Richtlijnen WWU. Werkgroep Werk in Uitvoering. april 2010

Vergelijkbare documenten
Format BVC-plan. Projectgegevens

Werkzaamheden omgeving viaduct Hoofdstraat, en Weekendafsluiting Hoofdstraat, inclusief op- en afritten, van 28 september tot 1 oktober

Leidraad opstellen mobiliteitsplan. Voor evenementen in de gemeente Ermelo.

Bebording Routering. Figuur 1: Verkeersbord model K14. : Bebording routering transport gevaarlijke stoffen

Jaarhinderplanning Raadsinformatieavond Robert Hoenselaar, Mobiliteit

Handelingskader Stadsregie Bereikbaarheid

Uitvoering van werkzaamheden in de Amsterdamse openbare ruimte BLVC-aspecten in een veranderende tijd.

Nieuwbouw woningen Spaarndammerschoollocatie Amsterdam

Richtlijnen mobiliteitsplan evenement

De gemeente is in alle fasen van elk project regiehouder en neemt initiatieven m.b.t. de regieactiviteiten. Projectfasering Activiteiten Actie door

Overzicht van de geplande werkzaamheden De volgende werkzaamheden worden in de komende maanden uitgevoerd:

BLVC-plan Dijkverbetering s-gravelandse Boezem

Verkeersplan werk in uitvoering Kempenbaan-Midden

Amsterdam De kleinste metropool ter wereld. Gemeente Amsterdam

Leidraad Tijdelijke Buitengebruikname Metrospoor

Zomerwerkzaamheden Zuidas Ingrijpende wegwerkzaamheden aan de westzijde

Inventarisatie evaluaties stedelijk verkeersmanagement

(Bijdragenr. 8) Verkeershinderscan wegwerkzaamheden

Mededeling van het college aan de gemeenteraad ( )

Rapport: Hillegoms Verkeers- en Vervoerplan (HVVP)

Voor de realisatie van voornoemd project worden werkterreinen en bouwwegen ingericht.

Werkzaamheden warmtenet Utrecht. Aan de bewoners van dit pand: Aanleg stadswarmteleiding Heycopstraat en omgeving. Beste mevrouw, heer,

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Hoe van fietspad spoorbrug naar N344

Aan de bewoners van Sporenburg. Nieuws in het kort. Er zijn geen werkzaamheden op zaterdag 7 juli

EPC Poort van Bunnik v.o.f. Postbus CA BUNNIK /

Stadsregisseur Bereikbaarheid & Bouwveiligheid. Roy van der Zwan programmamanager Bereikbaarheidsregie/plv. Stadsregisseur

Het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer wordt gewijzigd als volgt:

BLVC-plan Weteringschans - Frederiksplein

TIJDELIJK FIETSPAD LANGS DE HAAGSE ARC TEN BEHOEVE VAN HET ICC COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DEN HAAG

Factsheet Verkeer. 1. Inleiding. 2. Ambities. Definities, bestaande wetgeving en beleid

Werkzaamheden warmtenet Utrecht. Aan de bewoners van dit pand: Aanleg stadswarmteleiding Heycopstraat en omgeving. Beste mevrouw, heer,

Vragen en antwoorden Herstel Chassé Parking, versie 24 april 2015.

Stappenplan nieuwe Dorpsschool

Informatie over bevoorrading, planning, bereikbaarheid en werkzaamheden Werkzaamheden van mei 2017 tot december 2017

Aan de bewoner(s) / gebruikers(s) van dit pand Postbus AG Hoofddorp

Artikel 06c gedrag bij in- en uitrijden werkvakken en tijdelijke uitritten en het laden en lossen

werkzaamheden kruising Mosplein - Johan van Hasseltweg

VERSLAG. Informatiebijeenkomst Mijlweg. 4 december uur Kantine Sarens. 1. Opening van de bijeenkomst door Menke Hopma

Programma van Eisen beheer en onderhoud De Krogten

Programma van Eisen beheer en onderhoud de Krogten

Beleef de Vestdijk. zorgen & aandachtspunten verslag

Richtlijnen communicatieplan evenement

Inhoud. 1. Inleiding Doorstroming Wegwerkzaamheden Informatie Aangeven maximumsnelheid Goede en slechte voorbeelden 16

Herinrichting Beusichemseweg. Binnen bebouwde kom t Goy

Publiek- private samenwerking voor efficiënte aanleg van kabels en leidingen ( Regie in de ondergrond )

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

Kruispunt Maliebaan-Burg. Reigerstraat/Nachtegaalstraat

Wat is je functie? (meerdere antwoorden mogelijk)

EPC Poort van Bunnik v.o.f. Postbus CA BUNNIK /

Overzicht van het participatietraject

Gedeputeerde Staten kiezen voor voorkeursalternatief Bundeling Noord

Welkom. Informatieavond herinrichting Ambyerweg. 2 september 2015

Vraag en antwoord uitvoering Heerderweg. Planning op hoofdlijnen. Omleidingen

Onderwerp Zaaknummer Uw kenmerk Datum Verkeerskundige analyse Torenlaan

VAN PLAN NAAR PROJECT

Gemeente Amsterdam. PROCEDURE Tijdelijke Buitengebruikname Tram (TBGN) 11 III HI MID III II

Parkeren in centrum Stiens

Zuidoost op Dreef Werkzaamheden aan de dreven in Zuidoost

Gemeente Utrecht Projectorganisatie Stationsgebied. Referentie faseringsplan Bouwrijp maken Van Sijpesteijnkade

Fietsroute Apeldoorn - Deventer

Onderwerp Beantwoording raadsvragen over werkzaamheden fietspad Teylingerdreef - Besluitvormend

Werkzaamheden A1/A6. A1/A6 Watergraafsmeer Diemen Muiderberg Almere Stad West A1 t Gooi A1 Muiderbrug

2.04 Tijdelijke verkeersmaatregelen rondom bouwplaatsen

BLVC- uitvoeringsplan Vrijheidslaan fase 1 Vrijliggende fietspaden

Inloopavond Verkeersstructuurplan Lochem. 27 oktober 2016

Nationaal verkeerskundecongres 2015

Communicatie/participatieplan

. Door een aanpassing in de manier van testen zijn er in de Wisselstraat geen werkzaamheden. Bewoners zijn hierover per / brief geïnformeerd.

VERKEER OP DE RINGDIJK ENQUÊTE ONDER BEWONERS, BEDRIJVEN EN DORPSRADEN

EPC Poort van Bunnik v.o.f. Postbus CA BUNNIK /

Inventarisatie van verkeersknelpunten en oplossingen in de omgeving van Buytewech-Noord Verslag 25 april p 1

Nautisch Veiligheidsplan, leidraad

Aanvraag voor het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg

Het spoor bijster Gemeente Amsterdam Dienst Milieu en Bouwtoezicht Stadsdeel West

Q&A. Groot onderhoud N207 bij Waddinxveen

Renovatie Velsertunnel

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

L3G Afzettingen van OSBL wegen

Wonen in Woerden: geen overlast, veilig en prettig wandelen en fietsen in de wijk

BLVC Uitvoeringsnotitie Sloop A.J. Ernststraat 1179

Herinrichting kruising Wilhelmakade - Prinsesseweg. LTA ja: Maand 5 Jaar 2017 LTA nee: Niet op LTA

Fietsersbond Amsterdam en Comité Red de Onderdoorgang p.a. W.G.-plein RC Amsterdam tel./fax:

Wijkschouw: Spaansland Datum: 19 mei 2015

2. Contactpersoon tijdens de activiteit/klein evenement Naam : Mobiel telefoonnummer : adres :

Nadat je projectvoorstel goedgekeurd is, kun je je projectvoorstel uitwerken in een projectplan.

Stand van zaken werkzaamheden

Aanleg aansluiting A27-N629 eind 2017

Onderhoud openbaar groen - Onderdeel Bomen Aanbestedende Dienst: Gemeente Heemskerk Referentie:

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

Dienstorder MOW/AWV/2015/5

gemeente Eindhoven Betreft Nadere toelichting afweging instellen linksafverbod Geldropseweg

Inleiding 9 Voor wie is dit boek bedoeld? 10 Opbouw van dit boek 11

Reconstructie rotonde Tiendenplein

Adviesnota aan de Raad

UITWERKING EVALUATIE VERKEER OP DIJKWEGEN. Aanbevelingen voor verkeersveilige dijkwegen in Lingewaard

Nadere Regels. Werken in de Openbare Ruimte WIOR. Behorend bij de verordening. Nadere Regels Werken in de Openbare Ruimte 1

Presentatie SAA-project A9BAHO. Bedrijvenbijeenkomst Breikers Amstelveen. 27 september Kees Abrahamse Omgevingsmanager RWS. Inhoud presentatie

Veelgestelde vragen Groot onderhoud N473 in Delft

Verkenning Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard. Samenvatting omleidingstrategie KIJK ten behoeve van de consultatiefase

Transcriptie:

Richtlijnen WWU Werkgroep Werk in Uitvoering april 2010 Richtlijnen Werkgroep Werk in Uitvoering (WWU) april 2010 1

Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 1 1.1 Inleiding 1 1.2 WWU 2 1.3 Afkortingen 2 1.4 Definities 2 Hoofdstuk 2 Agenderen projecten 5 2.1 Welke projecten moeten zich aanmelden bij de WWU? 5 2.2 Wanneer komen projecten naar de WWU? 5 2.3 Wat zijn de aanmeldtermijnen? 6 2.4 Met welke partijen voert een project vooroverleg? 6 2.5 Wanneer begint een project met het voeren van vooroverleg? 6 2.6 Waar moeten de aanmeldingen aan voldoen? 7 2.7 Hoe gaat de WWU om met wijzigingen binnen een project? 8 2.8 Bij wie meldt een project zich aan? 8 Hoofdstuk 3 Planning projecten 9 3.1 Met welke factoren moet een project rekening houden bij het kiezen van een tijdvak? 9 3.2 Hoe inventariseert een project welke projecten/ werkzaamheden/ evenementen zich afspelen in de omgeving van het project? 10 3.3 Wat zijn geschikte werktijden? 10 3.4 Wat is het cumulatiecriterium? 10 Hoofdstuk 4 Hoofdnet Fiets 11 4.1 Wanneer moet werk op het hoofdnet Fiets bij de WWU gemeld worden? 11 4.2 Wat zijn de richtlijnen voor werken op het hoofdnet Fiets? 11 Hoofdstuk 5 BLVC 12 5.1 Wat is een BLVC-plan? 12 5.2 Waarom is een BLVC-plan verplicht? 12 5.3 Waarop toetst de WWU een BLVC-plan? 12 5.4 Welke onderwerpen komen aan bod in een BLVC-plan? 12 5.5 Welke hulpmiddelen zijn er? 18 Bijlagen 19 I. Rollen en mandaten 19 II. Beleid en uitgangspunten 20 III. Aanmeldschema WWU 21 2

Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Inleiding De richtlijnen WWU zijn geschreven voor projectleiders, opdrachtgevers en andere belanghebbenden die te maken hebben met de werkgroep werk in uitvoering (WWU). Volgens de verordening Werken in de Openbare Ruimte (WIOR) dient elk project dat verkeershinder veroorzaakt op een hoofdnet zich te melden bij de Werkgroep Werk in Uitvoering (WWU) en zich te houden aan de Richtlijnen WWU. De vergunningverlener verleent geen vergunning zonder WWU-advies. De richtlijnen zijn praktisch van aard, in de hoofdstukken staat beschreven wat de WWU van een project verwacht aan de hand van randvoorwaarden, richtlijnen, tips en voorbeelden. In hoofdstuk 1 staat beschreven voor wie de richtlijnen bedoeld zijn en wat het doel van de WWU is. Ook is een lijst opgenomen met afkortingen en lijst met definities van veelgebruikte termen in de Richtlijnen WWU. In hoofdstuk 2 staat een beschrijving van de processen van het aanmelden en agenderen van projecten voor de Werkgroep Werk in Uitvoering. Er staat welke projecten wanneer naar de WWU moeten komen, waar de ingediende stukken aan moeten voldoen en wanneer de stukken bij het secretariaat binnen moeten zijn. Ook komt aan bod waarom het voeren van vooroverleg noodzakelijk is en met welke partijen dit moet gebeuren. Tot slot wordt in het hoofdstuk aangegeven hoe een project dient om te gaan met wijzigingen binnen reeds goedgekeurde projectplannen. Het hoofdstuk bevat ook de contactgegevens van het WWU-secretariaat. Hoofdstuk 3 gaat over de uitvoeringsplanning van projecten. In het hoofdstuk staat met welke factoren een project rekening moet houden bij het kiezen van een tijdvak. Er staan aanwijzingen hoe een project kan achterhalen welke andere werkzaamheden en/of evenementen er in de omgeving spelen, wat geschikte werktijden zijn. Tot slot staat in dit hoofdstuk een beschrijving van het zogenaamde cumulatiecriterium. Hoofdstuk 4 behandelt de aparte richtlijnen die gelden voor het hoofdnet Fiets en wanneer werkzaamheden op het hoofdnet Fiets bij de WWU aangemeld moeten worden. In hoofdstuk 5 staat beschreven wat een BLVC-plan is en waarom het maken van dit plan verplicht is. De vaste onderdelen van een BLVC-plan staan per onderwerp toegelicht. Tot slot bevat het hoofdstuk hulpmiddelen die een project kan gebruiken bij het schrijven van een BLVC-plan. De eerste bijlage behandelt de mandaten van diverse partijen en de onderlinge relaties die deze partijen met elkaar hebben, bijvoorbeeld het mandaat van de stadsregisseur, de relatie tussen het vooroverleg en de WWU, het stadsdeel en de WWU en de WWU-inspecteur en het stadsdeel. In deze bijlage staat ook welke bevoegdheden bij wet geregeld zijn. De tweede bijlage bevat het achterliggende beleid en de uitgangspunten waarop de WWU zich baseert bij haar advies. In bijlage 3 vindt u een stroomschema om snel te kunnen zien wanneer een project zich bij de WWU moet aanmelden. Richtlijnen Werkgroep Werk in Uitvoering (WWU) april 2010 1

1.2 WWU Het doel van de Werkgroep Werk in Uitvoering (WWU) is het beperken van hinder op de hoofdnetten tijdens wegwerkzaamheden. Dit doet zij door het toetsen van en adviseren over Bereikbaarheids-, Leefbaarheids-, Veiligheids- en Communicatieplannen (BLVC-plannen). De werkgroep komt wekelijks bijeen en behandelt projectplannen waarbij de situatie op straat tijdelijk veranderd. De WWU geeft een positief of negatief advies. De WWU adviseert: de stadsregisseur over aan te wijzen tijdvak en koppeling(en); de wegbeheerder over BLVC-aspecten en over de, in de vergunning op te nemen, relevante voorwaarden en voorschriften uit het BLVC-plan; de projectleider over het (in het bestek op te nemen) BLVC-plan. 1.3 Afkortingen BLVC BSR CROW 96B DIVV GGD GVB exploitatie B.V. OV VKS WIOR WWU ZWIA Bereikbaarheid, leefbaarheid, veiligheid en communicatie Bureau Stadsregie Kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte. CROW 96B zijn uitvoeringsvoorschriften voor werken op niet-autosnelwegen en wegen binnen de bebouwde kom. Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer Gemeentelijke Gezondheidsdienst Openbaar Vervoerbedrijf (Amsterdam) Openbaar vervoer Verkeerssystemen (verordening) Werken in de Openbare Ruimte Werkgroep Werk in Uitvoering (handboek) Zo Werken wij in Amsterdam 1.4 Definities Afsluiting Algemene directievoering Besluitvorming BLVC-plan BLVC-notitie BLVC-hoofdlijnenplan Er is sprake van een afsluiting indien het verkeer niet meer gebruik kan maken van een rijstrook/rijbaan. Het bij gecoördineerde werkzaamheden samenvoegen van verschillende werkopdrachten en in één bestek aanbesteden. De werkzaamheden van de verschillende partijen worden door één hoofdaannemer en onder één directievoerder uitgevoerd. De WWU behandelt ingediende stukken als voorinformatie of ter besluitvorming. Bij besluitvorming geeft de WWU aan of het al dan niet akkoord gaat met de plannen. (Aan welke voorwaarden besluitvormingsstukken moeten voldoen, staat in paragraaf 2.6.2.) Een BLVC-plan gaat in op de bereikbaarheid, leefbaarheid, veiligheid en communicatie tijdens werkzaamheden. In een vroeg stadium is er minder bekend over de BLVC-aspecten dan later in het project. Naarmate de tijd verstrijkt, krijgt het plan steeds meer invulling. Het plan kent drie verschijningsvormen: de BLVC-notitie, het BLVC-hoofdlijnenplan en het BLVC-detailplan, zie ook hoofdstuk 5. Grote projecten maken een BLVC-notitie. Zij starten in een vroeg stadium van het project, minimaal een jaar voor de start van de uitvoering. Het gaat om de zeer grove lijnen zoals de randvoorwaarden en BLVC-aspecten die op dat moment bekend zijn bij het project. Een half jaar voor de start van de uitvoering is de invulling van het BLVC-plan op hoofdlijnen bekend. Naarmate de startdatum nadert, krijgt het plan meer invulling. 2

BLVC-detailplan Coördinatiestelsel Corridor Vier maanden voor de start van het project zijn de details in kaart gebracht. Alle BLVC-factoren komen in het plan aan bod. Het Coördinatiestelsel Werken aan de Weg is een samenwerkingsverband tussen alle partijen in de stad die zich bezig houden met werken in de openbare ruimte: wegbeheerders (stadsdelen), diensten en bedrijven in de ruimtelijke sector en kabel- en leidingbedrijven. Een vijftal routes, aangewezen door het college, die de ring A10 verbinden met het centrum van de stad. Deze wegen dient men zoveel mogelijk vrij te houden van verkeershinder. Op deze wegen is bovendien ook sprake van incidentmanagement. Bij calamiteiten (aanrijdingen bijvoorbeeld) kan hierdoor direct ingegrepen worden. De wegen zijn ingetekend op de Hoofdnettenkaart, te downloaden via de website van het coördinatiestelsel. Corridortijden Verkeershinder op een corridor mag in principe alleen plaatsvinden tussen 22.00 uur en 06.00 uur en vanaf zaterdag 22.00 uur tot maandag 06.00 uur. Design and Construct Detectielus Hinder Hoofdnet (Auto, Fiets en OV) Kort en Hevig Koppelingen Meerjarenanalyse Mededeling Nood- en Hulpdiensten Project In een Design & Construct contract (D&C) geeft de opdrachtgever alleen de (globale) kaders aan waarbinnen gebouwd moet worden. Kort gezegd krijgt de aannemer een functionele omschrijving van het te realiseren project met daarbij een programma van eisen (PVE). De aannemer dient op basis van die omschrijving en eisen een detailontwerp te vervaardigen. Uitgangspunt van de contractvorm is dat een vaste prijs wordt aangeboden om het geheel te realiseren. De aannemer heeft grote vrijheid en een verregaande verantwoordelijkheid - binnen de kaders van het PVE. De ontwerp- en uitvoeringsrisico s komen voor rekening van de aannemer. Een detectielus is een lus van koperdraad verzonken in het wegdek waarmee met behulp van elektronica een voertuig kan worden gedetecteerd. Er is sprake van hinder wanneer verkeersdeelnemers te maken krijgen met een andere verkeerssituatie dan normaal. Hoofdnetten zijn belangrijke routes in Amsterdam waar stedelijke regie op plaatsvindt. In het Beleidskader Hoofdnettten, vastgesteld door de Gemeenteraad,wordt beschreven waar ze liggen, welke doelen ze dienen en aan welke eisen ze moeten voldoen. Er is een hoofdnet Auto, een hoofdnet Fiets en een hoofdnet Openbaar Vervoer. Dit gaat over de wijze van uitvoering. Een project kan kiezen voor weinig overlast gedurende een lange periode of juist voor een zogenaamde kort en hevig variant. Dit betekent relatief veel verkeershinder in een verkort tijdsbestek. Relaties tussen twee of meerdere projecten worden koppelingen genoemd. Een koppeling kan twee dingen betekenen: projecten moeten tegelijkertijd in uitvoer of ze mogen juist niet tegelijk plaatsvinden. Een overzicht van de belangrijkste geplande infrastructurele projecten op de hoofdnetten met een doorkijk van drie jaar. Een meerjarenanalyse (MJA) geeft inzicht in de consequenties van de uitvoering voor de BLVC van de stad. In de MJA geeft de stadsregisseur tijdvakken aan de projecten (wanneer zij in uitvoer mogen) en hij geeft aan met welke projecten zij eventueel een koppeling hebben. De analyse wordt gemaakt door bureau Stadsregie in opdracht van de stadsregisseur. De MJA s zijn te downloaden via de website van het Coördinatiestelsel. Projecten die plaatsvinden op een hoofdnet en korter duren dan een week, hoeven niet langs te komen bij de WWU. Twee weken voor het werk start, sturen zij een e-mail naar de WWU. De digitale mededeling wordt in de WWU behandeld. Na de vergadering, hoort de verzender van de mail of de WWU akkoord is gegaan. In uitzonderingsgevallen (bijvoorbeeld: WWU schat impact voor het verkeer groter in dan het project) wordt een project toch gevraagd om naar de WWU te komen ter behandeling. Ambulances, brandweer en politie (voertuigen). Als zelfstandig naamwoord duidt deze term op uit te voeren werkzaamheden. In deze richtlijnen wordt de term ook als onderwerp gebruikt en staat het voor de projectleider en/of opdrachtgever van de uit te voeren werkzaamheden. Richtlijnen Werkgroep Werk in Uitvoering (WWU) april 2010 3

Spitsperioden De tijd dat het verkeer het drukst is. De spitstijden lopen van 06.30 09.30 uur en van 15.30 19.00 uur. Op koopavonden duurt het van 15.30 21.30 uur. Tijdvakken Verordening WIOR De Nadere Regels WIOR Voorinformatie Vooroverleg Website Wegbeheerder WWU De start- en einddata waarbinnen projecten in uitvoer mogen. De stadsregisseur heeft het mandaat om tijdvakken voor projecten aan te wijzen. Amsterdamse regelgeving voor Werken in de Openbare Ruimte (WIOR), te downloaden via de website van het Coördinatiestelsel. Dit is een bijlage behorend bij de verordening WIOR en bevat nadere regels voor de uitvoer. De WWU behandelt ingediende stukken als voorinformatie of ter besluitvorming. Bij stukken die worden ingediend als voorinformatie geeft de WWU onder andere aan of het akkoord gaat met de voorgestelde randvoorwaarden. (Aan welke voorwaarden de voorinformatiestukken moeten voldoen, staat in paragraaf 2.6.1.) Een overleg dat plaatsvindt voordat het BLVC-plan wordt ingediend bij de WWU. Het doel is om met de verschillende belanghebbende partijen (detail)afstemming te bereiken over de BLVC-aspecten binnen het project. Het overleg wordt gevoerd met verschillende (verplichte) partijen (hoofdstuk 2, paragraaf 2.4). Aanduiding voor de website van het Coördinatiestelsel, te bereiken via de link: www.coordinatiestelsel.amsterdam.nl Dit is een stadsdeel of een centrale dienst zoals Haven Amsterdam. De wegbeheerder is de gebiedsbeheerder en vergunningverlener en draagt als zodanig de zorg voor de BLVC in het eigen beheersgebied. De Werkgroep Werk in Uitvoering (WWU) is een werkgroep die wekelijks bij elkaar komt met als doelstelling de hinder op hoofdnetten te beperken tijdens wegwerkzaamheden. Dit doet zij door BLVC-plannen te toetsen en projectleiders, wegbeheerders en stadsregisseur te adviseren op het gebied van BLVC. 4

Hoofdstuk 2 Agenderen projecten 2.1 Welke projecten moeten zich aanmelden bij de WWU? Alle projecten die plaatsvinden op een van de hoofdnetten in Amsterdam waarbij het verkeer wordt gehinderd zijn WWU-plichtig. Er bestaat een hoofdnet Auto, een hoofdnet Openbaar Vervoer (OV) en een hoofdnet Fiets. De wegen die als hoofdnet zijn benoemd, staan in het Beleidskader Hoofdnetten, vastgesteld door de Gemeenteraad. Een kaart van deze hoofdnetten staat op de website van het Coördinatiestelsel. Ook projecten die hinder veroorzaken op het hoofdnet Fiets dienen zich aan te melden bij de WWU. Voor deze projecten gelden andere procedures, zie hiervoor hoofdstuk 4 Hoofdnet Fiets. De WWU wil ook geïnformeerd worden over projecten op het onderliggende wegennet die omleiden via het hoofdnet. Alleen wanneer de WWU met een dergelijke omleiding problemen heeft, wordt het project opgeroepen voor overleg. Het kan voorkomen dat de WWU geen toestemming verleent voor het omleiden via een hoofdnet. De volgende projecten moeten zich aanmelden: Alle projecten die plaatsvinden op een hoofdnet Alle projecten die omleiden over een hoofdnet 2.2 Wanneer komen projecten naar de WWU? De duur van projecten en de impact die zij hebben op het verkeer, bepalen wanneer projecten naar de WWU moeten komen. Projecten die langer duren dan een week, komen naar de vergadering. Projecten die korter duren dan een week, hoeven de vergadering niet fysiek bij te wonen en sturen per mail een mededeling. Hieronder staat wanneer projecten naar de WWU moeten komen. In bijlage 3 staan de termijnen in een handig stroomschema. Een jaar voor start uitvoering Als bureau Stadsregie (BSR) verwacht dat een project een zeer grote impact heeft op de omgeving, bijvoorbeeld een werk dat langer dan 4 weken hinder geeft op een corridor, wordt de projectleider door een medewerker van BSR verzocht om in een vroeg stadium naar de WWU te komen. Dit kan betekenen dat een project een jaar voordat de uitvoering start al langs komt bij de WWU. Ook projecten die werken volgens het principe Design & Construct hebben soms een jaar voor de start al randvoorwaarden nodig van de WWU. Projectleiders die op deze manier werken, dienen zelf de aanmeldtermijn in de gaten te houden. Op uitnodiging van bureau Stadsregie: langdurige projecten met ernstige verkeershinder Projecten die werken volgens het principe Design and Construct Vier maanden voor start uitvoering Projecten die verkeershinder veroorzaken die langer duren dan een week. Twee weken voor start uitvoering Projecten die korter duren dan een week, hoeven niet langs te komen bij de WWU. Twee weken voor het werk start, sturen zij een e-mail, een zogenaamde digitale mededeling, naar de WWU. De mededeling wordt in de WWU behandeld. Na de vergadering, hoort de verzender van de mail of de WWU akkoord is gegaan. Richtlijnen Werkgroep Werk in Uitvoering (WWU) april 2010 5

Let op: in uitzonderingsgevallen wordt een project toch gevraagd om naar de WWU te komen ter behandeling (bijvoorbeeld: WWU schat impact voor het verkeer groter in dan het project). Projecten die verkeershinder veroorzaken die korter duren dan een week. Geen meldingsplicht WWU Als projecten korter duren dan 2 uur en het verkeer doorgang vindt langs het werk, hoeven ze niet gemeld te worden bij de WWU. De projecten dienen wel aan een aantal randvoorwaarden te voldoen, zie hiervoor paragraaf 2.6.4. Projecten die korter duren dan 2 uur, waarbij het verkeer langs het werk kan. 2.3 Wat zijn de aanmeldtermijnen? De WWU vergadert iedere woensdagochtend. Agendastukken moeten 12 dagen voor de betreffende vergadering op vrijdag vóór 12.00 uur in het bezit zijn van de secretaris. Digitale mededelingen dienen twee weken voor start uitvoering per e-mail bij de secretaris te zijn binnen gekomen. 2.4 Met welke partijen voert een project vooroverleg? De verplichte partijen waar een project vooroverleg mee moet voeren zijn: de politie, de openbaar vervoersbedrijven, DIVV Verkeerssystemen, de brandweer en het stadsdeel. De namen en contactgegevens staan op de website. Voor werkzaamheden in tunnels en tunneltracés is vooraf contact noodzakelijk met de Tunnelbeheerder (DIVV) en de Verkeersleiding (bedienaar van de verkeer- en veiligheidsystemen van de tunnels, DIVV). Rijkswaterstaat en de fietsersbond zijn optioneel. Voor een overzicht van mogelijk andere belanghebbende partijen, raadpleegt het project het handboek projectcommunicatie (te downloaden via website). Vooroverleg Een vooroverleg is een overleg tussen partijen over uitvoeringszaken voorafgaand aan de WWU behandeling. In dit overleg maken de partijen onderling afspraken over uitvoeringszaken. Dit gebeurt niet in de WWU. De WWU is immers een toetsend orgaan. Het is verplicht een vooroverleg te voeren voordat een project naar de WWU kan. Het verhoogt de kwaliteit van de BLVC-plannen en bovendien vergroot het de kans op een soepel verloop in de WWU. Het uitgangspunt bij een vooroverleg is dat de partijen gezamenlijk worden uitgenodigd en tegelijk met elkaar aanwezig zijn. Als alle partijen binnen het vooroverleg een akkoord hebben gegeven op het plan, gaat de WWU in veruit de meeste gevallen ook akkoord. 2.5 Wanneer begint een project met het voeren van vooroverleg? De termijn waarop een projectleider partijen bij elkaar roept, hangt af van de grootte van het project en ligt ongeveer tussen de 14 tot 6 maanden voor de start van de uitvoering van een project. Een project moet voor het plannen van het vooroverleg rekening houden met de volgende zaken: 1 Projecten dienen de afdeling Verkeerssystemen (VKS) van DIVV minimaal 8 maanden voor start uitvoering bij de plannen te betrekken. Dit moet ook gebeuren als VKS in het voorbereidingsoverleg heeft aangegeven, zelf geen werk te hebben op de geplande locatie. 2 Werkzaamheden en/of evenementen, die van invloed zijn op de dienstregeling of routes van het openbaar vervoer dienen, ongeacht de duur, minimaal 2 maanden van tevoren te worden besproken met de openbaar vervoersbedrijven. 6

3 Communicatie over het project dient al ruim van te voren te worden ingezet. Het spreekt vanzelf dat ook hier ruim van te voren vooroverleg over plaatsvindt met de betreffende partijen (intern- en extern). Zie ook het handboek Projectcommunicatie (te downloaden via website). Ad 1: VKS dient altijd betrokken te worden, want wegopbrekingen veroorzaken bijvoorbeeld vaak schade aan de detectielussen of er moet toch een mast worden verplaatst. Als een project dicht bij een kruising plaats vindt, moeten de verkeerslichten bovendien vaak worden aangepast. Aanpassing van de verkeerslichten is ook vaak nodig om de doorstroming op de omleidingsroutes te bevorderen. Voor een aantal van deze voorbereidende taken heeft VKS minimaal 8 maanden voorbereidingstijd nodig. 2.6 Waar moeten de aanmeldingen aan voldoen? Let op: stukken die niet aan de eisen voldoen, worden niet geagendeerd. 2.6.1 Projecten die een jaar voor start uitvoering langskomen bij WWU ter voorinformatie moeten: Agendastukken indienen, in 16-voud; Een BLVC-notitie indienen (globaal plan met nadruk op randvoorwaarden en knelpunten); In het bezit zijn van een coördinatienummer (na aanmelding bij het coördinatiestelsel door BSR toegekend); Een ingevuld aanmeldingsformulier meesturen (te downloaden via website); Vooroverleg gevoerd hebben met alle belanghebbende partijen en deze moeten akkoord zijn met de ingediende stukken; Een actielijst toevoegen naar aanleiding van het vooroverleg, met daarbij een toelichting hoe deze acties zijn opgepakt (bijvoorbeeld: verwerkt in BLVC-plan). 2.6.2 Projecten die vier maanden voor start uitvoering langskomen bij WWU ter besluitvorming moeten: Agendastukken indienen, in 16-voud; Een BLVC-detailplan indienen; In het bezit zijn van een coördinatienummer (na aanmelding bij het coördinatiestelsel door BSR toegekend); Een ingevuld aanmeldingsformulier meesturen (te downloaden via website); Vooroverleg hebben gevoerd met alle belanghebbende partijen en deze moeten akkoord zijn met de ingediende stukken; Een actielijst toevoegen naar aanleiding van het vooroverleg, met daarbij een toelichting hoe deze acties zijn opgepakt (bijvoorbeeld: verwerkt in BLVC-plan). 2.6.3 Projecten die korter duren dan één week en digitaal een mededeling sturen, moeten: Een ingevuld mededelingenformulier sturen (te downloaden via website); Vooroverleg gevoerd hebben met alle belanghebbende partijen en deze moeten akkoord zijn met de ingezonden mededeling; Afzettings- en bebordingstekeningen bijvoegen. 2.6.4 Projecten die korter duren dan 2 uur waarbij het verkeer doorgang blijft vinden. Alleen als een project zich houdt aan onderstaande randvoorwaarden, hoeft het project zich niet te melden bij de WWU. Richtlijnen Werkgroep Werk in Uitvoering (WWU) april 2010 7

Randvoorwaarden: Het verkeer moet langs het werk kunnen en er mag geen hinder zijn voor het openbaar vervoer; Er moet buiten de spitsen gewerkt worden; Afzettingen moeten volgens CROW 96 B worden geplaatst; Indien het verkeer langs het werk wordt geleid (bijvoorbeeld d.m.v. een actiewagen) dan moet het verkeer vóór de verkeerslichten weer terug op de eigen rijstrook geleid worden; Er moet gewerkt worden volgens de leidraad Zo Werken Wij In Amsterdam op straat (ZWIA). 2.7 Hoe gaat de WWU om met wijzigingen binnen een project? Als na goedkeuring door de WWU wijzigingen in het projectplan optreden dan moet een project dit melden bij de WWU. Bij een kleine wijziging volgt het project dezelfde procedure als bij het versturen van een mededeling (zie paragraaf 2.3). Het project vermeldt daarbij in welke WWU (nummer en datum) het project eerder is behandeld en geeft een toelichting op de wijziging. Bij grote wijzigingen dient het project zich opnieuw aan te melden voor de vergadering (zie paragraaf 2.3). Let op: een wijziging gaat pas in na goedkeuring van de WWU. 2.8 Bij wie meldt een project zich aan? Secretariaat WWU Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer (DIVV) Nieuwe Uilenburgerstraat 59 Postbus 95089, 1090 HB Amsterdam Telefoon 020 556 5342 E-mail WWU@ivv.amsterdam.nl 8

Hoofdstuk 3 Planning projecten 3.1 Met welke factoren moet een project rekening houden bij het kiezen van een tijdvak? Om het juiste tijdvak te bepalen moet een project eerst inventariseren of andere partijen ook werk hebben in hetzelfde werkgebied of op dezelfde route, zodat de projecten gecombineerd kunnen worden. Dit heet ook wel het werk-met-werk-maken proces. Dit gebeurt 1 à 2 jaar voor de start van de uitvoering en wordt kortgesloten in het Voorbereidingsoverleg (meer informatie hierover staat op de website). Daarnaast is het van belang om te weten welke werkzaamheden en/of evenementen er verder gepland zijn in de omgeving en wat de samenhang daarvan is met het project. Hieronder volgt een lijst van richtlijnen waar een project rekening mee moet houden bij vinden van het juiste tijdvak. Richtlijnen voor tijdvakkeuze: Projecten voeren werkzaamheden gecombineerd uit waardoor straten niet vaker dan eenmaal in de vijf jaar worden opengebroken. Een project werkt niet op een omleidingsroute van een ander project. Een project veroorzaakt geen hinder op parallelle (hoofd)routes. Een project draagt er zorg voor dat er niet meerdere afsluitingen op één traject plaatsvinden. Hiermee wordt voorkomen dat een verkeersdeelnemer na enkele honderden meters opnieuw een omleiding voor de kiezen krijgt. Een project houdt zich aan de regel dat er hoogstens 1 omleiding mag plaatsvinden op 1 OV-lijn. Verder mogen er slechts twee werkzaamheden met hinder (vertraging) voor het OV op 1 OV-lijn plaatsvinden. Een voorstel om op meerdere locaties op 1 OV-lijn te werken, dient eerst voorgelegd te worden aan de WWU. Een project zorgt ervoor dat er in gebieden waar veel projecten spelen, voldoende uitrukroutes beschikbaar zijn voor brandweer en/of GG&GD. Een project zorgt ervoor dat in gebieden waar veel projecten spelen, de beoogde aan- en afvoerroutes voor het bouwverkeer de extra verkeersdruk zonder stagnatie kunnen verwerken. Een project leidt bij werkzaamheden rond op-en afritten van snelwegen verkeersdeelnemers via het onderliggend wegennet terug naar de oorspronkelijke afslagen. Een project houdt bij het plannen van een project rekening met evenementen. Als er sprake is van een onvermijdelijke samenloop van een evenement en een werk dan dient het project dat goed af te stemmen (onder regie van het stadsdeel) zodat de bereikbaarheid van het gebied gewaarborgd blijft. Let daarbij vooral op de bereikbaarheid voor nood- en hulpdiensten. Een project draagt alternatieven aan die de verkeershinder minimaliseren. Bij werkzaamheden die veel overlast voor de omgeving en/of voor de weggebruikers veroorzaken, gaat de WWU na of alternatieven als dubbele ploegen, langere werktijden, meer dagen per week werken, algemene directievoering, vierkant afsluiten (allemaal vormen van kort- en hevig werken) zijn overwogen. De WWU kan voorwaarden stellen aan de uitvoeringsduur (en daardoor aan de wijze van uitvoering). Richtlijnen Werkgroep Werk in Uitvoering (WWU) april 2010 9

3.2 Hoe inventariseert een project welke projecten/ werkzaamheden/ evenementen zich afspelen in de omgeving van het project? Voor het bepalen van een tijdvak, is het van belang om te inventariseren welke projecten, werkzaamheden en evenementen zich afspelen in de omgeving. Hieronder een aantal bronnen die een project kan raadplegen. Bronnen: Projecten raadplegen voor een overzicht van omgevingsprojecten het informatiesysteem van bureau Stadsregie. Deze werken staan op kaart ingetekend. De URL, het wachtwoord, de gebruikersnaam en de korte handleiding worden verstrekt door het secretariaat van de WWU. Voor contactgegevens zie hoofdstuk 2, paragraaf 2.8. Neem contact op met de betreffende stadsdelen in het gebied om ook de kleinere werken en evenementen in de omgeving te inventariseren. Projecten raadplegen de Meerjarenanalyse (op te vragen bij het secretariaat) om te kijken welke tijdvakken en koppelingen de stadsregisseur al voor het project en de omgeving heeft gelegd. 3.3 Wat zijn geschikte werktijden? Veel projecten geven de voorkeur aan het overdag werken. Een project moet er rekening mee houden dat als het plaatsvindt op een belangrijke hoofdroute en het voor veel overlast zorgt er om bijzondere werktijden kan worden gevraagd, zoals werken in de nacht. Tijdens de nachtelijke uren moet uiteraard rekening worden gehouden met omwonenden en eventuele geluidshinder. De WWU hanteert de volgende uitgangspunten: Kortdurende werkzaamheden op hoofdwegen mogen niet in de spits plaatsvinden. Op tramroutes kunnen de werktijden aan de dienstregeling worden aangepast (bijvoorbeeld het verkeer pas hinderen na tramexploitatie). Op corridors mag er alleen tijdens corridortijden worden gewerkt. Projecten die voor veel verkeershinder zorgen en plaatsvinden op een corridor of belangrijk hoofdnet, moeten zoveel mogelijk in de relatief rustige zomermaanden worden uitgevoerd en/of de nacht. 3.4 Wat is het cumulatiecriterium? De WWU heeft naast bovengenoemde richtlijnen vastgesteld dat er een criterium is dat niet zozeer met verkeersafwikkeling te maken heeft, maar met draagvlak en maatschappelijke acceptatie van werkzaamheden. Dat criterium betreft de cumulatie (opeenstapeling) van projecten. Het cumulatiecriterium is een moment waarop de bereikbaarheid en/of leefbaarheid in gevaar komt door een opeenstapeling van projecten in een bepaald gebied. Op basis van ervaringen in het verleden, expertise van de WWU-leden, signalen van de bevolking en berichten vanuit de nood- en hulpdiensten kan duidelijk worden dat het allemaal teveel wordt. Er wordt dan niet alleen gekeken naar werken op de hoofdnetten, maar naar alle werken binnen een bepaald gebied. Dit kan aanleiding zijn om nieuwe projecten vanuit leefbaarheidsoogpunt te verbieden of aan strenge beperkingen te onderwerpen. 10

Hoofdstuk 4 Hoofdnet Fiets 4.1 Wanneer moet werk op het hoofdnet Fiets bij de WWU gemeld worden? Amsterdam kent naast de hoofdnetten Openbaar Vervoer en Auto, ook een hoofdnet Fiets. Wegwerkzaamheden op het hoofdnet Fiets waarbij fietsers meer dan een week moeten worden omgeleid moeten vier maanden voor start uitvoering als mededeling worden gemeld aan de WWU. Zo kan het werk goed afgestemd worden met andere werkzaamheden in de omgeving. Aan de hand van de mededeling stelt de WWU vast of het project langs moet komen bij de WWU. Is er geen omleiding voor fietsers en kunnen de fietsers op een veilige en duidelijke manier langs het werk dan hoeft dit niet aan de WWU te worden gemeld. Als fietsers langer dan een week worden omgeleid, moet het project vier maanden voor start uitvoering een mededeling naar de WWU sturen. 4.2 Wat zijn de richtlijnen voor werken op het hoofdnet Fiets? Voor wegwerkzaamheden op het hoofdnet Fiets gelden onderstaande richtlijnen voor het treffen van tijdelijke maatregelen voor fietsers. Indien mogelijk dienen fietsers altijd langs de werkzaamheden te worden geleid, over het trottoir of de rijbaan. Dit moet op een (sociaal) veilige en comfortabele manier; Fietsers moeten de werkzaamheden rijdend mogen passeren, dus geen bord met Fietsers afstappen ; Als een fietsomleiding noodzakelijk is dan moet deze zo kort mogelijk te zijn en mag deze niet constant veranderen. Bij omleiden van fietsers dient rekening te worden gehouden met aansluiting op het bestaande hoofdnet Fiets; De bebording van de fietsomleiding moet duidelijk zijn, conform het handboek Zo werken wij in Amsterdam op straat ; Indien de route onderdeel is van de (ANWB) bewegwijzerde fietsroutes in Amsterdam dan dient deze bewegwijzering ook in het omleidingsplan te worden meegenomen; Als fietsers op een gebiedsontsluitingsweg naar de overkant van het werk moeten worden geleid, dan geldt dit als een fietsomleiding; Er mogen geen werkzaamheden worden uitgevoerd op de fietsomleiding; Parallelle hoofdnet fietsroutes dienen vrij te zijn van verkeershinder; Bij werkzaamheden dienen oversteken en doorsteken, voor fietsers en voetgangers, behouden te blijven of gemaakt te worden om de bereikbaarheid van de overkant van het werk te garanderen. Deze oversteken moeten veilig te zijn; De werkzaamheden moeten veilig en met minimale hinder worden uitgevoerd. CROW richtlijn 96B en het handboek ZWIA dienen hiertoe als leidraad. Dit houdt onder andere in dat de route voldoende breed en vlak moet zijn voor de fietser; dat werkterreinen afgesloten moeten zijn voor fietsers; en dat bij uitritten voor het bouwverkeer voldoende zicht moet zijn op kruisende fietsers. Richtlijnen Werkgroep Werk in Uitvoering (WWU) april 2010 11

Hoofdstuk 5 BLVC 5.1 Wat is een BLVC-plan? Een BLVC-plan is een plan om de bereikbaarheid, leefbaarheid, veiligheid en communicatie tijdens de uitvoering van een project te waarborgen. Het plan brengt in beeld wat de consequenties van de werkzaamheden zijn voor de omgeving waarbij is aangegeven welke acties het project onderneemt om eventuele hinder tot een minimum te beperken. 5.2 Waarom is een BLVC-plan verplicht? De gemeente Amsterdam wil dat de hinder bij wegwerkzaamheden zo veel mogelijk wordt beperkt. Uitgangspunt voor het verplicht stellen van BLVC-plannen is dat de uitvoeringsmaatregelen vroeg in de planvorming ter sprake komen en daardoor integraal deel uitmaken van het project en het bestek. Een goed BLVC-plan zorgt ervoor dat bezoekers, burgers en ondernemers van Amsterdam begrip hebben voor de wegwerkzaamheden, omdat de projecten er alles aan doen om de hinder tot een minimum te beperken. Daarnaast voorkomt een goed BLVC-plan dat een project in een later stadium wordt geconfronteerd met uitvoeringseisen waarvoor maar moeilijk budget te vinden valt. In de verordening Werken in de Openbare Ruimte (WIOR) is dan ook opgenomen dat een project dat werkt op een hoofdnet verplicht is een BLVC-plan te schrijven en dit ter controle moet voorleggen aan de WWU en de betreffende gebiedsbeheerder(s). 5.3 Waarop toetst de WWU een BLVC-plan? In de Nadere Regels WIOR staan algemene uitvoeringsvoorschriften, een project moet zich aan deze voorschriften houden. De WWU besteedt in haar toetsing vooral aandacht aan omgevingsaspecten. Bijvoorbeeld of de vergunninghouder ervoor zorgt dat de werkzaamheden veilig worden uitgevoerd en minimale hinder geven voor de omgeving. De richtlijn CROW 96B Werk in uitvoering en het handboek Zo Werken wij in Amsterdam op straat vormen beiden de leidraad. In bijlage II staat beschreven welke andere beleid en uitgangspunten de WWU hanteert bij de toetsing van een BLVC-plan. 5.4 Welke onderwerpen komen aan bod in een BLVC-plan? Alle BLVC-plannen hebben eenzelfde opbouw, alleen de gedetailleerdheid verschilt. Ieder BLVCplan bestaat uit de volgende hoofdstukken: 1 Toelichting project 2 Omgevingsscan 3 Risicoanalyse 4 Bereikbaarheid (faseringsplan en verkeersmaatregelenplan) 5 Leefbaarheid 6 Veiligheid 7 Communicatie 8 Budget In de volgende paragrafen staat beschreven welke onderwerpen in de BLVC-hoofdstukken aan bod komen. Voordat de inhoud wordt toegelicht is belangrijk om eerst iets te vertellen over het tijdstip waarop een BLVC-plan moet worden ingediend en de verschillende stadia die het plan doorgaat. 12

Groeidocument Het tijdstip waarop een project zijn BLVC-plan indient verschilt per project. Een zeer ingrijpend project moet de WWU eerder informeren dan een project dat nauwelijks gevolgen heeft voor het verkeer. Daarnaast is het zo dat hoe dichter een project de uitvoeringsdatum nadert, hoe gedetailleerder de hoofdstukken van een BLVC-plan kunnen worden ingevuld. Een BLVC-plan ziet er in een zeer vroeg stadium dus anders uit dan vier maanden voor de start van de uitvoering. (In hoofdstuk 2, Agenderen Projecten, staat wanneer een project een BLVC-plan moet indienen bij de WWU.) Het BLVC-plan is dus een groeidocument. Alleen zeer ingrijpende projecten maken al een jaar voor de uitvoeringsdatum een BLVC-notitie. Deze notitie richt zich vooral op randvoorwaarden en uitgangspunten en geeft, voor zover dat mogelijk is, invulling aan de hoofdstukken. Een half jaar voordat de uitvoering start, moet bijna ieder project een BLVC-hoofdlijnenplan schrijven. Dit plan besteedt op hoofdlijnen aandacht aan alle acht hoofdstukken. Om bureaucratie te voorkomen, hoeft dit plan niet aan de WWU te worden voorgelegd. Het is echter wel verplicht om het plan te maken. Mede op basis van dit plan wordt bijvoorbeeld een inschatting gemaakt van de BLVC-kosten en/of de verdeling hiervan tussen de samenwerkende partijen. Vier maanden voor het project start, legt een project de WWU het BLVC-detailplan voor. In dit stadium is alle informatie bekend bij het project. De invulling van hoofdstukken is in het detailplan dan ook concreet en uitgebreid. Aandachtspunten en onderwerpen per hoofdstuk Hoewel ieder BLVC-plan hetzelfde is qua opbouw, is geen plan gelijk. Iedere omgeving is immers anders en vraagt om maatwerk. In de volgende paragrafen staat elk onderdeel van het BLVC-plan omschreven met een checklist van aandachtspunten waar een projectleider rekening mee dient te houden. De aandachtspunten zijn niet uitputtend opgesomd. Er moet altijd per project een specifieke inschatting worden gemaakt. Ad 1: Toelichting project In dit hoofdstuk beschrijft het project kort de voorgeschiedenis, waarom er gewerkt moet worden en wie die opdrachtgever is. Ook staat het bestuurlijk traject beschreven en hoe de verantwoordelijkheidsstructuur er uit ziet. Een lijstje met namen en telefoonnummers is hierbij onontbeerlijk. Verder staan hier de administratieve gegevens vermeld en de locatie van de werkzaamheden met kaartmateriaal. Tot slot is het van belang om op te nemen wie het aanspreekpunt is voor de buurt en hoe klachten worden afgehandeld. Hieronder een opsomming met mogelijke onderwerpen voor dit hoofdstuk. Checklist Toelichting project Administratieve gegevens (gegevens projecttrekker en in het project meegaande partijen, gegevens projectleider en directie, coördinatienummer, start- en einddatum project, vermelding of deelnemers van het vooroverleg akkoord zijn gegaan met het ingediende BLVC-plan Projectomschrijving (aard van de werkzaamheden) Nut, noodzaak en achtergrond van het project Opdrachtgever, verantwoordelijkheidsstructuur, plaats in het bestuurlijk traject Verslag (actielijst) van het vooroverleg Werktijden (extra inzet ploegen of juist niet) Kaartmateriaal locatie project Aanspreekpunten namens project voor interne en externe partijen (lijst met namen en telefoonnummers) Richtlijnen Werkgroep Werk in Uitvoering (WWU) april 2010 13

Ad 2: Omgevingsscan In dit hoofdstuk staat de omgeving van het project beschreven. Welke bedrijven, maatschappelijke instellingen zijn aanwezig? Betreft het een winkelstraat of juist een woonbuurt met veel oudere bewoners? Hoe gedetailleerder de omgevingsscan, hoe beter het project op de omgeving kan inspelen. Het is daarom goed dat een project naast een beschrijving van de omgeving van het werkterrein ook een lijst bijvoegt met namen van winkels, ondernemingen en maatschappelijke instellingen. Verder is het van belang te inventariseren welke andere werkzaamheden zich afspelen in de omgeving. En of deze werkzaamheden een relatie met elkaar hebben. Mogen ze tegelijk in tijd plaatsvinden? Moet er afstemming plaatsvinden (bijvoorbeeld op het gebied van een gezamenlijke inzet om bewoners te informeren of verkeer om te leiden) en is dit gebeurd? In dit hoofdstuk gaat het project in op de oplossingen van eventuele omgevingsknelpunten. Hieronder een checklist met mogelijke onderwerpen voor dit hoofdstuk. Checklist Omgevingsscan Buurtbeschrijving (woonstraat, oudere bewoners etc.). Adressenlijst met winkels, ondernemingen en maatschappelijke instellingen. Lijst met publieksvoorzieningen (postbussen, kinderspeelplaats, fietsparkeervoorziening, gehandicaptenparkeerplaats). Projectplanning. Reden waarom voor deze datum gekozen is en welke consequenties een eventueel ander tijdvak met zich met mee zal brengen. Overzicht van projecten, werkzaamheden en evenementen in de omgeving. Waarbij beschreven is of een samenloop van deze projecten leidt tot problemen op het gebied van verkeersafwikkeling en welke afspraken met deze partijen zijn gemaakt. Omgevingsscan op kaartmateriaal. Ad 3: Risicoanalyse In dit hoofdstuk geeft het project aan welke factoren de planning van het project kunnen beïnvloeden. Alleen het signaleren van risico s is onvoldoende. Het project moet ook aangeven welke oplossingsrichtingen eventueel van toepassing zijn. Hieronder een checklist met mogelijke onderwerpen voor dit hoofdstuk. Checklist Risicoanalyse Risico s m.b.t. de voortgang in bestuurlijke besluitvorming. (Bijvoorbeeld, stel dat er nog geen akkoord is met betrekking tot de financiering, dan geeft het project in dit hoofdstuk aan hoe dit de planning kan beïnvloeden.) Procedurele risico s. (Bijvoorbeeld bij kapvergunningen of inspraakprocedures moet een project aangeven hoe dit de planning kan beïnvloeden.) Technische risico s. (Als er bijvoorbeeld sprake is van fysiek complexe werkzaamheden of werk dat gevoelig is voor weersomstandigheden moet het project aangeven hoe dit de planning kan beïnvloeden.) Andere projecten die de verkeersafwikkeling rond het project beïnvloeden 14

Ad 4: Bereikbaarheid In dit hoofdstuk beschrijft het project de bereikbaarheid voor de verschillende doelgroepen en modaliteiten, voetganger, fiets, auto en openbaar vervoer. Per fase wordt met kaartmateriaal de exacte locatie van het werkterrein, inclusief alle overige onttrekkingen van de openbare ruimte, weergeven. Het gaat hierbij om de verkeerstechnische gevolgen. Het moet de WWU en het stadsdeel aan de hand van deze tekst en het kaartmateriaal duidelijk zijn hoe de verkeerssituatie er uitziet voor alle soorten verkeersdeelnemers op willekeurige data binnen het project. De civieltechnische fasering en planning zijn voor de BLVC niet relevant. Ook beschrijft het project hoe zij checkt of de tijdelijke maatregelen voldoende bruikbaar zijn voor mensen met een handicap en oudere bewoners. Ten slotte vermeldt het project ook de werktijden en hoe zij rekening houdt met de corridortijden en de spits. Omleidingsrichtlijnen Er zijn verschillende omleidingsrichtlijnen waar een project rekening mee moet houden bij maken van keuzes voor omleidingen. De WWU hanteert op een gecombineerd hoofdnet de volgende prioriteiten voor doorgang van verkeer: eerst doorgang voor voetgangers, daarna fietsers, dan het openbaar vervoer en tot slot de automobilist. Voor het hoofdnet Fiets zijn aparte richtlijnen opgesteld, zie hoofdstuk 4. Hierin staat bijvoorbeeld dat fietsers niet met een bord fietsers afstappen mogen worden geconfronteerd. Bij omleidingen op het hoofdnet Auto geldt dat autoverkeer in principe over het hoofdnet Auto moet worden omgeleid. Bij het inrichten van omleidingen of het aanpassen van de normale doorgang is het van belang te melden hoe deze tijdelijke routes zijn ingericht. Hieronder een checklist met mogelijke onderwerpen voor dit hoofdstuk. Checklist Bereikbaarheid Uitvoeringsfases met de bijbehorende data, eventueel met onderbouwing (bijvoorbeeld als sprake is van een kort maar hevig variant) Verkeersgevolgen voor alle modaliteiten (voetganger, fietser, OV en gemotoriseerd verkeer) per fase. Indien het verkeer te maken krijgt met een omleiding, onderbouwing van noodzaak. Tijdelijke verkeersvoorzieningen per fase voor alle modaliteiten op kaartmateriaal Verkeersstromen, omleidingsroutes, afzettingen, bebordingsplan, locatie verkeersregelaars en dwarsdoorsneden Werktijden, waarbij rekening is gehouden met corridor- en spitstijden Bouwverkeerafspraken (routes, bufferlocaties) Bevoorradingsverkeerafspraken (laden en lossen) Buurtcirculatie (autoverkeer) Bereikbaarheid voor nood- en hulpdiensten (waaronder ook bereikbaarheid voor bv. huisartsen en vroedvrouwen) Bereikbaarheid voor openbare dienstverlening (bereikbaarheid voor NUTS bedrijven en ophalen huisvuil) Projecten in de omgeving Voorbeeldmaatregelen op tijdelijke routes t.b.v. van de bereikbaarheid: Aangepaste groentijden van verkeerslichten in de omgeving. Extra gecreëerde opstelruimte op de omleidingroutes. Bouwverkeer snel van en naar de bouwplaats laten rijden voorkomt onnodige files. Bij grote hoeveelheden bouwverkeer: een bufferlocatie net buiten de stad organiseren. Alternatieven voor vervoer en opslag onderzoeken bijvoorbeeld over water. Routes voor bouwverkeer vooraf afspreken met de aannemer. Bouwvakkers het bouwterrein niet laten gebruiken om te parkeren. Richtlijnen Werkgroep Werk in Uitvoering (WWU) april 2010 15

Ad 5: Leefbaarheid In het hoofdstuk Leefbaarheid beschrijft het project de te treffen maatregelen die de overlast voor de omgeving beperken. Met de aannemer kan in het bestek worden afgesproken welke hinder hij wel en niet mag veroorzaken wat betreft stank, geluid en licht. Duidelijk moet zijn wie verantwoordelijk is voor de handhaving en het actieve beheer van de omgeving, zodat onnodige vervuiling van de omgeving wordt tegengegaan. Hieronder een checklist met mogelijke onderwerpen voor dit hoofdstuk. Checklist Leefbaarheid Plaats bouwhekken en begrenzing Inrichting en gebruik bouwplaats Verlichting van bouwplaats en omgeving Werktijden (waarbij rekening is gehouden met de corridor- en spitstijden) Geluidsoverlast en trillingshinder Bouwverkeer Schoonhouden van omgeving Beheersen van lucht- en waterkwaliteit Ophalen van vuilnis en reiniging van de openbare ruimte Bescherming van economische belangen Voorbeeldmaatregelen t.b.v. de leefbaarheid: Hekken staan stevig, zodat ze niet gaan lopen. Bouwverkeer dat een werkterrein verlaat is schoon, zodat de openbare ruimte niet onnodig vervuild wordt. Aanstelling van een omgevingsmanager bij een groot project, om draagvlak te creëren en behouden. Ad 6: Veiligheid In dit hoofdstuk gaat het om de veiligheidsaspecten van het werk voor de omgeving. Het project kijkt goed wat een onveilige situatie kan veroorzaken en neemt maatregelen om dit te voorkomen. De bouwtechniek en de omgeving van het werkterrein moeten veilig zijn, zodat eventueel verkeer op een veilige manier mogelijk blijft. Hieronder een checklist met mogelijke onderwerpen voor dit hoofdstuk. Checklist Veiligheid Verkeersveiligheidsmaatregelen Handhaving Fysieke en sociale veiligheid tijdens de werkzaamheden en oplossingsrichtingen Bouwveiligheidsmaatregelen tijdens uitvoering Maatregelen bij in- en uitrijdend bouwverkeer Maatregelen om de kwaliteit van de tijdelijke verharding te waarborgen Beheer van de tijdelijke verkeersvoorzieningen Voorbeeldmaatregelen t.b.v. veiligheid: Heldere en eenduidige verkeersmaatregelen. Onduidelijke bebording of wegmarkering kan bij een veranderende verkeerssituatie funest zijn. Goede afstelling van verkeerslichten. Voorkom dat er een conflict ontstaat tussen tijdelijke maatregelen en verkeersregelinstallaties. 16

Ad 7: Communicatie In het hoofdstuk Communicatie beschrijft het project haar communicatiestrategie. Hier staan de verantwoordelijkheden en contactpersonen beschreven, de doelgroepen en de communicatieboodschap. Beschreven staat hier wat de werkzaamheden voor de verschillende doelgroepen betekent en wat het project doet om de hinder voor de doelgroepen te minimaliseren. Afspraken waar men terecht kan met eventuele vragen, klachten of tips staan ook in dit hoofdstuk. Het is handig als een project een communicatiekalender maakt waarin de communicatieactiviteiten per doelgroep in tijd staan uitgeschreven. Wanneer verschillende projecten binnen één gebied plaatsvinden en aanzienlijke verkeershinder veroorzaken, kan een gemeenschappelijke communicatieaanpak worden vereist door de WWU. In sommige gevallen is het raadzaam om in dialoog met de doelgroepen de uitvoeringswijze in te vullen. Het betrekken van de doelgroepen in een vroeg stadium en hen mee te laten denken over de uitvoeringswijze, bijvoorbeeld: willen ondernemers en de buurt een kort en hevig variant of juist niet, versterkt vaak ook het draagvlak voor de werkzaamheden (leefbaarheid tijdens werkzaamheden wordt positiever ervaren). Het handboek projectcommunicatie biedt ondersteuning bij het opstellen van een communicatieplan. Er staan vooral handige checklists in met mogelijke doelgroepen en andere aandachtspunten voor een communicatieplan. Een van de tips die in het handboek beschreven staat, is om zo vroeg mogelijk stadium een communicatieadviseur in te schakelen om het plan te laten maken. Hierna een checklist met mogelijke onderwerpen voor dit hoofdstuk. Checklist Communicatie Communicatiestrategie Doelgroepen (intern- en extern) Boodschap Communicatiekalender (communicatieactiviteiten: wat, wanneer en hoe) Projectorganisatie en verantwoordelijkheden (met contactgegevens) Woordvoering pers Gemeenschappelijke communicatieaanpak (als er meerdere projecten binnen één gebied plaatsvinden en aanzienlijke verkeershinder veroorzaken) Ad 8: Budget Het BLVC-plan is nu bijna voltooid, maar geen plan zonder dekking. Het project geeft in dit hoofdstuk aan hoeveel geld er gemoeid is met maatregelen voor de BLVC en welk percentage dat is van de totale projectbegroting. Ook hiervoor geldt: in de oriëntatiefase valt hierover minder te zeggen dan voorafgaande aan het Go-NoGo besluit. Een indicatie volstaat in de eerdere fases van besluitvorming, voorafgaand aan de aanbesteding moeten de kosten in ieder geval inzichtelijk zijn. Het meenemen van het BLVC-plan in het bestek is buitengewoon belangrijk. Richtlijnen Werkgroep Werk in Uitvoering (WWU) april 2010 17

5.5 Welke hulpmiddelen zijn er? Het handboek Zo Werken Wij In Amsterdam op straat Het handboek Zo Werken Wij in Amsterdam op straat (ZWIA) geeft ondersteuning bij het schrijven van een BLVC-plan. Aan de hand van beeldmateriaal worden de eisen die de gemeente Amsterdam stelt aan het werken in de openbare ruimte, toegelicht. Het is een concrete manier voor opdrachtgevers en opdrachtnemers om ideeën op te doen voor maatregelen die zij kunnen treffen tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. Het handboek helpt om te komen tot een betere tijdelijke inrichting van de openbare ruimte tijdens werkzaamheden. Het handboek Zo Werken Wij in Amsterdam Projectcommunicatie Het handboek Projectcommunicatie helpt zowel de projectleider(s) als de communicatieverantwoordelijke(n) om de communicatie in te richten en op te nemen in de projectplanning. Er staan handige checklist, tips en voorbeelden in die bij de uitwerking van de communicatieactiviteiten kunnen helpen. Het is vooral een praktisch hulpmiddel. CROW 96B Uitvoeringsvoorschriften voor werkzaamheden op niet-autosnelwegen en wegen binnen de bebouwde kom. Website coördinatiestelsel.amsterdam.nl Alle informatie over de WWU staat gebundeld op de website. Er staan ook voorbeelden van BLVC-plannen en voorbeelden van hoe projecten de BLVC-kosten onderling kunnen verdelen. Daarnaast staat er relevante wet- en regelgeving (bijvoorbeeld de verordening WIOR) op de site. 18