Voorwoord. Namens de Schooladviescommissie, Medezeggenschapsraad en het team van de Nicolaasschool,



Vergelijkbare documenten
R.K. Nicolaasschool Schoolgids 2014/2015

Voorwoord. Namens de Schooladviescommissie, Medezeggenschapsraad en het team van de Nicolaasschool, Wendy Rogge (directeur).

ZORGGids CBS TOERMALIJN FRANEKER

2. Waar staat de school voor?

7.2 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school

Inhoudsopgave. Voorwoord

Inhoudsopgave. Voorwoord

Hoofdstuk 2 Begripsformulering doorstroming, doublure en versnelling Hoofdstuk 5 Doorstroming in de kleuterbouw 6

3 De visie van de Prinses Julianaschool

NIEUWSBRIEF GROENHORST-KINDERLAND Jaargang 1, nummer 2

Ouderbeleidsplan. Sbo de Bonte Vlinder. September 2014

Inhoudsopgave. Voorwoord

Protocol Terugplaatsingsbeleid van SBO naar BAO

Schoolondersteuningsprofiel

Het Baken: Een school van de Vereniging voor Christelijk Primair Onderwijs.

3. De zorg voor de leerlingen Passend Onderwijs

Protocol aanname- en inschrijving RK BS de Veldhof

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL DEN DIJK

Binnen deze driehoek geldt een aantal randvoorwaarden:

Groep 1 t/m 8 Prins Mauritsschool Delft

Kwaliteitszorg OBS De Springplank Januari 2014

7 Passend onderwijs. 7.1 Algemeen. 7.2 Interne begeleiding. Schoolgids

Zorg voor onze kinderen

Inhoudsopgave: Even voorstellen 5. Waar staan we voor 7. Ons onderwijs 7. Boeiend onderwijs: 8. Kwaliteit bewaken 8

Overgangsprotocol OPO Ameland Groep 1 tot en met 4

het fundament christelijke basisschool genderen Protocol Leerlingenzorg Speciale Leergroep ~ huidige situatie ~

Algemeen Een algemeen stukje van de hand van onze directeur Mathieu Bootsveld en overig algemeen nieuws.

U kunt hieronder zien in welke periode welke toets wordt afgenomen.

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Doorstromen, vertragen en versnellen.

PROTOCOLLEN. Stappenplan t.a.v. doubleren Bij de besluitvorming over een doublure worden de volgende stappen genomen:

5. Contacten met ouders

HORN. Bezoekmiddagen Woensdag 14 januari 2015 Woensdag 28 januari 2015 Woensdag 4 februari 2015 Woensdag 11 februari 2015

Notitie voor leerkrachten

Jaarplan MR OBS Gieten Inhoud

Beleid VPCO - Plusklas

De Schakel in het kort.

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD'

Inhoudsopgave. Voorwoord

Communicatieplan Albertine Agnesschool schooljaar

2. Samen met ouders. 2.1 Partnerschap. 2.2 Informatie en communicatie

Protocol Overgang. Obs Valkenhorst Bremstraat GD Assen

Werken in het Lab Beleid verrijkingsklassen Stichting KBO Haarlem-Schoten (concept 2 oktober 2015)

De leerkrachten willen de kinderen het gevoel geven van veiligheid en geborgenheid.

Schoolondersteuningsprofiel

Doublure protocol Groep 1 t/m 8

Informatie basisschool Pius X Jordaansingel 20 Haaksbergen

...paspoort naar grenzeloos onderwijs...

Ondersteuning van leerlingen op. CBS De Rank

RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK BASISSCHOOL ANNE FRANK

VALCKESTEYN Beleid Doubleren of Versnellen

Onderwijskundig Jaarplan ( OKJP) OnderwijsKundig JaarVerslag ( OKJV)

Jeugdgezondheidszorg op de basisschool

RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK RKBS 'VAN DOORN'

JEUGDGEZONDHEIDSZORG 4-19 JAAR

Groeidocument SWV Primair Onderwijs Midden Holland Herziening versie Groeidocument GROEIDOCUMENT. Naam leerling

Protocol doubleren en versnellen (def. versie 5/1/2015)

Inhoudsopgave. Voorwoord

Aandachtspunten Leraren passend onderwijs

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR Basisschool De Arnhorst. Velp

Schoolondersteuningsprofiel. 09AY00 Rooms Katholieke Basisschool De Brembocht

Nieuwsbrief November 2014 Jaargang:

MR De Vuurvogel. Waar staat de MR voor? Waar gaat de MR voor?

Schoolondersteuningsprofiel

6. Ondersteuning voor de leerlingen

Intern begeleiders. Lisette Kummu-Bax. Marinka de Haan-Hendriksma

Jaarplan Medezeggenschapsraad R.K. Basisschool Gerardus Majella

Communicatieplan Medezeggenschapsraad Menko toren & Bonifatiusschool

Speciale school voor basisonderwijs. Leren met je hoofd, hart en handen op De Dolfijn

Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij. Christelijke Speciale basisschool De Branding

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Op weg naar betekenisvol onderwijs en onderzoekend en actief leren.

2. Samen met ouders. 2.1 Partnerschap

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK SAMSAM

Procedure schooladvies

JEUGDGEZONDHEIDSZORG 4-19 JAAR

Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs IJmond Publieksversie voor scholen en ouders

Schoolondersteuningsprofiel

Informatiefolder ICBS OCTANT Schooljaar

Passend onderwijs Wat is passend onderwijs? Waarom wordt passend onderwijs ingevoerd?

Aanmelding tot instroom

Het schoolbeleid ten aanzien van doubleren

Verbeterplan n.a.v. uitslagen enquête onder ouders van obs de Dubbele Punt april 2013

toegelaten wordt. Uiteraard zal er in overleg met de ouders altijd naar een oplossing worden gezocht.

Jaarplan MR Verburchhof Schooljaar

onderwijs, de ontwikkelingen op een rij

ONS EIGEN OPVOEDINGSPROJECT

Onderwijsondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel St. Jozefschool - 31 oktober 2014

Hoe volgt en begeleidt Montessori-Zuid de leerlingen?

Samenwerking. Betrokkenheid

Stroomdiagram zorg. Versie september 2008

VVE protocol. IKC Juliana. Weth. Rebellaan KA Barneveld

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008 BASISSCHOOL DE HORST

Aan de ouders, Vriendelijke groet, team prinses Beatrixschool. Verbeterpunten en acties

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool Cosmicus

Dit jaar aan mij de eer om op het afgelopen schooljaar terug te blikken.

U kunt hieronder zien in welke periode welke toets wordt afgenomen.

Transcriptie:

R.K. Nicolaasschool Schoolgids 2014/2015 Onze school geeft je de ruimte om te groeien!

Voorwoord Dit is de schoolgids van de Nicolaasschool voor Katholiek onderwijs. Het is een gids waarin u kunt lezen wat voor school de Nicolaasschool is. Naast een veelheid aan organisatorische regelingen en afspraken heeft de school uitspraken gedaan over hoe zij aankijkt tegen de katholieke identiteit en over de missie en de visie die de grondslag voor het handelen in de school zijn. Betrokkenheid bij het onderwijsleerproces en inbreng van ouders in de afstemming tussen thuissituatie en schoolsituatie zal in de komende jaren een steeds belangrijkere rol gaan spelen. Dit krijgt niet alleen gestalte via de inspraakorganen, zoals de Schooladviescommissie en de Medezeggenschapsraad, maar zal ook steeds meer vorm krijgen in het gesprek tussen leerkrachten en ouders. * We willen vooral een school zijn waar iedereen zich thuis voelt. Naast deze uitwisseling en afstemming vinden we het belangrijk dat ouders betrokken zijn bij verschillende activiteiten van de school. Daarom roepen we ouders op om via zitting in bovengenoemde organen een rol te spelen bij de beleidsvorming en bij de daadwerkelijke uitvoering daarvan elke dag. Doel van de schoolgids is om u als ouder te informeren over de organisatie van onze school. De schoolgids biedt ouders die nog moeten kiezen de gelegenheid om te bezien welke school het best past bij hun kind en bij hun visie als ouder. Er is ook een schoolplan. Hierin staat de inhoudelijke uitwerking van de manier waarop de school werkt aan de continue verbetering van het onderwijsleerproces. Dit schoolplan ligt ter inzage op school. R.K. Nicolaasschool Flintenpad 38 7761 AT Schoonebeek Telefoon: (0524) 532364 E-mail: nicolaasschool@xs4all.nl Website: www.rknicolaasschool.nl Mocht u na het lezen van de gids nog vragen hebben, aarzel dan niet om deze aan ons te stellen. Wilt u meer over de school weten, dan kunt u uiteraard een afspraak maken met de directeur (0524-532364). Zij wil graag de school laten zien en vertellen over de school. Voor nieuwe ouders organiseren we regelmatig informatiebijeenkomsten. Data van de informatiebijeenkomsten vindt u op onze website, www.rknicolaasschool.nl. U wilt immers een goede school voor uw kind kiezen. Wij vinden dat ook belangrijk, want ook de medewerkers van de Nicolaasschool willen het beste voor uw kind. Namens de Schooladviescommissie, Medezeggenschapsraad en het team van de Nicolaasschool, Evelien de Ruijter (directeur). *Waar in deze schoolgids over ouder(s) gesproken wordt, kan ook verzorger(s) gelezen worden.

Inhoudsopgave 1. Visie op Onderwijs 1.1 De school 1.2 Kindbeeld en visie 1.3 Maatschappelijke visie 1.4 Visie op leren: didactische visie 1.5 Visie op leerkracht 1.6 Levensbeschouwelijke visie 2. Organisatie van het onderwijs 2.1 Jaargroepen 2.2 De groepsleerkracht 2.3 Onderwijsassistenten 3. Onderwijsinhoud 3.1 Onderwijs in groepen 1 en 2, zorg voor het jonge kind 3.2 Onderwijs in groep 3 t/m 8 3.3 Gebruikte methodes 3.4 Expressieactiviteiten 3.5 Bewegingsonderwijs 3.6 Sociaal emotionele ontwikkeling 3.7 ICT 3.8 Techniek 3.9 Buitenschoolse activiteiten 4. Leerlingenzorg 4.1 Rapportage 4.2 Doublure 4.3 Overgang van groep naar groep 4.4 Beleid op leerlingen die vervroegd doorstromen 4.5 Interne begeleiding 4.6 Leerlingvolgsysteem 4.7 Entreetoets groep 7 4.8 Het voortgezet onderwijs 4.9 Uitstroomgegevens 4.10 Grensoverschrijdend gedrag 4.11 Orthotheek 5. Organisatie van de school 5.1 De locatie 5.2 Stichting Catent 5.3 Het schoolteam 5.3.1. Het team 5.3.2. Nascholing 5.3.3. Specifieke taken en functies binnen de school 5.4 De MR, GMR, SAC en Oudervereniging 5.4.1. De Medezeggenschapsraad (MR) 5.4.2. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) 5.4.3. De schooladviescommissie (SAC) 5.4.4. De oudervereniging 5.4.5. De leerlingenraad

5.5 Externe contacten 5.5.1. De jeugdgezondheidszorg op de basisschool 5.5.2. Stagiairs/stagiaires 5.5.3. Van peuter naar kleuter 5.5.4. Bibliotheek 5.6 De uitvoering van de leerplicht 5.6.1. Wat te doen in geval van verzuim en verlof 5.6.2. Ziekmelding 5.7 Vakantierooster en schoolvakanties 5.8 Kwaliteitszorg 6. Ouders en school 6.1 Contact met de school 6.1.1. Betrokkenheid 6.1.2. Verwachtingen 6.2 Nieuwsbronnen 6.2.1. Nieuwsbrief voor ouders 6.2.2. Schoolkalender 6.3 Overige zaken 6.3.1. Traktatie/verjaardagen 6.3.2. Schoolbel/aanvang lessen 6.3.3. Veiligheid in en om de school 6.3.4. Zindelijkheid 6.3.5. Medisch handelen op school 6.3.6. Luizencontrole 6.3.7. Mobiele telefoons 6.3.8. Pesten 6.3.9. Foto s 6.3.10. Ouderbijdrage 6.3.11. Klachtenregeling 6.3.12. Verzekeringen 6.3.13. Sponsoring 6.3.14. Tussenschoolse Opvang (TSO) 7. Beleid 7.1 Beleidsontwikkelingen 8. Slotwoord

1. Visie op Onderwijs 1.1 De school Een school met ambitie! De Nicolaasschool staat voor: Kleinschaligheid Saamhorigheid Structuur en duidelijkheid Respect voor elkaar Een katholieke identiteit Openheid en betrokkenheid Goede communicatie Individuele aandacht Steeds meer onderwijs op maat Zelfstandigheid Ambitie Bredeschool -activiteiten Moderne onderwijsmiddelen. De Nicolaasschool neemt verantwoordelijkheid om, met ouders en maatschappelijke instanties, het kind optimaal te ontwikkelen zodat het kind een plek in de maatschappij krijgt waarin het zich gelukkig voelt. 1.1 Kindbeeld en visie Kinderen willen leren. Van jongs af aan beginnen kinderen de wereld te onderzoeken en betekenissen te verlenen aan hun ervaringen. Kinderen ontwikkelen zich met plezier. Wij zijn gericht op de cognitieve/verstandelijke ontwikkeling van het kind met zijn/haar talenten. Deze ontwikkeling wordt zo optimaal als mogelijk als voldoende aandacht wordt besteed aan het sociaal-emotionele en lichamelijk welbevinden. Op de Nicolaasschool wordt aan de kinderen geleerd zelfstandig te kunnen werken. Het kind leert initiatieven te nemen en goede keuzes te maken. Het kind wordt mede-eigenaar gemaakt van zijn/haar ontwikkelingsproces. Hierbij wordt het kind 4 geholpen door de leerkracht en allerlei hulpmiddelen zoals het planbord, keuzebord en de dag- en weekplanning. 1.1 Maatschappelijke visie Onze school is onderdeel van de samenleving. Op de Nicolaasschool gaan wij op een respectvolle manier om met de verschillen tussen elkaar. Met respect voor elkaar hebben, stopt de ontwikkeling wat ons betreft niet. We willen de kinderen graag leren om gebruik te maken van eigen en elkaars talenten en daarom goed leren samen te werken. Goed samenwerken is een eigenschap die elk kind in zijn/haar verdere loopbaan goed kan gebruiken. Als school anticiperen we ook op maatschappelijke ontwikkelingen. Het is ook onze taak om kinderen hiermee vertrouwd te maken en zich te laten ontwikkelen binnen een veilige omgeving. 1.4 Visie op leren: didactische visie Onder didactisch handelen verstaan we de wijze waarop ons onderwijs aangeboden wordt. Op didactisch gebied kijken we naar de onderwijsbehoeften van kinderen. Die behoeften worden vertaald naar de wijze waarop kinderen onderwijs krijgen: het past bij hun ontwikkeling. Uiteraard is het onderwijsaanbod afgestemd op het bereiken van de kerndoelen: datgene wat de kinderen in elk geval moeten leren op de basisschool. De kerndoelen zijn vertaald naar groepsdoelen. Daarbinnen wordt aan de hand van de individuele ontwikkelingen vastgesteld welke stof op welke wijze moet worden aangeboden. We willen ervoor zorgen dat we het maximale uit ieder kind halen. Het basismodel is dat binnen de groep het onderwijs op diverse niveaus wordt aangeboden. Basisstof voor alle kinderen, herhalingsstof voor kinderen die wat moeite hebben met de basisstof en verrijkingsstof voor de vlotte en goed presterende kinderen. We werken sinds eind 2012 met een nieuw organisatiemodel TOM Onderwijs Anders. Hierover meer onder het kopje organisatie. Daarnaast bouwen we in de komende jaren stapsgewijs aan een adaptieve school,

waarin handelingsgericht wordt gewerkt. Bij adaptief onderwijs wordt vooral gekeken naar drie basisbegrippen: relatie, competentie en autonomie. We streven er naar om met elk kind een goede relatie te hebben en ieder kind te stimuleren om goede relaties met anderen te onderhouden en om het beste uit zichzelf te halen. We staan open voor signalen die kinderen afgeven en willen de betekenis daarvan achterhalen. We willen de gevoelens en gedachten van kinderen begrijpen. Om dit te bereiken is er in alle groepen sprake van effectief klassenmanagement. Leerkrachten zijn op de hoogte van de doorlopende leerlijnen van groep 1 tot en met groep 8. Zij kennen de doelen en het onderwijsaanbod van die doorlopende leerlijnen en realiseren de doelen van de eigen groep. Ook voor het zelfstandig leren werken en het samenwerken is een doorlopende leerlijn van groep 1 tot en met groep 8 gerealiseerd. Door de gehele school wordt met hetzelfde basissysteem van planning en keuzemogelijkheden voor kinderen gewerkt. Handelingsgericht werken heeft de laatste jaren een prominente rol gekregen op de Nicolaasschool. De uitgangspunten zijn daarbij: - De onderwijsbehoeften van leerlingen staan centraal: Wat hebben zij nodig om bepaalde onderwijsdoelen te behalen? Het gaat om afstemming en wisselwerking tussen deze leerling, deze groep, deze leerkracht, deze school en deze ouders. - Samenwerking tussen leerkrachten, leerlingen, ouders, interne en externe begeleiders is noodzakelijk om passend onderwijs te kunnen realiseren. - Het schoolteam formuleert lange- en kortetermijndoelen voor het leren, de werkhouding en het sociaal-emotioneel functioneren van alle leerlingen en evalueert deze in een cyclus van planmatig handelen. Het groepsplan staat hierbij centraal. - De onderwijs- en begeleidingsroute verloopt systematisch, in stappen en transparant. Het is eenieder duidelijk hoe de school wil werken en waarom. 1.1 Visie op de leerkracht De leerkracht is niet alleen binnen de basisgroep, maar ook in samenwerking binnen de school met collega s en de schoolleiding op weg naar het realiseren van een professionele schoolorganisatie. Binnen deze professionele schoolorganisatie vinden wij het belangrijk om op een goede manier feedback te geven en te ontvangen. Hierdoor zijn alle leerkrachten van de Nicolaasschool verantwoordelijk voor de uitstraling en de ontwikkeling van de school. De uitstraling van de Nicolaasschool wordt mede gevormd door de katholieke identiteit. De leerkrachten van de Nicolaasschool dragen de katholieke identiteit uit. (zie 1.6) Daarnaast is het van grote betekenis dat: - Er voortdurend aandacht is voor het scheppen van een goed pedagogisch klimaat, waardoor kinderen zich in rust en met een gevoel van veiligheid en geborgenheid verder kunnen ontwikkelen, kunnen leren. Een goede sfeer op school is de basis voor alles. Respect en belangstelling voor en vertrouwen in elkaar zijn niet alleen belangrijk voor kinderen onderling, maar evenzeer tussen de kinderen en leerkrachten, tussen alle personeelsleden van de school als ook voor de ouders van de kinderen. - De groeps-, leer- en werklokalen er uitnodigend en ordelijk uitzien. - Nieuwe onderwijsontwikkelingen kritisch worden gevolgd en -waar nodig, wenselijk en mogelijk- binnen het onderwijs worden ingepast. 5

- Er binnen de school (voor alle bij school betrokkenen), een inspirerend samenwerkingsklimaat bestaat. Dit als een belangrijk fundament voor het leren en zich verder ontwikkelen. - Alle geledingen (leerkrachten, schoolleiding, kinderen, ouders) serieus met elkaar communiceren, vastgesteld beleid mee helpen uit te voeren, elkaar praktische tips geven, enz. 1.6 Levensbeschouwelijke visie De veelheid aan levensbeschouwelijke activiteiten op de Nicolaasschool, verbonden met de katholiek-christelijke traditie, zijn te ordenen in vier gebieden: Leren, Vieren, Dienstbaarheid en Gemeenschapsvorming. Aan deze vier aandachtsgebieden wordt in de boom op het Stilteplein vorm/uitleg gegeven. 1. Leren: De identiteit van de school vindt u in het bijzonder in de godsdienst/levensbeschouwingslessen, maar ook in andere vakgebieden. Elke morgen beginnen we in de groepen met een les uit de methode Trefwoord. Hierin staan verhalen, liedjes, gedichten en suggesties voor gesprekken met kinderen. Sommige verhalen zijn uit de bijbel, andere passen bij het thema. De thema s zijn zo gekozen dat ze bij de leefwereld van de kinderen passen. Binnen de thema s besteden we ook aandacht aan Jodendom, Christendom, Islam, Boeddhisme, Hindoeïsme en Humanisme. andere vorm van vieren. 3. Dienstbaarheid: Als school willen we aansluiten bij de aandacht en dienstbaarheid in de katholieke traditie voor mensen die het moeilijk hebben. De aandacht die mensen nodig hebben, krijgt bij ons in de school vorm door bv. een herdenkingstafel of stilteplek, maar ook indirect door de kinderzegelactie, actie Schoenmaatje, etc. 4. Gemeenschapsvorming: De Nicolaasschool wil samenwerken met anderen en een gemeenschap opbouwen. De Parochiekerk en de school zijn twee zelfstandige onderdelen van de parochie. Beiden streven zij hetzelfde doel na, nl. het doorgeven van christelijke waarden en normen. De voorbereiding op de Eerste H. Communie en het H. Vormsel worden niet door de school verzorgd, evenals de gezinsvieringen. In de parochie zijn hiervoor werkgroepen die deze taak op zich hebben genomen. Wel is er samenwerking tussen kerk en school bij speciale gelegenheden. Wij hebben ook vanuit de stichting een identiteitsbegeleider, Tom Knippers, die ons ondersteunt bij de godsdienst/levensbeschouwing. We hechten waarde aan een goed contact met de ouders, want de ouders en leerkrachten zorgen samen voor een goede ontwikkeling van het kind. Naast de formele contacten zijn ook de informele contacten belangrijk. Vol vertrouwen ontwikkelen wij gezamenlijk de talenten van onze toekomst. 6 2. Vieren: Het vieren met elkaar neemt op school een belangrijke plaats in. Het Sinterklaasfeest, het Kerstfeest, Pasen, Carnaval zijn hoogtepunten door het jaar heen. Bij sommige feesten zijn ouders welkom, sommige feesten vieren we alleen met de kinderen. Ook vieren we belangrijke momenten uit het leven zoals verjaardagen en het vieren van een geboorte. Verder wordt er met Trefwoord invulling gegeven aan bidden, een

2. Organisatie van het onderwijs 2.1 Jaargroepen Op de Nicolaasschool wordt lesgegeven aan kinderen in de leeftijd van 4-12 jaar. Wij werken sinds 7 december 2012 volgens het concept Onderwijs Anders. In groep 1/2/3 (onderbouw)werken de leerlingen vanuit thema s en projecten aan hun ontwikkeling. De daarbij gekozen materialen sluiten hierbij aan. Zij werken vanuit een ook voor leerlingen duidelijke dagindeling. Om het zelfstandig werken zo goed mogelijk te laten verlopen, werken wij met dag- en weektaken. Er wordt in de groepen 1/2 gewerkt aan de hand van de methode Onderbouwd. In groep 3 wordt er gewerkt aan de hand van de methode Veilig leren lezen en De wereld in getallen. Elk kind is verantwoordelijk voor het afmaken van zijn/haar dag- of weektaken. Als het kind klaar is met zijn/haar vaste taken, kan het kiezen van werkjes op het vrije keuze bord In onze thema s laten wij de kinderen op speelse wijze kennismaken met de beginnende geletterdheid en gecijferdheid. Vanaf de middenbouw wordt er volgens het onderwijssysteem TOM Onderwijs Anders gewerkt. D.w.z. dat er op gezette tijden instructies worden gegeven voor een bepaald vak door een vaste leerkracht (een specialist). De kinderen volgen de instructies dus bij verschillende leerkrachten. Na de instructie gaan de kinderen de stof zelfstandig of in een groepje verwerken onder begeleiding van een onderwijsassistent op een door hen zelf gekozen plek. Dit kan zijn in het lokaal van het desbetreffende vak. Hier kunnen zij gebruik maken van bijv. wandkaarten behorende bij het vak. Of in het werklokaal, waar overlegd mag worden of op het stilteplein waar zelfstandig en stil gewerkt wordt. Wij willen hiermee het zelfstandig werken zoveel mogelijk bevorderen. Verantwoordelijkheid van de leerling, taakgerichtheid en samenwerken zijn daarbij essentiële elementen. (zie 1 Visie op onderwijs). Het is fijn om na de les even te lopen. 2.2 De groepsleerkracht De basisgroepsleerkracht (van onderbouw, middenbouw, bovenbouw) heeft de verantwoordelijkheid voor de groep. Als de leerkracht in deeltijd werkt, is zij verantwoordelijk samen met haar duo-partner. Uiteraard zijn de vakleerkrachten, die rekenen, taal en spelling geven ook verantwoordelijk, maar de basisgroepsleerkracht is het aanspreekpunt voor de basisgroep. De leerkrachten hebben veelvuldig overleg met elkaar over de kinderen, de groep en de leerstof. 2.3 Onderwijsassistenten Er zijn twee onderwijsassistenten werkzaam op school. Zij ondersteunen de leerkrachten wanneer kinderen, na uitleg bij de vakleerkracht, zelfstandig aan het werk gaan. Ze helpen kinderen waar nodig en gaan ook na of de kinderen aan het werk zijn en de leerstof hebben begrepen. 7

3. Onderwijsinhoud 3.1 Onderwijs in groepen 1 en 2, zorg voor het jonge kind Kenmerkend voor de groepen 1 en 2 van de onderbouwgroep in onze school is het spelenderwijs leren. De ontwikkeling van het kind is het startpunt voor het onderwijs dat gegeven wordt. Kennis en leersituaties worden aangeboden in voor kinderen betekenisvolle situaties. Het onderwijsaanbod wordt uitgewerkt in de volgende activiteitengebieden: spel en spelen, werken met materialen, thema s en projecten, kringactiviteiten en voorbereidende oefeningen voor lezen, schrijven en rekenen. De leerkracht daagt het kind uit tot steeds een stapje verder in zijn of haar ontwikkeling. Er wordt gewerkt vanuit Onderbouwd. De vorderingen van de kinderen worden bijgehouden. Van belang is het ontwikkelingsperspectief dat op een drietal dimensies betrekking heeft: - Spelontwikkeling; - Communicatie - Begripsvorming Wat bij alle activiteiten steeds in het oog gehouden moet worden, is de betekenis voor kinderen en de bedoeling van de leerkracht. 3.2 Onderwijs in groep 3 t/m 8 Kenmerkend voor het onderwijs in groep 3 t/m 8 is dat we adaptief onderwijs aanbieden. Dat betekent dat de leerkrachten verantwoordelijk zijn voor het leren van alle kinderen en er daarbij van uit gaan dat kinderen verschillende leer- en ontwikkelingsbehoeften hebben. Ze verzorgen onderwijs dat daaraan tegemoet komt. Het wordt geen individueel onderwijs, maar individualiserend onderwijs in groepsverband. Kinderen worden in de loop van de jaren in toenemende mate zelf meer en anders verantwoordelijk voor hun eigen leerproces. 3.3 Gebruikte methodes Lezen Veilig Leren Lezen is een methode die het kind de beginselen van het lezen leert. Er is binnen deze methode veel aandacht voor differentiatie. Voor het voortgezet technisch 8 lezen gebruiken we Lekker Lezen. We gebruiken diverse vormen van instructie en inoefening voor het uitbreiden van de technische leesvaardigheid. In overleg met ouders kan indien nodig thuis ondersteunende leesbegeleiding door ouders geboden worden. Voor begrijpend en studerend lezen gebruiken we Nieuwbegrip XL. Tevens wordt voor de inoefening en toepassing van begrijpende leesvormen gebruik gemaakt van de wereldoriëntatiemethodes. Taal en Spelling Het taalonderwijs richt zich met name op mondelinge en schriftelijke communicatievormen, uitbreiden van woord- en taalschat, spelling en grammaticale vaardigheden. Hiervoor gebruiken wij de methode Taalactief 4. Engels Vanaf groep 7 krijgen de kinderen Engels aangeboden. Rekenen Sinds schooljaar 2012-2013 gebruiken we de methode Wereld in Getallen. Het is een realistische rekenmethode die aansluit bij de dagelijkse praktijk. Er is aandacht voor getallen en bewerkingen en rekentoepassingen zoals meten, tijd en geld. Schrijven We hechten veel waarde aan een goed handschrift. In groep 3 beginnen de kinderen met een 3-kantig potlood te schrijven. In groep 4 gaan de kinderen in de loop van het schooljaar over op een vulpen. We werken met de methode Pennenstreken. Wereldoriënterende vakken: Aardrijkskunde We werken met de methode Wijzer door de wereld. Er zit een duidelijke structuur en opbouw in de methode. Geschiedenis De leerlingen leren over de geschiedenis van Nederland. We gebruiken hiervoor de methode Brandaan.

Natuur en techniek We werken met de methode Naut. Daar komen onderwerpen aan de orde zoals: magnetisme, groei, de natuur om ons heen, etc. 3.4 Expressieactiviteiten Hieronder vallen tekenen, handvaardigheid, dramatische vorming en muziek. De activiteiten vinden plaats op de donderdagmiddagen voor de onderbouwgroep en op de vrijdagmiddagen voor de middenbouwen bovenbouwgroep. Ideeën en lessen putten we uit diverse bronnen. 3.5 Bewegingsonderwijs Per groep is er een jaarprogramma vastgesteld op basis van een methode. Voor de kinderen uit de onderbouwgroep gebruiken we Bewegingsonderwijs in het speellokaal en voor de middenbouw- en bovenbouwgroep Bewegingslessen. De onderbouwgroep gymt in het speellokaal en de middenbouw- en bovenbouwgroep in sporthal De Kampen. 3.6 Sociaal emotionele ontwikkeling Dit jaar willen we een nieuwe methode invoeren. Met de start van het nieuwe schooljaar zullen we insteken op groepsvorming. Daarna proberen we een methode uit. Als die bevalt voeren we die methode in. In de onderbouw wordt ook gewerkt met prentenboeken en verwerkingsmateriaal van Bino, de pinguïn. Daar komen onderwerpen aan de orde als vriendschap, ik en de ander, gevoelens, etc. We hebben een pestprotocol op school, dat bekend is bij alle medewerkers en wij handelen ook daarnaar. Het pestprotocol ligt ter inzage op school en staat op onze website. 3.7 ICT De school beschikt over een modern netwerk op glasvezel. Wij gebruiken programma s die vaak een onderdeel zijn van een methode. De kinderen worden vertrouwd gemaakt met de computer (o.a. tekstverwerken, internet, verzorgen van presentaties). In alle groepen werken we met een digitaal schoolbord. De schooladministratie en het leerlingvolgsysteem zijn ook opgenomen in een digitaal systeem. Sinds kort hebben we ook de beschikking over tablets. Nu één voor elke groep, maar met plannen om dit verder uit te breiden. Internetgebruik Wij leren kinderen ook omgaan met het internet. Wij zijn ons bewust van de gevaren van internet en leren de kinderen hiermee om te gaan. Er is een internetprotocol, wat ook met de kinderen wordt besproken. 3.8 Techniek Aan techniek zal steeds meer aandacht worden besteed. Dat gebeurt deels al in de methode Naut, maar er wordt ook meegedaan aan een programma van de Techniekcoach. 3.9 Buitenschoolse activiteiten Wij nemen deel aan schoolsporttoernooien: volleybal, handbal, voetbal. De kinderen kunnen hier vrijwillig aan deelnemen meestal onder begeleiding van enthousiaste ouders. De activiteiten vinden na schooltijd plaats. Meestal op de woensdagmiddag. Op gezette tijden brengen we met onze leerlingen bezoekjes aan diverse instellingen (musea,, bibliotheek, boerderij). We ondernemen deze dingen, omdat we dat belangrijk vinden voor de ontwikkeling van onze leerlingen. Kinderen leren immers veel in concrete en betekenisvolle situaties en bovendien houden excursies het leerstofaanbod levendig. We moeten voor wat het vervoer betreft wel regelmatig een beroep op u doen. 9

4. Leerlingenzorg Onderwijs op maat wordt in de eerste plaats gegeven door de leerkracht in de groep. Kinderen hebben behoefte aan aandacht, rust en vertrouwen om zich harmonieus te ontwikkelen en het zijn de leerkrachten die dat hun kunnen geven. De norm voor succes wordt in het kind zelf gelegd: elk kind dient zich voortdurend verder te ontwikkelen en afhankelijk van de mogelijkheden van het kind zal dat met grotere of kleinere stapjes gaan (naar eigen aanleg en tempo). Kinderen zullen geprikkeld worden (o.a. door omgeving) om zich verder te ontwikkelen. Competentie, relatie, vertrouwen en zelfstandigheid zijn hierbij kernbegrippen waaraan gewerkt wordt. Het zelfstandig en coöperatief leren wordt gestimuleerd vanaf groep 1. We bieden zorg op maat uitgaand van de onderwijsbehoeften van de kinderen. Dit komt in een individueel- of groepsplan te staan. Hierbij wordt gebruik gemaakt van verrijking en remediëring. Ieder kind is uniek. Zij zullen gaan bloeien als zij op de juiste manier worden gevoed. 4.1 Rapportage De kinderen krijgen twee keer per jaar een rapport. Omstreeks begin februari en eind juni. Naar aanleiding van het rapport vinden er dan 10-minuten-gesprekken plaats. Om eerder in het schooljaar kennis te maken en te praten over uw kind, wordt u omstreeks eind september uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek. U kunt dan vertellen over het wel en wee van uw kind. Dit kan voor de leerkracht een rijke aanvulling zijn op haar eigen bevindingen. Uiteraard kunnen er vaker gesprekken worden gepland als dat nodig is. 4.2 Doublure Wanneer op grond van het leerlingvolgsysteem wordt vermoed dat een leerling niet de eindnormen van de betreffende groep haalt en onvoldoende 10 voorwaarden bezit om door te gaan naar de volgende groep, zal de school een advies uit kunnen brengen tot doublure. Ouders worden op uitnodiging van school meegenomen in dit traject. Het besluit van de school is echter bindend. De kinderen die een jaartje extra hebben gedaan, kunnen, indien wenselijk, vanaf groep 7 worden toegelaten tot het voortgezet onderwijs, voorbeelden hiervan zijn: praktijkonderwijs of leerweg ondersteunend onderwijs. 4.3 Overgang van groep naar groep De beslissing om een kind van de ene groep door te laten stromen naar de volgende groep ligt bij de leerkracht en de intern begeleider. Hierbij maken wij gebruik van ons eigen observatie instrument, de Cito (toets) gegevens en eventueel aanvullende protocollen. Als criteria gelden de sociaal-emotionele ontwikkeling, de leerhouding en de leervorderingen. Tevens speelt de persoonlijkheidsontwikkeling een belangrijke rol. Intensief overleg met de ouders is van groot belang. Daar waar nodig zal de directeur in dit traject deelnemen. Het besluit van de school is bindend. 4.4 Beleid op leerlingen die vervroegd doorstromen Als leerlingen binnen alle vakgebieden (rekenen, spelling en begrijpend lezen) een A+ scoren en de leerling zich ook sociaal-emotioneel goed ontwikkelt, dan kunnen ouders, IB-er en leerkracht in overleg gaan om te kijken wat deze leerling aangeboden moet worden. Er wordt vervolgens gebruik gemaakt van verrijkingsmateriaal binnen de huidige groep en/of een advies gegeven voor vervroegde doorstroming. De uiteindelijke beslissing ligt bij de ouders en de directeur, waarbij de directeur zich laat leiden door het advies van de intern begeleider. 4.5 Interne begeleiding De intern begeleider is een leerkracht met een speciale opleiding leerlingenzorg gericht op kinderen met een extra of bijzondere onderwijsbehoefte.

Passend Onderwijs is de ontwikkeling, die het voor elke leerling mogelijk gaat maken optimaal gebruik te maken van de onderwijsvoorzieningen en alle ondersteuning die daarbij geboden kan worden. Dat zal gerealiseerd moeten worden door de school op basis van een zorgplicht bepaling. Met die zorgplicht krijgt elk bestuur de opdracht om voor elke aangemelde of toegelaten leerling een passend onderwijsaanbod te bieden binnen het samenwerkingsverband. Regelmatig zijn er vergaderingen over de zorg, waarbij de onderwijsbehoeftes van de kinderen centraal staan. Daarnaast zijn er groepsbesprekingen en leerlingbesprekingen. 4.6 Leerlingvolgsysteem Het leerlingvolgsysteem (LVS) is opgezet om de ontwikkeling van elk kind in kaart te brengen, te volgen en eventuele problemen in een zo vroeg mogelijk stadium te signaleren. Alle kinderen worden regelmatig in de groep getoetst en geobserveerd. De toetsen die we gebruiken zijn landelijk genormeerd. De gegevens worden vastgelegd per kind en per groep. Tevens worden vanuit deze gegevens analyses gemaakt om het onderwijs zo goed mogelijk af te stemmen op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen en de groep. Centraal motto in Passend Onderwijs: Ieder kind het onderwijs dat past bij wat hij of zij nodig heeft! 4.7 Passend onderwijs Passend onderwijs is de naam voor de nieuwe manier waarop ervoor gezorgd wordt dat alle kinderen binnen het onderwijs de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. De wet Passend Onderwijs gaat 1 augustus 2014 in. Passend onderwijs betekent praktisch: Als er extra ondersteuning nodig is voor een kind, zorgen we er als bestuur en scholen voor dat die hulp beschikbaar komt. Als een kind extra ondersteuning nodig heeft, gebeurt dit zoveel mogelijk binnen de eigen school. Kinderen gaan naar een speciale (basis) school, als dát de plek is waar de extra ondersteuning plaats moet vinden. Alles gebeurt in overleg met de ouders. Passend onderwijs houdt ook in: Dat het schoolbestuur de zorgplicht krijgt: de verplichting om ervoor te zorgen dat iedere leerling passend onderwijs krijgt. Als dat niet kan op de school waar uw kind zit of wordt aangemeld, dan moet het bestuur ervoor zorgen dat er een andere school gevonden wordt waar dat wél mogelijk is. Dit alles in samenspraak met u als ouders. Het schoolbestuur voor (speciaal) basisonderwijs werkt samen, in door de overheid vastgestelde regio s met andere besturen voor (speciaal) basisonderwijs en voor speciaal onderwijs. In die samenwerking zorgen alle school besturen samen ervoor dat iedere leerling dié ondersteuning krijgt die hij/zij nodig heeft. Stichting Catent heeft met zes van zulke regio s te maken. Dat het systeem van rugzakjes afgeschaft wordt. De overheid verdeelt geld naar schoolbesturen op een nieuwe manier. Eerst gaat het geld naar de landelijk vastgestelde regio s Passend Onderwijs. Vandaar uit komt geld bij schoolbesturen. Het geld is echter niet meer leerling gebonden. Er ligt vanaf augustus 2014 verantwoordelijkheid bij het schoolbestuur m.b.t. hoe het geld voor extra ondersteuning aan alle leerlingen verantwoord wordt ingezet. 11

Er zijn geen criteria meer die bepalen of een leerling naar speciaal (basis)onderwijs gaat. Er wordt gekeken naar onderwijsbehoeften van een leerling en naar belemmerende en stimulerende factoren. Dat ouders nieuwe leerlingen tenminste tien weken voor de start van het nieuwe schooljaar bij het basisonderwijs moeten aanmelden. Ouders hebben daarbij informatieplicht, wat wil zeggen dat ze alle belangrijke informatie over hun kind moeten delen met de school. Wat betekent de nieuwe wet Passend Onderwijs voor de kinderen met een rugzakje? Het rugzakje verdwijnt per 1 augustus 2014. In 2014-2015 blijft zoveel als mogelijk, de ondersteuning die een kind, dat nu nog een rugzakje heeft ook gegeven worden. Samen met de ouders gaan we wel zo snel mogelijk kijken welke ondersteuning precies nodig is. En hoe de school dat gaat realiseren. Ook de ambulante begeleiding vanuit het speciaal onderwijs gaat in 2014-2015 door. Ook hier geldt dat de school (het schoolbestuur) samen met de mensen van het speciaal onderwijs goed kijkt wat echt nodig is, dus hoe de ambulante begeleiding vorm krijgt. Samengevat: ondersteuning gaat in 2014-2015 door, maar wel samen kritisch kijken hóe dat gebeurt. Na volgend schooljaar wordt dit alles weer anders. Er wordt dan per kind bekeken op basis van onderwijsbehoeften welke ondersteuning op de basisschool noodzakelijk is en of deze daar gerealiseerd dan wel gefinancierd kan worden. Hoe ziet Passend Onderwijs er in de scholen uit? Passend onderwijs vraagt van onze leerkrachten dat ze hun onderwijs afstemmen op de verschillen tussen kinderen, en dat kinderen op maat extra aandacht en hulp krijgen. Dit is een ontwikkeling die op alle Catent scholen al enige jaren geleden in gang is gezet. Natuurlijk kan het nog altijd beter en daar wordt door onze schoolteams aan gewerkt. Op al onze scholen zitten nu al kinderen die extra ondersteuning krijgen. De scholen 12 zijn gewend de benodigde hulp te organise- ren en werken hierin samen met de binnen Stichting Catent aanwezig orthopedagogen, andere specialismen, alsook met instanties buiten Catent. Met de invoering van Passend Onderwijs blijft dit zo en waar mogelijk versterken we dat. Door samen te werken, (scholen binnen Stichting Catent en scholen/school- besturen binnen regio s) zorgen we ervoor dat iedere school een beroep kan doen op diverse specialisten. Specialisten gericht op het geven van ondersteuning aan leraren en/of kinderen met extra onderwijsbehoeften. Altijd wordt er met u als ouders gesproken als er extra ondersteuning noodzakelijk/ wenselijk is. De Catent-scholen scholen werken al nauw samen met scholen voor speciaal (basis) onderwijs. Dankzij deze samenwerking is er snel een plek op een dergelijke school beschikbaar voor een leerling, als dat nodig is. Dat kan een plek voor langere tijd zijn, maar ook is een tijdelijke plek mogelijk, of een parttime plek waarbij de leerling een deel van de week naar de speciale (basis) school gaat en de rest van de week op de gewone school zit. Om ervoor te zorgen dat bij iedere leerling waar dat nodig is snel de goede en gewenste ondersteuning te bieden, wordt er binnen Stichting Catent voor alle scholen gewerkt met een Catent Commissie Arrangeren en Toewijzen (CCAT). Informatie hierover verschijnt in de komende maanden op een website. De scholen zullen u in de schoolgids en op de schoolwebsite de bereikbaarheid van deze CCAT (adres enz.) laten weten. De kinderen die nu op een speciale (basis) school zitten? De kinderen die nu op een speciale (basis) school zitten mogen daar na 1 augustus 2014 gewoon blijven. Wel zullen we in overleg met de speciale (basis)school en u als ouders de komende periode (binnen twee jaar) goed kijken, of deze school voor uw kind ook de beste plaats is voor de verdere schoolloopbaan van uw kind. ( herindicatie S(B(O ).

Komen er met de invoering van Passend Onderwijs veel meer kinderen die extra ondersteuning nodig hebben op de basisscholen? De verwachting is dat dit niet het geval zal zijn. Het aantal kinderen dat extra hulp en aandacht nodig heeft, zal op de basisscholen ongeveer hetzelfde blijven. De kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, krijgen namelijk nu al vaak onderwijs op onze basisscholen. Kunnen er straks nog wel kinderen naar een speciale (basis)school verwezen worden? Het antwoord is ja. Ook in de toekomst blijft er speciaal (basis)onderwijs voor de kinderen voor wie dat nodig is. De school, samen met de CCAT (Catent Commissie voor Arrangeren en Toewijzen) bespreekt met u als ouders een noodzakelijke plaatsing op het S(B)O, op dát moment dat opvang in het S(B)O de beste plek voor uw kind is. Indien dit het geval is, moet er wel nog een toelaatbaarheidsverklaring worden afgegeven binnen de landelijk vastgestelde regio waar de betreffende Catent school deel van uitmaken. Dat is echter een formaliteit en de CCAT bereidt dat samen met u voor. Nu al komen soms combi-plaatsingen binnen het speciaal (basis) onderwijs voor: de leerling gaat een deel van de week naar de speciale (basis)school en de rest van de tijd naar de eigen basisschool. Na de invoering van Passend Onderwijs komen er waarschijnlijk meer mogelijkheden voor combi-arrangementen. Wanneer kinderen geplaatst worden in het speciaal (basis) onderwijs zal dat zo veel mogelijk tijdelijk zijn. Als het kan, gaat een kind na verloop van tijd terug naar het regulier onderwijs. Let op: alleen als het kan, want de onderwijsbehoeften van het kind zijn ook bij beslissingen over terugplaatsing altijd doorslaggevend. Wat betekent Passend Onderwijs voor u als ouder? Als uw kind naar school moet en u heeft een keuze gemaakt voor een school, dan kunt u uw kind aanmelden. Dit moet schriftelijk bij de school van uw eerste voorkeur, en - zoals gezegd - ten minste tien weken voor de start van het schooljaar. U geeft daarbij aan of uw kind (naar verwachting) extra ondersteuning nodig zal hebben. Het is mogelijk om uw kind bij meerdere scholen tegelijk aan te melden. Als u dat doet, dan moet u bij de aanmelding aangeven op welke andere scholen u uw kind heeft aangemeld. En u geeft aan welke school uw voorkeur heeft. Van u wordt verwacht, dat u de informatie die u over de ontwikkeling van uw kind heeft, deelt met de school. Dit is de eerder genoemde informatieplicht. De school heeft maximaal tien weken om na uw aanmelding te beslissen of het de ondersteuning kan bieden die uw kind nodig heeft. Is uw kind op de school geplaatst en krijgt de school zorgen over de ontwikkeling van uw kind, dan neemt zij contact met u op. Omgekeerd kan dat natuurlijk ook. Bij iedere vervolgstap gericht op het geven van extra ondersteuning, wordt u als ouders betrokken. School en ouders trekken dus steeds gezamenlijk op, ieder vanuit een eigen verantwoordelijkheid. Net als we al gewend waren te doen. Betekent de voortgang in ontwikkeling van uw kind dat er extra ondersteuning gegeven zou moeten worden, in de school of op een andere school, dan moet dit vanaf 1 augustus worden aangevraagd bij de CCAT (Catent Commissie voor Arrangeren en Toewijzen). Dit omdat zoals eerder genoemd- vanaf 1-8-2014 het bestuur verantwoording moet afleggen over hoe het geld voor extra ondersteuning aan alle leerlingen verantwoord wordt ingezet. Vragen? Hebt u vragen naar aanleiding van deze informatie? Dan kunt u terecht bij de school van uw kind. En u vindt informatie op de website www.passendonderwijs.nl of www.balansdigitaal.nl Op de laatste genoemde site staat een brochure speciaal voor ouders. 13

4.8 Entreetoets groep 7 Met ingang van afgelopen schooljaar 2013-2014 nemen wij de entreetoets (groep 7) niet meer af. Wij volgen de kinderen vanaf groep 1 middels een leerlingvolgsysteem (o.a. gebaseerd op landelijk genormeerde Cito-toetsen). Dit blijven we doen tot en met groep 8. Op basis hiervan krijgen wij een duidelijk beeld van de vaardigheden en kennis van de leerlingen. Door ook in groep 7 dit leerlingvolgsysteem te handhaven, kunnen wij de kinderen beter volgen, omdat we de toetsgegevens uit dit leerlingvolgsysteem beter met elkaar kunnen vergelijken. Op basis van het leerlingvolgsysteem en onze ervaring geven wij de kinderen een juiste voorbereiding op de Cito-eindtoets in groep 8. De inspectie neemt de entreetoets sinds 2012 niet meer mee in hun beoordeling. De inspecteur gaat ervan uit dat de resultaten van alle leerlingen worden gevolgd met methodegebonden en landelijk genormeerde methodeonafhankelijke toetsen. 4.9 Het voortgezet onderwijs In groep 8 wordt bepaald welke vorm van voortgezet onderwijs uw kind gaat volgen. De leerkracht van groep 8 geeft advies t.a.v. het niveau. Zij maakt hierbij onder andere gebruik van het leerlingvolgsysteem en de ervaringen van voorgaande leerkrachten die de leerling in de klas hebben gehad. De Cito-eindtoets speelt ook een rol bij het verstrekken van het VO-advies. Om de ouders te helpen is er in groep 8 een informatie-avond en vindt er met de leerkracht samen met de IB-er of de directeur een persoonlijk gesprek plaats. Toetsgegevens van kinderen komen uitsluitend ter beschikking van de ouders. Alleen na toestemming van de ouders worden ze ter beschikking gesteld van derden. 4.10 Uitstroomgegevens Cito-eindscores van de afgelopen jaren: 2010 535,1 2011 534,8 2012 533,7 2013 524,1 2014 530,5 Toelichting: Dit getal is een gemiddelde van de resultaten. Omdat wij kleine groepen kinderen hebben, kan het zo zijn dat een lage score het gemiddelde sterk laat dalen. Deze getallen zeggen dus niet alles. Uitstroom naar het voortgezet onderwijs: Jaar 2010 2011 2012 2013 2014 Praktijkonderwijs 1 2 0 LWOO 1 0 0 1 0 VMBO 3 4 7 6 8 HAVO/VWO 4 5 4 3 3 VWO 1 2 1 0 0 Totaal 9 11 13 12 11 14 Jaar 2010 2011 2012 2013 2014 Hondsrugcollege 1 3 3 1 3 Nieuwe Veste 7 6 5 10 7 A.O.C Terra 1 0 0 1 0 OPDC 0 0 0 0 0 Esdal Klazienaveen 0 1 0 0 0 Carmel College 0 1 5 0 1

4.10 Grensoverschrijdend gedrag Als een leerling op school herhaaldelijk grensoverschrijdend gedrag laat zien, waarbij de veiligheid van anderen (en zichzelf) in het gedrang komt en waarbij schade aan personen of omgeving kan voorkomen, treedt het protocol grensoverschrijdend gedrag in werking. Ouders worden van ieder voorval op de hoogte gesteld. Gelukkig kunnen wij u melden dat dit grensoverschrijdend gedrag op de Nicolaasschool niet of nauwelijks voorkomt! De school heeft ook een pestprotocol, en de school werkt ook volgens de principes van ons veiligheidsplan en de gedragscode van Catent. 4.11 Orthotheek Voor alle vakken geldt dat er binnen de school veel aanvullend materiaal aanwezig is om kinderen extra te ondersteunen. In overleg met de Intern Begeleider krijgen kinderen vanuit deze materialen extra onderwijs wat bij hun ontwikkeling past. Dit materiaal is op school verzameld in de orthotheek. 15

5.Organisatie van de school 5.1 De locatie De Nicolaasschool staat in een rustige wijk van het dorp Schoonebeek (gemeente Emmen). De school is opgericht in 1959 toen NAM-medewerkers in Schoonebeek kwamen wonen en werken en voor hun kinderen graag een katholieke school wilden. Evenals de parochiekerk van Schoonebeek is de school genoemd naar de heilige Nicolaas van Myra. Sint Nicolaas is bekend geworden uit de vele legendes waarin de zorg voor kinderen centraal staat. Van deze heilige is ook het Sinterklaasfeest afgeleid. Dit feest neemt op onze school een speciale plaats in. Het huidige schoolgebouw is in 1961 gebouwd. De school bestaat uit 4 lokalen, een speelzaal, een centrale hal voor diverse doeleinden. We beschikken verder over een personeelskamer, IB-ruimte, conciërgeruimte/overlegruimte, keuken en directiekamer. De school beschikt over een ontruimingsinstallatie. Er is een ruime en omsloten speelplaats aanwezig met diverse speeltoestellen. Sinds het schooljaar 2012-2013 is er een transparante schuifwand tussen het speellokaal en de onderbouwgroep geplaatst, zodat het speellokaal bij het onderbouwlokaal kan worden getrokken tijdens schoolse activiteiten. Ook hebben we in het schooljaar van 2012-2013 een Johan Cruijf schoolplein gekregen, waarop volop gespeeld kan worden door jong en oud. De school is gelegen in een rustige woonwijk aan de zuidkant van het dorp, schuin tegenover de peuterspeelzaal. De school ligt op een steenworp afstand van de nieuwe woonwijk Het Stroomdal. De school wordt omgeven door veel groen en heeft geen doorgaand verkeer in de directe nabijheid. Rondom de school geldt een 30 km-zone. Het plein en het gebouw hebben twee ingangen, één voor de bovenbouw en één voor de onderbouw. 5.2 Stichting Catent 16 De R.K. Nicolaasschool is aangesloten bij de Stichting Catent. Dit is een groot samenwerkingsverband van 34 katholieke scholen in een gebied dat zich uitstrekt van Ermelo via Zwolle, Steenwijk, Hoogeveen, Ommen tot aan Nieuw-Schoonebeek. - De statuten van de stichting voorzien in een Raad van Toezicht en een College van Bestuur. - Het College van Bestuur is de drager van het bevoegd gezag en heeft de algemene eindverantwoordelijkheid voor de instandhouding van de scholen, de kwaliteit van het onderwijs en de bedrijfsvoering. - Het College van Bestuur neemt besluiten met goedkeuring van de Raad van Toezicht, voor zover dat statutair is bepaald. - Het College van Bestuur is belast met de leiding van de directeuren. - De wijze waarop het College van Bestuur werkt, is vastgelegd in een Reglement College van Bestuur. Het College van Bestuur van deze Stichting bestaat uit 3 leden die gezamenlijk leiding geven aan de scholen binnen de Stichting. Meer informatie over de Stichting kunt u vinden op de website www.catent.nl. 5.3 Het schoolteam 5.3.1 Het team Het team op de Nicolaasschool bestaat uit een directeur, leerkrachten, een intern begeleider, onderwijsassistenten, onderwijs ondersteunend personeel en een schoonmaakster. 5.3.2 Nascholing De directeur stimuleert de professionalisering van de teamleden door bij- en nascholing. Ook werkt de directeur aan haar eigen professionalisering. Het initiatief tot het volgen van een studie ligt bij de groepsleerkracht. De directeur kan individuele leerkrachten verzoeken om aan een studie deel te nemen. De directeur kan ook in overleg met het team kiezen voor bij- of nascholing. Momenteel worden leerkrachten gestimuleerd om een Masteropleiding te volgen (bijvoorbeeld gericht op een specialisatie in gedrag, taal of rekenen).

5.3.3 Specifieke taken en functies binnen de school Iedere leerkracht heeft binnen het team ook andere taken. Vaak is er ook sprake van specifieke kwaliteiten van leerkrachten. Een aantal leerkrachten houdt zich bezig met specifieke taken. Het zijn: Intern begeleider Zij coördineert en begeleidt de zorg voor leerlingen. ICT-coördinator Zij coördineert alle zaken rondom ICT op school. Bedrijfshulpverleners Zij coördineren en begeleiden de bedrijfshulpverlening binnen de school. Rekenspecialist Zij geeft de rekenlessen en deelt haar kennis met het team Taal/leesspecialist Zij geeft de taallessen en deelt haar kennis met het team 5.4 De MR, GMR, SAC en Oudervereniging 5.4.1 De Medezeggenschapsraad (MR) De medezeggenschapsraad of kortweg MR in het onderwijs is een orgaan voor medezeggenschap, voor inspraak. Het is de taak van de MR ervoor te zorgen dat in de school een ieder in staat wordt gesteld zijn belangen naar voren te brengen, zijn gezichtspunten toe te lichten en zo nodig te verdedigen. De raad bevordert naar vermogen openheid, openbaarheid en onderling overleg in de school. De MR bestaat uit een personeelsgeleding en een oudergeleding. Beiden zijn evenredig vertegenwoordigd en worden respectievelijk gekozen door het personeel en de ouders van de school. De MR is bevoegd tot bespreking van alle aangelegenheden die de school betreffen. In de wetgeving is vastgelegd dat de directeur over een aantal onderwerpen verplicht is overleg te voeren met de MR. Het belang van een MR wordt door de wetgever in deze onderkend. Aan de MR zijn dan ook een tweetal bevoegdheden toegekend, te weten: A het instemmingsrecht B het adviesrecht. Het instemmingsrecht houdt in dat de directie pas een besluit mag vaststellen en vervolgens uitvoeren als de MR aan dat besluit zijn instemming heeft gegeven. Het adviesrecht betekent dat de directie pas een besluit mag vaststellen en vervolgens uitvoeren als de MR hierover advies heeft gegeven. Binnen de MR wordt er jaarlijks ongeveer 8 keer vergaderd. Een aantal vaste onderwerpen die jaarlijks terugkeren zijn o.a. het vaststellen van het personeelsformatieplan, het vaststellen van de begroting en het vaststellen van de vakantieregeling. De vergaderingen zijn openbaar. U mag daar als toehoorder bij aanwezig zijn. Indien u behoefte heeft om met een van de MR-leden te praten, schroom dan niet om contact op te nemen. Zodra er wordt gesproken over personen, inzake aangelegenheden de school betreffende, heeft elk MR-lid een geheimhoudingsplicht. 5.4.2 Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) Onze school ressorteert onder de Stichting Catent. Ook de Stichting kent een medezeggenschapsraad. Deze gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, kortweg GMR, heeft dezelfde bevoegdheden als de MR. 17

18 Zij is vertegenwoordigd door een twaalftal personen die als ouder of leerkracht betrokken zijn bij scholen. Ook in dit orgaan is een evenredige vertegenwoordiging gewaarborgd van personeel en ouders. Globaal kan gezegd worden dat de GMR overleg voert over onderwerpen die betrekking hebben op alle scholen binnen de Stichting. 5.4.3 De schooladviescommissie (SAC) De SAC staat dichtbij de school en bestaat uit ouders van de school. Zij heeft een adviserende taak (gevraagd en ongevraagd) in de richting van de directeur rond schoolspecifieke aangelegenheden. Daarbij moet u vooral denken aan de identiteit en aan de hoofdlijnen van beleid rond de kwaliteit van het onderwijs, de financiën, het personeelsbeleid en de organisatie. 5.4.4 De oudervereniging De oudervereniging is een vereniging waar u als ouder automatisch lid van wordt. Een aantal ouders vormt het bestuur van de vereniging en zijn daarmee de vertegenwoordiging van ouders in de school. Deze vereniging organiseert allerhande activiteiten op de school. U kunt hierbij denken aan het Sinterklaasfeest, het schoolreisje en nog veel meer. Naast uw inzet voor activiteiten waarvoor gedurende het schooljaar egelmatig geworven wordt, kunt u ook bestuurslid worden van de oudervereniging. Bestuursleden van deze vereniging vormen de schakel tussen de ouders en het team. Elk ouderverenigingslid werkt gedurende een vastgestelde periode van 4 jaar mee. Hier op school wordt de vereniging ouderraad genoemd. Hoe word ik bestuurslid van de oudervereniging? U kunt bestuurslid worden op de volgende manier. Indien de ouderraad een vacature heeft, dan wordt dit aan de ouders medegedeeld. Indien dit nodig mocht zijn, worden er verkiezingen gehouden. Daarnaast kunt u gedurende het gehele jaar kenbaar maken dat u geïnteresseerd bent in een bestuursfunctie bij het team of bij een van de bestuursleden van de ouderraad. 5.4.5 De leerlingenraad In het nieuwe schooljaar wordt er weer een leerlingenraad gekozen. Uit de groepen 5 t/m 8 zijn per groep één of twee leerlingen afgevaardigd. Zij vergaderen eens in de zes weken met de directeur. Tijdens deze vergadering kan de directeur de mening van leerlingen vragen over zaken die hen direct aangaan. De leerlingen hebben de mogelijkheid om alles wat leeft in de groepen onder de aandacht van de directeur te brengen. 5.5 Externe contacten Verschillende instanties zijn betrokken bij het wel en wee van kinderen. 5.5.1 De jeugdgezondheidszorg op de basisschool De GGD jeugdgezondheidzorg, onderdeel van het Centrum voor Jeugd en Gezin, biedt scholen de volgende diensten aan voor de leerlingen, ouders en medewerkers van de school. Screening in groep 2 en 7 Alle leerlingen in groep 2 en 7 worden schriftelijk uitgenodigd voor een screening door de assistente jeugdgezondheidszorg. De ouders ontvangen hiervoor een uitnodiging met informatie en een vragenlijst. Blijkt uit de screening dat de leerling extra zorg nodig heeft of hebben de ouders aangegeven vragen te hebben, dan worden zij uitgenodigd op een spreekuur bij de jeugdarts of jeugdverpleegkundige. Ook een leerkracht of de intern begeleider kan, in overleg met de ouders, een kind aanmelden voor het spreekuur. De spreekuren zijn op school of in de buurt. Spreekuur Waarvoor naar een spreekuur? Wanneer er vragen zijn over bijvoorbeeld groei, ontwikkeling, gedrag, motoriek, horen en zien, dan kan dit met de jeugdarts worden besproken. De jeugdverpleegkundige kan helpen bij vragen rondom opvoeding, leefstijl, psychosociale problemen, pesten, faalangst, zindelijkheid en gezond gewicht. Wie houdt het spreekuur? De jeugdarts en de jeugdverpleegkundige

houden spreekuren op de school of een centrale plaats. Alle leerlingen en ook ouders kunnen een afspraak maken. Mentoren en intern begeleiders kunnen ook een leerling aanmelden voor het spreekuur, maar alleen als de ouders daarvoor toestemming hebben gegeven. Het zorgteam Op de meeste scholen werken professionals samen, zoals de intern begeleider, jeugdarts & jeugdverpleegkundige en schoolmaatschappelijk werk. Zij ondersteunen school, leerling en ouders. Logopedie Op de meeste scholen wordt een logopedische screening aangeboden in groep 2 door een logopediste van GGD Drenthe. Kijk op www.ggddrenthe.nl/logopedie voor meer informatie over logopedie. Afspraak maken? Een afspraak maken voor het spreekuur kan via onderstaand telefoonnummer of e-mailadres. Vermeld in de e-mail altijd de naam, de geboortedatum en de school van de leerling. 088-2460246 (ma-vr 08.00-16.00 uur) jgz@ggddrenthe.nl Vaccinaties De GGD biedt voor kinderen van 9 jaar een vaccinatie aan tegen difterie, tetanus en polio (DTP) en een vaccinatie tegen bof, mazelen en rode hond (BMR). Deze worden tegelijkertijd gegeven. Daarnaast krijgen alle meisjes, als ze 12 /13 jaar oud zijn, een oproep voor een vaccinatieserie tegen baarmoederhalskanker. Een oproep voor vaccinaties wordt naar het huisadres van de leerling gestuurd. In deze oproep staat aangegeven waar de vaccinatie gehaald kan worden, dit zal niet op school zijn. 5.5.2 Stagiairs/stagiaires Regelmatig lopen er studenten van de Pabo, Drenthe College en Alfa College bij ons stage. 5.5.3 Van peuter naar kleuter Wij onderhouden uiteraard nauw contact met de peuterspeelzaal en kinderdagverblijven. Uw kind kan tot zijn vierde verjaardag naar de peuterspeelzaal. Om uw kind te laten wennen aan de basisschool kennen wij de volgende regeling: - Als uw kind drie jaar en tien maanden is mag het meestal al op school komen kennismaken. Dat mag maximaal vijf dagdelen. De invulling vindt in onderling overleg tussen ouders en leerkracht plaats. Ongeveer 4 à 6 weken voordat het kind vier jaar wordt, wordt er door de leerkracht contact opgenomen met de ouders. - Als uw kind vier jaar wordt, mag het naar school. - Het aanmelden van uw kind is het hele jaar mogelijk. U kunt een afspraak maken. U krijgt informatie en een rondleiding. Uw kind wordt onze leerling en met deze kennismaking willen we gezamenlijk een goede start maken. 5.5.4 Bibliotheek Zowel voor leesbevordering als voor ondersteuning bij projecten en/of thema s maken we gebruik van de bibliotheek. Als school nemen we jaarlijks deel aan de activiteiten rondom de Kinderboekenweek. We maken gebruik van de bibliobus die elke veertien dagen bij de school komt. Over de praktische uitwerking hiervan wordt u nog geïnformeerd via de nieuwsbrief. 5.6 De uitvoering van de leerplicht Citaat uit de Leerplichtwet: Op ouders rust de wettelijke plicht om te zorgen dat hun kind(eren) onderwijs volgt/ volgen vanaf de vijfjarige leeftijd. Uw kind is vanaf de vierjarige leeftijd welkom bij ons op school. 5.6.1 Wat te doen in geval van verzuim of verlof Bij ziekteverzuim behoren de ouder(s) of verzorgers de school telefonisch of mondeling in te lichten tussen 8.00 uur en 8.30 uur en tussen 12.45 uur en 13.00 uur. Is een kind niet aanwezig zonder bericht wordt er door de leerkracht navraag gedaan bij de collega s of wordt er naar huis gebeld. Het is niet mogelijk uw kind via E-mail ziek te melden. Een kind thuishouden zonder afmelding geldt als Ongeoorloofd verzuim. 19