Basisbegrippen van de taalwetenschap: Pragmatiek



Vergelijkbare documenten
Pragmatiek. 6 juni 2009

Houdt u er alstublieft rekening mee dat het 5 werkdagen kan duren voordat uw taalniveau beoordeeld is.

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.

Understanding and being understood begins with speaking Dutch

Semantiek 1 college 8. Jan Koster

Comics FILE 4 COMICS BK 2

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g

English is everywhere. hi morning mouse cool help desk hello computers mail school game. Lees de tekst. Omcirkel de Engelse woorden.

Help Mij, Jezus R. Brinkman, Stg. BTO Yarah/EBG Noordhoorn 2015

THE LANGUAGE SURVIVAL GUIDE

Dutch survival kit. Vragen hoe het gaat en reactie Asking how it s going and reaction. Met elkaar kennismaken Getting to know each other

Studentnummer: Inleiding Taalkunde 2013 Eindtoets Zet op ieder vel je naam en studentnummer!

should(n t) / should(n t) have to zouden moeten / hadden meestergijs.nl

Sint Nicolaas op school. Wel meester, hoe gaat het met Mina en Ko? Ja waarde Sint Niklaas, dat is maar zozo

Homework assignment 7 (Intensionality)

(1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs. (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren

Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Workshop Motiverende Gespreksvoering Hoe werkt advies? drs. Hilde Jans psycholoog

BA 3 Pol PoWe_13-14_Leiden_BA_33_Pol_Part_Dem_Ennser-Jedenastik (6443PPD13) No. of responses = 14

Win a meet and greet with Adam Young from the band Owl City!

Luister alsjeblieft naar een opname als je de vragen beantwoordt of speel de stukken zelf!

Luisteren: Elke taaluiting is relevant

UNIT 2 Begeleiding. Coaching proces, Instrumenten and vaardigheden voor Coacing en mobiliteit for Coaching and Mobility

Appendix A: List of variables with corresponding questionnaire items (in English) used in chapter 2

We gaan het hebben over de woordvolgorde in Engelse zinnen.

Vergaderen in het Engels

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

CLIL Toolkit voor het basisonderwijs

Assessing writing through objectively scored tests: a study on validity. Hiske Feenstra Cito, The Netherlands

B1 Woordkennis: Spelling

ICARUS Illumina E653BK on Windows 8 (upgraded) how to install USB drivers

Hoe werkt advies? Ze weten niet wat Ze weten niet waarom Ze weten niet hoe. HersenletselCongres november

In the classroom. Who is it? Worksheet

Heb je een naam die niet wil rijmen Als Inge, Rutger of Thijmen Gebruik het dan niet aan het einde van de zin Maar gebruik het gewoon aan het begin

Group 2a 1. How many children do you have in your class?

Things to do before you re 11 3/4

Win a meet and greet with Adam Young from the band Owl City!

Disclosure belofte. Ik stel het belang van de patiënt voorop en eerbiedig zijn opvattingen. Doel van de patient staat centraal

Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Motiveren tot gedragsverandering; Wat is lastig en wat kun je doen?

Travel Survey Questionnaires

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Sinterklaas, goed heiligman. Trek je beste tabberd aan. Rijd er mee naar Amsterdam, van Amsterdam naar Spanje.

Als je je richt op resultaten, dan zul je niet veranderen. Als je je richt op verandering, dan zul je resultaten behalen.

1. will + hele werkwoord (Future Simple) 2. shall + hele werkwoord 3. to be (am/is/are) going to + hele werkwoord

Het vreemde paard van Sinterklaas. door Nellie de Kok

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

News: Tours this season!

Puzzle. Fais ft. Afrojack Niveau 3a Song 6 Lesson A Worksheet. a Lees de omschrijvingen. Zet de Engelse woorden in de puzzel.

4,9. Antwoorden door een scholier 1354 woorden 25 december keer beoordeeld

ABDIJKERK 4 DECEMBER 2011

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt.

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

General info on using shopping carts with Ingenico epayments

Listen. Twenty One Pilots Niveau 3a Song 4 Lesson B Worksheet. a Luister naar wat Leo, Tina en Martin vertellen. Omcirkel het juiste antwoord.

Mondelinge taalvaardigheid

Discourse. 4. Discourse. Opdracht 4.1

VRAGENKAARTJES THE ISLAND OF ALL TOGETHER

Drie domeinen van handelen: Waarnemen, oordelen en beleven

EU keurt nieuw Programma veiliger internet goed: 55 miljoen euro om het internet veiliger te maken voor kinderen

De ijnmanager. Cartoons januari Luc Timmers

Free time! Better skills. Free time with Brenda and Brian. Worksheet

Relationele Databases 2002/2003

Onderzoek Wel eens gepest?

Media en creativiteit. Winter jaar vier Werkcollege 7

Relationele Databases 2002/2003

Het beheren van mijn Tungsten Network Portal account NL 1 Manage my Tungsten Network Portal account EN 14

Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou.

MyDHL+ Uw accountnummer(s) delen

Zomerkamp Het Vaderhart van God

Grammatica uitleg voor de toets van Hoofdstuk 1

NMOZTMKUDLVDKECVLKBVESBKHWIDKPDF-WWUS Page File Size 9,952 KB 29 May, 2016

Contentstrategie. Haal meer waarde uit je content

Interactive Grammar leert de belangrijkste regels van de Engelste spelling en grammatica aan.

possessive determiners

Tilburg University. Psychologisch marktonderzoek Verhallen, T.M.M. Publication date: Link to publication

Inhoudsopgave. Inleiding 3. Mijn artfiact 3. Proces 4. Mijn beoordelingsblad en presentatie 5. Autotic Selfie eindproduct (ware grootte) 6

studeerkamer open haard bad douche garage car exchange / use of car study

We spelen in het huis van mijn mama deze keer,

Bijbel voor Kinderen. presenteert DE VERLOREN ZOON

20 twenty. test. This is a list of things that you can find in a house. Circle the things that you can find in the tree house in the text.

Buy Me FILE 5 BUY ME BK 2

Grammatica overzicht Theme 5+6

Speaking and Language Learning. 3rd February 2016

INTRO LOES THIERRY MARK

Jip en Janneke - Kindermusical (Children musical)

Introductie in flowcharts

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Firewall van de Speedtouch 789wl volledig uitschakelen?

8+ 60 MIN Alleen te spelen in combinatie met het RIFUGIO basisspel. Only to be played in combination with the RIFUGIO basicgame.

Online Resource 1. Title: Implementing the flipped classroom: An exploration of study behaviour and student performance

Value based healthcare door een quality improvement bril

SELECTIE VAN TEKSTEN, INCLUSIEF DE OORSPRONKELIJKE TEKST

Psycho educatie bij DCD spreekbeurten en ervaringscircuits in de klas

You probably know animals can have best friends too. But what do you think about these special friendships?

LONDEN MET 21 GEVARIEERDE STADSWANDELINGEN 480 PAGINAS WAARDEVOLE INFORMATIE RUIM 300 FOTOS KAARTEN EN PLATTEGRONDEN

Evaluatieverslag / Evaluation Report Human Library Bergen

Vertaling Engels Gedicht / songteksten

Empowerment project. Driejarig project van Rotaryclub Rhenen-Veenendaal

U leert in deze les "om raad vragen". Als u niet weet wat u moet doen, kunt u iemand om raad vragen. U vraagt of iemand u kan helpen met advies.

Transcriptie:

Basisbegrippen van de taalwetenschap: Pragmatiek Marc van Oostendorp M.van.Oostendorp@umail.LeidenUniv.NL 15 november 2004

Pragmatiek Wat is pragmatiek? Voorbeelden Definitie en subdisciplines Taalhandelingentheorie Wat is een taalhandeling? Syntaxis van taalhandelingen Geslaagdheidsvoorwaarden Conversatieanalyse Implicatuur Maximes van Grice Analyse van discourse Structuur van persoonlijke verhalen

Deze cursus Tot deze week hebben jullie de kerndisciplines van de taalwetenschap bestudeerd Vanaf nu gaan we in op enkele meer toegepaste deelgebieden van het vak: Pragmatiek: de studie van taalgebruik in contekst Psycholinguïstiek: de studie van taal en brein Sociolinguïstiek: de studie van taalvariatie Taalverandering: de studie van taalverandering Computerlinguïstiek: de studie van taal en computers

Deze cursus Tot deze week hebben jullie de kerndisciplines van de taalwetenschap bestudeerd Vanaf nu gaan we in op enkele meer toegepaste deelgebieden van het vak: Pragmatiek: de studie van taalgebruik in contekst Psycholinguïstiek: de studie van taal en brein Sociolinguïstiek: de studie van taalvariatie Taalverandering: de studie van taalverandering Computerlinguïstiek: de studie van taal en computers

Deze cursus Tot deze week hebben jullie de kerndisciplines van de taalwetenschap bestudeerd Vanaf nu gaan we in op enkele meer toegepaste deelgebieden van het vak: Pragmatiek: de studie van taalgebruik in contekst Psycholinguïstiek: de studie van taal en brein Sociolinguïstiek: de studie van taalvariatie Taalverandering: de studie van taalverandering Computerlinguïstiek: de studie van taal en computers

Deze cursus Tot deze week hebben jullie de kerndisciplines van de taalwetenschap bestudeerd Vanaf nu gaan we in op enkele meer toegepaste deelgebieden van het vak: Pragmatiek: de studie van taalgebruik in contekst Psycholinguïstiek: de studie van taal en brein Sociolinguïstiek: de studie van taalvariatie Taalverandering: de studie van taalverandering Computerlinguïstiek: de studie van taal en computers

Deze cursus Tot deze week hebben jullie de kerndisciplines van de taalwetenschap bestudeerd Vanaf nu gaan we in op enkele meer toegepaste deelgebieden van het vak: Pragmatiek: de studie van taalgebruik in contekst Psycholinguïstiek: de studie van taal en brein Sociolinguïstiek: de studie van taalvariatie Taalverandering: de studie van taalverandering Computerlinguïstiek: de studie van taal en computers

Deze cursus Tot deze week hebben jullie de kerndisciplines van de taalwetenschap bestudeerd Vanaf nu gaan we in op enkele meer toegepaste deelgebieden van het vak: Pragmatiek: de studie van taalgebruik in contekst Psycholinguïstiek: de studie van taal en brein Sociolinguïstiek: de studie van taalvariatie Taalverandering: de studie van taalverandering Computerlinguïstiek: de studie van taal en computers

Deze cursus Tot deze week hebben jullie de kerndisciplines van de taalwetenschap bestudeerd Vanaf nu gaan we in op enkele meer toegepaste deelgebieden van het vak: Pragmatiek: de studie van taalgebruik in contekst Psycholinguïstiek: de studie van taal en brein Sociolinguïstiek: de studie van taalvariatie Taalverandering: de studie van taalverandering Computerlinguïstiek: de studie van taal en computers

Voorbeelden Overzicht Wat is pragmatiek? Voorbeelden Definitie en subdisciplines Taalhandelingentheorie Wat is een taalhandeling? Syntaxis van taalhandelingen Geslaagdheidsvoorwaarden Conversatieanalyse Implicatuur Maximes van Grice Analyse van discourse Structuur van persoonlijke verhalen

Voorbeelden Een gesprek met een vierjarige Volwassene: Dus jij hebt weleens een kikker gezien? Stefan (4 jaar): Ja. Volwassene: En vertel eens, hoe ging dat? Stefan: Goed.

Voorbeelden Monty Python s Flying Circus Miss Elk: My theory that belongs to me is as follows. This is how it goes. The next thing I m going to say is my theory. Ready? Presenter: Yes! My theory by A. Elk. Brackets Miss, brackets. This theory goes as follows and begins now. All brontosauruses are thin at one end, much thicker in the middle and then thin again at the far end. That is my theory, it is mine, and belongs to me and I own it, and what it is too. Presenter: That s it, is it? Miss Elk: Stop on, Chris.

Definitie en subdisciplines Overzicht Wat is pragmatiek? Voorbeelden Definitie en subdisciplines Taalhandelingentheorie Wat is een taalhandeling? Syntaxis van taalhandelingen Geslaagdheidsvoorwaarden Conversatieanalyse Implicatuur Maximes van Grice Analyse van discourse Structuur van persoonlijke verhalen

Definitie en subdisciplines Pragmatiek vs. semantiek Language files: Pragmatics is concerned with how people use language within a context and why they use language in particular ways In de praktijk gaat de pragmatiek vaak over de manier waarop betekenis wordt toegekend aan een uiting Pragmatiek is dan de studie van de betekenis van taal voor zover deze niet in waarheidswaarden kan worden uitgedrukt

Definitie en subdisciplines Deeldisciplines Taalhandelingentheorie Conversatieanalyse Tekstanalyse...

Wat is een taalhandeling? Overzicht Wat is pragmatiek? Voorbeelden Definitie en subdisciplines Taalhandelingentheorie Wat is een taalhandeling? Syntaxis van taalhandelingen Geslaagdheidsvoorwaarden Conversatieanalyse Implicatuur Maximes van Grice Analyse van discourse Structuur van persoonlijke verhalen

Wat is een taalhandeling? Wat is een taalhandeling? Met taal kun je handelingen verrichten: Wij verklaren de oorlog aan het terrorisme We keuren het optreden van de minister af Ik veroordeel u tot een celstraf...

Wat is een taalhandeling? Soorten taalhandeling Volgens de taalhandelingentheorie is elke taaluiting een handeling: Bewering (assertion): Sinterklaas is weer in het land. Vraag (question): Hoor, wie klopt daar kinderen? Verzoek/bevel (request/order): Kom maar binnen met je knecht. Belofte (promise): Wie zoet is krijgt lekkers,. Dreigement (threat): Wie stout is, krijgt de roe.

Wat is een taalhandeling? Soorten taalhandeling Volgens de taalhandelingentheorie is elke taaluiting een handeling: Bewering (assertion): Sinterklaas is weer in het land. Vraag (question): Hoor, wie klopt daar kinderen? Verzoek/bevel (request/order): Kom maar binnen met je knecht. Belofte (promise): Wie zoet is krijgt lekkers,. Dreigement (threat): Wie stout is, krijgt de roe.

Wat is een taalhandeling? Soorten taalhandeling Volgens de taalhandelingentheorie is elke taaluiting een handeling: Bewering (assertion): Sinterklaas is weer in het land. Vraag (question): Hoor, wie klopt daar kinderen? Verzoek/bevel (request/order): Kom maar binnen met je knecht. Belofte (promise): Wie zoet is krijgt lekkers,. Dreigement (threat): Wie stout is, krijgt de roe.

Wat is een taalhandeling? Soorten taalhandeling Volgens de taalhandelingentheorie is elke taaluiting een handeling: Bewering (assertion): Sinterklaas is weer in het land. Vraag (question): Hoor, wie klopt daar kinderen? Verzoek/bevel (request/order): Kom maar binnen met je knecht. Belofte (promise): Wie zoet is krijgt lekkers,. Dreigement (threat): Wie stout is, krijgt de roe.

Wat is een taalhandeling? Soorten taalhandeling Volgens de taalhandelingentheorie is elke taaluiting een handeling: Bewering (assertion): Sinterklaas is weer in het land. Vraag (question): Hoor, wie klopt daar kinderen? Verzoek/bevel (request/order): Kom maar binnen met je knecht. Belofte (promise): Wie zoet is krijgt lekkers,. Dreigement (threat): Wie stout is, krijgt de roe.

Syntaxis van taalhandelingen Overzicht Wat is pragmatiek? Voorbeelden Definitie en subdisciplines Taalhandelingentheorie Wat is een taalhandeling? Syntaxis van taalhandelingen Geslaagdheidsvoorwaarden Conversatieanalyse Implicatuur Maximes van Grice Analyse van discourse Structuur van persoonlijke verhalen

Syntaxis van taalhandelingen Soorten zinnen Vaak corresponderen types taalhandeling met syntactische constructies: Declaratief: Sinterklaas loopt over het dak. (= een bewering) Interrogatief: Wie loopt daar over het dak? (= een vraag) Imperatief: Loop over het dak! (= een verzoek of bevel)

Syntaxis van taalhandelingen Soorten zinnen Vaak corresponderen types taalhandeling met syntactische constructies: Declaratief: Sinterklaas loopt over het dak. (= een bewering) Interrogatief: Wie loopt daar over het dak? (= een vraag) Imperatief: Loop over het dak! (= een verzoek of bevel)

Syntaxis van taalhandelingen Soorten zinnen Vaak corresponderen types taalhandeling met syntactische constructies: Declaratief: Sinterklaas loopt over het dak. (= een bewering) Interrogatief: Wie loopt daar over het dak? (= een vraag) Imperatief: Loop over het dak! (= een verzoek of bevel)

Syntaxis van taalhandelingen Soorten zinnen Vaak corresponderen types taalhandeling met syntactische constructies: Declaratief: Sinterklaas loopt over het dak. (= een bewering) Interrogatief: Wie loopt daar over het dak? (= een vraag) Imperatief: Loop over het dak! (= een verzoek of bevel)

Syntaxis van taalhandelingen Soorten zinnen Vaak corresponderen types taalhandeling met syntactische constructies: Declaratief: Sinterklaas loopt over het dak. (= een bewering) Interrogatief: Wie loopt daar over het dak? (= een vraag) Imperatief: Loop over het dak! (= een verzoek of bevel)

Syntaxis van taalhandelingen Soorten zinnen Vaak corresponderen types taalhandeling met syntactische constructies: Declaratief: Sinterklaas loopt over het dak. (= een bewering) Interrogatief: Wie loopt daar over het dak? (= een vraag) Imperatief: Loop over het dak! (= een verzoek of bevel)

Syntaxis van taalhandelingen Incongruentie De parallel tussen syntaxis en pragmatiek gaat vaak niet op: Ik wil dat je met me meeloopt. (Verzoek in declaratieve zin) Weet je dat het buiten regent? (Bewering in interrogatieve zin) Vertel eens wie haar nieuwe vriendje is (Vraag in imperatieve zin)

Syntaxis van taalhandelingen Incongruentie De parallel tussen syntaxis en pragmatiek gaat vaak niet op: Ik wil dat je met me meeloopt. (Verzoek in declaratieve zin) Weet je dat het buiten regent? (Bewering in interrogatieve zin) Vertel eens wie haar nieuwe vriendje is (Vraag in imperatieve zin)

Syntaxis van taalhandelingen Incongruentie De parallel tussen syntaxis en pragmatiek gaat vaak niet op: Ik wil dat je met me meeloopt. (Verzoek in declaratieve zin) Weet je dat het buiten regent? (Bewering in interrogatieve zin) Vertel eens wie haar nieuwe vriendje is (Vraag in imperatieve zin)

Syntaxis van taalhandelingen Performatieve werkwoorden Een bepaalde klasse van werkwoorden maakt expliciet over wat voor taalhandeling er gesproken wordt, de performatieve werkwoorden: Ik vraag hoe laat het is. Ik verzoek je om hiermee onmiddellijk te stoppen Ik smeek je om morgen niet die trui te dragen

Syntaxis van taalhandelingen Geldigheid performatieve werkwoorden Performatieve werkwoorden kunnen ook op een niet-performatieve manier gebruikt worden: Ik vroeg hem om morgen niet die trui te dragen Piet vraagt mij om morgen niet die trui te dragen Noodzakelijke voorwaarden voor het gebruik van dit soort werkwoorden zijn in ieder geval dat het onderwerp ik is, en de zin in de tegenwoordige tijd staat.

Syntaxis van taalhandelingen Geldigheid performatieve werkwoorden Performatieve werkwoorden kunnen ook op een niet-performatieve manier gebruikt worden: Ik vroeg hem om morgen niet die trui te dragen Piet vraagt mij om morgen niet die trui te dragen Noodzakelijke voorwaarden voor het gebruik van dit soort werkwoorden zijn in ieder geval dat het onderwerp ik is, en de zin in de tegenwoordige tijd staat.

Geslaagdheidsvoorwaarden Overzicht Wat is pragmatiek? Voorbeelden Definitie en subdisciplines Taalhandelingentheorie Wat is een taalhandeling? Syntaxis van taalhandelingen Geslaagdheidsvoorwaarden Conversatieanalyse Implicatuur Maximes van Grice Analyse van discourse Structuur van persoonlijke verhalen

Geslaagdheidsvoorwaarden Geslaagdheidsvoorwaarden Ik bedreig Noorwegen met een vernietigende oorlog Deze zin geldt niet als een geslaagde taalhandeling, omdat ik niet in de positie ben oorlog te voeren met Noorwegen.

Geslaagdheidsvoorwaarden Geslaagdheidsvoorwaarden Ik bedreig Noorwegen met een vernietigende oorlog Deze zin geldt niet als een geslaagde taalhandeling, omdat ik niet in de positie ben oorlog te voeren met Noorwegen.

Geslaagdheidsvoorwaarden Geslaagdheidsvoorwaarden Geslaagdheidsvoorwaarden voor een bedreiging van S tegenover H dat A: 1. S moet geloven dat A nog niet gebeurd is (%Ik dreig de NS in chaos te doen verzinken) 2. S moet in staat zijn A te doen (%Ik dreig heel Leiden met mijn knuistjes plat te slaan) 3. S moet geloven dat H niet wil dat A (%Ik dreig jullie allemaal een hoog punt te geven)

Geslaagdheidsvoorwaarden Geslaagdheidsvoorwaarden Geslaagdheidsvoorwaarden voor een bedreiging van S tegenover H dat A: 1. S moet geloven dat A nog niet gebeurd is (%Ik dreig de NS in chaos te doen verzinken) 2. S moet in staat zijn A te doen (%Ik dreig heel Leiden met mijn knuistjes plat te slaan) 3. S moet geloven dat H niet wil dat A (%Ik dreig jullie allemaal een hoog punt te geven)

Geslaagdheidsvoorwaarden Geslaagdheidsvoorwaarden Geslaagdheidsvoorwaarden voor een bedreiging van S tegenover H dat A: 1. S moet geloven dat A nog niet gebeurd is (%Ik dreig de NS in chaos te doen verzinken) 2. S moet in staat zijn A te doen (%Ik dreig heel Leiden met mijn knuistjes plat te slaan) 3. S moet geloven dat H niet wil dat A (%Ik dreig jullie allemaal een hoog punt te geven)

Geslaagdheidsvoorwaarden Geslaagdheidsvoorwaarden Geslaagdheidsvoorwaarden voor een bedreiging van S tegenover H dat A: 1. S moet geloven dat A nog niet gebeurd is (%Ik dreig de NS in chaos te doen verzinken) 2. S moet in staat zijn A te doen (%Ik dreig heel Leiden met mijn knuistjes plat te slaan) 3. S moet geloven dat H niet wil dat A (%Ik dreig jullie allemaal een hoog punt te geven)

Geslaagdheidsvoorwaarden Geslaagdheidsvoorwaarden Geslaagdheidsvoorwaarden voor een bedreiging van S tegenover H dat A: 1. S moet geloven dat A nog niet gebeurd is (%Ik dreig de NS in chaos te doen verzinken) 2. S moet in staat zijn A te doen (%Ik dreig heel Leiden met mijn knuistjes plat te slaan) 3. S moet geloven dat H niet wil dat A (%Ik dreig jullie allemaal een hoog punt te geven)

Geslaagdheidsvoorwaarden Geslaagdheidsvoorwaarden Geslaagdheidsvoorwaarden voor een bedreiging van S tegenover H dat A: 1. S moet geloven dat A nog niet gebeurd is (%Ik dreig de NS in chaos te doen verzinken) 2. S moet in staat zijn A te doen (%Ik dreig heel Leiden met mijn knuistjes plat te slaan) 3. S moet geloven dat H niet wil dat A (%Ik dreig jullie allemaal een hoog punt te geven)

Geslaagdheidsvoorwaarden Geslaagdheidsvoorwaarden Geslaagdheidsvoorwaarden voor een bedreiging van S tegenover H dat A: 1. S moet geloven dat A nog niet gebeurd is (%Ik dreig de NS in chaos te doen verzinken) 2. S moet in staat zijn A te doen (%Ik dreig heel Leiden met mijn knuistjes plat te slaan) 3. S moet geloven dat H niet wil dat A (%Ik dreig jullie allemaal een hoog punt te geven)

Geslaagdheidsvoorwaarden Indirecte taalhandelingen Indirecte taalhandelingen kunnen vaak geïdentificeerd worden met behulp van geslaagdheidsvoorwaarden: (Docent tegen studenten:) Jullie zijn erg lawaaierig (Studenten:) 1. %Aha! (Schrijven dit op; reactie op bewering) 2. (Zwijgen; reactie op verzoek)

Geslaagdheidsvoorwaarden Indirecte taalhandelingen Indirecte taalhandelingen kunnen vaak geïdentificeerd worden met behulp van geslaagdheidsvoorwaarden: (Docent tegen studenten:) Jullie zijn erg lawaaierig (Studenten:) 1. %Aha! (Schrijven dit op; reactie op bewering) 2. (Zwijgen; reactie op verzoek)

Geslaagdheidsvoorwaarden Indirecte taalhandelingen Indirecte taalhandelingen kunnen vaak geïdentificeerd worden met behulp van geslaagdheidsvoorwaarden: (Docent tegen studenten:) Jullie zijn erg lawaaierig (Studenten:) 1. %Aha! (Schrijven dit op; reactie op bewering) 2. (Zwijgen; reactie op verzoek)

Implicatuur Overzicht Wat is pragmatiek? Voorbeelden Definitie en subdisciplines Taalhandelingentheorie Wat is een taalhandeling? Syntaxis van taalhandelingen Geslaagdheidsvoorwaarden Conversatieanalyse Implicatuur Maximes van Grice Analyse van discourse Structuur van persoonlijke verhalen

Implicatuur Implicatuur (A:) Ik heb honger. (B:) Hier om de hoek is een tentje. Uit deze conversatie leiden we af dat je in het tentje kunt eten. Dit volgt niet dwingend uit de zin van B (entailment), maar wel uit conversationele implicatuur: we gaan ervanuit dat men een coherente conversatie voert.

Maximes van Grice Overzicht Wat is pragmatiek? Voorbeelden Definitie en subdisciplines Taalhandelingentheorie Wat is een taalhandeling? Syntaxis van taalhandelingen Geslaagdheidsvoorwaarden Conversatieanalyse Implicatuur Maximes van Grice Analyse van discourse Structuur van persoonlijke verhalen

Maximes van Grice Cooperative principle In 1967 hield de filosoof H.P. Grice een lezing op Harvard. De principes die hij in deze lezing uiteenzette, gelden nog steeds als de basis van de conversatieanalyse. Centraal stond het: Cooperative principle: Make your contribution such as is required, at the stage at which it occurs, by the accepted purpose or direction of the talk exchange in which you are engaged. Grice gebruikte dit principe eerder als een analyse-instrument dan bijv. in generatieve betekenis

Maximes van Grice Cooperative principle In 1967 hield de filosoof H.P. Grice een lezing op Harvard. De principes die hij in deze lezing uiteenzette, gelden nog steeds als de basis van de conversatieanalyse. Centraal stond het: Cooperative principle: Make your contribution such as is required, at the stage at which it occurs, by the accepted purpose or direction of the talk exchange in which you are engaged. Grice gebruikte dit principe eerder als een analyse-instrument dan bijv. in generatieve betekenis

Maximes van Grice Quality Het coöperatieve principe kan worden onderverdeeld in een aantal maximes: Maxims of Quality: 1. Do not say what you believe to be false 2. Do not say that for which you lack adequate evidence. Dit verklaart: %Gary is wereldkampioen schaken, maar ik geloof niet dat hij dat is.

Maximes van Grice Relation/Relevance Maxim of Relation/Relevance: 1. Be relevant. Dit verklaart: Is dat een leuk café? Ik houd niet van meezingers.

Maximes van Grice Quantity Maxims of Quantity: 1. Make your contribution as informative as is required. 2. Do not make your contribution more informative than is required. Dit verklaart: (A:) Ik heb honderd euro bij mij. (B:) %Heb je honderdvijftig euro bij je?

Maximes van Grice Manner Maxims of Manner: 1. Avoid obscurity of expression. 2. Avoid ambiguity. 3. Be brief. 4. Be orderly. Dit verklaart (onder andere): %De cowboy reed weg en sprong op zijn paard.

Structuur van persoonlijke verhalen Overzicht Wat is pragmatiek? Voorbeelden Definitie en subdisciplines Taalhandelingentheorie Wat is een taalhandeling? Syntaxis van taalhandelingen Geslaagdheidsvoorwaarden Conversatieanalyse Implicatuur Maximes van Grice Analyse van discourse Structuur van persoonlijke verhalen

Structuur van persoonlijke verhalen Persoonlijke verhalen Mensen vertellen elkaar dag in dag uit verhalen. De discourse-analyse bestudeert op allerlei wijzen de structuur van dat soort verhalen. Een Nederlandse verzameling van dit soort alledaagse verhalen is te vinden op http://www.verhalenbank.nl/.

Structuur van persoonlijke verhalen Persoonlijke verhalen: algemene structuur Persoonlijke verhalen hebben de volgende grammatica (niet per se in deze volgorde): abstract (korte samenvatting) orientation (achtergrond bij het verhaal) complicating action (wat gebeurde er?) evaluation (wat is het punt van dit verhaal?) coda (samenvatting/moraal van het verhaal) result/resolution (wat gebeurde er uiteindelijk?)

Structuur van persoonlijke verhalen Een verhaal van een Utrechtse taxichauffeur Ja, je maakt van alles mee uiteraard natuurlijk. Zo kreeg ik een keer een stelletje in de auto, en ja, die wilden vrijen. Die hadden een afspraakje. Ja, en over het algemeen werd ik nog wel gewaardeerd als leuke taxichauffeur, ook onder m n collega s. (... ) Het waren keurige mensen trouwens. En die wilden graag de auto huren om even een gezellig uurtje door te brengen. En daar wilde die jongen, of die meneer, hoe je dat wil formuleren, die wilde d r voor betalen. Ik zeg: Nou, dat is goed. Ja, want je zit op de weg om geld te verdienen. De taxiwereld is hard werken, veel uren maken en de juiste uren, daar moet je het in verdienen. Die meneer die betaalde mij fl. 250. En ik heb mijn auto neergezet, keurig netjes in het park, en ik ben een wandelingetje gaan maken. En ik ben na een uurtje teruggekomen. En toen heb ik ze maar weer teruggebracht, daar waar ze moesten zijn. Dus die mensen waren tevreden. En ik uiteraard ook.

Structuur van persoonlijke verhalen Structuur van het verhaal abstract: Ja, je maakt van alles mee uiteraard natuurlijk. complicating action: Zo kreeg ik een keer een stelletje in de auto, en ja, die wilden vrijen. orientation (achtergrond bij het verhaal): Ja, en over het algemeen werd ik nog wel gewaardeerd als leuke taxichauffeur, ook onder m n collega s. (... ) Het waren keurige mensen trouwens.

Structuur van persoonlijke verhalen Structuur van het verhaal evaluation: De taxiwereld is hard werken, veel uren maken en de juiste uren, daar moet je het in verdienen. result/resolution: ik ben een wandelingetje gaan maken. En ik ben na een uurtje teruggekomen. En toen heb ik ze maar weer teruggebracht coda: Dus die mensen waren tevreden. En ik uiteraard ook.