Samenvatting Engels Boek 3 grammatica

Vergelijkbare documenten
Grammatica overzicht Theme 5+6

Grammatica uitleg voor de toets van Hoofdstuk 1

Choices elementary GRAMMAR

We gaan het hebben over de woordvolgorde in Engelse zinnen.

Vergelijken in het Engels

voltooid tegenwoordige tijd

ook (niet)

Buy Me FILE 5 BUY ME BK 2

Aantekening Engels Engels Grammatica

Je gebruikt de present continuous wanneer iets nu bezig of aan de gang is. Vaak staat er een woord als now of at the moment in de zin.

passive de lijdende vorm

Interactive Grammar leert de belangrijkste regels van de Engelste spelling en grammatica aan.

3 vmbo-basis Theme 1 Grammar. Opfriscursus. 3 vmbo-basis Theme 1,2 en 3 Grammar. Noordhoff Uitgevers bv Stepping Stones, 5 e editie Pagina 1 van 8

3 I always love to do the shopping. A Yes I do! B No! I hate supermarkets. C Sometimes. When my mother lets me buy chocolate.

possessive determiners

Vertaling Engels Gedicht / songteksten

De grammaticale tijden in het Engels: een overzicht

Comics FILE 4 COMICS BK 2

6,3. Samenvatting door Lotte 1816 woorden 19 juni keer beoordeeld. Engels grammatica. Simple Past (onvoltooid verleden tijd)

Voorwoord 9 Gebruikte afkortingen 10 Overzicht van gebruikte grammaticale termen 11

should(n t) / should(n t) have to zouden moeten / hadden meestergijs.nl

A2 Workshops Grammatica Heden

B1 Woordkennis: Spelling

irregular verbs onregelmatige werkwoorden

Grammar Book 1KGT. Name: Class:

Buy Me! FILE 5 BUY ME KGT 2

- werkwoord + ed ( bij regelmatige werkwoorden ) - bij onregelmatige werkwoorden de 2 e rij ( deze moet je dus uit je hoofd leren )

Ik heb zo n angst. De laatste 12 uren heb ik met een koevoet geslapen, een fles naast mijn bed en de telefoon binnen handbereik.

DOWNLOAD OR READ : OEFENEN MET DE SIMPLE PAST EN PRESENT PERFECT IN HET ENGELS PDF EBOOK EPUB MOBI

present perfect simple.

Hulpwerkwoorden (een selectie)

Stars FILE 7 STARS BK 2

1. will + hele werkwoord (Future Simple) 2. shall + hele werkwoord 3. to be (am/is/are) going to + hele werkwoord

Puzzle. Fais ft. Afrojack Niveau 3a Song 6 Lesson A Worksheet. a Lees de omschrijvingen. Zet de Engelse woorden in de puzzel.

present continuous I am doing Present Perfect Continuous I have been doing now Unit 7 en Unit 8: Present Perfect has/have + voltooid deelwoord

> hele werkwoord > werkwoord +s, als het onderwerp he, she of it is. bevestigend vragend ontkennend

THE LANGUAGE SURVIVAL GUIDE

Het Engels kent vier woorden om personen/zaken aan te wijzen: this / that / these / those (zie hoofdstuk 9).

SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead

10 tips om de alledaagse momenten vast te leggen CAPTURE THE MAGICAL MOMENTS

DE VOLTOOID TEGENWOORDIGE TOEKOMENDE TIJD

Aan het einde van de unit kennen de leerlingen woorden in de woordvelden: kleding uiterlijk emoties landen

Bijwoorden: meer informatie geven over een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord een hele zin of een ander bijwoord - uitleg

word order woordvolgorde

Help! FILE 1 HELP! BK 2

ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM

Dr. P.J. van der Voort BACKBONE GRAMMAR. Basisgrammatica Engels. Walvaboek

i.a.vanderhell-deboer ISBN

much, many, (a) little/few

Win a meet and greet with Adam Young from the band Owl City!

Love & Like FILE 2 LOVE & LIKE BK 2

Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen.

Luister alsjeblieft naar een opname als je de vragen beantwoordt of speel de stukken zelf!

Read this story in English. My personal story

Het liedje van Jessie J gaat over wat je kunt kopen. Lees het informatiebord van het winkelcentrum. Hoe heet dit winkelcentrum?

Teksten van de liederen die gospelkoor Inspiration tijdens deze Openluchtdienst zingt.

they stay they are staying they will stay Past Simple Past Continuous Future Continuous

Het verschil met de zinnetjes uit les1 is dat deze zinnen ontkennende zinnen zijn.

(1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs. (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren

The first line of the input contains an integer $t \in \mathbb{n}$. This is followed by $t$ lines of text. This text consists of:

voegwoorden

DE VERLEDEN TOEKOMENDE TIJD

Programma van Toetsing en Afsluiting TCV/MCIJ. Cohort e en 4e klas

onvoltooid verleden tijd

Opfriscursus 3 vmbo-kader-mavo Theme 1,2 en 3 Grammar

Mooie Engelse zinnen vormen, hoe doe je dit?

Challenge. Sporty or rocker?

Animals 1 - Describe your Pet

It s all about the money Group work

Fans talking about Martin

The secret key. Worksheet. flash info. Lees de tekst en kruis het juiste antwoord aan. Deze tekst hoort bij

Zet de volgende zinnen in de passive. Waar wenselijk geef je aan wie het gedaan heeft(". by".).

LESSTOF. Interactive Grammar

News: Tours this season!

B1 Grammatica. Bestuderen. Overzicht tijden. Inleiding

INHOUDSOPGAVE READER GRAMMATICA P.Verberne

Understanding and being understood begins with speaking Dutch

Beschrijving van een fantasiedier

Examen Moderne Vreemde Taal Engels

Free time! Better skills. Free time with Brenda and Brian. Worksheet

De grondbeginselen der Nederlandsche spelling / Regeling der spelling voor het woordenboek der Nederlandsche taal (Dutch Edition)

A2 Workshops Grammatica Toekomst

- werkwoord + ed ( bij regelmatige werkwoorden ) - bij onregelmatige werkwoorden de 2 e rij ( deze moet je dus uit je hoofd leren )

20 twenty. test. This is a list of things that you can find in a house. Circle the things that you can find in the tree house in the text.

Samenvatting grammar leerjaar 1 (leer ook uit je boek vanaf pagina 176!, deze samenvatting is extra)

Disclosure belofte. Ik stel het belang van de patiënt voorop en eerbiedig zijn opvattingen. Doel van de patient staat centraal

INHOUD Hoe is de cursus opgebouwd? 4 Eerst dit lezen! 5 Vorderingstabel 6 Week 1: weekplanning 7 Week 2: weekplanning 19 Week 3: weekplanning 29

Aantekening Nederlands Grammatica: bedrijvende en de lijdende vorm

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.

In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat.

Zo werkt het in de apotheek (Basiswerk AG) (Dutch Edition)

Listen. Twenty One Pilots Niveau 3a Song 4 Lesson B Worksheet. a Luister naar wat Leo, Tina en Martin vertellen. Omcirkel het juiste antwoord.

Opdracht door een scholier 767 woorden 5 maart keer beoordeeld

!!!! Wild!Peacock!Omslagdoek!! Vertaling!door!Eerlijke!Wol.!! Het!garen!voor!dit!patroon!is!te!verkrijgen!op! Benodigdheden:!!

1. In welk deel van de wereld ligt Nederland? 2. Wat betekent Nederland?

Example. Dutch language lesson. Dutch & German Language Education Pieter Wielick

Stonesvertalingen VMBO-TL klas 3. Chapter 1. Stone 1. Zo toon je interesse in iemand. Zo vertel je wat er aan de hand is. Zo leef je met iemand mee

NUCHTER, EEN HELDERE KIJK EN NO-NONSENSE

trappen van vergelijking

You probably know animals can have best friends too. But what do you think about these special friendships?

Transcriptie:

Samenvatting Engels Boek 3 grammatica Samenvatting door een scholier 1529 woorden 22 juni 2008 5,1 66 keer beoordeeld Vak Methode Engels Stepping stones H1 Lijdend voorwerp + hele werkwoord Na: to let gebruik je een lijdend voorwerp gevolgd door een heel werkwoord to make zonder to. to watch to hear Als de handeling nog een tijdje doorgaat/doorging kan je bij to hear, to see see, feel, ook een heel werkwoord +-ing gebruiken. to feel Na: would like gebruik je een lijdend voorwerp gevolgd door een heel werkwoord would love met to. to want to ask to tell to order Some, any, no en samenstellingen Bevestigende zinnen: some, someone, somebody, something, somewhere Vragende en ontkennende zinnen: any, anyone, anybody, anything, anywhere Zin met: betekenis: Andere optie: Not any geen no Not anyone niemand no one Not anybody niemand nobody Not anything niets nothing Not anywhere nergens nowhere Je gebruikt some, someone, somebody, something, somewhere als: -je bijna zeker weet dat het antwoord ja is. -je iemand iets aanbiedt. -je om iets vraagt. Every, any en samenstellingen Zin met: betekenis Any ieder/elke (maakt niet uit welke) https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-engels-boek-3-grammatica Pagina 1 van 7

Anybody iemand (maakt niet uit wie) Anything alles (wat dan ook) Every elke/iedere Everybody iedereen (allemaal, zonder uitzondering) Everything alles (re bleef niets over) Every = alles/elke Any = niet meer dan één Voorzetsels in vraagzinnen In vraagzinnen met what, which en who staan de voorzetsels steeds achter de werkwoorden waar ze bijhoren. Past simple en present perfect Past simple: Vorm: werkwoord +-ed (onregelmatig) Gebruik: begon in het verleden, is nu afgelopen Woorden: this morning, yesterdag, a week ago, last month, in 1999 Present perfect: Vorm: have/has + voltooid deelwoord (werkwoord +-ed) Gebruik: begon in het verleden, is nog steeds bezig of je merkt daar nu het resultaat van. Woorden: since, for, always, ever, never, how long? H2 Present simple en present continuous Present simple: Vorm: werkwoord en bij he/she/it +-s Gebruik: feit, gewoonte of iets dat regelmatig gebeurt. Woorden: x Present continuous: Vorm: vorm van to be + werkwoord +-ing Gebruik: nu aan de gang, nu aan het doen of en irritatie. Woorden: always Like en as Woord betekenis gebruik Like net zoals hoe iemand eruit ziet. hoe iemand iets doet. As als wat iemands beroep is. waar dingen voor worden gebruikt Little en few Woord betekenis gebruik Little weinig woorden in het enkelvoud niet telbaar A little een beetje woorden in het enkelvoud niet telbaar Few weinig woorden in het meervoud wel telbaar A few een paar woorden in het meervoud wel telbaar Aangeplakte vragen https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-engels-boek-3-grammatica Pagina 2 van 7

Bij een bevestigende zin is de aangeplakte vraag ontkennend. Bij een ontkennende zin is de aangeplakte vraag bevestigend. Als er in de zin een vorm van een hulpwerkwoord (to be, can, will, would, must, have) in staat, herhaal je die vorm (wel ontkennend of bevestigend gemaakt) Als er in de zin geen vorm van een hulpwerkwoord in staat, gebruik je een vorm van to do (do, don t, does, doesn t, did, didn t) en herhaal je het werkwoord Daarna herhaal je het onderwerp. H3 Should en shouldn t Should: Gebruik: om aan te geven dat iets eigenlijk zou moeten. Vaak als advies. Shouldn t: Gebruik: als je iemand iets wil afraden. Na should en shouldn t, altijd een heel werkwoord zonder to. Should have, could have en shouldn t have Should have: Gebruik: om te zeggen dat iets had moeten gebeuren, maar niet is gebeurd. Shouldn t have: Gebruik: om te zeggen dat iets niet had moeten gebeurden, maar helaas wel gebeurd is. Could have: Gebruik: om te zeggen dat iets had kunnen gebeuren, maar niet is gebeurd. Na should have, shouldn t have en could have gebruik je altijd een voltooid deelwoord (werkwoord +-ed) H4 The passive Tijd ww + + Ott = am/is/are voltooid deelwoord Ovt = was/were voltooid deelwoord Vtt = has/have been voltooid deelwoord Vvt = had been voltooid deelwoord Hww = am/is/are/was/were being voltooid deelwoord Hww = hww be voltooid deelwoord 1) Zet het lijdendvoorwerp vooraan 2) Kijk in welke tijd de zin staat 3) Kijk in het schema welke werkwoordsvormen je dan nodig heb 4) Vul de rest van de zin aan met je onderwerp en eventuele bijwoorden What en which What: Betekenis: wat of welke, soms hoe (als het met look like wordt gebruikt) of waar (als het een vraag is die met een voorzetsel eindigt) Gebruik: bij personen of dingen in het algemeen. Which: Betekenis: welke https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-engels-boek-3-grammatica Pagina 3 van 7

Gebruik: keuze uit een beperkt aantal personen of dingen. Past perfect Vorm: had + voltooid deelwoord (werkwoord +-ed) Gebruik: iets is langer geleden gebeurd als iets anders of als je aangeeft wat iemand anders heeft gezegd (indirecte reden/citaat) Woorden: after, before, as soon as, when H5 Voegwoorden Gebruik: van twee zinnen maak je één zin Reden: because, as, for, since Gevolg: so that, so, that s why Keuze: or, neither nor, either or Tegenstelling: but, though, although -s en of -s Gebruik: wanneer je wilt zeggen dat iets van een persoon of die is (bezit), bij tijdsuitdrukkingen en als je een winkel, huis, product, bedrijf van iemand bedoelt. Je gebruikt alleen als een woord in het meervoud al op een s eindigt. of Gebruik: bij dingen die ergens bij horen of als er een erg lange beschrijving bij personen staat. Gerund Vorm: werkwoord +-ing Gebruik: als onderwerp, na voorzetsels, na werkwoorden als: like, love, hate, mind, start, stop en go on, na bepaalde uitdrukkingen als: it s no good, it s no use en can t help. H6 Not neither, so either, neither en nor Not... either: Betekenis: ook niet So...: Betekenis: ook Gebruik: korte reactie of toevoeging Vorm: so + herhaling hulpwerkwoord, geen hulpwerkwoord: to do Neither/nor: Betekenis: ook niet Gebruik: korte reactie of toevoeging Vorm: neither/nor + herhaling hulpwerkwoord, geen hulpwerkwoord: to do Laten Woord: Vertaling: Laten vallen drop Laten zien show Toestaan let allow https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-engels-boek-3-grammatica Pagina 4 van 7

Iemand iets laten doen have (dwang) make Iemand iets laten doen had + voltooid deelwoord (geen dwang) Engels meervoud, Nederlands enkelvoud Sommige woorden zijn in het Nederlands in het enkelvoud, die in het Engels meervoud zijn: Jeans, shorts, trousers, panties, pants, pyjamas, binoculars, glasses, spectacles, goggles, pliers, scissors, police, people, cattle, club en government zijn altijd meervoud (het werkwoord moet dus ook in het meervoud als het onderwerp is). Na a of een telwoord gebruik je bij de bovenstaande woorden pair(s). Als het gaat om meer dan één persoon of ding wordt in het Engels altijd meervoud gebruikt. Vb. His two sons are farmers. Can, could en be able to Woord: Betekenis: Can I? mag ik? Can you? Kan je? Zou kunnen could Zou kunnen may Zou kunnen might In staat zijn (tegenwoordige tijd) can In staat zijn (tegenwoordige tijd) be (am, are, is) able to In staat zijn (verleden tijd) could In staat zijn (verleden tijd) be (was/were) able to In staat zijn (andere tijden) be able to Kan gebeuren, is could have niet gebeurd Na could, can, to be able to gebruik je een heel werkwoord zonder to. Na could have gebruik je het voltooid deelwoord. H7 If en when Woord: Betekenis When toen wanneer als (als het zeker is) If als (als het niet zeker is) indien gesteld dat Vergrotende en overtreffende trap Gewoon: small Vergrotend: +-er smaller Overtreffend +-est smallest https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-engels-boek-3-grammatica Pagina 5 van 7

Onregelmatig: Funny funnier flunniest Gentle gentler gentlest Narrow narrower narrowest Clever cleverer cleverest Good better best Bad worse worst Meer dan twee lettergrepen: X more most Self, selves en each other Myself Yourself Himself Herself Itself Ourselves Yourselves Themselves Betekenis: zich, zelf, zichzelf Gebruik: benadrukken (staat het direct achter de persoon), bij sommige werkwoord, niet bij: to shave, move en remember. Elkaar: enkelvoud: each other Meervoud: one other Moeten en kunnen Als de spreker vind dat iets moet: must Iemand anders vind dat iets moet: have/has to Als bepaalde omstandigheden iets nodig maakt: have/has to Iets hoeft niet: (niet nodig) needn t (niet verplicht) Don t/doesn t have to Iets mag niet: mustn t Iets zou eigenlijk moeten/advies: should Iemand iets afraden: shouldn t Iets had moeten gebeurden, maar is niet gebeurd: should have Iets had niet moeten gebeuren, maar is wel geb.: shouldn t have Must kan alleen bij de present simple (o.t.t.) Andere tijden: have/has to Na must(n t), (don t) have to, need(n t) en should(n t) gebruik je altijd het hele werkwoord zonder to. Na should(n t) have gebruik je het voltooid deelwoord (ww +-ed) H8 The In het Engels gebruik je soms geen the: Bij jaargetijden He likes winter https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-engels-boek-3-grammatica Pagina 6 van 7

Bij maaltijden Dinner is ready Bij most Most people believe him Bij functies van openbare gebouwen I was in hospital Bij namen van straten, pleinen, gebouwen, He live in Market Lane parken en bruggen Go to Victoria Station Soms moet je het wel gebruiken: Bij één bepaalde dag, maaltijd, week, zomer, winter, school. The summer of 1993 The last week of May One en ones One = enkelvoud Ones = meervoud Gebruik: na een bijvoeglijk naamwoord, om herhaling van het zelfstandig naamwoord te vermijden. Je gebruikt geen one/ones na: Een overtreffende trap Na een getal Bij bezit Te be used to en used to Used to: Gebruik: om te vertellen over vroeger, wat nu niet meer zo is. Vooral bij gewoontes. Vorm: used to + heel werkwoord To be used to: Gebruik: om te vertellen dat iemand ergens aan gewend is. Vorm: to be used to + gerund Woordvolgorde Onderwerp werkwoorden lijdendvoorwerp plaatsbepaling tijdsbepaling In vragen komt de pv. voor het onderwerp te staan. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-engels-boek-3-grammatica Pagina 7 van 7