Zorgcontractering AWBZ 2015



Vergelijkbare documenten
Zorgcontractering AWBZ 2015 Zorgkantoor Utrecht

Over- en onderproductie en vooruitblik 2014

Vragenlijst AWBZ zorgcontractering 2014

Vraag 3 Wat is de omvang van de financiële productieafspraak over 2015 met het betreffende zorgkantoor?..euro

Vragenlijst AWBZ/Wlz zorgcontractering 2015

AWBZ Zorgcontractering 2013 Zorgkantoor Utrecht

Vragenlijst AWBZ zorgcontractering 2013

Vragenlijst zorgcontractering Geriatrische revalidatiezorg 2013

Vragenlijst AWBZ zorgcontractering 2014

Vragenlijst Geriatrische revalidatiezorg: productie 2013 en zorgcontractering 2014

Enquête zorgcontractering geriatrische revalidatiezorg 2015

AWBZ Zorgcontractering 2014

Zorgcontractering Wlz 2018

Factsheet: Monitor Hervorming van de Langdurige Zorg 2015

AWBZ Zorgcontractering 2013

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over de gevolgen van extramuralisering voor zorgaanbieders (2013Z05339).

Zorgcontractering Wlz 2016

AWBZ Zorgcontractering 2012

Contractering Geriatrische Revalidatiezorg 2014

Enquête zorgcontractering geriatrische revalidatiezorg 2016

Contractering Geriatrische Revalidatiezorg 2013

Rapportage ledenonderzoek VGN. Wlz Zorgcontractering 2017

Rapportage ledenonderzoek VGN. AWBZ/Wlz Zorgcontractering 2015

Rapportage. AWBZ Zorgcontractering 2014

Enquête Overschrijdingen Wijkverpleging 2015

Overschrijdingen Wijkverpleging 2015

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 maart 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Zorginkoopbeleid 2015

Toelichting bij Zorginkoodocument Wlz 2016 sector GGZ n.a.v. de vragen gesteld voor de Nota van Inlichtingen.

!7": ZORG 'EHANDICAPTENZORG

De drie thema s met een uniform criterium voor onze sector zijn kwaliteit, innovatie en integrale benadering.

AWBZ Zorgcontractering 2011

Zorgcontractering Wlz 2019

Telefoonnummer

Zorginkoopbeleid Wlz 2019

Inkoop Wijkverpleging 2015

Zorgkantoor Friesland Versmalde AWBZ (Wlz)

TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2018 en 2019 SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

!7": ZORG 6ERPLEGING EN 6ERZORGING

Zorgcontractering Wijkverpleging 2017

Veel gestelde vragen over ZZP

Voorlichtingsbijeenkomst inkoopbeleid Zorgkantoor Midden IJssel 5 juni 2013

Uitkomsten enquête toetsingskader doelmatige en verantwoorde zorg thuis

Team Zorginkoop (071) Zorgkantoor

Cliëntervaring. De bron voor verbetering. Petra Meijer 21 maart 2016

Uitkomsten enquête Toetsingskader Doelmatig en Verantwoorde Zorg Thuis

Bijlage bij Monitor contractering wijkverpleging Bronnen en methoden

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuidoost-Brabant

Wlz Zorginkoopbeleid drs. Ineke Wever, manager Zorg ZN

Zorgkantoor Friesland Nota van Inlichtingen II, Inkoopdocument Wlz juni 2018

Overschrijdingen budgetten wijkverpleging 2016

Toelichting bij het Zorginkoopdocument Wlz 2017 sector GGZ en Overeenkomst 2017 sector GGZ n.a.v. de vragen gesteld voor de Nota van Inlichtingen:

Zorgkantoor Coöperatie VGZ Informatiebijeenkomst cliëntenraden. Els van der Poel, Gertjan van Broekhoven, Geert Wingens

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 september 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Bijlage bij Monitor contractering wijkverpleging Bronnen en methoden

Zorgcontractering 2009

Zorgkantoor Friesland Inkoopdocument Wlz 2016

TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2018 SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

IVVU, 18 februari 2015 Herma Oosterom. Wet langdurige zorg

Zorginkoopbeleid Wlz 2016

Bijlage C: Leveringsstatus

Vragenlijst zorgcontractering Wijkverpleging 2016

Nota van inlichtingen Wet langdurige zorg 2017 Regionaal inkoopkader Midden IJssel

TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2017 en 2018 (update oktober 2017) SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

FAQ Informatiebijeenkomsten VGZ Inkoop 2014 Versie 1 Juli 2013

Aanvulling 2019 op Deel 2 Regionaal inkoopkader nieuwe zorgaanbieders Wlz 2018

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zeeland

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Hollandse eilanden

De vragen 2 tot en met 12 hebben betrekking op de prestatie wijkgericht werken (segment 1). [i -> verwijzen naar apart veld met toelichting]

Zorginkoop langdurige zorg 2015 Versmalde AWBZ (Wlz) Jelle Boomgaardt Zorgkantoor Friesland / DFZ 01 - juli 2014 Gewijzigde versie

Vragen en antwoorden ZZP ers bijeenkomsten oktober 2014

Aanvulling. Zorginkoopbeleid Verpleging & Verzorging VGZ september 2015

Impactanalyse kabinetsbeleid langdurige zorg voor de gehandicaptensector update

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Hollandse eilanden

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zeeland

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Limburg

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk directie Zorgmarkten Care Care/AWBZ/14/06c /

Marktanalyse 2016 Zuid-Hollandse Eilanden

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk l / Ervaringen invoering Wlz 16 september 2015

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Haaglanden

SECTORVREEMDE EN INSTELLINGSVREEMDE ZZP S. Geldig in jaar: 2011 Versie: 1.0

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Haaglanden

TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2017 en 2018 (update december 2017) SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

Marktanalyse Zuid Hollandse Eilanden

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio West-Brabant

Welkom. Inkoopdocument Wet langdurige zorg 2017

Zorginkoop VVT. Inhoud Presentatie. 1. De AWBZ (I) 1. De AWBZ 2. Uitvoering AWBZ 3. Zorginkoop Toekomst zorginkoop

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio West-Brabant

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zeeland

Toegankelijkheid en betaalbaarheid dure geneesmiddelen gaan hand in hand met elkaar Expertmeeting ziekenhuisfarmacie

Marktanalyse 2016 Zeeland

Zorgkantoor Zorg en Zekerheid

Presentatie Zorginkoopbeleid 2015 Verpleging & Verzorging

CONCEPT Wlz Zorginkoopbeleid mr. Daphne Koch, beleidsadviseur ZN

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuidoost-Brabant

ZORGINKOOP PRESENTATIE

Marktanalyse 2016 Zuid-Limburg

Informatiebijeenkomst Wlz zorgcontractering 2017: Samenspraak over zorg 19 mei Welkom!

Impactanalyse kabinetsbeleid langdurige zorg voor de gehandicaptensector update 5

Transcriptie:

Rapportage ActiZ onderzoek Zorgcontractering AWBZ 2015 Voor ActiZ, organisatie van zorgondernemers Van ICSB Marketing en Strategie Drs. Yousri Mandour Loes Wevers MSc. Datum 22 januari 2015

Inhoudsopgave Opbouw rapportage... 3 Samenvatting... 4 1. Productieafspraken... 8 1.1 Kwaliteit... 8 Zorg met verblijf... 10 1.2 Tarieven zorg met verblijf... 10 1.3 Capaciteitsmutaties en/of uitbreiding voor ver- en nieuwbouw... 12 1.4 Afbouw intramurale plaatsen... 13 1.5 Extramuraliseren... 15 Zorg zonder verblijf... 18 1.6 Tarieven en afspraken Volledig Pakket Thuis... 18 1.7 Extramurale functies... 20 1.8 Tarieven extramurale functies... 21 2. Herschikking productieafspraken en overproductie 2014... 22 2.1 Herschikking productieafspraken 2014 intramuraal... 22 2.2 Intramurale onderproductie en overproductie 2014... 23 2.3 Herschikking productieafspraken 2014 extramuraal... 24 2.4 Extramurale onderproductie en overproductie 2014... 25 2.5 Ontwikkeling wachtenden... 26 3. Inkoopeisen en knelpunten... 27 3.1 Meerjarenafspraken... 27 3.2 Resultaten en knelpunten productieafspraken zorgzwaartepakketten... 29 3.3 (On)redelijke inkoopeisen... 30 3.4 Indiening productieafspraken... 34 3.5 Inzet regionale contracteermiddelen... 35 3.6 Verwachting problemen zorgcontractering... 36 3.7 Net Promoter Score... 38 4. Inkoopbeleid... 39 4.1 Veranderingen in inkoopbeleid... 39 4.2 Uniformering en standaardisering... 40 4.3 Voorstellen voor verbetering inkoopbeleid 2016... 42 4.4 Suggesties voor aandacht verbetertrajecten... 43 5. Concessiehouders... 44 5.1 Tariefkortingen per concessiehouder... 44 5.2 Speerpunten kwaliteit volgens concessiehouders... 47 Bijlage 1 - Onderzoeksverantwoording... 49 Bijlage 2 Toelichting concessiehouders bij kwaliteit en samenstelling tariefkorting... 55 Bijlage 3 Enquête... 60 Bijlage 4 Vragenlijst concessiehouders... 71 Pag. 2

Opbouw rapportage Dit rapport beschrijft de uitkomsten van de evaluatie AWBZ zorgcontractering 2015 voor de branche Verpleging, Verzorging en Thuiszorg (VV&T). Hoofdstuk 1 behandelt kwaliteit, de productieafspraken voor 2015 voor zorg met verblijf en zorg zonder verblijf, waaronder afspraken over het Volledig Pakket Thuis en functies en klassen die in 2015 het Modulair Pakket Thuis vormen. In hoofdstuk 2 staat de herschikking van productieafspraken over 2014 centraal, waarbij we ook ingaan op onderproductie en overproductie. Hoofdstuk 3 gaat over de inkoopeisen van de concessiehouders 1 en de eisen en verwachte problemen bij de inkoop van zorg. Ook gaan we hier in op de indiening van productieafspraken en de ontwikkeling van het aantal wachtenden. Hoofdstuk 4 biedt inzicht in veranderingen in het inkoopbeleid en de uniformering en standaardisering daarvan. Ook zijn de voorstellen voor verbetering van het inkoopbeleid en de aanbevelingen voor het zorgkantoor van zorgorganisaties hier opgenomen. Hoofdstuk 5 gaat nader in op de gecontracteerde tarieven en overige gegevens die de (concerns van) concessiehouders hebben opgegeven. In bijlage 1 wordt uitleg gegeven over de onderzoeksverantwoording. In bijlage 2 vindt u de toelichting van concessiehouders bij de samenstelling van de tariefkorting. In bijlage 3 treft u de gehanteerde enquête voor zorgaanbieders aan. Tot slot ziet u in bijlage 4 de vragen voor de (concerns van) concessiehouders. De resultaten in deze enquête zijn representatief op landelijk niveau, maar bij een uitsplitsing naar concessiehouder is de respons te gering om representatief te zijn. De resultaten per concessiehouder zijn daarom indicatief en richtinggevend. Afhankelijk van de antwoorden van de respondent krijgt diegene een deel van de vragen wel of juist niet te zien. Het komt daardoor geregeld voor dat het aantal respondenten (N) per vraag afwijkend is. Bij elke tabel staat aangegeven hoeveel respondenten de vraag hebben ingevuld. Hierbij merken we bovendien op dat door het toevoegen van een weging afrondingsverschillen kunnen ontstaan. Het aantal respondenten per vraag kan hierdoor licht afwijken. Alleen de volledig ingevulde vragenlijsten zijn meegenomen in de uitkomsten van dit onderzoek. 1 In Nederland zijn (8 concerns van) concessiehouders verantwoordelijk voor de AWBZ. De uitvoering van de AWBZ vindt plaats door 32 zorgkantoren die gerelateerd zijn aan de concessiehouders. Omwille van de herkenbaarheid worden de woorden in het rapport door elkaar gebruikt. Pag. 3

Samenvatting Elk jaar maken zorgorganisaties in de AWBZ afspraken met zorgkantoren over de prijs, het volume en de kwaliteit van de zorg voor het volgende kalenderjaar. Voor het achtste opeenvolgende jaar heeft ActiZ deze zorgcontractering in de AWBZ laten onderzoeken. Dit rapport laat zien hoe de zorgcontractering 2015 in de branche Verpleging, Verzorging & Thuiszorg is verlopen. Ontwikkelingen 2015 Kwaliteit en innovatie Zorgkantoren hebben in 2015, net als in voorgaande jaren, opnieuw een sterke focus gelegd op kwaliteit. Zij hebben gezamenlijk criteria opgesteld op het gebied van kwaliteit, innovatie (zowel nieuwe innovatie als implementatie van best practices) en een integrale benadering van de zorg. Op basis van deze criteria wordt (soms) een prijsopslag of -afslag gehanteerd voor de overeen te komen tarieven. Een overgrote meerderheid van de zorgorganisaties (94%) geeft aan dat zij in gesprek kunnen gaan met het zorgkantoor over de geleverde kwaliteit en kwaliteitsverbeteringen. Zorgorganisaties geven echter aan dat er niet altijd een gevolg aan wordt gegeven bij de inkoop. 13% van de zorgaanbieders vindt de stimulansen voor kwaliteitsverbetering verbeterd, maar 30% acht deze verslechterd. De ruimte voor innovatie is volgens 15% van de respondenten verbeterd, volgens 32% verslechterd. Vier op de tien (39%) van de zorgorganisaties verwacht een rem op innovatie als gevolg van het inkoopbeleid. Een enkele zorgorganisatie slaagt erin om in samenspraak met het zorgkantoor een vernieuwend zorgconcept vorm te geven. Langer thuis wonen Er is in de nabije toekomst minder intramurale capaciteit nodig. Aan zorgorganisaties is gevraagd in hoeverre het zorgkantoor onderbouwd dat wil zeggen gebaseerd op de toekomstige regionale vraagontwikkeling met de afbouw van intramurale plaatsen omgaat. 30% van de zorgorganisaties vindt dat zorgkantoren hier in beperkte mate onderbouwd mee omgaan. 18% vindt dat het zorgkantoor hier in het geheel niet onderbouwd mee omgaat en volgens nog eens 18% gaat het zorgkantoor hier grotendeels onderbouwd mee om. 4% van de respondenten vindt dat het zorgkantoor geheel onderbouwd omgaat met de afbouw van intramurale plaatsen. Om in te spelen op het extramuraliseren van zorg, stellen zorgorganisaties hun vastgoedstrategie bij en passen zij het intramurale zorgaanbod aan op zwaardere cliëntgroepen. Daarnaast gaat meer dan de helft van de zorgorganisaties (meer) extramurale zorg leveren. Ruim de helft van de zorgorganisaties heeft het zorgkantoor geïnformeerd over de plannen voor extramuralisering en heeft hierop een positieve reactie ontvangen. 22% heeft het zorgkantoor wel geïnformeerd, maar heeft nog geen reactie van het Pag. 4

zorgkantoor gehad. 8% van de respondenten heeft de plannen samen met het zorgkantoor opgesteld, 13% moet het zorgkantoor nog informeren. Knelpunten en problemen Meer dan twee derde van de zorgorganisaties verwacht problemen Meer dan twee derde van de zorgorganisaties (68%) verwacht problemen te krijgen als gevolg van de uitkomsten van de zorgcontractering. In 2014 was dat 66%, in 2013 nog 59%. De problemen betreffen vooral een verslechtering van de financiële positie en verschraling van zorg. Ook verwacht ruim de helft van de zorgorganisaties (57%) medewerkers te moeten ontslaan. Bijna de helft van de respondenten (49%) verwacht onbetaalde rekeningen als gevolg van productie boven het productieplafond en nog eens 49% verwacht ontoereikende alternatieven voor de extramuralisering van de zorgzwaartepakketten 1-3. De mate waarin onredelijke inkoopeisen wordt ervaren verschilt overigens aanzienlijk per concessiehouder. Knelpunten voor cliënten in zorg of die in zorg komen Terwijl de cliëntenzorg zwaarder wordt, geeft bijna twee derde van de respondenten (65%) aan dat zij met de productieafspraken voor de zorgzwaartepakketten minder kunnen inspelen op de verwachte zorgvraag. Dit probleem is daarmee vrijwel gelijk aan vorig jaar. Van de respondenten die knelpunten ervaren, geeft 63% aan dat de zorgorganisatie onvoldoende zware zorgzwaartepakketten kon afspreken met het oog op zorgzwaarteverschuiving. 59% van de respondenten merkt op dat zij, ter compensatie van het uitstromen van de zorgzwaartepakketten 1, 2 en 3, onvoldoende extramurale zorg konden contracteren. Daarnaast geeft nog 42% van de respondenten aan dat er geen overeenstemming bereikt is over de omzetting van capaciteit zonder behandeling naar capaciteit met behandeling en zegt 40% dat de zorgorganisatie onvoldoende zorgzwaartepakketten 1-3 kon contracteren voor mensen die in zorg zijn of op de wachtlijst staan. Meerjarenafspraken en inspelen op de zorgvraag Om te kunnen inspelen op de toekomstige zorgvraag en behoefte zijn volgens zorgorganisaties commitment en meerjarenafspraken nodig rondom diverse thema s. De behoefte aan meerjarenafspraken blijkt zowel uit de antwoorden op gesloten vragen als uit de suggesties voor het inkoopbeleid in 2016. Het belangrijkste thema waarvoor zorgorganisaties graag meerjarenafspraken zien, betreft capaciteitsmutaties. 46% van de zorgorganisaties heeft in 2015 met capaciteitsmutaties te maken. Een meerderheid van de zorgorganisaties die te maken heeft met capaciteitsmutaties (58%), kon hierover geen productieafspraken maken. Door het uitblijven van toezeggingen en door het gebrek aan meerjarenafspraken, is het voor zorgorganisaties uiterst moeilijk om een meerjarenbeleid Pag. 5

te voeren. De helft van de zorgaanbieders vindt de mate waarin een cliënt kan kiezen voor een voorkeursaanbieder zonder een productielimiet op voorhand verslechterd. Drie op de vijf zorgaanbieders geeft aan dat zij voor de uitstroom van cliënten met een zorgzwaartepakket 1, 2 en 3 onvoldoende extramurale zorg heeft kunnen contracteren. Bij 17% van de respondenten stond het zorgkantoor ervoor open om met de zorgverzekeraar na te gaan hoe zorg thuis tot stand kan komen, bij bijna de helft van de respondenten was die bereidheid er niet en bij 36% was het niet van toepassing. Druk op tarieven én op het volume Uit de aangeleverde gegevens van de concessiehouders blijkt dat de overeengekomen tarieven met de zorgaanbieders lager zijn dan de NZa-maximumtarieven. Deze tariefkortingen lopen onderling sterk uiteen. Sommige concessiehouders hanteren een tariefopslag, waardoor zorgorganisaties die succesvol zijn in een verbetertraject een deel van de tariefskorting ongedaan kunnen maken. De NZa-maximumtarieven voor zorg met verblijf zijn verminderd met 2,5% tot 6%. De tariefkorting op het NZa-maximumtarief voor Volledig Pakket Thuis vanuit het verpleeghuis varieert van 1,32% tot 6%. Voor het Volledig Pakket Thuis vanuit het verzorgingshuis varieert deze van 0,82% tot 6%. De tariefkortingen op het NZamaximumtarief voor extramurale functies zijn het hoogst, deze variëren van 3,5% tot 10,9%. Veel zorgorganisaties (76%) ervaren onredelijke eisen rondom de tariefkortingen, dit is een lichte daling ten opzichte van vorig jaar. Dit jaar zijn de onredelijke volumekortingen voor het eerst separaat bevraagd. Vier op de vijf zorgorganisaties vindt dat het zorgkantoor onredelijke volumekortingen hanteert en is daarmee de meest genoemde onredelijke eis. Pag. 6

Meer risico s en onzekerheid bedrijfsvoering Met de genoemde problemen en knelpunten, stapelen de risico s voor de zorgorganisaties zich op. Via de herschikking wordt bepaald welke geleverde zorg daadwerkelijk wordt betaald, ook voor cliënten die al in zorg zijn. Hier zien we aanzienlijke verschillen tussen concessiehouders. Herschikkingen zijn afhankelijk van het beleid van de concessiehouder en de beschikbare (regionale) contracteerruimte. Dat leidt tot aanzienlijke onzekerheid in de bedrijfsvoering. Voor 2014 hebben de meeste zorgorganisaties in grote mate dan wel geheel overeenstemming over de herschikking bereikt. De zorgorganisaties hebben landelijk gezien in 2014 naar schatting ruim 50 miljoen overproductie geleverd: circa 30,8 miljoen intramurale zorg en circa 19,5 miljoen extramurale zorg. 43% van de zorgorganisaties stelt tot op heden niet geïnformeerd te zijn over de extra herschikkingsronden in 2015 om de regionale contracteermiddelen maximaal te benutten. Onderzoeksverantwoording De vragenlijst is uitgezet onder 396 VV&T-leden in de branche. In totaal zijn 155 enquêtes ingevuld. De respons bedraagt daarmee 39%. De omvang van de productieafspraak van de respondenten telt op tot ruim 5,2 miljard. De (concerns van) concessiehouders zijn gevraagd informatie te delen over onder meer de gehanteerde tariefkortingen met de zorgorganisaties in hun werkgebied. 7 van de 8 (concerns van) concessiehouders hebben hieraan gehoor gegeven. Pag. 7

1. Productieafspraken 1.1 Kwaliteit Voor concessiehouders is kwaliteit één van de speerpunten bij de inkoop. De kwaliteitsspeerpunten zoals de concessiehouders die aangeven, vatten we samen in een kader aan het eind van deze paragraaf. Voor de zorgorganisatie is het van belang het gesprek met het zorgkantoor aan te gaan om de inzet die zij met de cliënten(raad) plegen rondom kwaliteit en kwaliteitsverbeteringen toe te lichten. 94% (144) van de zorgorganisaties geeft aan dat zij in gesprek kunnen over de geleverde kwaliteit en kwaliteitsverbeteringen, 6% (10) van de zorgorganisaties geeft aan dat dit niet mogelijk is. In gesprek over de geleverde kwaliteit en kwaliteitsverbeteringen 2015 2014 Ja Nee Ja Nee Achmea 97% 3% 91% 9% CZ 87% 13% 81% 19% Menzis 86% 14% 77% 23% VGZ 98% 2% 89% 11% Overig 95% 5% 88% 12% Totaal 94% 6% 86% 14% Tabel 1.1 Kunt u met het zorgkantoor ten behoeve van de zorginkoop en verkoop in gesprek over de geleverde kwaliteit en kwaliteitsverbeteringen als u dat wenst? (n=154) Voor het contracteerjaar 2015 konden meer zorgaanbieders in gesprek over kwaliteit en kwaliteitsverbeteringen met het zorgkantoor dan 2014. Zorgorganisaties zijn echter verdeeld over de effecten van dit gesprek met het zorgkantoor. Een deel van de zorgorganisaties heeft een open dialoog met het zorgkantoor, waarbij zij elkaar op de hoogte houden. Andere respondenten merken op dat niet over kwaliteit gesproken wordt en dat als dat wel is gebeurd, er geen gevolg aan wordt gegeven via de inkoop. Er is sprake van een open dialoog, wij houden elkaar op de hoogte van ontwikkelingen. Het zorgkantoor is altijd bereid tot overleg om zorg kwantitatief en kwalitatief beter vorm te geven. Proactief geven we inzicht in kwaliteitsontwikkeling; gezamenlijk zijn verbeterplannen vastgelegd. In de loop der jaren hebben we meerdere gesprekken hierover gevoerd. Dit heeft tot nu toe niet tot concrete afspraken geleid. Wel in gesprek, maar wordt niet doorvertaald naar de inkoop. Gesprek is altijd mogelijk. Verwachting is dat dit geen effect heeft. Suggesties van zorgaanbieders hoe het zorgkantoor in het inkooptraject meer aandacht kan geven aan een verbetertraject en/of het inzetten op verbeterafspraken voor verbetering van het kwaliteitsbeleid staan centraal in paragraaf 4.4. Pag. 8

Speerpunten kwaliteit volgens concessiehouders Aan concessiehouders is gevraagd welke drie belangrijkste speerpunten gericht op kwaliteit zijn gehanteerd bij de inkoop van zorg. In dit kader vatten we de belangrijkste kwaliteitsspeerpunten samen zoals die door de concessiehouders zijn aangegeven. Kwaliteit is een abstract begrip en daardoor lastig vergelijkbaar. We zien dat de concessiehouders eigen accenten aanbrengen in de kwaliteitsspeerpunten en thema s die zij gezamenlijk hebben gedefinieerd. Een volledig overzicht van de kwaliteitsspeerpunten is te vinden in bijlage 3. Achmea hanteert 3 kwaliteitsspeerpunten, namelijk: CQ: verbetering van kwaliteit middels verbeterafspraken. Innovatie: het stimuleren van nieuwe innovatie en het stimuleren van implementatie van best practices. Integrale benadering, dit zorgt voor een hogere kwaliteit van zorg en kwaliteit van leven voor cliënten. CZ benoemt de volgende 3 speerpunten van kwaliteit: Integrale benadering. Beoordeling score op de kwaliteitsindicatoren en beloning van excellente zorg door aanbieders. Innovatie door invoering van best practices, die bijdragen aan doelmatige inzet van zorg, toename van arbeidsproductiviteit en een betere kwaliteit van zorg. Menzis heeft, naast het landelijk benoemde thema kwaliteit voor cliënttevredenheid, het Kwaliteitsregister V&VN opgenomen. Daarnaast zetten zij in op best practices-projecten, die bijdragen aan doelmatige inzet van zorg, toename van arbeidsproductiviteit en een betere kwaliteit van zorg. VGZ gebruikt de speerpunten kwaliteit in de inkoopthema s die zij benoemen, namelijk kwaliteit, administratieve lasten, innovatie (nieuwe innovatie en implementatie van best practices), extramuraliseren, moeilijk plaatsbare cliënten (enkel voor GZ), versterken eigen regie/participatie, gezondheid, vitaliteit en welbevinden, integrale benadering en doelmatigheid. Daarnaast zet VGZ in op verbeterafspraken. De Friesland verwijst naar de 9 thema s die ook door CZ worden genoemd. Van de 3 uniforme criteria (kwaliteit, innovatie en integrale benadering) gebruikt Zorgkantoor Friesland er 2 als toeslagcriterium, waarmee ze van invloed zijn op de prijzen waartegen geproduceerd mag worden. Bij DSW staan 3 speerpunten van kwaliteit centraal, namelijk inhoudelijke kwaliteit, klantgerichtheid en doelmatigheid. Ook Zorg & Zekerheid benoemt 3 speerpunten van kwaliteit, namelijk de (medisch) inhoudelijke kwaliteit, klantgerichtheid (aansluitend op cliëntwensen) en doelmatigheid (de prijs-kwaliteitverhouding van de zorg). Pag. 9

Zorg met verblijf 1.2 Tarieven zorg met verblijf Ook dit jaar zijn de concessiehouders gevraagd om informatie te delen over de tariefkortingen op de maximale NZa-tarieven. De tariefkortingen variëren tussen de verschillende concessiehouders. De kortingen zijn het laagst bij VGZ, waar de korting 2,5% bedraagt, terwijl deze het hoogst zijn bij Achmea, waar deze variëren van 4% tot 6%. We merken hierbij op dat diverse concessiehouders een toelichting hebben gegeven bij de tariefinformatie; deze zijn opgenomen in hoofdstuk 5. De tariefkortingen die concessiehouders hebben gedeeld zijn hoger dan in 2014. De tariefkortingen van 2014 staan tussen haakjes weergegeven. Voor alle aspecten en alle concessiehouders zien we een stijging in tariefkorting ten opzichte van vorig jaar, met uitzondering van De Friesland, waar we een lichte daling in de tariefkorting zien. Tariefkortingen intramuraal Verpleeghuis Verzorgingshuis ZZP 1-3 ZZP 4-10 ZZP 1-3 ZZP 4-10 Achmea 4-6% 4-6% 4-6% 4-6% (3,2%) (3,2%) (3,2%) (3,2%) CZ 3,98% 3,63% 3,64% 3,65% (3,01% (3,08%) (3,15%) (3,15%) Menzis 4% 4% 4% 4% (2,7%) (2,7%) (2,7%) (2,7%) VGZ 2,5% 2,5% 2,5% 2,5% (2,2%) (2%) (2%) (2%) Overig De Friesland 2,67% 2,74% 2,68% 2,82% DSW (2,96%) 3% (3,04%) 3% (3,12%) 3% (3,08%) 3% Zorg & Zekerheid (1,2%) 2,56% (2,01%) (1,2%) 2,59% (2,48%) (1,3%) 3,80% (2,87%) (1,3%) 3,71% (3,29%) Gemiddeld (ongewogen) 3,38% 3,35% 3,52% 3,53% Tabel 1.2 - Tariefkortingen intramurale zorg door concessiehouder Verscheidene concessiehouders hebben een toelichting gedeeld ten aanzien van de (samenstelling) van de tariefinformatie. Deze toelichtingen zijn per concessiehouder opgenomen in bijlage 2. Pag. 10

Ook aan de zorgaanbieders is gevraagd in hoeverre zij tegen het NZa-maximumtarief konden contracteren. De gemiddelde korting is ongeveer 3,9%. Wanneer we verder inzoomen, blijken er minimale verschillen achter de komma te zitten (tabel 1.3). De kortingen die zorgaanbieders ervaren, zijn in overeenstemming met de kortingen van concessiehouders en daarmee hoger dan vorig jaar en in overeenstemming, toen de gemiddelde korting nog 3,0% bedroeg. Een uitsplitsing van de tariefkorting per concessiehouder volgens de zorgorganisaties is opgenomen in hoofdstuk 5. Tariefkortingen intramuraal Tariefkorting 2015 2014 Zorgzwaartepakket 1-3 verpleeghuis 3,85% 2,98% Zorgzwaartepakket 4-10 verpleeghuis 3,87% 2,98% Zorgzwaartepakket 1-3 verzorgingshuis 4,01% 3,02% Zorgzwaartepakket 4-10 verzorgingshuis 3,93% 2,99% Tabel 1.3 Tariefkortingen intramuraal volgens zorgorganisaties (n=147) Een deel van de respondenten merkt op dat er sprake is van een tariefkorting, maar dat in een later stadium nog prijsopslag mogelijk is. Ook geven diverse respondenten aan dat, naast de tariefkorting, de volumekorting voor hen grote gevolgen en risico s met zich meebrengt. De tarieven zijn nog niet definitief. Er moet aan voorwaarden worden voldaan. Wordt hier niet aan voldaan, dan worden we verder gekort in de tarieven. De tarieven worden in juli 2015 definitief vastgesteld. 5,5% is exclusief 2,5% (max tarief is 97%) aan prijsopslagen. Als de prijsopslagen worden afgewezen, krijg je geen mogelijkheid deze aan te passen. Dit is zeer frustrerend. De prijsopslagen zijn een verkapte bezuiniging. Afspraken zijn met name gericht op volume. Uitname 5% intramuraal en 50% extra bij lage zzp s. Indien de regio het toelaat, stromen deze gelden (gedeeltelijk) terug naar ons in 2015. Groot risico dus. Pag. 11

1.3 Capaciteitsmutaties en/of uitbreiding voor ver- en nieuwbouw Aan respondenten is gevraagd in hoeverre het zorgkantoor in de planfase toezeggingen gedaan heeft over capaciteitsmutaties in relatie tot ver- en nieuwbouw welke in 2015 gereed komt. Voor 54% (82) van de zorgorganisaties was dit niet van toepassing; er is bij hen geen sprake van capaciteitsmutaties. Bij de overige 69 zorgorganisaties is wel sprake van capaciteitsmutaties. 23% van hen (16) geeft aan dat het zorgkantoor in de planfase toezeggingen heeft gedaan over capaciteitsmutaties, de overige 77% (53) geeft aan dat het zorgkantoor hier geen toezeggingen over gedaan heeft. Een meerderheid van de 69 zorgorganisaties die te maken hebben met capaciteitsmutaties, heeft hierover geen productieafspraken kunnen maken (58%, 40). 21% (14) kon dit in beperkte mate, 15% (10) kon dit in grote mate. Slechts 7% van de respondenten kon productieafspraken maken voor de alle capaciteitsmutaties in relatie tot ver- en nieuwbouw. In vergelijking met voorgaande jaren, zien we dat het aandeel zorgorganisaties dat in grote of beperkte mate afspraken kon maken licht is gestegen, terwijl het aandeel zorgorganisaties dat geheel afspraken kon maken is gedaald. Productieafspraken capaciteitsmutaties 2015 2014 2013 2012 Geheel 7% 13% 13% 15% In grote mate 15% 9% 6% 5% In beperkte mate 21% 19% 21% 27% Nee 58% 60% 60% 53% Tabel 1.4 Heeft u voor de capaciteitsmutaties in relatie tot ver- en nieuwbouw in 2015 productieafspraken kunnen maken? (n=69) Zorgorganisaties merken op dat als de capaciteitsmutatie is gerealiseerd afspraken volgen, waarbij zij afhankelijk zijn van de ruimte in de herschikking. De respondenten die afbouw beogen, geven aan dat dit akkoord is en aansluit bij de wensen van het zorgkantoor. Enkele organisaties merken op dat zij afspraken hadden met het zorgkantoor, maar dat deze nu niet worden nagekomen. Afspraak is dat bij realisatie afspraak volgt. Dus niet op voorhand. Risico is natuurlijk dat middelen bij herschikking onvoldoende blijken. Mondeling wel besproken, pas in herschikking bekend. Wij hadden een afspraak, maar het zorgkantoor komt deze nu niet na. Pag. 12

1.4 Afbouw intramurale plaatsen Zorgkantoren kopen minder intramurale capaciteit in. Aan respondenten is gevraagd of het zorgkantoor onderbouwd omgaat dat wil zeggen gebaseerd op de toekomstige regionale vraagontwikkeling met de afbouw van intramurale plaatsen. 30% van de zorgorganisaties geeft aan dat het zorgkantoor hier in beperkte mate onderbouwd mee omgaat. 18% vindt dat dit grotendeels het geval is en 4% van de respondenten vindt dat het zorgkantoor geheel onderbouwd omgaat met de afbouw van intramurale plaatsen. Daar staat tegenover dat 33% van de zorgorganisaties vindt dat het zorgkantoor niet onderbouwd omgaat met de afbouw van intramurale plaatsen. Onderbouwd omgaan met afbouw intramurale plaatsen Aantal Percentage Geheel 6 4% Grotendeels 28 18% In beperkte mate 46 30% Nee 50 33% Onbekend 22 14% Totaal 151 100% Tabel 1.5 Gaat het zorgkantoor onderbouwd om dat wil zeggen gebaseerd op de toekomstige regionale vraagontwikkeling met de afbouw van intramurale plaatsen? (n=151) Zorgorganisaties merken over de afbouw van intramurale zorg op dat dit maar beperkt wordt onderbouwd: Regionaal capaciteitsplan is nog in de maak. Afbouw was niet inhoudelijk onderbouwd, was gewoon % afslag van aantal lage ZZP s. Er wordt vooral een kaasschaaf over de capaciteit heen getrokken. De onderbouwing wordt niet door ons gedeeld. De verwachtingen van het zorgkantoor zijn alleen maar financieel gestuurd, waarbij een onderbouwing is gezocht die ons inziens is gebaseerd op verkeerde verwachtingen en een verkeerd beeld van de toekomst. Er is alleen een financieel gedreven motivering aangevoerd. Wij hebben geen visie kunnen ontdekken. Het zorgkantoor hanteert een algemene, niet-regionaal georiënteerde, afbouw van intramurale plaatsen. Zorgkantoor heeft een harde uitname van 5% gehanteerd. Hierbij is in eerste instantie aangegeven dat deze gelden niet terug zullen stromen naar de regio omdat de wachtlijsten in de regio Den Haag niet hoog zijn. Gelden worden naar verwachting overgeheveld naar regio Limburg, omdat daar de verhouding wachtlijst/plaatsen de andere kant op weegt. Werd inhoudelijk niet gekeken naar de offerte. Er werd een budgetplafond opgelegd en hoe en welke zorg je daarvoor levert is aan de zorgaanbieder zelf. Pag. 13

60% van de zorgorganisaties (91) geeft aan dat zij in overleg kunnen met het zorgkantoor over de afbouw van intramurale plaatsen. 30% (45) kon hier tot op heden niet over in overleg, 10% (15) geeft aan dat dit niet van toepassing was. Enkele respondenten zijn positief over het overleg met het zorgkantoor over de afbouw van intramurale plaatsen. Een groter deel van de zorgorganisaties merkt echter op dat de mogelijkheid tot beïnvloeding beperkt is: In overleg wel, maar wel taakstellend. Overleg is mogelijk, maar er is alleen ruimte voor verschuiving tussen ZZP s, de afbouw beperken is niet mogelijk. De beïnvloedingsmogelijkheden zijn beperkt. Het is meer van take-it-or-leave-it. In 2014 meer afgebouwd dan de afspraak en nu wordt voor 2015 extra afbouw op deze versnelde afbouw toegepast. De afbouw is moeilijk beïnvloedbaar, omdat deze afhankelijk is van het vertrek (overlijden) van bewoners. Ons voorstel is aangehoord, maar we krijgen geen toezeggingen, zorgkantoor geeft aan dat het juridisch niet mogelijk is meerjarenafspraken te maken. Pag. 14

1.5 Extramuraliseren Aan respondenten is gevraagd of het zorgkantoor open staat om met de zorgverzekeraar en de zorgorganisatie na te gaan hoe zorg thuis uit de Zorgverzekeringswet bij extramuralisering tot stand kan komen. 17% (17) van de zorgorganisaties stelt dat het zorgkantoor hiervoor open staat. Volgens bijna de helft van de zorgorganisaties (44, 46%) staat het zorgkantoor hier niet voor open en voor 36% van de zorgorganisaties (34) is dit niet van toepassing. Open staan voor gesprek met zorgverzekeraar over zorg thuis uit de Zorgverzekeringswet Aantal Percentage Ja 17 17% Nee 44 46% Niet van toepassing 34 36% Totaal 95 100% Tabel 1.6 Staat het zorgkantoor open om met de zorgverzekeraar en u na te gaan hoe zorg thuis uit de Zorgverzekeringswet bij extramuralisering tot stand kan komen? (n=95) Zorgorganisaties die aangeven dat het zorgkantoor ervoor open staat om met de zorgverzekeraar en zorgaanbieder na te gaan hoe zorg thuis uit de Zorgverzekeringswet bij extramuralisering tot stand kan komen, merken hierover op dat ze in overleg zijn en dat dit open gesprekken zijn. Daarnaast zijn er echter zorgorganisaties die aangeven dat de mogelijkheden beperkt zijn en dat het budget niet toereikend is. Die gesprekken zijn open en transparant. In overleg. In zeer beperkte mate. Budget echter niet toereikend. Vraag is echter of en hoe de nodige productie-uitbreiding kan worden gerealiseerd gezien de landelijke beperkingen van het budget. De respondenten die aangeven dat het zorgkantoor hier niet voor open staat, geven aan dat hier geen initiatief toe genomen is of dat er nooit over gesproken is. Anderen stellen dat er wel over gesproken is, maar dat er geen samenwerking is of dat het een eenzijdig voorstel betrof. Geen overleg. Niet over gesproken. Eenzijdig voorstel; geen open dialoog. Geen sprake van samenwerking. Er is uitsluitend een plafond afgesproken. Het zorgkantoor bepaalt eenzijdig en zegt dat zij van hogerhand gestuurd wordt. Kantoor en verzekeraar opereren als strikt gescheiden eenheden. Pag. 15

Over het extramuraliseren zijn ook nog 2 vragen opgenomen op verzoek van de zorgkantoren/zorgverzekeraars Nederland (ZN). Onderstaand geven we de resultaten van deze vragen weer. Organisaties kunnen op verschillende wijzen inspelen op het extramuraliseren, waarbij cliënten langer zelfstandig blijven wonen. Net als in voorgaande jaren, anticiperen zorgorganisaties hier vooral op door het intramurale zorgaanbod aan te passen op zwaardere cliëntgroepen (71%, 103). Dit wordt gevolgd door het bijstellen van de vastgoedstrategie (66%, 96). Hoe groter de zorgorganisatie, hoe vaker deze de vastgoedstrategie heeft bijgesteld. Het meer leveren van extramurale zorg en het opstellen van een plan om leegstand op te vangen worden minder vaak aangegeven dan voorgaande jaren. 16% van de respondenten geeft aan dat zij op andere wijzen op het extramuraliseren hebben ingespeeld. Zij merken hierbij onder andere op dat ze de organisatie afbouwen en dat extramuraliseren niet tot een hogere productieafspraak Wijkverpleging heeft geleid. Andere zorgorganisaties zijn in gesprek met gemeenten over hoe zij extramuralisering en wonen met zorg vorm kunnen geven of hebben een versterkte focus op Volledig Pakket Thuis. Door de zorgverzekeraar is voor 2015 een budgetplafond ingebouwd van 90% van de verwachte jaarrealisatie 2014. Door dit plafond in te stellen wordt groei onmogelijk en op moment dat in de oude intramurale appartementen extramurale zorgvraag ontstaat, gaat dit ten koste van de productie in de wijk. Dit maakt dat zorgorganisaties moeten afbouwen bij zowel intramuraal als extramuraal personeel, waardoor zorgorganisaties in grote problemen gaan komen. Extramuraliseren heeft niet geleid tot een hogere productieafspraak Wijkverpleging. Sterker nog, daar zijn we ook met 15% gekort. Er is dus een grote discrepantie tussen wat de staatssecretaris voorstaat en de uitvoering door [concessiehouder]. Intensiveren extramurale zorg niet mogelijk als gevolg van budgetkorting op deze zorg. Anticiperen op extramuraliseren 2015 2014 2013 De vastgoedstrategie is bijgesteld 66% 68% 54% Er is een plan opgesteld om leegstand op te vangen 39% 54% 27% Het intramurale zorgaanbod is/wordt aangepast op zwaardere cliëntgroepen 71% 70% 68% We gaan (meer) extramurale zorg leveren 54% 71% 67% Het extramurale zorgaanbod wordt aangepast op de nieuwe (zwaardere) cliëntgroep 36% 31% 26% Met de gemeenten zijn afspraken gemaakt over een passend woningaanbod 8% 11% 7% Anders 16% 11% 18% Tabel 1.7 Op welke wijze heeft u reeds geanticipeerd op het extramuraliseren? (n=146) Pag. 16

Ruim de helft van de zorgorganisaties (51%, 75) heeft het zorgkantoor geïnformeerd over de plannen rondom extramuraliseren, waarbij het zorgkantoor hierop positief heeft gereageerd. Dit is een lichte stijging ten opzichte van voorgaande jaren. 22% (32) heeft het zorgkantoor geïnformeerd, maar heeft nog geen reactie gehad. 7% ontving na het informeren een negatieve reactie. 8% van de respondenten heeft de plannen rondom extramuraliseren samen met het zorgkantoor opgesteld. Extramuraliseren 2015 2014 2013 De plannen zijn samen met het zorgkantoor opgesteld 8% 6% 3% Het zorgkantoor is geïnformeerd over de plannen en zij heeft positief hierop gereageerd 51% 44% 42% Het zorgkantoor is geïnformeerd over de plannen en zij heeft hierop nog niet gereageerd 22% 23% 17% Het zorgkantoor is geïnformeerd over de plannen en zij heeft negatief hierop gereageerd 7% 11% 7% Het zorgkantoor moet nog worden geïnformeerd 13% 16% 32% Tabel 1.8 Welke rol speelt het zorgkantoor bij uw plannen rondom extramuraliseren? (n=146) Zorgorganisaties merken over de rol van het zorgkantoor op dat het zorgkantoor veel informatie wil ontvangen en krijgt, maar dat het niet duidelijk is wat ermee gebeurt. Sommige zorgorganisaties betrekken het zorgkantoor proactief bij de plannen rondom extramuraliseren. Sommige zorgkantoren hebben een afwachtende houding en zijn beperkt of niet betrokken bij de plannen rondom extramuraliseren. Het zorgkantoor wordt voortdurend door ons geïnformeerd. Echter, zij reageren niet inhoudelijk op de plannen. Men wil alles weten, maar wat doen men ermee? Het zorgkantoor neemt een zeer afwachtende houding aan. Wil pas reageren als de aanbieders gezamenlijk hun plannen hebben bekend gemaakt. Mondeling besproken, maar de nodige uitbreiding voor extramuraal lijkt niet mogelijk qua budget. Het zorgkantoor hanteert een ZZP-mix om zorgverzwaring te voorkomen/inzichtelijk te hebben. Hiermee is het dus niet zeker dat de zwaardere zorg ook daadwerkelijk betaald wordt. Zorgkantoor is geïnformeerd over ontwikkeling van plannen, zorgkantoor zal in de toekomst worden meegenomen in de uitkomst en haalbaarheid van de plannen. Pag. 17

Zorg zonder verblijf 1.6 Tarieven en afspraken Volledig Pakket Thuis Aan concessiehouders is gevraagd informatie te delen over de tariefkortingen op de maximale NZa-tarieven. Dit jaar zijn voor het eerst specifiek de kortingen voor een Volledig Pakket Thuis (VPT) gevraagd. De kortingen voor het VPT variëren, waarbij de kortingen het laagst zijn bij CZ en het hoogst bij Achmea. Tariefkortingen VPT Verpleeghuis Verzorgingshuis ZZP 1-3 ZZP 4-10 ZZP 1-3 ZZP 4-10 Achmea 4-6% 4-6% 4-6% 4-6% CZ 1,32% 1,33% 0,82% 0,83% Menzis 4% 3,7% 4% 3,7% VGZ 2,60% 2,60% 2,60% 2,60% Overig De Friesland 4,33% 4,12% 3,06% 3,39% DSW 3% 3% 3% 3% Zorg & Zekerheid 2,52% 2,51% 3,81% 3,58% Gemidddeld (ongewogen) 3,25% 3,18% 3,18% 3,16% Tabel 1.9 - Tariefkortingen Volledig Pakket Thuis volgens concessiehouders Verscheidene concessiehouders hebben een toelichting gedeeld ten aanzien van de (samenstelling) van de tariefinformatie. Deze toelichtingen zijn per concessiehouder opgenomen in bijlage 2. In 2015 heeft 66% van de zorgorganisaties het Volledig Pakket Thuis gecontracteerd, een stijging ten opzichte van 2014 (59%). 42% van de organisaties heeft conform de verkoopinzet gecontracteerd, 20% contracteerde minder dan de verkoopinzet en 4% contracteerde meer dan de verkoopinzet. 35% van de zorgorganisaties heeft geen Volledig Pakket Thuis gecontracteerd. Wanneer we een uitsplitsing maken naar zorgorganisaties op basis van jaaromzet, blijkt dat zorgorganisaties met een kleine omzet vaker geen Volledig Pakket Thuis gecontracteerd hebben. Volledig Pakket Thuis Aantal Percentage Ja, conform onze verkoopinzet 61 42% Minder dan onze verkoopinzet 29 20% Meer dan onze verkoopinzet 5 4% Nee 51 35% Totaal 147 100% Tabel 1.10 Heeft u voor 2015 afspraken gemaakt voor levering van het Volledig Pakket Thuis? Pag. 18

De respondenten die geen afspraken hebben gemaakt over het Volledig Pakket Thuis, merken vooral op dat zij dit niet aanbieden of omdat dit product voor hen niet rendabel is of ten koste gaat van de intramurale capaciteit. Respondenten hebben bijvoorbeeld geen afspraken over levering van het Volledig Pakket Thuis gemaakt, omdat: We dit pakket niet leveren. We dit product nog moeten ontwikkelen. Het slechts alleen met substitutie van intramurale verpleeghuiszorg kan worden afgesproken. Wie zit daar nu op te wachten? Het ten koste van intramurale capaciteit gaat. Moet dan leiden tot reductie intramuraal. Aan respondenten is gevraagd hoe groot de afspraak in euro s is, die zij gemaakt hebben voor levering van het Volledig Pakket Thuis. De gemiddelde afspraak bedraagt een kleine 1,3 miljoen. De verschillen hierbij zijn zeer groot. We merken hierbij op dat afwijkende antwoorden buiten beschouwing zijn gelaten. Enkele respondenten merken op dat zij voor enkele honderden euro s afspraken hebben gemaakt, omdat zij het Volledig Pakket Thuis op dit moment niet aan cliënten bieden, maar het zo wel open kunnen laten voor de toekomst. Ook deze respondenten zijn in de analyse van de omvang van afspraken buiten beschouwing gelaten. De tariefkortingen voor het Volledig Pakket Thuis (VPT) variëren volgens de zorgorganisaties beperkt, van 3,7% voor VPT 4-10 vanuit het verzorgingshuis tot 3,8% voor VPT 4-10 vanuit het verpleeghuis. Ruim de helft van de respondenten geeft aan dat zij het NZa-maximumtarief konden contracteren of dat er geen korting van toepassing was bij VPT 1-3 vanuit het verpleeghuis. Bij VPT 4-10 vanuit het verpleeghuis is dit bijna de helft, 47%. Dit aandeel is het kleinst bij VPT 4-10 vanuit het verzorgingshuis, waar een kwart aangeeft dat zij het NZa-maximumtarief konden contracteren of dat er geen korting van toepassing is. Een uitsplitsing van de tariefkorting per concessiehouder volgens de zorgorganisaties is opgenomen in hoofdstuk 5. Tariefkortingen Volledig Pakket Thuis Tariefkorting NZa-maximumtarief / geen korting van toepassing VPT Zorgzwaartepakket 1-3 vanuit het verpleeghuis 3,8% 55% VPT Zorgzwaartepakket 4-10 vanuit het verpleeghuis 3,8% 47% VPT Zorgzwaartepakket 1-3 vanuit het verzorgingshuis 3,8% 33% VPT Zorgzwaartepakket 4-10 vanuit het verzorgingshuis 3,7% 25% Tabel 1.11 Tariefkortingen Volledig Pakket Thuis volgens zorgorganisaties (n=96) Pag. 19

1.7 Extramurale functies Voor 2015 zijn afspraken gemaakt om extramurale functies te leveren aan cliënten met een verblijfsindicatie. De extramurale functies vormen de zorgonderdelen van het Modulair Pakket Thuis dat geboden gaat worden aan Wlz-cliënten die zelfstandig wonen. In 2015 geldt een ingroeitraject voor het Modulair Pakket Thuis. 42% van de respondenten heeft afspraken gemaakt om extramurale functies en klassen te leveren voor cliënten met een verblijfsindicatie. 24% heeft afspraken gemaakt conform verkoopinzet. 3% heeft afspraken gemaakt voor meer dan de verkoopinzet, 15% heeft afspraken gemaakt voor minder dan de verkoopinzet. 58% van de zorgorganisaties heeft geen afspraken gemaakt om extramurale functies te leveren. Extramurale functies Aantal Percentage Ja, conform onze verkoopinzet 35 24% Ja, meer dan onze verkoopinzet 5 3% Ja, minder dan onze verkoopinzet 22 15% Nee 84 58% Totaal 146 100% Tabel 1.12 Heeft u afspraken gemaakt om extramurale functies en klassen te leveren (Modulair Pakket Thuis) voor cliënten met een verblijfsindicatie? (n=146) Zorgorganisaties die geen afspraken hebben gemaakt om extramurale functies en klassen te leveren voor cliënten met een verblijfsindicatie, doen dit voornamelijk niet omdat het nog niet mogelijk was om daar afspraken over te maken. Een deel van de respondenten merkt bovendien op dat zij hier niet de cliënten voor hebben of dat zij hier geen behoefte aan hebben. Is nog niet mogelijk om afspraken voor te maken (was ten tijde van de productieafspraken nog niet concreet). Dit in het voorjaarsoverleg pas komt. Het zorgkantoor aangaf dat dit nog niet mogelijk was. Te ingewikkeld product. Geen stimulans ook door zorgkantoor. Ook in de aanvullende open opmerkingen zien we deze lijn. Diverse zorgorganisaties hebben afspraken gemaakt over overbruggingszorg, maar stellen dat deze afspraken tekort schieten of dat nog niet duidelijk is of deze afspraken voldoende zijn. [Het zorgkantoor] heeft op basis van eigen bedachte rekenregels bepaald hoeveel van de extramurale zorgproductie zogenaamde overbruggingszorg is. Hierbij is niet gekeken naar de daadwerkelijke indicaties en cliënten in zorg. Wij zijn vanwege een afwijkende productie heel fors gekort. [Het zorgkantoor] is (nog) niet te bewegen tot het aanpassen van de afspraak. Wel extramurale functies overgenomen, maar alleen t.b.v. overgangsrecht cliënten (met intramurale indicatie), maar geen MPT, want dat was nog geen onderdeel van de afspraken. Pag. 20

MPT was er niet. Er zijn wel afspraken voor overgangsrecht en overbruggingszorg. Wel minder dan opgevoerd: [het zorgkantoor] stelt dat er vanuit VWS aangegeven is dat er minder zal zijn. We hebben alleen afspraken kunnen maken op basis van de cliënten met overbruggingszorg, zoals bekend in augustus 2014. En dan 75% van dit getal. Terwijl er naar verwachting nieuwe cliënten bijkomen. Op dit onderdeel is er geen zicht of het meer of minder is dan nodig voor de huidige klanten. Onderbouwing kan niet worden aangeleverd. 1.8 Tarieven extramurale functies Ook dit jaar zijn de concessiehouders gevraagd informatie te delen over de tariefkortingen op de maximale NZa-tarieven. De korting die zij aangeven, varieert van 3,54% (De Friesland) tot 10,89% (VGZ). Tariefkortingen extramurale functies Verzorgingshuis Achmea 5% CZ 3,78% Menzis 9,3% VGZ 10,89% Overig De Friesland 3,54% DSW 8% Zorg & Zekerheid 9,34% Gemiddeld (ongewogen) 7,12% Tabel 1.13 - Tariefkortingen extramurale functies door concessiehouder Verscheidene concessiehouders hebben een toelichting gedeeld ten aanzien van de (samenstelling) van de tariefinformatie. Deze toelichtingen zijn per concessiehouder opgenomen in bijlage 2. Ook aan de zorgaanbieders is gevraagd in hoeverre zij tegen het NZa-maximumtarief konden contracteren. De gemiddelde tariefkorting voor extramurale functies bedraagt 6,33%. Vorig jaar maakten we nog een splitsing tussen begeleiding, dagactiviteiten en persoonlijke verzorging (8,47%) en overige extramurale prestaties VV&T (6,94%). De huidige tariefkorting ligt daar volgens de zorgorganisaties iets onder. Een uitsplitsing van de tariefkorting per concessiehouder volgens de zorgorganisaties is opgenomen in hoofdstuk 5. Tariefkortingen extramurale functies Tariefkorting Extramurale functies 6,33% Tabel 1.14 Tariefkortingen extramurale functies volgens zorgorganisaties (n=61) Pag. 21

2. Herschikking productieafspraken en overproductie 2014 Met het maken van de productieafspraken voor 2015 konden parallel de productieafspraken voor 2014 worden herzien, de zogenaamde herschikking van de productieafspraken 2014. Met de herschikking worden de productieafspraken over de te leveren en te bekostigen zorg voor dat kalenderjaar bijgesteld. In paragraaf 2.1 gaan we in op de herschikking productieafspraken en de overproductie 2014 voor intramurale zorg, in paragraaf 2.2 staat de herschikking voor extramurale zorg centraal. 2.1 Herschikking productieafspraken 2014 intramuraal Een overgrote meerderheid van de zorgverzekeraars (84%, 122 organisaties) was aangewezen op een herschikking met het zorgkantoor van de productieafspraken 2014 om recht te doen aan de intramurale cliënten in zorg. 5% (7) heeft dit in beperkte mate kunnen doen, een kwart van de zorgorganisaties (37) bereikte hier in grote mate overeenstemming over. Ruim de helft van de zorgorganisaties (54%, 79) bereikte geheel overeenstemming over de herschikking voor intramurale zorg. Dit is een stijging ten opzichte van vorig jaar, toen 38% hier volledige overeenstemming over bereikte. Mate van overeenstemming herschikking intramuraal Niet van toepassing: herschikking was niet nodig omdat de productieafspraken 2014 toereikend waren voor de cliënten in zorg Rapportage 2015 over herschikking 2014 Rapportage 2014 over herschikking 2013 Rapportage 2013 over herschikking 2012 16% 6% 9% Geheel 54% 38% 48% In grote mate 25% 37% 31% In beperkte mate 5% 19% 12% Totaal 100% 100% 100% Tabel 2.1 Heeft u overeenstemming bereikt met het zorgkantoor over een herschikking van de productieafspraken 2014 die nodig is om recht te doen aan de intramurale cliëntenmix? (n=146) Pag. 22

Wanneer we de herschikkingen in 2014 bekijken per concessiehouder, valt op dat bij VGZ herschikking het minst van toepassing was omdat de productieafspraken 2014 toereikend waren voor de cliënten in zorg. Respondenten uit het werkgebied van de overige concessiehouders hebben geheel overeenstemming bereikt over de herschikking. Mate van overeenstemming herschikking intramuraal Achmea CZ Menzis VGZ Overige concessiehouders Niet van toepassing 10% 9% 13% 32% 17% Geheel 67% 42% 48% 38% 83% In grote mate 19% 43% 31% 24% 0% In beperkte mate 3% 7% 8% 6% 0% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 2.2 Mate van overeenstemming herschikking intramurale zorg (n=146) 2.2 Intramurale onderproductie en overproductie 2014 Bij 24 aanbieders was herschikking niet van toepassing, omdat de productieafspraken in 2014 toereikend waren voor de intramurale cliënten in zorg. Hen is gevraagd of er sprake was van onderproductie. Bij 13 van hen (53%) was dit inderdaad het geval. De omvang van deze onderproductie is gemiddeld 3,55% van de AWBZ-jaaromzet. Hierbij moet worden opgemerkt dat er 1 organisatie is die 10% onderproductie benoemt; dit wijkt aanzienlijk af van de onderproductie bij de andere zorgorganisaties. Aan de zorgaanbieders is gevraagd of er in 2014 sprake zal zijn van (geschatte) overproductie. 26 zorgorganisaties geven aan dat zij geconfronteerd worden met intramurale overproductie. Dit betreft 18% van de respondenten die intramurale zorg leveren. Gemiddeld betreft deze overproductie bijna 500.000. Wanneer we deze intramurale overproductie extrapoleren naar alle ActiZ-leden, is er voor de ActiZ-leden sprake van circa 30,8 miljoen intramurale overproductie. 16% (19) van de zorgorganisaties heeft in de loop van 2014 een opnamestop ingesteld vanwege het intramurale contracteerplafond. Gemiddeld betrof deze stop 15 plaatsen. Pag. 23

2.3 Herschikking productieafspraken 2014 extramuraal De overgrote meerderheid (81%, 110 zorgorganisaties) van de zorgorganisaties was aangewezen op een bijstelling van de productieafspraken om recht te doen aan de zorg die moet worden geleverd aan de extramurale cliënten. Bij 14% van de organisaties (18) was er sprake van een beperkte herschikking in 2014. Daarnaast heeft bij 27% (36) van de respondenten in grote mate herschikking plaatsgevonden. Bij 40% van de organisaties (55) heeft in 2014 een herschikking van de productieafspraken plaatsgevonden om geheel recht te doen aan de extramurale cliëntenmix. Dit is gelijk aan 2013 en is lager dan in 2012 (50%). Mate van overeenstemming herschikking extramuraal Niet van toepassing: herschikking was niet nodig omdat de productieafspraken 2014 toereikend waren voor de cliënten in zorg Rapportage 2015 over herschikking 2014 Rapportage 2014 over herschikking 2013 Rapportage 2013 over herschikking 2012 19% 15% 11% Geheel 40% 40% 50% In grote mate 27% 32% 29% In beperkte mate 14% 13% 10% Totaal 100% 100% 100% Tabel 2.3 Heeft u overeenstemming bereikt met het zorgkantoor over een herschikking van de productieafspraken 2014 die nodig is om recht te doen aan de extramurale zorgvraag? (n=136) Respondenten met een kleine jaaromzet (< 10 miljoen) geven vaker aan dat herschikking niet van toepassing was. Zorgorganisaties met een omzet tussen de 10 en 40 miljoen konden vaker dan gemiddeld in beperkte mate overeenstemming over de herschikking bereiken, terwijl zorgorganisaties met een jaaromzet tussen de 40 en 100 miljoen vaker dan gemiddeld geheel overeenstemming over herschikking bereikten. Pag. 24

In lijn met de intramurale herschikking, valt ook hier op dat respondenten uit het werkgebied van VGZ vaak aangeven dat overeenstemming over extramurale herschikking niet van toepassing was, omdat de productieafspraken 2014 toereikend waren voor de cliënten in zorg. Bij de overige concessiehouders geeft 34% van de respondenten aan dat een herschikking niet van toepassing was, de overige 66% merkt op dat zij geheel overeenstemming konden bereiken. Opmerkelijk is dat 67% van respondenten uit het werkgebied van Achmea geheel tot afspraken kon komen over de herschikking, terwijl bij Menzis 4% geheel tot herschikkingsafspraken heeft kunnen maken. Mate van overeenstemming herschikking extramuraal Achmea CZ Menzis VGZ Overige concessiehouders Niet van toepassing 8% 7% 15% 40% 34% Geheel 67% 43% 4% 15% 66% In grote mate 17% 34% 51% 31% 0% In beperkte mate 9% 16% 29% 14% 0% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 2.4 Mate van overeenstemming herschikking extramurale zorg (n=136) 2.4 Extramurale onderproductie en overproductie 2014 Bij 19% van de zorgorganisaties (26) was een herschikking niet van toepassing. Bij 14 van hen (53%) was sprake van extramurale onderproductie in 2014. De gemiddelde onderproductie bedroeg 3%. Bij de overige 12 zorgorganisaties (47%) was er geen sprake van extramurale onderproductie. Aan de zorgaanbieders is gevraagd of er in 2014 sprake zal zijn van (geschatte) overproductie. 36 zorgorganisaties geven aan dat zij geconfronteerd worden met extramurale overproductie. Dit betreft 26% van de respondenten die extramurale zorg leveren. Gemiddeld betreft deze overproductie ruim 200.000. Wanneer we deze extramurale overproductie extrapoleren naar alle ActiZ-leden, is er voor de ActiZ-leden sprake van circa 19,5 miljoen extramurale overproductie. 6 respondenten (6%) hebben vanwege het extramurale contracteerplafond in de loop van 2014 een cliëntenstop ingesteld. Gemiddeld ging dit om 20 cliënten. Vooral zorgorganisaties met een kleine jaaromzet stelden vaker een cliëntenstop in. Pag. 25

2.5 Ontwikkeling wachtenden Aan zorgorganisaties is gevraagd hoe zij verwachten dat het aantal urgent wachtenden voor een opnameplaats zich ontwikkelt. Bijna de helft van de zorgorganisaties (49%, 72) verwacht dat het aantal urgent wachtenden toeneemt. Nog eens 28% (41) verwacht dat het aantal urgent wachtenden gelijk blijft. 12% van de zorgorganisaties verwacht een afname van het aantal wachtenden en 7% verwacht dat er geen urgent wachtenden (meer) zijn in de toekomst. Ontwikkeling urgent wachtenden bij de zorgorganisatie Aantal Percentage Ik verwacht dat er geen urgent wachtenden (meer) zijn 10 7% Ik verwacht dat het aantal urgent wachtenden afneemt 18 12% Ik verwacht dat het aantal urgent wachtenden gelijk blijft 41 28% Ik verwacht dat het aantal urgent wachtenden toeneemt 72 49% Niet van toepassing 7 5% Totaal 147 100% Tabel 3.12 - Hoe kijkt u aan tegen de ontwikkeling in 2015 van het aantal urgent wachtenden voor een opnameplaats bij uw organisatie? (n=147) Zorgorganisaties die (aanvullende) productieafspraken met het zorgkantoor kunnen maken voor wachtenden met een urgente zorgvraag, zijn hierover relatief tevreden: Daarover is gedurende het gehele jaar met het zorgkantoor te spreken. Dat is tenminste toegezegd. In overleg met zorgkantoor. Zorgkantoor denkt goed mee. Voor lage ZZP s is schriftelijk mogelijk. Dit zal in eerste instantie ten koste gaan van de reguliere productieafspraak en zal in de herschikkingsronde meegenomen worden. Zolang daarmee de afspraak maar blijft binnen het productieplafond in dagen. De zorgorganisaties die geen (aanvullende) productieafspraken met het zorgkantoor kunnen maken voor wachtenden met een urgente zorgvraag, geven vooral aan dat zij alleen afspraken kunnen maken binnen het reeds toegekende budget. Dit doet het zorgkantoor niet. We krijgen niet eens al onze huidige cliënten gefinancierd, laat staan wachtenden. Alleen binnen contracteerruimte. Tenzij wij dit zelf kunnen bekostigen door andere plaatsen leeg te laten, dus alleen op te nemen als wij elders direct dezelfde euro s inleveren. Het budget is gemaximeerd en niet te verhogen. Overproductie wordt niet meer gehonoreerd. Pag. 26