Schematherapie Doel Definitie Ontstaan schematherapie (2) 21/12/17 1. INLEIDING Ontstaan schematherapie (1)

Vergelijkbare documenten
Schematherapie. Algemene concepten. Mieke Boots

Schematherapie Definitie Doel 1. INLEIDING 21/12/17. Algemene concepten Mieke Boots

21/12/17. Schematherapie. Algemene concepten. Mieke Boots 1. INLEIDING

Imaginaire rescripting in groepsschematherapie voor BPS. Guido Sijbers en Rosi Reubsaet

Meerstoelen techniek. Remco van der Wijngaart

Modusgerichte speltherapie. Schematherapie in spel en beelden

Schematherapie bij persoonlijkheidsstoornissen en verslaving. Tineke van der Linden GGz Breburg

Agenda. Meerstoelen techniek. Meerstoelentechniek: opfrissen. Wanneer? Stoelentechniek vervolg. Start meerstoelentechniek

Agenda. Meerstoelen techniek. Meerstoelentechniek: opfrissen Remco van der Wijngaart

Workshop: Groepsschematherapie: tegengif bieden aan verslaving. Werken met modi: praten, voelen, doen.

Casusconceptualisatie formulier

Programma cursus. Programma cursus. Schematherapie voor Cluster-C Persoonlijkeidsstoornissen. H. van Genderen 1. Gezonde Volwassene

Schematherapie voor Cluster-C Persoonlijkeidsstoornissen

Schematherapie voor Cluster-C Persoonlijkeidsstoornissen

Schematherapie voor Cluster-C Persoonlijkeidsstoornissen

Schematherapie voor Cluster-C Persoonlijkeidsstoornissen

Schematherapie voor Cluster-C Persoonlijkeidsstoornissen

Therapy Adherence Scale (Therapie-trouw schaal) voor Schematherapie bij de Borderline Persoonlijkheidsstoornis.

Het kind in de ouder Werken met schema s en modi bij ouders

Het kind in de ouder. Programma. 2. Definiëring ouderschematherapie (1) 1. Ouderschematherapie 9/04/18

Programma. Boze modi: varianten Hanteren van Boze Modi in Schematherapie. Leren herkennen en onderscheiden boze modi

Programma. Boze modi: varianten Hanteren van Boze Modi in Schematherapie. Remco van der Wijngaart, Kind modi Boze Kind, Razende Kind

Programma. Hanteren van Boze Modi in Schematherapie Wanneer je eigen schema s in de weg zitten

Boze modi: varianten. Programma. Hanteren van Boze Modi in Schematherapie. Wanneer je eigen schema s in de weg zitten

Boze modi: varianten. Programma. Differentiëren boze modi: Hanteren van Boze Modi in Schematherapie. Leren herkennen en onderscheiden boze modi

Contact met het gekwetste kind

Hanteren van Boze Modi in Schematherapie. Supervisor schematherapie, vice president ISST. Programma

Hanteren van Boze Modi in Schematherapie

schema therapie stap voor stap Remco van der Wijngaart Hannie van Genderen

ERVAREN DOE JE MET HET LICHAAM

Mogelijke modi. Narcistische PS Agenda. Narcistische PS-DSM V. Narcistische PS-DSM V. Schematherapie bij Narcisme

Schemagerichte groepstherapie Scelta Nijmegen

Schematherapie voor Cluster C. Anoek Weertman

Beoordeel de twee vas-schalen. Indien niet van toepassing omcirkel: A. In hoeverre waren bovenstaande methoden en technieken op z n plaats?

Het kind in de ouder Werken met schema s en modi bij ouders

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen?

Schematherapie voor persoonlijkheidsstoornissen

Schematherapie voor persoonlijkheidsstoornissen. dag Historie 1 en huidige. dag 1. situatie Inleiding schema s, copingstrategieën

Schematherapie bij zelfverwonding en suïcidaliteit

Schematherapie (ST) voor jongeren

Schematherapie voor persoonlijkheidsstoornissen. dag Historie 1 en huidige. opzet cursus. dag 1. situatie

SCHerp Deeltijd Voor wie? Hoe? Waar en wanneer?

Schematherapie voor persoonlijkheidsstoornissen

Een ding heb ik in die acht jaar therapie wel geleerd Je kunt het beste je moeder van alles de schuld geven. H. van Genderen

Algemene folder - schemagerichte groepstherapie

Programma workshop. Van slachtoffer naar dader: Inleiding. Inleiding. Danny (1) Schematherapie in de tbs-kliniek

Theoretische beschouwing

Schema Therapie bij patiënten met een hoge mate van psychopathie. Wiley-Blackwell. Teun Bus GZ-psycholoog/Psychotherapeut

Voorjaarsworkshop VGCt. Modi en schema's in groepen

Dag 1. Ontstaan schema s. Opsporen schema s copingstrategieën en modi. Kennismaken. literatuur. Schematherapie voor persoonlijkheidsstoornissen

Dag 1. Schematherapie voor persoonlijkheidsstoornissen. literatuur. Hannie van Genderen Hélène Bögels Remco van der Wijngaart. H.

Schematherapie voor persoonlijkheidsstoornissen

Schematherapie voor persoonlijkheidsstoornissen

Dag 1. Kennismaken. literatuur. Schematherapie voor persoonlijkheidsstoornissen. Bespreken wie je bent en waar je werkt

Wij behandelen mensen poliklinisch, dat betekent dat je naar ons toe komt voor de hulp. Een enkele keer kan het zijn dat wij op huisbezoek komen.

Kliniek: SCHerp Voor wie Hoe?

Schema therapie voor depressie. Remco van der Wijngaart

Ronald van Assen. Een ervaringsverhaal. 40 dagen, 40 angsten Uitgeverij Tobi Vroegh 1e druk Ronald van Assen ISBN

Winning without losing!

Helpers & Helden Groepsmodule Schemagerichte Therapie bij LVB

Een ding heb ik in die acht jaar therapie wel geleerd Je kunt het beste je moeder van alles de schuld geven. H. van Genderen

Overzicht Groepsaanbod. Mindfulness Chronische pijn Instapgroep Kerngroep SOVA Weerbaarheid Angst en depressie

Dag 1. Definitie schema: Schematherapie voor persoonlijkheidsstoornissen

Schematherapie voor persoonlijkheidsstoornissen Hannie van Genderen Hélène Bögels Remco van der Wijngaart H. van Genderen Dag 1 H.

Schematherapie voor persoonlijkheidsstoornissen

Dag 1. Definitie schema: Schema-vorming. Verschil as I - as II. Schematherapie voor persoonlijkheidsstoornissen

Dag 1. Definitie schema: Schematherapie voor persoonlijkheidsstoornissen

Individueel Traject Afdeling WORKSHOP FFZ 22 JANUARI 2019 DOOR JOLITA DE VETH EN IRENE BOS

Schematherapie bij dubbeldiagnose

Schematherapie voor persoonlijkheidsstoornissen

De schema s (overtuigingen)

Het therapeutisch gebruik van humor in de behandeling van Obsessief Compulsieve Persoonlijkheidsheidsstoornis. Guido Sijbers Remco van der Wijngaart

door Michiel van Vreeswijk & Jenny Broersen

ST-supervisorencursus Dag 2

Schematherapie in groepen voor borderline persoonlijkheidsstoornissen

1. Ik merk vaak dat ik probeer iets te bereiken wat op de een of andere manier op een mislukking uitloopt

Les 4. Stap Drie van Innerlijke Verbinding

Schematherapie voor persoonlijkheidsstoornissen

Kliniek Ouder & Kind

VERBINDEND GEZAG / NIEUWE AUTORITEIT EN HET ANGSTIGE OF TERUGGETROKKEN KIND. Lenny Rodenburg, 18 april 2018

Schemagerichte cognitieve gedragstherapie; de groepspsychotherapievariant

SCHEMATHERAPIE BIJ VERSLAVING EN COMPLEX TRAUMA 6 OKTOBER 2014 KEES BIEGER

Psychomotorische Therapie

Structuur bieden aan je kinderen (10 tips)

Schematherapie voor persoonlijkheidsstoornissen

Schematherapie voor persoonlijkheidsstoornissen

Mini symposium 5 leefstijlen bij sterven

Omgaan met emoties als opvoeder/begeleider vanuit EFT. Naar meer handelingsbekwaamheid Carl Adams Social Practice lab, AP Hogeschool 27 november 2018

Een innovatief behandelprogramma voor jongeren ( jaar) Aangevuld en verrijkt met evidence en practice based methodieken

Voor welke toekomst leiden we op? Opleidersmiddag NVGP 5 februari 2015

Patronen doorbreken. Negatieve gevoelens en gewoonten herkennen en veranderen. Hannie van Genderen Gitta Jacob Laura Seebauer

Cognitieve gedragstherapie bij borderline persoonlijkheidsstoornis: schematherapie en dialectische gedragstherapie

Wat kunt u verwachten? Vanaf 1990; ontwikkeling Schema Therapie. Halsteren. Behandelmodel /2012

De Inner Child meditatie

Promotieonderzoek PTSS. Algemene karakteristieken

Workshop emotieregulatie Vlaams congres voor kinder en jeugdpsychiatrie en psychotherapie Donderdag 21 september 2017

STUDIEDAG GEDRAGS- EN EMOTIONELE STOORNISSEN PVOC VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL 29 MAART 2018 ELS GOETHALS TRAUMA: GEVOLGEN VOOR GEDRAG EN EMOTIE

Doelstellingen van PAD

Transcriptie:

Schematherapie 1. INLEIDING Algemene concepten Mieke Boots 1.1. Definitie Schematherapie is een integratieve therapievorm die elementen combineert uit verschillende therapeutische stromingen (leer-, cognitieve -, client centered, psychodynamische, hechtingsheorieën) Begonnen als therapie voor borderline persoonlijkheidsstoornissen (evidence based) Ook steeds meer cluster C en persistente as 1- problematiek 1.2. Doel Schematherapie heeft een breder doel: Cl. helpen dat er voldaan wordt aan zijn noden en behoeften op een aangepaste manier door het veranderen van basisschema s, copingstijlen en modi 1.3. Ontstaan schematherapie (1) Weinig soepel/weinig toegang tot eigen emoties, gedrag en gedachten Kloof tussen cognitieve en emotionele veranderingen zijn groter (ik wéét dat het zo is, het voelt anders) Meer problemen met intieme relaties, wat weerslag heeft op de therapeutische relatie Cl. werken minder mee met de traditionele gedragstherapeutische technieken (huiswerk, gedachten bijhouden,.) 1.3. Ontstaan schematherapie (2) As 1 As 2 - Laat ontstaan - vroeg ontstaan - Cl. wil verandering - weerstand tegen verandering - Beperkt gebied - hele leven van cl. - Beperkt relationeel - sterk relationeel effect karakter - Opvoeding goed - tekorten in genoeg opvoeding 1

2. SCHEMA S EN COPING 2.1. Definitie schema (1) Het gaat om een basisthema, is niet zomaar een geloof Patronen, die zowel cognities, emoties, herinneringen, waarnemingen, gedragingen, relaties beïnvloeden Veel schema s ontstaan in de pré-verbale periode (amygdala vs. cortex) Diep ingewortelde patronen, die het zelfbeeld, het beeld van de anderen/de wereld bepalen. Worden getriggered wanneer een alledaagse gebeurtenis het schema raakt. 2.1. Definitie schema (2) Gebaseerd op trauma en/of schadelijke ervaringen in de kindertijd/adolescentie Gebaseerd op hoe het kind/adolescent de situatie ervaart Schema s vechten om hun bestaan, ook al zijn er nieuwe ervaringen (herhaling!). Hierdoor is er geen bevrediging van basisbehoeften. Kunnen een hele tijd slapen en in het latere leven naar boven komen Zijn dimensioneel: hoe heftiger en groter het schema, in hoe meer situaties het schema geactiveerd wordt en hoe sterker de ervaren emoties Schema: minderwaardigheid ZELF: Ik ben waardeloos ANDEREN: anderen vinden mij niet de moeite waard CONDITIONELE ASSUMPTIE: als ik iets fout doe, word ik gestraft INDUSTRIELE ASSUMPTIE: ik trek me terug Automatische gedachte Ik zwijg om te voorkomen dat ik kritiek krijg Strategie Terugtrekken Doen alsof 2.3. Oorsprong schema s 2.3. Oorsprong schema s: Basisbehoeften Veilige hechting (veiligheid, stabiliteit, koestering en acceptatie) Autonomie, competentie en identiteitsgevoel De vrijheid om uitdrukking te geven aan gerechtvaardigde behoeften en emoties Spontaneïteit en spel Realistische beperkingen en zelfbeheersing 2

Temperament 2.4. Onaangepaste copingstijlen Invloed ouders Disfunctionele schema s Disfunctionele copingstijlen Traumatische gebeurtenissen Klachten en problemen Overgave (freeze) ik gedraag mij overeenkomstig mijn schema. Vermijding (flight) ik vermijd de gevoelens van het schema en de bijhorende gevoelens. Compensatie (fight) Ik doe het tegenovergestelde alsof de schema s er niet zijn. Vreeswijk, e.a; (2008) 2.5. Young schemavragenlijst (1) 2.5. Young schemavragenlijst (2) Functionele afhankelijkheid 6,00 Kwetsbaarheid Gemiddelde score Sociale ongewenstheid 5,00 Kwetsbaarheid Verstrengeling Gemiddelde score Verstrengeling 4,00 Mislukking Onderwerping Zelfopoffering Onderwerping 3,00 2,00 Sociale isolatie Emotionele geremdheid Meedogenloze normen 1,00 Rechten toeeigenen Zelfcontrole/discipline Zelfopoffering 0,00 Onvolmaaktheid/schaamte Emotionele deprivatie Wantrouwen/misbruikt Verlating Emotionele geremdheid Verlating Onvolmaaktheid/schaamte Sociale isolatie Mislukking Meedogenloze normen Wantrouwen/misbruikt Sociale ongewenstheid Rechten toeeigenen Emotionele deprivatie Functionele afhankelijkheid Zelfcontrole/discipline 0,00 1,00 2,00 3,00 4,00 5,00 6,00 3. Schemamodi 3.1. Definitie Set van bij elkaar horende schema s en copingstrategien, die samen op een bepaald moment het denken, voelen en handelen van de cliënt bepalen ten koste van andere schema s Het gaat om een momentane, plots wisselende gemoedstand, die alles overheerst. Schema = trait, modus = state 3

Kwetsbare kind 3.2. KINDMODI Verdrietig, hulpeloos, minderwaardig, afgewezen, eenzaam, gevoel er niet bij te horen, schaamte, angstig, Boze kind Ongedisciplineerde kind Boos, ongeduldig omdat er niet aan zijn behoeften wordt voldaan. Heftig ((niet)verbaal), razend tegen mensen en voorwerpen als een klein kind Heeft geen frustratietolerantie, verdraagt geen ongemak of uitstel, wil alleen doen waar hij zin in heeft Blije kind 3.3. COPINGMODI Voelt zich geliefd, tevreden, beschermd, gewaardeerd. Is optimistisch, speels en spontaan als een gelukkig kind 4

Onthechte beschermer Willoze inschikkelijke Schermt zichzelf af voor heftige gevoelens contacten/, gevoelens zijn gevaarlijk. Gevoelens van leegte, verveling en depersonalisering/dissociatie Onderdrukt eigen behoeften en emoties om anderen te pleasen. Kropt agressie op. Gedraagt zich onderdanig en passief. Overcompenserende modus 3.4. DISFUNCTIONELE OUDERMODUS Controle over de andere houden (om niet gekwetst te worden), zich in een dominante positie plaatsen, zelfs door aan te vallen, dreigen, Veeleisende ouder Straffende ouder Zeer kritisch tav zichzelf, schuldbewust, moet voldoen aan hoge eisen en normen, steeds efficient zijn, perfectie Is agressief, intolerant, ongeduldig en uiterst streng tov zichzelf. Schaamt zich voor zijn fouten en vindt dat hij daarvoor gestraft moet worden. 5

Gezonde volwassene 3.5. GEZONDE MODUS Positieve en genuanceerde gevoelens tav zichzelf, dingen die goed zijn voor hem, gezonde activiteiten en relaties. 3.6. Schemamodi: herkennen Afname SMI www.schematherapie.nl Herkennen in de therapeutische relatie Wat vertelt de cl.? Inhoud van het verhaal Hoe vertelt de cl. het verhaal? Houding, intonatie, (in)congruentie lichaam-taal,... Wat roept het op bij de th.? 4. Behandeling (1) 4. BEHANDELING Centraal staat de therapeutische relatie: limited reparenting en empathische confrontatie Veel aandacht voor de noden en behoefenten van de cl. en vooral van het kwetsbare kind Vechten tegen en uitschakelen van de disfunctionele oudermodus Het boze en impulsieve kind leren op een aangepaste manier gevoelens te uiten Erkenning en stapsgewijs opzij zetten van disfunctionele copingmodi 6

4. Behandeling (2) Centraal staan experientiële technieken (imaginatie met rescripting, stoelentechniek, exposure gevoelens,.) Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de technieken zoals bekend van de gedrags- en cognitieve therapie Diagnostiek Casusconceptualisatie Diagnostiek Bij aanvang van de therapie schema s, modi en coping van cliënten in kaart brengen: Vragenlijsten (schemavragenlijst) Neerwaartse pijltechniek Imaginatie (experiëntiële techniek) Levensverhaal (patronen) Diagnostiek Vragenlijsten Young Schema Questionnaire (YSQ; Young, 2003) Schemavragenlijst voor jongeren (Vlierberghe e.a. 2009) Schema vragenlijst voor kinderen (Boo & Rijkeboer, 2010) Modivragenlijst voor jongeren (Roelofs e.a., 2015) Schemacopingvragenlijst (Rijkeboer & Lobbestael) Casusconceptualisatie Doel CC: therapeut leert cliënt kennen en cliënt leert zichzelf (nog) beter kennen Holistische theorie: ontstaan van schema s, coping, modi, klachten en problemen en persoonlijkheid Basis voor behandelplan en monitoren van behandelproces 7

Therapeutische relatie Therapeutische relatie Limited reparenting Kern van schematherapie is het ervaren van een veilige en ondersteunende therapeutische relatie = van groot belang voor het helen van dysfunctionele schema s die aan de basis van persoonlijkheidsstoornissen liggen Limited reparenting: uitgangspunt Cl. is gestagneerd in zijn/haar emotionele ontwikkeling. Alle energie is gegaan naar het overleven van de omstandigheden en cl. reageert vanuit vroeger. Doel is de emotionele ontwikkeling weer op gang te brengen door emoties en behoeften van de cliënt te valideren en er zorgzaam mee om te gaan. Limited reparenting - taal (concreet, niet te lange zinnen, niet gericht op feiten, maar op de emoties) - Toon (zorgzaam, vriendelijk, rustig) - eventueel dichter bij cl. gaan zitten, aandacht voor houding cl. en eigen houding, - empathie afgestemd op cl. Limited reparenting Cliënt valideren, troosten en ondersteunen = middel om tot verandering te komen -> eerst vertrouwen krijgen in de therapeutische relatie en daar veiligheid ervaren -> daarna kan cliënt gezondere patronen ook in andere relaties proberen Limited reparenting Therapeut als rolmodel voor uiten en vervullen van behoeften cliënt gaat dit internaliseren = versterken gezonde volwassene -> helpend om beter voor zichzelf te zorgen ->helpend om grenzen te stellen in dagelijks leven 8

Therapeutische relatie Empathische confrontatie Gericht op gedrag, coping dat problemen geeft in de communicatie of destructief is Binnen de veilige therapeutische relatie valideert therapeut functie, belang en oorsprong van de modi, de moeite om te veranderen, maar ook het belang om dit te veranderen. Empathische confrontatie Geef de modus van waaruit het gedrag komt de ruimte Benoem het gedrag en de modus (niet niveau van persoon!) Valideer altijd de functie, het belang en de oorsprong van de modi waar het gedrag uit te verklaren is Benadruk effect op eigen emoties en het effect van het gedrag van de cliënt op jou als therapeut en confronteer cliënt hiermee Omgaan met kindkanten Omgaan met modi Behandelen kwetsbare kindmodus Gevoelens die naar boven komen valideren en verwelkomen emotioneel steunen (troosten en ondersteunen) Cognitieve technieken: irreële cognities bestrijden. Wat zijn normale behoeften en deze verbinden aan zichzelf Ervaringsgerichte technieken: imaginaire rescripting via verbeelding wordt wel aan de behoeften van het kind voldaan Toegang tot het gekwetste kind De therapeut gaat in dialoog met de modus in het kader van limited reparenting - Mag ik met de klein, gekwetste... praten - Troost, steun en bescherming bieden - Ondersteuning tegenover andere innerlijke en uiterlijke advizeurs / doordrijvers - Onderzoeken van de behoeften: wat heeft... nodig? 9

Werken met het boze kind Imaginatie met rescripting Differentiatie boze kind, boze beschermer, aanvallende modus Boze kind wordt geholpen in het op een goede manier uiten van zijn gevoelens en opkomen voor eigen behoeften(vaak beangstigend voor ado observeren van onderliggende toon, gevoel, houding,...) Boze beschermer/aanvaller wordt erkend, maar begrensd. Doel imaginatie IR Stoppen van verkeerd gedrag ouder/ander Recht doen of wraak nemen Steun en veiligheid bieden aan het kind Ontschuldigen van het kind Rechten van het kind verwoorden Andere conclusie op schemaniveau Imaginatie met rescripting Vier variaties: 1. De therapeut rescript 2. De cliënt rescript, met hulp van therapeut 3. De cliënt rescript, met hulp van anderen 4. De cliënt rescript zelf Werken met de kritische kant Meerstoelentechniek met de kritische kant Nodig de kritische kant uit op een stoel te gaan zitten. Complementair aan de kritische kant is er ook de gekwetste kant. Geef deze ook een stoel Laat de kritische kant even aan het woord of verwoord ev. zelf wat die zegt (je kan ACHTER de straffende stoel staan. Zeg duidelijk wat je vindt van deze kant (dat die de kleine. niet helpt, haar pijn doet,.) en dat jij het opneemt voor KK 10

Meerstoelentechniek met de kritische kant Check regelmatig hoe het met KK gaat Vraag ook hoe de ouder zou reageren Blijf doorgaan tot KK zich veilig voelt Verderop in de therapie kan de eigen GA het overnemen. Werken met copingmodi Werken met copingmodi 1. Door disfunctionele coping heen gaan of coping omzeilen 2. Geef kwetsbare kind wat het nodig heeft 3. Kritische en veeleisende boodschappen wegnemen 4. Boze kind modus reguleren 5. Gezonde grenzen voor impulsieve kind 6. Verder ontwikkelen gezonde jongere en blije kind Werken met de coping: stoelentechniek Identificeren van de modi (voorafgaand) dmv modusmodel, tekeningen, materiaal Opstellen van een lege stoel: wil meer contact krijgen met..., is misschien vreemd, wil je het gewoon proberen? Th. neemt ev. zelf de rol over van de disfunctionele modus met alle gedachten, gevoelen, gedragingen,... die bij de modus horen. Th. neemt terug de rol van volwassene en bekijkt het met ado: wat denk je? Wat zien anderen dan? Voor- en nadelen van de copingmodus, waarbij zeker de modus als overlevingsstrategie benoemd wordt. Aandacht voor het gekwetste kind Let op: soms heeft de jongere deze nodig omdat ze nog steeds in de moeilijke situatie zitten. Kijken wanneer hij wel kan ingezet worden en hem kan helpen Stoelentechniek Th. neemt terug de rol van volwassene en bekijkt het met ado: wat denk je? Wat zien anderen dan? Voor- en nadelen van de copingmodus, waarbij zeker de modus als overlevingsstrategie benoemd wordt. Aandacht voor het gekwetste kind Let op: soms heeft de jongere deze nodig omdat ze nog steeds in de moeilijke situatie zitten. Kijken wanneer hij wel kan ingezet worden en hem kan helpen Oefening stoelentechniek Identificeer de twee modi (beschermende en kwetsbare kant) Zet de twee modi in twee stoelen Laat de twee modi met elkaar praten (therapeut ondersteunt, coacht, maakt groter/kleiner) Functie van beschermende kant wordt gevalideerd als overlevingsstrategie Therapeut ondersteunt kwetsbare kant door aan te geven dat het ruimte wil en dat daarvoor de beschermende kant opzij kan gaan. 11

Wie/wat is de gezonde kant Werken met de gezonde kant Dat deel in jezelf dat weet wat goed voor je is, waar je blij mee bent,. Het is als het ware een soort helikopter, die mee kijkt naar de verschillende kant in ons (integrerend) Hoe sterker positieve boodschappen van de omgeving zijn geïntegreerd (good object), hoe sterker die gezonde adolescent Wat doet de gezonde kant Spreekt de kritische kant aan en neemt het op voor het eigen gekwetste kind en dus voor de client zelf Zet disfunctionele copingkanten opzij indien nodig. Copingkanten zijn belangrijk en zijn goed om in te zetten. De GK schat in in welke mate je je kan openstellen en wanneer het ook goed is om je af te sluiten. Ondersteunt, troost, verdraagt, geeft aandacht aan de kwetsbare kindkanten. Begrenst impulsieve en boze kanten en komt op een gepaste manier op voor eigen behoeften Werken met de GA Geef veel aandacht aan de gedragingen, gedachten, gevoelens, lichamelijke gewaarwordingen,. van de GA (alles wat we aandacht geven wordt groter). Als GA in de kamer aanwezig is, kan je alles gaan ontdekken wat in GA aanwezig is: hoe/waar voel je die? Hoe denkt die? Wat zegt die?... Werken met GA Specifieke oefeningen, die GA versterken (emotieregulatieoefeningen windows of tolerance) - symbool uitzoeken voor GA/transitioneel object - grensoefeningen - veilige plek/imaginatieoefening - mindfulness oefeningen, ademhaling, aarding - werken met interne resources (gevoelens, gedragingen, die er ergens al zijn en kunnen worden ingezet) - hulp, steun vragen 12