Beleidsstuk meer- /hoog begaafdheid



Vergelijkbare documenten
Beleidsstuk meer- /hoog begaafdheid

Beleid (hoog)begaafdheid. Hoe gaan we om met begaafde en hoogbegaafde kinderen op De Krommen Hoek

- school de Ontmoeting Jenaplanschool voor basisonderwijs

Protocol Meer - en Hoogbegaafdheid Nutsschool Hertogin Johanna-Poolster

Protocol begaafdheid op de Curtevenne

(Hoog)begaafde protocol OBS Prins Claus

Met ingang van het schooljaar hanteert de Vosseschans structureel beleid rond het omgaan met hoogbegaafdheid.

Meer- of Hoogbegaafdheidsprotocol

3 Hoogbegaafdheid op school

OBS De Hobbitstee Leerdam

Plan van aanpak voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong of (hoog)begaafde kinderen

Protocol begaafdheid op de Curtevenne

KINDEREN DIE MEER KUNNEN

Maart Protocol (Hoog)begaafdheid. Doel van het protocol.

Visie en beleid ten aanzien van beter presterende leerlingen

Meerbegaafden protocol

Beleid Meer - en Hoogbegaafdheid NUT Periode januari 2014 t/m januari 2016

Plusklaswijzer. Koningin Beatrixschool en Koning Willem-Alexanderschool

DE PLUSBUS. Informatiebrochure voor ouders

Compacten bij rekenen

De Ploeterklas* OG ZWeM

Protocol (Hoog) Begaafdheid

Protocol hoogbegaafdheid Protocol Hoogbegaafdheid

plusbeleid CBS de Vrijenburg inhoud

Protocol Hoogbegaafdheid

Protocol (hoog)begaafden Prinses Julianaschool Versie 2, 2010

Protocol (Hoog)begaafdheid B.S. Mikado

4 ZORGBREDE BASISSCHOOL

Protocol doubleren en versnellen

(Hoog)begaafdenwijzer Lorentzschool.

Groep 1 t/m 8 Prins Mauritsschool Delft

Ouderavond Plusgroep Marc Houben Josephine Close Véronique Kaanen

Samenvatting Protocol Excellente leerlingen

ZITTENBLIJVEN OVERGAAN

Overgangsprotocol VPCO

Beleid voorsprongleerlingen/excellente leerlingen Juni 2014

Wat doet een kind op school? Leren! Verleggen van je grenzen en fouten maken.ook voor leerlingen die makkelijk leren!

versie okt 2017 protocol aanpak plusleerlingen

Beleidsstuk. Beleidsstuk Meer- en hoogbegaafdheid

Vragenlijst Excellentieregeling Basisonderwijs

Beleidsplan Meer- en Hoogbegaafdheid

o.a. Carnaval, cito groep 1 en 2, protocol (meer)begaafdheid

Passend Onderwijs aan (hoog)begaafde leerlingen in Noord- Nederland

het fundament christelijke basisschool genderen Protocol Leerlingenzorg Speciale Leergroep ~ huidige situatie ~

Beleid VPCO - Plusklas

Protocol leertijdverkorting

Enkele weken voor de eindtoets, maken de leerlingen de eindtoets van het voorgaande jaar in dezelfde setting als bij de officiële eindtoets.

Wij geven het kind de ruimte. om hun talenten te ontwikkelen.

Protocol begaafdheid

Algemene inleiding. Twee voorbeelden van definities:

BASISSCHOOL ST. RADBOUD SLIMPAD LB HEILOO TEL

Beleid voorsprongleerlingen/excellente leerlingen Juni 2014

Beleid VPCO-Plusklas

COMPACTEN & VERRIJKEN GROEP 9

Protocol Hoogbegaafdheid

Beleidsnotitie begaafdheid obs de Achtbaan

Protocol doubleren en versnellen

Protocol Doubleren 1

Differentiëren - Deel 1

Den Dolder, Beleidsplan meer- en hoogbegaafde kinderen bijgesteld november 2013

Protocol Hoogbegaafdheid

Protocol Plusklas. Aanleiding

Compacten en verrijken voor getalenteerde kinderen.

Protocol Doublure. Doublure protocol Basisschool De Zonnewijzer Diepenveen

Uitgedaagd! De verveling voorbij.

Achtergrondinformatie meer begaafdheid, hoog intelligent en hoogbegaafdheid

Foto en naam van uw kind(eren) Via het pijltje achter de naam van uw kind, krijgt u een menu met :

VALCKESTEYN Beleid Doubleren of Versnellen

Beleidsplan Begaafdheid

KANT EN KLAAR PLUS. Uitdagende thema s voor pientere en hoogbegaafde leerlingen

Hoogbegaafdenbeleid op de Waterspiegel

CBS De Holtenhoek. Plusgroep

Hoogbegaafd in de klas. Het meisje met de vleugels. Inhoud werkwinkel. Cognitieve luik. 1. het cognitieve aspect. 2.

Elk kind recht heeft op een doorgaande lijn van ontwikkeling in het onderwijs.

Plan van aanpak: werken met Acadin in je eigen groep en je school

Behandeld met HB specialist in de periode september november Besproken in pedagogisch team d.d Kwaliteitszorg Notitie Nobel

Opzet Beleidsplan Basisschool H.Henricus Hippolytushoef

Protocol meerpresteerders

PROTOCOL DOUBLEREN & VERSNELLEN. Julianaschool Rijnsburg

Inhoud 1 Inleiding Aanpak plus-leerlingen Het menu voor alle plusgroep-leerlingen Het menu voor de plusklas leerlingen...

Talentbeleid vastgesteld

Plusklas PWA Beusichem

Protocol: Hoogbegaafdheid: Samenvatting protocol en ouderbrief

Dit artikel is gepubliceerd op de website van Slim! Digitaal 1 oktober 2006

Richtlijnen voor de overgang naar de volgende groep. Doubleren of Versnellen; te nemen stappen

Doublure protocol Groep 1 t/m 8

Aloysiusschool Amersfoort Datum: Status: definitief voor schooljaar

Werken in het Lab Beleid verrijkingsklassen Stichting KBO Haarlem-Schoten (concept 2 oktober 2015)

Zijnsluik en het handelen van de leraar

Hoogbegaafdheid & school

Toelichting bij het rapport van groep 3 t/m 8

Vragenlijst leergeschiedenis lees- en spellingvaardigheid bestemd voor school / groepsleerkracht en interne leerlingenbegeleider

Aanpak voor hoogintelligente en hoogbegaafde kinderen

Mrt/april09 Overgangscriteria/protocol OVERGANGSPROTOCOL

Kwadraatonderwijs. Kwadraat, passend onderwijs voor begaafde leerlingen

Protocol. overgang groep 1 2 groep 2 3 en verlengde kleuterperiode

Protocol doubleren en versnellen (def. versie 5/1/2015)

Beleid inzake meer- en hoogbegaafde leerlingen Agatha Snellenschool juni 2012

Overgangsprotocol OPO Ameland Groep 1 tot en met 4

Transcriptie:

Beleidsstuk meer- /hoog begaafdheid Augustus 2014

Inhoud Inhoud... 2 Inleiding... 3 1. Begripsomschrijving... 4 1.1 Definitie... 4 1.2 Kenmerken... 5 2. Signaleren... 6 3. Aangepast onderwijsaanbod... 8 3.1 Verbreden & verrijken... 8 3.2 Compacten & verrijken... 9 3.3 Versnellen... 9 4 In de praktijk... 10 4.1 rekenen... 10 4.2 taal... 10 4.3 begrijpend lezen... 11 4.4. spelling... 11 4.5 zaakvakken... 11 4.5 overige... 11 4.7 Uitleg materiaal... 11 5 Evalueren... 12 2

Inleiding Bij het ontwikkelen van beleid wordt de missie van de school altijd als uitgangspunt gebruikt, zo ook bij dit beleidsstuk. Saltoschool Reigerlaan ziet als haar missie: het overdragen van kennis, vaardigheden en attitudes aan leerlingen van 4 tot 12 jaar op een zo breed mogelijk gebied. Op het moment dat het reguliere aanbod onvoldoende mogelijkheden geeft om een leerling nieuwe kennis en vaardigheden aan te bieden, zal de school haar aanbod moeten bijstellen. Dit beleidsstuk is gericht op kinderen waarvoor het reguliere aanbod te weinig uitdaging biedt. Dit beleidsstuk beschrijft wat we verstaan onder meer/-hoog begaafdheid, hoe het wordt vastgesteld, hoe het onderwijsaanbod wordt aangepast, welke materialen daarbij worden gebruikt en welke rol de leerkracht heeft in het geheel. Het team van Saltoschool Reigerlaan heeft scholing gevolgd die verzorgd werd door Dr. Tessa Kieboom -directeur van het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek Antwerpen-. Haar boek, haar lezingen en de studiedag die ze op Saltoschool Reigerlaan heeft verzorgd hebben bijgedragen aan de totstandkoming van dit stuk. 3

1. Begripsomschrijving 1.1 Definitie Zoals in de inleiding te lezen was, is dit beleidsstuk gericht op leerlingen waarbij het reguliere onderwijsaanbod niet passend is, omdat het te weinig uitdaging biedt. In onderstaand schema is te zien hoe gemiddeld de verdeling is m.b.t. de cognitieve capaciteiten. Gemiddeld zijn er dus 13.6% kinderen met meerbegaafde capaciteiten (115-130) en 2,3% (130-145) kinderen met hoogbegaafde capaciteiten en 0,1% kinderen met zeer begaafde capaciteiten (>145). Het begrip (hoog)begaafdheid kent in theorie noch praktijk een vaste omschrijving. Hoogbegaafdheid wordt vaak gelijkgesteld aan een hoog IQ, terwijl een hoog IQ geen garantie is voor uitzonderlijk goede prestaties. Naast een hoog IQ, zijn ook creativiteit en doorzettingsvermogen om ergens in uit te kunnen blinken. 4

Hoogbegaafdheid is een combinatie van een uitzonderlijke intelligentie, creativiteit en doorzettingsvermogen. Hoogbegaafden zijn op het cognitieve vlak sterk, maar ook andere zaken spelen een belangrijke rol. De term wordt gebruikt om aan te geven dat ze opvallende vermogens of vaardigheden hebben, zowel voor kinderen als voor volwassenen. 1.2 Kenmerken Dr. Tessa Kieboom beschrijft de volgende kenmerken voor meer-/hoogbegaafde kinderen; Ongewoon goed ontwikkeld geheugen Feiten en gebeurtenissen kunnen haarfijn worden herinnerd en weergegeven. Ouders moeten vaak enige tijd nadenken om inderdaad deze herinneringen te kunnen bevestigen. Op school zorgt het sterk ontwikkeld geheugen ervoor dat de leerstof makkelijk wordt onthouden en dat weinig andere inspanningen nodig zijn om toch behoorlijke resultaten te behalen. Bewust van leven en dood Reeds vanaf de leeftijd van 4 jaar zijn deze kinderen zich bewust van leven en dood. Dit betekent dat zij bij een overlijden perfect weten wat dit betekent en dat geruststellende en goedbedoelde verhaaltjes van de volwassenen onmiddellijk worden doorprikt. Leer-en nieuwsgierig Het is bekend dat hoogbegaafde kinderen vaak heel veel waarom-vragen stellen. Dit omdat ze een zeer sterke drang hebben om te weten. Dit betekent dat ze zich vaak veel vroeger dan leeftijdsgenoten heel uiteenlopende onderwerpen en inzichten eigen maken. Dit in combinatie met het sterk ontwikkeld geheugen waarover ze beschikken, maakt dat zij schoolse leerstof reeds lang beheersen alvorens deze in de klas aan de orde is. Concentratievermogen Hoogbegaafden hebben de capaciteit om zich op verschillende zaken gelijktijdig te concentreren. Thuis geeft dit de mogelijkheid om diverse taken tegelijkertijd uit te voeren. Op school is dit niet mogelijk daar alles sequentieel wordt aangereikt. Bijgevolg hebben deze leerlingen niet hun volledige concentratie voor de schoolse materie nodig waardoor ze aandacht krijgen voor andere zaken dan alleen de leerstof (een vlieg die langs komt, iemand die voorbij loopt, ) of waardoor ze beginnen dagdromen. 5

Vroegtijdige taalontwikkeling Op het moment dat deze kinderen de kleuterschool binnenstappen kan het verschil in taalontwikkeling met andere kinderen reeds worden vastgesteld. Deze kinderen hebben immers een uitgebreidere woordenschat en bijgevolg benoemen ze de dingen veel gedetailleerder. Niet zelden gaat deze snelle taalontwikkeling samen met een uitgesproken interesse voor letters waardoor een aantal van deze kinderen zichzelf leren lezen nog voor ze de kleuterschool verlaten. Uitgesproken wiskundig inzicht Door deze aanleg kunnen ze dikwijls goed omspringen met wiskundige en logische begrippen, structuren en inzichten waardoor ze in deze materie op school ook veel sneller vorderen dan andere kinderen. Wiskundige initiatie (eerste, laatste, middelste, voorste, tweede, op, onder, tussen, ) is reeds verworven van bij de instap in de kleuterschool. Getalbeelden herkennen gaat bijgevolg ook heel snel en wiskundige technieken worden quasi onmiddellijk toegepast op zaken met een hogere moeilijkheidsgraad. Gevoel voor humor Hoogbegaafden hebben een sterk gevoel voor humor waardoor zij graag mopjes vertellen, grappig uit de hoek kunnen komen en boodschappen met een onderliggende betekenis onmiddellijk begrijpen. Diverse interesses 2. Signaleren In het vorig hoofdstuk was te lezen welke kenmerken meer-/hoogbegaafde kinderen kunnen hebben. Toch blijkt het in de praktijk vaak nog lastig om meer- /hoogbegaafdheid te herkennen. Goede schoolprestaties (bijvoorbeeld hoge citoscores) zijn een duidelijk signaal zijn dat de schoolse vaardigheden goed zijn verworven. Wat echt niet wil zeggen dat we altijd met een hoog-/meerbegaafde leerling te maken hebben. En andersom geldt dat ook, leerlingen met gemiddelde scores kúnnen ook meer- /hoogbegaafd zijn. In dat geval spreken we over onderpresterende meer- /hoogbegaafde leerlingen. Op Saltoschool Reigerlaan worden drie manieren gebruikt om te bepalen welke leerlingen een aangepast onderwijsaanbod krijgen; op basis van prestaties, op basis van observaties van de leerkracht of door de input van ouders. 6

Prestaties Als een kind de methodegebonden toetsen diverse (minimaal 3) achtereenvolgende malen foutloos of nagenoeg foutloos maakt en tevens bij de CITO-toetsen diverse achtereenvolgende malen (minimaal 2) een I score of een I+ score haalt, is dat voor ons een signaal dat de betreffende leerling, meer aan kan dan de reguliere leerstof. Observatie leerkracht De zogeheten onderpresterende meer-/hoogbegaafde leerlingen zijn moeilijker te herkennen. De kenmerken zoals in het vorige hoofdstuk beschreven, kunnen de leerkracht toch het idee geven dat de leerling meer aan kan. Tijdens de groepsbespreking tussen interne begeleider en groepsleerkracht komt een dergelijke leerling zonder meer ter sprake. De interne begeleider zal de leerling observeren, met hem en zijn ouders in gesprek gaan. Daarbij kan gebruik gemaakt worden van de quickscan van het digitaal handelingsprotocol meerbegaafdheid of de sreeningslijst SID. Input ouders Het is ook mogelijk dat een leerling op school niet wordt herkend als meer- /hoogbegaafde leerling, maar wel door ouders. Leerlingen kunnen als gevolg van onaangepast onderwijsaanbod, gedemotiveerd worden waardoor de school de kenmerken van een meer-/hoogbegaafde leerling niet ziet. Onaangepast leerstofaanbod Demotivatie Onderpresteren; matige tot slechte schoolresultaten matige tot slechte werkhouding Van Gerven, E. & Drent, S. (2001). Een doorgaande lijn voor hoogbegaafde leerlingen. Ouders kunnen met de leerkracht intern begeleider in gesprek gaan om de kenmerken die zij bij hun kind zien te delen. De intern begeleider kan de leerling observeren en met de leerling in gesprek. Hierbij kan ze gebruik maken van de quickscan van het digitaal handelingsprotocol meerbegaafdheid of de sreeningslijst SID. School en ouders bekijken samen welke vervolgstappen worden gezet. In sommige gevallen kan diagnostisch onderzoek uitkomst bieden. 7

3. Aangepast onderwijsaanbod Op het moment dat duidelijk is dat we te maken hebben met een meer-/ hoogbegaafde leerling zijn er verschillende manieren om het onderwijsaanbod beter passend te maken. De methodes die op Saltoschool Reigerlaan gebruikt worden voor taal, spelling en rekenen bevatten differentiatiemogelijkheden wat betreft de moeilijkheidsgraad. Indien de herhalings-/ en verrijkingsmaterialen van de methode gebruikt worden, past het aanbod ongeveer bij leerlingen met een iq tussen de 85 en 115 of een citoscore IV, III of II. Daarmee is er dus voor een groot deel van de leerlingen een goed aanbod, maar voor een kleine groep leerlingen niet. Er zijn grofweg drie manieren om het aanbod passend te maken; verbreden & verrijken, compacten & verrijken en versnellen. Deze drie manieren worden in dit hoofdstuk nader toegelicht. Daarbij is het goed te weten dat de indicatie van intelligentie en de scores van citotoetsen slechts richtlijnen zijn. Ieder leerling is uniek en voor iedere leerling moet afzonderlijk gekeken worden wat het meest passend is. 3.1 Verbreden & verrijken Voor leerlingen met een iq tussen 115 en 130 of een citoscore van I zou het reguliere aanbod te mager zijn en moet het aangevuld worden met extra verrijkende opdrachten. In het volgende hoofdstuk wordt nader beschreven hoe dat er in de praktijk uit kan zien. 8

3.2 Compacten & verrijken Voor leerlingen met een iq tussen 130 en 145 of een citoscore I+ zou het reguliere aanbod compact moeten worden en daar zouden verrijkende opdrachten voor in de plaats moeten komen. Dat wil dus zeggen dat deze leerlingen een deel van de reguliere stof niet aangeboden krijgen. Het verrijkingsaanbod is bij deze leerlingen dus geen extraatje of mag-werk, maar moet-werk. Aan dat werk worden dezelfde eisen gesteld als aan het reguliere werk van de rest van de klas. We hebben binnen het team een aantal afspraken gemaakt m.b.t. het compacten & verrijken; leerlingen krijgen minimaal eens per week een instructie van ca. 20 minuten over de verrijkende opgaven; er wordt aan de leerlingen verteld wat ze minimaal af moet hebben per week, het werk wordt gepland; een leerling maakt wat gemaakt moet worden, de leerling heeft ca. >80% goed; er wordt door de leerkracht gelet op verzorging van het handschrift, gebruik potlood & liniaal, schrijven met pen; leerlingen kijken zelf hun werk na en verbeteren waar nodig. Ze laten geen fouten zitten; de leerkracht controleert minimaal eens per week het werk en geeft daar feedback op. Deze afspraken zijn opgenomen in een kijkwijzer om erop toe te zien dat deze worden nagekomen. Indien een leerling het compacten & verrijken programma van taal en rekenen aangeboden krijgt wordt er veelal gesproken over het werken met routeboekjes. Er zijn ook leerlingen waarbij bij meer vakken aanpassingen worden gemaakt. Indien dat het geval is wordt er een handelingsplan opgesteld voor die leerling. De intern begeleider zal met ouders, de leerkracht en de leerling gesprekken voeren om ervoor te zorgen dat het handelingsplan echt is afgestemd op de behoeften en mogelijkheden van deze leerling. In het volgende hoofdstuk wordt nader beschreven hoe dat er in de praktijk uit kan zien. 3.3 Versnellen Het komt vaker voor dat een leerling doubleert dan dat het een groep overslaat. Toch is het ook een optie een leerling een groep over te laten slaan. Dit gebeurt in nauw overleg tussen ouders, leerkracht en intern begeleider. De directie van Saltoschool Reigerlaan neemt uiteindelijk het besluit. Voorafgaand aan zo n besluit zijn diverse gesprekken gevoerd, observaties uitgevoerd en testen gedaan. Om te kijken of een leerling cognitief vooruit kan is het mogelijk om vooruit te toetsen. De intern begeleider zal de testen afnemen. 9

Naast het doortoetsen kan de VersnellingsWenselijkheisLijst gebruikt worden. De VersnellingsWenselijkheidsLijst (VWL) is ontwikkeld om leerkrachten en andere betrokkenen te ondersteunen in de beslissing een leerling al dan niet vervroegd naar een volgende groep te laten gaan (halverwege het schooljaar) c.q. een groep te laten overslaan(aan het eind van het schooljaar). De lijst kan gebruikt worden vanaf groep 1/2. Versnellen is slechts een tijdelijke oplossing. Na het versnellen zal een goed verbredingsprogramma in de klas nodig zijn om voor een blijvend passend aanbod te zorgen. 4 In de praktijk In het vorige hoofdstuk was te lezen dat er gekozen kan worden voor; verbreden & versnellen, waarbij de verrijkingsstof dus mag-werk is of voor compacten & verrijken, waarbij de verrijkingsstof moet-werk is. Hierbij kan nog onderscheid gemaakt worden in alleen het volgen van een routeboekje voor taal en rekenen of een individueel handelingsplan voor verschillende vakken. In dit hoofdstuk wordt inzichtelijk gemaakt hoe die verrijking er in de praktijk uit kan zien. Het is belangrijk te weten dat het aanpassen van het leerstofaanbod altijd maatwerk is. Onderstaande schema s bieden dus richtlijnen voor hoe de leerstof aangepast kan worden. 4.1 Rekenen Verbreden & verrijken Moet Reguliere aanbod van Rekenzeker Mag Speurwerk Smartgames Smartgames Compacten & verrijken Aan de hand het routeboekje van het SLO wordt een deel van de reguliere lesstof geschrapt en komt daar speurwerk voor in de plaats. 4.2 Taal Verbreden & verrijken Compacten & verrijken Moet Reguliere aanbod Taal in beeld Aan de hand het routeboekje van het SLO wordt een deel van de reguliere lesstof geschrapt en komt daar Pluswerk taal voor in de plaats. Mag Taalkaarten Languagenut 10

Languagenut 4.3 Begrijpend lezen Moet Mag Verbreden & verrijken Reguliere aanbod Nieuwsbegrip De kinderen mogen de verwerking zelfstandig doen, i.p.v. met de klas. Compacten & verrijken De kinderen maken een moeilijkere tekst van Nieuwsbegrip 4.4. Spelling Moet Mag Verbreden & verrijken Reguliere aanbod Spelling in beeld Werkstukwijzer Compacten & verrijken Indien het signaaldictee goed is gemaakt (<2 f) kan hoeft de leerling niet met het reguliere aanbod mee te doen. Werkstukwijzer kan worden ingezet. 4.5 Zaakvakken Dit schooljaar wordt gestart met een nieuwe methode voor de zaakvakken. De praktijk moet nog uitwijzen in hoeverre de differentiatie wat betreft het niveau voldoende in de methode zit. 4.5 Overig aanbod Afhankelijk van de financiële ruimte van de school en de inzetbaarheid van ouders worden er periodes activiteiten aangeboden. Schaken, deelnemen aan de kangoeroewedstrijd (internationale wiskunde wedstrijd), Franse of Spaanse les en scheikundige proefjes doen zijn daar voorbeelden van. 4.7 Uitleg methoden en materiaal Routeboekje Het SLO is een nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling, zij hebben een routeboekje ontwikkeld voor taal en rekenen. In het routeboekje kan een kind per blok, per les zien welke opgaven hij moet maken en welke instructie hij moet volgen. Er is ook aangegeven wat er geschrapt wordt. Het routeboekje is zo samengesteld dat de leerlingen wél de instructie en verwerking van een nieuw onderwerp maken, maar geen herhaling krijgen. 11

Speurwerk Speurwerk is een methode met verrijkende rekenopgaven. De methode is gekoppeld aan de reguliere methode Rekenzeker die op school wordt gebruikt. Pluswerk Taal Pluswerk taal is een methode met gevarieerde verrijkende taalopdrachten. Er wordt ook een beroep gedaan op het begrijpend lezen. Languagenut Saltoschool Reigerlaan heeft een account bij Languagenut. Kinderen kunnen daar door school aangemeld worden. Kinderen loggen op de computer in onder hun eigen account. Ze kunnen een keuze maken uit 7 verschillende talen. Middels liedjes, spelletjes en puzzels maken zij zich een taal eigen. Het accent ligt op luister en spreekvaardigheid en niet op lees en schrijfvaardigheid. Werkstukwijzer Werkstukwijzer is ontwikkeld om meer-/ hoogbegaafde leerlingen aan de hand van vaste stappen een werkstuk te maken. Leerlingen worden gestimuleerd een onderzoekende houding te hebben. Digitale leerschool Momenteel heeft Saltoschool Reigerlaan nog geen praktijkervaring met de digitale leerschool. Er wordt eerst een proefperiode aangegaan. De digitale leerschool biedt 3 modules die leerlingen geheel zelfstandig digitaal kunnen doorlopen. Er kan gekozen worden uit Engels, wiskunde en scheikunde. Per week worden per leerling opdrachten klaargezet die ze moeten maken. Bij alle opdrachten kunnen de leerlingen er voor kiezen ondersteunde instructiefilmpjes te gebruiken. De leerkracht kan zowel het product als het proces van de leerlingen volgen. 5 Evalueren Op Saltoschool Reigerlaan vindt er driemaal per jaar een groepsbespreking vindt tussen leerkracht en intern begeleider. Tijdens dat gesprek wordt nagegaan hoe het met een leerling gaat, wat het effect is van de ingezette interventies en of er bijzonderheden zijn. Er wordt uitgebreid stilgestaan bij de kinderen die een aanbod verdiepen & verrijken of compacten & verrijken hebben. Tweemaal per jaar maken de alle leerlingen op Saltoschool Reigerlaan verschillende citotoetsen. De resultaten van de toetsen worden door de leerkracht en intern begeleider geanalyseerd en besproken. Indien de groepsbespreking of de resultaten van de citotoetsen aanleiding geeft om het aanbod bij te stellen, zal dit door de leerkracht met de ouders en de leerling worden gecommuniceerd. 12

Indien er een handelingsplan voor een leerling is opgesteld, zal dit tweemaal per jaar worden geëvalueerd en bijgesteld. Ouders worden door de leerkracht zowel schriftelijk als mondeling op de hoogte gehouden van de evaluatie van het handelingsplan. Uiteraard is er voor zowel ouders als school op elk moment van het jaar de mogelijkheid met elkaar in gesprek indien daar aanleiding voor is. 13