onderwerp kenmerk behandeld door Verzonden Beantwoording vragen frictiekosten overgang D. Minnema

Vergelijkbare documenten
Gedeputeerde Staten van Flevoland,

Zeeland. Provincie. Gedeputeerde Staten. Voorzitter van Provinciale Staten T.a.v. de Statengriffie. Middelburg, 26 september Geachte voorzitter,

Controleverordening Provincie Flevoland 2012^

[^Zeeland. - 1 NAlW Provincie. I Z AK >4r;. ICLASS. Gedeputeerde Staten. de voorzitter van de Provinciale Staten p/a Statengriffie

^Zeeland. llll lllllll lllll lllll llll llll 30 MEI viva Provincie. Gedeputeerde Staten

gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Flevoland van 26 juni 2012 kenmerk ;

kenmerk dg llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll

Mobiliteitsafspraken 2015 KLM Grondpersoneel

Verzoek om budget advieskosten voor grondverwerving OVW en krediet voor open planproces Natuur in Flevoland

B. Verkleinen takenpakket Provincie Zuid-Holland

Consequenties. Afbouw Wabo-takenpakket. Westerwolde

Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Spoorlaan CB Tilburg Postbus AB Tilburg

Betreft vergadering Commissie Economie 17 juni Statenadviseur Simon de Visser

Illlllllilllplllllillllllil. kenmerk llllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllll

Hierbij zenden wij u het Statenvoorstel 3e wijziging begroting 2018 van de Provincie Zeeland toe.

Brief verzenden aan PS waarin wordt voorgesteld PS jaarlijks te informeren over de toegankelijkineid van de bushalten in Zeeland.

OPENBAAR documentnummer Zaaknummer verwijsnummer

lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll zienswijze ontwerp wijzigingsplan "Aagtekerkseweg 6 te Aagtekerke"

1ste BEGROTINGSWIJZIGING ste Wijziging van de Begroting 2015

OPENBAAR documentnummer Zaaknummer verwijsnummer

Statenvoorstel 2 e wijziging begroting provincie Zeeland Betreft vergadering Commissie Bestuur, Financiën en Welzijn 29 november 2013

Rm mziz/wlimburg. Begrotingswijziging Programmabegroting RUD Zuid-Limburg. Meerjarenraming

Bijlage D Raads- en statenvoorstel 1 en besluit GR RUD LN

Statenvoorstel 7 e wijziging begroting provincie Zeeland Betreft vergadering Commissie Bestuur 24 maart 2016

In de bijlage is de presentatie opgenomen die is getoond tijdens de raden- en Statenbijeenkomsten van 12 en 17 april 2018.

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

Raadsvoorstel. Onderwerp. Status. Voorstel. Inleiding. Ag. nr.: Reg. nr.: Datum:

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Omgevingsdienst Midden- en West- Brabant: bedrijfsplan en GR. Raadsinformatieronde 4 oktober 2012

OPENBAAR documentnummer Zaaknummer verwijsnummer

Jaarrapport Noordelijk Belastingkantoor. Jaarrapport, controleverklaring en accountantsverslag

OPENBAAR documentnummer Zaaknummer verwijsnummer

llllllllllillllllllllllilllllllll f H 2018

Betreft vergadering Provinciale Staten 14 november Commissiegriffier Margreeth Trimpe

i. - De besluiten zijn gepubliceerd in de Staats ecu rant. Deze teksten zijn eveneens

Betreft vergadering Provinciale Staten 3 juli Commissiegriffier Margreeth Trimpe

1. Huidige aandelenverhouding en verliesbijdrage

Artikel 3 Vaststelling van het volume voor de uitvoering van basis-, en niet basis- en plustaken

OPENBAAR documentnummer Zaaknummer verwijsnummer

GEMEENTE BOEKEL VOORSTEL AAN DE RAAD. Datum : 23 januari Voorstel van : college van burgemeester en wethouders. Onderwerp : Kadernota ODBN 2019

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND

Print HOGER. Rechtsgebied: Sociale zekerheid. Uitspraak 09/5987 ZVW. tegen de uitspraak van CAK. CAK heeft. werkzaam. uitspraak) Pagina 1van 7

OPENBAAR documentnummer Zaaknummer verwijsnummer

Raadsvoorstel Besluit om: Inleiding

RUD UTRECHT. Besluit: vast te stellen navolgend Mandaatbesluit RUD Utrecht provincie Utrecht/gemeente )

Samenwerking Maasgouw, Echt-Susteren, Roerdalen. Presentatie commissies Maasgouw, Echt-Susteren, Roerdalen 29 augustus, 3 september 2012

MEMO. Onderwerp: Begrotingswijziging Datum: 6 juni 2019

Marktverordening en Marktreglement 2017

Leergang Ondernemend leiderschap

OPENBAAR documentnummer Zaaknummer verwijsnummer

AVS Centrum Educatief Leiderschap

AVS Centrum Educatief Leiderschap

OPENBAAR documentnummer Zaaknummer verwijsnummer

onderwerp kenmerk behandeld door verzonden Drs. T.M.E.P. Beulen Borssele op zijn verzoek tot het uitvoeren van * * extra geluidmetingen

Leergang Ondernemend leiderschap

gegevens over de eerste vier maanden wordt een prognose gegeven voor 2015.

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Raadsvoorstel Zaak :

Nr /108 Middelburg, 17 december Aan de Provinciale Staten van Zeeland,

OPENBAAR documentnummer Zaaknummer verwijsnummer

Liquidatieplan Gemeenschappelijke regeling Milieusamenwerking Regio Arnhem. 26 maart 2015

AFD AFO. TERMIJN AFD. TERMIJN DATUM \ 1 3 MAM MW8I 2017 DOC.NR. CLASS. kenmerk

6e wijziging begroting 2018 Provincie Zeeland VOORSTEL

Concept Leidraad Ervaringssterfte

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Bijlage 1 bij het gewijzigd methodebesluit systeemtaken TenneT Uitwerking van de methode in rekenkundige formules ACM/UIT/505480

Subsidie SCEZ voor inventarisatie cultuurhistorische waardevolle boerderijen in 2016

Aan de voorzitter van Provinciale Staten van Zeeland P/a Statengriffie. WEB /27 Economie. 2 (statenvoorstel + statuten) P.C.

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING AVRI

Ontwikkelingen Museum het Valkhof

Commissie Beleidscyclus College van B&W Aanpak achterblijvende overhead

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Betreft vergadering Provinciale Staten 12 december Commissiegriffier Margreeth Trimpe

OPENBAAR documentnummer Zaaknummer Verwijsnummer

NeeJa. kenmerk dg * * Naar aanleiding van uw subsidieaanvraag van 12 september 2018 delen wij u het volgende mee.

Het bestuur van Stichting Schouwburg Venray t.a.v. de heer J. Vervoort Postbus AB Venray. Geachte heer Vervoort,

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen.

PROVINCIAAL BLAD. Mandaatbesluit OD NZKG 2015 provincie Utrecht en de bijlage

Havenplein. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp. Programma Grondbeleid

OPENBAAR Documentnummer Zaaknummer Verwijsnummer

Voorstel begrotingswijziging september 2018 (BBV)

OPENBAAR documentnummer Zaaknummer verwijsnummer

OPENBAAR documentnummer Zaaknummer verwijsnummer

Bijlage bij Uitvoeringsovereenkomst Provincie Utrecht 2017

OPENBAAR documentnummer Zaaknummer verwijsnummer

Statenvoorstel 47/09 A

IBML Financieel technische vragen begroting 2017

KAPELLE. begrotingswijziging 2014 zijn de uitkomsten van de 1 e financiële rapportage 2014 verwerkt.

Gemeente Woudenberg. Geachte heer Van den Broek, Beleid en Ontwikkeling

Zeeland PROVINCIE ZEELA. Provincie. Gedeputeerde Staten AFD. SG AMBT. DATUM - 9 JAN. 2017

Onderwerp Ontwerpbegroting 2018 FUMO

OPENBAAR documentnummer Zaaknummer verwijsnummer

Memo: Wob-verzoek inhuur

OPENBAAR. Zeeland. Beslisnota GS. llllillllllilililliillllllliillllilllll zaaknummer verwijsnummer

Wij vertrouwen erop mede met deze kaderbrief een bijdrage te leveren aan een goede governance van Het Waterschapshuis.

Voorbeeld-RI&E, met Plan van Aanpak (met dank aan ArboUnie Noordwest Nederland)

Geachte leden van provinciale staten en leden van de gemeenteraad

Statenvoorstel. Wijziging grondwaterheffingsverordening Zuid-Holland. Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Aanbiedingsformulier voor AB

Transcriptie:

Abdij 6 4331 BK Middelburg Postbus 6001 4330 LA Middelburg +31 118 631011 IBAN NL08 BNGH 0285010557 Gedeputeerde Staten Provinciale Staten van de Provincie Zeeland Postbus 6001 4330 LA MIDDELBURG onderwerp enmer behandeld door Verzonden Beantwoording vragen frictieosten overgang 19424142 D. Minnema Brzo-taen +31 118 631738 Ja Middelburg, 6 september 2019 Geachte voorzitter, In uw commissievergadering van 30 augustus jl. heeft u ons voorstel Implementatie werwijze uitvoering Brzo-taen besproen. Wij betreuren dat uw vragen tijdens de informatiebijeenomst en in de commissie niet voldoende beantwoord onden worden. Wij hebben u toegezegd alle resterende vragen schriftelij te beantwoorden. Onderstaand treft u de beantwoording van uw vragen aan. Wij verzoeen u deze te betreen bij de behandeling van ons voorstel. Op 13 september is een extra commissie Ruimte gepland, waar ons voorstel, aangevuld met deze toelichtende antwoorden besproen an worden. Graag zijn wij bereid om voorafgaand aan de commissie de beantwoording zo nodig nader technisch toe te lichten. Naar aanleiding van diverse vragen en opmeringen in de commissie lichten we nog graag de status van het gevraagde rediet van 2,8 miljoen aan u toe. Het rediet van 2,8 miljoen beschouwen wij als het maximale bedrag dat wij nu moeten reserveren voor de vergoeding van frictieosten aan RUD Zeeland in verband met een vlotte en goede overgang van de BRZO uitvoering van RUD Zeeland naar DCMR. Met de becijfering en beoordeling van frictieosten door een onafhanelije desundige omen we onze plichten als deelnemer in de gemeenschappelije RUD Zeeland naar de andere deelnemende Zeeuwse overheden zorgvuldig en vlot na. We zijn en blijven een betrouwbare deelnemer in de Zeeuwse omgevingsdienst. Daarbij hebben we als uitgangspunt gehanteerd dat osten in redelijheid worden vergoed èn voor zover daar oo in werelijheid sprae van is. Door de onafhanelije en desundige beoordeling on relatief snel en doelmatig overeenstemming worden bereit over een redelij en maximaal inhoudelij en financieel ader vooraf behorend bij de wettelij verplichte overheveling van Brzo-taen van RUD Zeeland naar DCMR. Een langdurig en complex onderhandelingsproces tussen provincie en overige deelnemers is hiermee vooromen. Met u zijn wij van mening dat osten alleen worden vergoed voor zover daar in werelijheid oo sprae van is. Op voorhand is van werelije osten sprae voor wat betreft de onderdelen projectosten (totaal 675.000) en de osten die verband houden met het sociaal statuut ( 227.000). Deze osten zijn reeds gemaat of worden gemaat bij het ontslag van de betreffende medewerers door de RUD Zeeland per 1 otober aanstaande. Deze osten zullen daarom direct en zonder voorbehoud aan RUD Zeeland worden vergoed. Ten aanzien van de overige osten geldt dat wij deze aan de RUD vooruit zullen betalen. Op basis van de jaarstuen zullen wij jaarlijs met de RUD bezien in hoeverre van frictieosten in werelijheid oo sprae is geweest. Wanneer osten daarbij in werelijheid lager zijn uitgevallen, gaan wij over de teruggave van dat deel met de RUD in overleg. Dit beteent dat bijvoorbeeld mogelije dempingseffecten als gevolg van mogelije toeomstige wijzigingen in de (deing) van de overheadsosten van de RUD Zeeland alsnog terugvloeien naar de Provincie. Dit an in twee gevallen optreden: de overhead van de RUD Zeeland wordt in werelijheid sneller afgebouwd dan nu in de bereening is voorzien dan wel worden er meer taen door RUD Zeeland uitgevoerd waardoor de

deing voor de overhead toeneemt en het uurtarief daalt. De resultaten van de jaarlijse beoordeling en afreening zullen wij de omende jaren via de provinciale jaarreening expliciet aan u verantwoorden. De beantwoording van uw vragen hebben wij gerubriceerd naar drie thema s: Thema 1: Waarom moet de BRZO uitvoering worden overgeheveld van RUD Zeeland naar DCMR en waarom moet de provincie frictieosten vergoeden? Thema 2: Hoe is het proces verlopen voor het bepalen van de maximale frictieosten? Thema 3: Inhoudelije vragen met betreing tot de frictieosten Per thema treft u onderstaand de beantwoording en een nadere toelichting aan. I A Waarom moet de BRZO uitvoering overgeheveld van RUD Zeeland naar DCMR en waarom moet de provincie frictieosten vergoeden? Velen van u hebben vragen gesteld over waarom taen moeten worden overgeheveld. Waar dienen de frictieosten voor en waarom zijn dit osten die wij als provincie zouden moeten dragen? Wat is onze verantwoordelijheid en hoe zit het met de andere deelnemers in de gemeenschappelije regeling? En ten slotte, hoe ijen Gedeputeerde Staten aan tegen de langere termijn toeomst van de RUD? Immers, dit besluit an dan wel bijdragen om de Brzo-taen goed en walitatief goed te organiseren, maar hoe zit het met het toeomstperspectief van de andere taen die door de RUD worden uitgevoerd? De wet (Besluit Omgevingsrecht) bepaalt dat de Brzo-taa moet worden uitgevoerd door een van de zes aangewezen Omgevingsdiensten in Nederland en dat het ondermandaat van DCMR naar RUD Zeeland niet langer is toegestaan. Gedeputeerde Staten mandateert de bevoegdheid voor de Brzo-taen naar DCMR. De DCMR verleende vervolgens ondermandaat aan RUD Zeeland. Voor Zeeland is de Brzoomgevingsdienst de DCMR. Het Rij heeft dit besloten omdat de Brzo-taen dermate specialistisch zijn, dat het voor de waliteit goed is dat dit wer geconcentreerd wordt. Zeer voor Zeeland als tweede risicogebied van Nederland is het van groot belang dat de Brzo-taen walitatief goed, bestendig en osteneffectief uitgevoerd worden. Veiligheid en gezondheid staat in Zeeland voorop. Dit beteent evenwel dat de RUD Zeeland deze taa niet langer mag uitvoeren. Bij het wegvallen van deze taa bij RUD Zeeland ontstaan frictieosten. Deze worden voor een groot deel veroorzaat doordat de deing voor de overhead vermindert. Consequentie hiervan is dat de overheadosten moeten worden verdeeld over minder uren productie, met als gevolg dat het uurtarief stijgt. De Gemeenschappelije Regeling RUD Zeeland bepaalt dat de partij die taen weghaalt bij de RUD (er dus verantwoordelij voor is) deze effecten tijdelij dempt voor de overige deelnemers. De RUD rijgt dan de tijd om de vaste overhead af te bouwen of om meer taen uit te gaan voeren. Beoogd effect is dat de andere deelnemers niet met stijgende uurtarieven voor de uitvoering van hun taen worden geconfronteerd. KPMG heeft de duur van de compensatie, 5 jaar, bepaald op basis van redelijheid en ervaring bij andere overheidsorganisaties. De variabele overhead wordt in 1 jaar afgeschaald. I B De toeomst Ondans het wegvallen van de Brzo-taa bij RUD Zeeland, heeft RUD Zeeland expliciet aangegeven te unnen blijven voldoen aan de waliteitscriteria voor de resterende werzaamheden. De robuustheid, waliteit en de toeomst van RUD Zeeland is voor ons belangrij en zal daarom steeds gespresonderwerp zijn in overleggen met de overige deelnemers van RUD Zeeland. Zo zullen de omende periode dossiers als het overdragen van BRIKS taen naar RUD Zeeland en de evaluatie van PxQ op de agenda staan. Daarnaast zullen wij starten met het opstellen van een lange termijnperspectief waarbij een verenning naar het verder versteren van RUD Zeeland door het inbrengen van extra formatie onderdeel is. Te denen valt aan de overdracht van taen op het gebied van BRIKS, natuur en ondermijning. II Hoe is het proces verlopen voor het bepalen van de maximale frictieosten? De tweede groep vragen gaan over het proces. Hoe is dit resultaat tot stand geomen? Wat waren de uitgangspunten en waarom heeft RUD Zeeland in samenspraa met ons onafhanelije desundigheid ingehuurd? Wat was precies de opdracht van KPMG? En oo op wele wijze was de informatie voorziening richting KPMG georganiseerd? Het proces startte met de inweringtreding op 1 juli 2017 van het Besluit Omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving). Naar aanleiding van dit besluit hebben wij de bevoegdheid

van de directeur van de DCMR om ondermandaat aan RUD Zeeland te verlenen geschrapt. Vanaf dat moment wordt gewert met een tijdelije werwijze. Tegelij is gestart met het onderzoeen en ontwielen van een definitieve werwijze die binnen het wettelij ader past. Wij hebben u hierover op 20 juni 2017 geïnformeerd. Het onderzoeen en ontwielen van een definitieve werwijze hebben wij gedaan in twee scenario s. Het eerste scenario (A) houdt in dat de DCMR de RUD Zeeland inhuurt voor de Brzo taa. Het tweede scenario (B) houdt in dat dat de DCMR de Brzo taa volledig uitvoert met (RUD) medewerers die in dienst zijn of omen van de DCMR. De RUD blijft in scenario B de niet-brzo taen wel voor de Provincie uitvoeren. Oo treedt de Provincie niet uit de Gemeenschappelije Regeling van RUD Zeeland. Uitgangspunt voor de nieuwe werwijze is hierbij dat de directeur van de DCMR haar verantwoordelijheden waar an maen, de sturing centraal plaatsvindt vanuit de DCMR en dat de BRZO taen door medewerers die in dienst zijn van de RUD Zeeland unnen worden uitgevoerd. Tijdens het onderzoeen van de nieuwe werwijze is gebleen dat de eerste twee uitgangspunten op gespannen voet staan met het uitgangspunt dat het personeel in dienst an blijven van RUD Zeeland. Vervolgens hebben wij beide scenario s afgezet tegen het maatschappelije belang van een schoon en veilig Zeeland, ons belang als bevoegd gezag voor de Brzo taen (walitatief goede, bestendige en osteneffectieve uitvoering van de Brzo taen), ons belang als eigenaar van RUD Zeeland (continuïteit en robuustheid) en ons belang bij wergelegenheid in Zeeland. Daarom hebben wij op 4 september 2018 besloten dat de DCMR de Brzo taa volledig gaat uitvoeren met (RUD) medewerers die in dienst zijn of omen van de DCMR. Consequentie van dit besluit was een reorganisatie bij RUD Zeeland tot gevolg, waarbij we hebben geconformeerd aan de afspraen uit de Gemeenschappelije Regeling RUD Zeeland. Op 4 september 2018 hebben wij u daar schriftelij over geïnformeerd. Op 5 otober 2018 hebben wij hierover een informatiebijeenomst voor uw Staten georganiseerd. Eind otober 2018 is de implementatie van de geozen, nieuwe werwijze van start gegaan. Hierbij zijn de volgende voorwaarden en uitgangspunten door de Provincie, RUD Zeeland en DCMR gehanteerd. De Gemeenschappelije Regeling (GR) RUD Zeeland is hiervoor een belangrij ader. 1. Er blijft een robuuste RUD Zeeland 2. Er vallen geen ontslagen 3. Standplaats van de betroen medewerers blijft Terneuzen of in ieder geval in Zeeland 4. Zo weinig mogelij impact voor de betroen medewerers 5. Frictieosten worden geminimaliseerd waarbij een onafhanelije derde de frictieosten opstelt. Om de geformuleerde uitgangspunten te borgen in het proces en resultaat, is een directieoverleg ingesteld. Dit overleg bestaat uit de directeuren van RUD Zeeland, DCMR en Provincie. Vanuit dit overleg werden de besturen van de RUD, DCMR en Provincie geïnformeerd en is om besluitvorming gevraagd aan de besturen van RUD Zeeland en aan ons college. Conform de uitgangspunten van de GR RUD Zeeland, maar oo conform onze wens, is een onafhanelije partij ingeschaeld om de frictieosten op te stellen. Hierover hebben wij u op 5 februari 2019 geïnformeerd. Bij het selecteren van de onafhanelije partij, zijn drie offertes opgevraagd. KPMG wam daaruit als beste naar voren. De vraagstelling aan KPMG was: - Wat zijn de frictieosten die volgen uit de overdracht van de Brzo-taen van RUD Zeeland aan de DCMR? - Wat zijn de minimale frictieosten? - Hoe unnen de uitomsten worden gepresenteerd ten behoeve van besluitvorming? In de maanden na opdrachtverstreing aan KPMG is veel informatie verzameld en verstret. Wij hebben gedurende dit proces geen redenen gehad om de twijfelen aan de geleverde informatie. In de maanden april en mei zijn de verschillende uitomsten en concepten aan ons gerapporteerd en besproen. Uw Staten zijn op 7 juni 2019 op basis van die conceptuitomsten geïnformeerd dat de frictieosten in ieder geval een getal van zes nullen zal zijn. In de ween daarna werden de laatste posten uitgewert en is het rapport definitief gemaat. Op 1 juli 2019 heeft het Algemeen Bestuur van RUD Zeeland het KPMG rapport vastgesteld. Op 4 juli 2019 heeft de RUD Zeeland ons verzocht de frictieosten te vergoeden.

Mocht uw Staten besluiten om de frictiemiddelen niet beschibaar te stellen, dan an ons besluit van 13 augustus 2019 om deze middelen wel te vergoeden niet uitgevoerd worden. Dan zal er opnieuw overleg moeten zijn met het bestuur van RUD Zeeland. Mogelij begint de RUD een juridische procedure tegen de Provincie. Wij vinden het onwenselij om in een dispuut terecht te omen met een mede-overheid waar wij zelf mede-eigenaar van zijn. III Inhoudelije vragen met betreing tot de frictieosten Het derde thema betreffen de inhoudelije vragen die gaan over de frictieosten. Hieronder beantwoorden wij deze vragen puntsgewijs. Scenario s Met betreing tot uw vragen over het minimale en maximale scenario is met name de termijn waarop overhead wordt afgebouwd van groot belang. De scenario s zijn dus geoppeld aan de tijd. In het hiervoor geschetste proces is als uitgangspunt afgesproen om tot een redelije vergoeding van frictieosten te omen. KPMG heeft op basis van redelijheid en ervaring bij andere overheidsorganisaties een lineaire afbouw in 5 jaar vastgesteld. Onderbouwing overhead van RUD Zeeland U heeft gevraagd naar de onderbouwing van de opgevoerde posten voor overhead en de relatie met de totale overheadosten uit de begroting 2019 van RUD Zeeland. Dit lichten wij hieronder toe. Als bijlage treft u een totaal overzicht aan van de posten met bijbehorende bedragen aan. Vertrepunt voor het bepalen van het schaalnadeel overhead is de begroting 2019. Dit betreft een bedrag van 4,7 miljoen euro. Dit overheadsbedrag drut voor 22% op BRZO taen, uitgaand van de totaal aantal directe (gerealiseerde) uren BRZO t.o.v. het totaal aantal directe uren. Hieruit volgt dat het aandeel Bzro gerelateerde overhead een bedrag van ca. 1 miljoen euro betreft. Dit bedrag bestaat deels uit variabele osten ( 451.244), deels uit vaste osten ( 594.573). Voor wat betreft de variabele osten is afgesproen dat deze niet in de frictieosten worden betroen, omdat deze op orte termijn volledig afgebouwd unnen worden. De vaste osten van 594.573 zijn als basis genomen voor het schaalnadeel overhead zoals opgenomen in het KPMG rapport. Onderstaande tabel onderbouwt deze bedragen. 2019 2020 2021 2022 2023 2024 Totaal Afschaalpercentage 100,00% 83,33% 66,67% 50,00% 33,33% 16,67% basis schaalnadeel overhead (incl. inflactie 2,4%) 594.573 608.843 623.455 638.418 653.740 669.430 Bereend schaalnadeel overhead 123.000 507.000 416.000 319.000 218.000 112.000 1.695.000 Projectosten en inweren De projectosten bestaan uit eenmalige osten die gemaat zijn om de overheveling van taen uit te voeren, zoals het inhuren van personeel, inweren van personeel, eenmalige investeringen in bijvoorbeeld dossiers en systemen en een post onvoorzien. Het verschil aan inzet tussen DCMR ( 167.000) en RUD ( 508.000) an verlaard worden doordat de RUD veel voorbereidend wer heeft uitgevoerd zoals het inweren van personeel voor DCMR. In dit geval heeft de RUD deze osten opgevoerd omdat het personeel daar nog in dienst is. Voor de totaalosten maat het niet uit wele partij de osten opvoert, de werzaamheden zijn noodzaelij en worden door ons vergoed. De projectosten zullen worden afgereend op basis van nacalculatie. Het plaatsen van een scheidingswand Zoals we eerder in deze brief hebben aangeven, willen wij alleen werelij gemaate osten vergoeden. Als DCMR en RUD Zeeland aangeven dat de wand niet langer noodzaelij is, dan wordt de wand niet gerealiseerd en betaalt de Provincie er niet voor. Het houden van een afscheidsfeest Oo voor het afscheidsfeest geldt hetzelfde principe als voor het plaatsen van een scheidingswand. Er wordt afgereend op basis van werelije osten. Bij het bereenen van het opgenomen bedrag in de KPMG rapportage is uitgegaan van interne spelregels voor afscheid van medewerers van RUD Zeeland.

Het sociaal plan De RUD Zeeland heeft als huidig wergever de wettelije verantwoordelijheid voor het opstellen van het sociaal plan. Een sociaal plan is verplicht bij een dergelije reorganisatie. Het sociaal bevat de volgende elementen: Proportionele gratificaties ambtsjubilea 22.000 Plaatsingscommissie 22.000 Functie- en persoonsgebonden toelagen 23.000 Kosten voor fase 2 (herinrichting achterblijvende organisatie) 100.000 (inschatting) Kosten afscheidsbijeenomst RUD 10.000 Compensatie toelagen en vaantie-/compensatieverlof 50.000 (inschatting) Omdat er met inschattingen gewert is, wordt gereend met 5% onvoorziene osten. Contracten RUD Zeeland met de gemeente Terneuzen De RUD Zeeland heeft met de gemeente Terneuzen twee overeenomsten: een huisvestingsovereenomst en een voor de ondersteunende diensten op het gebied personeel en organisatie, financiën en administratieve organisatie en inoop, ICT, communicatie, juridische expertise, voor niet reguliere werzaamheden op het terrein van bezwaar en beroep en facilitaire ondersteuning. De Provincie is hierin geen contractpartij. Alleen het huisvestingsdeel gaat over naar de DCMR. Daar ondervindt de gemeente geen nadeel van. DCMR zal echter geen ondersteunende diensten afnemen van de gemeente Terneuzen. DCMR levert deze dienst vanuit de eigen organisatie. Op dit onderdeel rijgt de gemeente Terneuzen wel te maen met frictieosten. Het is dus niet zo dat de DCMR minder betaalt voor huisvesting aan de gemeente Terneuzen. Het verschil zit in de diensten die de DCMR niet afneemt. Teruggave van 500.000 door DCMR Omdat de RUD in 2019 minder an doorbelasten aan DCMR, geeft DCMR 500.000 terug aan de Provincie. Hierover is een afspraa gemaat. Het bedrag an daardoor niet hoger of lager worden. Met ingang van 1 otober 2019 verreenen wij teorten of overschotten niet el jaar, maar sturen we er op dat het saldo van teort en overschot eens in de vier jaar 0 bedraagt. Wordt de bijdrage aan RUD Zeeland en DCMR gezien als subsidie? De werzaamheden van de RUD en de DCMR betreffen taen die zij uitvoeren op basis van een wettelij voorschrift. De subsidietitel is hierop niet van toepassing (conform AWB 4.21, lid 3). De streing van artiel 4.51 Awb is dat partijen alleen met inachtneming van een redelije termijn bijdragen unnen afbouwen. Kostenontwieling uitvoering Brzo-taen Onderstaand hebben wij de ostenontwieling van de afgelopen jaren in beeld gebracht voor de uitvoering van de Brzo-taen. Jaar Structureel Incidenteel 2017 2.420.000 170.000 2018 2.440.000 270.000 2019 2.990.000 227.000 De osten 2017 en 2018 zijn gebaseerd op de begroting PxQ van de RUD Zeeland. Gegevens vóór 2017 zijn niet beschibaar omdat entallen voor BRZO op basis van PxQ pas sinds 2017 beschibaar zijn. De structurele osten 2019 betreffen de gegevens uit het door ons vastgestelde werplan BRZO met DCMR. De gestegen osten in 2019 unnen worden verlaard omdat aanvullende middelen nodig zijn om de DCMR te laten voldoen aan het vereiste waliteitsniveau. Dit is reeds door u besloten, en staat los van besluitvorming omtrent de frictieosten. De incidentele osten zijn osten die wij hebben betaald voor opleiding Brzo en extra inhuur als gevolg van de opleiding. Daarnaast zijn er osten gemaat voor prioritaire dossiers.

Wij verzoeen u onze toelichtende brief te betreen bij de behandeling van het Statenvoorstel Frictieosten Implementatie werwijze uitvoering Brzo-taen in de commissie Ruimte op 13 september 2019 en dit Statenvoorstel ter besluitvorming te agenderen voor uw Statenvergadering van 20 september 2019. Met vriendelije groet, gedeputeerde staten, Drs. J.M.M. Polman, voorzitter A.W. Smit, secretaris Bijlage: 1