Richtlijnen milieueffectrapportage. Waste Management Facility Doel

Vergelijkbare documenten
Richtlijnen voor het Project-MER Oiltanking AGT

Richtlijnen voor het Project-MER Belgoprocess bouw gebouw 167X opslag vaten

Richtlijnen voor het Project-MER Spent Fuel Facility voor Kerncentrale Doel

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Richtlijnen milieueffectrapportage

Initiatiefnemer: Van Rooy Kathleen Hegge Ravels. 12 februari 2016 PRMER-PR2299-RL

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en wijziging van een gemengd veeteeltbedrijf te Wingene tot varkens en 30.

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk

Richtlijnen voor het Project-MER Uitbreiding en hernieuwing van het slachtkuikenbedrijf Coninx

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf

Richtlijnen milieueffectrapportage. Bouw en exploitatie van een varkensbedrijf

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem

Scopingsadvies Project-MER Aanleg infrastructuur industrieterreinontwikkeling Kluizendok te Gent

Goedkeuring milieueffectrapport. Kerncentrale van Doel hernieuwing van de Vlarem-vergunning

Scopingsadvies Project-MER Productie en bewerking van glas AGC Glass Europe NV in Mol Hervergunning en uitbreiding/wijziging

Richtlijnen milieueffectrapportage

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hervergunning en uitbreiding van een gemengde veehouderij met pluimvee en rundvee : Van De Locht Guy te Wuustwezel

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent

Richtlijnen milieueffectrapportage. Verbindingsweg Brussels Expo en de heraanleg en uitbreiding van het Verregatpark

Richtlijnen milieueffectrapportage

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix

Richtlijnen voor het Project-MER Uitbreiding en hervergunning van Borealis te Kallo

Richtlijnen milieueffectrapportage voor een mestvarkensbedrijf te Rijkevorsel, De heer Gustaaf Hendrikx, Gansheideweg 4, 2310 Rijkevorsel

Richtlijnen milieueffectrapportage ADPO N.V.

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding van het grond- en slibverwerkingscentrum Rodenhuize te Gent

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een varkenshouderij tot varkens te Beveren- Waas

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij tot 5280 varkens te Stekene

Scopingadvies project-mer Accent Business Park Toren te Roeselare

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Ieper

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en verandering van pluimveehouderij Bart Bax LV in Weelde

Richtlijnen milieueffectrapportage. Ontwikkeling regionaal bedrijventerrein Siezegemkouter Aalst

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij en exploitatie van een nieuwe pluimveehouderij te Borgloon.

Richtlijnen milieueffectrapportage Project-MER. Doortocht Brugge - Vernieuwing Steenbruggebrug

Richtlijnen milieueffectrapportage. Opwaardering van het Kanaal naar Charleroi

Hervergunning van de Electrabel - elektriciteitscentrale

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde

Richtlijnen voor het Project-MER Luchthaventram

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland

Richtlijnen voor het Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaand veeteeltbedrijf te Lochristi

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een bestaand legkippenbedrijf tot legkippen

The Brussels Airport Company Pier A-West

Richtlijnen voor het Project-MER Windpark Nieuwpoort-Middelkerke

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hernieuwing en uitbreiding van de varkenshouderij PPS bvba tot varkens te Hoogstraten

Richtlijnen milieueffectrapportage. Project-MER voor Noordoostelijke omleidingsweg Tongeren

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hernieuwing van de milieuvergunning voor een pluimveehouderij met stalruimte voor leghennen (Vanthournout)

Uitbreiding van de kopersmelter

Richtlijnen milieueffectrapportage. Plan-MER OMLOOP VOOR GRONDGEBONDEN GEMOTORISEERDE SPORTEN TE MAASEIK (Neeroeteren), Waterloos

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Poperinge (Watou)

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout.

Scopingsadvies Project-MER Regularisatie en uitbreiding van kippenslachterij Nollens NV te Kruishoutem

Richtlijnen voor het Project-MER Hervergunning en verandering van een pluimveehouderij te Wuustwezel

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding productie Brouwerij Duvel-Moortgat te Breendonk (Puurs)

Electrabel NV Verdere exploitatie van de elektriciteitscentrale Langerbrugge

Richtlijnen voor het Project-MER Monument Chemical BVBA Uitbreiding en hervergunning

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hervergunning van een veeteeltbedrijf tot slachtkuikens

Richtlijnen voor het Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van drie varkensbedrijven tot 6272 varkens te Merksplas

Richtlijnen milieueffectrapportage: Hervergunning Chemogas NV te Grimbergen

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en gedeeltelijke retrofit van het windturbinepark Kristalpark in Lommel

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

Een overzicht van de mer-procedure en bespreking van de terinzagelegging van de kennisgeving

Nieuwe elektriciteitscentrale van T-Power NV te Tessenderlo

Plan-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport. Plan: Nationaal Operationeel Plan voor de Belgische Visserijsector

Monsanto: MER voor diverse uitbreidingsprojecten

Eurostadium Brussels

Richtlijnen voor het Project-MER Woon- en retailcomplex Akzo te Vilvoorde

Hervergunning en verandering van de activiteiten van URSA BENELUX bvba te Waregem-Desselgem

HERVERGUNNING EN UITBREIDING VAN METALLO-CHIMIQUE NV TE BEERSE

Scopingsadvies Project-MER Verandering van een varkenshouderij DGST BVBA in Lille

Capaciteitsuitbreiding van de productie van formaldehyde, ureumformaldehyde en afgeleide harsen bij Dynea NV te Gent

Ontheffing tot het opstellen van een MER. ontheffingsbeslissing. Project: Realisatie Stadsvernieuwingsproject Vrijdagmarkt te Gent.

Richtlijnen milieueffectrapportage

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: MER Prayon te Ruisbroek. Initiatiefnemer: Prayon NV Gansbroekstraat Ruisbroek

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Sint-Janspoort Kortrijk. Initiatiefnemer:

Hervergunning en verandering van een attractiepark

Hervergunning en verandering van EOC Belgium Latex Division II te Evergem

Project-MER-Verslag. Verdere exploitatie van elektriciteitscentrale Langerbrugge

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hervergunning en uitbreiding Veolia ES MRC te Antwerpen

Richtlijnen milieueffectrapportage: Hervergunning van TAMINCO N.V.

Hervergunning en verandering van Bayer Antwerpen

Scopingsadvies Project-MER Windturbines Middelkerke - Gistel

Renogen biomassa-wkk te Ham

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Uitbreiding Recreatiepark Hengelhoef te Houthalen-Helchteren.

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004

Richtlijnen voor het Project-MER Hervergunning en verandering van een pluimveebedrijf te Wuustwezel

Scopingsadvies Project-MER Galloo Uitbreiding opslag schroot

Richtlijnen milieueffectrapportage. ITC Rubis Terminal Antwerp NV wijziging en uitbreiding op- en overslagactiviteiten

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding van een bestaand slachthuis te Ruiselede

Richtlijnen milieueffectrapportage. Bouw en exploitatie van een nieuwe gevangenis in Dendermonde

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding van het stadion van KV Mechelen

Aanvullende richtlijnen milieueffectrapportage. Project-MER. Oosterweelverbinding

Richtlijnen milieueffectrapportage voor BP Chembel NV, Uitbreiding van de PTA2- en PTA3-eenheid te Geel

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project:

Terinzagelegging Kennisgeving voor MER Eurostadium 25 augustus Karen Polfliet Arcadis Belgium

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

Transcriptie:

Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be Richtlijnen milieueffectrapportage deel A Algemene bepalingen en niet-radiologische milieueffecten Initiatiefnemer: Electrabel Kerncentrale Doel Haven 1800 Scheldemolenstraat 9130 Doel 04/12/2014 PRMER-2079-RL

1. Inleiding Het voorgenomen project betreft het oprichten van een Waste Management Facility (WMF) binnen het bestaande terrein van de Kerncentrale Doel, gelegen in de Scheldemolenstraat, Haven 1800 te Doel. De bouw van de WMF is een voorbereidende stap om de feitelijke ontmanteling van de eenheden Doel 1 en Doel 2 te kunnen aanvatten in 2019. De WMF zal echter ook dienst doen om de eenheden Doel 3 en Doel 4 te ontmantelen alsook de andere installaties op de site, zoals bijvoorbeeld het water- en afvalbehandelingsgebouw. De WMF omvat een buffer voor inkomend materiaal, een verwerkingsgedeelte, een buffer voor uitgaand materiaal en een infrastructuur voor vrijgavemeting. De WMF heeft als doel de (potentieel) radioactief gecontamineerde materiaalstromen als dusdanig te behandelen om zoveel mogelijk recyclage mogelijk te maken waarbij vrijgave de voorkeur geniet. Indien vrijgave niet mogelijk is, zal het gecontamineerd materiaal geconditioneerd worden, volgens de NIRAS acceptatiecriteria, om als monoliet te kunnen afgevoerd worden naar de oppervlakteberging van NIRAS. Het MER dient bij de milieu- en stedenbouwkundige vergunningsaanvraag gevoegd te worden en is eveneens vereist in het kader van de vergunningsaanvraag conform de bepalingen van artikel 6.2 van het Koninklijk Besluit van 20 juli 2001 houdende Algemeen Reglement op de Bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de Ioniserende Stralingen (ARBIS). Deze activiteiten zijn onderworpen aan de m.e.r.-plicht volgens het project-m.e.r.-besluit 1, met name: Bijlage II 3 g) Installaties voor de behandeling en opslag van radioactief afval voor langer dan 3 jaar. Voor categorieën van projecten opgenomen in bijlage II van het project-m.e.r.-besluit, is het indienen van een gemotiveerd verzoek tot ontheffing van de m.e.r.-plicht mogelijk. Door de initiatiefnemer wordt echter afgezien van dit verzoek. De dienst Mer van de Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid verklaarde het kennisgevingsdossier volledig op 8 september 2014. De terinzagelegging in gemeente Beveren liep van 23 september 2014 tot 23 oktober 2014. Parallel vroeg de dienst Mer adviezen bij de administraties en openbare besturen. Deze bijzondere richtlijnen hebben betrekking op de inhoudsafbakening van het MER. Ontvangen inspraakreacties en adviezen werden hierin verwerkt (zie bijlage). Het op te stellen MER zal alle milieueffecten beschrijven, zowel de radiologische als de niet-radiologische. Gelet op de verdeling van bevoegdheden in de federale staat België, bestaan de bijzondere richtlijnen voor dit project uit twee delen: - deel A werd opgesteld door de Vlaamse Overheid, Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE), dienst Mer en omvat naast de algemene bepalingen ook de methodologische richtlijnen met betrekking tot de niet-radiologische milieuaspecten - deel B (bijlage 2) werd opgesteld door het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) en omvat de richtlijnen met betrekking tot de radiologische milieuaspecten. 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, B.S. 17 februari 2005, zoals herhaaldelijk gewijzigd. Dienst Mer Richtlijnen PR2079 2

Het uiteindelijke MER zal aan beide delen van deze bijzondere richtlijnen dienen te voldoen. Dit zal op basis van de bestaande algemene richtlijnen en deze bijzondere richtlijnen beoordeeld worden door de voormelde overheden, elk binnen hun eigen bevoegdheid en in onderling overleg. 2. Doelstelling, verantwoording en besluitvorming Het project heeft als doel het oprichten van een waste management facility binnen het bestaande terrein van de kerncentrale Doel, die zal bestaan uit een verzameling van infrastructuren die uitgerust worden met diverse functionaliteiten/behandelingsmethoden die dienen om welbepaalde nucleaire afvalstromen te verwerken die afkomstig zijn van de ontmantelingsactiviteiten. Het MER bevat een overzicht van de bestaande en aan te vragen vergunningstoestand (zowel milieu- als stedenbouwkundige vergunning en in kader van het ARBIS). Het MER lijst relevante gegevens en conclusies uit voorgaande rapportages (alle relevante milieustudies, ook andere dan mer-rapportages) op. Het MER is niet alleen een hulp bij de besluitvorming, maar volgens art. 4.1.7. van het DABM moeten de conclusies ook doorwerken in de besluitvorming. Het MER houdt hiermee rekening bij de formulering van mogelijke alternatieven, milderende of compenserende maatregelen. 3. Beschrijving project en alternatieven Aanvullend op de kennisgeving moeten de volgende punten ook beschreven worden: o De benamingen van een aantal gebouwen zal voortaan als volgt gebeuren: WMF = geheel van gebouwen (nieuwbouw, opslag, free release), de WMF omvat: DAG: decontaminatie- en afvalbehandelingsgebouw (nieuwbouw) Huidige MAZ (machinezaal) wordt BOA (Buffer Opslag Ontmantelingsafval) Huidige MAG (magazijn) wordt TVO (Tweede Vrijgavemeting Ontmantelingsafval) o In de kennisgeving is nog wat onzekerheid over de inplanting van de installaties. In het MER zal hier meer uitsluitsel over gegeven worden. Indien er nog verschillende opties worden open gehouden, zullen deze besproken worden. o In deel 2.5.2.2 wordt aangegeven dat er een MER dient opgesteld te worden. Gezien het over een bijlage II project van het MER besluit gaat, kon er echter ook een gemotiveerd verzoek tot ontheffing worden aangevraagd. De motivatie voor de opmaak van een project-mer zal ook hier vermeld worden. o Er dient verduidelijkt te worden wat bedoeld wordt met conditioneren en met high integrity containers (HIC s). o Er dient aangegeven te worden waarom het afval voor geologische berging niet geconditioneerd wordt (richtlijnen van NIRAS hieromtrent nog niet gekend). o Er dient verduidelijkt te worden wat de verschillende scenario s zijn voor de opslagcapaciteit. o In deel 4.2.2 wordt aangegeven dat geactiveerde materialen verpakt worden in de eenheden. Dit dient verder verduidelijkt te worden. o Er dient beschreven te worden van welke bestaande infrastructuren gebruik zal gemaakt worden voor de zuivering/afvoer afvalwater van niet-nucleaire installaties en hemelwater. o Er dient een schematisch overzicht gegeven te worden van de verschillende stappen/timing. Het MER beschrijft bovendien volgende alternatieven: Dienst Mer Richtlijnen PR2079 3

o o o het nulalternatief locatiealternatieven binnen de site van de Kerncentrale Doel uitvoeringsalternatieven: hierbij zal uitgebreider gemotiveerd worden waarom chemische decontaminatie en smelten geen realistische opties zijn. 4. Juridische en beleidsmatige context De volledig verklaarde kennisgeving doet opgave van het juridische/beleidsmatige kader dat voor dit MER van belang is in de vorm van een duidelijke overzichtsmatrix. Het MER gaat zorgvuldig na waar de projectrelevantie zich situeert en geeft in het bijzonder ook aan of de voorwaarde onderzoekssturend kan zijn dan wel procedurebepalingen bevat of de combinatie van beide. Het is van belang om ook tijdens het opstellen van het MER de stand van zaken hiervan op te volgen. De juridische en beleidsmatige randvoorwaarden met een duidelijke ruimtelijke component moeten duidelijk cartografisch gepresenteerd worden. Volgende relevante randvoorwaarden dienen bijkomend te worden aangepast, opgevolgd of aangevuld: Dit hoofdstuk dient beknopter beschreven te worden. In de tabellen wordt in de kolom discipline soms coördinator vermeld. Hier dient echter de relevante discipline vermeld te worden. De gedeeltelijke schorsing van het GRUP is intussen opgeheven. Dit dient aangevuld te worden. Er wordt aangegeven dat het legionellabesluit niet van toepassing is gezien koeltorens geen deel uitmaken van het MER. Dit besluit kan echter ook van toepassing zijn bij de aanwezigheid van sanitaire installaties. Er wordt aangegeven dat er geen onmiddellijke gewestgrensoverschrijdende milieueffecten te verwachten zijn. Hierbij moet verduidelijkt worden dat dit niet Nederland, maar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waals Gewest betreft. 5. Algemene en Methodologische aspecten De afbakening van het studiegebied wordt voldoende gemotiveerd per discipline, rekening houdend met het feit dat het studiegebied zowel het projectgebied als het gebied met effecten moet omvatten. De ruimtelijke afbakening moet voor elke discipline duidelijk tekstueel omschreven worden en indien mogelijk, voorgesteld worden op kaart. Ontwikkelingsscenario s worden beschreven ter aanvulling van de referentiesituatie indien er redenen zijn om aan te nemen dat de toestand in de toekomst - met enige zekerheid en op middellange of lange termijn - kan veranderen (door autonome ontwikkeling of door de mens gestuurde ontwikkelingen). De toetsing van de milieueffecten moet in het project-mer dan niet enkel gebeuren tegenover de referentiesituatie, maar ook t.o.v. dit (deze) ontwikkelingsscenario( s). Specifiek voor dit project worden volgende ontwikkelingsscenario s ook meegenomen indien relevant: - Inrichting Prosperpolder zuid fase 1 (OHPR0505) - GGG Doelpolder (PR2055) - Ontwikkelingszone Saeftinghe fase 1 Dienst Mer Richtlijnen PR2079 4

Er dient nagegaan te worden of er ook ontwikkelingen op Nederlands grondgebied meegenomen dienen te worden. Wanneer er tijdens het opstellen van het project-mer andere ontwikkelingsscenario s naar voor zouden komen dan deze die momenteel gekend zijn, moeten deze toegevoegd worden aan het afwegingskader. De methodologie voor de effectvoorspelling wordt binnen elke discipline in het project-mer duidelijk en transparant omschreven. Tevens wordt per discipline aangegeven op basis van welke criteria een effect als significant of als niet significant beoordeeld wordt. Het resterend effect na de milderende maatregelen zal aangegeven en gekoppeld worden aan het gehanteerde beoordelingskader. De effectenbespreking en -beoordeling dient transparant en op voldoende wijze te gebeuren. De dienst Mer vraagt om bij de beschrijving van de bestaande toestand en milieueffecten, als aanvulling op de volledig verklaarde kennisgeving, voldoende aandacht te besteden aan het volgende: o Het studiegebied dient aangegeven te worden op kaart, eventueel per discipline bij verschil in omvang. De kaarten moeten een overzicht geven van de in het studiegebied gelegen gevoelige gebieden en objecten. Met betrekking tot de discipline geluid & trillingen: o Er dient verduidelijkt te worden dat er een volledige set van nieuwe metingen werd uitgevoerd. o Het deel over bestaande en nieuwe inrichtingen dient duidelijker geformuleerd te worden. o In het significantiekader dient hervergunning geschrapt te worden. o In de tabel met de koppeling van significantie met milderende maatregelen zijn geen milderende maatregelen nodig bij een positief effect. Met betrekking tot de discipline fauna en flora: o Er dient voldoende aandacht geschonken te worden aan nabijgelegen natuurgebieden in ontwikkeling: Doelpolder, Prosperpolder, Arenbergpolder. o Er dient gemotiveerd te worden waarom enkel rustverstoring relevant is. o De beschrijving van de nabestemming zal opgenomen worden in het toekomstig MER voor de ontmanteling van de kerncentrale. Met betrekking tot de discipline water: o Het deel over WAB uit MER 2010 zal in bijlage opgenomen worden. Met betrekking tot de discipline lucht: o De verwerking van asbesthoudend afval dient verduidelijkt te worden (in WMF of niet). Met betrekking tot de discipline mens-gezondheid en mobiliteit: o Er dient onderzocht te worden of het mogelijk is om het afval zoveel mogelijk langs de waterweg te vervoeren. Indien de waterweg in het kader van de WMF (niet de ontmanteling) geen optie is, dient dit gemotiveerd te worden. Met betrekking tot de grensoverschrijdende effecten in Nederland: o De mogelijke grensoverschrijdende effecten en hun risico dienen duidelijk beschreven te worden. Dienst Mer Richtlijnen PR2079 5

o Er dient aandacht geschonken te worden aan de Natura 2000 gebieden en overige nabijgelegen natuurgebieden in Nederland conform bijvoorbeeld de Vogel- en Habitatrichtlijn. 6. Leemten in de kennis Het MER doet opgave van de leemten in kennis die tijdens het uitvoeren van het onderzoek werden vastgesteld. Deze zijn opgedeeld naar aard van de leemte waarbij dan onderscheid gemaakt wordt tussen leemten m.b.t. het project, m.b.t. inventarisatie en aangaande methode en inzicht. Het MER geeft ook aan hoe met deze leemten is omgegaan en hoe zij kunnen doorwerken naar de besluitvorming. 7. Monitoring en evaluatie Het MER stelt per discipline/thema eventueel opvolgingsmaatregelen voor, bijvoorbeeld vanuit de vergunningsreglementering of vanuit de leemte(n) in de kennis. 8. Integratie en eindsynthese Het MER bevat in een afzonderlijk deel een discipline overschrijdende, leesbare samenvatting over de verwachte gevolgen voor het milieu en hoe en in welke mate de voorgestelde maatregelen deze kunnen milderen. De milderende maatregelen die voorgesteld worden vanuit verschillende disciplines zullen discipline-overschrijdend t.a.v. elkaar afgewogen worden. Bij de milderende maatregelen zal in de mate van het mogelijke aangegeven worden waar deze zullen/kunnen doorwerken. Deze synthese geeft aan of het project een voor het milieu haalbaar project is of welke maatregelen nodig zijn om het project haalbaar te maken. 9. Tewerkstelling, investering en gebruikte materialen In dit hoofdstuk geeft het rapport aan welke de verwachte tewerkstellings- en investeringseffecten zijn van de voorgenomen activiteit. In dit hoofdstuk wordt tevens aangegeven welke materialen (aard en hoeveelheid) er voor dit project zullen worden gebruikt, indien dit nog niet beschreven werd bij de projectbeschrijving. 10. Niet-technische samenvatting De niet-technische samenvatting vormt een afzonderlijk leesbaar deel van het rapport dat de essentie van de overige delen beknopt en correct weergeeft. De tekst moet zodanig geschreven zijn dat hij begrijpelijk is voor een gemiddelde lezer. Figuren of kaarten dienen ter ondersteuning van de tekst in deze samenvatting te zijn opgenomen. Bij het schrijven van de niet-technische samenvatting kan gebruik gemaakt worden van de handleiding niet-technische samenvatting zoals gepubliceerd op www.mervlaanderen.be. Deze niet-technische samenvatting wordt in het project-mer als afzonderlijk hoofdstuk opgenomen ofwel als afzonderlijk document opgesteld en wordt tevens in digitale vorm aangeleverd. De dienst Mer vraagt ook om op het voorblad van de niet-technische samenvatting de handtekeningen van alle deskundigen op te nemen. Dienst Mer Richtlijnen PR2079 6

11. Vorm van het MER Met betrekking tot de vorm en presentatie vraagt de dienst Mer: - recent kaartmateriaal te gebruiken, telkens voorzien van een duidelijke bronvermelding, schaalaanduiding, noordpijl en legende. Waar mogelijk dienen de grenzen van het terrein duidelijk aangegeven te zijn en dient door het kaartmateriaal ook duidelijk te zijn welke de omringende activiteiten/bedrijven zijn; - achtergrondinformatie in de bijlagen op te nemen; - na te gaan of de in de kennisgeving vermelde gegevensbronnen, die bij de realisatie van het MER zullen worden gebruikt, nog steeds de meest actuele zijn; - een verklarende woordenlijst, afkortingenlijst en literatuurlijst bij het rapport op te nemen; - te waken over de afstemming tussen de tekst van het eigenlijke MER en de niet-technische samenvatting; - de ingediende eindversies van het rapport en de niet-technische samenvatting door de initiatiefnemer, de coördinator en alle deskundigen te laten ondertekenen; - Het definitieve project-mer evenals de niet technische samenvatting wordt digitaal aan de dienst Mer bezorgd. 12. Goedkeuring team van erkende MER-deskundigen Zoals voorgesteld in de volledig verklaarde kennisgeving worden volgende disciplines in het project-mer opgesteld door een erkend MER-deskundige: geluid en trillingen, bodem en fauna en flora. De optiedisciplines lucht, water, mens-gezondheid en mobiliteit zullen door de coördinator van het MER opgesteld worden. Het in de volledig verklaarde kennisgeving voorgestelde team van erkende MER-deskundigen wordt goedgekeurd. Wijzigingen aan het team van deskundigen in de loop van het m.e.r. moeten gemeld worden aan de dienst Mer. De beslissing over deze wijzigingen zal per brief mee gedeeld worden aan de initiatiefnemer. Tenslotte wordt aanbevolen tijdens het opstellen van het MER contact te houden met de dienst Mer en met de overige instanties, in het bijzonder in functie van de verwerking van hun adviezen in het MER. Digitaal getekend Door Veronique Lavaert, Voor het diensthoofd, afwezig. Dienst Mer Richtlijnen PR2079 7

Bijlage 1 Lijst van inspraakreacties tijdens de terinzagelegging bij: - Gemeente Beveren: geen - Dienst Mer: geen Lijst met de instanties die gereageerd hebben (schriftelijk/op vergadering), incl. verontschuldigden, die betrokken worden in de verdere procedure: - Stad Antwerpen - Gemeente Beveren - Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, Dienst Nucleaire basisinrichtingen - Agentschap Natuur en Bos Oost-Vlaanderen en Antwerpen - Departement MOW, Afdeling Maritieme Toegang - Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, Dienst Ruimtelijke Ordening en Milieu - Maatschappij Linkerscheldeoever - Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen - OVAM, Afdeling Afvalstoffen- en Materialenbeleid - OVAM, Afdeling Bodembeheer, Dienst Databeheer - Ruimte Vlaanderen Oost-Vlaanderen - AZG, Afdeling Toezicht Volksgezondheid Oost-Vlaanderen en Antwerpen - VMM, Afdeling Lucht, Milieu en Communicatie, Vergunningenadvisering Luchtemissie - VMM, Afdeling Operationeel Waterbeheer - Waterwegen en Zeekanaal NV - Fluxys Infoworks - Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant - Ministerie van Economische zaken Lijst met de instanties die niet gereageerd hebben: - Provincie Oost-Vlaanderen - Provincie Antwerpen - LNE, Afdeling Milieuvergunningen Oost-Vlaanderen - LNE, ALHRMG, Dienst Lucht en Klimaat - LNE, ALHRMG, Dienst Milieuhinder - LNE, Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, Dienst VR - VMM, Afdeling Ecologisch Toezicht - Provincie Zeeland - Gemeente Hulst - Gemeente Reimerswaal - Gemeente Woensdrecht Dienst Mer Richtlijnen PR2079 8

Bijlage 2: RL FANC deel B radiologische milieueffecten Deze richtlijnen werden opgesteld na analyse van de MER kennisgeving (5RE-51-60467987-03) die op 10 september 2014 op het FANC werd ontvangen. Het Agentschap adviseert om de onderstaande elementen in rekening te brengen en met de nodige diepgang te onderzoeken in het MER in het kader van de vergunningsaanvraag voor de Waste Management Facility. Deze installatie zal initieel dienst doen voor de ontmanteling van de eenheden 1 & 2 van de kerncentrale van Doel. De structuur van het kennisgevingsdossier werd als leidraad gebruikt voor de opsomming van deze elementen. 4. Concrete Beschrijving van het Project Bij de beschrijving van het project en de installaties moet er aandacht besteed worden aan de beschrijving van de structuren, systemen en componenten die de radiologische impact beperken bij lozingen en/of incidenten. 5.2.1.7 Federale wetgeving m.b.t. ioniserende straling Opmerking: De richtlijnen uitgevaardigd door het FANC hebben geen normatieve waarde. Het wordt echter ten sterkste aangeraden ze in rekening te brengen. 9.5 Methodologie effectvoorspellingen en beoordelingen Radiologisch gedeelte 1. Voor de evaluatie van de lozingen en hun waarschijnlijkheid is de ANS/ANSI-standaard een interessante analysetool. De analyse in dit framework moet echter wel gebeuren met een voldoende conservatieve bronterm die rekening houdt met de maximale activiteit in de bufferzones en de verwerkingszone. Het FANC heeft ook een draft richtlijn geschreven voor de veiligheidsanalyse (2013-05-15-NH- 5-4-3-EN) die van toepassing is op nieuwe vergunningsaanvragen. Deze richtlijn heeft geen normatieve waarde, maar de voorgestelde methode en resultaten zullen geëvalueerd worden ten opzichte van de draft richtlijn en de geldende reglementen. 2. Lozing normaal bedrijf (Condition I): De radiologische gevolgen van de (vloeibare en atmosferische) lozingen kunnen behandeld worden volgens de FANC richtlijn hieromtrent zoals vermeld in sectie 5.2.1.7. Impact op de Mens: De hiermee overeenstemmende jaarlijkse dosis voor de referentiegroep(en) dient bepaald te worden (effectieve dosis voor volwassenen, kinderen en zuigelingen) rekening houdend met alle belangrijke bestralingswegen (zie ook aanbeveling 1999/829/Euratom - bijlage III 3 en 4 of de recentere versie 2010/635/Euratom) en gebruik makend van de meest recente methodologie en de daaraan gekoppelde dosisconversiefactoren, leeftijdsklassen en dosisdefinities (ICRP 103). Dienst Mer Richtlijnen PR2079 9

3. Lozing bij niet-normaal bedrijf (Condition II-IV) De radiologische gevolgen van de lozingen als gevolg van één of meerdere omhullende scenario s dienen berekend te worden. Deze referentieongevallen dienen beschreven te worden in het MER en de keuze voor deze referentieongevallen dient gemotiveerd te worden. Voor de meest blootgestelde plaatsen dienen de volgende gegevens bepaald te worden: o maximale concentraties, geïntegreerd over de tijd, van de activiteit in de luchtatmosfeer op bodemniveau, o maximale depositie op de bodem (bij droog weer en bij regen) De hiermee overeenstemmende maximale dosis voor de referentiegroep(en) dient bepaald te worden (effectieve dosis voor volwassenen, kinderen en zuigelingen) rekening houdend met alle belangrijke bestralingswegen (zie ook aanbeveling 1999/829/Euratom - bijlage III 6 of de recentere versie 2010/635/Euratom), en gebruik makend van de meest recente methodologie en de daaraan gekoppelde dosisconversiefactoren, leeftijdsklassen en dosisdefinities (ICRP 103). 4. Een beschrijving van de nucleaire noodplannen specifiek voor de WMF dient opgenomen te worden, met specifieke aandacht voor de verschillende notificatieniveaus, de mogelijke tegenmaatregelen en noodplanningszones. De gemeente Beveren merkt op dat bij de opmaak van het MER ook de risico s voor de mens verbonden aan het transport van geconditioneerd afval besproken dienen te worden. Dienst Mer Richtlijnen PR2079 10