heren, die met hen meevochten en soldaten leverden. In ruil gaf de keizer hen grond of buit. Feodalisme/leenstelsel: bestuurssysteem waarin de koning een stuk land te leen gaf aan lagere heren. Ambt: openbare functie. Vazal/leenman: edelman die trouw heeft gezworen aan een vorst of hogere heer. Leenheer: vorst of hoge edelman die grond of ambt aan een vazal uitleent. Graafschappen/hertogdommen: gebied onder leiding van een graaf/hertog. De graven en hertoggen waren de leenheer s leenmannen. Na de dood van Karel de Grote gingen de leenmannen hun leengrond als eigen grond zien en probeerden het op hun kinderen over te dragen. In de 9 e eeuw gingen zelfs vazallen hun leenland uitlenen. het Frankische rijk was in twee rijken uiteen gevallen: Duitsland en Frankrijk. Pagina 3 van 10

Door technische verbeteringen in het leger werden ruiters een superieur volk. Stijgbeugels Marienkolder Betere zwaarden en lansen. De dure uitrusting konden alleen de rijke heren betalen. Zelf waren ze vaak ook ridder en trainde ze getalenteerde boerenzonen op. Hierdoor konden zij de burcht verdedigen. Ridderschap: adelijke vereniging voor ridders. Ze moesten zich laten zien als trouw, eerlijk en moed. 3.4= de verspreiding van het Christendom in Europa. De rooms-katholieke kerk werd vanuit Rome geleid. Het ontstond in het romeinse rijk In grotere steden hadden bisschoppen de leiding over de kerk. Bisschoppen: hoogste geestelijke in een christelijk gebied. Bisdom: gebied van een bisschop. Geestelijken: iemand die in dienst is van de kerk. Werden gekozen door bisschoppen. De bisdommen vormden een kerkprovincie onder leiding van een aartsbisschop. Paus: de hoogste bisschop. Zelfs nadat de staatsorganisatie verdween bleef de kerkelijke-organisatie bestaan. De Byzantijnse keizers (oosten) vonden dat zij de macht over kerk en staat moesten hebben. Er heersten toen twee machten over de wereld (tweezwaardenleer): Die van de paus en bisschoppen En de wereldlijke (als behalve kerk) macht van de keizers en koningen. Mede daardoor ontstond er een schisma (scheur) tussen het Grieks-Orthodoxe (byzantijse) en rooms-katholieke (westen) christendom. Ook had het rooms-katholieke geloof een paus en het byzantijnse geloof en patriarch. Monniken/nonnen: man/vrouw die afgezonderd leeft en zijn leven aan God wijdt( door bijv. te bidden). Zij werden niet gekozen door bisschoppen. Klooster: gebouw waar monniken/nonnen samenkomen. Ze mochten geen persoonlijk bezit hebben. Ze mochten het klooster niet verlaten Ze moesten gehoorzamen aan de abt(hoofd van het klooster). Ze moesten zich houden aan een strakke dagindeling (bidden en werken). Door de bekering van de Frankische koning Clovis verspreidde het geloof zich snel. Hij dreigde een veldslag te Pagina 4 van 10

verliezen en toen hij de God van zijn christelijke vrouw riep, won hij de veldslag. Hij liet zich dopen. Dopen: door onderdompeling in het water hoor je bij god. Vanaf 450 hadden monniken het geloof al naar Ierland gebracht. En vanaf 600 brachten Ierse monniken het naar Brittanie. In 690 trokken monniken naar Nederland om de Friezen te kerstenen. Kerstenen: bekeren tot het christendom. Missionarissen: geestelijke die het woord van God verspreid. Missionarissen en predikanten waren erg afhankelijk van de bescherming van het Frankische Rijk. Zodra de greep op het noorden verslapte, staken de Friezen de kerken in brand. Intussen drong in Frankrijk de islam op. Voor missionaris Liudger was het bekeren van de Friezen makkelijker dan voor Wiilibrond. Liudger was de zoon van een Friezen edelman en groeide op in Friesland. De friezen zouden hem dus eerder in vertrouwen nemen. Missionarissen wilden het geloof het liefst zonder geweld verbreiden. Maar meestal slaagde de kerstening pas nadat de heidense leiden op brute wijze waren onderworpen. Na Karels dood duurde het een tijd voor het christendom weer door kon groeien. Dit kwam doordat stammen uit het noorden probeerde het noorden van Europa te winnen. Het verschil tussen het Germaanse (heidense) geloof en het christendom: Germaanse geloof is met meerdere goden. Germanen hadden geen verschil in staat en kerk. Heiden: hangt niet het ware geloof aan of geen geloof. Ketter: hangt het verkeerde geloof aan. Atheist: iemand die niet in het bestaan van god gelooft. Agnost: twijfelt. Heiligen: gestorven die volgens de kerk aanbeden mag. (maria) Om de heidenen toch in het christendom te laten geloven, zochten ze aansluiting met het heidense geloof. Zo werd Christus geboren op 25 december (de dag van de zon)en pasen gingen ze vieren op het Germaanse lente feest. Relikwieën: overblijfsel van een heilige die in de rooms katholieke kerk vereerd wordt. Geschiedenis samenvatting hoofdstuk 4 4.1= opkomst van handel en ambacht en herleving van de landbouwstedelijke samenleving. Pagina 5 van 10

Vanaf 1000 ontstonden er overal steden en gingen mensen over op een landbouwstedelijke samenleving. Hamburg was de machtigste stad van Noord-Europa en was het internationaal centrum van handel. In pakhuizen werden goederen opgeslagen. Hamburgse kooplieden gaven leding aan de Duitse Hanze, een verbond van tientallen handelssteden die kantoren bij elkaar hadden, samen de piraterij bestreden en soms zelfs hun wil oplegden aan hertogen en koningen. De meeste middeleeuwse steden waren nieuw (niet uit de tijden van de Romeinen). Ze lagen vaak aan rivieren. Omdat verharde wegen ontbraken, waren waterwegen voor de bevoorrading nog belangrijker. Verschil romeinse en middeleeuwse steden: Middeleeuwse steden hadden geen verharde wegen. Middeleeuwse steden hadden geen rechte straten, maar kronkelige straatjes. Middeleeuwse steden hadden geen theaters, badhuizen. Waardoor konden weer steden ontstaan? De Vikingen waren klaar met hun invasies en nu kregen de steden weer een kans om te groeien. Ook groeide de bevolking. Tussen 1000 en 1300 verdubbelde de bevolking. Bossen werden gekapt, moerassen werden drooggelegd. De landbouw kon hierdoor verbeteren. Het tweeslag stelsel, waarbij de grond om het jaar braak lag, werd veranderd in het drieslagstelsel. Drieslagstelsel: akkerbouw waarbij telkens één derde braak ligt, één derde is bezaaid met wintergraan en één derde met zomergraan. Ook werd de houtenploeg door een ijzeren ploeg vervangen. (kon dieper) Ossen die de ploeg trokken, werden vervangen door paarden. Ze waren sneller en tammer. Dankzij de verbeteringen van de landbouw, gingen de boeren te veel produceren. Dit gingen ze verkopen op de markten (die vlakbij de waterwegen lagen). Hier vestigden zich ook mensen die zich specialiseerden in een ambacht (timerman, schoenpoetser). In grotere steden maakten ambachtslieden ook producten die over grote afstanden werden verhandeld. Veel steden specialiseerden zich. (Gent= textiel, Italie= specerijen van Arabieren) Door de oplevende handel ontstond er weer een geldeconomie. Rijke handelaren ontwikkelden zich tot bankieren. Handelaren konden geld inleveren bij de bank, in ruil kregen zij dan een wisselbrief. Wisselbrief: brief waarmee handelaren geld konden ophalen bij een bank (in het buitenland). Met de giro konden ze het geld overmaken. 4.2= opkomst van de stedelijke burgerij en toenemende zelfstandigheid van steden. Steden werden vaak getroffen door onheil. Er waren geregeld voedseltekorten en de hygiene was er laag. Er was veel criminaliteit en de mensen woonden dicht op elkaar. Doordat mensen van het platteland naar de stad bleven Pagina 6 van 10

vertrekken, groeide de bevolking toch. De stad had een grote aantrekkingskracht op de boeren. In de stad was namelijk.. Welvaart Voorzieningen Anonimiteit De steden hadden zich ontworsteld van de greep van de adel. De graaf, hertog of koning had hun stadsrechten gegeven. Stadsrechten: privileges van een stad. (eigen bestuur, wetten, tol mogen heffen) Inruil daarvoor betaalden ze belasting. Vaak hield de adel nog wel enige macht via de baljuw. Baljuw: door een edelman aangestelde rechter en bestuurder in een stad of op het platteland. De gevolgen Vorsten en hoge edelen profiteerden van de geldeconomie, maar het maakte hen ook afhankelijk van de steden. Lage adel moest macht inleveren, horigheid en hofstelsel verdwenen. Wie een jaar en een dag in een stad woonde, kon het burgerrecht kopen. Hij werd daarmee burger. Maar lang niet alle stadsbewoners hadden het burgerrecht. (arbeiders/werkvolk, geestelijke= kerkelijk recht) Burgers werden beschermd door de stadsmuren, konden zich verdedigen voor de stedelijke rechtbank, konden lid worden van een gewapende schutterij (zorgde voor veiligheid) en je kon lid worden van een gilde. Gilde: stedelijke organisatie van een bepaalde ambacht. Het gilde regelde de beroepsopleiding, lette op de kwaliteit en stelden de prijzen vast. Leden van een gilden vierden vaak samen feest en het gilde zorgde voor de leden die bejaard, werkloos waren. Schepenen: leden van het stadsbestuur en rechtbank. Meestal rijke families. 4.3= het begin van staatsvorming en centralisatie. Uit het Frankische rijk van Karel de Grote ontstonden twee rijken: Frankrijk en Duitsland. Frankrijk Staat : een gebied met duidelijke grenzen. Het bestuur is in handen van één instantie. Geweld mag alleen door de overheid worden toegepast. Orde: weinig grip. De meeste leenmannen waren machtiger dan de koning. Honderdjarige Oorlog (vanaf 1337-1453) tussen Engeland (die gebieden had in Frankrijk) en Frankrijk, uiteindelijk won Frankrijk. Centralisatie en staatsvorming Centralisatie: Ontwikkeling waarbij een land steeds meer vanuit een hoofdstad wordt bestuurt. Pagina 7 van 10

Staatsvorming: Vorming van een overheid met ambtenaren en een door de overheid betaald leger. Duitsland Koningschap: de meeste koningen lieten zich kronen tot keizer in Rome, zo lieten ze zien dat de kerk achter ze stond. Orde: Toch konden ze de macht van de hoge edelen niet beperken, het koningschap was namelijk niet erfelijk en de koning werd gekozen door de hoge edelen (kiezen van zwakkeling) Engeland Verovering: in 1066 door hertog Willem de Veroveraar. Orde: gaf land aan leenmannen, maar hield zelf de orde. Nam sheriffs in dienst voor het innen van belasting. Nederland Verdeling: op het grondgebied lagen hertogdommen, graafschappen en bisdommen. Het grootste deel hoorde bij het Duitse rijk. (1247 Willem II van Holland werd tot Duits koning gekozen) Één vorst: rond 1430 kwam Filips van Bourgondië (Filips de Goede) hij was overal apart hertog, maar begon met het instellen van een centraal bestuur. De hoofdstad was Brussel. Hij inde oa belasting. Zijn zoon, Karel de Stoute, veroverde ook nog Gelderland, maar toen hij in 1477 stierf, werd het nagelaten aan de man van Karels dochter, Habsburg. Staatsvorming en centralisatie werden mogelijk gemaakt door de toenemende geldeconomie. Koningen konden belasting heffen, waardoor ze ambtenaren, huursoldaten en wapens konden betalen. Daarentegen vroegen veel edelen iets terug voor de belasting die ze betaalden. (land) Parlement: Volksvertegenwoordiging (in de vroege tijd van de standen:adel, geestelijke, burgerij) Staten-Generaal: deze ontstond uit het parlement. (1464 eerste in Nederland) Toch waren de staten nog zwak. De edelen en steden hadden veel privileges en de bewoners voelden zich vaak met alleen hun eigen stad verbonden (geschiedenis en cultuur) 4.4= het conflict tussen de wereldlijke en geestelijke macht. In 1303 werd paus Bonifatius VIII overvallen en meegenomen door Franse militairen. Al eeuwen werd er tussen de pauzen en koningen/keizers geruzied over het primaat. Primaat: Oppergezag. Tweezwaardenleer: de koning/keizer (wereldlijke macht) en de paus( geestelijke macht) Maar in 1075 stelde paus Gregorius VII dat de paus boven de wereldlijke macht stond. Bonifatius vond dat de koningen moesten gehoorzamen. Ook leken hoefden zich niet meer met de kerk te bemoeien. Leken: 1. Iemand die niet tot de geestelijkheid hoort 2. Iemand die geen deskundige is. Pagina 8 van 10

Hiervoor hadden de wereldlijke veel macht over de geestelijke macht. Zo moesten de geestelijken een investituur tekenen (een gezag) en omdat de bisschoppen van de keizers/koningen afhankelijk waren (ze wilden hun macht gehouden), maakte de keizer/koning hen een hertog/graaf. In 1075 benoemde een Duitse keizer de bisschop van Milaan, terwijl de paus al een ander had benoemd. De keizer weigerde aftestappen en de paus deed hem in de ban (uit de kerk zetten). In 1122 deed de keizer afstand van de investituur. Ook in Frankrijk kreeg de koning steeds meer macht in de benoeming van bisschoppen. Ook was de kerk steenrijk (belasting en geschenken) en de koningen eisten een deel. In West-Europa hield de paus de hoogste geestelijke macht. Hij bepaalde wat het juiste geloof was. in de 12 e eeuw werd er een speciale rechtbank (inquisitie) tegen ketterij opgestart. Later gingen ze ook heksen vervolgen. 4.5= de expansie van de christelijke wereld. In 1095 riep paus Urbanus II de heilige oorlog uit om Jeruzalem terug te veroveren van de Islam. Expansie: uitbreiding. Christelijke ridders verjoegen de Islamieten uit Zuid-Europa en hierdoor gingen de Italianen de zeevaart op de Middellandse Zee overheersen. (1100) Rond 1050 veroverde de Turken grote deel van de Arabische wereld en het Byzantijnse rijk. Paus Urbanus beloofde de keizer van het Byzantijnse rijk hulp tegen de Turken, maar vertelde de kruisvaarders dat het ging om het beschermen van de pelgrims die in Jeruzalem het graf van Jezus bezochten. Pelgrims: gelovige die reist naar een heilige plaats. De eerste kruistocht naar Palestina in 1096 was een groot succes, maar toonde ook het barbaarse gezicht van het Christelijke Europa. In 1099 vermoordde een het kruisleger een groot deel van de Jeruzalemse bevolking. Jeruzalem werd de kern van het christelijke staatje onder leiding van de kruisridders. De veroveringen waren mogelijk omdat de islamitische wereld diep verdeeld was. In 1187 wist Saladin Jeruzalem in te nemen. In 1291 viel Akko, de laatste Christelijke stad in Palestina. Ook in Spanje en Portugal streden veel christelijke ridders tegen de moslims. Door de reconquista was het laatste Moorse leger verdreven (1492). Italiaanse handelaren drongen in de 13 e eeuw al diep in Azie door. Marco Polo= belangrijke Europese handelaar. Pagina 9 van 10

Pagina 10 van 10