Pilot systeem-aanpak mineervlieg in chrysant Resultaten IPM stappen in April 2018 Karen Smit

Vergelijkbare documenten
Pilot systeem-aanpak luis in paprika Resultaten IPM stappen

Verslag geïntegreerde bestrijding in de teelt van anjer.

Biologische bestrijding spintmijten in framboos

Advies - Projecten - Onderzoek - Internationaal

Aanleren van monitoringstechnieken, sleutel tot succes van biologische gewasbescherming in aardbei

Advies - Projecten - Onderzoek - Internationaal

MAINSPRING EN DE AANVAL IS ZO VOORBIJ UNIEK, BETROUWBAAR EN VRIENDELIJK INSECTICIDE VOOR DE BEDEKTE SIERTEELT * ELKE BLOEM TELT

Kasspintbestrijding in roos

Geïntegreerde bestrijding in Kuip- en terrasplanten

Vergelijking roofwantsen en roofmijten in aubergine

Schadelijke wantsen onder glas

Plaagbestrijding als teamsport

Biologische bestrijding van plagen in de glastuinbouw,

Monitoring nuttigen & plagen

Hasten Chrysant mineervlieg-spint

Teelt van aardbei. Peilers IPM. 1. Preventie 2. Monitoring 3. Interventie 4. Registratie. Inagro 4/03/2016

Project geïntegreerde chrysantenteelt

MONITORING EN BIOLOGISCHE BESTRIJDING IN AARDBEI. Eline Braet Inagro 16 januari 2018

Trips en Chrysant Aandachtpunten uit expertanalyse

Gebruik lijst erkende insecticiden en fungiciden in sierteeltgewassen

Van gewasbescherming naar integrale aanpak plantgezondheid

Biologische bestrijding van plagen in de glastuinbouw,

Wanneer wordt een plaag een pest? Rob Moerkens Proefcentrum Hoogstraten

Geïntegreerde tripsbestrijding in anjer

Floramite. Het einde der mijten. Voor de bloemisterij, boomkwekerij, vruchtgroenten en aardbeien

copyright Proeftuinnieuws

Jaarplan Plantgezondheid Verantwoorde Glastuinbouw: morgen groeit vandaag

5.2 Waarnemingen. Figuur 9. Uitzetten van lieveheersbeestjes

de biologische bouwsteen in de geïntegreerde teelt.

Beheersing Bladrollerpopulatie in Kasteelt Braam.

PlantgezondheidEvent. 23 maart 2017

Invloed van licht op gewasgezondheid

Best practices geïntegreerde bestrijding in potplanten: praktijkproef. Bonte de Jong en Adriaan Vermunt

Trips in de aardbeienteelt. Rob van den Oever, Vlamings

29 november 2018 Tuinplantendag 25 september 2019

Biologische bestrijding van plagen in de glastuinbouw,

Kunnen we natuurlijke vijanden tegen trips in chrysant stimuleren?

Functionele AgroBiodiversiteit (FAB) voor natuurlijke plaagbeheersing

Bloemenranden en Functionele Agro Biodiversiteit (FAB) Dave Dirks, 24 januari 2018, Zwartewaal

Herkennen van plagen in potchrysant

Resistentie en resistentiemanagement. Tom van der Gouw

BIOLOGISCHE ALTERNATIEVEN IN DE AARDBEITEELT. Céline De Baere Crop specialist

Neveneffecten van chemische middelen op roofmijten in komkommer. Gerben Messelink, Sebastiaan van Steenpaal en Marc van Slooten

Ontwikkelingen in de biologische bestrijding. Gerben Messelink, Wageningen UR Glastuinbouw

Geïntegreerde bestrijding Fruitteelt. Vlamings studiemiddag Boekel 18 februari Vince van der Gaag

Praktische ervaringen met eetbare bloemen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Bestrijding bladwespen bij rode bes in kassen en tunnels.

150 years. Biologische tripsbestrijding in de sierteelt

Opbouw. IPM: welke rol speelt het Ctgb? Wat doen we in Europa? IPM: welke rol speelt het Ctgb? Wat doen we? Wat speelt er? Wat gaat er komen?

Trips. Robert Stolker Veredelaar

Guido sterk. Biobest Hoofd registratie en R&D IPM aardbeien Ontwikkeling database nevenwerkingen

Onderzoek naar en ontwikkeling van een nieuw bacterieel biopesticide voor de biologische bestrijding van trips en spint.

Nieuwsbrief Geïntegreerde Bestrijding Biologische bestrijders (deel 1)

Duurzaam middelengebruik: een gezamenlijke opgave. Ernst van den Ende Algemeen Directeur Plant Sciences Group Wageningen UR

Trips Fax Project 2006

Functionele AgroBiodiversiteit (FAB) voor natuurlijke plaagbeheersing

Vriend of vijand. Hiervan wordt gebruik gemaakt bij

Continuering geïntegreerde bestrijding insectenplagen over teeltwisselingen heen

De 8 principes van IPM in de praktijk

Consultancy duurzaam gebruik van meeldauwmiddelen

Invloed van een bloemenrand op trips en zijn natuurlijke vijanden in aardbei (doordragers)

Roofwantsen en roofmijten in chrysant

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Problematiek Bemisia in de glasgroenteteelt

Tussentijdse rapportage over het project effectief maatregelenpakket gewasbescherming glastuinbouw, (PT nummer en 11955)

Biologische controle van bladluizen: BerryProtect en beproefde concept

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Voor een. gezonde groei. Sivanto, de nieuwe aanwinst in de insectenbestrijding in de glastuinbouw

Azalea s telen met minder GBM: een utopie of ooit werkelijkheid?

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Nieuwsbrief Geïntegreerde Bestrijding Biologische bestrijders (deel 2)

Onderzoek geïntegreerde bestrijding in Kuip- en Terrasplanten

IPM ALS BASIS VOOR EEN MODERNE LANDBOUW VERPLICHT VANAF Annie Demeyere Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling

Afwijkingen bestrijden

Plagen in prei Preihappening 15/02/2019

Aspecten van het gewasbeschermingsplan

It s a. Knock Out! NIEUW

Natuurlijke plaagbeheersing in de akkerbouw Recente resultaten uit onderzoek & praktijk

Omschakelen naar biologische teelt van aardbeien

Introductie Batavia. 7 juni 2018 World Horti Center, Naaldwijk

Gewasbijeenkomst Chrysant Glastuinbouw Nederland 2 mei 2019

Biologische plaagbestrijding in de glastuinbouw: wat werkt en wat niet?

Detectie van mijten Snellere detectie van mijten door middel van fluorescentietechniek. 25 maart 2019 Aron Boerefijn

Bestrijding van trips door middel van functionele agrobiodiversiteit

Nieuwe ontwikkelingen in de sierteelt

Biologische bestrijding in bloembolgewassen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

I GEÏNTEGREERDE TEELT

De optimale gewasbescherming op je bedrijf is IPM

Consultancy Trips en TSWV in de Sierteelt onder Glas

DE GROENE KEUKEN Geregistreerde gewasbeschermingsmiddelen van natuurlijke oorsprong. Vraag naar het juiste recept bij uw adviseur!

Onderzoek Chrysant door Proeftuin Zwaagdijk. Jeroen Sanders

Bestrijding van trips door middel van functionele agrobiodiversiteit

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt gesloten teelten CSPE KB minitoets bij opdracht 14

Bloemenranden en Functionele Agro Biodiversiteit (FAB) Dave Dirks, 6 september 2017, Kronenberg

Inzet van de Artemisia bankerplant bij drie verschillende bedrijven

Paprika Benelux

Tripsen. Tripsen TRIPSEN GEÏNTEGREERDE TRIPSBEHEERSING MET MICRO- EN MACRO-ORGANISMEN. Inagro 4/03/2016. Thysanoptera (franjevleugeligen)

BESTRIJDING VAN VALSE MEELDAUW IN PETERSELIE

Transcriptie:

Pilot systeem-aanpak mineervlieg in chrysant Resultaten IPM stappen in 2017 April 2018 Karen Smit

Inhoudsopgave Inleiding 2 1. IPM systeem chrysant 3 2. Opzet mineervliegbeheersing in chrysant in 2017 4 2.1 Preventie 4 2.2 Monitoring en besluit nemen correctie 5 2.3 Inzet niet-chemische methoden 5 2.4 Inzet chemische methoden 6 2.5 Evaluatie; leren en optimaliseren 6 3. Resultaten 2017 7 3.1 Preventie 7 3.2 Monitoring en besluit nemen correctie 7 3.3 Inzet niet-chemische methoden 7 3.4 Inzet chemische methoden 8 3.5 Evaluatie; leren en optimaliseren 8 4. Conclusie en aanbevelingen voor 2018 9 4.1 Preventie 9 4.2 Monitoring en besluit nemen correctie 9 4.3 Inzet niet-chemische methoden 9 4.4 Inzet chemische methoden 9 4.5 Evaluatie; leren en optimaliseren 10 1

Inleiding In de teelt van chrysant zijn mineervlieg, trips, spint, witte vlieg, bladluis en wants de belangrijkste plagen. De beheersing van deze plagen vindt op een steeds duurzamere manier plaats. Onder andere in de ontwikkeling van geïntegreerde gewasbescherming, ook wel Integrated Pest Management (IPM) genoemd, zijn grote stappen gezet, met een sterke rol voor preventie, niet-chemische maatregelen en biologische bestrijders. De pilot in chrysant vindt plaats bij Linflower, locatie Darolin 1 in Brakel en is gericht op de aanpak van de mineervlieg. Deze blijkt namelijk lastig aan te pakken binnen het ver doorgevoerde IPM systeem. Indien blijkt dat de hoeveelheid mineervlieg in relatie tot de biologische bestrijder, sluipwesp Diglyphus, onacceptabel hoog wordt, zal er gecorrigeerd moeten worden. Hiervoor wordt in deze pilot een nieuw middel in aanvraag, onder proefontheffing getest. De pilot is een samenwerkingsverband tussen min. van LNV, NVWA, Ctgb, Agrodis, Artemis, Nefyto en LTO. 2

1. IPM systeem chrysant In het gewas chrysant is een ver doorgevoerde geïntegreerde gewasbeschermingsaanpak (IPM) van plagen mogelijk. De belangrijkste plagen die voorkomen zijn: trips, spint, mineervlieg, witte vlieg, bladluis en wants. Dit IPM systeem in het gewas chrysant is voor een groot gedeelte biologisch en met name gebaseerd op de inzet van de natuurlijke vijanden: sluipwespen, roofmijten en roofwantsen. Het IPM systeem in chrysant is zeer succesvol, maar mag niet teveel worden gehinderd door de inzet van niet selectieve gewasbeschermingsmiddelen. Gewasbeschermingsmiddelen met een te groot neveneffect op de natuurlijke vijanden door middel van directe afdoden, of een te grote rem op de reproductie van natuurlijke vijanden, storen dit IPM systeem enorm. De 8 grondbeginselen van IPM worden in de chrysanten teelt ver doorgevoerd: 1. Preventie 2. Monitoring 3. Besluiten nemen op basis van drempelwaarden 4. Toepassen van niet-chemische methoden 5. Doelgericht inzetten van middelen met een lage milieubelasting 6. Middelen beperken tot noodzakelijk niveau 7. Middelen afwisselen vanwege resistentie 8. Leren en optimaliseren 3

2. Opzet mineervliegbeheersing in chrysant in 2017 Er is een zwakke schakel in de beheersing van mineervlieg. Normaal gesproken is de mineervlieg met de sluipwesp Diglyphus isaea beheersbaar, maar in bijzondere situaties loopt de mineervlieg populatie uit de hand. Teeltwisselingen bij collega telers in de buurt (o.a. in de gerberateelt) kunnen flinke mineervlieg schade veroorzaken in chrysant. Mineervlieg gaat bij het ruimen van het gewas op zoek naar nieuwe planten om eieren te kunnen leggen. Door ongunstige weersomstandigheden (hoge temperatuur en wind) kan dit effect versterkt worden. Mineervliegen vliegen massaal de kas in, wanneer de windrichting ongunstig is. In chrysant heeft schade aan het blad veroorzaakt door mineervlieg grote gevolgen, omdat het gewas als totaal gewas, dus inclusief blad, geoogst en verkocht wordt. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de gerberateelt, waarbij alleen de steel met bloem geoogst en verkocht wordt. Een enkel blad met schade veroorzaakt door de mineervlieg kan nog weggehaald worden, wanneer de schade ontstaan is in het jonge gewas. Voor de mineervlieg correctie is in 2017 geen met biologische bestrijders integreerbaar middel meer beschikbaar, door het wegvallen van Trigard. Hierdoor dreigt het zorgvuldig opgebouwde IPM systeem een flinke stap terug te doen. Daarom wordt in deze pilot Mainspring onder proefontheffing ingezet. Hierbij laat de teler de sluipwesp Diglyphus zo lang mogelijk het werk doen, zonder inzet van chemie. 2.1 Preventie Chrysanten worden volcontinu in de vollegrond in de kas geteeld, waarbij na ongeveer 10 weken na aanplant het gewas geoogst wordt en een nieuwe teelt start. Zodoende vindt er per jaar voor elke kap/vak 5 tot 6 teeltwisselingen plaats. Dit vindt niet in één keer plaats, maar per kap. Daarom is er bijna dagelijks sprake van een teeltwisseling van een kap en verschillende teeltstadia in de kas, zie figuur 1. Figuur 1 Verschillende teeltstadia van chrysant in de kas (niet op de pilot locatie). 4

Hierdoor kan de kas niet in zijn geheel grondig gereinigd worden. Bij aanvang van elke teelt worden de preventie maatregelen getroffen. Met schoon plantmateriaal beginnen is een eerste vereiste voor het slagen van het IPM systeem. Verder ligt in de teelt de nadruk op een optimale teelttechniek en hygiëne in de teelt. 2.2 Monitoring en besluit nemen correctie Wekelijks vinden gewaswaarnemingen op aanwezigheid van aanprikpunten veroorzaakt door de mineervlieg. Vrouwtjes mineervliegen prikken bladeren aan om zich te voeden met plantensappen. Deze voedingsstippen zijn invalspoorten voor ziekten. In tien procent van de gevallen leggen de mineervlieg vrouwtjes een eitje in het blad. De uitgekomen larven maken gangen (mijnen) in het blad (figuur 2). Figuur 2: Foto links chrysanten blad met aanprikpunten veroorzaakt door de mineervlieg. Foto rechts mineergangen in chrysantenblad. Daarnaast hangen er in elke kap vangplaten. Van 10 vaste kappen worden 36 vangplaten wekelijks geteld op mineervlieg en de sluipwesp Diglyphus. Gegevens worden vastgelegd, besproken met de adviseur en besluiten over inzet van extra maatregelen genomen. Verder wordt d.m.v. monitoring via vangplaten buiten en overleg buren de voorspelbaarheid van de invlieg van mineervlieg vergroot. De teler wordt door de buren geïnformeerd over verloop mineervlieg en Diglyphus in hun teelt, waardoor de chrysantenteler, na 'alert' van buren, extra Diplyphus in kan zetten. 2.3 Inzet niet-chemische methoden Mass trapping (vangplaten, vallen) worden toegepast om invliegende mineervliegen weg te vangen. Preventief worden vanaf begin april sluipwespen (Diglyphus isaea) tegen mineervlieglarven uitgezet (wekelijks 2 kokers van 250 Diglyphus/ha). Bij het waarnemen van de eerste mineervliegen in de kas (op vangplaten en/of in het gewas) wordt de inzet verdubbeld naar wekelijks 4 kokers van 250 Diplyphus/ha. Ten aanzien van de andere plagen wordt tegen trips de roofmijt Amblyseius Montdorensis uitgezet. Tegen spint wordt de roofmijt Phytoseiulus persimilis ingezet. Biologische bestrijding van luis vindt plaats met de sluipwesp Aphidius colemani. 5

2.4 Inzet chemische methoden Binnen de pilot vormt IPM de basis. Spint wordt vaak volledig biologisch en trips en luis worden biologisch in combinatie met (selectieve) correctie middelen bestreden. In 2016 werden de eerste pogingen om mineervlieg biologisch te bestrijden voorzichtig toegepast met Diglyphus isaea en gecorrigeerd met een niet integreerbare middel (Vertimec). Door toepassing van dit laatste viel de gehele biologische aanpak tegen spint en trips weg. Sinds het in 2016 wegvallen van het selectieve correctiemiddel, Trigard, is het niet meer mogelijk om de mineervlieg in het IPM systeem te corrigeren. Daarom is in deze pilot gekozen om een nog niet toegelaten selectief correctiemiddel op basis van cyantraniliprole onder proefontheffing in te zetten wanneer correctie van de mineervlieg nodig blijkt te zijn op basis van waarnemingen op vangplaten en in het gewas. De toegepaste correctie middelen in 2017: Middel Gehalte werkzame stof in Toelatingshouder middel Mainspring (niet toegelaten in 2017), Proefontheffing in grondgebonden snijbloemen 400 g/kg cyantraniliprole Syngenta Dosering volgens proefontheffing is maximaal 2 toepassingen per teeltcyclus en perceel van 0,15 kg product/ha met een interval tussen de toepassingen van 7 dagen. 2.5 Evaluatie; leren en optimaliseren De inzet van het middel onder proefontheffing, Mainspring, heeft als voordeel dat dit middel ingezet kan worden in plaats van middelen die een sterk negatief effect hebben op biologische bestrijders, zoals Vertimec. Om het IPM systeem van Chrysant in stand te kunnen houden dienen dergelijke niet-integreerbare middelen vermeden te worden. De verwachting is dat telers door het beschikbaar komen van meer selectieve correctiemiddelen, eerder risico willen nemen om langer te wachten met chemisch ingrijpen of kan dit mogelijk achterwege blijven. Ook zijn telers bereid om de laatste ontwikkelingen op het gebied van biologische bestrijding van diverse plagen nader te onderzoeken en te implementeren op hun bedrijf. De teler maakt bij het inzetten van maatregelen en/of middelen gebruik van informatie aangeleverd door buren in de gerberateelt over het verloop van mineervlieg en Diglyphus in hun teelt. De teler kan na 'alert' van de buren, besluiten om bijvoorbeeld extra Diplyphus in te zetten. De resultaten van de monitoring, de beslissing om in te grijpen en het resultaat wordt afgestemd met de adviseur. Nieuwe informatie over de mineervliegcorrectie wordt gedeeld met excursie/telersgroepen, waarbij ook de adviseurs betrokken zijn. 6

3. Resultaten 2017 3.1 Preventie Bij iedere teeltwisseling zijn in 2017 in betreffende kap de preventie maatregelen toegepast. Schoon chrysanten uitgangsmateriaal is geplant en optimale teelttechnieken zijn toegepast. 3.2 Monitoring en besluit nemen correctie Buiten de kas: De teler is meerdere keren door de buren geïnformeerd over verloop mineervlieg en Diglyphus, waardoor teler, na 'alert' van buren, de extra Diplyphus in kon zetten. Doordat de vangplaten buiten niet windbestendig waren, konden deze niet goed gecontroleerd worden op mineervlieg. In de kas: Op basis van een monitoringssysteem met vangplaattellingen, waarbij zowel de mineervlieg als de sluipwesp zijn geteld, en gewaswaarnemingen zijn door de teler besluiten genomen. Hierbij is vooral gestuurd is op de extra inzet van de sluipwesp Diglyphus isaea tegen mineervlieg. Dit is gebeurd totdat de sluipwesp goed aangeslagen was. Extra inzet was daarna niet meer nodig om de mineervlieg onder controle te houden. In week 24 was de aanwezigheid van mineervlieg in het gewas uit balans. De verhouding mineervlieg ten opzichte van Diglyphus lag te zwaar op de mineervlieg. Er werd na discussie met de adviseur en de betrokken partijen in de uitvoering van deze pilot besloten om te wachten met ingrijpen met het integreerbare correctie middel onder proefontheffing. Vervolgens herstelde de sluipwesp populatie, waardoor de mineervlieg weer onder controle was. Uiteindelijk bleek dat vanaf week 37 dat de mineervlieg populatie uit balans raakte, waardoor besloten werd om in week 39 en 40 het selectieve correctiemiddel Mainspring in te zetten. 3.3 Inzet niet-chemische methoden Mass trapping (vangplaten, vallen) werden toegepast om invliegende mineervliegen weg te vangen. Preventief is vanaf begin april wekelijks 2 kokers van 250 sluipwespen (Diglyphus isaea)/ha tegen mineervlieglarven uitgezet. Na het waarnemen van de eerste mineervliegen in de kas eind april werd de inzet over de 4 ha verdubbeld naar wekelijks 4 kokers van 250 Diplyphus/ha, totdat begin juli 2017 de sluipwesp goed aangeslagen was. De getelde hoeveelheid Diglyphus was hoger dan de aangetroffen mineervliegen. Extra inzet was daarna niet meer nodig om de mineervlieg onder controle te houden. In totaal zijn in 2017 in de maand april 8.000 sluipwespen uitgezet en vanaf eind april tot en met de eerste week van juli nog eens 40.000. In week 24 dreigde de mineervlieg ten opzichte van Diglyphus nog uit balans te raken. Er is in overleg met de adviseur besloten om de hoeveelheid in te zetten Diglyphus op 4 kokers van 250 Diglyphus/ha. De aangetroffen mineergangen in het gewas zette niet door en de aantallen mineervlieg op de vangplaten bleven beperkt. 7

AANTAL Hierdoor was het tot eind september niet noodzakelijk om in te grijpen met chemische gewasbescherming. Dit heeft geleid dat de spintbestrijding volledig biologisch was in 2017. De Diglyphus populatie had in september moeite om op peil te blijven, mede door nieuwe invlieg van mineervlieg en naderende winterrust (minder licht). 3.4 Inzet chemische methoden In figuur 3 is het verloop van de sluipwesp Diglyphus isaea tellingen ten opzichte van het aantal mineervliegen op de vangplaten weergegeven. Op basis van deze tellingen is besloten om in week 39 en 40 met het selectief correctiemiddel onder proefontheffing, Mainspring, in te grijpen en daarmee de balans te herstellen. De teler heeft tot het uiterste gewacht, wetende dat het middel integreerbaar is en de Diglyphus populatie hun cyclus kan vervolgen en afmaken. Inzet van Vertimec tegen mineervlieg was hierdoor niet nodig. Dit heeft ook ervoor gezorgd dat de spintbeheersing volledig biologisch is uitgevoerd. 400 350 300 250 200 150 100 50 0 Mineer en Diglyphusverloop mineer omgerekend naar 36 platen 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 WEEK diglyphus omgerekend naar 36 platen Figuur 3: Verloop van mineervlieg ten opzichte van sluipwesp Diglyphus in 2017 3.5 Evaluatie; leren en optimaliseren Monitoring cruciaal voor het uitstellen van de inzet van een selectief correctiemiddel tegen mineervlieg. Het selectieve correctiemiddel Mainspring is achter de hand nodig om in te kunnen grijpen tegen mineervlieg, wanneer dit echt nodig is. Hierdoor durft de teler langer door te gaan met de sluipwesp Diplyphus. 8

4. Conclusie en aanbevelingen voor 2018 4.1 Preventie Doorgaan met het toepassen van preventie maatregelen bij iedere teeltwisseling in 2018. Schoon chrysanten uitgangsmateriaal planten en optimale teelttechnieken toepassen. Zijn er mogelijkheden om met lokgewassen mineervlieg buiten de kas te houden? Verbeteren van de toegepaste vangtechnieken (buiten) in combinatie van lokstoffen om aanprikken van het blad door mineervliegen te voorkomen. 4.2 Monitoring en besluit nemen correctie Ophangen van windbestendige buiten vangplaten m.b.v. professionele systemen om buiten te kunnen monitoren op druk van mineervlieg. Optimaliseren uitwisselen monitoringsgegevens met buren. Alert systeem door ontwikkelen via een WhatsApp groep. Hierdoor kan eerder gereageerd worden met maatregelen op de invlieg van mineervlieg. Opstellen van een monitoringsprotocol t.b.v. mineervlieg, zodat uit te wisselen gegevens beter te interpreteren zijn tussen telers. Buren meer bij pilot betrekken door resultaten monitoring met hen te bespreken en aangeven waarop beslissing om in te grijpen gebaseerd wordt. Dit vanwege verschillen in schadedrempels gerbera en chrysanten teelt. 4.3 Inzet niet-chemische methoden Langer doortrekken biologische bestrijding om herfst te kunnen overbruggen, waardoor inzet chemisch correctiemiddelen, ook tegen andere plagen, in het najaar tot het minimum beperkt wordt. Meer Diglyphus uitzetten in het najaar, ook bij lage aantallen mineervliegen op vangplaten, om de populatie op sterkte te houden bij een eventuele invlieg van mineervlieg in het najaar. Onderzoeken naar mogelijkheden om Diglyphus langer actief te houden. Standing army Diglyphus optimaliseren door voederplaatsen met suiker in te zetten. Mogelijkheden bespreken met adviseur. Inzet van lokgewassen in deze pilot onderzoeken (zie ook 4.1 preventie). Herhalen resultaat spintbestrijding volledig biologisch uitvoeren door geen Vertimec in te zetten gedurende aanwezigheid biologische spintbestrijders. 4.4 Inzet chemische methoden Neemazal op basis van azadirachtine is niet altijd even effectief tegen mineervlieg en heeft ook invloed op biologische bestrijders. Moment van toepassen in relatie tot fase van de levenscyclus van de mineervlieg en biologische bestrijders is van groot belang. Dit geldt voor meerdere plagen waartegen azadirachtine ingezet kan worden, waaronder wants. 9

Daarom in 2018 de inzet van azadirachtine afstemmen op de aanwezigheid en levensfase van de verschillende plagen en biologische bestrijders. Mogelijkheden groene middelen en basic substances onderzoeken in deze pilot. 4.5 Evaluatie; leren en optimaliseren Bijsturen indien noodzakelijk. Overleg inplannen over de te nemen stappen in 2019. IPM leergroep bijeenkomst chrysant mineervlieg organiseren nav resultaten pilot in 2017 en 2018. In het najaar kunnen rupsen en de invlieg van wantsen ervoor zorgen dat er chemische middelen ingezet moeten worden. De beschikbare correctiemiddelen die tegen deze plagen ingezet kunnen worden zijn vooral niet-selectief. Hierdoor kan chrysant nog niet jaarrond geïntegreerd geteeld worden. Er zijn actieplannen op basis van de 8 IPM stappen opgesteld om de beheersing van rupsen en wantsen in o.a. chrysant te verbeteren d.m.v. geïntegreerde oplossingen. Deze worden in 2018 en 2019 uitgerold. De resultaten ervan worden gedeeld in IPM leergroepen. 10

11