BIJLAGE 2 REACTIENOTA Concept Calamiteitenplan Waterschap Rijn en IJssel 14 augustus 2015 Doetinchem
INHOUD REACTIENOTA 1. INLEIDING 3 2. GEVOLGDE PROCEDURE 3 3. INGEKOMEN REACTIES 3 4. BEHANDELING REACTIES 4 2
1. INLEIDING Waterschap Rijn en IJssel is beheerder van waterstaatswerken. Er zijn omstandigheden die het functioneren van waterstaatswerken ernstig in gevaar brengen. Dat zijn zogeheten water gerelateerde calamiteiten. Waterschap Rijn en IJssel treedt op bij calamiteiten om de schadelijke gevolgen te voorkomen of te beperken. Dit is calamiteitenbestrijding. Artikel 5.29 van de Waterwet verplicht het dagelijks bestuur van het waterschap om een plan vast te stellen waarin staat hoe het waterschap calamiteiten bestrijdt. Dit calamiteitenplan biedt een kader voor het optreden van Waterschap Rijn en IJssel bij calamiteiten Het calamiteitenplan is bestemd voor de leden van de calamiteitenorganisatie en de netwerkpartners. 2. GEVOLGDE PROCEDURE De Waterwet geeft aan dat we het ontwerp van het calamiteitenplan voor commentaar moeten sturen aan de besturen van de veiligheidsregio s binnen ons beheersgebied. Verder is het een plan met daarin beleid dus is onze Inspraakverordening van toepassing. Procedureel betekent dat het volgende: 1. Ontwerp calamiteitenplan laten vaststellen door het college van dijkgraaf en heemraden. 2. Het ontwerpplan 6 weken ter visie leggen Het plan definitief laten vaststellen door het algemeen bestuur (met een eventuele zienswijzenota, als we zienswijzen hebben ontvangen). 3. Definitief plan bekendmaken (ook weer digitaal). Op 31 maart 2015 heeft het college van dijkgraaf en heemraden van het Waterschap Rijn en IJssel besloten het concept calamiteitenplan Waterschap Rijn en IJssel vast te stellen. Het concept calamiteitenplan Waterschap Rijn en IJssel heeft van 22 april t/m 2 juni 2015 ter inzage gelegen (digitaal via het elektronisch Waterschapsblad) en is fysiek toesturen aan de besturen van de veiligheids- en gezondheidsregio Gelderland Midden, veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland, veiligheidsregio Twente en veiligheidsregio. 3. INGEKOMEN REACTIES Er zijn schriftelijke reacties ontvangen van de veiligheidsregio s Noord en Oost Gelderland en de veiligheidsregio ( gezamenlijke reactie) en de veiligheids- en gezondheidsregio Gelderland Midden. Beide reacties omvatten meerdere opmerkingen of aanbevelingen. 3
4. BEHANDELING REACTIES Reactie Inspreker Antwoord Wijziging plan 1. Paragraaf 1.2.: In concept plan is gesteld dat een veiligheidsregio zorgt voor de crisiscommunicatie. Veiligheidsregio s geven aan dat, bij betrokkenheid van de veiligheidsregio, de regie van de crisiscommunicatie bij de veiligheidsregio ligt. De veiligheidsregio en het waterschap stemmen communicatie naar publiek en media af. VGGM*1, VNOG*2 en *3 Reactie sluit beter aan bij bestaande werkwijze en taakverdeling dan tekst in concept plan. 2. Paragraaf 2.2: Veiligheidsregio s vragen zich af of ook vaarwegongeval een relevant risico is. Deze wordt niet expliciet benoemd in concept plan. 3. Paragraaf 3.3.: GRIP = Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure in plaats van Gestructureerde Regionale Incidenten Procedure. 4. Paragraaf 4.4.: VGGM is verheugd dat WRIJ m.b.t. informatievoorziening aansluit op de netcentrische werkwijze van de veiligheidsregio s. VR VGGM Vaarwegongeval is niet als risico benoemd. De mogelijke (water gerelateerde) gevolgen van een dergelijk ongeval, bv. schade aan waterkeringen, waterverontreiniging of wateroverlast zijn wel als risico benoemd. Duiding van begrip GRIP is in concept plan niet juist weergeven Goed te horen dat we op juiste manier bezig zijn met informatie voorziening. Nee. N.v.t. 5. Paragraaf 5.1.: Veiligheidsregio s gaan er vanuit dat het waterschap in principe niet zal handelen in strijd met wet en regelgeving bij het bestrijden van een calamiteit, maar slechts gebruik maakt van haar bijzondere bevoegdheden in geval van een calamiteit. In de Waterwet, de SAW en de Keur wordt voldoende omschreven op welke wijze het waterschap kan, mag en moet handelen als het gaat om het toepassen van bijzondere bevoegdheden. Nee. 6. Paragraaf 5.2.: Veiligheidsregio s geven aan dan zij geen bevoegdheid hebben om het bestuur van het waterschap een aanwijzing te geven. De voorzitter van de veiligheidsregio kan op basis van zijn bevoegdheid bij rampen en crisis wel een bindende besluiten nemen (op het gebied van de openbare orde en veiligheid) die mogelijk in strijd zijn met de belangen van het waterschap. Opmerking verduidelijkt de bevoegdheid van en voorzitter van een RBT.
7. Paragraaf 5.2.: Veiligheidsregio s doen suggestie om verwijzing naar de bestuurlijke netwerkkaarten in plan op te nemen. Deze geven een nog vollediger beeld van de bevoegdheden van crisispartners. Goede suggestie. Verwijzing wordt toegevoegd. 8. Paragraaf 6.2.: Veiligheidsregio s nemen aan dat de ondersteuner van een liaison niet deelneemt aan de overleggen van de crisisteams. Tekst in concept plan is daar onvoldoende duidelijk in. Ondersteuner neemt inderdaad geen deel aan overleggen. Tekst wordt verduidelijkt. 9. Paragraaf 6.3.: Het alarmeren van de veiligheidsregio gebeurt niet via sleutelfunctionarissen maar altijd via de meldkamer van de betrokken veiligheidsregio. De meldkamer zal vervolgens de benodigde functionarissen alarmeren. Tekst in concept plan is niet in lijn met bij veiligheidsregio s gewenste en gebruikelijke manier van alarmeren. *1 VGGM: Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden *2 VNOG: Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland *3 VR : Veiligheidsregio 5