De normale verdeling. Les 3 De Z-waarde (Deze les sluit aan bij de paragraaf 10 van Binomiale en normale verdelingen van de Wageningse Methode)



Vergelijkbare documenten
De normale verdeling

Rekenen met de normale verdeling (met behulp van grafisch rekentoestel)

Wiskunde D Online uitwerking 4 VWO blok 5 les 3

4.1 Eigenschappen van de normale verdeling [1]

UITWERKINGEN VOOR HET VWO NETWERK B13

Werkbladen 3 Terugzoeken

Werkblad 1 Normale dichtheidsfunctie als benadering voor een klokvormig histogram

EXAMENTOETS TWEEDE PERIODE 5HAVO MLN/SNO

Boek 2 hoofdstuk 8 De normale verdeling.

Lesbrief de normale verdeling

13,5% 13,5% De normaalkromme heeft dezelfde vorm als A (even breed en even hoog), maar ligt meer naar links.

Wiskunde D Online uitwerking 4 VWO blok 6 les 2

Hoofdstuk 9 De Normale Verdeling. Kern 1 Normale verdelingen. Netwerk, 4 Havo A, uitwerkingen Hoofdstuk 9, De Normale Verdeling Elleke van der Most

Hoe verwerk je gegevens met de Grafische Rekenmachine?

11.0 Voorkennis. Wanneer je met binomcdf werkt, werk je dus altijd met een kans van de vorm P(X k)

Voorbeeld 1: kansverdeling discrete stochast discrete kansverdeling

Hoofdstuk 2 De normale verdeling. Kern 1 Normale verdelingen. 1 a

De normale verdeling (gebaseerd op De normale verdeling uit UW 18/1) Een histogram en een grafiek

34% 34% 2,5% 2,5% ,5% 13,5%

8.1 Centrum- en spreidingsmaten [1]

Hoofdstuk 8 - De normale verdeling

Hoofdstuk 8: De normale verdeling. 8.1 Centrum- en spreidingsmaten. Opgave 1:

Eindexamen wiskunde B1 havo 2006-I

Voorbereiding PTA1-V5 wiskunde A

14.1 Kansberekeningen [1]

G&R vwo A/C deel 2 8 De normale verdeling C. von Schwartzenberg 1/14. 3a 1 2

Uitwerkingen Mei Eindexamen HAVO Wiskunde A. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

13.1 Kansberekeningen [1]

9.0 Voorkennis. Bij samengestelde kansexperimenten maak je gebruik van de productregel.

TI83-werkblad. Vergelijkingen bij de normale verdeling

Werken met de grafische rekenmachine

Antwoorden door K woorden 14 augustus keer beoordeeld. Wiskunde A. Supersize me. Opgave 1: leerstof: Formules met meer variabelen.

bijspijkercursus wiskunde voor psychologiestudenten bijeenkomst 9 de normale verdeling (niet in [PW])

1 Normaal of niet. 1 In de eredivisie voetbal worden per seizoen 306 wedstrijden gespeeld. Die zijn als volgt verdeeld over het aantal doelpunten.

Paragraaf 9.1 : De Verwachtingswaarde

Wiskunde De Normale en Binomiale Verdeling. Geschreven door P.F.Lammertsma voor mijn lieve Avigail

Antwoorden bij 4 - De normale verdeling vwo A/C (aug 2012)

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Examen VWO. wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Paragraaf 9.1 : De Verwachtingswaarde

Samenvatting Wiskunde A

Uitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde C. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Uitwerkingen bij 1_0 Voorkennis: Centrummaten

Notatieafspraken Grafische Rekenmachine, wiskunde A

Lang leve invnorm op de TI-83 grafische rekenmachine

VOOR HET SECUNDAIR ONDERWIJS

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Examen HAVO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. Wiskunde A1,2

Steelbladdiagram In een steelbladdiagram staan alle leerlingen genoemd. Je kunt precies zien waar Wouter staat.

het antwoord 0, Antwoordmodel VWO wa II Startende ondernemingen Maximumscore % komt overeen met een kans van 0,4 (per 9 jaar) 1

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

2 REKENEN MET BREUKEN Optellen van breuken Aftrekken van breuken Vermenigvuldigen van breuken Delen van breuken 13

Uitwerkingen Wiskunde A HAVO

Herkansingscursus. wiskunde B. Voorbereidende opgaven HAVO. Procenten, verhoudingen en eenheden

Normale Verdeling Inleiding

Examen HAVO. wiskunde A1,2. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Correctievoorschrift HAVO

Examen HAVO. wiskunde A. tijdvak 2 woensdag 23 juni uur

4 De normale verdeling

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

VB: De hoeveelheid neemt nu met 12% af. Hoeveel was de oorspronkelijke hoeveelheid? = 1655 oud = 1655 nieuw = 0,88 x 1655 = 1456

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2004-I

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2006-II

4 De normale verdeling

Keuze onderwerp: Kansrekening 5VWO-wiskunde B

2 Data en datasets verwerken

De normale verdeling. Hilde Eggermont (redactie Uitwiskeling)

Correctievoorschrift VWO

Noordhoff Uitgevers bv

Zin en onzin van normale benaderingen van binomiale verdelingen

Examen VWO - Compex. wiskunde A1 Compex

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1 (nieuwe stijl)

Examen VWO. wiskunde A1,2

Hoofdstuk 4 Normale verdelingen

Je lost dit snel op door de klokvormige kromme te schetsen en daarin de gegevens te zetten die je al weet.

Keuzemenu - De standaardnormale verdeling

Eindexamen wiskunde B1 havo 2002-II

wordt niet verworpen, dus het gemiddelde wijkt niet significant af van 400 wordt niet verworpen, dus het beïnvloedt de levensduur niet significant

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Normale verdeling. Domein Statistiek en kansrekening havo A

Probeer de vragen bij Verkennen zo goed mogelijk te beantwoorden.

Examen HAVO. Wiskunde B1

VOOR HET SECUNDAIR ONDERWIJS. Kansmodellen. 5. Normaal verdeelde kansmodellen. Werktekst voor de leerling. Prof. dr.

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. wiskunde A1

Gifgebruik in de aardappelteelt

de dagelijkse energiebehoefte in kilocalorieën (kcal) en G het gewicht in kg.

Boek 1 hoofdstuk 4 Havo 4 Statistiek.

Uitwerking voorbeeld 2

15.1 Beslissen op grond van een steekproef

Uitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde A. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Correctievoorschrift HAVO. wiskunde A1,2

Wiskunde A. Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 17 mei uur

WISKUNDE HAVO EM klas 12 PROEFTENTAMEN

Hoofdstuk 9 - exponentiele verbanden. [KC] exponentiële verbanden

Uitleg significantieniveau en toetsen van hypothesen

Tentamen Wiskunde A. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Examen VWO. wiskunde A1

Transcriptie:

De normale verdeling Les 3 De Z-waarde (Deze les sluit aan bij de paragraaf 10 van Binomiale en normale verdelingen van de Wageningse Methode)

De grafische rekenmachine Vooraf In deze les ga je veel met de grafische rekenmachine (GR) werken. Bij de uitleg is aangesloten bij de Wageningse Methode. Dat betekent dat bij de opdrachten uitgegaan is van de TI-84 Plus. Mocht je op school een andere GR gebruiken, lees dan eerst goed wat de opdracht is en zoek de juiste commando s bij je eigen GR (kijk in de handleiding of vraag je docent).

De normale verdeling De grafieken zijn symmetrisch rond het gemiddelde. De totale oppervlakte is 1. De grafiek heeft twee buigpunten. standaardnormaal Standaardnormale verdeling: =0, =1

De Z-waarde Pakken suiker hebben een gemiddeld gewicht van 1000 gram. De gewichten zijn normaal verdeeld met standaardafwijking 10. Een pak suiker weegt 982 gram.

De Z-waarde Pakken suiker hebben een gemiddeld gewicht van 1000 gram. De gewichten zijn normaal verdeeld met standaardafwijking 10. Een pak suiker weegt 982 gram. De afwijking van het gemiddelde is 1000 982 = 18 gram. Dat is 1,8 10 = 1,8 σ.

De Z-waarde Pakken suiker hebben een gemiddeld gewicht van 1000 gram. De gewichten zijn normaal verdeeld met standaardafwijking 10. Een pak suiker weegt 982 gram. De afwijking van het gemiddelde is 1000 982 = 18 gram. Dat is 1,8 10 = 1,8 σ. De afwijking van het gemiddelde uitgedrukt in het aantal keer de standaardafwijking heet de z-waarde.

De Z-waarde Het aantal keer de standaardafwijking dat een waarneming afwijkt van het gemiddelde heet de z-waarde. z-waarde = Hoe groter de z-waarde, hoe uitzonderlijker de waarneming.

De Z-waarde Lengte van 16-jarige jongens: µ = 176 cm, σ = 12 cm Lengte van 16-jarige meisjes: µ = 164 cm, σ = 10 cm

De Z-waarde Lengte van 16-jarige jongens: µ = 176 cm, σ = 12 cm Lengte van 16-jarige meisjes: µ = 164 cm, σ = 10 cm Lengte Simon = 196 cm z- waarde Simon = = =1,67

De Z-waarde Lengte van 16-jarige jongens: µ = 176 cm, σ = 12 cm Lengte van 16-jarige meisjes: µ = 164 cm, σ = 10 cm Lengte Simon = 196 cm z- waarde Simon = Lengte Simona = 186 cm z- waarde Simona =! = =1,67 = =2,2

De Z-waarde Lengte van 16-jarige jongens: µ = 176 cm, σ = 12 cm Lengte van 16-jarige meisjes: µ = 164 cm, σ = 10 cm Lengte Simon = 196 cm z- waarde Simon = Lengte Simona = 186 cm z- waarde Simona = = =1,67 = =2,2 Lengte Peter = 158 cm. z- waarde Peter = # = = 1,5

De Z-waarde Lengte van 16-jarige jongens: µ = 176 cm, σ = 12 cm Hoeveel procent van de jongens heeft een lengte tussen 164 cm en 188 cm?

De Z-waarde Lengte van 16-jarige jongens: µ = 176 cm, σ = 12 cm Hoeveel procent van de jongens heeft een lengte tussen 164 cm en 188 cm? Uitwerking: 164 = 176 12 = en 188 = +. Volgens de vuistregel is dat 68%.

De Z-waarde Lengte van 16-jarige jongens: µ = 176 cm, σ = 12 cm Hoeveel procent van de jongens heeft een lengte tussen z = -1,5 en z= 1,5?

De Z-waarde Lengte van 16-jarige jongens: µ = 176 cm, σ = 12 cm Hoeveel procent van de jongens heeft een lengte tussen z = -1,5 en z= 1,5? Uitwerking z = -1,5 komt overeen met 176 18 cm = 156 cm. z = 1,5 komt overeen met 176 + 18 cm = 194 cm. Met GR: DRAW shadenorm (156, 194, 176, 12) = 88,5%.

De Z-waarde Lengte van 16-jarige jongens: µ = 176 cm, σ = 12 cm Hoeveel procent van de jongens heeft een lengte tussen z = -1,5 en z= 1,5? Uitwerking z = -1,5 komt overeen met 176 18 cm = 156 cm. z = 1,5 komt overeen met 176 + 18 cm = 194 cm. Met GR: DRAW shadenorm (156, 194, 176, 12) = 88,5%. Of rechtstreeks via de standaardnormale verdeling: Met GR: DISTR normalcdf (-1.5, 1.5, 0, 1) = 88,5%.

De Z-waarde Met de GR DRAW shadenorm (links, rechts, µ, σ) = 88,5%. (tekent en berekent percentagegebied) DISTR normalcdf (links, rechts, µ, σ) = 88,5%. (berekent percentage) invnorm (percentage, 0, 1) = z-waarde (berekent z-waarde cumulatief gebied) µ-σ z-waarde µ µ+σ

De z-waarde De vulmachine voor pakken suiker geeft een standaardafwijking van 10 gram. Het gemiddelde gewicht kan worden ingesteld. Niet meer dan 2% van de pakken suiker een gewicht onder de 985 gram hebben. Hoe moet het gemiddelde gewicht van de vulmachine worden ingesteld?

De z-waarde De vulmachine voor pakken suiker geeft een standaardafwijking van 10 gram. Het gemiddelde gewicht kan worden ingesteld. Niet meer dan 2% van de pakken suiker een gewicht onder de 985 gram hebben. Hoe moet het gemiddelde gewicht van de vulmachine worden ingesteld? Met de GR: invnorm (0.02, 0, 1) = -2,05 is de z-waarde van de standaardnormale verdeling die hoort bij 2%.

De z-waarde De vulmachine voor pakken suiker geeft een standaardafwijking van 10 gram. Het gemiddelde gewicht kan worden ingesteld. Niet meer dan 2% van de pakken suiker een gewicht onder de 985 gram hebben. 20,5 Hoe moet het gemiddelde gewicht van de vulmachine worden ingesteld? Met de GR: invnorm (0.02, 0, 1) = -2,05 is de z-waarde van de standaardnormale verdeling die hoort bij 2%. 2,05 10 gram = 20,5 gram. De afwijking van het gemiddelde mag niet meer zijn dan 20,5 gram. Het gemiddelde moet minstens op 985 + 20,5 = 1005,5 gram worden ingesteld.

De z-waarde µ en σ zijn bekend. Bereken het percentage. Een autorobot heeft gemiddeld 96 seconden nodig om een wiel te monteren. De standaardafwijking is 5 seconden. 110 In hoeveel procent van de gevallen zal de montagetijd meer zijn dan 110 seconden? 91 96 101

De z-waarde µ en σ zijn bekend. Bereken het percentage. Een autorobot heeft gemiddeld 96 seconden nodig om een wiel te monteren. De standaardafwijking van de robot is 5 seconden. In hoeveel procent van de gevallen zal de montagetijd meer zijn dan 110 seconden? Met de GR De z-waarde is # = 2,8. DISTR normalcdf (2.8,9999,0,1) = 0.0026. Of rechtstreeks: DISTR normalcdf (110,9999,96,5) = 0.0026. Dat is in 0,26% van de gevallen.

De z-waarde µ en percentage zijn bekend. Bereken σ. Een autorobot heeft gemiddeld 80 seconden nodig om een bumper te monteren. In 20% van de gevallen lukt dat in 77 seconden. Hoe groot is σ? 20% 77? 80?

De z-waarde µ en percentage zijn bekend. Bereken σ. Een autorobot heeft gemiddeld 80 seconden nodig om een bumper te monteren. In 20% van de gevallen lukt dat in 77 seconden. Hoe groot is σ? Met de GR Bereken de z-waarde bij 20% met invnorm. invnorm. (0.2,0,1) = -0,84. 0,84 σ = 3 seconden dus σ = 3 : 0,84 = 3,57 seconden.

De z-waarde σ en percentage zijn bekend. Bereken µ. Een autorobot mag niet meer dan 8 op de 1000 gevallen langer dan 105 seconden doen om een deur te monteren. De standaardafwijking van de robot is 4 seconden. Hoe moet het gemiddelde worden ingesteld? 4? 4 0,8% 105

De z-waarde σ en percentage zijn bekend. Bereken µ. Een autorobot mag niet meer dan 8 op de 1000 gevallen langer dan 105 seconden doen om een deur te monteren. De standaardafwijking van de robot is 4 seconden. Hoe moet het gemiddelde worden ingesteld? Met de GR Het percentage moet kleiner zijn dan 0,8%. 99,2% is niet gearceerd. De bijbehorende z-waarde is invnorm(0.992,0,1) = 2,4. =105 2,41 =105 9,64=95,36.

Oefenen Maken: De opgaven 10, in ieder geval opgaven 8, 11 en 14

Inleveren: Van paragraaf 10, opgave 19. Huiswerk