Samenvatting Economie Hoofdstuk 4.1 t/m 4.6

Vergelijkbare documenten
Geboorteoverschot: Bij een geboorteoverschot worden er per jaar meer mensen geboren dan er sterven.

Samenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 4

Beroepsbevolking: het aantal mensen tussen de 15 en 65 jaar, dat meer dan 12 uur per week wil en kan werken.

Indexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt

Produceren is het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van productiefactoren van overheid en bedrijven

7,5. Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari keer beoordeeld. Lesbrief: Arbeidsmarkt. Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op

4,8. Samenvatting door een scholier 1776 woorden 6 december keer beoordeeld

6,9. Samenvatting door een scholier 1762 woorden 21 februari keer beoordeeld. Arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt

Samenvatting Economie H4: werk, werk, werk

4,3. Samenvatting door een scholier 2003 woorden 31 oktober keer beoordeeld

6,7. Begrippenlijst door een scholier 1879 woorden 29 oktober keer beoordeeld

aanbod van arbeid: alle mensen tussen de 15 en de 65 die willen, kunnen en mogen werken. (werknemers, zelfstandigen en werklozen)

Samenvatting Economie Lesbrief arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4, Werk

8,2. Samenvatting door een scholier 1686 woorden 10 februari keer beoordeeld

Samenvatting Economie Gehele boekje 'Arbeidsmarkt'

5,7. Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari keer beoordeeld 4.1

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1 t/m 5

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt

Aanbod van arbeid: aanbod van arbeid is gelijk aan de omvang van de beroepsbevolking.

1)Waaruit bestaat de vraag op de Werkenden en arbeidsmarkt? (openstaande)vacatures. 2)Noem een ander woord voor Werkenden werkgelegenheid.

Arbeidsmarkt: begrippenlijst

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4, Werk, werk, werk

5.1 Wie is er werkloos?

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt hoofdstuk 1,2,3,4,5

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt

5.2 Wie is er werkloos?

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen

1)Waaruit bestaat de vraag op de Werkenden en (openstaande)vacatures. arbeidsmarkt? Werkenden 2)Noem een ander woord voor

Arbeid = arbeiders = mensen

Samenvatting Economie Boek 1

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5 Arbeidsmarkt

Economie Pincode klas 3 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 5: Aan de slag! Exameneenheid: Arbeid en productie

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt

indexcijfers geven de verhouding weer tussen de omvang van een grootheid in een bepaalde periode en de op 100 gestelde omvang

> betaald > formele sector: wit > informele sector: zwart > onbetaald > informele sector

3.2 De omvang van de werkgelegenheid

Samenvatting Economie Module 1

Samenvatting door een scholier 1310 woorden 17 februari keer beoordeeld

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Werk

Bij produceren gaat echt om alle activiteiten die gericht zijn op het maken van producten of het verrichten van diensten.

Consumptiemaatschappij: -> arbeiders blijven werken ook al hebben ze hun eerste levensbehoeften bevredigd

Totale bevolking. Jonger dan 15 jaar 15 tot 65 (= beroepsgeschikte 65+-ers bevolking of potentiële beroepsbevolking) (= aanbod van arbeid)

Samenvatting Economie Lesbrief werk H1 t/m 6

arbeidsparticipatiegraad: de participatiegraad geeft aan welk percentage van de potentiële beroepsbevolking deelneemt aan het

ALGEMENE ECONOMIE /01

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-I

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II

5,7. Samenvatting door een scholier 1259 woorden 5 april keer beoordeeld. Economie hoofdstuk 1 van module 1

Eindexamen economie vwo II

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2 en 4

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten

Profielwerkstuk Economie Werkloosheid

Samenvatting Economie H1+H2 (Arbeid)

UIT de arbeidsmarkt

1. De arbeidsmarkt op

7,2. Samenvatting door een scholier 1510 woorden 30 maart keer beoordeeld

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

Werken of vrije tijd?

Aantekeningen VWO-6 Economie Lesbrief Economische Modellen

Eindexamen economie havo II

Eindexamen economie vwo I

H2: Economisch denken

2 keer beoordeeld 12 februari 2015

HOOFDSTUK 2 THEORIE EN PRAKTIJK

ECONOMIE. Begrippenlijst H5 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.

Samenvatting Economie Module 7 De Overheid

Vormen van werkloosheid vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Praktische opdracht Economie Werkloosheid

Arbeidsmarkt Vraag naar arbeid Werkgelegenheid Aanbod van arbeid: b Marktmechanisme Loonkosten per product

Eindexamen vwo economie 2014-I

7,9. Samenvatting door een scholier 1248 woorden 29 september keer beoordeeld. Economie Samenvatting; de arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1

Paragraaf 2 De hedendaagse arbeids samenleving 2.1 wat is een arbeids samenleving?

2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd

Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juni 2013


Eindexamen economie havo I

Eindexamen economie 1-2 havo 2008-II

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie

Ruilen over de tijd (havo)

Vormen van werkloosheid vmbo-b34

6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven:

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE

ANTWOORDEN HOOFDSTUK 5

Eindexamen economie 1-2 vwo I

Transcriptie:

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4.1 t/m 4.6 Samenvatting door een scholier 1377 woorden 29 maart 2010 7 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Economie samenvatting Hoofdstuk 4 Beroepsbevolking = aanbod van arbeid. aantal mensen tussen 15 en 65 jaar dat meer dan 12 uur per week wil en kan werken. werkzame beroepsbevolking = mensen met een baan. werkloze beroepsbevolking = mensen ingeschreven bij het CWI factoren waar beroepsbevolking afhankelijk van is: - Omvang en samenstelling van de bevolking - wetgeving - maatschappelijke opvattingen - organisatie van het arbeidsproces Totale bevolking neemt toe door : migratie overschot & geboorteoverschot meer mensen, is meer werk zoekende, is dus een toename van aanbod van arbeid. aanbod van arbeid neemt af, als mensen langer leerplichtig zijn. aanbod van vrouwen op arbeidsmarkt neemt toe, door kinderopvang, deeltijdwerk, en flexibele werktijden. Vraag naar arbeid bepaalt de omvang en de samenstelling van de werkgelegenheid. Ondernemingen en overheid zijn vragers naar arbeid Conjuncturele factoren= totaal aantal bestedingen (vraagfactoren) Structurele factoren = (veranderingen) in manier van produceren (aanbodfactoren) Effectieve vraag als de totale omvang van de bestedingen stijgt, dan moeten er meer goederen en diensten worden voortgebracht. de effectieve vraag stijgt, en dat is een toename van de vraag naar arbeid. Effectieve vraag = totaal van de bestedingen bestedingen: gezinnen (consumpties), ondernemingen (investeringen), overheid (overheidsbestedingen), en buitenland (export) Arbeids- of loonkosten per werknemer hoe duurder arbeidskosten per werknemer, dan wordt arbeid vervangen door kapitaal. productie wordt kapitaalintensiever. productie kan ook naar lagelonenlanden gaan. hoge arbeidskosten remmen vraag naar arbeid af en lage arbeidskosten stimuleren de vraag naar arbeid. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-economie-hoofdstuk-41-tm-46 Pagina 1 van 5

Als lagere arbeidskosten leiden tot een lager nettoloon, dan daalt de koopkracht van de werknemers. want als je minder verdient, kan je ook minder besteden. dat is dus nadelig voor de ondernemingen rendement = winstgevendheid Arbeidsproductiviteit = productie per werknemer per tijdseenheid. stijging van apt, dan zijn er minder werknemers nodig voor dezelfde productieomvang. stijging apt veroorzaakt dus op korte termijn(op dezelfde productieomvang) een daling van vraag naar arbeid. op lange termijn, zorgt stijging apt voor toename van vraag naar arbeid. ondernemer hoeft minder werknemers te betalen, voor hetzelfde aantal producten, dalen de kosten voor de onderneming. verkoopprijs van producten daalt ook, toename afzet. concurrentiepositie van de onderneming is verbeterd. er moeten meer producten verkocht worden, dus de vraag naar arbeid kan toenemen. De arbeids- of loonkosten per product een stijging van arbeidskosten per product remt de vraag naar arbeid af, een daling van de arbeidskosten per product stimuleert de vraag naar arbeid. Arbeidstijd arbeidsduurverkorting (ADV), verkorting van werkweek, roostervrije dagen, vervroegde uittreding, of flexibele pensionering. ADV zorgt voor afname apt : wie korter werkt, brengt minder producten voort. voor zelfde productie omvang zijn dus meer werknemers nodig. dus neemt de vraag naar arbeid toe, door arbeidsduurverkorting. Bedrijfstijd bij ADV stijgen loonkosten per product. dat kan worden opgevangen door de bedrijfstijd te verlengen. langer open, langer werken van machines. minder machines, voor evenveel producten. daling van kapitaalkosten per product. Economische sectoren 1. Primaire sector - landbouw, visserij en bosbouw. niet onbeperkt beschikbaar 2. Secundaire sector - fabricage en verwerking van grondstoffen. > Industrie, bouwnijverheid, delfstoffenwinning, en ondernemingen die energie leveren. veel concurrentie van buitenlandse ondernemingen 3.Tertiare sector - commerciële dienstverlening. streven naar winst. > handel, transport, reclame, horeca, bank- en verzekeringswezen en detailhandel(winkels) 4. Quartaire sector - niet-commerciële dienstverlening. streven niet naar winst. Maatschappelijke dienstverlening. > rijksoverheid (ambtenaren op ministeries) en lagere overheden (ambtenaren bij gemeenten en provincies) > instellingen die sociale verzekeringen uitvoeren (sociale uitkeringen voor daklozen en arbeidsongeschikten, mensen die premies innen) > instellingen die grotendeels door de overheid betaald worden. > scholen, bibliotheken, ziekenhuizen en https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-economie-hoofdstuk-41-tm-46 Pagina 2 van 5

publieke omroepen.) verdeeld in 2 groepen marktsector = primair, secundair en tertiaire. bedrijven in deze sectoren concurreren met elkaar op verschillende markten en proberen winst te maken. collectieve sector = quartaire sector. overheid en instellingen die de sociale verzekeringen uitvoeren. Mechanisatie = er worden meer kapitaalgoederen gebruikt zonder dat er arbeidsplaatsen verdwijnen. Automatisering = werknemers worden wel vervangen door kapitaalgoederen Mechanisatie en automatisering maken de productie kapitaalintensiever doordat het aantal kapitaalgoederen stijgt in verhouding tot de hoeveelheid arbeidskrachten. Arbeidsintensieve productie, heeft veel arbeidskrachten nodig in verhouding tot het aantal kapitaalgoederen. Dienstverlening is arbeidsintensief. werkgelegenheid = werkzame beroepsbevolking werkloosheid = werkloze beroepsbevolking Arbeidsjaar = aantal uren dat iemand met een volledige baan gedurende één jaar werkt. werkgelegenheid in arbeidsjaren is altijd minder dan werkgelegenheid in personen. werken in loondienst werken als zelfstandige werkgelegenheid = vraag naar arbeid. werkloosheid = verschil tussen de vraag naar arbeid en het aanbod van arbeid Geregistreerde werkloosheid: het totaal aantal mensen zonder werk (of met werk van minder dan 12 uur per week) dat bij het CWI is ingeschreven als werkzoekende en direct beschikbaar is. verborgen werkloosheid : mensen die niet geregistreerd staan als werklozen, maar wel betaald werk willen doen.. > huisvrouwen, jongeren die door studeren, WAO ers. aanmoedigings- of aanzuigeffect : als de economie aantrekt en de werkgelegenheid stijgt, dan bieden veel verborgen werklozen zich aan ontmoedigingseffect : afname van werkgelegenheid. werkloosheid neemt maar weinig toe, want de verborgen werklozen gaan niet actief op zoek naar een baan. verborgen werkgelegenheid = zwartwerken > werken in informele sector, omdat het niet door de CBS wordt geregistreerd werklozen >>> sociaal isolement. Conjunctuurwerkloosheid als bestedingen dalen, minder productie, en minder arbeid nodig. als dan de vraag lager is dan het aanbod van arbeid is er conjunctuurwerkloosheid. TEGENWERKEN -bedrijfsleven en overheid verhogen van investeringen - consumptie verhogen -overheidsuitgaven verhogen - export verhogen Structuurwerkloosheid https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-economie-hoofdstuk-41-tm-46 Pagina 3 van 5

kan ontstaan door : - verslechtering van de internationale concurrentiepositie verslechtering van internationale concurrentie positie, daalt de winstgevendheid van Nederlandse ondernemingen. dus is er minder geld voor personeel. Fusie = samengaan met een andere onderneming. - Lage scholingsgraad ondernemingen met goedgeschoold personeel hebben hoog apt. scholing maakt meer innovatie mogelijk. innovatie = het ontwikkelen van nieuwe en/of verbeterde producten en productieprocessen >automatisering, verbetering van productieproces minder innovatie is verslechtering van concurrentiepositie en dus mogelijk structuurwerkloosheid - Arbeids(on)geschiktheid minder WAO-uitkeringen betekent dat de WAO-premies die de werkgevers betalen omlaag kunnen. daardoor dalen de productiekosten en wordt de internationale concurrentiepositie beter. op lange termijn daalt de werkloosheid -Geringe (arbeids)mobiliteit en slechte arbeidsbemiddeling als iedereen doet waar die goed in is, kan een bepaalde productieomvang met relatief weinig mensen worden voortgebracht >>geschikte werknemers willen niet verhuizen om een betere baan te krijgen. >>geschikte werknemers veranderen niet van baan als ze er moeite voor moeten doen, terwijl ze niet weten of hun nettoloon er op vooruit gaat. op grote schaal geringe (arbeids) mobiliteit. kan ook een gevolg zijn van slechte arbeidsbemiddeling -Frictiewerkloosheid de tijd dat je op zoek bent naar een baan. de eerste 3 maanden wordt je als frictiewerkloos beschouwd. - Seizoenswerkloosheid door klimaatveranderingen kan je soms je werk niet uitvoeren. bijvoorbeeld in de winter in de landbouw besluitvormingsvraagstukken allocatie(=aanwending) van productiefactoren -Wat wordt geproduceerd? -Hoe wordt geproduceerd -Waar wordt geproduceerd? -Hoeveel wordt geproduceerd? -Wie produceert? -Voor wie wordt geproduceerd? Marktmechanisme wat wordt waar, hoe, in welke hoeveelheden, door wie en voor wie geproduceerd? - gedecentraliseerde besluitvorming hangt van vraag en aanbod af wat de prijs van de goederen is. als vraag voor product toeneemt, stijgt de prijs. als het aanbod van product toeneemt, daalt de prijs. -aan de hand van de productie die je wilt realiseren, bepaal je hoeveel werknemers er nodig zijn, wat hun opleidingen moeten zijn en wat ze moeten kunnen. Veel gezinnen kopen een bepaald product op de markt wordt de prijs voor het product hoog veel https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-economie-hoofdstuk-41-tm-46 Pagina 4 van 5

ondernemingen gaan het product voortbrengen ondernemingen vragen hiervoor productiefactoren. marktmechanisme kiezen ondernemers zelf hun productiemethode. als de productiefactor arbeid duur is vergeleken met productiefactor kapitaal, kiezen ze voor kapitaalintensieve productie. arbeid wordt door kapitaal vervangen. (substitutie van arbeid door kapitaal) productiefactoren arbeid en kapitaal zijn complementair = ze vullen elkaar aan Budgetmechanisme wat wordt geproduceerd, en hoe worden de productiemiddelen gebruikt.? -Gecentraliseerde besluitvorming >> bureaucratisch budgetmechanisme & Democratisch budgetmechanisme >bureaucratisch budgetmechanisme.. productieomvang van goederen en diensten wordt vanaf bovenaf opgelegd. > bedrijfsleiding neemt de besluiten over het gebruik van productiefactoren. > democratisch budgetmechanisme budgetplan wordt democratisch vastgesteld.machtsverhoudingen sturen het democratisch budgetmechanisme. allerlei belangen groepen proberen te bereiken dat de overheid in hun belang geld uitgeeft of maatregelen neemt. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-economie-hoofdstuk-41-tm-46 Pagina 5 van 5