Stichting Bedrijfstakpensioenfonds. voor de Groothandel in Bloemen en Planten. Akerstraat 92 6411 HD Heerlen



Vergelijkbare documenten
2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds. voor de Groothandel in Bloemen en Planten. Akerstraat HD Heerlen

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds. voor de Groothandel in Bloemen en Planten. Akerstraat HD Heerlen

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds. voor de Groothandel in Bloemen en Planten. Akerstraat HD Heerlen

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

Verkort jaarverslag 2013

Stichting Pensioenfonds NEG Nederland Huishoudelijk Reglement

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer N.W. Dijkhuizen 630

VERKORT JAARVERSLAG 2016

voor de beleggingscommissie van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (hierna: SPV).

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit. Oktober 2013

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Toeslagverlening. Versie

Verkort Jaarverslag 2014

Wijziging uitvoerder & pensioenregeling november 2014

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Stichting Pensioenfonds SMIT. Bestuursreglement V120620

2009: een actief jaar met interessante ontwikkelingen

stichting pensioenfonds wonen

Stichting Pensioenfonds Allianz Nederland. Waardeoverdracht uit dienst

VERKORT JAARVERSLAG 2017

Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Brochure. Toeslagverlening

Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland. Uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 11f van de Pensioenwet ambtenaren BES

Terugblik 2011 in cijfers

Profielschets lid Raad van Toezicht. 20 mei 2019

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Brochure Toeslagverlening

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Communicatieplan Stichting Brocacef Pensioenfonds

VGB - 19 mei Pensioenfonds PGB Angelo van Langevelde

Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon "

Communicatieplan Stichting Brocacef Pensioenfonds

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari Stand van zaken SVG. 1 van 19

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 25 juni 2015

Pensioenbijeenkomst. 22 maart 2018

TRANSPARANTIEDOCUMENT

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015

Stichting Pensioenfonds Buizerdlaan. Waardeoverdracht uit dienst

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Deelnemersvergadering. Haarlem 26 juni 2017 Boxmeer 29 juni 2017 Oss 29 juni 2017

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Toeslagverlening. Versie

Communicatieplan Stichting Brocacef Pensioenfonds

Verkort jaarverslag stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de detailhandel

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Stichting Norit Pensioenfonds

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT. [Versie 1 januari 2019]

Toeslag- verlening Uitgave mei 2015

Brochure. Toeslagverlening

Functieprofielen Algemeen Bestuur Stichting Pensioenfonds ING. Algemeen functieprofiel Bestuur Stichting Pensioenfonds ING

HET FINANCIEEL CRISISPLAN

Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

IORP II De implementatie is nu een feit: Communicatie

Mijn Pensioen. Pensioen is meer! Onderwerpen van vandaag 23/11/2015. Mijn Pensioen (1) Hoe ziet mijn pensioen eruit?

ICK Beschikbare Premieregeling

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 26 juni 2014

Nieuws. Gezond maar alert. Pensioenfonds IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag. De financiële situatie van het pensioenfonds verbeterde in 2017.

Pensioeninformatiebijeenkomst over herstelplan 2009

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag.

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland. Reglement intern toezicht. In werking

FUNCTIEPROFIEL BESTUUR VOOR LEDEN EN VOORZITTER (BELEGGINGSCOMMISSIE)

Reglement deelnemersraad BPF Bouw

Uitbestedingsbeleid 2015

Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw

Later AOW en pensioen

Stichting Pensioenfonds. voor. Verloskundigen

AANVULLENDE PENSIOENREGELING

Transparantiedocument Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen

Profielschets lid Raad van Toezicht. 6 maart 2018

In september 2016 werd het contract met Syntrus Achmea Pensioenbeheer opgezegd. In 2017 werd een nieuwe pensioenuitvoeringsorganisatie

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Actuariële en bedrijfstechnische nota

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21

Transparantiedocument

Toeslagverlening. Versie

Informatiebijeenkomst voor aangesloten werkgevers. April 2012

Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Toeslagverlening Uitgave mei 2015

Overzicht en kerncijfers pensioenregelingen Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

Uitbestedingsbeleid Stichting Pensioenfonds van de ABN AMRO Bank N.V.

Uitgangspunten. Nettopensioenregeling

Wat is pensioen? Pensioen is inkomen voor als u later stopt met werken. Pensioen is ook inkomen voor uw nabestaanden als u overlijdt.

Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015

Transcriptie:

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel in Bloemen en Planten Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel in Bloemen en Planten Akerstraat 92 6411 HD Heerlen Ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 34266436 Verslag over het boekjaar 1-1-2014 t/m 31-12-2014

2

Inhoud Pagina Bestuur en organisatie 5 Meerjarenoverzicht 7 Bestuursverslag Inleiding 9 De pensioenregeling in 2014 15 Beleggingen 17 Risicoparagraaf 18 Ontwikkelingen na het verslagjaar 23 Verslag van de Raad van Toezicht 27 Reactie van het Bestuur 30 Verslag van het verantwoordingsorgaan Oordeel verantwoordingsorgaan 2014 31 Reactie van het bestuur 31 Jaarrekening Balans per 31 december 34 Staat van baten en lasten 36 Kasstroomoverzicht 38 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 39 Toelichting op de balans per 31 december 43 Toelichting op de staat van baten en lasten 48 Risicoparagraaf 51 Overige gegevens Gebeurtenissen na balansdatum 55 Resultaatbestemming 57 Actuariële verklaring 58 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 59 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel Bloemen en Planten Jaarverslag 2014 3

4

Bestuur en organisatie Bestuur per 31-12-2014 Leden werkgevers Functie Namens De heer F. Verschuren Voorzitter oneven jaren VGB Vice-voorzitter even jaren De heer R. Roodenburg Bestuurslid VGB De heer R.M. Westhuis Bestuurslid VGB De heer P. van der Zwaard Bestuurslid VGB Leden werknemers Functie Namens De heer G.P.M.J. Roest Voorzitter even jaren FNV Bondgenoten Vice-voorzitter oneven jaren De heer G.F. Dekkers Bestuurslid CNV Dienstenbond De heer G.J. Seffinga Bestuurslid CNV Dienstenbond Vacature Bestuurslid FNV Bondgenoten Voorzitter 2014 De heer G.P.M.J. Roest Vice-voorzitter 2014 De heer F. Verschuren Plaatsvervangers bestuur in 2014 Namens De heer J. Kraypoel Vacature VGB CNV Dienstenbond Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel Bloemen en Planten Jaarverslag 2014 5

Raad van Toezicht per 31-12-2014 Leden Functie De heer J. Groenewoud De heer H.J.P. Strang De heer D. Wenting Voorzitter Lid Lid Verantwoordingsorgaan per 31-12-2014 Leden namens deelnemers De heer S. Verhoeff De heer A. Witkowski Mevrouw Y. Smits De heer P. Glasbergen De heer V.C.F.B. Scheerhoorn Leden namens gepensioneerden De heer A. Klootwijk Organisatie Beleggingscommissie De heer G.P.M.J. Roest (voorzitter 2014) De heer F. Verschuren De heer P. van der Zwaard Communicatiecommissie De heer R. Westhuis De heer G.J. Seffinga Accountant KPMG Accountants N.V. te Utrecht Certificerend actuaris Towers Watson B.V. te Amstelveen Vermogensbeheer en APG Investment Services N.V. tot 1 oktober 2014 Beleggingsadministratie ING Investment Management per 1 oktober 2014 Pensioenadministratie, adviserend actuaris en bestuursadvisering AZL N.V. te Heerlen Herverzekeraar Elips Life AG te Amstelveen 6

Meerjarenoverzicht 2014 2013 2012 2011 Aantallen Deelnemers 3.833 3.481 3.530 3.313 Gewezen deelnemers 3.299 2.923 2.383 2.184 Pensioengerechtigden 125 94 72 44 7.257 6.498 5.985 5.541 Financiële gegevens (in duizenden euro) Voorziening voor risico deelnemers 44.058 35.037 29.292 22.284 Voorziening voor risico pensioenfonds 3.165 2.075 1.563 812 Reserves Vrije reserve DB 480 593 555 Vrije reserve DC 3.853 3.086 2.884 2.549 Premiebijdragen 8.777 7.879 7.482 7.224 Pensioenuitkeringen 369 292 305 240 Beleggingen Belegd vermogen DB 1) 3.595 1.931 Belegd vermogen DC 1) 47.255 38.046 34.376 25.146 Beleggingsopbrengsten 3.618 59 2.971-362 Rendement o.b.v. total return 2) 8,5% 0,1% 10,9% -1,2% Dekkingsgraad 3) 115,2% 128,6% 135,5% 1) Het belegd vermogen betreft gelden in 1 geldmarktfonds. 2) Het rendement is berekend als het gewogen gemiddelde van de rendementen van de onderliggende beleggingen in de APG pools en het rendement op de aangehouden kasgelden in de loop van het jaar. 3) Vanaf 2012 is de dekkingsgraad voor het DB gedeelte opgenomen. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel Bloemen en Planten Jaarverslag 2014 7

8

Bestuursverslag Inleiding In overeenstemming met de statuten van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel in Bloemen en Planten (Bpf GBP) wordt hierbij verslag uitgebracht over het jaar 2014. Dit is het achtste jaarverslag van het fonds, dat is opgericht op 3 november 2006. Daarbij is op basis van de cao voor de Groothandel in Bloemen en Planten een stichting opgericht die per 1 januari 2007 een bedrijfstakpensioenregeling in de zin van de Wet Bpf 2000 uitvoert. De in het verslag genoemde bedragen luiden in duizenden euro s, tenzij anders is aangegeven. Doelstelling Doel van het fonds is de verstrekking van pensioenen en andere uitkeringen ter zake van ouderdom en overlijden van werknemers en gewezen werknemers alsmede hun nagelaten betrekkingen in de branche van de Groothandel in Bloemen en Planten, overeenkomstig de bepalingen van het pensioenreglement, het uitvoeringsreglement en de statuten. Het fonds verricht slechts activiteiten in verband met pensioen en werkzaamheden die daarmee in verbinding staan. Er worden geen grensoverschrijdende activiteiten uitgevoerd. Organisatie van het fonds Het bestuur heeft op basis van zijn verantwoordelijkheid voor het beheer van het fonds gekozen voor uitbesteding van alle werkzaamheden inzake pensioen- en vermogensbeheer aan externe partijen. Het bestuur bestaat uit acht leden, vier namens werknemers en vier namens de werkgevers. Werkgevers- en werknemersorganisaties leveren beurtelings de voorzitter en de vice-voorzitter voor de periode van één jaar. In het verslagjaar werd de functie van voorzitter bekleed door de heer G.P.M.J. Roest namens de werknemersorganisatie FNV Bondgenoten. In het verslagjaar is de heer G.F. Dekkers formeel benoemd als bestuurslid namens CNV Dienstenbond. Na toetsing van zijn geschiktheid door de toezichthouder DNB, heeft het bestuur begin 2014 met deze benoeming ingestemd. Met zijn aantreden volgde hij het in april 2013 afgetreden bestuurslid de heer M. Wallaard op. In 2015 wordt de voorzittersfunctie vervuld door de heer F. Verschuren namens de werkgeversorganisatie VGB. In het verslagjaar kwam het bestuur vijf maal in vergadering bijeen, namelijk op 3 maart 2014, 16 juni 2014, 15 september 2014, 10 november 2014 en 8 december 2014. Op 14 april 2014 is er een studiedag voor het bestuur georganiseerd. Hierbij is onder andere de inventarisatie van de Code Pensioenfondsen van het fonds besproken, ook is de evaluatie van het bestuurlijk functioneren behandeld. Daarnaast is ter voorbereiding op besluitvorming aangaande de toekomst van het fonds een inventarisatie gemaakt van de gewenste uitgangspunten en is besloten elders aansluiting te zoeken. Hierop wordt op pagina 12 nader ingegegaan.. Beleggingscommissie Het fonds heeft de voorbereiding van het beleid en het toezicht op de uitvoering van het vermogensbeheer gedelegeerd aan de beleggingscommissie. De commissie bestaat uit 3 personen, waaronder steeds de fungerend bestuursvoorzitter. De commissie wordt bijgestaan door een accountmanager van vermogensbeheerder APG en wordt daarbij secretarieel ondersteund door AZL. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel Bloemen en Planten Jaarverslag 2014 9

De beleggingscommissie stelt in overleg met de vermogensbeheerder het beleggingsplan ter advisering aan het bestuur vast. Verder doet zij voorstellen aan het bestuur inzake het beleggingsbeleid dat niet direct voortvloeit uit het beleggingsplan, voert overleg met APG en houdt zich bezig met het beoordelen van de door hen gerealiseerde resultaten. De beleggingscommissie rapporteert aan het bestuur door de behandeling van de kwartaalrapportage vermogensbeheer en het verslag van de commissie te bespreken in de vergaderingen van het fonds. De beleggingscommissie komt in de regel 2 weken vóór een geplande bestuursvergadering bijeen, of zoveel vaker als de ontwikkeling van de beleggingen, van de financiële markten of andere omstandigheden dat vereisen. In het verslagjaar is de commissie driemaal bijeen gekomen, waarvan één telefonische bijeenkomst. Deelnemersraad Per 1 juli 2014 is de deelnemersraad als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen (Wvbp) komen te vervallen. Vanaf deze datum zijn de leden van de deelnemersraad overgegaan naar het nieuwe verantwoordingsorgaan van het fonds. De deelnemersraad vergaderde tot en met 30 juni 2014 twee keer, waarvan één keer samen met het bestuur. Verantwoordingsorgaan In de Pensioenwet is neergelegd dat een goed bestuur moet zijn gewaarborgd. De taken en bevoegdheden van het verantwoordingsorgaan zijn vastgelegd in het reglement verantwoordingsorgaan. Het verantwoordingsorgaan kent de geledingen: deelnemers en pensioengerechtigden. Het verantwoordingsorgaan is per 1 juli 2014 omgevormd tot een verantwoordingsorgaan zoals bedoeld in de Wvbp. Het reglement van het verantwoordingsorgaan, dat gebaseerd was op de principes voor goed pensioenfondsbestuur, is vervangen door een reglement dat is gebaseerd op de bepalingen uit de Wvbp en op de Code Pensioenfondsen. Het nieuwe verantwoordingsorgaan bestaat uit zes leden: vijf vertegenwoordigers uit de geleding van de deelnemers en één vertegenwoordiger uit de geleding van de pensioengerechtigden. De leden van het verantwoordingsorgaan worden benoemd voor de duur van vier jaar. Het verantwoordingsorgaan is volgens de Pensioenwet en de Code Pensioenfondsen bevoegd jaarlijks een algemeen oordeel te geven over het bestuursbeleid, de uitvoering daarvan en de beleidskeuzes voor de toekomst. Dit doet het verantwoordingsorgaan aan de hand van het jaarverslag, de jaarrekening en andere informatie, waaronder de bevindingen van de Raad van Toezicht. Het verantwoordingsorgaan vergaderde in het verslagjaar twee keer, waarvan één keer samen met het bestuur. In dit jaarverslag wordt separaat verslag gedaan van de bevindingen van het nieuwe verantwoordingsorgaan ten aanzien van het door het bestuur in 2014 gevoerde beleid. Intern toezicht Raad van toezicht (vanaf 1 juli 2014) en visitatiecommissie (tot 1 juli 2014) Het bestuur vulde het interne toezicht tot 1 juli 2014 in door middel van een visitatiecommissie die minimaal eens per drie jaar het functioneren van het fonds evalueerde en toetste. Het ging dan om een beoordeling van de beleids-, bestuursprocedures en -processen en de controleomgeving van het fonds. Tevens behelsde het een beoordeling van de wijze waarop het fonds wordt aangestuurd alsmede een beoordeling van de wijze waarop door het bestuur werd omgegaan met de risico s op de langere termijn. De taken en bevoegdheden van de visitatiecommissie waren vastgelegd in het reglement visitatiecommissie. Het intern toezicht wordt vanaf 1 juli 2014, als gevolg van de inwerkingtreding van de Wvbp bij het fonds, uitgevoerd door een nieuw opgerichte permanente raad van toezicht, bestaande uit drie onafhankelijke leden. In de vergaderingen van maart en juni 2014 heeft het bestuur het reglement raad van toezicht vastgesteld en profielschetsen en een vergoedingsregeling opgesteld voor de leden van de raad van toezicht. Na een selectieproces heeft het bestuur de drie leden van de raad van toezicht op 16 juni 2014 benoemd voor 10

een termijn van vier jaar. De voorgenomen benoemingen zijn voorgelegd aan DNB. DNB heeft aangegeven met deze benoemingen in te stemmen. De raad van toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in het fonds. De raad is ten minste belast met het toezien een adequate risicobeheersing en evenwichtige belangenafweging door het bestuur. Tevens heeft de raad van toezicht goedkeuringsrechten op een aantal beleidsterreinen. De raad van toezicht heeft in het verslagjaar op 8 december 2014 gezamenlijk vergaderd met het bestuur. De raad van toezicht heeft in deze gezamenlijke vergadering met het bestuur het plan van aanpak besproken met betrekking tot de voorgenomen transitie en liquidatie van het fonds. Ook heeft de raad van toezicht een aantal maal vergaderd met het dagelijks bestuur. De raad van toezicht rapporteert zijn bevindingen schriftelijk aan het bestuur. De rapportage van de raad van toezicht alsmede de reactie van het bestuur en het verantwoordingsorgaan hierop worden opgenomen in het jaarverslag van het fonds. De raad van toezicht rapporteert voor de eerste maal in het jaarverslag 2014. Uitbestede werkzaamheden Administratie De administratie wordt uitgevoerd door AZL N.V. te Heerlen. AZL N.V. draagt zorg voor de volgende zaken: de pensioen- en deelnemersadministratie; de financiële administratie; da actuariële advisering en analyse; de jaarverslaglegging; de bestuursondersteuning en bestuursadvisering. Het fonds heeft deze uitbesteding vastgelegd in een contract voor vijf jaar, waarbij de dienstverlening is vastgelegd in een Service Level Agreement (SLA). Het bestuur wordt door AZL onder meer door middel van periodieke rapportages op de hoogte gehouden van de uitbestede dienstverlening. Om aan de behoefte van het bestuur aan zekerheid en daarmee kwaliteitsgaranties tegemoet te komen verstrekt AZL jaarlijks een ISAE 3402 type II rapportage. Daarbij geeft de directie een In Control Statement af. Het betreft een rapportage over de resultaten van een audit die bij AZL N.V. heeft plaatsgevonden en die gericht is op de opzet en het bestaan van de beheers- en controlemaatregelen, processen en procedures van AZL N.V. Vermogensbeheer Het vermogensbeheer werd in het verslagjaar tot 1 januari 2015 uitgevoerd door APG Investment Services N.V. (APG). De dienstverlening is omschreven in een Service Level Agreement (SLA). Ook heeft APG een ISAE 3402-rapportage (type II) over het verslagjaar verstrekt. Dit rapport bevat een integrale beschrijving van de relevante hoofdprocessen, beheersdoelstellingen en controlemaatregelen van alle APG-entiteiten die bij de uitvoering van vermogensbeheer voor klanten betrokken zijn. Op 19 december 2014 is in verband met de eerder aangekondigde opzegging van het contract per einde 2014 door APG het gehele vermogen liquide gemaakt. Omdat de transitie naar een nieuwe uitvoerder niet op korte termijn kon worden gerealiseerd, is in 2015 het gehele vermogen tijdelijk overgebracht naar een Geldmarktfonds van NN Investment Partners (NN IP). Het Geldmarktfonds streeft naar een stabiele en laag-risico rendement met een brede diversificatie van geldmarktrisico s. Herverzekeraar Alle verplichtingen uit hoofde van overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico s van het pensioenfonds zijn in het verslagjaar geheel ondergebracht bij Elips Life AG te Amstelveen. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel Bloemen en Planten Jaarverslag 2014 11

Waarmerking en advisering Actuariaat Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen adviserende en waarmerkende werkzaamheden. Het bestuur heeft de adviserende werkzaamheden in het verslagjaar opgedragen aan AZL N.V. te Heerlen en de waarmerkende werkzaamheden aan Towers Watson B.V. te Amstelveen. Controle De controle van de jaarrekening is toevertrouwd aan KPMG Accountants N.V. te Utrecht. Toekomstvisie GBP In 2013 is het bestuur gestart met een traject inzake het onderzoeken van de toekomstmogelijkheden van het fonds. Dit met het oog op de continuïteit van het fonds voor de langere termijn en de afloop van het contract met APG in juli 2014. Daarmee is het essentiële belang tijdig onderkend om uitgangspunten te verkrijgen voor vervolgonderzoek naar de mogelijkheden voor fusie of samenwerking. Het contract met APG is, hangende de discussie over de toekomst, verlengd tot 1 januari 2015. Het dagelijks bestuur heeft hierop samen met vertegenwoordigers van cao-partijen begin 2014 een verkennend onderzoek uitgevoerd naar mogelijke toekomstscenario s voor het fonds en de mogelijkheden benoemd. Het bestuur heeft vervolgens een lijst met criteria samengesteld waar een partij aan dient te voldoen om in de toekomst aansluiting bij te zoeken. Een longlist van 5 mogelijke transitiepartners is geformuleerd en die fondsen zijn benaderd om de transitiemogelijkheden te bespreken. Alles afwegende heeft het bestuur besloten om een voorgenomen transitie naar het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel (AVH) verder te onderzoeken. De onderliggende argumentatie is dat AVH de DC-pensioenregeling van Bpf GBP uit kan voeren, dat AVH een eigen uitvoeringsorganisatie AGH kent en het risicoprofiel wat betreft de beleggingen sluit aan bij Bpf GBP. Het bestuur heeft een formeel advies teruggekoppeld aan de sociale partners om mee te nemen in de cao-onderhandelingen, zodat per 1 juli 2014 het bestuur van Bpf GBP een half jaar de tijd zou hebben om de transitie voor te bereiden, te begeleiden en af te ronden per 31 december 2014. Op 13 oktober 2014 hebben sociale partners formeel het verzoek geuit aan het bestuur om het proces in gang te brengen, waarmee de transitie van de uitvoering van de regeling naar AVH en haar uitvoerder AGH per 1 januari 2015 geëffectueerd zou kunnen worden. Het bestuur van Bpf GBP heeft deze opdracht geaccepteerd en voortvarend opgepakt. Met het oog op de overdracht naar AVH zijn de beleggingen liquide gemaakt en eind december ondergebracht in een geldmarktfonds, omdat er nog geen zicht was op de datum van collectieve overdracht naar AVH. De Certificerend actuaris heeft, in het licht van bovenstaande ontwikkelingen, geoordeeld dat het beleggingsbeleid niet in overeenstemming is met de prudent-person regel. De Certificerend actuaris doelt dan met name op de ingegane pensioenen waar het fonds een groter renterisico heeft gelopen dan in voorgaande jaren doordat de pensioengelden tijdelijk zijn ondergebracht in het Geldmarktfonds van NN investment Partners. Het bestuur heeft weloverwogen dit extra risico gelopen en aldus ook met sociale partners gecommuniceerd. Het tijdelijke karakter in verband met de voorgenomen collectieve waardeoverdracht in combinatie met hoge instap/uitstap fees vormden hierbij de belangrijkste argumenten. In het hoofdstuk ontwikkelingen na het verslagjaar op pagina 23 wordt hierop verder ingegaan. 12

Goed pensioenfondsbestuur Versterking van bestuur en intern toezicht Met ingang van 1 juli 2014 moesten alle pensioenfondsen de Wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen (Wvbp) hebben geïmplementeerd. De uitleg van de wet ging gepaard met een groot aantal Q&A s van DNB. De betreffende voorbereidingen werden deels in het vorige boekjaar getroffen. Het fonds was het aan het einde van het eerste kwartaal van 2014 gereed met de aanpassing van de fondsdocumenten en er kon gedurende het tweede kwartaal een dialoog met DNB over deze aanpassingen plaatsvinden. Terwijl de aanpassing van de fondsdocumenten kon rekenen op goedkeuring door de toezichthouder vond er een zwaardere toetsing op geschiktheid voor de benoeming van interne toezichthouders plaats dan voorheen. Code Pensioenfondsen In september 2013 hebben de Pensioenfederatie en de Stichting van de Arbeid (STAR) gezamenlijk de Code Pensioenfondsen vastgesteld. Deze code komt in de plaats van de uit 2005 daterende STAR-principes voor goed pensioenfondsbestuur. Kort gezegd, heeft de code tot doel het functioneren van de besturen van pensioenfondsen verder te verbeteren en inzichtelijker te maken. Belanghebbenden moeten zodoende er vertrouwen in hebben dat het aan de fondsbesturen toevertrouwde geld goed wordt beheerd en de belangen van alle betrokkenen evenwichtig worden afgewogen. De code heeft bij de hiervoor genoemde Wvbp een wettelijke grondslag gekregen. De fondsbesturen dienen over de naleving van de code verantwoording af te leggen en wel vanaf het onderhavige boekjaar. In het algemeen geldt het principe pas toe of legt uit (waarom niet). Dit betekent dat een pensioenfonds de normen van de code toepast of in het jaarverslag motiveert waarom een norm niet (volledig) wordt toegepast. Afwijking van de norm is mogelijk als daar een goede reden voor is. Het bestuur heeft begin 2014 tijdens de studiedag een inventarisatie uitgevoerd met betrekking tot de naleving van de Code Pensioenfondsen. Hierbij is gebleken dat een groot deel van de normen die in de code zijn geformuleerd in de praktijk door het bestuur worden nageleefd. Voor de onderdelen waarop de Code Pensioenfondsen door het fonds nog niet geheel of gedeeltelijk wordt nageleefd dient in het verslagjaar een toelichting te volgen. Op de onderdelen waar dat dit jaar nog niet het geval is, zoals het het diversiteitbeleid en het vaststellen van een missie, visie en strategie heeft het bestuur aangegeven dat gezien de discussie over de toekomst van het fonds, het voorlopig niet verder invullen van deze onderdelen voor deze komende periode een bewuste keuze is. De aandacht van het bestuur in het verslagjaar voor de Code Pensioenfondsen en de bespreking van de normen daaruit, heeft mede gezorgd voor een integere bedrijfsvoering. Handreiking geschikt pensioenfondsbestuur De Pensioenfederatie heeft in het boekjaar een Handreiking geschikt pensioenfondsbestuur uitgebracht, die in de plaats komt van de Aanbevelingen deskundig en competent bestuur uit 2011. Deze aanbevelingen waren in verband met de Wvbp niet meer actueel. De handreiking ondersteunt de fondsbesturen in het proces van zelftoetsing, van toewerken naar en bewaken van hun geschiktheid. Zelfevaluatie en deskundigheid In overeenstemming met de Principes voor goed pensioenfondsbestuur heeft het bestuur in zijn statuten een procedure opgenomen teneinde het eigen functioneren, zowel van het bestuur als geheel als van de individuele bestuursleden, periodiek te evalueren. De zelfevaluatie van het bestuur over het verslagjaar is schriftelijk voorbereid. De resultaten zijn tijdens de studiedag in april 2014 besproken. Deze evaluatie van het functioneren gaf geen aanleiding om directe maatregelen te nemen ten aanzien van een of meerdere bestuursleden. Reglementen en Statuten De Wvbp is bij het fonds geïmplementeerd per 1 juli 2014 (datum inwerkingtreding Wvbp). In de vergadering van 3 maart 2014 heeft het bestuur de voor de implementatie van de Wvbp noodzakelijke wijzigingen doorgevoerd in de statuten en het reglement van het verantwoordingsorgaan. Daarnaast heeft het bestuur een nieuw reglement voor de raad van toezicht vastgesteld. Het bestuur heeft Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel Bloemen en Planten Jaarverslag 2014 13

de benodigde statutenwijziging en het daarmee samenhangende gewijzigde reglement verantwoordingsorgaan en het reglement raad van toezicht vóór de daartoe door DNB aangegeven datum van 1 april 2014 voorgelegd aan DNB. DNB heeft vóór 1 juli 2014 aangegeven in te stemmen met de door het fonds aan DNB voorgelegde fondsdocumenten. Aan het einde van het verslagjaar 2013 is in verband met de aanpassing aan het nieuwe Witteveenkader een analyse van het reglement gemaakt. Daarbij is gebleken dat het toegezegde nabestaandenpensioen in de regeling in 2014 te hoog zou uitkomen door de daarin gehanteerde eindloonsystematiek. Na overleg met de belastingdienst en met instemming van sociale partners is besloten tot een aanpassing van het opbouwpercentage voor het beoogd partnerpensioen bij vooroverlijden tot maximaal 1,33%. Dit geldt voor het reglement vanaf 1 januari 2014. Daarmee blijft het reglement binnen de bijgestelde fiscale-kaders voor 2014. In de statuten zijn in het verslagjaar geen wijzigingen doorgevoerd. Aanpassing van de actuariële en bedrijfstechnische nota (abtn) In de ABTN zijn in het verslagjaar geen wijzigingen doorgevoerd. Naleving wet- en regelgeving Het afgelopen jaar zijn aan het fonds geen dwangsommen of boetes opgelegd. Er zijn door DNB geen aanwijzingen aan het fonds gegeven, noch is een bewindvoerder aangesteld of is bevoegdheidsoefening van organen van het fonds gebonden aan toestemming van de toezichthouder. De vermogenspositie is zodanig dat er geen lange- of kortetermijnherstelplan van toepassing is. Compliance en Gedragscode De compliance officer bewaakt dat het fonds voldoet aan de van toepassing zijnde regels op het gebied van gedrag en integriteit voor de aan het fonds verbonden personen. Jaarlijks dient door de bestuursleden te worden bevestigd dat zij de gedragscode nageleefd hebben. De bevindingen inzake de naleving van de code over het jaar 2014 zijn vastgelegd in een brief van de compliance officer aan het bestuur. Uit deze bevindingen zijn geen bijzonderheden voortgekomen. Uitvoeringskosten In het jaarverslag wordt door het fonds ook over de uitvoeringskosten gerapporteerd. Deze kosten worden opgenomen aangezien het bestuur volledige transparantie wenst te realiseren ten aanzien van deze kosten. Dit gaat dus verder dan alleen de direct in de jaarrekening te verantwoorden kosten. Het transparant maken van alle kosten en mogelijk afzetten tegen een benchmark is daarbij een middel om de kosten verder te beheersen. De pensioenbeheerkosten zijn in 2014 iets toegenomen door de implementatie van de Wvbp en de jaarlijkse indexatie van de administratiekosten. De transactiekosten vermogensbeheer worden verklaard door de overdracht naar het geldmarktfonds. Kostenoverzicht 1) 2014 2013 Pensioenbeheer Kosten in euro per deelnemer 2) 285,91 279,83 Vermogensbeheer 1) De toename in kosten van pensioen- en vermogensbeheer waren mede aanleiding voor de toekomstdiscussie. 2) Om de kosten per deelnemer te berekenen is conform de aanbeveling van de Pensioenfederatie het aantal deelnemers gedefinieerd als de som van het aantal actieve deelnemers en pensioengerechtigden. Gewezen deelnemers tellen dus niet mee. 14

Kosten in % van het gemiddeld belegd vermogen 1) 0,4030% 0,3199% Transactiekosten in % van het gemiddeld belegd vermogen 0,1585% 0,0876% De pensioenregeling in 2014 De pensioenregeling heeft het karakter van een collectieve beschikbare-premieregeling. Dit is een premieovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Iedere werknemer van een bij het fonds aangesloten onderneming is verplicht deelnemer zodra hij/zij ouder is dan 21 jaar en valt onder de functiegroepen 1 tot en met 6. Op verzoek van een werkgever mogen werknemers met functiegroep 7 en hoger vrijwillig deelnemen, indien de werkgever al zijn werknemers aanmeldt. De pensioendatum is de eerste van de maand waarin de (gewezen) deelnemer 65 jaar wordt; eerder of later uittreden is mogelijk. Het ouderdomspensioen is gelijk aan de jaarlijkse pensioenuitkering die op basis van het pensioenkapitaal op de pensioenleeftijd kan worden aangekocht. Het pensioenkapitaal wordt afhankelijk van de leeftijdsklasse jaarlijks opgebouwd aan de hand van een in het reglement opgenomen fiscaal voorgeschreven tabel. Hierin staan op de pensioengrondslag gebaseerde individuele beschikbare premies. Deze premies worden gefinancierd uit de door het bestuur vastgestelde en voor iedereen gelijke (op doorsneetarieven gebaseerde) pensioenpremiebijdrage. De aangesloten ondernemingen betalen de reglementair verschuldigde premie van 8,0% over het totale pensioengevend salaris. De werkgever mag daarvan maximaal 50% inhouden bij zijn onder de regeling vallende werknemers. Het pensioensalaris is gemaximeerd tot het maximum loon in de zin van de Coördinatiewet Sociale verzekering (in 2014: 51.414,-). Op de pensioendatum kunnen een partnerpensioen en wezenpensioen worden meeverzekerd. Tijdens het dienstverband is er een (bijzonder) partnerpensioen op risicobasis verzekerd voor de (gewezen) echtgenote, echtgenoot of partner van de (gewezen) deelnemer. Het partnerpensioen bedraagt bij overlijden van een actieve deelnemer 70% van het bereikbare ouderdomspensioen, het wezenpensioen is 20% hiervan. Bij arbeidsongeschiktheid van meer dan 35% wordt de pensioenopbouw voortgezet op premievrije basis aan de hand van een staffel gebaseerd op het arbeidsongeschiktheidspercentage van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). Ook is er de mogelijkheid om aanspraken van slapers die niet meer terugkeren in het fonds en geen waardeoverdracht verzoeken na 2 jaar af te kopen. Hierbij wordt nu een afkoopgrens gehanteerd van 165,-. Toeslagen en rendementstoekenning Per 1 januari 2015 konden de ingegane pensioenen worden verhoogd met 0,75%. Dit op basis van de voorwaardelijke reglementaire bepaling dat de pensioenen met de prijsindex worden verhoogd als dit uit de vrije reserve DB gegeven kan worden, volgens de voorwaarden die hiertoe in de abtn zijn vastgelegd. De toekenning van toeslagen op de ingegane ouderdoms-, partner- en wezenpensioenen kan per jaar verschillen en wordt slechts voorwaardelijk verleend. Het verlenen van een toeslag is dus geen automatisme. Per jaar beoordeelt het bestuur of de ingegane pensioenen de ontwikkeling van de prijzen kunnen volgen. Het toekennen van een toeslag is alleen verantwoord als het bestuur van het fonds vindt dat de financiële positie van het fonds dit toestaat. Bpf GBP betaalt de toekomstige verhogingen van de pensioenen uit de vrije reserve van het DB-deel. 1) Kosten van het vermogensbeheer kunnen in twee categorieën worden onderscheiden. De eerste categorie betreft de kosten zoals die in de jaarrekening zijn verwerkt. Daaronder vallen de beheervergoeding van de vermogensbeheerder(s) en overige beheervergoedingen. Dit betreft een positief saldo van 32.671 (door de rebates zakelijke waarden). De tweede categorie betreft kosten die rechtstreeks ten laste van het beleggingsrendement zijn gebracht. Deze kosten zijn dus niet inbegrepen in de kosten van de vermogensbeheerder(s) zoals opgenomen in de jaarrekening en zijn geschat op 216.000. De totale kosten vermogensbeheer komen daarmee uit op circa 183.000. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel Bloemen en Planten Jaarverslag 2014 15

De uitkeringsgerechtigden hebben door eerder verleende verhogingen en de verwachting voor komende jaren niet meteen ook recht op verhogingen in de toekomst. Bij een gunstige financiële positie kan het bestuur overigens besluiten om gemiste toeslagen in het verleden in te halen. Rendementstoekenning De met de beschikbare premie gefinancierde pensioenkapitalen van de (gewezen) deelnemers worden jaarlijks reglementair aangepast op basis van de door het bestuur te bepalen netto opbrengsten van de beleggingen. Het bestuur heeft op basis van het behaalde rendement in het verslagjaar besloten om een verhoging van 8,5% op de pensioenkapitalen van de actieven en slapers toe te kennen per 1 januari 2015. Toekenningen afgelopen vijf jaar 2015 2014 2013 2012 2011 Rendement op kapitalen actieven en slapers 8,50% 0,20% 9,70% 0,00% 1,50% Toeslagen pensioenen 0,75% 0,90% 2,00% 0,00% 1,40% Aansluiting van ondernemingen Bij de oprichting van het fonds hebben cao-partijen afgesproken een verzoek tot verplichtstelling in te dienen bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) op basis van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000. Door een verplichtstelling kan het draagvlak en daarmee de collectiviteit en de solidariteit van de bedrijfstakpensioenregeling worden vergroot. Voor het indienen van een dergelijk verzoek dient de representativiteit van de aanvragende organisaties te worden aangetoond. Een eerder lopend verzoek is door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) wegens termijnoverschrijding begin 2013 helaas niet verder in behandeling genomen. Op basis van een nieuwe enquête in de zomer van 2013 bij de werkgevers in de sector kon voldoende representativiteit worden aangetoond. Hierop is einde 2013 een nieuw verzoek tot het verkrijgen van een verplichtstelling gedaan. Daarbij zijn begin 2014 vragen gesteld over de werkingssfeer en betrouwbaarheid van de representativiteitberekening. Een delegatie van sociale partners is hierover in overleg getreden met SZW., maar heeft SZW niet kunnen overtuigen. Een nieuw traject om de representativiteit van de aanvragende organisaties aan te tonen zal voor de AVV van de Cao in 2015 worden opgestart. Daarna zal worden bezien of een nieuw verplichtstellingsverzoek voor de pensioenregeling kans van slagen heeft. Omdat een afgegeven verplichtstelling geen terugwerkende kracht heeft, zal pas hierna de verplichte aansluiting actief door het fonds kunnen worden gehandhaafd. Zolang de verplichtstelling nog niet van kracht is, kunnen werkgevers op vrijwillige basis deelnemen. De werkgevers die lid zijn van de werkgeversorganisatie VGB dienen zich aan de cao-afspraken inzake de af te sluiten pensioenregeling te houden. Ondernemingen dienen zich aan te melden vanaf 1 januari 2007 dan wel de datum van oprichting van de onderneming. In principe kunnen zij zich alleen nog aan deelname onttrekken indien zij tijdig al een eigen pensioenregeling hadden getroffen. Premiebeleid en herverzekering De reglementair door werkgevers totaal verschuldigde doorsneepremie wordt door cao-partijen vastgesteld. Deze premie is 8% van de loonsom. De door het fonds ontvangen premies worden collectief over alle werknemers verdeeld op basis van de beschikbarepremiestaffel in het pensioenreglement. Indien de feitelijk ontvangen premie afwijkt van de totale kostendekkende premie die voor het fonds benodigd is, dan kan de staffel op advies van de actuaris door het bestuur naar evenredigheid worden aangepast. Deze staffel is in het verleden al 2 maal aangepast. In 2013 werd de bestaande staffel aangehouden. Ook voor 2014 voldoet deze nog aan de grenzen die in het bijgestelde fiscale Witteveen -kader nog zijn toegestaan. Het fonds blijft echter gevoelig voor wijzigingen in de bestandssamenstelling. Met het bestuur is ook gesproken over het invoeren van een netto fiscale staffel. In 2015 zal de 16

pensioenregeling worden aangepast aan de noodzakelijke veranderingen van het pensioenakkoord en het nieuwe fiscale Witteveen - kader met zich meebrengen. De premies worden na vermindering van een door het bestuur vast te stellen inhouding voor kosten en risico s collectief door het fonds belegd. In 2014 was, evenals in voorgaande jaren, 25% van de totale premie benodigd voor kosten, buffers en collectieve risicodeling. Daarbij is besloten de solvabiliteitsbuffer bij te stellen naar 3,5% zodat de premie einde van het jaar kostendekkend kan uitkomen. Het resterende gedeelte van de premie wordt ingelegd voor de werknemers op basis van de voor de werknemer geldende fiscale beschikbare-premiestaffel. De werknemer verwerft op basis van de voor hem ingelegde premie een pensioenkapitaal, als onderdeel van het door het fonds totaal belegde vermogen. Het fonds heeft de risico s van overlijden en arbeidsongeschiktheid volledig herverzekerd. Voor een nieuw herverzekeringscontract zijn begin 2013 bij drie partijen offertes opgevraagd. In de loop van het verslagjaar is overeenstemming bereikt met Elipslife. In 2014 is het nieuwe contract definitief afgerond. Communicatie Het communicatiebeleid van Bpf GBP is vastgelegd in een communicatiebeleidsplan. In de communicatiecommissie van het fonds worden aan de hand van dat plan de voorstellen en concept uitingen naar de diverse groepen belanghebbenden besproken. In het verslagjaar zijn de werkgevers en werknemers verder geïnformeerd op basis van het communicatieplan van het fonds. De uitvoering van het communicatiebeleidsplan wordt elke vergadering besproken in de communicatiecommissie. De speerpunten van dit beleid zijn het aangaan van de dialoog met de doelgroepen, toegankelijkheid en digitalisering. Ter uitwerking van het communicatiebeleidsplan worden de deelnemers via verschillende kanalen benaderd. De UPO s voor gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden zijn tijdig in juni 2014 verzonden. In maart 2014 is inmiddels de zevende nieuwsbrief van het fonds verzonden. Hierbij zijn de deelnemers onder meer geïnformeerd over de financiële situatie van het fonds, de keuzes van het bestuur inzake Wvbp en de gelijkblijvende pensioenregeling van Bpf GBP. Daarnaast was er een kennismaking met een lid van de deelnemersraad opgenomen. Beleggingen Het vermogen van het fonds was in het begin van het verslagjaar belegd in een tweetal deelportefeuilles, te weten: de Opbouw Portefeuille en de Pensioen Portefeuille. De onderliggende portefeuilles waren tot 1 oktober belegd in verschillende APG Vermogensbeheer fondsen. De hoofddoelstelling van het beleggingsbeleid voor de Opbouw Portefeuille is: het op lange termijn realiseren van een zo hoog mogelijk rendement uitgaande van het strategische beleggingsbeleid bij een acceptabel risico, rekening houdend met de verplichtingenstructuur van het pensioenfonds, waarbij wordt opgemerkt dat de beleggingsallocatie zo wordt vastgesteld dat het fonds op pensioendatum voor een deel van de ingelegde premies kan zeggen dat ten minste een rendement wordt behaald dat gelijk is aan de Europese inflatie. In de Pensioen Portefeuille is de doelstelling het nominale pensioen veilig te stellen met als ambitie een inflatie correctie toe te passen. De Opbouw portefeuille kende begin 2014 een verdeling naar Zakelijke Waarden en Vastrentende waarden van respectievelijk 20% en 80%. Binnen Zakelijke Waarden werd voor 11% belegd in Aandelen Ontwikkelde landen, 4% belegd in Aandelen Opkomende landen, 3% in Vastgoed en 2% in Grondstoffen. Binnen Vastrentende Waarden werd 30% belegd in Staatsobligaties van de Euro Kernlanden, 10% in Staatsobligaties van alle Eurolanden, 30% in inflatie gerelateerde staatsobligaties en 10% in Bedrijfsleningen. Ten opzichte van het beleggingsplan 2013 zijn in 2014 een aantal wijzigingen doorgevoerd. De beleggingscategorie Vastrentende Waarden is gewijzigd van 80% naar 75% (een daling van 5%) en Aandelen is gewijzigd van 15% naar 19% (een toename van 4%). De Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel Bloemen en Planten Jaarverslag 2014 17

beleggingscategorie Vastgoed is met 2% toegenomen van 2% naar 4%. Verder is binnen Zakelijke Waarden het belang in Aandelen Opkomende landen iets uitgebreid om te profiteren van de verwachting dat het deel dat deze landen in de wereld economie inneemt vertaald zal worden in een grotere stijging van de aandelen in deze landen. De Opbouwportefeuille heeft voor geheel 2014 een rendement van 8,7% behaald. De Pensioen Portefeuille te behoeve van de gepensioneerden probeert zo goed mogelijk de nominale inleg te garanderen met een poging (een deel van) de inflatie te behalen. Als gevolg daarvan bestond de portefeuille conform beleggingsplan 2014 uit beleggingen in Staatsobligaties van de kernlanden en van de gehele eurozone. De verdeling is gelijk gebleven met 70% Staatsobligaties Euro Kernlanden en 30% Staatsobligaties alle Eurolanden. Het rendement van de Pensioen Portefeuille bedroeg in het verslagjaar 5,6%. Op 19 december 2014 is het gehele vermogen tijdelijk overgebracht naar een Geldmarktfonds van NN IP. Het Geldmarktfonds streeft naar een stabiele en laag-risico rendement met een brede diversificatie van geldmarktrisico s. Risicoparagraaf Inleiding Het fonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico s. De belangrijkste doelstelling van het fonds is het nakomen van de pensioenverplichtingen. Voor het realiseren van deze doelstelling wordt gestreefd naar een toereikende solvabiliteit op basis van de marktwaarde van de pensioenverplichtingen. In deze paragraaf wordt ingegaan op het beleid van het pensioenfonds en de risico s die het pensioenfonds bij de uitvoering van zijn taken loopt. Beleid en risicobeheer Het bestuur heeft zijn beleid verwoord in de abtn. Algemene leidraad voor het uitvoeren van zijn beheertaken is risicomijdend operationeel management. Het bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten ten behoeve van het beheersen van deze risico s. Deze beleidsinstrumenten betreffen: ALM-beleid en duration matching; beleggingsbeleid; premiebeleid; toeslagbeleid; herverzekeringsbeleid; beleid ten aanzien van uitbesteding. De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na uitvoerige analyses ten aanzien van te verwachten ontwikkelingen van de verplichtingen en de financiële markten. De invloed van deze sturingsmiddelen op de financiële positie van het fonds wordt jaarlijks geëvalueerd. Bij deze evaluatie speelt zowel de huidige financiële positie, alsmede de financiële positie van het fonds in de toekomst, een rol. Om te toetsen of het beleid op lange termijn tot de gewenste ontwikkeling leidt, heeft het pensioenfonds besloten een beperkte ALM-studie laten uitvoeren. Een ALM-studie is een analyse van de structuur van de pensioenverplichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën en de ontwikkeling daarvan in diverse economische scenario s. De resultaten van de ALM-studie waren aanleiding om een aanvullende analyse op de ALM-studie te laten doen. De uitkomsten van deze bespreking hebben geleid tot aanpassing van het beleggingsbeleid voor 2013 en 2014. 18

Financiële risico s Solvabiliteitsrisico Het belangrijkste risico voor het fonds betreft het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat het fonds niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. De solvabiliteit wordt gemeten zowel op basis van algemeen geldende normen als ook naar de specifieke normen welke door de toezichthouder worden opgelegd. Indien de solvabiliteit van het fonds zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat er geen ruimte beschikbaar is voor eventuele toeslagverlening over de opgebouwde aanspraken en ingegane pensioenen. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat het fonds verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten moet verminderen. Het solvabiliteitsrisico bestaat uit de volgende risicocategorieën: renterisico (S1); zakelijkewaardenrisico (S2); valutarisico (S3); grondstoffenrisico (S4); kredietrisico (S5); verzekeringstechnisch risico (S6); liquiditeitsrisico (S7); concentratierisico (S8); operationeel risico (S9). Renterisico (S1) Pensioenfondsen kennen doorgaans een langere looptijd voor hun verplichtingen dan voor hun bezittingen. Vanwege deze mismatch ondervindt een fonds renterisico. Immers bij een rentedaling zullen de verplichtingen sterker toenemen in waarde dan de bezittingen. Het standaardmodel van DNB bevat voorgeschreven rentescenario s (verschuiving actuele rentetermijnstructuur via voorgeschreven rentefactoren) om het vereist eigen vermogen voor dit risico te bepalen. De rentegevoeligheid wordt uitgedrukt in de zogenaamde duration. De duration van de verplichtingen is hoger dan die van de beleggingen, derhalve is er sprake van een duration mismatch: de waarde van de verplichtingen is gevoeliger voor de renteontwikkelingen dan de waarde van de beleggingen. Dit rente risico doet zich vooral voor in de pensioenportefeuille en is relatief laag voor het fonds mede omdat alle middelen zijn belegd in geldmarktfondsen. Zakelijkewaardenrisico (S2) Het zakelijkewaardenrisico heeft te maken met het risico van een afname van de marktwaarde van de zakelijke waarden, zoals aandelen en vastgoedbeleggingen. Het aandelen- en vastgoedrisico wordt voornamelijk gemitigeerd door het diversificeren van de beleggingsportefeuille oftewel het spreiden van de beleggingen over sectoren en regio s. Op balansdatum was er geen blootstelling aan zakelijke waarden. Valutarisico (S3) Het valutarisico betreft het risico dat de waarde van de beleggingen die in vreemde valuta luiden vermindert als gevolg van veranderingen van vreemde valutakoersen. De pensioenverplichtingen luiden in euro s. Op balansdatum was er geen blootstelling aan vreemde valuta. Grondstoffenrisico (S4) Op balansdatum was er geen blootstelling aan grondstoffen. Kredietrisico (S5) Kredietrisico is het risico dat een tegenpartij in gebreke blijft om haar verplichtingen te voldoen. Dit kunnen verplichtingen zijn tot het betalen van rente, maar het kan ook om de terugbetaling van de uitgeleende bedragen zelf gaan. Het kredietrisico komt tot Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel Bloemen en Planten Jaarverslag 2014 19

uitdrukking in de zogenaamde creditspread. Deze spread is het verschil tussen de uitkering die afhangt van de kredietwaardigheid van de tegenpartij en een uitkering die met volledige zekerheid, risicovrij, tot uitkering zal komen. Op balansdatum was er geen blootstelling aan kredietrisico. Verzekeringstechnisch risico (S6) Naast de financiële risico s staat het fonds bloot aan verzekeringstechnische risico s. Verzekeringstechnisch risico is het risico dat voortvloeit uit de mogelijke afwijkingen van actuariële inschattingen die worden gebruikt voor de vaststelling van de technische voorzieningen en de hoogte van de premie. In de actuariële analyse worden de afwijkingen geanalyseerd. Het omvat onder andere de risico s als gevolg van afwijkingen ten opzichte van de verwachte sterfte en afwijkingen van de verwachte sterftetrend (langlevenrisico). Liquiditeitsrisico (S7) Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het fonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Door het beheer van het volledige vermogen in geldmarktfondsen, behoeft voor het liquiditeitsrisico geen buffervermogen te worden aangehouden. Concentratierisico (S8) Grote posten zijn aan te duiden als een vorm van concentratierisico. Om te bepalen welke posten hieronder vallen moeten per beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde debiteur worden gesommeerd. In het algemeen geldt dat concentratierisico kan optreden als een adequate spreiding van activa en passiva ontbreekt. Concentratierisico s kunnen optreden bij een concentratie van de portefeuille in regio s, economische sectoren of tegenpartijen. Een portefeuille van leningen die sterk sectorgebonden is, kan door deze sectorconcentratie een verhoogd risico lopen. Indien aandelen in dezelfde sector worden aangehouden is sprake van een cumulatief concentratierisico. Op balansdatum was er geen blootstelling aan concentratierisico. Operationeel risico (S9) Het operationeel risico is het risico op verlies als resultaat van inadequate of foutieve interne processen, mensen en systemen of als gevolg van externe gebeurtenissen. Operationele risico s hebben een negatieve impact op een goede uitvoering van de pensioenregeling. Voor deze operationele risico s geldt wel dat een verregaande reductie onevenredig veel inspanning en kosten met zich mee kan brengen. De operationele uitvoering geschiedt door AZL N.V. en voor het Vermogensbeheer door APG Investment Services N.V. Deze partijen kennen beide een ISAE 3402-rapportage (type II). Door het overleggen van deze verklaringen tonen deze partijen aan het pensioenfonds én aan de accountant van het pensioenfonds aan, dat de uitvoering in control is. Het overleggen van de ISAE 3402-rapportage komt tevens tegemoet aan de Beleidsregel Uitbesteding Pensioenfondsen waarin DNB heeft vastgesteld dat een pensioenfonds dat zijn administratie uitbesteedt aan een uitvoerder verantwoordelijk is en blijft voor een juiste administratie. Overige risico s Sponsorrisico Het pensioenfonds heeft via het uitvoeringsreglement een contractuele band met de werkgevers die op basis van de CAO zijn aangesloten als sponsor van het pensioenfonds. Daarnaast zijn er nog veel werkgevers vrijwillig aangesloten bij het fonds. Deze afhankelijkheid vertaalt zich in risico s voor het pensioenfonds, de zogenaamde sponsorrisico s. Voorbeelden van sponsorrisico s zijn onder meer: faillissementsrisico, betalingsonmacht van de sponsors veroorzaakt door negatieve ontwikkelingen bij de sponsor, financieringsrisico en beëindiging van de aansluiting van werkgevers. Via het incassobeleid en handhaving daarvan wordt dit risico beheerst. Na het verkrijgen van een verplichtstelling zal de handhaving van de verplichte aansluiting een nieuw risico vormen. Door het opzetten van een handhavingsbeleid in overleg met de pensioenuitvoerder AZL zal dit risico kunnen worden beheerst. 20

Omgevingsrisico Hieronder worden risico s verstaan als gevolg van externe veranderingen. Gedacht kan worden aan veranderingen in de maatschappelijke wens om duurzaam te beleggen. Inflatierisico Het pensioenfonds kent een voorwaardelijk toeslagbeleid en communiceert dit beleid, conform wettelijke voorgeschreven formuleringen, naar alle deelnemers, slapers en gepensioneerden. Door die communicatie is de kans zeer gering dat verwachtingen worden gewekt en juridische claims moeten worden gehonoreerd. Aangetoond is dat het toeslagbeleid, ook in financieel mindere tijden, consequent wordt uitgevoerd. Uitbesteding risico s Het bestuur heeft onder behoud van zijn verantwoordelijkheden een aantal werkzaamheden structureel uitbesteed. De uitbesteding van werkzaamheden aan een derde partij heeft tot gevolg dat het bestuur geen directe gezagsverhouding heeft met de personen die bij de derde partij feitelijk en dagelijks zijn belast met de uitvoering van die werkzaamheden. Het bestuur heeft voorts geen rechtstreeks zicht op en voert geen directe controle uit op administratieve processen, zoals uitbetaling van pensioenen, pensioenberekeningen en dergelijke. Daardoor ontbreekt eveneens zicht op de werkelijke uitvoeringskosten. Het bestuur erkent voorts dat aan de uitbesteding het risico is verbonden van discontinuïteit van de dienstverlening door AZL N.V. Bij alle uitbestedingsactiviteiten conformeert het fonds zich volledig aan de regelgeving van DNB op het gebied van uitbesteding. Het fonds beschikt voor iedere extern uit te voeren activiteit over een uitbestedingsovereenkomst die voldoet aan het bij of krachtens artikel 34 van de PW bepaalde. In voorkomende gevallen worden met de uitvoerende organisatie nadere afspraken omtrent procedures, processen, informatieverschaffing en te leveren diensten vastgelegd in een SLA. In de SLA zijn ook afspraken vastgelegd over de administratieve organisatie, de autorisatie- en procuratiesystemen en de interne controle van de uitvoerende organisatie. Voor wat betreft de uitbestedingsrisico s kan worden opgemerkt dat het bestuur via de bestuursadviseur van het fonds overleg heeft met AZL N.V. Dit overleg gaat mede over de contractuele relatie en over de dienstverlening inclusief de SLA. Voor wat betreft het uitbestedingsrisico met AZL N.V. kan worden opgemerkt dat het dagelijks bestuur overleg heeft over de contractuele relatie met AZL N.V. en over de dienstverlening inclusief de SLA. Daarbij is in 2012 een contract voor een periode van vijf jaar met AZL N.V. tot stand gekomen. Het vermogensbeheer contract tussen GBP en APG is in de tweede helft van 2012 vernieuwd. Daarbij is echter in de loop van het verslagjaar 2013 aan het bestuur aangegeven dat APG het vermogensbeheercontract vanwege een gewijzigde strategie in verband met de omvang van het fonds eerder wil beëindigen. In overleg met de directie van APG is besloten het contract lopende de toekomstdiscussie van het fonds in ieder geval nog tot 19 december 2014 te laten voortduren. Om aan de behoefte van het bestuur aan zekerheid en daarmee aan kwaliteitsgaranties tegemoet te komen, hebben APG Investment Services N.V. en AZL N.V. ervoor gekozen om gecertificeerd te worden volgens de richtlijnen van ISAE 3402. Voor de meeste relevante processen is een beschrijving van de AO/IC opgesteld, die heeft geleid tot een beschrijving van de beheersingsmaatregelen voor de betreffende processen. Jaarlijks vinden er controles plaats door de certificerend actuaris en de accountant op de uitvoering door het fonds. Materiële onvolkomenheden worden door hen gerapporteerd. Voorts wordt het bestuur door middel van periodieke rapportages van zowel de vermogensbeheerder, de uitvoeringsorganisatie alsmede van externe adviseurs in staat gesteld de risico s en fondssituatie goed te monitoren. IT-risico De informatietechnologie is een belangrijke risicocategorie voor pensioenfondsen. Omdat het merendeel van de fondsen de IT heeft uitbesteed, is dit risico tot een uitbestedingsrisico verworden. Dit geldt ook voor Bpf GBP. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel Bloemen en Planten Jaarverslag 2014 21